België - Belgique P.B.
VVJ - Ossenmarkt 3 - 2000 Antwerpen ∫ P206352 februari 2013 ∫ Jaargang 22 nr. 1 ∫ verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec
2000 Antwerpen Groenplaats
dropzone BC1697
T ijdschrif t voor lok a a l jeugdbeleid
UI T GE DIE P T p12
De categoriale jeugdreflex Onde r z oe k p16
6 misvattingen over jeugdambtenaren
het jeugdbeleid van de toekomst p06
EDITO Edito Je hebt de eerste Dropzone van het jaar in de hand. Misschien is het wel jouw eerste Dropzone tout-court, bijvoorbeeld omdat je kersvers schepen van jeugd bent. Voortaan bezorgen we ons vakblad voor lokaal jeugdbeleid ook aan schepenen van jeugd. Omdat ze een cruciale partner zijn in het realiseren van de doelstelling van onze vereniging: meer, beter en breder lokaal jeugdbeleid in Vlaanderen. VVJ groeide sinds haar ontstaan in 1979 uit tot een dienstenplatform voor jeugddiensten en jeugdbeleid in Vlaanderen. VVJ is ook de organisatie die van Vlaanderen de decretale taak kreeg om lokale en provinciale jeugddiensten te ondersteunen met het oog op de praktijkontwikkeling, de praktijkondersteuning en het informeren van en over het gemeentelijke en provinciale jeugdbeleid. De lokale besturen zijn lid van VVJ, en hierin verschilt VVJ als steunpunt binnen de socioculturele sector van andere steunpunten. De VVSG ondersteunt als ledenorganisatie alle lokale besturen in de uitbouw van een sterk lokaal bestuur. Daar zou in principe ook de ondersteuning van jeugdambtenaren kunnen in vervat zijn. De VVSG erkent VVJ als de partnerorganisatie die deze taak opneemt. Deze erkenning concretiseerden we recent in een wederzijdse overeenkomst.
De toekomst van lokaal jeugdbeleid en VVJ door de bril van‌ in te r v ie w
In deze Dropzone leggen we de focus op de basis: de fundamenten van jeugdbeleid en de jeugddienst, een blik op de dienstverlening van VVJ door de ogen van jeugddiensten, en tools voor de opstart van de strategische meerjarenplanning. Wij hopen dat je dit exemplaar een tijdje in je buurt houdt!
04 o v e r v v j 26 Co l o f o n 28 uit s m ijte r
Ruben Librecht, Voorzitter VVJ vzw
PS. Alle info over de regionale congressenreeks vind je op www.vvj.be/regionalecongressen 2
Edito
06
6 misverstanden over jeugdambtenaren
De categoriale jeugdreflex uitgedie p t
06
I N T E RV I E W
Lokaal jeugdbeleid in de toekomst
12 16
Een visionaire blik op VVJ in 2018, het lokaal jeugdbeleid en hete hangijzers
12
Jeugdbeleid is een zaak van iedereen
15
O N D E RZ O E K
6 misvattingen over jeugdambtenaren Een glimp van de resultaten van het onderzoek over het welbevinden van jeugdambtenaren
UITGEDIEPT
De categoriale jeugdreflex
18
B E L E I D E N PRAK T I J K
Jeugddienst Sint-Pieters-Leeuw vertelt
20
22
Een blik op enkele thema’s waar VVJ op inzet en de partners waarmee ze dat doet MJP 2014-2019
Participatie
Voor betrokkenheid is interactie het sleutelwoord
Inhoud
3
VV J D I E NS T V E RL E N I N G
Jeugddiensten over wat VVJ voor jou kan betekenen Ons aanbod door jouw bril
24
Krachtenbundeling
PRAK T I J KV O O RB E E L D
Extreme Makeover
16
ONDE RZ OE K
28
D A G B O E K VAN E E N VV J - E R
Ellen De Boeck
Een week uit het professionele leven van een VVJ stafmedewerker U I T SM I J T E R
Millenium
Minister van jeugd Pascal Smet heeft het laatste woord
over
De fundamenten van het VVJ Beleidsplan 2014-2017 Tekst: Kaï Van Nieuwenhove
Beeld: Tom en Katrien
sterke band met onze leden. Ook morgen willen we deze dienstverlening optimaal ontplooien. Anderzijds willen we proactief en bevlogen alle ontwikkelingen op vlak van jeugdbeleid blijven volgen en verspreiden. Twee strategische keuzes vormen de fundamenten van het plan én onze werking de komende jaren:
∫∫ De missie van VVJ blijft “meer, beter en breder lokaal jeugdbeleid in Vlaanderen”. We worden door de Vlaamse overheid ook gesubsidieerd om dit op te volgen en te sturen. Jeugddiensten zijn hierbij ons eerste aanspreekpunt en blijven onze organisatie besturen. We zijn gegroeid vanuit deze jeuddiensten en menen dat zij ook morgen dé actor zijn om te komen tot een goede jeugdreflex in elk lokaal bestuur. VVJ wil aanvullend ook actief andere lokale ambtenaren en schepenen voor jeugd van input voorzien om te komen tot dit goed lokaal jeugdbeleid. Als ledenorganisatie van lokale besturen doen we dit in overleg en afstemming met grote broer VVSG.
∫∫ VVJ wil in de toekomst alle lokale besturen optimaal ondersteunen bij hun lokaal jeugdaanbod. Grabbelpas of andere ‘kaarten’, speelpleinwerking of wijkwerking of …. Niet de vorm is van belang, maar wel de relevantie ervan. Elk lokaal bestuur maakt idealiter een eigen lokale analyse en op basis hiervan keuzes op vlak van jeugdaanbod (jeugdwerk, jeugdinitiatieven…). Hier willen we elk lokaal bestuur optimaal bij ondersteunen.
VVJ diende haar beleidsplan 2014 – 17 in bij de Vlaamse overheid. Het is een plan waar we trots op zijn. Een stuurgroep van stafmedewerkers en jeugdambtenaren liet deze nota in zijn verschillende fasen circuleren op Algemene Vergaderingen, regionale bijeenkomsten en bij toevallige ontmoetingen. We legden de keuzes voor aan diverse stakeholders die formeel of informeel zeer nuttige nuances leverden. Het resultaat mag er zijn: VVJ maakt grondige keuzes op vlak van efficiëntie en effectiviteit. We zijn geen grote organisatie maar we hebben een grote output (vorming, publicaties, bijeenkomsten, helpdesk,…) en een 4
Uiteraard zal de realisatie van de nota afhangen van het oordeel van de minister. We hopen dat hij onze analyse en aanpak deelt en dat we voldoende middelen toegewezen krijgen om, naast onze taak naar onze leden, onze decretale taak perfect in te vullen. Op de VVJ vormingsdriedaagse van 29 tot en met 31 mei stellen we het beleidsplan voor. Kan je niet langer wachten om de concrete invulling in detail te lezen? Dan kan je uiteraard ons beleidsplan opvragen via info@vvj. be en dan sturen we jou een, door een stafmedewerker naar keuze, gesigneerd exemplaar.
o ve r vvj
∆
team Kaï Van Nieuwenhove
Nathalie Van Ceulebroeck
di r e c teu r
Co ö r di n atie t h e m a - e n p r a k tij k o n t w i k k e l i n g Ki n d v r ie n de l ij k e Stede n
03 821 06 03 kvannieuwenhove@vvj.be Formule 1
03 821 06 00 nvanceulebroeck@vvj.be Wereldwijd hangmatten testen
Ellen De Boeck
Maria Euwema
03 821 06 05 edeboeck@vvj.be Langebaanschaatsen kijken
03 821 06 01 meuwema@vvj.be Musicals schrijven met liedjes als ‘Roodkapje, wat ben je toch een lekker hapje’
Ilse Holvoet
Sofie Marque
Li m b u r g f ui f b e l eid
O n de r z oe k w e l b e v i n de n
Vl a ams-Brabant P a r ti c i p atie
Co ö r di n atie a d m i n i s t r atie v e o n de r s teu n i n g F a c tu r atie e n b oe k h oudi n g
03 740 76 42 iholvoet@vvj.be Duplo
03 821 06 06 smarque@vvj.be Dopjes van petflessen verzamelen
Imke Pichal
Kristof Bouvard
03 740 76 44 ipichal@vvj.be Bellen blazen
03 740 76 43 kbouvard@vvj.be Photocrashen
Filip Stallaert
Leen Bartholomeus
03 821 06 08 fstallaert@vvj.be Gezelschapspelen plastificeren
03 740 76 40 lbartholomeus@vvj.be De witte van Leonidas, met én zonder noot
Koen Steuperaert
Jitske Verwimp
Ant werpen Ki n d v r ie n de l ij k e Stede n
Ad m i n i s t r atie P r og r a m m atie
O o s t-V l a a n de r e n J eugd r ui m te
Co m m u n i c atie
Co ö r di n atie l o k a l e o n de r s teu n i n g e n b ege l eidi n ge n We s t-V l a a n de r e n
Vo r m i n g
03 821 06 02 jverwimp@vvj.be Cactussen verzamelen
03 821 06 04 ksteuperaert@vvj.be Vorm snoeien van eenjarige heesters
o ve r vvj
5
interview
Lokaal jeugdbeleid in de toekomst C h r i s Peete r s Stafmedewerker jeugd en sport | Diensthoofd Leven & Welzijn VVSG vzw
H a n n e He r n a l s tee n Jeugdconsulent in Hove en kersvers lid van het dagelijks bestuur van VVJ Antwerpen
G u y Redig Raadgever Vlaamse Regering, professor agogiek (VUB) en voormalig coördinator VVJ
J o h a n Va n G a e n s Afdelingshoofd Afdeling Jeugd Agentschap SociaalCultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen
1. Hoe zie je VVJ in 2018?
2. Wat wens je het lokaal jeugdbeleid toe voor de toekomst?
De VVJ is in 2018 het Vlaams expertisecentrum voor lokaal jeugdbeleid dat de actuele actieterreinen verder heeft uitgediept en verbreed met een stevige visie op het brede thema jeugdwelzijn en de rol van jeugddiensten, lokale besturen (gemeente en OCMW) en particuliere partners op dit terrein. VVJ en VVSG genieten het vertrouwen van lokale bestuurders en hun medewerkers en het samenspel dat we in 2012 vastlegden in een protocol wordt breed gewaardeerd.
Bekwame beleidsverantwoordelijken op alle beleidsthema’s die gedreven worden door een sterke betrokkenheid bij de leefwereld van alle kinderen en jongeren en hun keuzes afstemmen op wat voor deze doelgroep het verschil maakt. Bekwame en creatieve lokale medewerkers die zich dag in dag uit engageren om van lokaal jeugdbeleid echt werk te maken over de grenzen van beleidssectoren heen.
VVJ blijft een organisatie voor jeugddiensten en –consulenten die antwoorden en tips geeft over de meest prangende vragen. Dit om jeugddiensten ook morgen te ondersteunen om het jeugdbeleid goed op de kaart te zetten binnen het MJP.
Ik wens het veel positieve vibes toe! Lokaal jeugdbeleid dat start vanuit positieve uitgangspunten over jeugd en kinderen.
Een felle pleitbezorger voor het dwarse en balorige eigen aan de jeugd & jeugdwerk, slimme guerrilla tegen onrustbarende tendensen zoals managementitis, mainstreaming, schaalvergroting en andere fraai en blits klinkende rages, dit alles gesausd met humor, gekruid met ironie en misschien een mespuntje (zeker niet meer) cynisme of sarcasme.
Het behoud van eigenheid van het jeugdbeleid, drijvend op enthousiasme en overtuiging dat jonge burgers volwaardige en noodzakelijke mede-eigenaars zijn, dichtbij en door jonge mensen, als voorhoede van/in open, participatieve gemeenschappen.
Als een organisatie primair gericht op het ondersteunen van gemeentebesturen bij het vormgeven van een beleid gericht op het verrijken van de vrijetijd van kinderen en jongeren, opdat zij zo optimaal mogelijk kunnen groeien.
Dat de jeugddiensten meer dan ooit focussen op hun core-business, met name het vorm geven aan een beleid gericht op het verrijken van de vrijetijd van kinderen en jongeren, opdat deze zo optimaal mogelijk kunnen groeien.
6
intervie w
interview
We vroegen een aantal stakeholders om hun wensen en toekomstbeelden. Hoe zien zij de toekomst van het jeugdbeleid in steden en gemeenten het liefst? Welke tendensen vragen om beleid op Vlaams niveau? En hoe zien ze VVJ in hun glazen bol?
3. Aan welke thema’s moet er op Vlaams niveau aandacht besteed worden de komende jaren?
4. Welke droom wil je in 2013 verwezenlijken?
Vlaanderen moet proberen de beleidsinzichten inzake transversaal denken en werken verder te stimuleren in de eerste plaats door zelf op die manier te denken en te werken.
Ik zou graag samen met jullie eind 2013 vaststellen dat de lokale besturen in hun MJP kansen hebben opgenomen om een sterk jeugdbeleid te voeren met garanties voor kwalitatieve betrokkenheid van kinderen en jongeren en hun verenigingen. Ik ben er van overtuigd dat we, VVJ en VVSG samen, belangrijke sleutels in handen hebben om dit mee te helpen verwezenlijken.
Armoede en gelijke kansen blijft een uitdaging voor de toekomst, zeker in grootsteden. Hoe deze kinderen en jongeren toch voldoende laten participeren en op welke manier? Daarnaast vind ik dat buitenspelen voor kinderen ook aandacht blijft verdienen!
Jeugdbeleid om U tegen te zeggen, met hulp van verschillende jongeren, kinderen, stakeholders zoals het jeugdhuis, de jeugdverenigingen en jeugdraadleden.
De leefwereld en de ontwikkeling van jonge mensen vragen veel meer aandacht, niet zozeer bekommernis (ook), vooral respect, waarbij de “ouderen” in alle pedagogische systemen duidelijk maar consequent moeten gaan en staan voor hun waarden en normen. Laat het maar klinken en botsen.
Kamperen met de kleinkinderen.
De Vlaamse Overheid ondersteunt het lokale jeugdwerk (via de gemeentebesturen) omdat ze meent dat ze moet instaan voor een goed en toegankelijk jeugdwerkaanbod. En ze weet dat dit jeugdwerk in hoge mate lokaal vorm krijgt. Nu de Vlaamse Overheid steeds verder terugtreedt ten aanzien van het lokale jeugdwerk en jeugdbeleid, dient zij zich te bezinnen over de instrumenten om een Vlaams jeugdwerkbeleid vorm te geven.
Een inspirerend Jong in de Stad (6 maart), spraakmakende voorstellingen van door ons gefinancierde onderzoeken (Jop-monitor Antwerpen – Gent, onderzoek Jeugdwerk met Maatschappelijk Kwetsbare Kinderen en Jongeren), sterk onderbouwde adviezen over de financiering in 2013 – 2017 van de ongeveer 100 structureel gesubsidieerde organisaties, een subsidieregeling voor personeel in bepaalde jeugdhuizen, een succesvolle nulmeting met het oog op het leggen van een goede basis voor de monitoring van het lokaal jeugdbeleid.
intervie w
7
interview
J o k e D ie r i c k x Jeugdraadvoorzitster in Hamme
J o Va n de n Bo s s c h e Algemeen Coördinator VDS vzw
E va Ve r ee c k e Algemeen directeur De Ambrassade
D a a n D e Veu s te r Tweede ambtstermijn als schepen van jeugd in Brecht
1. Hoe zie je VVJ in 2018?
2. Wat wens je het lokaal jeugdbeleid toe voor de toekomst?
Nog steeds wat VVJ nu is en wat ze nu doen, alleen niet specifiek naar jeugddiensten, die zijn er dan misschien niet meer, maar wel naar overheidspersoneel dat met jeugd in aanraking komt en dat beleid maakt dat een invloed heeft op jeugd. Vlaamse Vereniging voor lokaal jeugdbeleid?
Meer inspraak en gedragenheid: jeugd gaat over beleidsthema’s heen en is geen thema op zich.
Ik zie 2 mogelijkheden: ofwel (1) wordt de VVJ de landelijke jeugd(werk)ondersteuner voor gemeentelijk jeugdbeleid en jeugdwerk. Zeg maar een gezonde (evenwaardige) tegenpool van het oude Steunpunt Jeugd, sterker dan vandaag. VVJ en De Ambrassade smijten dan samen het jeugdwerk/jeugdbeleid op alle beleidsniveaus proactief op de tafel. Ofwel (2) infiltreert de VVJ in de VVSG en wordt de VVJ daar een stevig onderbouwde afdeling van, de jeugdige angel in de pels van het ambtenarenapparaat.
Dat het lokaal jeugdbeleid niet verzinkt in het geheel van de ‘grote beleidsplannen’, lokaal jeugdbeleid mag geen voetnoot worden. De oude jeugd(werk)beleidsplannen gaven meteen ook bestaanszekerheid aan het lokale jeugdbeleid. Is die zekerheid nu weg? Als daar lokaal voldoende op geduwd wordt, komt het allicht wel goed (maar het zou jammer zijn af te hangen van het individuele enthousiasme van een jeugdconsulent of schepen).
Als voorvechter van een participatief lokaal jeugdbeleid, als inspirator voor schepenen en jeugdconsulenten, als tussenschakel en draaischijf tussen jongeren-jeugdraadjeugddienst-gemeentebestuur, als een belangrijke partner van De Ambrassade in het waarmaken van jeugdbeleid.
Jongeren met ballen aan hun lijf, jeugdconsulenten/vrijetijdsconsulenten met onstuimig enthousiasme, schepenen die beleid maken vanuit het oogpunt van jongeren, gemeentebesturen die de BBC aangrijpen om méér te investeren in jeugdbeleid en jongeren hier actief mee werk van laten maken.
Ik zie de VVJ als een ‘expertiseplatform’ voor creatief jeugdbeleid, met een sterke lokale input!
Voldoende inspraak en betrokkenheid bij het tot stand komen van de beleidsdoelstellingen in het kader van de nieuwe Beheers- en Beleidscyclus (BBC). Dit is ongetwijfeld bijzonder belangrijk om te komen tot een beleid waarvoor draagvlak is bij kinderen, jongeren en het jeugdwerk en om de motivatie en betrokkenheid bij het jeugdwerk te behouden! Ook wens ik onze jeugdverenigingen in de toekomst voldoende vrijwilligers toe, de basis voor een goede werking.
8
intervie w
interview
3. Aan welke thema’s moet er op Vlaams niveau aandacht besteed worden de komende jaren?
4. Welke droom wil je in 2013 verwezenlijken?
Ongeorganiseerde jeugd: hebben we hen genoeg te bieden? Eerst bevragen, dan kijken of dit een thema kan worden om op in te zetten. Toegankelijkheid van het jeugdwerk/ aanbod blijft een heet hangijzer.
Jeugdbeleid in de meerjarenstrategie van mijn gemeente krijgen.
Meer van hetzelfde! Kinderen en jongeren aan het woord (betrokkenheid werkt) – diversiteit in het reguliere jeugdwerk (toegankelijk jeugdwerk wordt gestimuleerd) – aandacht voor de beperkingen op ruimte voor kinderen en jongeren (mogen we nog wel kind/jong zijn?)
De Tour de France winnen, puur op klasse.
Thema’s zoals jeugdruimte, cultuur, duurzaamheid en welzijn blijven belangrijke thema’s om beleidsmatig krachtig op in te zetten. Daarnaast vragen de blijvende stijging van de jongerenwerkloosheid en het grote aantal kinderen en jongeren in armoede om een versnelde aanpak en een krachtenbundeling van overheid, andere beleidsactoren en middenveld. Ook als bovenbouw van het jeugdbeleid moeten we deze thema’s hoog op de agenda plaatsen bij onszelf, de jeugdsector en de beleidsmakers.
De Ambrassade uitbouwen tot een krachtige en complementaire ‘nieuwe’ speler in het Vlaams jeugdbeleidslandschap.
Gemeentebesturen stimuleren en ondersteunen bij het uitwerken van een beleid voor de groep jongeren tussen 12 – 16 jaar. Die weten soms niet waar naar toe.
De opening van een jeugdhuis in onze deelgemeente Sint-Lenaarts! De aannemer werd aangesteld en de bouwvergunning bekomen, dus na heel wat planningswerk zou dit moeten lukken.
intervie w
9
interview
T o m D ie r c k x Directeur federatie Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen
Je an-Paul Peu s k e n s Gedeputeerde voor Jeugd voor de provincie Limburg
K a i Va n Nieu w e n h o v e Directeur VVJ
1. Hoe zie je VVJ in 2018?
2. Wat wens je het lokaal jeugdbeleid toe voor de toekomst?
Als een betrouwbare en inspirerende partner in het lokale jeugdbeleid die, waar nodig, niet bang is om wat prikken uit te delen. Een organisatie wordt gemaakt door de mensen die er in actief zijn. Als ik vandaag kijk naar het VVJ-team heb ik er vertrouwen in dat VVJ met veel dynamiek, expertise en een positieve, constructieve kijk de toekomst in duikt.
Een masterplan. En dan doel ik niet op de nieuwe beleids- en beheerscyclus. Wel op een duidelijke visie. Welke strategieën ontwikkelen we om een kansrijk klimaat te creëren voor álle kinderen en jongeren in de gemeente/stad? Geven we hen vertrouwen of kiezen we voor risicobeperking? Beperken we ons tot jeugdwerkbeleid of gaan we voor integraal jeugdbeleid? En mogen kinderen en jongeren daar ook zelf mee over nadenken?
Met het strategisch meerjarenplan wordt de rol van VVJ nog belangrijker. Dit biedt heel wat mogelijkheden om van het lokaal jeugdbeleid een geïntegreerd jeugdbeleid over de verschillende beleidsdomeinen heen te maken. De VVJ kan een belangrijke ondersteunende rol spelen naar de schepenen van Jeugd en de jeugdconsulenten enerzijds, maar ook naar beleidsmakers van andere beleidsdomeinen, zodat het jeugdbeleidsplan maximaal geïntegreerd kan worden.
Ik steun een lokaal jeugdbeleid dat evolueert naar een goed geïntegreerd jeugdbeleid over de verschillende beleidsdomeinen heen. De kinderen en jongeren zijn onze toekomst. Hun toekomst zou een gedeelde verantwoordelijkheid binnen zowel het gemeenteals het provinciebestuur moeten zijn.
Hopelijk is onze recent ingediende beleidsnota tegen dan uitgevoerd en is VVJ nog steeds een organisatie die enerzijds bestaat voor en door ambtenaren jeugdbeleid en anderzijds haar rol als facilitator tussen lokaal en Vlaams jeugdbeleid degelijk invult. Qua stijl hoop ik dat we (nog steeds?) kritisch, proactief en betrouwbaar zijn. Als ik kijk naar VVJ vandaag en wie daar, als stafmedewerker, als bestuurder of op een andere manier bij betrokken is, dan ben ik daar vrij gerust over.
Ik wens kinderen en jongeren vooral een goed jeugdbeleid. Een jeugdbeleid dat typisch Vlaams is omwille van sterke stimulansen voor (vrijwillige) engagementen in het jeugdwerk en daarbuiten. Een jeugdbeleid dat links is in het streven naar individueel welzijn van kinderen en jongeren. Kortom, een jeugdbeleid dat breed is omdat het gaat over alles wat relevant is voor kinderen en jongeren en dat hen hier ook bij betrekt.
10
intervie w
interview
3. Aan welke thema’s moet er op Vlaams niveau aandacht besteed worden de komende jaren?
4. Welke droom wil je in 2013 verwezenlijken?
Ik mis positieve maatregelen. Een alternatief geluid voor overlast, (over)bescherming en alarmerende statistieken. Een grote diverse groep jongeren is wél betrokken op de samenleving, neemt initiatief en zoekt actief antwoorden in een veranderende sociaal-economische context. Een toekomstgericht Vlaams jeugdbeleid steunt en stimuleert dat. En bouwt bruggen tussen de verschillende levenssferen van kinderen en jongeren. Want zij liggen even goed wakker van werk, school, cultuur, duurzaamheid …
Het allerbelangrijkste: zolang de kindjes en het vrouwtje gezond zijn, komt het geluk vanzelf. Professioneel hoop ik dat de nieuwe Vlaamse tewerkstelling in jeugdhuizen het succes wordt dat we voor ogen hebben. Dat er een nieuwe, innovatieve wind door deze jeugdhuizen zal waaien.
Als ik er één moet uitkiezen: jonge creatieve ondernemers verdienen de nodige ondersteuning. Een ander thema waar nog heel wat kansen liggen is de ‘brede school’. Een brede leer- en leefomgeving in de vrije tijd en op school om maximale ontwikkelingskansen te bieden aan alle kinderen en jongeren. Zeker voor onze maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren kan dit een belangrijke meerwaarde zijn. Goede samenwerkingsverbanden tussen verschillende sectoren zijn onontbeerlijk.
Mijn droom voor 2013 is dat de Limburgse jeugd meer mogelijkheden krijgt om haar eigen talenten optimaal te ontwikkelen. Sterk uitgebouwd onderwijs en het verkrijgen van voldoende kansen op de arbeidsmarkt zijn daarbij van groot belang. Beide thema’s dragen immers bij aan het terugdringen van de huidige werkloosheid bij jonge mensen.
Vlaanderen kiest ervoor om de gemeenten vrij te laten in het voeren van hun lokaal (jeugd)beleid. Stimulansen voor een participatief en breed jeugdbeleid, niet onder de vorm van verplichtingen, maar onder de vorm van appreciatie en ondersteuning van good practices blijven echter welkom. Het ondersteunen van Kindvriendelijke Steden en Gemeenten, het organiseren van dialoog (o.a. via VVJ) en het voorzien in middelen, data en informatie zijn enkele mogelijke pistes.
Dat zijn er meerdere, al gaat het zelden over “verwezenlijken” en altijd over “beleven”: ∫∫ Onze Jul zijn eerste kaarsje zien uitblazen. ∫∫ Kimi Raikkonen zijn tweede wereldtitel zien binnenhalen. ∫∫ The Smurfs in 3D met een goed brilletje mogen bekijken. ∫∫ Veel momenten mogen beleven met wie me lief is.
intervie w
11
Het streefdoel: natuurlijke aandacht voor jeugd in alle domeinen waar wenselijk
uitgediept
Categoriale jeugdreflex Goed lokaal jeugdbeleid vraagt een doelgroepgestuurde logica Tekst: Koen Steuperaert
Beeld: Aeyc 2011
Het lokale jeugdbeleid in Vlaanderen staat op de drempel van een nieuw tijdperk. De fundamentele veranderingen op lokaal bestuursniveau, op vlak van planning, rapportering en structuur, voorspellen ook een impact op het jeugdbeleid. Met het verdwijnen van sectorale beleidsplannen verdwijnt ook het Jeugdbeleidsplan (JBP). Hoe zorg je in deze nieuwe beleidscontext voor een nieuwe kwaliteitsimpuls voor het lokale jeugdbeleid?
Jeugdbeleid binnen de nieuwe beleidsprincipes De nieuwe beleidsprincipes hebben veel potentieel om lokaal jeugdbeleid te verstevigen. Werken met prioritaire doelstellingen biedt kansen om accenten in het beleid te leggen. Om ambitieuze sectoroverschrijdende doelen te realiseren. Jeugdbeleid ingebed in een breder gedragen beleidsvisie. Er zijn ook bedreigingen. Wat is de plaats en opdracht van de jeugddienst in de toekomst? Wordt de jeugddienst een uitvoerend label opgespeld of krijgen jeugdambtenaren een specifieke rol in de beleidsvoorbereiding? Maakt jeugd als bevolkingscategorie kans op de stempel
‘prioritair’ naast andere zware belangen? Wie waakt erover dat de vlam blijft branden? Het stelt ons gerust dat veel lokale besturen nu al bewust kiezen voor jeugdbeleid. Het lokaal jeugdbeleid in Vlaanderen is sterk en dat is niet enkel de verdienste van een Vlaams impulsenbeleid. De praktijk leert dat lokale besturen nu al inzetten op jeugdwerkondersteuning, speelweefsel, diversiteit, tienerbeleid, fuifbeleid… Maar we moeten alert blijven voor vanzelfsprekendheden en ‘verworven’ zekerheden. Jeugdbeleid valt niet te herleiden tot enkele goedgemikte acties. Jeugdbeleid daadwerkelijk enten op haar doelgroep vraagt om permanente reflectie en visieontwikkeling. uitgediep t
13
Waarom is jeugdbeleid relevant voor lokale besturen? Nadenken over de toekomst van lokaal jeugdbeleid start bij het nadenken over de plaats van kinderen en jongeren in de samenleving. Goed jeugdbeleid gelooft in de kracht en de dynamiek van ‘ jong zijn’ en de waarde voor een samenleving. Goed jeugdbeleid vertrekt niet vanuit acute (vaak extern) gedefinieerde problemen. Het vertrekt vanuit een offensieve, positieve kijk op wat kinderen en jongeren voor een samenleving kunnen betekenen en nodig hebben. Kinderen en jongeren maken ongeveer één derde van de bevolking uit. Ze hebben minder mogelijkheden om hun belangen kenbaar te maken. Ze hebben als (omvangrijke) bevolkingscategorie evenveel recht op beleidsinvloed. Hoe hun leefomgeving er best uitziet is niet enkel de zaak van volwassen of jeugdexperten, maar in de eerste plaats die van kinderen en jongeren zelf. Zij zijn ervaringsdeskundige en expert als het gaat over hun leefwereld, hun beleving, hun eigenheid. Goed jeugdbeleid erkent en respecteert kinderen en jongeren in hun eigenheid, hun manier van zijn en hun leeftijdsgebonden gedragingen.
Goed jeugdbeleid vraagt een categoriale jeugdreflex Een visie op jeugdbeleid is één ding. Hoe vertaalt dit zich idealiter in de praktijk? Lokaal jeugdbeleid omvat alle beleidsmaatregelen met effect op de leefomgeving en leefwereld van kinderen en jongeren. Het doorkruist beleidsdomeinen zoals sportbeleid, cultuurbeleid, sociaal beleid, ruimtelijke planning en mobiliteit, integrale veiligheid… en zoekt naar samenhang en dwarsverbinding. Een goed lokaal jeugdbeleid benadert de werkelijkheid vanuit het oogpunt van kinderen en jongeren, heeft een doelgroepgestuurde logica in zich. We noemen deze doelgroepgestuurde logica een categoriale jeugdreflex. Niet zomaar een jeugdreflex maar een categoriale jeugdreflex omdat we benadrukken dat het om de categorie jeugd gaat, en niet om jeugd als sector. Een reflex omdat het streefdoel een ‘natuurlijke’ aandacht is voor deze doelgroep in alle beleidsdomeinen waar wenselijk. Waarschijnlijk zijn er naast jeugdbeleid, lokaal ook andere beleidsdomeindoorkruisende reflexen wenselijk om beter en geïntegreerd beleid te genereren. Deze kunnen categoriaal zijn (senioren, gezinnen…), maar evenzeer zeer kwaliteitsgebonden (participatie, duurzaamheid…).
Van een categoriale jeugdreflex naar geïntegreerd beleid Om te garanderen dat de categoriale jeugdreflex resulteert in geïntegreerd beleid, zijn er een aantal voorwaarden.
G e ï n teg r ee r de v i s ieo n t w i k k e l i n g als fundament Wil lokaal jeugdbeleid de vlucht vooruit nemen, dan vraagt dit om een uitgewerkte visie. Een visie op lokaal jeugdbeleid geeft richting , inspireert, werkt wervend en zorgt voor samenhang in het beleid. Een lokale jeugdbeleidsvisie krijgt pas die status als ze op het juiste niveau, in de juiste context en met het juiste mandaat wordt ontwikkeld. We moeten voor-
komen dat visie wordt ‘toegewezen’ aan een ambtelijk eiland met een onduidelijk mandaat. Fundamentele visie heeft inbedding, legitimiteit en draagvlak nodig om effectief te kunnen zijn. Daarom mag visie op lokaal jeugdbeleid nooit los staan van de algemene beleidsvisie.
S p e c i f ie k e k e n n i s , c o m p ete n tie s e n r o lv e r de l i n g Een goed jeugdbeleid vraagt specifieke interne competenties. Kinderen en jongeren hebben minder directe mogelijkheden om zelf in dialoog te treden met een overheid. Dat maakt de verantwoordelijkheid van een lokale overheid tegenover deze doelgroep groot. De lokale overheid zal, indien ze kiest voor een goed jeugdbeleid, zelf moeite moeten doen. Ze zal zelf moeten investeren om hen volwaardig, eerlijk en respectvol te benaderen en te betrekken. Daarvoor is er intern specifieke kennis en ‘vakmanschap’ nodig. Doelgroepspecifieke kennis en competenties op vlak van leefwereld, beleving, duurzame interactie, communicatie en (beleids)participatie.
Een categoriale jeugdreflex vraagt een expliciete plaats binnen de besluitvorming. We zien een categoriale jeugdreflex goed renderen binnen lokale besturen die niet enkel verticaal gemanaged worden. Een lokale overheid kan tegelijkertijd een horizontale netwerkorganisatie zijn, waarbinnen kennis, expertise, specialisatie voortdurend bewegen en gecombineerd worden om beter lokaal beleid te creëren. Dit vraagt sturing en ondersteuning. Een categoriale jeugdreflex heeft nood aan een netwerkmanager die verbindt, aanstuurt, bewaakt, expertise samenbrengt, kennis deelt en borgt en jeugdbeleid op strategisch niveau implementeert. Zoek naar horizontale verbinding en samenhang over beleidsdomeinen heen. Zowel in interactie en participatie van de doelgroep, bij de detectie en interpretatie van noden, bij planning en keuzes van je beleid, besluitvorming als over verschillende beleidsdomeinen en sectoren heen. Een warm pleidooi dus om jeugdbeleid niet te isoleren noch ambtelijk, noch politiek.
∆
Legiti m iteit Een categoriale jeugdreflex slaat een brug tussen kinderen en jongeren en lokaal overheidsbeleid, maar evenzeer tussen kennis en competenties in verschillende beleidsdomeinen. Het samenbrengen van die diverse kennis en ervaring zorgt voor een completer beeld van de leefwereld van kinderen en jongeren. 14
uitgediep t
Mee r i n f o www.vvj.be/beleid-en-praktijk/ jeugdbeleid VVJ Koen, ksteuperaert@vvj.be
Thema t
Extreme Makeover
Communicatiebeleid
G e m ee n te t
Sint-Pieters-Leeuw
I n w o n e r s t 32.215
Tekst: Ellen De Boeck en de ruimte voor ontbreekt. Door de professionele aanpak van VVJ hebben we zeker wat ‘egard’ gewonnen bij ons afdelingshoofd en bij andere diensten. Mijn buikgevoel zegt dat jeugddiensten vaak onderschat worden wat betreft hun professionaliteit. Collega’s en bestuursleden moeten inzien dat speelsheid en professionaliteit wel degelijk te combineren vallen. In de toekomst willen we ook voor andere thema’s een visie uitschrijven zodat iedereen duidelijk weet wat we doen, wat het te bereiken doel is en waarom. Dit was al een goede oefening. Met Extreme Makeover geeft de provincie Vlaams-Brabant gemeentebesturen de kans om een aspect van hun jeugdbeleid eens over een volledig andere boeg te gooien. Een Extreme Makeover van het jeugdbeleid, voor een thema dat de gemeente zelf naar voorschuift. Sofie Heymans van de jeugddienst van Sint-PietersLeeuw vertelt over hun Extreme Makeover Traject dat intussen succesvol is afgerond.
Hoe heb je andere diensten en de politiek erbij betrokken? Wij hebben dit proces niet alleen doorlopen. Ons afdelingshoofd, de integratie- en de communicatieambtenaar zijn mee op onze kar gesprongen en samen hebben we een interessante rit afgelegd. Onderschat niet hoeveel kostbare tijd collega’s aan jouw ‘zaak’ spenderen. Een schouderklopje en dankwoordje zet je best regelmatig op je to do lijst!
Waarom hebben jullie je je kandidaat gesteld voor Extreme Makeover? Toen de provincie de oproep verspreidde waren wij meteen enthousiast. Het was even zoeken welk aspect van onze werking we sterk wilden uit- en doorlichten. Ons team is op korte tijd bijna volledig vernieuwd. Door de jaren heen is de werkdruk enorm gestegen. Tijd om stil te staan bij waar je mee bezig bent maar vooral waar we bezig mee zouden moeten zijn. Tradities verder zetten kan een veilig gevoel geven, maar is daarom niet altijd de juiste weg.
Om alle doelstellingen te verwezenlijken moet het bestuur mee zijn. Daarom nodigen we de secretaris en de schepen voor jeugd uit op het evaluatiemoment. Misschien trekken we onze stoute schoenen aan en nodigen we ook de kersverse burgemeester uit die als bevoegdheid communicatie heeft.
Is jullie doel bereikt? De eerste fase, het uitdenken van een doordacht communicatiebeleid, is bereikt. We hebben ook knopen doorgehakt. Zo beslisten we om niet langer een JIP te zijn. De grootste uitdaging, het uitvoeren en toepassen van ons plan, moet nog komen. Ons plan is ambitieus: doelgerichte communicatie voeren naar alle doelgroepen. Wat heb je als jeugddienst uit de begeleiding gehaald? De begeleiding is in veel opzichten interessant. In eerste instantie voor de output, het communicatieplan. Het proces dat je samen met het team aflegt is misschien iets waar je niet meteen mee kan pronken bij het bestuur, maar is voor de werking van de dienst des te interessanter. Onder begeleiding van een buitenstaander je werking doorlichten geeft altijd een objectievere kijk. En je bespreekt pijnpunten waar anders de tijd
∆
E x t r e m e M a k eo v e r ?
Dankzij de provincie Vlaams-Brabant konden jeugddiensten gratis begeleiding vragen voor een Extreme Makeover van een aspect van hun jeugdbeleid. Gemeenten dienden bij de provincie een voorstel in, de projecten werden beoordeeld op haalbaarheid en VVJ nam de begeleiding op zich. De eerste reeks met vijf gemeenten werd succesvol afgerond, de tweede reeks is net opgestart:
tt tt tt tt
Tienerbeleid (Affligem) Communicatiebeleid (Roosdaal) Participatie (Merchtem) Jeugdraad (Geetbets)
Mee r i n f o VVJ Koen, ksteuperaert@vvj.be, 03 821 06 04 Provinciale jeugddienst Vlaams-Brabant, Thomas Huyberechts, thomas.huyberechts@vlaamsbrabant.be, 016 26 76 89
p r a k t i j k v o o r bee l d
15
onderzoek In 2012 stelde VVJ vast dat de context waarin jeugdambtenaren werken verandert: nieuwe decreten, BBC, nieuwe gemeentelijke structuren… Dit motiveerde ons om de positie van jeugdambtenaren in de gemeente te onderzoeken, en hun welbevinden in deze job. In samenwerking met de KULeuven werd een bevraging opgesteld. 271 jeugdambtenaren uit 161 gemeenten namen de tijd om de vragenlijst in te vullen over hoe zij hun werk beleven. Het resultaat vind je in het onderzoeksrapport, maar hier al enkele opvallende resultaten: 6 misvattingen over jeugdambtenaren.
6 misvattingen over jeugdambtenaren Onderzoeksresultaten bevraging ‘positie en welbevinden’ Tekst: Maria Euwema
Beeld: Shenamt
1
Jeugdambtenaren van tegenwoordig zijn minder betrokken dan vroeger
We zijn het tijdperk van jeugdwerkers met geitenwollen sokken voorbij, en er wordt soms gezegd dat jeugdambtenaren minder betrokken zijn. Niet waar! Uit het onderzoek blijkt dat jeugdambtenaren erg betrokken zijn bij het werk. De belangrijkste motivatie om te werken als jeugdambtenaar is het strijden voor de belangen van de kinderen en jongeren en het contact met hen. 96 % geeft aan plezier te hebben van het besef dat de job bijdraagt aan het welzijn van kinderen en jongeren in de gemeente, 70 % vindt het werken met hen belangrijk of zeer belangrijk. Jeugdambtenaren die veel met kinderen en organiseren bezig zijn, hebben de minste kans op burn-out. Contact met je doelgroep is dus een belangrijke ‘ job resource’: een hulpbron die je energie geeft, zorgt dat je de job graag doet én minder snel in een burn-out belandt. Met andere woorden: de tijd hebben om een babbel te doen met de jeugd komt het werk van de jeugdambtenaar ten goede!
16
onderzoek
onderzoek 2
Er zit een houdbaarheidsdatum op jeugdambtenaar zijn
Uit onze bevraging blijkt dat de meeste jeugdambtenaren relatief jong zijn, tussen de 25 en 35 jaar. Maar er is toch reden om de stelling tegen te spreken. Oudere jeugdambtenaren zijn er steeds meer én ze zijn ook heel tevreden in hun job. Uit de focusgesprekken leren we dat dit ook met de houding en positie te maken heeft. Meer ervaren jeugdconsulenten geven hun eigen job vorm. “Het voordeel is dat je je sporen hebt verdiend, je kunt eens een nieuw project aanpakken. En je moet dat ook doen, zo hou je het ook leuk voor jezelf.” “Het maakt wel verschil of je groeikansen hebt of niet. Als je na vijf jaar nog steeds precies hetzelfde doet en dat ook verwacht wordt, dan is het logisch dat mensen eens rondkijken naar iets anders.” Dat blijkt duidelijk uit het onderzoek: om je goed te voelen in de job van jeugdambtenaar, is het heel belangrijk om je vaardigheden te kunnen benutten.
3
Jeugdambtenaren zijn schoolverlaters die de job hooguit een paar jaar doen
Jeugdambtenaren zijn lang niet allemaal schoolverlaters. Het is wel zo dat onzekerheid over de job maakt dat mensen sneller vertrekken, hoewel die jonge mensen die je tijdelijk binnenhaalt juist erg betrokken zijn bij de jeugd. Ook het niet kunnen benutten van je vaardigheden, een gebrek aan steun van je collega’s en van het bestuur maken dat men nadenkt over een andere job. Zorg dus voor die (jonge) collega en zorg dat ze zich kunnen ontwikkelen!
4
Jeugdambtenaar, dat is een ras apart: je kunt het of je kunt het niet
belangrijk om duidelijke grenzen te stellen naar vrijwilligers en anderen. Wat betreft de werkdruk blijkt dat de meeste jeugdambtenaren hun uren kunnen compenseren, maar uit de focusgesprekken blijkt dat de manier waarop nogal kan verschillen. De voorkeur lag in de focusgesprekken duidelijk bij flexibele systemen zoals glijdende werkuren, aangezien avond- en weekenduren geen uitzondering vormen.
Op de jeugddienst zijn ze alleen bezig met spelen met kinderen
5
Jeugdambtenaren zijn er in heel verschillende profielen, maar 61 % is een dag of meer per week bezig met netwerken, 54 % is minstens een dag per week bezig met beleid. Om effectief bezig te zijn met kinderen blijft zelfs het minste tijd over: de meeste jeugdambtenaren kunnen hier maar een halve dag per week aan besteden. Het organiseren van activiteiten en evenementen neemt een belangrijke plaats in, maar de meeste tijd gaat naar administratie. 83 % is minstens een dag per week bezig met administratieve taken zoals het maken van verslagen, en het beheer van financiën en inschrijvingen.
De eenmansdiensten maken het meest kans op een burn-out
6
Not! Hoewel eenmansdiensten ondervertegenwoordigd zijn in ons onderzoek, blijken deze jeugdconsulenten die met van alles en nog wat bezig zijn, het meest bevlogen in hun job van allemaal! Bevlogenheid wil zeggen dat je zoveel energie haalt uit de positieve aspecten van je werk, dat je de negatieve aspecten gemakkelijk aankunt. De ouderwetse mix van rollen en taken is dus zo slecht nog niet. Het minst bevlogen zijn: mensen die vooral met administratie of beleid bezig zijn en zo weinig contact met de doelgroep hebben. Nog maar eens een reden om achter je bureau vandaan te komen… Doen dus!
Jeugdambtenaar zijn is een job met best wel wat demands : zaken die het werk van je eist en die heel wat energie vragen. Dat maakt dat iemand die heel gemotiveerd en betrokken is, toch in een burn-out kan belanden. En dat gebeurt ook: 15 % voelt zich regelmatig helemaal uitgeput, 10 % is dikwijls cynisch. Welke aspecten van een job hebben hier een significant negatieve invloed op? Jobonzekerheid, werkdruk én een grote overlap tussen werk en thuis. Vooral die laatste is een factor waar je zelf invloed op hebt. Nu wordt 79 % van de jeugdambtenaren gecontacteerd buiten de werkuren. Niet voor iedereen een probleem, maar toch een factor om rekening mee te houden. Dit maakt het
onderzoek
∆
We vroegen ook nog naar de motivatie, loonvoorwaarden, deontologie, profielen, veranderingen in de job … Meer lezen over wat het welbevinden in je job beïnvloedt en hoe jij of je bestuur ervoor kunt zorgen dat de jeugddienst vol enthousiaste en energieke mensen zit? Lees meer op www.vvj.be/beleid-en-praktijk/ welbevinden
17
Beleid en praktijk Als het gaat over thema’s belangrijk voor kinderen en jongeren die opvolging vragen op bovenlokaal niveau dan weten VVJ en partnerorganisaties elkaar te vinden. Een bloemlezing uit de thema’s en de partners.
Krachtenbundeling: samen sterk Beeld: Liesa Olislaegers (voor Jeugdcentrum Vleugel F)
Kinderrechten, Gemeentelijke Administratieve Sancties en publieke ruimte
Jeugdraden en participatie
“De VVJ is voor het Kinderrechtencommissariaat een belangrijke partner in de zoektocht naar vertalingen van het Kinderrechtenverdrag naar het lokale beleidsniveau. De aandacht voor de GAS sprong daarbij de laatste tijd het meest in het oog, maar lokaal (jeugd)beleid is gelukkig veel meer dan dat. De VVJ en het Kinderrechtencommissariaat delen een sterk streven naar participatie van kinderen en jongeren in het lokale beleid, vragen aandacht voor de plek van jongeren in de publieke ruimte en zijn overtuigd van het belang van lokale kinderrechteninstrumenten zoals de jeugdparagraaf. De VVJ heeft voor ons ook een belangrijke signaalfunctie. En dit door haar stevige voelsprieten in de vele en diverse praktijken van het Vlaamse lokale jeugdbeleid. Die signalen zijn cruciaal in het toezicht kunnen houden op de naleving van het Kinderrechtenverdrag op alle bestuurlijke niveaus.” – B r u n o Va n o b b e r ge n , Ki n de r r e c h te n commissaris
“Vooral in 2012 hebben we intensief samengewerkt rond kindvriendelijke steden, ons Memorandum en de GAS. Ik apprecieer de positief kritische instelling van VVJ en de heel vlotte samenwerking.” - J e f G e b oe r s ,
“Voor lokaal jeugdbeleid zijn jeugddiensten en jeugdraden twee handen op één buik. Daarom is VVJ een natuurlijke partner voor Karuur. Partner, dat klinkt zo koel en zakelijk. De relatie tussen VVJ en Karuur is warmer dan dat. Los van formele samenwerkingsverbanden overleggen we vaak, veel en graag. We horen mekaars visie en mening graag over zaken die vaak veel verder gaan dan het lokale jeugdbeleid. We worden daar samen sterker van. Karuur ziet VVJ eigenlijk meer als een goede vriend, waar je altijd op kan rekenen. Een debat modereren, een vorming geven, mee iets voorbereiden… We kunnen het altijd vragen aan VVJ, er is altijd bereidheid om mee naar oplossingen te zoeken.” - K at r ie n Va n h o v e , K a r uu r
VVJ gaat voluit voor een integraal beleid ten aanzien van kinderen en jongeren, dat sluit nauw aan bij onze benadering
Ki n de r r e c h te n c o a l itie
“VVJ is voor ons bovenal een samenhangend netwerk van jeugdconsulenten, met tegelijk ook een eigen identiteit, visie en ‘smoel’. In relatief korte tijd is VVJ uitgegroeid van een kleine vereniging tot een wat grotere, professionele organisatie die haar plaats in het jeugd(werk)landschap heeft verworven. VVJ is eigenlijk niet meer weg te denken uit de wereld van het jeugdbeleid en het blijft steeds een frisse verschijning.” - Woute r Va n de r s tede , Ki n d & Samenleving 18
be l e i d e n p r a k t i j k
Gemeenten begeleiden in de versterking van hun jeugdbeleid “VVJ en wij werken aan een gemeenschappelijk doel: gemeentelijke jeugddiensten ondersteunen en stimuleren. VVJ werkt drempelverlagend bij het uitdragen van het provinciale jeugdbeleid omdat ze een vertrouwde en betrouwbare partner is voor gemeenten. Bovendien is VVJ een zelfkritische organisatie die er niet voor terugdeinst om zelf op zoek te gaan naar vernieuwing, dat ervaren we als lid van de Algemene Vergadering en in de aanpak van ons project Extreme Makeover (zie p15). ” T h o m a s Hu y b e r e c h t s , jeugddie n s t p r o v i n c ie Vl a ams-Brabant
“In 2013 nemen VVJ en Dēmos samen een begeleidingsopdracht op in Gent, Antwerpen, Brussel en Maasmechelen. We ondersteunen hen om kinderen en jongeren in armoede en jeugdwerkorganisaties dichter bij elkaar te brengen. We maken de resultaten van dit proces op een duurzame manier beschikbaar aan de hand van een publicatie op maat van jeugddiensten en overkoepelende jeugdorganisaties. Voor Dēmos was het vanzelfsprekend om deze opdracht samen met VVJ op te nemen. De sterke band tussen VVJ en haar leden garandeert dat de organisatie stevig verankerd zit in de realiteit van het lokaal (jeugd)beleid. De keuze van VVJ om voluit te gaan voor een integraal beleid ten aanzien van kinderen en jongeren sluit nauw aan bij de transversale benadering van Dēmos. VVJ spreekt met kennis van zaken, hanteert een deugddoende no-nonsense stijl en een aanstekelijk professionalisme. We kijken uit naar de samenwerking.” - K r i s D e Vi s s c h e r , D e m o s
Vrijetijdsbeleid “In tijden van ‘vrijetijdsdenken’ zullen ISB en VVJ, en sport en jeugd in het algemeen, elkaar ongetwijfeld nog kunnen versterken. Samenwerken met VVJ is leerrijk en boeiend omwille van de aandacht voor het procesmatige van ondersteuning van lokale diensten en de innovatieve werkvormen die VVJ uit hun mouw schudt.” - Piet Va n de r S y p t, I SB , V l a a m s I n s tituut v oo r S p o r tb e h ee r e n Re c r e atie b e l eid v z w
“Samen met VVJ brengen we jeugdcultuur, meer specifiek het belang en de omvang van actieve kunstbeoefening, onder de aandacht van lokale gemeentebesturen. Als steunpunt voor de amateurkunsten informeren we, geven we tips, wisselen we ideeën uit met VVJ en haar achterban, de jeugdconsulenten. Kortom, voor het thema jeugdcultuur trekken we aan dezelfde kar.” - E l k e Ve r h a eg h e , Fo r u m v oo r A m ateu r k u n s te n
“We kennen VVJ als een organisatie van enthousiaste doeners die graag alle vooroordelen over boord gooien. Toegankelijk, sympathiek, betrokken en ze houden – met een brede blik - de vinger aan de pols van het lokale jeugdbeleid.” - He r l i n de D e Vo s , Lo c u s
be l e i d e n p r a k t i j k
∆
We delen een sterk streven naar participatie van kinderen en jongeren in het lokale beleid
19
MJP 2014-2019
Participatie? ‘Interactie’ is het nieuwe codewoord Tekst: Ilse Holvoet
‘Meer autonomie aan de lokale besturen.’ Dat is de rode draad door de hervormingen van het gemeentedecreet, die de decreten planlastvermindering en lokaal jeugdbeleid meedragen. Op vlak van participatie verwacht de Vlaamse regelgever dat gemeenten hun burgers ‘betrekken’ bij het beleid. En dan is interactie het sleutelwoord. Interactief beleid is beleid waarbij burgers, ondernemingen en maatschappelijke organisaties deelnemen en deelhebben in de samenleving waarin ze wonen, werken, spelen en liefhebben. Voortdurende interactie is de basis voor echte betrokkenheid.
opstaan leert een bestuur om op een goede manier in dialoog te gaan met burgers. Als mensen ervaren dat er daadwerkelijk iets gedaan wordt met hun input in het beleid van de gemeente, voelen ze zich betrokken en engageren ze zich gemakkelijker voor het gemeentebestuur.
Voo r h et jeugd b e l eid Voor het jeugdbeleid biedt de nieuwe beleids- en beheerscyclus de kans op een plaats in een of meerdere prioritaire doelstellingen gebaseerd op de visie van het volledige gemeentebestuur. De belangen van kinderen en jongeren zijn niet langer alleen een zaak van de jeugddienst en de schepen van jeugd. Het stimuleert gemeenten om over muurtjes te kijken.
Interactie met kinderen en jongeren
En interactie loont! Voo r h et b e l eid Wie met elkaar in interactie gaat, gaat elkaar begrijpen en inzien waarom de andere partij zus of zo reageert. Gemeentediensten worden bondgenoten in hun vraag aan het politieke bestuur. Interactie met burgers creëert draagvlak voor beslissingen en geeft ze meer legitimiteit. Interactief beleid is doeltreffender dan beleid bedacht in een ivoren toren. Omdat het beter aansluit bij de noden, wat ook een kwaliteitsverbetering inhoudt.
Voo r de dee l n e m e r s Kinderen en jongeren die deelnemen aan participatie leren hun mening formuleren en in debat gaan met mensen die er andere ideeën op nahouden. Bovendien maken ze kennis met het gemeentebestuur. Als dit een positieve ervaring is, vormen ze voor het bestuur de toekomstige ‘voelsprieten’ voor wat leeft bij die doelgroep.
Voo r h et ge m ee n te b e s tuu r Ook voor het gemeentebestuur zijn processen van interactie een leerervaring. De debatten gaan ruimer dan de raadszaal met confrontaties tussen de politieke partijen. Met vallen en 20
Interactie met kinderen en jongeren verdient extra aandacht omdat zij niet de politieke rechten van volwassenen hebben om hun stem te laten horen. Ze zijn immers nog niet stemgerechtigd. Daarnaast hebben kinderen geen luide stem, hebben ze geen of weinig dwingende belangen, niet altijd even scherpe en openlijke verwachtingen. De jeugdraad is verankerd in het nieuwe decreet lokaal jeugdbeleid. Bij het begin van de nieuwe legislatuur erkent de gemeenteraad de jeugdraad opnieuw als officiële adviesraad voor het jeugdbeleid, om aanspraak te maken op subsidies voor de realisatie van Vlaamse beleidsprioriteiten. Hoe het bestuur omgaat met de jeugdraad, wordt grotendeels overgelaten aan het lokale niveau. Zo beslist de gemeenteraad over de termijn waarbinnen ze een vraag beantwoordt en welke ondersteuning ze voorziet. Het gemeentebestuur hoeft niet de initiatiefnemer te zijn van interactie en dialoog, burgers kunnen dat evengoed. De taak van de overheid is een kader creëren waarbinnen daarvoor ruimte is. Ook voor kinderen en jongeren, die een kwart tot een derde van de bevolking uitmaken. Dit maakt hen een belangrijke groep om rekening mee te houden. Zij hebben het recht om gehoord te worden, zoals opgenomen in het Kinderrechtenverdrag.
M JP 2 0 14-2 0 1 9
MJP 2014-2019
Lette r l ij k - wa a r b o r ge n v oo r ‘ p a r ti c i p atie ’ i n de r ege l ge v i n g
We pleiten voor We pleiten voor een gemeentebestuur met: ∫∫ De attitude om kinderen en jongeren als volwaardige medebur-
Gemeentedecreet ‘De gemeenten verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van de gemeentelijke bevoegdheden. Ze betrekken de inwoners zo veel mogelijk bij het beleid en zorgen voor openheid van bestuur.’ (art. 3)
gers te beschouwen. ‘Jong geleerd is oud gedaan’;
∫∫ De alertheid om signalen van kinderen en jongeren op te mer∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫
ken; De bereidheid om echt naar kinderen te luisteren en te begrijpen wat zij willen zeggen; Het respect om met de opgevangen signalen daadwerkelijk beleidsmatig iets te doen; De tijd en de ruimte voor echte interactie; De juiste aanpak op het juiste moment.
Met s ti p i n je a ge n d a
2013
planningsjaar › ‘belanghebbenden’ ‘betrekken’
Voo r j a a r 2013
opstellen verantwoordingsnota 2012
April 2013
advies jeugdraad over verantwoordingsnota 2012 (30 dagen tijd)
Mei 2 0 1 3
bekrachtiging verantwoordingsnota 2012 door College of goedkeuring door gemeenteraad
1 ju n i 2 0 1 3
deadline indienen verantwoordingsnota 2012
Naja ar 2013
jeugdraad geeft advies over meerjarenplan, geen opgelegde termijn
Voo r j a a r 2014
opstellen verantwoordingsnota 2013
April 2014
advies jeugdraad over verantwoordingsnota 2013 (30 dagen tijd)
Mei 2 0 1 4
1 ju n i 2 0 1 4 2015
bekrachtiging verantwoordingsnota 2013 door College of goedkeuring door gemeenteraad deadline indienen verantwoordingsnota 2013
Titel VI spreekt over vier vormen van participatie van de burger: klachtenbehandeling (artt. 197-198), voorstellen van burgers (artt. 200 bis-quinquies), verzoekschriften aan organen van de gemeente (artt. 201-204), de gemeentelijke volksraadpleging (artt. 205-220) en inspraak (artt. 199 en art. 200). Hier vind je ook de regels over de organisatie van de adviesraden, zoals de regel dat maximum 2/3 van de stemgerechtigde leden van hetzelfde geslacht mag zijn. (art. 200) ‘De gemeenteraad neemt initiatieven om de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan.’ (art. 199) Planlastendecreet, art. 6, 4° zegt dat ‘de sectorale decreten een bepaling moeten opnemen die de lokale besturen verplicht om aan te tonen dat lokale belanghebbenden en/ of adviesraden betrokken zijn geweest bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning.’ De lokale overheid bepaalt zelf wie die belanghebbenden zijn. Door het decreet lokaal jeugdbeleid is de gemeente verplicht een door de gemeenteraad erkende jeugdraad te hebben, wil ze aanspraak maken op subsidies voor de realisatie van Vlaamse beleidsprioriteiten. Het Kinderrechtenverdrag stelt dat elk kind het recht heeft om zijn of haar mening te kennen te geven en dat met deze mening rekening wordt gehouden in elke aangelegenheid of procedure die het kind betreft. Cultuurpactwetgeving Het Cultuurpact verplicht overheden om de zogenaamde ‘gebruikersverenigingen’ en ‘de ideologische en filosofische strekkingen’ te betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid. In de praktijk moet deze deelname aan het cultuurbeleid gebeuren via gestructureerde en erkende inspraak- en adviesorganen (o.a. cultuurraden, jeugdraden, sportraden, ...). (http://www.fov.be/spip. php?article281, info over het cultuurpact). Jeugd wordt hier gezien als onderdeel van het cultuurbeleid.
m ee r i n f o www.vvj.be/participatietools www.vvj.be/inspraakenparticipatie www.vvj.be/jeugdbeleid
rapportering via systeem BBC
M JP 2 0 14-2 0 1 9
21
VVJ dienstverlening
Jeugddiensten over wat VVJ voor jou kan betekenen Tekst: Leen Bartholomeus
Beeld: Aeyc 2011
Hanna Waelput
Joeri Daenen
Els Op de Beeck
jeugdconsulent Lovendegem
jeugdconsulent Zonhoven
ex-jeugdconsulent Sint-Amands
de provinciale bijeenkomsten ‘VVJ OostVlaanderen’
het VVJ tijdschrift ‘Dropzone’
de VVJ helpdesk
“De provinciale bijeenkomsten van VVJ zijn boeiende bijeenkomsten op goedgekozen locaties. De thema’s liggen niet altijd voor de hand, maar ze zijn wel telkens heel breed en roepen veel stof tot discussie en interessante bedenkingen op. Je doet er inspiratie en ideeën op over de aanpak en uitwerking van acties, activiteiten… Fijn dat VVJ die momenten voor ontmoeting en netwerking met collega’s mogelijk maakt, ik kijk er telkens naar uit!”
“Uit Dropzone haal ik vooral actuele informatie en inspiratie voor mijn werk als jeugdconsulent. Omdat ik een eenmansdienst ben is het niet vanzelfsprekend om naar elke studiedag of VVJ-bijeenkomst te gaan.
Er is geen vraag waarmee je niet terecht kan bij VVJ. Van ‘wat met erkenning van een nieuwe jeugdvereniging?’, over het nakijken van een overeenkomst tot de precieze regelgeving over groene (speel) ruimtes in verkavelingen. Ze proberen altijd een antwoord te formuleren en je minstens op weg te zetten of door te verwijzen. Super Eerstelijnshulp bij problemen!
w w w.v v j . b e / p r o v i n c ie s
Het artikel over games in de Dropzone van september 2012 inspireerde me om samen met enkele collega’s van de vrijetijdsdienst en de bibliotheek te brainstormen over hoe we games een plaats kunnen geven in ons aanbod. Erg leuk vond ik dat na een telefoontje met VVJ mijn vraag naar goede voorbeelden over werken met games en apps ook op Facebook verscheen. Zo kreeg ik allerlei invalshoeken en een hoop praktische tips om mee aan de slag te gaan. Wat ik regelmatig doe is artikels doorspelen aan collega’s. Laatst deed ik dat met de praktijkvoorbeelden rond participatie en terugkoppeling in de BBC. De achtergrondinformatie over de BBC heeft me geholpen om mijn plaats op te eisen bij de opmaak van het beleidsplan in mijn gemeente.” w w w.v v j . b e / n ieu w s / d r o p z o n e s 22
V V J d i e n s t ve r l e n i n g
w w w.v v j . b e / w ie / te a m
VVJ dienstverlening
Zoals gezegd is deze Dropzone een beetje een bijzondere. Voor heel wat schepenen van jeugd is het de eerste keer dat zij Dropzone krijgen. Hét moment om even onder de aandacht te brengen waarvoor je bij VVJ terecht kan. En wie kan daarover beter vertellen dan de jeugddiensten zelf?
Wouter Vandemaele
Jonas De Soete
Belinda Kimpen
diensthoofd jeugd Izegem
kersvers jeugdconsulent Damme
diensthoofd jeugddienst Hasselt
het vormingsaanbod van VVJ
de Starterstweedaagse
het pilootproject kindvriendelijke steden
“De schoolbanken liggen net achter je, je kan de wereld aan en begint aan je carrière bij de jeugddienst. Hoe actief je ook was als vrijwilliger of hoe goed je stage ook was. Je komt er vlug achter dat je eigenlijk geen bal weet. Er komen ook voortdurend nieuwe uitdagingen op je af. BBC, strategische meerjarenplanning, geluidsnormen… Het is een verademing om op VVJ vormingen te horen dat je collega’s van andere steden en gemeenten met dezelfde problemen worstelen én om oplossingen aangereikt te krijgen. De vormingen worden gegeven door iemand die zelf in het werkveld staat of gestaan heeft. Plan-kuren, de VVJ Vormingsdriedaagses, de opleiding Jeugdconsulent… hebben me meer gevormd dan de jaren dat ik versleten heb op de schoolbanken. Even belangrijk zijn de mensen die je leert kennen. Je leert wie wie is op VVJ. Bij wie je waarvoor terecht kan. Je leert waar andere jeugddiensten mee bezig zijn, hoe ze het aanpakken… En de porto die occasioneel als aperitief voorzien wordt, is een mooie extra om naar de VVJ vormingen af te zakken!”
“De Starterstweedaagse van VVJ is de eerste vormingscursus die ik volgde als nieuwbakken jeugdconsulent. In twee dagen kreeg ik alle basisinformatie om te werken als jeugdconsulent. Van het jeugdbeleid tot specifieke voorbeelden van activiteiten tot leuke weetjes over de VVJ. Ik leerde er ook andere nieuwe jeugdconsulenten kennen. Dankbare nieuwe contacten die ik later nog kan gebruiken om advies of voorbeelden te vragen. Kortom, wil je als jeugdconsulent in twee dagen veel bijleren over het werken op een jeugddienst en daarnaast veel plezier maken? Dan is de Starterstweedaagse een must!”
“De sterke van VVJ in de begeleiding van dit project is dat ze zowel theoretische als praktische ondersteuning biedt. VVJ ondersteunt professioneel en met een hoge mate van flexibiliteit. Ik denk daarbij aan de vorming die gegeven werd aan het managementteam om hen te ondersteunen in het nadenken over kindvriendelijkheid. De begeleiding doorheen het volledige proces was degelijk. Het was zeer goed om een aantal dingen bij de deelnemende steden zelf te laten. Dit verhoogde de praktijkkennis en zal zeker van pas komen bij de uitwerking van de ‘toolkit’. Ik was ook erg verrast over hoeveel energie het gaf om kinderen en jongeren zelf te bevragen. Het is een enorme tijdsinvestering maar de input die je krijgt is groot. Tijdens de fototochten laten kinderen gewoon zien wat ze leuk of belangrijk vinden. Ik heb niet veel vragen moeten stellen maar voornamelijk goed moeten kijken.”
w w w.v v j . b e / v o r m i n g / s ta r te r s t w eed a a g s e
w w w.v v j . b e / do c u m e n te n / dropzone/ k i n d v r ie n de l ij k h eid - k a a r t 2 0 1 2
w w w.v v j . b e / v o r m i n g
V V J d i e n s t ve r l e n i n g
23
Dagboek van een stafmedewerker bij VVJ
Naam
Ellen De Boeck Be r oe p
Stafmedewerker bij VVJ A m b itie
In zoveel mogelijk gemeenten een verschil maken voor het jeugdbeleid. h et m ee s t t r ot s o p
Het overleven van twee vormingsdriedaagses. Leu k w eetje
Toen ik begon bij VVJ zat ik nog in de opleiding jeugdconsulent. Ik heb dan ook mijn ‘attest jeugdconsulent’ pas behaald in mijn tweede VVJ-werkjaar.
24
Na twee jaar op de jeugddienst van Machelen, maakte Ellen De Boeck in juli 2010 de overstap naar VVJ als stafmedewerker voor Limburg. Ondertussen ondersteunt ze niet alleen de Limburgse jeugddiensten, maar neemt ze ook jongerencultuur, fuiven, IT en VVJ’s facebook en andere communicatie voor haar rekening. Als Ellen niet op VVJ is vind je haar vaak in theater- en concertzalen, in London of Lier en op café met mijn vrienden. Een blik op een typische VVJ week. DAG B O E K
“Een lokale begeleiding geeft me een heuse energieboost.” Maandag
Maandag vergaderdag bij VVJ. De enige dag waarop we allemaal present zijn in ons mooi kantoor op de Ossenmarkt in Antwerpen. Vooral de namiddag is plezierig, want ik vier mijn communicatieinteresse bot tijdens de werkgroep communicatie: we willen onze doelgroep verbreden, maar hoe matched dat met onze naam? Veel wikken en wegen, maar we komen er (nog) niet uit. Tussendoor telefoon van onze internetprovider: als IT-verantwoordelijke beantwoord ik de enquêtes over onze tevredenheid van hun klantendienst. In februari zaten we een week lang zonder internet, ik had mijn antwoord dus snel klaar. Tien minuten goed besteed.
Dinsdag
Op naar Roosdaal voor de opstart van een Extreme Make Over traject. De jeugddienst wil hun communicatiebeleid hertekenen en huurt VVJ, met centjes van de provincie, in om hen daarin te begeleiden. Zowel de jeugdconsulent, jeugdraadvoorzitter als schepen van jeugd zijn aanwezig en we belanden meteen in een diepgaande babbel over de missie van de jeugddienst. Met een lokale begeleiding kan je echt verandering in gang zetten. Ik krijg er een heuse energieboost van. Op de middag haast ik me naar Antwerpen voor de masterclass Cultuurmanagement die ik volg. Het doet deugd om even een heel andere wereld in te duiken. Één van de thema’s vandaag: hoe overleven in tijden van crisis en toch nog ruimte laten voor innovatie. Moet ik Kaï eens over vertellen. ;-)
Woensdag
December is traditioneel Trip-Lokaalmaand. Vanavond is Limburg aan de beurt: ik verzorg de sessie over de jeugdraad van de toekomst. Onzekerheid troef bij de aanwezige jeugdwerkers. Alles verandert in 2013, en het is nog koffiedik kijken waaraan we ons
DAG B O E K
mogen verwachten, zelfs voor de afdeling Jeugd. Ik sluit Trip Lokaal af met een hartverwarmende babbel met jeugdconsulent Gunther. Die is door ‘zijn’ Nijlense jeugdwerk exuberant in de bloemetjes gezet voor zijn jarenlange inzet en is daar nog van onder de indruk.
Donderdag
Met een lekkere tas koffie word ik verwelkomd in Jeugdhuis De Stip in Ham voor de provinciale bijeenkomst van mijn Limburgers. Onderweg heb ik Lia Blaton opgepikt, die entertaint ons een voormiddag over het principe van Brede School. Na een sessie van twee uur ben ik helemaal mee én onder de indruk van de kennis en kunde van Lia. En met mij alle aanwezige jeugddiensten. Tijdens de lunch maken we natuurlijk uitgebreid tijd om elkaar te vertellen over alle verschuivingen in gemeenteraden en schepencolleges. Lokale verkiezingen zijn voor ons de hoogdag van de democratie maar in de weken die erop volgen durft politiek zich wel eens van zijn slechtste kant laten zien. Gelukkig kunnen we er smakelijk om lachen.
Vrijdag
De week afsluiten doe ik in Gent bij Jeugdwerknet. De laatste dag van een vormingstraject sociale media met een tiental jeugddienstmedewerkers. Gent, dat wil zeggen: vroeg de trein nemen, maar ook: tijd om een boekje te lezen en naar mijn favoriete muziek te luisteren. De vorming bij Jeugdwerknet is – zoals we van hen gewoon zijn- een winner. Facebook en andere sociale media maken een wezenlijk deel uit van hoe je als jeugddienst communiceert met jongeren. Maar het is niet zo simpel als het lijkt. Dus luistert iedereen dankbaar naar Kristof en Ruben die vertellen hoe je een communicatieplan opstelt voor je sociaal mediabeleid. Ik haast me naar de trein richting Brussel Zuid. Ik krijg bezoek uit Engeland, even toerist spelen in eigen land. Geen betere manier om helemaal stressvrij te zijn na het weekend.
∆
25
Co l o f o n Hoo f d r ed a c tie
Leen Bartholomeus Vo r m ge v i n g
MadebyHanna.com Red a c tie
Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Ellen De Boeck Maria Euwema Sofie Heymans Ilse Holvoet Sofie Marque Imke Pichal Pascal Smet Filip Stallaert Koen Steuperaert Nathalie Van Ceulebroeck Kaï Van Nieuwenhove Jitske Verwimp
Foto ’ s
Tom en Katrien, Bas Bogaerts, AECY2011, Liesa Olislaegers, Shenamt
Co v e r f oto
V. U . K a ï Va n Nieu w e n h o v e R E D AC T I E
Ossenmarkt 3, 2000 Antwerpen T 03 821 06 06, F 03 821 06 09 E info@vvj.be Dropzone is een tijdschrift van de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten vzw. Abonnementinfo? Mail info@vvj.be
Met steun van
www.kinderspel.be
L a mp e st ra a t 1 75 - 8 5 1 0 Roll e g e m - inf o@kind e r s p e l. b e
speeltoestellen • sporttoestellen • parkinrichting • straatmeubilair
Advies • Ontwerp • Realisatie
l
Antwerpen
l
03 482 4067
www.speelprojecten.be
kinderspel Veiligheidspartner voor speeltuinen
VEILIGHEID IS GEEN KINDERSPEL! OF JUIST WEL? KINDERSPEL is uw dienstverlenende partner die u adviseert en concreet helpt op het vlak van veiligheid van speeltoestellen en -terreinen voor kinderen. We zorgen voor oplossingen die werken bij mogelijke of vastgestelde problemen. Daarbij zijn de wettelijke richtlijnen ons uitgangspunt. We begeleiden u met advies, ondersteuning en transparante rapportages. KINDERSPEL zorgt daarmee voor de veiligheid van kinderen. Maar net zo goed voor de gemoedsrust van de uitbater: particulier, vzw, jeugddienst of overheid.
Risico-analyse • Controles bij indienststelling en periodiek • Keuring met Europees certificaat • Onderhoud • Projectbegeleiding
Millenium Milleniumbaby’s. Ze zijn dertien in 2013. Eerste stappen naar volwassenheid. De i-phone wordt pas zes, de i-pad waarop ik deze tekst typ amper drie. ‘Zes jaar, no way’, zegt L. Deze milleniumbaby kan zich niet herinneren dat er ooit géén smartphones waren. Alles gaat snel, ook het vergeten. Soms spreken ze af om te chillen. ‘Wat is chillen’, vraag ik aan L. ‘Gewoon’, antwoordt ze, ‘à l’aise’ . Milleniumbaby’s. In 2018 gaan ze stemmen. Voor het eerst, en voor hun gemeente. Opgegroeid met smartschool, smartboards, smart tv... De hele wereld altijd bij de hand, op een plat schermpje van een paar inch, in elk dorp de hele wereld. Alles kunnen ze ermee: shoppen, bankieren, chatten, pesten zelfs... Behalve stemmen. Daarvoor moeten ze in de rij gaan staan. En dat is misschien maar goed ook. 2018. Ik zou hopen dat er dan geen kinderrechtencommissaris meer is, omdat er geen kinderrechten meer geschonden worden, dat er geen jeugdconsulent meer is, omdat elke ambtenaar jeugdconsulent is, dat er in onderwijs geen waterval meer is, maar voor iedereen een zee van kansen. Maar ik weet ook: de wereld gaat razend snel, en de politiek loopt wat achterop. Misschien voeren we in 2018 het jeugdwerkbeleidsplan terug in, maar dan ‘smart’, en iedereen doet mee. Hoe dan ook, in 2018 is het jeugdwerk au fond wat het ook vandaag is: een chill-plek in een razende wereld, een ‘we’-omgeving voor een generatie ‘i’-. Pascal Smet