België - Belgique P.B.
VVJ - Ossenmarkt 3 - 2000 Antwerpen ∫ P206352 juni 2013 ∫ Jaargang 22 nr. 3 ∫ verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec
2000 Antwerpen Groenplaats
dropzone BC1697
T ijdschrif t voor lok aal jeugdbeleid
Hoe fuift de Vlaamse jongere? p16
PA R T IC IPAT IE
p08
JE U GDB E L E ID
P12
101 ideeën voor interactie
“De kloof tussen kans-rijk en kansarm wordt steeds groter”
EDITO Edito C e n te n Besparingen, de financiële crisis en haar gevolgen blijven het nieuws domineren. En er lijkt nog geen licht aan het eind van de tunnel. Wij namen op onze Driedaagse de temperatuur op bij jeugddiensten: hoe ervaren zij dit in hun gemeente? Een heel aantal mensen, ongeveer de helft, zag hun takenlast ten opzichte van begin 2012 niet verzwaren of verminderen en ook hun personeelsbezetting bleef hetzelfde. De andere helft ervaart een verzwaard takenpakket of een verminderde personeelsbezetting voor hetzelfde takenpakket. Daarbij gaat het vooral over het fenomeen dat personeel dat weggaat, langdurig ziek of afwezig is niet vervangen wordt. Het blijft koffiedik kijken waar het naartoe gaat. Heel wat gemeenten komen pas de komende maanden toe aan de budgettaire oefening in het kader van de BBC en het meerjarenplan. (hoe jeugddiensten het BBC verhaal in hun gemeente ervaren lees je p18) Als we dan toch moeten besparen, dan graag slim. Het interview met Tom Auwers (p6) gaat over efficiëntiewinst: hoe maak je ruimte om te besparen? Tegelijk is het een warm pleidooi om te blijven investeren. En zeker in wie het het hardst nodig heeft. Een wijze zei ooit: de mate van beschaving van een samenleving is af te lezen aan hoe ze zorg draagt voor haar zwakste groepen. Daarom de basis over maatschappelijke kwetsbaarheid met een aantal praktijkvoorbeelden van hoe je errond aan de slag kan (p12). Over centen gesproken: VVJ krijgt binnenkort ook nieuws over haar subsidie uit Vlaanderen! We zijn benieuwd.
Tom Auwers: “Slim besparen kost geld” IN T E R V IE W
06
04 o ver vvj 26 v o o r u be k e k e n
V erder i n de z e D r o p z o n e : ∫∫ Een greep uit 101 ideeën voor interactie met kinderen en jongeren (p8)
27 c o l o f o n
∫∫ Kerncompetenties voor een eenmansdienst (p21) ∫∫ De opvallendste resultaten uit het Fuifpuntonderzoek
28 uit s m ijter
(p16)
Kaï Van Nieuwenhove directeur VVJ vzw
Ps: een fijne zomer! 2
Edito
Maatschappelijke kwetsbaarheid voor dummies
101 ideeën voor interactie PA R T IC IPAT IE
06
INTERVIEW
“Slim besparen kost geld”
08 15
Een gesprek met Tom Auwers over innoveren in tijden van crisis
08
PA R T IC IPAT IE
101 ideeën voor interactie
16
12
JEUGDBELEID
Maatschappelijke kwetsbaarheid voor dummies Basis info over een basisverantwoordelijkheid voor elk lokaal bestuur
FO T O R E P O R T A G E
VVJ Vormingsdriedaagse
18
20
MJP 2014-2019
Brief aan een jeugdambtenaar
Drie boeiende dagen in beeld
Koester je pioniersrol!
ACTUEEL
WERKEN OP DE JEUGDD I E NS T
Hoe fuift de Vlaamse jongere? Jongeren, fuiforganisatoren en beleidsmakers over het huidige fuifbeleid
Live en direct geplukt op onze driedaagse
12
JE UGDB E L E Id
MJP 2014-2019
Waar staan we op een half jaar van de deadline?
VVJ nam en petit comité de temperatuur op tijdens de intervisie op driedaagse
Inhoud
3
21
Kerncompetenties eenmansdienst
Hoe baken je je kerntaken af als je er alleen voor staat?
23
24
Faceb o o k
VVJ en jeugddiensten Blijft offline mee met wat er online beweegt! 2 4 D agb o e k va n ee n jeugdc o n s ule n t
Tom Van den Bossche Tom combineert jeugd en ontwikkelingssamenwerking in Gooik
over
Opleidingsmodules lok aal jeugdbeleid van basis tot expert In oktober kan je starten met opleidingsmodules lokaal jeugdbeleid. De opleidingsmodules brengen jeugdambtenaren uit de praktijk samen die basiskennis willen verwerven over jeugdbeleidsthema’s en/of die zich willen specialiseren.
∫∫ Vrije tijd: een visie ontwikkelen over vrijetijdsbeleid staat cen-
Nieuwe f o r m ule Deze nieuwe formule vervangt de opleiding jeugdconsulent. Je kan op twee jaar je traject ‘expert lokaal jeugdbeleid’ afronden, of de vrijheid nemen om er enkele jaren over te doen. Maar je kan het net zo goed houden bij het basistraject of je specialiseren in één thema. De mogelijkheden zijn legio: ∫∫ je kiest welke modules en/of trajecten je volgt, vanuit je eigen praktijk en eigen interesses. ∫∫ je hebt alle vrijheid om op je eigen tempo vorm te geven aan je eigen ideale traject.
V ij f ce n trale the m a’ s Kies, combineer en/of verdiep je in vijf thema’s uit de praktijk van jeugdambtenaren die voor steden en gemeenten werken: ∫∫ Gemeentelijk beleid: verschillende aspecten van werken binnen een gemeentelijk kader komen aan bod: structuren, wetten en regels, budgetten… maar ook flexibiliteit, timemanagement…
1.
Starterstweedaagse
2.
Basismodule van een thema
3.
Basistraject lokaal jeugdbeleid
=
traal. Meer dan programmatie, ontdek de mogelijkheden van een vrijetijdsbeleid van kinderen en jongeren. ∫∫ Ruimte: kinderen en jongeren mogen er zijn en ruimte innemen, letterlijk: denk aan speelruimte, fuifruimte… maar denk ook aan psychische ruimte. Een kindvriendelijke inrichting van je stad of gemeente en dat op verschillende gebieden. ∫∫ Welzijn en onderwijs: de sociale kaart met zijn mogelijkheden en zijn beperkingen. Wat is de taak en rol van het lokale beleid op het gebied van welzijn en onderwijs? ∫∫ Interactie en participatie: Luisteren naar en praten met kinderen en jongeren. Het democratisch model vanuit de blik van kinderen en jongeren.
W el k e c o m bi n atie s z ij n er alle m aal m o gelij k ? 1. Je volgt alleen de starterstweedaagse. 2. En/of je pikt de basis van één thema mee in een basismodule. 3. En/of je gaat voor het basistraject lokaal jeugdbeleid en volgt alle vijf de basismodules. 4. En/of je wil je specialiseren in een thema en combineert de basismodule met de verdiepingsmodule. 5. En/of je gaat voor het experttraject lokaal jeugdbeleid en je volgt de starterstweedaagse, het basistraject, drie verdiepingsmodules en maakt een portfolio.
+
Gemeentelijk beleid
Vrije tijd
+
Ruimte
+
Welzijn
+
+
Ruimte
Interactie en participatie
4.
Expert van een thema
5.
Expert lokaal jeugdbeleid
=
Basismodule van een thema
=
Starterstweedaagse
Welzijn
+
+ +
Verdiepingsmodule van een thema
Gemeentelijk beleid
Interactie en participatie
Portfolio
4
ov er v vj
+
+
Vrije tijd
Drie verdiepingsformules
+
+
over
Wat k a n je v o lge n i n het v o r m i n g s jaar 2013-2014?
∫∫ Starterstweedaagse (in september 2013, januari 2014 of juni 2014) ∫∫ Eén, enkele of alle modules van het basistraject lokaal jeugdbeleid (oktober 2013- juni 2014)
∫∫ Eén verdiepingsmodule: Vrije tijd (voorjaar 2014)
Bedankt Ellen!
Wat k a n je v o lge n i n het v o r m i n g s jaar 2014-2015?
Drie zomers nadat ze van op de jeugddienst van Machelen bij ons kwam aanwaaien, wuiven wij en de Limburgse jeugddiensten met spijt in het hart Ellen uit. Gelukkig gaat ze niet ver weg: ze wordt zakelijk adjunct-directeur bij onze ‘concullega’s’ van de Ambrassade. Zij krijgen er een topcollega bij: een vrouw met visie, een breed interesseveld en communicatieskills om u tegen te zeggen! Ellen, het ga je goed, veel plezier en tot op de volgende Driedaagse! We zullen je missen, maar jij ons ongetwijfeld nog meer. ;-)
∫∫ Starterstweedaagse (in september, januari of juni) ∫∫ Eén of meerdere of alle modules van het basistraject lokaal jeugdbeleid (oktober 2014- juni 2015)
∫∫ Twee verdiepingsmodules: eentje in het najaar van 2014 en eentje in het voorjaar van 2015
∆
Meer i n f o Bij VVJ Jitske, jverwimp@vvj.be, 03 821 06 02 Op www.vvj.be en in de vormingsbrochure die begin september bij je in de bus valt. Inschrijven kan tot eind september via www.vvj.be
∆
vormingsK ALENDER
Vacature
stafmedewerker Ellen gaat weg, dus gaat VVJ op zoek naar een voltijdse stafmedewerker voor een contract van onbepaalde duur met een proefperiode van 6 maanden. Als stafmedewerker zal je jeugddiensten in de provincie Limburg opvolgen en ondersteunen. Naast de provinciale opdracht volg je enkele specifieke jeugdbeleidsthema’s inhoudelijk en redactioneel mee op en word je mee ingeschakeld in de opleidings- en vormingstrajecten die VVJ aanbiedt. I n tere s s e ? Surf naar www.vvj.be/vvj_werft_aan voor de volledige job-
omschrijving I et s v o o r j o u ? Bezorg je sollicitatiebrief met CV uiterlijk op 1 juli
2013 bij VVJ, t.a.v. Kaï Van Nieuwenhove, Ossenmarkt 3, 2000 Antwerpen of via kvannieuwenhove@vvj.be. Indien uw kandidatuur weerhouden wordt, zal u worden uitgenodigd voor een gesprek op 8 juli 2013. De indiensttreding is voorzien voor 1 september 2013.
∆
ov er v vj
5
∫ D o 2 6 vr 2 7/ 0 9 / 2 0 1 3 Starterstweedaagse ∫ Di 1/10/2013 VVJ Oost-Vlaanderen ∫ Do 3/10/2013 VVJ Antwerpen, VVJ Limburg, VVJ Vlaams-Brabant, VVJ West-Vlaanderen ∫ Di 08/10/2013 Basismodule lokaal jeugdbeleid ∫ Do 10/10/2013 3e jaar Opleiding jeugdconsulent Dag 1
∫ D o 1 7/ 1 0 / 2 0 1 3 Plan-kuren 2013 Waregem ∫ Di 22/10/2013 Plan-kuren 2013 Hasselt ∫ Do 24/10/2013 Plan-kuren 2013 Puurs
“Slim besparen kost geld�
6
intervie w
interview
Tom Auwers is directeur-generaal bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. Hij hervormde samen met Frank Van Massenhove de FOD Sociale Zekerheid en samen schreven ze het boek ‘De collega’s werken thuis’. Wij hadden een gesprek over het veranderen van systemen, waar we tips uithalen voor elk beleidsniveau of elke organisatie die ingrijpende veranderingsprocessen doormaakt. En laat dat net zijn waar lokale besturen vandaag voor staan. De opdracht om te besparen en de uitdaging van één strategisch meerjarenplan voor een efficiënt bestuur.
Tekst: Leen Bartholomeus
Je maakt graag het onderscheid tussen dom en slim besparen. Hoe bespaar je slim?
de beleidsvoorbereidende fase zitten, niet aan het einde van de schakel. Absorbeer dit ook in je besluitvorming over projecten.
Dom besparen is in het wilde weg besparen, slim besparen is oplossingsgericht besparen. Dat vraagt soms om een investering maar die loont op lange termijn. Laat mensen voor hun dienst kiezen waarop ze kunnen besparen, zo win je aan efficiëntie.
Bekijk hoe je vaste kosten variabel maakt. Probeer van je vaste kostenposten vehikels te maken die een toegevoegde waarde creëren voor je gemeente. Bijvoorbeeld je vastgoedbeleid: gebruik de beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk en bekijk de mogelijkheden die je hebt met de gebouwen waar er ruimte vrij komt. Kan je die verhuren? Kies je voor samengebruik?
Hoe kan je concreet werk maken van slim besparen? Hoe kom je tot efficiëntiewinst? Vertaal je doelstellingen tot op individueel niveau. Maak goede afspraken over het geld dat je investeert en wat doelstellingen zijn die je daarmee wil bereiken. Vaak is dit wel omschreven in beleidsplannen, maar net de vertaling daarvan naar niveau van individuele werknemers is belangrijk. Als mensen duidelijk weten wat van hen verwacht wordt en je hen hun verantwoordelijkheid geeft, krijg je doelmatige output. Durf zaken in vraag stellen: Is het nodig dat we dat doen? Bepaal de toegevoegde waarde van wat je doet. Wat is je rol als lokale overheid? Met de kern van je beleid maak je het verschil, daar mag je niet op besparen. Eens je daar een duidelijk zicht op hebt, kan je bewust keuzes maken. Durf kiezen, durf afschaffen. Sta open voor outsourcen, maar ga niet uitbesteden om uit te besteden. Bekijk wat in de specifieke lokale context wenselijk is. Herbekijk je contracten. Kan je ze heronderhandelen, contracten afsluiten voor verschillende diensten samen en zo betere voorwaarden bedingen? Kan je contracten bundelen die nu met verschillende leveranciers lopen? Kijk ook naar buurgemeenten om te benchmarken of wie weet om samen met hen contracten af te sluiten.
Je voert een warm pleidooi voor investeren. Dat klopt. Zodra het om een overheidscontext gaat en er moet bespaard worden, wordt investeren een taboe. Ik hoop voor de lokale besturen op de moed van burgemeester en schepenen om ook in tijden van crisis te durven investeren. Een performante overheid is altijd beter en goedkoper, en je creëert meer tevredenheid bij de burger. Werk aan je efficiëntie. Bekijk het geld dat je vrijmaakt door efficiënter te functioneren, als geld dat vrij komt, dat je ergens anders voor kan gebruiken. Investeer die efficiëntiewinsten. Kies er bijvoorbeeld voor om van het geld dat vrijkomt de helft niet meer uit te geven en zo te besparen. De andere helft investeer je. Lineair besparen, bijvoorbeeld overal 10% besparen is dom besparen omdat het ervoor zorgt dat je je doelstellingen niet meer haalt. En je beloont inefficiëntie en je bestraft wie efficiënt werkt, want wie niet efficiënt werkt gaat de besparing niet zo erg voelen, wie nu al het maximum uit zijn middelen haalt wel.
Kies voor een holistisch beleid en trek projectmanagement door in de werking van je organisatie. Kies voor teamwerken en geïntegreerd beleid. Kies voor regelmatig overleg tussen diensten. Zorg ervoor dat je ambtenaren niet aan het einde van intervie w
∆
W ie i s T o m auwer s ? Tom Auwers is directeur-generaal Strategie en changemanager bij de FOD Sociale Zekerheid en programmacoördinator voor Optifed, een portefeuille van 10 miljoen euro om te investeren in efficiëntieprojecten binnen federale overheidsdiensten.
7
ideeën voor interactie
101 ideeën om de interactie met kinderen en jongeren te verhogen Een voorpublicatie van creatief denkwerk op de afgelopen Vormingsdriedaagse
8
i d ee ë n v o o r i n t e r a c t i e
ideeën voor interactie 22 enthousiaste jeugddienstmedewerkers bogen zich op vrijdagochtend (!) van de driedaagse over een zware opdracht: 101 vernieuwende en inspirerende ideeën bedenken om de interactie tussen een gemeente (jeugddienst) en jeugd te verhogen. Gewapend met een batterij denktechnieken, koffie, een berg speculoosjes en een streepje sfeermuziek, werd de opdracht moeiteloos gehaald. Een kleine voorpublicatie, een wilde greep uit 101 ideeën om u alvast te prikkelen.
Tekst: Koen Steuperaert
1
Beeld: : Ilse Holvoet
Madam Pipi (incognito)
4
Iemand van de jeugddienst neemt op school, tijdens jeugdfuiven, festivals of op evenementen, de rol van Madam Pipi over. Nergens is er zoveel vriendelijkheid, luisterbereidheid en empathie dan bij de professionele WC madam (excuseer, Sanitair Manager). Uiteraard hoeft niemand te betalen en is er tijd voor een babbeltje en wat verwennerij (geurtjes, doekjes, haarverzorging, boekjes om te lezen…). Mogelijke varianten: kuismadam, conciërge, terreinverzorger… 2
Kermis en foorkramers
5
De jeugddienst laat zich opmerken op lokale dorpsevenementen: kermis, rommelmarkt, nieuwjaarsdrink… Maak een attractief (bescheiden maar opvallend) standje en zorg dat er iets kleins te beleven valt. Richt je standje zodanig in dat het mensen prikkelt om even te stoppen en te blijven hangen (hapjes en drankjes versterken dit effect). Maak tijd en ruimte om met kinderen, tieners, ouders, buren… te praten en verlies je niet in het begeleiden van de activiteit. 3
‘Free Wifi’
De historische gezinsfilm ‘Free Willy’ krijgt een lokaal vervolg. Sterker nog, met een paar technische ingrepen wordt de jeugdambtenaar zelf de lokale hotspot (ook mobiel). De mogelijkheid om gratis te surfen op (evenementen van) de jeugddienst heeft een sterke aantrekkingskracht op tieners en jongeren. Waar tieners en jongeren komen is de kans op gesprek en duurzame interactie groter.
i d ee ë n v o o r i n t e r a c t i e
9
De witte zone
Voorzie op geregelde tijdstippen en diverse locaties witte ruimte (muren) of voorwerpen waarop kinderen en jongeren constructieve voorstellen, ideeën of dromen kunnen aanbrengen. De wijze van invulling laten we volledig over aan uw verbeelding, of die van de jongeren zelf (graffiti, schilderen, collage, kerven in een witte boom, alcoholstiften…). Tip: Zorg steeds voor herkenning (al eens gezien) en duidelijkheid (‘weten wat de bedoeling is’).
Zakenlunch voor jeugdambtenaren
Zelf vanachter je bureau vandaan komen is ongetwijfeld de beste manier om de interactie met jongeren te verhogen. Managers kiezen voor een uitgebreide zakenlunch om te netwerken. Jeugdambtenaren zoeken een strategische plaats (hangplaats, plek waar scholieren hun boterham opeten, bushalte…) om te lunchen. Doe het alleen, samen met je collega’s of nodig eens een eenzame ambtenaar van een andere dienst uit om te lunchen. Twee vliegen in één klap. 6
Het spreekuurtje
Voor je job op café gaan, het is weinigen gegeven! Het jeugdhuis of het lokale jeugdcafé is de ideale plek voor ongedwongen interactie met jongeren. Zet je op geregelde tijdstippen (wekelijks) een uurtje aan de toog om gewoon open en zonder bijbedoelingen te communiceren met jongeren. Tip: Een bordje of T-shirt met opschrift: ‘aanspreekbaar’ of ‘ jeugddienst uitzonderlijk open van 18u00 tot 19u00’ kan de drempel verlagen.
ideeën voor interactie
7
De jeugddienst komt naar je toe deze zomer
In deze gedigitaliseerde samenleving is het tijdelijk verplaatsen van de jeugddienst niet onoverkomelijk. De jeugddienst (of een jeugdambtenaar) tijdelijk verhuizen naar de speelpleinwerking, het jeugdhuis, of een andere strategische locatie kan de kansen tot interactie met kinderen, jongeren en/of ouders drastisch verhogen.
10
11 8
Tikkertje jeugddienst
De jeugddienst en haar medewerkers zijn vogelvrij verklaard. Kinderen en jongeren krijgen de opdracht om de jeugdambtenaar aan te spreken of te tikken buiten de jeugddienst. Kan je iemand tikken dan krijg je een prijs. 9
LEEEOOOO? Iedereen komt als je Leo roept!
Iedereen kent de vraag en antwoord reclamecampagne van het bekende Lila koekje. De jeugddienst bedenkt samen met kinderen een soortgelijke slagzin (actie = reactie), om ze daarna via jeugdverenigingen, jeugdraad, animatoren, jeugdhuis, speelpleinkinderen… breed te verspreiden. De slogan wordt gemeengoed en is inzetbaar om de interactie te verhogen.
Taxiservice
Een klantvriendelijke taxichauffeur staat open voor een praatje en heeft altijd een advies klaar. De jeugddienst verzorgt (al dan niet undercover) de taxiservice en brengt jongeren veilig thuis na de receptie van de jeugdraad, de fuif van de chiro of de dag van de jeugdbeweging. Een vragenrondje, een rijdende quiz of gewoon een open gesprek. Interactie troef!
De schoolbus: Je in groep verplaatsen heeft zo zijn voordelen
Een overvolle bus met scholieren of een overbevolkte bushalte klinken misschien niet zo aantrekkelijk voor pendelende volwassenen, maar het zijn wel geschikte plaatsen voor duurzame interactie. Een ochtend meerijden op de schoolbus, een ontbijtstandje aan de bushalte… Maar evenzeer de busritten voor de Grabbelpas, tieneractiviteiten zijn waardevolle momenten voor persoonlijke interactie. 12
Geef eens een GAS-boete (Gemeentelijke Administratieve Schouderklop)
De GAS is brandend actueel en zorgt op zich voor heel wat interactie. De jeugddienst pakt uit met een positieve sanctie waarbij GAS staat voor Gemeentelijke Administratieve Schouderklop (of GAD: Gemeentelijke administratieve Duim) waarbij leeftijdsgebonden gebruik van
10
i d ee ë n v o o r i n t e r a c t i e
de publieke ruimte (spelen, rondhangen, skaten…) positief wordt beoordeeld. Directe aanleiding voor een positief gesprek. 13
De jeugddienst infiltreert!
De tijd nemen (vrijmaken) om te investeren in veldwerk is wellicht de eenvoudigste, meest doeltreffende manier voor meer interactie. Terug met de voeten in de klei: een dagje meespelen op het speelplein, een activiteit zelf begeleiden, een zondag meedraaien bij de jongste groep van de jeugdbeweging, kampbezoek… De interactie is verzekerd! 14
Wij zijn OPEN!
Niet elke jeugddienst kan toegankelijkheid uitstralen. Niet elke jeugddienst zit op een plaats waar jongeren graag of veel komen. Maar misschien kan je de kansen op interactie verhogen door duidelijk (lees: opzichtig) te laten weten dat de jeugddienst OPEN is. We denken daarbij, bescheiden als we zijn, aan neonreclames, flashing ‘open’ borden, lichtreclame en muurkranten. 15
Callback-service
Na elke activiteit van de jeugddienst worden tien willekeurige deelnemers (kinderen, tieners, jongeren) opgebeld voor een persoonlijke babbel over de afgelopen activiteit. Goed geweest? Wat kan er anders? Suggesties?
∆
Ge Ronalzelschaplaer d Van Ril
Specialist in
s p o h s k r o w Met oprechte dank aan: Arno, Stefanie, Nancy, Roselien, Magy, Bert, Evelyn, Els, Stijn, Iris, Leen, Kilsey, Valérie, Tom, Kathleen, An, Kristien, Sylvia, Tom, Ben, Bram
I n teractie : ee n gr o n dh o udi n g bi n n e n ee n participatie f jeugd beleid Interactie wil zeggen dat we kinderen en jongeren leren kennen. Weten waar kinderen en jongeren mee bezig zijn, wat ze belangrijk vinden, hoe ze vrije tijd invullen en welke ruimte ze zich toe-eigenen. Een gemeente draagt de grote verantwoordelijkheid om ‘ jong zijn’ op een juiste manier in beeld te brengen. Ze zal zelf moeite moeten doen om voeling te krijgen en te behouden. VVJ pleit ervoor om lokaal te investeren in goede, permanente en duurzame interactie met kinderen en jongeren. Interactie in de meest pure en eerlijke betekenis. Kinderen en jongeren benaderen vanuit oprechte interesse in hun leefwereld. Veel en goede interactie voorkomt dat een lokaal jeugdbeleid gebaseerd is op gissingen, foute inschattingen, halve waarheden. We zien permanente interactie als een middel om alert te blijven voor signalen, betekenis, mogelijk engagement en kansen. Maar altijd onvoorwaardelijk, eerlijk en zonder bijbedoelingen. We zien duurzame interactie als grondhouding voor een activerend en participatief jeugdbeleid. Meer info: Koen Steuperaert, koen@vvj.be, 03 821 06 04. De volledige lijst van ideeën vind je op www.vvj.be
wilt s p o h s k r o w e j Als t je i z n a d n e r e s i n orga goed bij ons! , nerie, goochelen ow cl s, le el ne Wij geven to smaken, etc. ker mas g, in G yl e p st e, z a si e es h lscs op maat!rJullie dansexpr Ro op sh k n or w a aeen er een k oo lak l en l d i V R a n Wij mak m ij w werp en hebben een onder ! workshop over et en wij niet er ni ev r st jd ti r uu In drie n te kleine artieste om ar na en le al krijgen, viteit, meer lef ti r se As . en ek w je k tief leren zijn, ea cr , en k ek td jezelf on daar twikkelen, ook on d ei h jk li on perso werkt. wordt mee aan ge en ch ook amuseren zi n te oe m n se Jonge men s. Ze onze workshop in jd ti al t r eu dat geb buiten e glimlach naar ed r b n ee et m gaan . r mens geworden ee m e tj ee b n ee en zijn
Boekinskgyenent.b: e
Look.smile@ of 0475/780699
.be www.look-smile
JEUGDBELEID
Maatschappelijke kwetsbaarheid voor dummies Tekst: Nathalie Van Ceulebroeck – Robert Crivit – Bart Neirynck
Beeld: Bart Baekelandt
De kloof tussen kans-rijk en kans-arm wordt steeds groter. Steeds meer kinderen en jongeren worden op hun pad geconfronteerd met steeds grotere obstakels. Zowel in het onderwijs, als in de hulpverlening, de huisvesting of de vrije tijd. En het gaat echt niet alleen over financiële problemen. Ook lokale besturen hebben een verantwoordelijkheid om hier mee een antwoord op te bieden.
omgeving met veel langdurige werkloosheid, of in een eenoudergezin. Als je als kind of jongere dan ook nog behoort tot een etnisch-culturele minderheid loop je nog een bijkomend risico op achterstelling en disciminatie.
In het jeugdbeleid hebben we het dan vaak over een beleid ten behoeve van kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie.
Wat is maatschappelijke kwetsbaarheid? “Maatschappelijk kwetsbaar is de persoon of de bevolkingsgroep die in zijn contacten met de maatschappelijke instellingen (o.a. de school, justitie, enz.) vooral en steeds opnieuw met de negatieve aspecten (sanctie, controle) wordt geconfronteerd en minder profiteert van het positieve aanbod”, zo definieerden Vettenburg en Walgrave in de jaren ‘80.
Vettenburg en Walgrave formuleerden deze “ theorie” van maatschappelijke kwetsbaarheid op basis van onderzoek waaruit bleek dat belangrijke groepen kinderen en jongeren meer risico lopen op kwetsing dan andere. Vooral het onderwijs blijkt voor heel wat kinderen en jongeren een risicozone. Vettenburg en Walgrave vinden alvast een deel van de verklaring in de culturele kloof tussen de normen die dominant zijn in de maatschappelijke instituties en de normen in de leefwereld van groepen kinderen en jongeren. Intussen kunnen we ook enkele sociaaleconomische risicofactoren duiden: opgroeien in armoede, of in een 12
jeugdbeleid
Waar de maatschappelijke dienstverlening voor mainstream groepen ondersteuning biedt en kansen creëert, riskeren grote groepen jongeren dus om steeds opnieuw geconfronteerd te worden met de normerende, sanctionerende en controlerende, zeg maar de harde aspecten van diezelfde maatschappelijke instellingen. Uitsluiting of maatschappelijke kwetsbaarheid is dus geen verhaal van individuele kinderen of jongeren, maar is een verhaal van interactie tussen maatschappelijke instellingen, sociale voorzieningen en hun vertegenwoordigers enerzijds en die jongeren anderzijds. Maatschappelijke kwetsbaarheid is daarenboven gradueel en cumulatief. Kinderen en jongeren zijn meer of minder kwetsbaar, maar vooral: maatschappelijke kwetsingen op jongere leeftijd dreigen zich te herhalen in alle verdere contacten met andere instituties of hun vertegenwoordigers: school, huisbaas, werkgever, sociale diensten, politie, justitie… Maatschappelijke kwetsing is nefast voor het vertrouwen in de maatschappelijke dienstverlening, in de omgeving en ook voor het zelfvertrouwen. Sociaal isolement is meer regel dan uitzondering. En uiteraard kan de ene generatie dit doorgeven aan de andere… Een beleid dat wat wil doen aan maatschappelijke kwetsbaarheid, aan sociale cohesie, zal dus twee sporen moeten volgen: het activeren van actoren in de maatschappelijke dienstverlening om zelfkri-
JEUGDBELEID tisch hun beleid bij te sturen enerzijds en inzetten op de weerbaarheid van kinderen, jongeren en hun families zodat ze sterker worden in hun relaties met de maatschappelijke instituties en sociale voorzieningen. Ook het lokaal jeugdbeleid kan hierin een positieve rol opnemen door de positie van kinderen en jongeren te verstevigen en zich doelgericht in te zetten om mee nieuwe kwetsingen te voorkomen.
Aandachtspunt in lokaal jeugdbeleid Een jeugdbeleid gericht op maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren speelt zich af op verschillende niveaus. In de eerste plaats is het niveau van het lokale bestuur bepalend. Er is nood aan een geïntegreerd (jeugd)beleid waarbij doelgerichte samenwerking tussen verschillende diensten centraal staat. Lokaal beleid kan inzetten op factoren die het risico op kwetsing verlagen: een flankerend onderwijsbeleid, armoedebestrijding, tewerkstelling, participatie verzekeren enz. Al deze inspanningen kunnen afgestemd worden binnen een jeugdwelzijnsoverleg, een overleg op het beleidskruispunt jeugd en welzijn. De jeugddienst heeft daarbij de taak om mee te stimuleren dat dit overleg voldoende “vraaggericht” werkt, dat de actoren wel degelijk vertrekken van de noden en behoeften van kinderen en jongeren in de plaats van bij de eigen agenda en het eigen aanbod van de actoren. Jeugdwelzijnsoverleg is daarom een goede manier om samen met anderen noden en behoeften van kinderen en jongeren te onderzoeken, te signaleren en acties te plannen. In het overleg kunnen alle actoren een rol spelen die actief betrokken zijn op het welzijn van kinderen en jongeren. Denk aan het CAW, OCMW, WKMJ’s, JAC, Bijzondere Jeugdzorg, scholen, politie, maar ook de gemeentelijke welzijns- en preventiedienst.
In Eeklo organiseert men al een tweetal jaar zo’n jeugdwelzijnsoverleg. De jeugddienst en wijkcentrum De Kring in Eeklo zijn initiatiefnemer. Verder zijn ook het OCMW, Kind en Gezin, het opvangcentrum, Groep Intro, het jeugdhuis, CAW, RWOM meetjesland vaste aanwezigen. Uit De Marge ondersteunt. Ook de schepen van jeugd neemt deel, en zorgt voor een terugkoppeling naar het bestuur. Op het overleg ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden. Mensen van organisaties leren elkaar persoonlijk kennen en er wordt sneller samengewerkt. Tijdens het overleg ontstaan goede ideeën die tussendoor worden geconcretiseerd. jeugdbeleid
13
JEUGDBELEID Momenteel denkt een werkgroepje na over een “huis van het kind” in Eeklo. Vage ideeën worden er verfijnd en in concrete afspraken gegoten. Zo ontstond een soort praatcafé voor jongeren, een samenwerking van het jeugdhuis, wijkcentrum de Kring en Groep Intro. Ook het project ‘Street Action’ werd er besproken en mee vorm gegeven. Het overleg fungeert ook als reflectiegroep voor lopende projecten en activiteiten. De groep denkt mee na over de doelstellingen en acties van de tienermoederwerking, of over de omgang met kwetsbare jongeren in het jeugdhuis. Nieuwe projecten en projectaanvragen worden kritisch bekeken en versterkt op het jeugdwelzijnsoverleg. Uiteraard is in dit overleg liefst ook de stem van kinderen en jongeren zelf aanwezig. Hiermee raken we meteen een tweede, en misschien wel belangrijkste, aspect van een jeugdbeleid voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren aan. Kinderen en jongeren hebben een vertrouwenspersoon nodig die signalen kan oppikken, antwoorden kan bieden en kan communiceren met maatschappelijke instellingen waar nodig (brugfunctie). Zoals altijd vraagt een dergelijke keuze een langdurig engagement om naar kinderen en jongeren toe te stappen en een vertrouwensrelatie op te bouwen. Dit impliceert ook dat er naast dergelijke ankerfiguur of -figuren ook voldoende formele of informele ruimte moet zijn is in de stad of gemeente waar kinderen en jongeren elkaar kunnen ontmoeten.
In Geraardsbergen werkt Samuel, jeugdopbouwwerker bij Uit De Marge. Heel wat maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren kennen Samuel. Hij is vaak aanwezig waar ze komen, in het Abdijpark, aan het skatepark, op de ‘plage’. Samuel heeft ook zijn vaste stek in jeugdcentrum De Spiraal, waar hij bereikbaar is. De kinderen en jongeren weten dat en zoeken hem daar op met specifieke vragen. “Mijn ouders hebben een brief gekregen waar ze geen blijf mee weten” of “ik ga momenteel niet meer naar school” Via deze ontmoeting vangt Samuel zeer veel signalen op. Hij weet wat er leeft bij die kinderen en jongeren. Hij is op de hoogte van hun schoolcarrière, kent hun thuissituatie en weet waar ze geen aansluiting vinden in de gemeente. Een aantal Macedonische jongeren hielp hij zo aan plaats op school. Ook de heroriëntering van het skatepark wordt met de jongeren besproken. Zo krijgt Samuel toegang tot informatie en signalen die niemand anders opvangt. Hij legt de brug naar het beleid en maakt af en toe een signaalnota om één en ander te rapporteren. Tenslotte kan het verenigingsleven een grote rol spelen. Speelpleinwerkingen, vakantiewerkingen, jeugdbewegingen kan je aansporen om extra inspanningen te doen om hun toegankelijkheid te verhogen en drempels weg te werken. Het gaat dan om het betaalbaar maken van een werking, gerichte en toegankelijke informatie te verschaffen, afspraken aanpassen, enz. Een minstens zo belangrijke determinant voor toegankelijkheid is de houding van de animatoren. Zij bepalen immers mee de 14
cultuur in een vereniging, kunnen zorgen voor een nabije begeleiding, coaching, een warm ontvangst, enzoverder. Hou hierbij wel rekening met draagkracht van de groep en van de leiding. Dergelijke stappen vragen een degelijke ondersteuning. Je kunt hiervoor altijd een beroep doen op Uit De Marge die een stevige ervaring heeft ter zake. Een andere mogelijke optie is een doelgroepgerichte werking te ondersteunen. Een dergelijke werking heeft vaak een open cultuur en heeft ervaring met de complexiteit van de problematiek.
In Izegem is Annelies aan het werk als jeugdwelzijnswerker. In een Izegemse buurt vonden een aantal jongeren geen aansluiting bij de lokale tienerwerking van JOC De Schuur. Deze jongeren werden ervaren als “moeilijke gasten, die de regels niet echt volgen”. Annelies voelde de nood aan een eigen werking en startte de werking “Chillegem” op, specifiek voor die gasten. Ze voelen zich er thuis, het is een werking op hun maat. Niet dat er hier geen regels zijn, maar het is anders. In Chillegem bepalen ze zelf wanneer ze komen en vertrekken, ze geven zelf aan wanneer ze een pauze willen of een sigaretje roken. Ze kiezen ook zelf de activiteiten. Er wordt rekening gehouden met de noden en behoeften van deze tieners. Ze zorgden ook samen met de technische dienst voor een afdakje bij hun lokaal. Daar kunnen ze terecht als de werking niet open is en als het regent een sigaretje roken. Wat Annelies doet is meer dan “gewoon jeugdwerk”. Door deze manier van werken komen de tieners met hun verhaal naar Annelies en ze vertellen haar heel veel. Zo kan ze een luisterend oor bieden en de jongeren op weg helpen, samen met hen antwoorden zoeken, of ze doorverwijzen. Via deze werking krijgen ze erkenning voor wie ze zijn en nemen ze ook verantwoordelijkheid op.
Tot slot… Maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren in je gemeente behoeven een engagement en inzet van jeugddienst en van bestuur. Eentje waar die kinderen en jongeren zelf niet naar zullen komen vragen. Dat maakt je verantwoordelijkheid alleen maar groter. De extra middelen MKKJ van de Vlaamse overheid kunnen hierin een grote stimulans betekenen, maar ook zonder extra middelen kan je heel wat realiseren. Zoals vaak begint het bij het maken van een expliciete keuze… en die is niet vrijblijvend. Robert Crivit en Bart Neirynck zijn stafmedewerkers van Uit De Marge vzw.
m eer i n f o www.vvj.be/beleid-en-praktijk/maatschappelijk-kwetsbare-kinderen-en-jongeren www.uitdemarge.be
jeugdbeleid
fotoreportage
VVJ driedaagse Jullie waren een fijne bende! Voor meer foto’s surf naar www.flickr.com/photos/verenigingvoorvlaamsejeugdconsulenten
∆
f o t o r e p o r ta g e
15
actueel
Hoe fuift de Vlaamse jongere? Tekst: Ellen De Boeck
Beeld: Pieter Vanhaecke
Begin 2011 peilde Fuifpunt naar het fuifklimaat in Vlaanderen. Fuifgangers, fuiforganisatoren en fuifbeleidsmakers kregen een vragenlijst over hun fuifervaringen. Focusgroepen verduidelijkten de bevindingen uit de enquêtes of zetten ze kracht bij. Het onderzoek bevat massa’s info, wij lichten er vijf belangrijke zaken uit voor jouw lokaal fuifbeleid.
1
Fuiven is populair
Laat je niets wijsmaken: jongeren (14-30 jaar) blijven graag en veel naar fuiven gaan. 96.4% van de bevraagde jongeren gaat wel eens naar een fuif en 84,2% doet dit graag tot heel graag. Fuiven blijft zo één van de meest favoriete uitgaansvormen. Meer nog: globaal gezien geven jongeren zelfs aan dat ze graag meer zouden willen fuiven. De overgrote meerderheid van de jongeren die momenteel 2 tot 5 keer per maand naar fuiven gaan, is tevreden met die fuiffrequentie. Dit blijkt ook de meest populairste fuiffrequentie: zes op de tien jongeren duidden dit aan. Van de jongeren die minder fuiven, wil iets meer dan de helft vaker naar fuiven. Ongeveer drie op de tien jongeren vindt dat er te weinig fuiven worden georganiseerd in de eigen gemeente. 32.5% vindt een aanbod in de eigen gemeente van ongeveer twee fuiven per maand ideaal. Middelgrote (300 tot 1000 bezoekers) en kleine fuiven (minder dan 300 bezoekers) zijn het populairst. Aspecten die een fuif kunnen verpesten zijn vooral slechte muziek en gebrek aan ambiance. Maar ook incidenten met de politie, vechtpartijen en te dure prijzen kunnen spelbrekers zijn. De meeste jongeren komen aan op een fuif tussen 22u en 24u ’s avonds. Meer dan de helft van de jongeren vertrekt er tussen 3u en 4u ’s nachts. Nog eens 35% blijft later dan 4u ’s nachts of gewoon tot de fuif gedaan is.
2
Infrastructuur blijft een probleem
Hoewel heel wat lokale besturen investeerden in fuifinfrastructuur, blijft het gebrek aan goede fuifinfrastructuur een groot probleem volgens fuifgangers, fuiforganisatoren én beleidsactoren. 46,6% van de organisatoren geeft aan dat er te weinig fuifinfrastructuur is in de eigen gemeente. Nog eens een kwart zegt dat de bestaande infrastructuur niet (meer) in goede staat is. 16
a c t u ee l
actueel
Volgens 11,3% van de organisatoren is er zelfs geen fuifinfrastructuur aanwezig. Beleidsactoren beamen dit. En wat echt straf is: 40% van de beleidsactoren geeft aan dat er in de gemeente geschikte fuifinfrastructuur is maar dat ze niet gebruikt wordt om fuiven in te geven. De aanbevelingen zijn duidelijk:
∫∫ Onderhoud bestaande infrastructuur. ∫∫ Stel ter beschikking wat je hebt. ∫∫ Kies je voor een nieuwe fuifzaal, betrek dan zeker van in het begin fuiforganisatoren bij het uittekenen van de plannen. Vaak wordt de vraag gesteld naar modulaire systemen die zowel voor kleine als voor grote fuiven kunnen worden ingeschakeld. ∫∫ Tot slot wordt ook meer en meer gepleit voor een investering in aparte rookruimtes.
3
Politie of security?
De meningen over politie en security op fuiven lopen vrij gelijk bij fuifgangers en fuiforganisatoren. Security vinden ze noodzakelijk bij het organiseren van een fuif, terwijl van politie vooral verwacht wordt dat ze snel ter plaatse zijn bij moeilijkheden. Van beiden wordt verwacht dat ze op een humane, respectvolle manier tussenkomen. Heel wat respondenten merkten op dat er veel verschil zit in de kwaliteit van professionele securityfirma’s. De verplichting die sommige gemeenten opleggen om bij elke fuif te werken met een professionele securityfirma wordt niet als zinvol ervaren. Voor kleinere fuiven is dit vaak niet nodig. Bovendien is het een zware kost, en maar weinig gemeenten geven subsidies voor het organiseren van een fuif. Meer dan de helft van de fuivers vindt een controle van identiteitskaart niet noodzakelijk voor de veiligheid van fuiven. Uit de open antwoorden kunnen we wel afleiden dat sommigen de begrippen ‘identiteitscontrole’ en ‘leeftijdscontrole’ door elkaar halen. Met het laatste hebben ze geen probleem. Controle van identiteit daarentegen vinden ze meestal niet kunnen. Zwarte lijsten vinden zes op de tien jongeren dan weer wel noodzakelijk voor de veiligheid op fuiven. Ze hangen er wel vaak voorwaarden aan vast: op basis van welke criteria worden de lijsten opgesteld? Hoe lang blijf je op zo’n lijst staan?...
a c t u ee l
4
Sluitingsuur: ja of nee?
Alle deelnemers aan de focusgroepen waren het erover eens dat een sluitingsuur meer nadelen dan voordelen heeft. Alle bezoekers tegelijkertijd op straat zetten creëert meer overlast dan een fuif langzaam laten uitdoven. Wil je toch werken met een sluitingsuur, opteer dan voor een uitdoofscenario waarbij je bijvoorbeeld een uurtje op voorhand begint met de muziek wat stiller zetten en geen alcohol meer verkopen. Opvallend is wel dat fuifgangers zelf niet zo veel problemen hebben met een sluitingsuur. 38,1% vindt een sluitingsuur goed, 45,1% vindt het niet leuk maar begrijpt het wel.
5
Eerste hulp bij regilitis
73,6 % van de bevraagde organisatoren denkt voldoende op de hoogte te zijn van de regel- en wetgeving waarmee ze rekening moeten houden. Tegelijk vindt 73,9% het moeilijk om hieraan te voldoen. De drie belangrijkste redenen hiervoor zijn: “Ik begrijp de wet- en regelgeving, maar het is gewoon te veel” (56.1%), “De kosten om in regel te zijn met alle verplichtingen zijn te hoog” (54.7%) en “Je moet te veel administratie in orde brengen” (50.9%). Welke taak kan je als gemeente opnemen?
∫∫ Creëer ten eerste zelf geen extra regels (bvb. verplichtingen over security, niet-realistische brandveiligheidsregels…) ∫∫ Beperk de administratie om een fuif aan te vragen en ondersteun fuiforganisatoren vervolgens zo goed mogelijk. ∫∫ Alles begint bij één gemeentelijk aanspreekpunt voor fuiforganisatoren: een fuif- of evenementenloket. Natuurlijk mag dit niet alleen een doorgeefluik zijn voor allerhande in te vullen papieren. Ook de roep naar inhoudelijke ondersteuning en vermindering van paperassen is duidelijk hoorbaar.
∆
Meer i n f o Het volledige rapport vind je op www.fuifpunt.be. Voor meer info kan je contact opnemen met Anna Govaerts van De Ambrassade, anna.govaerts@ ambrassade.be.
17
MJP 2014-2019
Het meerjarenplan Waar staan we op en de BBC een half jaar van de deadline? Tekst: Imke Pichal
Beeld: Miguel Pires da Rosa, iStockphoto
Op de voorbije Vormingsdriedaagse kwamen we met een klein maar fijn groepje jeugddiensten samen om eens achterover te leunen en uit te wisselen over waar zij momenteel staan op vlak van BBC en meerjarenplanning. We pikken er enkele bevindingen uit. Zijn ze herkenbaar?
Jeugddiensten: een ervaringsstreepje voor Jeugddiensten hebben al heel wat ervaring op vlak van plannen, omgevingsanalyses maken, participatie organiseren,… Andere diensten hebben hier vaak heel wat minder ervaring mee en tasten vaker in het duister.
The time is now! Jeugddiensten zijn ook vaak goed geïnformeerd over de BBC, wat daar allemaal bij komt kijken en wat wanneer moet gebeuren. En beseffen ook als dat nog niet gebeurd is, is het nu het moment om in gang te schieten!
Plannen in een groter geheel In het proces van het meerjarenplan, blijkt ‘loslaten’ een constante. In het JBP-tijdperk hadden jeugddiensten de touwtjes zelf in handen: een visie formuleren, participatie organiseren, doelstellingen en acties uitschrijven,… Nu is het vaak wachten op stappen van de gemeente, op een kader dat geschetst wordt, op het krijgen van een mandaat,… Sommigen kiezen ervoor om te wachten 18
M JP 2 0 1 4 - 2 0 1 9
op deze stappen vanuit de gemeente, anderen werken achter de schermen aan eigen plannen, missies, visies, doelstellingen en acties voor jeugd. In de hoop dat die nadien ingepast kunnen worden in het grotere plaatje dat uiteindelijk vanuit de gemeente zal komen.
Inspraak en participatie De omschakeling naar de nieuwe beleids- en beheerscyclus laat zich misschien wel het sterkst voelen op het vlak van inspraak en participatie. Binnen het jeugdbeleidsplan was dat ingeburgerd, hadden de jeugddiensten dit in eigen handen. Nu moeten ze ook dat voor een groot deel of helemaal loslaten. Sommige gemeenten zetten bijvoorbeeld een studiebureau in dat inspraak en participatie organiseert voor de hele gemeente. Ook hier kiezen sommige jeugddiensten ervoor om te wachten op een ruimer kader vanuit de gemeente, andere jeugddiensten starten al op eigen initiatief. Inspraak en participatie is bovendien voor andere diensten veel minder evident en vanzelfsprekend. Hoe begin je daaraan? Hoe doe je dat, je doelgroep bevragen? Dit terwijl jeugddiensten over het algemeen van aanpakken weten, verschillende methodieken
MJP 2014-2019
kennen en hanteren. Soms is de jeugddienst de enige dienst die hier al werk van gemaakt heeft. Vanuit het bestuur klinkt er bovendien al eens de angst (die te maken heeft met het gebrek aan ervaring met inspraak en participatie): “we moeten toch niet antwoorden op alles wat er gezegd wordt?”
Van actie naar visie Jeugddiensten merken ook een sterke focus op acties bij schepenen en besturen. En achter die acties zit vaak bitter weinig visie. Dit maakt dat de diensten een visie moeten breien rond die acties; de wereld op zijn kop dus.
Een B-plan voor de jeugddienst Hoe plan je je eigen werking van de jeugddienst tijdens de zes jaar die het meerjarenplan bestrijkt? Sommige jeugddiensten houden zich voor een “B-plan” te schrijven voor de jeugddienst; een intern, mini-jeugdbeleidsplan om de eigen werking te plannen en zo een houvast te hebben.
Een brug van zes jaar Zes jaar overbruggen: zowel in acties als in participatie is het moeilijk om zo’n lange termijnbril op te zetten. Een tip: je kan kiezen voor een ruimere doelstelling over inspelen op trends van de toekomst of middelen inzetten op vernieuwende of experimentele initiatieven. Zo laat je ruimte om in te spelen op actuele tendensen en zet je jezelf niet vast aan het begin van de legislatuur. Bovendien kan het meerjarenplan elk jaar aangepast worden met het budget, dus het hoeft geen star instrument te worden.
Veel staat of valt met de gemeentesecretaris Want die is belast met de opmaak van het voorontwerp van de strategische nota van het meerjarenplan. Trekt de secretaris de kaart van jeugd of niet? Heeft hij of zij al ervaring met of voldoende kennis van BBC of niet? Dat kan er voor zorgen dat het één en het ander wat vlotter of minder vlot verloopt.
Besparingen besparingen besparingen Het schoentje gaat vaak écht wringen daar waar het gaat over financiën. Vrije tijd is vaak (maar niet altijd, blijkt tijdens deze sessie) het eerste waarop bespaard wordt. In een aantal gemeenten wordt bijvoorbeeld het kerntakendebat terug opgestart naar aanleiding van de besparingen.
Bottom-up of top-down? In the middle! Een goede balans tussen een bottomup en een top-down beweging is aan te bevelen. De grootste verantwoordelijkheid ligt bij de secretaris, de financieel beheerder en het managementteam, de gemeenteraad neemt de uiteindelijke beslissing. Maar uiteraard moet het hele gemeentebestuur mee zijn in het verhaal en moet beroep gedaan worden op de ervaring, kennis over de eigen doelgroep en het eigen beleidsdomein van alle diensten.
∆
Met dank aan Carmen Boeraeve, Stefan Oorts, Nancy Roelands, Valerie Van de Sompele, Lieve Van Echelpoel, John Vermote en Ingrid Wouters. M JP 2 0 1 4 - 2 0 1 9
19
MJP 2014-2019
Jeugdambtenaar, pionier in hart en nier(en) Liefste jeugdambtenaar, jeugdambtenaar zijn. Het is niet alt ijd gemakkelijk, der de riem te steken. on rt ha n ee je om ief br n ee Tijd voor de opdracht en Lok ale bes ture n staan voor Spanne nd! Kriebelt het al?
uitd aging om bet er en geïn
teg reerd loka al bele id te voe
ren.
r heel aan met verande ring is voo ik je zeggen. En ik bea am: omg r hoo e! nam dle ndemid vera l My is sne Veranderin g dagdagelijk s in op een uur. Jij speelt dyn ami sch en nat ede twe een stra en met nar g bte wat jeugdam ker nog, je heb t ervarin rk en andere par tne rs. Ster dwe jeug lend isse op. nelw srol ep,s nier ren de doelgro , je nee mt ook nu wee r een pio geschiedenis herhaalt zich teg ische verande ring en – de rnde ringen niet altijd voor iede aan met zo’n ing rijpende vera omg dat ook ijk ijnl rsch waa Maar jij voelt ip en afscher min gre flex en. roe pt wee rstand op, onbegr een evident is. Veranderin g e situ atie. ten zich in een vergelijk bar geleden bevonden jeugddiens jaar ntig Twi len. lan in de stel idsp ust Ik wil je ger eer ste sect orale bele ste jeugdwe rkbelei dsplan, het eer het n toe reef sch na ove r r ste nge eer Jij of je voorga gen en dacht als ulee rde als eer ste doelstellin form Jij n. ture bes le te gem loka vor van id geschiedenis rs om par ticipat ief bele jeugddiens ten waren koplope ale Lok . ren cato ndi idsi visie en bele ep keu zes te mak en. ven en samen met de doelgro de gemde, andere, amb ten aar in bte naar gez ien als de vree dam jeug e sch ami plane dyn de tiev d Ook toe n wer cep ten als communica ook toe n nog niet rijp voor con k blee uis teh een gem het En mee ntebijt. flex ibele werkuren. nin g , omgevin gsanal yse en swe rk. we het effect van dit pionier twintig jaar na dat um, zien Nu, n. staa g daa jeugdvan van we r me Maar kijk waa het som s blin d enthou sias ken we aan de dyn amiek en dan leid dbe n een jeug toe t ke Wa ster Het hui dige ongen voor de goede zaak. voe ren, op de bar rica de spr in om stro de n tege die n, amb ten are evident ie. is nu in veel gemeenten een ono verk omelijke berg leek, en wee rteg reerd bele id op onbegr ip de zoektocht naar mee r geïn in je als n dige nier smoe pio ont aan n niet Dus laat je ma ar. En het is eige that. Om arm je rol van pionier e don re, the n rtuiBee ove vu! s à Déj eloo stan d stoot. deloos van het eind combineer t. Je wordt som s moe en trer frus en ook er ken zek dek en ont t werk dat het neu s. Maar je haalt vas gt af en toe het dek sel op de krij je en tici poli en ’s ega gen van coll . zoeken en kan sen ont dek ken ene rgie bij collega’s die ook den spoor van hun act ieve jeugdra goestin g omgord den en in het vol zak rug t hun s sias nier hou pio Ent . ste Sind s de eer eerd, en waarge ma akt is er heel wat ont dek t, gep rob en, zett rt kaa de op leid het jeugdbe ga en pionier! tot grote verande ringen. Dus pionier swe rk kan dus leiden
Je per soonlij ke fan
20
M JP 2 0 1 4 - 2 0 1 9
werken op de jeugddienst
Eénmansdienst aan de slag met kerncompetenties Tekst: Ellen De Boeck, Nele De Schouwer
Elke éénmansjeugddienst kent het gevoel: je moet goed zijn in àlles, van netwerken met kinderen en jongeren tot het verdedigen van je jeugdbeleidsplan voor de gemeenteraad. Maar wat is nu het belangrijkst? En kan je daarin kiezen? En hoe kies je daar zinvol in? Nele De Schouwer van jeugddienst Affligem worstelde ook met deze vragen. Ze ging op zoek naar een tool waarmee ze samen met haar schepen, diensthoofd of secretaris kon bepalen welke competenties ze nodig heeft. Fu n ctiepr o f iel Iedereen zou een uitgewerkt functieprofiel moeten krijgen als hij begint aan een nieuwe job. Waarin je terugvindt welke taaken gedragscompetenties van je verwacht worden. Een basis om een cyclus van functionerings- en evaluatiegesprekken op te starten. Zo kan je groeien als werknemer en zo heeft je werkgever een objectieve manier om die evolutie op de voet te volgen. Helaas staat nog niet elk gemeentebestuur zo ver in personeelsbeleid. Dus ging Nele op onderzoek voor haar eindproef in de opleiding jeugdconsulent.
H et wiel va n Q ui n te s s e n ce Eerste conclusie na het opvragen van een tiental profielen: heel wat functieprofielen van jeugdconsulenten bevatten vooral taakspecifieke competenties: opstellen van een jeugdbeleidsplan, activiteiten opzetten voor Grabbelpas, organiseren van een zomerfestival… Eigenlijk vormen ze eerder een takenlijst van de jeugdconsulent dan een competentielijst. Daarvoor moeten we kijken naar vaardigheden en attitudes: netwerken, flexibiliteit, creativiteit, klantgerichtheid… Net die competenties bepalen welk gedrag je als jeugdconsulent moet hanteren. Er bestaan heel wat hulpmiddelen om na te denken over gedragscompetenties. Nele vond heil in het wiel van Quintessence: 38 gedragscompetenties, onderverdeeld in zes clusters. Met die 38 ging ze aan de slag.
O m s chrijvi n g e n n iveau De volgende stap is een omschrijving voor elke competentie. Want, geef toe, wat versta jij onder ‘oordeelsvorming’ of ‘flexibiliteit’? Het is belangrijk dat jeugdconsulent en diensthoofd of schepen hetzelfde verstaan onder één competentie, zodat je bij discussies over hetzelfde praat. Nele vertaalde elke competentie naar een omschrijving toegepast op het werkgebied van een éénmansjeugddienst. Maar daar blijft het niet bij. Je kan natuurlijk ook evolueren binnen een bepaalde competentie. Daarom onderscheidt Nele vier niveaus per competentie: beginner, junior, professional en expert. In enkele competenties moet je expert zijn, in anderen volstaat een juniorniveau. Nele merkte op dat je als éénmansjeugddienst bijna elke competentie minstens op professioneel niveau nodig hebt. Wat te verwachten is, maar het er niet makkelijker op maakt.
I n de pra k tij k Het eindresultaat is een Excel tabel met 38 competenties en hun omschrijving, onderverdeeld in vier niveaus. Hoe ga je hier nu mee aan de slag? Het ultieme doel: jouw gemeente gaat aan de slag met een uitgewerkt systeem van competentiemanagement. Ga zeker eens aankloppen bij jouw personeelsdienst met je ideeën hierover. Je kan er ook zelf mee aan de slag. Kies er de tien competenties uit die jij het belangrijkst vindt in je job en laat je diensthoofd en schepen hetzelfde doen. Bespreek de resultaten en ga in discussie over de competenties die zij van jou verwachten. Het is een handig instrument om op een objectieve manier te praten over de prioriteiten die je als éénmansdienst sowieso moet stellen. En je krijgt een veel beter zicht op je eigen evolutie als werknemer. Een win-winsituatie voor de gemeente en voor jezelf!
aa n de s lag m et het m o del va n Nele ? http://www.slideshare.net/VVJvzw/sessie-41competentiesorteertabel-met-3-niveaus Nele De Schouwer, jeugdconsulente Affligem, nele.deschouwer@affligem.be of 053 64 72 22.
werken op de jeugddienst
21
Advies • Ontwerp • Realisatie l
Antwerpen l 03 482 4067 l www.speelprojecten.be
kinderspel
We speuren met een ruime blik samen met u naar optimale speel- en ontplooiingskansen.
Veiligheidspartner voor speeltuinen
· Naast de wettelijke verplichtingen is advies en ondersteuning ook inbegrepen in ons dienstenpakket · Onze rapporten worden bij een persoonlijk gesprek voor u glashelder uitgelegd · Uitdagend speelplezier voor engeltjes en bengeltjes is onze motivatie
kinderspel is lid van NVCS
Risico-analyse • Controles bij indienststelling en periodiek • Keuring met Europees certificaat • Projectbegeleiding Lampestraat 175 - 8510 Rollegem - info@kinderspel.be - www.kinderspel.be
VVJ en jeugddiensten op Facebook Geen tweede leven online? Geen nood, dankzij deze pagina hoef je geen enkele belangrijke facebookpost te missen.
Korte metten met sigaretten 8 mei 2 0 1 3 ∫ 9 u 0 2
foto © gasboete.be
Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie, kortweg Vigez, lanceerde onder de iets meer catchy naam ‘Korte metten met sigaretten’ een campagne over stoppen met roken op maat van jongeren. Via hun Facebookpagina kon je meedingen naar leuke prijzen via quizvragen over stoppen met roken. Ook wij deelden deze wedstrijd. Wie weet won er wel één van jouw jongeren?
Meer informatie vind je op www.vlaanderenstoptmetroken.be of op www.facebook.com/KorteMettenmetSigaretten
Nostalgie verzekerd! 1 8 april 2 0 1 3 ∫ 9 u 2 3
Hoewel de job van jeugddienstmedewerker geen reputatie heeft van langdurig engagement, zullen er toch heel wat onder jullie hun nostalgisch hartje kunnen ophalen bij de VIMEO-pagina van Mediaraven. Honderden filmpjes uit het JaviTVverleden kan je herbekijken: van de lancering van Fuifpunt over een paar vormingsdriedaagses tot de stapdag van 2004. Wij beleefden er in ieder geval een mooie retro-ochtend mee.
Wil je ook eens een kijkje nemen? Surf dan naar http://vimeo.com/mediaravenvzw en zoek op de term ‘VVJ’
We zochten en vonden… 1 2 april 2 0 1 3 ∫ 1 2 u 2 0
… jeugddiensten die hun animatoren tewerk stellen via artikel 17 om op die manier gebrevetteerden en hoofdanimatoren te vergoeden, met dank aan Zonhoven, Aartselaar, Ichtegem en Affligem voor de voorbeelden! … ervaringen met zaalreservatiesystemen: Recreatex is blijkbaar populair, maar ook Prosport, Chiron en Yesplan zijn door jullie gegeerd. … voorbeelden van aanplakreglementen voor affiches. Ook hier reageerden jullie weer gul: Jeugddienst Deinze dankt Oostkamp, Duffel, Brecht en Beernem!
Ook een vraag stellen via onze Facebookpagina? Stuur een mailtje naar info@vvj.be
V VJ gaf samen met 212 organisaties tegenGAS 2 8 mei 2 0 1 3 ∫ 1 1 u 2 2 213 organisaties uit het middenveld vroegen de kamerleden met aandrang om tégen strengere GAS-boetes te stemmen. De kritiek op het wetsvoorstel is fundamenteel en gaat over de scheiding der machten, het begrip ‘overlast’ en de aanpassing van het wettelijk kader zonder evaluatie. Ondanks het massale protest en een publieke opinie die zich duidelijk tegen de nieuwe GAS-wetgeving heeft gekeerd, heeft de actie weinig opgeleverd. Op 30 mei werd het wetsvoorstel rond de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) plenair goedgekeurd in het federaal parlement. Er wordt gekeken welke juridische stappen verder mogelijk zijn.
23
De brief aan de kamerleden en de laatste stand van zaken vind je op www.gasboete.be.
Uit het dagboek van een jeugdconsulent
Naa m
Tom Van den Bossche B er o ep
Stafmedewerker jeugd en ontwikkelingssamenwerking Gooik A m bitie
Aangepaste fuif- en cultuurinfrastructuur in de gemeente voor de kinderen en jongeren van nu en de volgende generaties. het m ee s t tr o t s o p
De ondersteuning van jeugdverenigingen in de renovatie van hun lokalen met als resultaat een nieuw jeugdverblijf en de oprichting van een sterke vzw. Een mooi voorbeeld van samenwerking tussen verenigingen, gemeente en parochie. L eu k weetje
Mensen zijn op de dienst Vrije Tijd altijd welkom voor een tas koffie, een babbel of vragen. Soms wordt er hier zelfs stevig gediscussieerd maar onze deur blijft steeds breed genoeg om er met twee door te stappen.
24
De roots van Tom liggen in het jeugdwerk. Lid en later leiding van KAJ - Essene, kernlid van jeugdhuis Avilo en hoofdanimator van de speelpleinwerking en Grabbelpas Affligem… Hij heeft er naar eigen zeggen heel wat geleerd en geëxperimenteerd en er ook zijn echtgenote ontmoet. Na een carrière als opvoeder in de bijzondere jeugdbijstand en een tussenstop als chauffeur bij De Lijn maakte hij drie jaar geleden de overstap naar jeugd en ontwikkelingssamenwerking in Gooik. Een terugkeer naar zijn roots. Eens Kajotter altijd Kajotter! DAGBO E K
“Fuif- en cultuurinfrastructuur voor deze en volgende jonge generaties!” Zondag
Omdat een jeugddienst wel eens tegendraads mag zijn, begin ik dit dagboek op zondagmorgen om 7 uur. Het doet wat pijn omdat ik zaterdagavond (en nacht) met de KLJ enthousiast haar 60-jarig bestaan vierde. Vandaag is het “Cycling Dinner”. Een culinaire fietstocht langs handelaars die werken met fairtrade- en streekproducten. De opkomst is mooi, de zon schijnt en de gemiddelde leeftijd is 50 jaar. De voorzitter van de adviesraad ontwikkelingssamenwerking en ikzelf zitten in de volgwagen. Het is fijn om te zien dat iedereen geniet van de eerste zon en de lekkere gerechten onderweg. Missie geslaagd. Ik bekijk thuis de foto’s en ga met een goed gevoel naar bed.
Maandag
Opstaan, de kinderen klaarstomen voor school, ontbijten en vertrekken naar het werk. Mijn baard begint stilaan op die van Jezus in zijn hoogdagen te lijken. Maar geen probleem want ik heb mij laten wijsmaken dat baarden hip zijn. Kijk maar naar George Clooney, Brad Pitt en dichter bij huis Koen De Graeve. Vandaag staat de “vorming jeugdruimte” op het programma. Gratis aangeboden door de provincie Vlaams-Brabant, waarvoor dank. Deze vorming neemt het thema ‘Jeugd en ruimte’ onder de loep. Thema’s die aan bod komen waren: participatie, speelruimte, inrichting van speelruimte, speelweefsel, mobiliteit,… Onze dienst Vrije Tijd is mooi vertegenwoordigd, aangevuld met de coördinator van de kinderopvang. De vorming werd gegeven door Kind en Samenleving. We bespreken twee concrete projecten en werken die verder uit. De dag vliegt voorbij. Er wordt gebrainstormd, gedroomd, getekend,… Wat mij bijblijft is de passie van deze mensen. Wij kijken alvast uit naar het verslag om hiermee aan de slag te gaan samen met het gemeentebestuur.
Dinsdag
Het is niet zo gemakkelijk om af te spreken met de jeugdraadvoorzitter. Vergaderingen, werk of privé, er komt altijd wel iets tussen. Gelukkig is er nog de technologie. Via mail sturen we punten, de vernieuwde statuten en agenda door.
DAGBO E K
Het is niet ideaal maar zaterdag spreken we voor de jeugdraad wat vroeger af om de vergadering verder voor te bereiden. De statuten zien er goed uit. Veel ruimte voor inspraak voor de verenigingen. Een uitdaging wordt wel om onafhankelijke jongeren te betrekken bij het jeugd(werk)beleid in Gooik. Ik drink mijn twaalfde tas koffie, rook een sigaretje, haal er de powerpointpresentatie van VVJ over jeugdwerkondersteuning bij en droom even weg naar een wit strand op de Caraïben.
Woensdag
In de voormiddag is er een presentatie voorzien van Demos over ‘participatie en democratie’ in het OCMW. We bekijken hoe we als dienst Vrije Tijd met het OCMW kunnen samenwerken om gezinnen in armoede te laten participeren aan sport, cultuur en jeugd binnen de gemeente. Een heel interessante oefening die zeker vervolgd wordt binnen de meerjarenplanning van de gemeente. In de namiddag geniet ik van het zomerse weer en werk ik met mijn dochtertje verder aan onze mini-moestuin. Zalig!
Donderdag
Donderdag is administratiedag. Ik maak de nota voor het Schepencollege op met enkele vragen van de jeugdverenigingen. De scouts willen de dorpsfeesten nieuw leven inblazen en vragen hiervoor ondersteuning van de gemeente. Fijn initiatief waar ik zeker aan wil meewerken. Ook Gooik Mondiaal, de adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking heeft een vraag: om een bedrag te voorzien voor noodhulp aan de slachtoffers in Syrië. Ik lees de perstekst na van het gloednieuwe Comedyproject ‘Zennekikomiek’ en bekijk de foto’s die gemaakt zijn van de ‘making of’ van het virale promotiefilmpje. Dit project is een samenwerking tussen GC’s, CC’s en jeugddiensten van de regio Zennevallei/Pajottenland. Fijne bende! ’s Avonds ga ik nog langs bij het feestcomité ‘Strijland leeft’. Met een groepje enthousiaste mensen willen we onze buurt nieuw leven inblazen. Na zes jaar wonen in Gooik begin ik mij stilaan een echte Gooikenaar te voelen. Een fijn gevoel.
∆
25
voor u bekeken
D o s s ier V er k eer s lee f baarheid Download het Dossier Leefbaarheid van de website van Mobiel 21: www.mobiel21.be/nl/content/ leefbaarheid Verkeersleefbaarheid, dat zijn 20 letters die het verschil kunnen maken tussen tevreden en verontwaardigde burgers, tussen een gezellig dorp waar mensen elkaar ontmoeten of een grijze strook asfalt waar auto’s overheersen. Met het dossier Verkeersleefbaarheid zoomt Mobiel 21 in op dit complexe begrip aan de hand van acht indicatoren en enkele voorbeelden. Zo hopen ze op basis van meest recente onderzoeken en studies burgers te inspireren om hun bezorgdheden en eisen voor een leefbare buurt te onderbouwen. Maar ook nieuwe bestuursploegen vinden in dit dossier stof en instrumenten om te werken aan de leefbaarheid van straten en wijken. Elke mobiliteitsoplossing verdient immers inspraak van burgers, experten en bestuursleden. En het helpt als je dezelfde taal spreekt.
∆
I n s piratiebu n del o ver participatie Bekijk de bundel via www.dewakkereburger.be Onlangs organiseerde de Wakkere Burger een intervisie met schepenen en burgemeesters met de bevoegdheid participatie waarbij een viertal thema’s aan bod kwamen. De inspiratiebundel schenkt aan vier thema’s aandacht: een participatieve aanpak meerjarenplan, de rol van gemeenteraad en adviesraad in een duurzaam participatiebeleid, eparticipatie en burgers betrekken bij het veiligheidsbeleid.
J o n ge burger s : k i n derce n tra al s de m o crati s che o e f e n plaat s
Over vrijbuiter s e n a n k ertijd : de tijd s belevi n g va n k i n dere n o n der z o cht
Bestel het boek via www.epo.be
Bestel het boek voor 15 euro verzendkosten inbegrepen bij Kind & Samenleving: mail je naam, adres en titel van het boek naar info@k-s.be.
Een interessant boek voor wie werkt met kinderen en aandacht wil hebben voor de vorming van democratisch burgerschap. ‘Jonge burgers’ bevat onderzoek en praktijkervaring van een aantal nationale en internationale auteurs en is gebaseerd op het project ‘Kindercentrum en school als democratische oefenplaats’. Welke competenties heb je daarvoor nodig? Hoe kies je de juiste methodiek, hoe stel je de juiste vragen? Het boek biedt concrete antwoorden (inclusief praktijkvoorbeelden) en laat dat nu net zijn waar jeugdconsulenten vaak naar op zoek zijn. Anke van Keulen (2013) Denk groot, doe klein · Het kindercentrum als democratische oefenplaats.
∆
Q ua J o n g , D e wereld v o lge n s k i n dere n e n j o n gere n
∆
Bekijk het eerste nummer via http://www.k-s.be/docs/QuaJong1-1.pdf Abonneer je gratis op de volgende nummers via www.k-s.be/newsletter/subscriptions/ QuaJong is het nieuwe e-magazine over het perspectief van kinderen en jongeren in onderzoek, praktijk en beleid van Kind & Samenleving. Het gaat ook over kwalitatief onderzoek en over jong-zijn, maar met ruimte voor de blik van jonge en volwassen kwajongens en -meisjes.
∆
∆
Het gezin, de kinderopvang, het vakantiespeelplein, de sportclub: allemaal geven ze de (vrije) tijd van kinderen een zekere organisatie. Kinderen gaan daar actief mee om, spelen in op kansen en trachten beperkingen te omzeilen. Zo geven ze die tijd mee vorm en kleur. ‘Over vrijbuiters en ankertijd’ onderzoekt hoe kinderen hun alledaagse tijd beleven en er zin aan geven. Nu eens zijn kinderen vrijbuiters, volop bezig hun tijd helemaal zelf vorm te geven. Dan weer zijn ze op zoek naar ankertijd: tijd die toelaat om zich geborgen te weten en zich thuis te voelen. Johan Meire (2013), Over vrijbuiters en ankertijd. De tijdsbeleving van kinderen onderzocht. Brussel: Kind & Samenleving.
T o e k o m s te n v o o r participatie Te bestellen via www.politeia.be Participatie krijgt steeds meer aandacht van lokale besturen. Vaak zoeken besturen vertrouwde paden op en komen ze uit bij adviesraden, hoorzittingen of andere klassieke instrumenten. Er dient zich echter een heel nieuwe generatie van participatie-initiatieven aan, waarbij de klemtoon ligt op tweerichtingsverkeer en niet enkel meer op het betrekken van bewoners bij plannen van de gemeenten. Lokale overheden houden de vinger aan de pols bij de plannen en initiatieven van burgers. Deze pocket wil inspiratie bieden om burgerinitiatief en participatie een sterke plaats te geven in het lokale beleid.
∆
26
voor u bekeken
Colofon H o o f dredactie
Leen Bartholomeus V o r m gevi n g
MadebyHanna.com R edactie
Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Ellen De Boeck Nele De Schouwer Ilse Holvoet Sofie Marque Imke Pichal Filip Stallaert Koen Steuperaert Nathalie Van Ceulebroeck Tom Van den Bossche Kaï Van Nieuwenhove Jitske Verwimp
Foto’s
Ilse Holvoet, Pieter Vanhaecke, Bart Baekelandt, Miguel Pires da Rosa, iStockphoto C o ver f o t o
iStockphoto V. U . Ka ï Va n Nieuwe n h o ve REDACTIE
Ossenmarkt 3, 2000 Antwerpen T 03 821 06 06, info@vvj.be Dropzone is een tijdschrift van de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten vzw. Abonnementinfo? Mail info@vvj.be
Met steun van
M/V met talent Tekst: Kaï Van Nieuwenhove Misschien heeft u hem/haar al zien zitten, de m/v met talent aan het dampoortstation te Gent. Hij/zij zit ’s avonds, vanaf wanneer de automatische deuren sluiten, in een hoekje in de centrale gang. Ik ben er zeker van dat hij/zij daar slaapt, beschut tegen regen en wind maar overgeleverd aan de seizoenen. Eerst dacht ik dat zij een hij was. Jongensachtig, met die verwaaide haardos en die guitige bolle kaken. Ook haar wenkbrauwen verrieden mannelijke trekken. Maar ik twijfel. Zijn stem is te meisjesachtig en haar ogen te vrouwelijk. Ik zag onlangs ook dat hij/zij mankte, en steeds meer. Het slepen van de voeten was vroeger amper merkbaar. Nu trekt hij/zij met beide handen zijn/haar rechterbeen op om een hindernis te overbruggen. Onlangs sprak een oude, bezorgde, en eveneens mankende grijsaard die samen met mij van de trein stapte om 22u hem/haar aan. De goedmenende grijsaard, duidelijk ook niet gespaard van de grillen van onze maatschappij, vroeg of hij/zij hier ging slapen. Slapen in zo’n stationsgang kon toch niet goed zijn? Zeker niet op zijn/haar leeftijd? Ik schat hem/ haar vijftien. Ofwel heeft hij/zij een afwijking die de groei belemmerde, want hij/zij lijkt zich volwassen een weg te banen door dit leven. De grijsaard krijgt antwoord. Hij/zij is weggelopen thuis, het leven op straat bevalt hem/haar wel. Ze/hij hoeft geen verantwoording af te leggen. Zij/hij geniet overigens wel bescherming. Niet vanuit politieke of formele hoek, maar van hangjongeren. Jongeren die dagelijks in het station hangen maken geregeld een praatje met hem/haar. Ze bekijken hem/haar met een bezorgde en verzorgende blik. Ze zien dat hij/zij chipszakjes van straat raapt en chocoladerepen vermoedt achter de omhulsels in de vuilbakken. Deze jongeren bekommeren zich om hem/haar. Haar/hem zal niets overkomen. Toch niet in de directe omgeving van het dampoortstation. Hij/zij heeft onlangs ook het kapitalisme ontdekt. Hemd, jas en laaghangende jeans maken van dag één de dienst, de grote zak van den aldi is nieuw. In deze zak zitten dekens, of toch iets dat daar moet voor doorgaan, en extra stoffen,voorbereid op koning Winter. Zijn/haar bezittingen zijn duidelijk vermeerderd, er is vooruitgang in zijn/haar te mijden situatie. Al wat ik schreef zijn beschrijvingen gebaseerd op vermoedens. Groter zijn de raadsels en vragen . Werd hij/zij thuis geslagen? Heeft hij/zij lichamelijke problemen? Kent hij/zij de weg naar de hulpverlening? Of bewandelde ze/hij al een deeltje van deze weg, om vast te stellen dat deze weg haar/hem terug wilde sturen naar hetgeen hij/zij net ontvlucht was? Is het mijn morele plicht om hem/haar te vragen of ze de weg kent? Of ik bereid me in gedachten voor op de dag dat de nood het wint van de trots. De dag dat te weinig hulsels nog een restje chocolade bevatten. De dag dat ze/hij me twintig cent vraagt. Zal ik die geven? Zal ik er ook iets bij zeggen? Ik zit er mee in. Ik vind het schrijnend. Ik denk er over na. Ik tracht mijn gevoelens te plaatsen en ik tracht me te verplaatsen in hem/haar. En terwijl ik dat doe, terwijl ik mijn gedachten orden en deze woorden schrijf, ligt hij/zij te slapen in een hoekje in de centrale gang van het dampoortstation…