Verantwoordelijk uitgever: VVJ vzw | Marc Ipermans Vijverlaan 53 | 2610 Wilrijk
BELGIË - BELGIQUE P.B.
Afgiftekantoor 2610 Wilrijk Erkenningsnummer P206352
2610 WILRIJK BC 1697
tijdschrift voor lokaal jeugdbeleid Jaargang 18 nr. 4 | september 2009 Verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec
Amateurkunstenbeleid Op zending naar Slowakije Onderzoek brandveiligheid september 2009 • p 1
inhoudstafel
jeugdinformatie
Externe informatieproducten Hoe ga jij om met de berg informatie voor kinderen en jongeren die je dagelijks op je bord krijgt?
8 3
edito
4
over vvj
6
8 10
Zijn er nog zekerheden? De toekomst van het jeugdbeleidsplan as such is onzeker, dat is zeker. Nieuwtjes Deze rubriek bestaat enerzijds uit nieuws van de interne keuken van VVJ en uit aankondigingen van eigen activiteiten.
jeugdbeleid
Preventie- en jeugdwerk: samen sterk? Over jeugd- en preventiediensten en alcohol- en drugbeleid, vinden ze mekaar?
jeugd & cultuur
Amateurkunstenbeleid Hoe ondersteun je (jonge) amateurkunstenaars optimaal?
COLOFON
HOOFDREDACTIE Leen Bartholomeus VORMGEVING IO - Els De Pauw REDACTIE Leen Bartholomeus Bart Bekker Lieven Casteels Bart Derwael Koen Depreitere Hans Dieleman Dominique Goossens Ilse Holvoet Marc Ipermans Sofie Marque
p2 •
Amateurkunstenbeleid Hoe ondersteun je jong talent?
10 12
internationaal
15
vrijetijdsbeleid
18
jeugdwerk
20
de jeugddienst
jeugdinformatie
Externe informatieproducten De jeugddienst als doorgeefluik voor jeugdinformatie van derden.
september 2009
de jeugddienst
jeugd & cultuur
Op zending naar Slowakije Sara van de jeugddienst van Tienen ging er kijken naar het jeugdbeleid en kwam terug met een boeiend verhaal. STAP bevraging De eerste tendensen uit de bevraging over onze STAP dienstverlening. Dag van de jeugdbeweging 23 oktober is het zover! Lees hoe ’t wordt gevierd in heel Vlaanderen en hoe Zomergem zo z’n eigen feestdag heeft. Hoe kom je tot verandering en verbetering? Test je werkstijl op twee manieren en zet de eerste stap naar verandering!
Kaat Peeters Koen Steuperaert Sara Ulens Nathalie Van Ceulebroeck Paul Vandevelde Annelies Van de Wouwer Kris Van Dijck Tina Van Havere Hans Vannuffelen Kristof Vansteenkiste Wouter Vanvinckenroye Ben Verstreyden Greet Vorsselmans Sofie Willems
FOTO’S Els Decock Thomas Sennesael David Samyn Sara Ulens KLJ COVERFOTO ‘Bissejam’, Bissegem organiseert actie in het kader van de Hangman campagne Foto: Maarten Devos EINDREDACTIE Leen Bartholomeus
Hoe kom je tot verandering en verbetering?
Ben jij een ESTJ of niet? Ontdek hoe het antwoord de efficientie van je werk verhoogt.
20 24
jeugdwerkinfrastructuur
28
JBP 2011-2013
32
de jeugddienst
34
voor u bekeken
36
uitsmijter
Onderzoek brandveiligheid Een inventaris van de staat van jeugdlokalen met aanbevelingen voor de toekomst. Helemaal klaar voor het planningsjaar? Een eerste opwarmertje voor je nieuwe JBP! Uit het dagboek van Robin Ronsyn Een Geraardsbergse jeugd(dienstmede)werker pur sang wiens hart deeltijds klopt voor jeugdhuis De Ressort. Publicaties, initiatieven en websites We stellen jullie een waaier voor van publicaties, initiatieven en websites van derden. Handig, Bondig. Leerrijk. Intergenerationele communicatie
ALGEMENE INFO Dropzone is een tijdschrift van de
REDACTIE Vijverlaan 53 2610 Wilrijk T: 03-821 06 06 F: 03-821 06 09 E: info@vvj.be
Dropzone is gratis voor jeugddiensten en partners in het jeugdbeleid. Een abonnement kost 12 euro en kan je aanvragen via smarque@vvj.be
DRUKKERIJ Jansen - Hoeselt
Met steun van
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Marc Ipermans
Zijn er nog zekerheden?
| edito
Zijn er nog zekerheden? De afgelopen 15 jaar waren er voor jeugddiensten een aantal zekerheden. Zo was er de zekerheid dat er om de drie jaar een vers jeugdbeleidsplan verwacht werd, waarin het jeugdbeleid in je gemeente werd uitgetekend. De zekerheid ook dat je tijdens dat planparcours een aantal voor iedereen herkenbare momenten tegenkwam. Van het moment waarop je ruim op tijd je werkplanning uitstippelt tot het moment dat die deadline akelig dichtbij blijkt. Van het moment dat je in functie van de planning eindelijk de kans krijgt om met die jonge gasten aan de bib eens een babbel te doen over hoe zij de zaken zien tot het moment waarop je in de stuurgroep plots op de juiste formulering komt om wat je daarmee wil doen in een SMART-geformuleerde doelstelling te vatten. En zo zijn er ontelbare voorbeelden. We hopen dat jullie de komende maanden die herkenbare of verrassende momenten weer met ons zullen delen. Want dit najaar start in elke gemeente dit planningsproces weer op, dit keer voor het plan 2011-2013. >> Marc Ipermans
En daarna? In het regeerakkoord lezen we samen met jullie dat de Vlaamse regering zinnens is om het jeugdbeleidsplan, net zoals alle andere sectorale plannen, te integreren in het legislatuurplan van de gemeente. Verdwijnen daarmee alle zekerheden voor de jeugddiensten en zet dit het lokale jeugdbeleid op losse schroeven?
“VVJ staat er op dat de verworvenheden van het decreet lokaal jeugdbeleid bewaard worden in de nieuwe aanpak.”
Niet noodzakelijk. Wat de toekomst precies zal brengen is nog koffiedik kijken. Een geïntegreerd meerjarenplan van de gemeente biedt in ideale omstandigheden zeker kansen om te komen tot een betere afstemming van het jeugdbeleid op de andere beleidssectoren, een aloude verzuchting - en frustratie - van veel jeugdconsulenten. Maar daarvoor moeten natuurlijk wel een aantal voorwaarden vervuld zijn. VVJ staat er alvast op dat de verworvenheden van het decreet lokaal jeugdbeleid, bijvoorbeeld op vlak van communicatieve planning, bewaard worden in de vernieuwde aanpak. En dat de stielkennis van de jeugdconsulent als expert en motor van dit lokale jeugdbeleid wordt erkend. Dat de VVJ de komende jaren dit dossier zeer nauwgezet zal opvolgen, daar mag je als jeugddienst zeker van zijn! Achter de schermen treffen we de nodige voorbereidingen om zo goed mogelijk op de toekomstige ontwikkelingen te kunnen anticiperen. Maar laten we niet te ver op de feiten vooruit lopen en eerst met volle overgave dit nieuwe plan aanpakken! Het eerste wapenfeit waarmee VVJ voor je klaarstaat zijn de Plan-kuren, de nieuwe roepnaam voor onze oude vertrouwde vormingsdagen voor jeugdambtenaren in oktober. Zoals de traditie het wil, over alle aspecten van jeugdbeleidsplanning. Heel graag tot dan!
Marc Ipermans
september 2009 • p 3
POSKAART1_RECTO.pdf
over vvj | Nieuwtjes
5/5/09
11:17:54 AM
streekp ro duc t w w w.deh angm an.be
Welkom Dominique Ging de september editie van Lopend Vuur aan je voorbij? Dan krijg je hier een herkansing om kennis te maken met Dominique Goossens, onze nieuwe halftijdse administratieve medewerkster: “In 2007 werd ik aangeworven op de jeugddienst van Borsbeek, daar kwam ik in contact met het jeugdwerk. Na een reorganisatie werk ik nu nog op donderdag op de sport- en cultuurdienst in het gemeentehuis van Borsbeek. Ik woon in Borsbeek en heb twee jonge kinderen, een zoon van negen, Sammy en een dochter van drie, Julie. Bij VVJ kan ik wat ik eerder op de jeugddienst opstak goed gebruiken. Ik zal vooral de administratieve ondersteuning van STAP voor mijn rekening nemen. Ik werk halftijds bij VVJ en ik ben te bereiken op maandag, dinsdag, woensdagvoormiddag en vrijdag, via 03-740 76 43 en dgoossens@vvj.be.” Welkom Dominique!
Familienieuwtjes bij VVJ De familie Depreitere verwelkomde op 25 juli een flinke zoon, Jools. Jools is het broertje van Lewis, Betty-Sue en Mary-Beth. En nog meer heugelijk nieuws! Op 1 augustus stapte ‘onze’ Sofie, beter bekend als Sofie Marque, in het huwelijksbootje.
hangman
Studiedag Hangman op 14 oktober
gman
han
hangman
Tijdens de studiedag van 14 oktober geven de organisaties achter de Hangman campagne maar wat graag de inzichten en expertise prijs die ze opdeden tijdens het voorbije campagnejaar. Ze kunnen hiervoor rekenen op de inbreng van heel wat steden en gemeenten die op hun lokaal niveau knappe dingen realiseerden. Dit alles wordt mooi gekaderd door experten van allerlei slag die er hun deskundig licht over laten schijnen. Hopelijk kunnen we ook op jouw inbreng rekenen om de opgedane kennis te ontsluiten, verspreiden en vertalen naar jouw lokale situatie. Kom af! Woensdag 14 oktober van 9u00 tot 17u00. Huis van de Sport, Boomgaardstraat 22, 2600 Berchem. Meer informatie en inschrijven: www.dehangman.be.
Proficiat!
Vormingsagenda
Stip alvast deze data in je agenda aan !
oktober 2009
november 2009
01-02/10
VVJ starterstweedaagse
10/11
Opleiding jeugdconsulent 2e jaar
06/10
VVJ Oost-Vlaanderen
14/11
Trip Lokaal, provinciale trefdag West-Vlaanderen
08/10
VVJ Antwerpen, VVJ Limburg, VVJ Vlaams-Brabant, VVJ West-Vlaanderen
18/11
Trip Lokaal, provinciale trefdag Limburg
13/10
Opleiding jeugdconsulent 3e jaar
19/11
Opleiding jeugdconsulent 1e jaar
14/10
studiedag ‘Hangman’
26/11
Trip Lokaal, provinciale trefdag Oost-Vlaanderen
15/10
Opleiding jeugdconsulent 1e jaar
20/10
Plan-kuren Vormingsdag voor jeugdambtenaren Berchem
22/10
Plan-kuren Vormingsdag voor jeugdambtenaren Waregem
27/10
Plan-kuren Vormingsdag voor jeugdambtenaren Diest
p4 •
september 2009
Nieuwtjes
| over vvj
Plan-kuren 13u30 Keuze uit zes werkgroepen
NM 5 – Vakantiewerking: kwaliteitsbeleid
opties van de nieuwe minister voor jeugd. Check bij inschrijving www.vvj.be voor de laatste update over de invulling van deze workshop.
middellange en lange termijn.
NM 6 – Tijd voor tieners!
Tieners vormen een bijzondere doelgroep in het lokaDe naam mag dan veranderd zijn, aan de vertrouwde formule le jeugdbeleid. Ze hebben niet alleen een eigen wilNM 3 - Het Jeugdbeleidsplan: een hefboom letje maar ook een heel eigen kijk op hun vrijetijdsvoor de werking van de jeugddienst in al zijn facetten. Dit jaar raken we niet: jeugdbeleidsplanning besteding. Hoe positioneer je jezelf als medewerker Er zijn jeugdbeleidsplannen die voor één reden van de jeugddienst in de wereld van de tieners en geschreven worden: het binnenhalen van Vlaamse schenken we bijzondere aandacht aan hetals werkterrein van prospeler in het veelzijdige jeugdwerklandschap? subsidies voor het lokale Jeugdbeleid. De ‘oer’In het centrum of aan de zijlijn? Volstaan een brede bestaansreden voor deze plannen is nochtans kijk, een gezonde dosis inlevingsvermogen en een grammatoren: het gemeentelijk jeugdwerkbeleid. altijd geweest om gemeenten te activeren en een instrument te geven dat hen helpt stil te laten staan bij hun beleid naar kinderen en jongeren en dit liefst niet enkel op de korte termijn. Zo’n plan kan ook een hefboom zijn voor de eigen interne werking van de jeugddienst. Je hoeft het niet van ons aan te nemen, we gooien een paar ijzervreters in de strijd.
2009
VVJ houdt het scrubzout, de komkommerschijfjes en lange termijnvisieen een hele NM 1 - Nieuwe planners (deel 2) De lokale overheid is in de afgelopen jaren uitgeVervolg van sessie in de voormiddag hoop sprankelend water in 1de aanslag voor,groeid jetotraadt het ofin hetjeopzetten raadt een belangrijke speler van vrijetijdsprogramma’s voor kinderen en jongeren. NM 2 - Prioriteit jeugdwerkbeleid en Gemeentelijk jeugdwerk: speelpleinwerking, Grabhet niet, onze Plan-kuren. De nieuwe naam voor onze vertrouwde jeugdbeleid belpas, tienerwerkingen… zijn aanvullend op het In deze sessie geven we nadere toelichting bij de bestaande jeugdwerk of spelenmet in op specifieke loVormingsdagen voor jeugdambtenaren. Plan-kuren, om nieuVlaamse prioriteiten voor het jeugdwerk- en jeugdkale noden en behoeften van kinderen en jongeren beleid. Ook gaan we dieper in op de in het regeerakzelf. Dergelijke kwalitatieve programmatie opzetten koordinzichten aangekondigde plannen om de sectorale (o.a. we en/of opgefriste aan je planperiode te beginnen en vereist maatwerk: zoeken naar de juiste formule, jeugd)beleidsplannen te integreren in het gemeenhet juiste concept, de juiste lokale invulling om je telijke strategische meerjarenplan. De concrete in-valt plan-kuren omdat het niet te ontkennen het parcours ondoel tedat bereiken, een goed animatorenbeleid… In vulling van deze workshop zal sterk afhankelijk zijn deze sessie zoomen we in op de kwaliteit van een van de mate waarin reeds concrete informatie bederweg wel eens grillig durft te zijn. vakantiewerking en het uitdenken van een visie op schikbaar zal zijn over de prioriteiten en de beleids-
kruiwagen vol creativiteit om een volwaardig tienerbeleid uit te bouwen? Of is er wat meer peper en zout nodig om met deze diverse doelgroep aan slag te gaan? Check it out! Deze sessie is een concretisering van doelgroepenvisie van de voormiddag (“Een vrijetijdsbeleid … voor wie?”), toegepast op tieners.
De folder kreeg je college half september in de bus, en stuurden we jullie ook per mail. Ben je nog niet ingeschreven? Kies de locatie 4 - Plannen schrijven voor SMARTies 16u15 Einde van je voorkeur en NM rep om je plekje Je bent deje fasedan van gegevensverzameling en - ver- te reserveren: werking voorbij, oef! Hoe kom je nu van die berg info tot een strak plan met dito doelstellingen en acties? In deze sessie oefenen we op het SMART formuleren van je doelstellingen, en kijken we hoe je acties en indicatoren in een voldoende tast- en meetbare vorm kan gieten zonder jezelf de nodige speelruimte te ontnemen. En we zetten een stapje achteruit om het geheel in een overzichtelijke structuur te gieten.
Dinsdag 20 oktober, Huis van de Sport Berchem Donderdag 22 oktober, stadhuis Waregem Dinsdag 27 oktober, CC Begijnhof Diest Meer info op www.vvj.be
PLANKUREN EEN STUDIEDAG OVER HET LOKALE JEUGDBELEID EN HET JEUGDBELEIDSPLAN 2011-2013 Een organisatie van de afdeling Jeugd van de Vlaamse overheid en de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten
plankuren2009_folder.indd 1
1/09/09 20:46
Heeft onze kalender al een plekje veroverd op je muur?
december 2009 01/12
VVJ Limburg, VVJ Vlaams-Brabant
03/12
VVJ Antwerpen, VVJ Oost-Vlaanderen, VVJ West-Vlaanderen
05/12
Trip Lokaal, provinciale trefdag Antwerpen
09/12
Trip Lokaal, provinciale trefdag Vlaams-Brabant
10/12
Opleiding jeugdconsulent 3e jaar
17/12
Opleiding jeugdconsulent 1e jaar
i
Meer info: vorming@vvj.be
Fijn! Hopelijk vond je ook al de tijd om het vormingsaanbod voor het net aangebroken werkjaar uit te pluizen. Met voor elk wat wils, over een scala aan thema’s, gespreid over losse vormingsmomenten en verschillende vormingstrajecten. Wie snel is, kan nog starten aan onze opleiding jeugdconsulent. Wil je exemplaren van de vormingsbrochure en/of de kalender bijbestellen? Dat kan via een eenvoudig verzoek naar info@vvj.be.
VORMINGSAANBOD & PROVINCIALE BIJEENKOMSTEN VOOR JEUGDDIENSTEN PROGRAMMA 2009-2010
1
vormingsbrochure_0910.indd 1
20/08/09 20:35
september 2009 • p 5
jeugdbeleid | Preventie en jeugdwerk: samen sterk?
De samenwerking tussen jeugddienst en preventiedienst staat bij heel wat gemeenten nog in de kinderschoenen. Dat is één van de voornaamste bevindingen in het eindwerk van Annelies Desmet en Maya Van Holder in het kader van hun opleiding jeugdconsulent. We voelden hen aan de tand over het eindwerk en gingen daarnaast op zoek naar een aantal voorbeelden van preventieacties met een sterke rol voor de jeugddienst.
Preventie- en jeugdwerk: samen sterk? ✒
Tina Van Havere (VAD)
Hoe kwamen jullie bij dit thema voor jullie eindwerk? Maya (jeugdconsulente Pepingen): In het jeugdbeleidsplan 2008-2010 van de gemeente Herne en Pepingen gingen we voor het eerst aandacht schenken aan een alcohol- en drugbeleid. De uitwerking daarvan vormde een mooi aanknopingspunt om ons eindwerk te schrijven over de samenwerking tussen preventiewerkers en jeugddiensten. Beschikken alle gemeenten over een preventiedienst of –werker? Annelies (jeugdconsulente Herne): Uit ons onderzoek bleek dat grotere gemeenten of steden meestal één of meerdere eigen gemeentelijke preventiewerker(s) in dienst hebben. Kleinere gemeenten bundelen de krachten en kiezen voor een intergemeentelijke preventiewerker. De meeste gemeenten stellen het echter nog zonder preventiewerker. Is er in de gemeenten met preventiewerker een vlotte samenwerking met de jeugddienst? Maya: Het overgrote deel van de gemeenten met preventiewerker geeft aan dat er een vorm van samenwerking is met de jeugddienst. Hoe die samenwerking er concreet uitziet verschilt sterk van gemeente tot gemeente. p6 •
september 2009
Annelies: Bij de jeugddiensten waar de
preventiewerker fysiek in de buurt is, aanwezig is op de dienst of in dezelfde gang of ten minste in hetzelfde gebouw, is er een veel nauwere samenwerking. Het lijkt vanzelfsprekend dat de preventiewerker voor elke actie of campagne gericht op jongeren overlegt met de jeugddienst. Bij intergemeentelijke preventiewerkers is dit iets om te bewaken omdat de preventiedienst en de jeugddienst elkaar vaak enkel zien op formele vergaderingen.
Hebben jullie iets kunnen achterhalen over de houding van jeugddiensten tegenover preventiewerk? Maya: Negen gemeenten die geen preventiewerker hebben, vernoemen toch preventieve acties i.v.m. drugproblematiek in het jeugdbeleidsplan. Jeugddiensten hechten toch belang aan het feit dat er preventiewerk gebeurt voor jongeren binnen de gemeente. Heel wat jeugddiensten gaven aan binnenkort met preventiewerking van start te gaan, met of zonder lokale preventiewerker. Waarin zit volgens jullie de meerwaarde van samenwerking tussen de jeugddienst en de preventiewerker(s)? Annelies: Wij pleiten zeker en vast voor een geïntegreerde aanpak wat over-
leg over preventiewerking betreft. De jeugddienst betrekken kan volgens ons een toegevoegde waarde in dit overleg betekenen. Jeugddiensten staan nu eenmaal dichter bij de leefwereld van kinderen en jongeren, en weten als geen ander hoe preventiewerking bij hen te implementeren. Maar laat ons wel duidelijk zijn: de alcohol- en drugproblematiek is een algemeen probleem en niet iets dat enkel bij jongeren voorkomt. Welke ideeën voor samenwerking vonden de weg naar jullie eigen jeugdbeleidsplan? Annelies: Het opstarten van een intergemeentelijk overleg met intergemeentelijke preventiewerker, jeugdconsulenten, afgevaardigden van het jeugdwerk, afgevaardigden van de jeugdraad, lokale politie, schooldirectie, oudercomité, leerkrachten, ouders, privé-uitbaters fuifzalen of danscafé, schepenen jeugd… Maya: In samenwerking met de preventiedienst een plan opmaken, waarbij je na een uitgebreide behoefteanalyse komt tot de formulering van concrete acties. Ook samen preventieacties organiseren zoals campagnes, vorming voor jeugdwerk, jongeren en/of ouders, en samen communiceren en de jeugd informeren vonden de weg naar ons plan.
Preventie en jeugdwerk: samen sterk?
| jeugdbeleid
Drug- en alcoholpreventie in de praktijk
Zelf aan de slag?
Preventie komt in tal van sectoren aan bod (onderwijs, vrijetijd, bedrijvensector, algemene campagnes…) en kan ook over heel uiteenlopende thematieken gaan. We haalden een preventiewerker en jeugdconsulent voor de micro over de manier waarop zij concreet en geïntegreerd invulling geven aan drug- en alcoholpreventie in de gemeente.
VAD biedt je materiaal om vanuit verschillende invalshoeken werk te maken van alcohol- en drugpreventie.
Preventiewerker Katrien Kellens (CAD-Limburg) vertelt: “Onze gemeente heeft een stuurgroep alcohol- en drugpreventie die halfjaarlijks de preventie-acties evalueert en plant. Hierin zitten de schepen van jeugd, welzijnswerkster, de scholen, politie, jeugdconsulent en een preventiewerker van CAD, ikzelf dus. Dit overleg vindt regelmatig plaats. De jeugdconsulent bracht haar expertise inzake jongeren naar voor; ik mijn deskundigheid rond preventie(-modellen). In deze stuurgroep kregen we bijvoorbeeld onlangs signalen over rondhangende jongeren aan het sportterrein. Ze zouden ook drugs gebruiken. De jeugdconsulent en ik hebben een aantal woensdagnamiddagen afgesproken en zijn bij de jongeren gaan zitten. Stilaan vertelden de jongeren ons hun frustraties en gaven ze aan dat ze wel een zinvolle bezigheid wensten. We hebben dit teruggekoppeld naar de stuurgroep en er is een jongerenwerker van CMGJ aangeworven.” Ook Schilde voert een actief preventiebeleid, jeugdconsulent Ann Mous licht toe: “De gemeente Schilde moedigt de jeugdverenigingen en jeugdhuizen actief aan om rond middelengebruik te werken en het roken volledig uit de lokalen te bannen. Zo krijgt elke jeugdwerker een informatiepakket met voor hen interessante publicaties om snel met het thema aan de slag te kunnen. Jeugdwerkinitiatieven of jeugdhuizen die een vorming rond middelengebruik geven voor hun vrijwilligers of bezoekers, krijgen het volledige vormingsbedrag terugbetaald. De lokalen worden door de gemeente uitgerust met voldoende pictogrammen én een bord dat duidelijk de wetgeving rond roken in het lokaal afficheert. Voor de jeugdhuizen met hun bezoekers die een doelgroep op zich vormen, wordt er nog een schepje bovenop gedaan. De gemeente plaatst buiten asbakken én de jeugddienst werkt een systeem uit om elke rookvrije maand te belonen.”
Feestwijzer voor het jeugdwerk Fuiven is de favoriete uitgaansvorm van de Vlaamse jeugd. Elk weekend trekken uitgaanders naar clubs, danscafé’s, het jeugdhuis of de fuiven van de plaatselijke jeugdbeweging. Uitgaan gaat vaak gepaard met middelengebruik, voornamelijk alcohol maar ook illegale drugs. Wil je een fuif organiseren met het oog op het verhogen van plezier voor je bezoekers? Neem dan zeker een kijkje in de Feestwijzer voor het Jeugdwerk. Hierin vind je hapklare tips om je fuif te organiseren met aandacht voor alcohol en andere drugs. Je kunt hem downloaden (http://www.drugsinbeweging.be/documenten/feestwijzerjeugdwerk.pdf) of bestellen: bestelcode JEB06, 2 euro via www.vad.be. Partywise Merk je in je gemeente dat er meer aandacht nodig is voor illegale drugs? Surf dan zeker eens naar www.partywise. be. Campagnemateriaal kan je in kleine oplagen gratis bestellen. ‘Maak jezelf niks wijs’ In april werd er een nieuwe campagne ‘maak jezelf niks wijs’ gelanceerd. De twee hilarische filmpjes kan je bekijken op www.druglijn.be. Handig om ook zelf op je website te plaatsen. De bijpassende affiches, bierkaartjes en muntjes kan je (gratis) bestellen om zelf uit te delen in de horeca of op fuiven. Fantmobiel De jeugddiensten van Essen, Kalmthout en Wuustwezel organiseerden vorig jaar ‘Fuiven zonder kater’. Hot topics waren gehoorschade, promotie en fuiven van A tot Z. Ook veilig fuiven kwam hier aan bod. Om dit te illustreren hebben zij gratis de Fantmobiel van de campagne Feest! ontleend. Op deze website http://www.bekijkheteensnuchter. be/feestpartners/ vind je meer informatie hoe je zelf deze Fantmobiel kan ontlenen met andere nuttige tips om rond feesten te werken in je lokale gemeente.
Heb je zelf nog vragen? Meer info vind je op http://www. vad.be/aanbod/Sectoren/jeugdwerk.html en www.drugsinbeweging.be en bij Tina Vanhavere via tina.vanhavere@ vad.be of 02-423 03 56.
september 2009 • p 7
jeugdinformatie | Externe informatieproducten
Externe informatieproducten binnen een gemeentelijke jeugddienst: selecteren, sorteren…negeren? Dagelijks komt er op de jeugddienst een pak post binnen, zowel in de brievenbus als in de mailbox. Een groot deel van die binnenkomende post is informatie voor kinderen en jongeren. Hoe ga je daar op de jeugddienst mee om? Dat vormt een mooi onderwerp voor een eindwerk in het kader van de opleiding jeugdconsulent, en dat is wat ook Tiemke Gauderis, jeugdconsulente in Oostende ervan dacht. Een verslag van het praktijkonderzoek dat de jeugddienst van Oostende opzette. Van waar de focus in je eindwerk op ‘externe’ informatie? In de praktijk steken heel wat jeugddiensten volgens mij vooral tijd en energie in het optimaal verspreiden van informatie over het eigen aanbod. Maar wat met informatie van buiten de jeugddienst of zelfs de gemeente die op de bureau van de jeugddienst belandt? Als eerste stap voor mijn eindwerk besloot ik in eigen boezem te kijken. Hoe ga ik zelf om met de informatie die er op onze jeugddienst binnenkomt? Hoe heb je dat concreet aangepakt? Ik besloot om dagboekgewijs een tijdlang nauwgezet een aantal zaken te registreren. Welke externe informatieproducten krijgt de jeugddienst van Oostende? Wat doen we met de info die binnenkomt? En vooral ook, welke keuzes maken we daarbij en welke factoren zijn hierbij bepalend? Welke info registreerde je dan concreet per item dat de jeugddienst ontving? Tussen 9 februari en 16 maart ontving de jeugddienst van Oostende 38 items jeugdinformatie van externe organisaties. Over elk item registreerde ik een aantal gegevens. Niet alleen over wat voor informatie het ging, maar ook via welke kanalen en informatiedragers de jeugddienst de informatie kreeg. Je hield ook bij hoe de jeugddienst omging met de binnengekomen informatie? Klopt. Alle informatie die binnenkomt op de jeugddienst neem ik, of een andere medewerker van de jeugddienst, door. p8 •
september 2009
✒
Leen Bartholomeus David Samyn
Ik hield dan systematisch bij wat er verder met de informatie gebeurde. Kan je uit de verzamelde informatie iets afleiden over hoe actief jullie informatie van derden verspreiden? Als we het hele plaatje bekijken, verspreidde de jeugddienst 13,15% of 5 van de 38 items actief verder via verschillende kanalen. Voor elk van die vijf items gebruikten we minimaal twee kanalen om dit verder bekend te maken. Drie van deze vijf items werden via twee kanalen verspreid, eentje via drie kanalen en eentje via vier kanalen. Opvallend hierbij is dat vier van die vijf items zowel via de site als via de nieuwsbrief werden verspreid. De reden hiervoor is voor de hand liggend, de nieuwsbrief is gekoppeld aan de site; items die op een nieuwsbrief verschijnen moeten ook op de site staan. Bij twee van de vijf items hebben we de info zowel op de site gezet (één van deze twee items werd ook aan de nieuwsbrief gekoppeld) als via mail verzonden naar een specifieke doelgroep. Als de jeugddienst info binnen krijgt die voor één van onze specifieke doelgroepen relevant is, dan digitaliseren we die indien nodig en verspreiden we die via mail verder naar de doelgroep in kwestie. Eenmaal de informatie gedigitaliseerd is, is de stap klein om deze ook op de site te vermelden als ondersteunende verspreiding.
Externe informatieproducten
Van de drie items die de jeugddienst per mail ontving, werden er twee via verschillende kanalen verspreid. Wat we digitaal krijgen, maakt dus veel kans om verder verspreid te worden. Waarom zijn net die vijf items zo actief verspreid? Da’s voor een groot stuk een subjectief aanvoelen. We beoordelen de info op actualiteitswaarde en op de mate waarin ze volgens ons aan de infobehoefte van kinderen en jongeren beantwoordt.
| jeugdinformatie
Hoe zie je de verhouding van externe informatie tot het algemene jeugdinformatiebeleid dat een gemeente wil voeren? Externe jeugdinformatie maakt een ondeelbaar onderdeel uit van je algemene jeugdinformatiebeleid. Een aantal principes die gelden voor je eigen jeugdinfo gelden net zo goed voor externe jeugdinfo: • Het is duidelijk dat de extern verkregen jeugdinformatie de doelgroep beter bereikt wanneer ze door de jeugddienst doelgroepspecifiek en rechtstreeks verspreid wordt, bijvoorbeeld zoals per brief of per mail aan de lokale jeugdverenigingen. • Indien de jeugddienst jeugdinformatie via een bepaald kanaal, zoals een eigen site, verspreidt dan moet de jeugddienst ervoor zorgen dat het doelpubliek kennis heeft van die jeugdinformatiekanalen.
Zijn er globaal een aantal conclusies te trekken over externe info die bij de jeugddienst terecht komt en de manier waarop jullie ermee omgaan? Bij de eerste fase van het onderzoek werden er ook gegevens bijgehouden in de jeugddienst van Wevelgem. Daaruit bleek dat de informatie die jeugddiensten toegestuurd krijgen heel Heb je aanbevelingen voor verschillend van aard is. De exexterne organisaties die de terne informatie die een jeugdWe staan bewuster stil bij de beslissing jeugddienst aanspreken voor dienst toegestuurd krijgt verwelke items je verder gaat verspreiden het verspreiden van hun info? schilt met andere woorden heel als jeugddienst en welke niet en waarom. De vorm waarin de jeugddienst sterk naargelang de specifieke lode info toegestuurd krijgt, bleek kale situatie en het netwerk van een belangrijke factor in het al dan niet verder verspreiden de betreffende jeugddienst. van de informatie. De extern verkregen jeugdinformatie zal Externe jeugdinformatie wordt doorgenomen en beoordeeld door de jeugddienst sneller verspreid worden indien dit voor door een jeugddienstmedewerker op kwaliteit: is de informa- de jeugddienst niet veel tijd in beslag neemt. Informatie die hapklaar is, en eenvoudig verder te verspreiden, maakt meer tie actueel, op maat van de infobehoefte, relevant, correct… kans om verspreid te worden. Folders, affiches en brochures In tegenstelling tot de vorm van informatie (of promotie) over die de jeugddienst toegestuurd krijgt kunnen info bevatten het eigen aanbod van een jeugddienst, wordt er bij externe die ook op de site kan, maar het digitaliseren van de informajeugdinformatie weinig belang gehecht aan de vormgeving tie is arbeidsintensief en wordt in de praktijk dikwijls overschaduwd door dringendere taken. ervan. Wat heb je voor jezelf kunnen halen uit dit praktijkonderzoek? Ik ben me meer bewust van de mechanismen die er spelen op de jeugddienst in de omgang met externe jeugdinfo. Het zorgde er ook voor dat we bewuster stilstaan bij de beslissing welke items je verder gaat verspreiden als jeugddienst en welke niet en waarom. Je krijgt ook zwart op wit welke keuzes je maakt in de kanalen om items verder te verspreiden en kan die ook evalueren.
We hebben sterk onze twijfels of de informatie via folders en affiches effectief bij de doelgroepen belandt. In drukke periodes, zoals voor de paas- en zomervakantie, nemen mensen die over de vloer komen al eens een folder mee. Maar tijdens de rest van het jaar is dit eerder gering omdat er minder mensen bij de jeugddienst langskomen. Na een tijdje raakt de informatie in het folderrek verouderd en belandt ze in de papiermand.
september 2009 • p 9
jeugd & cultuur | Amateurkunstenbeleid
Van kampvuurgitaar tot virtuoos: amateurkunstenbeleid ook voor jongeren 37% van de Vlamingen van 14 jaar en ouder beoefent amateurkunsten. Bij de 14-17-jarigen is dat maar liefst 64,5%. De ene doet dit in een academie, de andere in een vereniging, een club, een klein groepje of individueel. Is er een beleid voor de grote groep jongeren die fotograferen, filmen, dansen, muziek spelen, zingen, schilderen, schrijven, beeldhouwen, theater maken…in jouw gemeente?
✒
Kaat Peeters (Forum voor Amateurkunsten) Thomas Sennesael, Els Decock
Amateurkunsten? Zijn jongeren daarmee bezig?
Amateurkunsten is een containerbegrip. De term omvat tal van disciplines, beoefeningsvormen, skills… Jonge kunstbeoefenaars vind je zowel in een club, vereniging of band, als in opleidingen van het deeltijds kunstonderwijs of andere vormingsinstellingen, of ze leven zich samen met vrienden artistiek uit. Meer dan 60% van de 14- tot 17-jarigen heeft een artistieke hobby. Tel daar nog iedereen bij die af en toe naar een muziekinstrument grijpt (kampvuurgitaar en zo). Een jeugdbeleid dat rekening houdt met de leefwereld van jongeren, neemt deze enorme bron aan creativiteit mee. Hoofdzaak is dat deze grote groep jonge amateurkunstenaars ondersteuning vindt bij de gemeente, bij welke dienst, is van ondergeschikt belang.
Actieve ondersteuning loont
Een gemeentebestuur dat haar talrijke inwoners met artistiek talent actief ondersteunt, investeert niet alleen in de amateurkunstenaars zelf, maar ook in een aangename omgeving om te vertoeven. Intussen is ruimschoots bewezen dat amateurkunsten goed zijn voor de samenleving. Het groepsgebeuren, de vaak bijzondere groepssamenstelling, het actief engagement dat velen opnemen binnen een artistiek project… Het is absoluut een gericht beleid waard. Gezien de grote groep creatieve jongeren, willen we warm aanbevelen dat de jeugd- en cultuursector de handen in elkaar slaan om hen te ondersteunen. We vroegen aan dertig gemeentes welke ondersteuningsvragen zij hoofdzakelijk p 10 •
september 2009
kregen. Infrastructuur prijkt met stip bovenaan in de top drie van ondersteuningsbehoeften, daarna volgt de vraag naar financiële ondersteuning. Op drie vinden we logistieke ondersteuning.
Amateurkunstenbeleid is maatwerk
Er bestaat geen kant en klaar pakket om amateurkunstenaars te ondersteunen. Een paar tips om tot optimaal maatwerk te komen.
Leer je amateurkunstenaars kennen
Heel wat gemeentebesturen hebben een goed contact met een groot deel van de amateurkunstenaars in de gemeente. Denk maar aan koren, fanfares en amateurtheatergezelschappen. Maar daarnaast zijn er ook heel wat amateurkunstenaars die hun kunstzinnige hobby niet in een vereniging beoefenen, bijvoorbeeld jonge muzikanten die in een bandje spelen. Even concreet: heel wat gemeenten hebben een uitleendienst, maar meestal kan je daar als individu geen materiaal ontlenen. Terwijl net die individuele kunstenaars ook nood hebben aan deze praktische vormen van ondersteuning. Een eerste stap in een goed onderbouwd ondersteuningsbeleid is het zo volledig mogelijk in kaart brengen van de amateurkunstenaars in je gemeente.
Inspraak en communicatie
Niet alleen om de behoeften van kunstenaars in kaart te brengen is inspraak en overleg onontbeerlijk, maar ook om kruisverbanden te leggen tussen de verschillende kunstenaars/organisaties en zo nieuwe projecten te initiëren.
Klassieke inspraakorganen zijn de cultuurraad en de jeugdraad. Voor de vertegenwoordiging van amateurkunsten, is het goed om zowel afgevaardigden van verenigingen als solo-kunstenaars op te nemen in de raad. Daarnaast kan je natuurlijk ook met werkgroepen aan de slag met het oog op bepaalde projecten. Communiceer over de ondersteuning die je biedt aan de verschillende kunstenaars en promoot het aanbod van de amateurkunsten in de gemeenten.
Infrastructuur
Amateurkunstenaars hebben nood aan twee soorten ruimtes: creatieruimte (atelier, repetitieruimte en donkere kamer) en presentatieruimte (podium- en tentoonstellingsruimte). Vele kunstenaars ervaren moeilijkheden om een geschikte ruimte voor hun activiteiten te vinden. Enerzijds speelt de huurprijs hier een belangrijke rol. Anderzijds moeten de ruimtes ook voldoen aan een reeks vereisten naargelang de kunstdiscipline en kunstenaar. We denken hierbij aan geluidsisolatie, stockeerruimte, aantal beschikbare uren, podium en aanwezig materiaal. Naast de publieke ruimtes (cultuurcentrum, jeugdhuis, parochiezalen, musea, kerken...) zijn er heel wat private ruimtes (privé-repetitieruimtes, cafés waar regelmatig concerten georganiseerd worden, leegstaande winkelpanden...) en scholen waar mogelijkheden zijn om creatie of presentatieruimtes in te creëren. Een overzicht van alle infrastructuur in de gemeente is een eerste belangrijke stap in deze ondersteuningsvorm. Een beschrijving van alle noden voor de
Amateurkunstenbeleid
| jeugd & cultuur
verschillende disciplines, vind je in de publicatie ‘1 op 3 doet het in mijn gemeente. Tips voor het lokaal amateurkunstenbeleid’. (zie kader)
Financiële ondersteuning
In de eerste plaats denken we aan subsidies. Subsidiereglementen vinden we in verschillende vormen terug. Jonge amateurkunstenaars kunnen doorgaans enkel terecht bij het subsidiepotje van cultuur en vinden daar soms de weg niet in. Bied jongeren de kans projectsubsidies aan te vragen. Zo stimuleer je nieuwe, buitengewone initiatieven. Een andere financiële tussenkomst kan in de vorm van gunsttarieven. Hierbij krijgen bepaalde groepen of inwoners, bijvoorbeeld de lokale amateurkunstverenigingen, een voordeeltarief bij het huren van lokalen, het lenen van materiaal, de kopiedienst en de verzekeringen.
Logistieke ondersteuning
De meest voor de hand liggende vorm is het ter beschikking stellen van materiaal. Dat kan via een uitleendienst, maar het kan evengoed gaan over het ter beschikking stellen van bepaalde kostuums of de versterkers van het jeugdcentrum. Je kan als gemeente ook personeel aanbieden voor de opbouw van een tentoonstelling, het kopiëren van programmabrochures of om het administratief gegeven van een initiatief te verlichten voor de kunstenaar of vereniging.
Netwerking en samenwerking
Samenwerking en netwerking kan zowel binnen de gemeente als binnen de regio, tussen verschillende amateurkunstenaars onderling of bv. met jeugdbewegingen. In de eerste plaats kunnen verschillende amateurkunstverenigingen binnen eenzelfde kunstdiscipline of disciplineoverschrijdend samenwerken. Ook de jeugddienst kan een samenwerkingsverband met amateurkunstenaars aangaan. Ze kunnen bijvoorbeeld samen een project opzetten of de gemeente kan amateurkunstenaars vragen een gemeentelijke activiteit op te luisteren. Tot slot kunnen de negen landelijke amateurkunstorganisaties een partner zijn in projecten. (zie kadertekst) De jeugdconsulent kan bij de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden een belangrijke regierol spelen als schakel tussen de verschillende lokale actoren. Hou hierbij wel in het achterhoofd dat je je als gemeente niet inhoudelijk mengt in het aanbod. Gemeenten kunnen wel een aanvullend aanbod creëren en zo de amateurkunstenaars inhoudelijk stimuleren. Maar je mag als lokaal bestuur niet in de plaats treden van het lokale initiatief.
WAK
De Week van de Amateurkunsten zet de amateurkunsten jaarlijks in de schijnwerpers. In heel Vlaanderen worden er eind april-begin mei gedurende tien dagen activiteiten georganiseerd rond een wisselend thema. Vlaamse en Brusselse steden en gemeenten zijn hier vaak de lokale initiatiefnemer.
Wil je je vastbijten in amateurkunsten? www.amateurkunsten.be Voor tal van praktijkvoorbeelden, tips and tricks, vormingen, subsidiereglementen. Je kan er binnenkort ook de publicatie ‘1 op 3 doet het in mijn gemeente. Tips voor het lokaal amateurkunstenbeleid’ van vzw Forum voor Amateurkunsten en vzw Repetitieruimtes downloaden. Trajectbegeleiding Wil je graag samen met de cultuurdienst nagaan hoe jullie de amateurkunstenaars in je gemeente nog beter kunnen ondersteunen? Vzw Forum voor Amateurkunsten en vzw Repetitieruimtes bieden gratis een trajectbegeleiding aan. Kom naar de infosessie amateurkunstenbeleid in jouw provincie! Het Forum voor Amateurkunsten organiseert in samenwerking met de provincies infosessies over lokaal amateurkunstenbeleid. Met toelichting over de WAK 2010, de trajectbegeleiding voor gemeenten en een werkwinkel over participatie van kinderen en jongeren bij cultuurprojecten. • West-Vlaanderen: 10/11 – Provinciehuis Boeverbos, Brugge • Antwerpen: 12/11 – Plantijn hogeschool, Antwerpen • Oost-Vlaanderen: 17/11 – Ontmoetingsruimte Zebrastraat, Gent • Vlaams-Brabant: 23/11 – Provinciehuis, Leuven • Limburg: 30/11 – Provinciehuis, Hasselt Deelname is gratis, inschrijven kan via www.amateurkunsten.be/ 1op3doethet, uiterlijk 2 weken vóór de infosessie. Meer informatie bij het Forum voor Amateurkunsten via info@ amateurkunsten.be of 09-235 40 00. Forum voor Amateurkunsten? De Vlaamse overheid subsidieert negen landelijke amateurkunstenorganisaties en het Forum voor Amateurkunsten om het amateurkunstenveld te ondersteunen. Het Forum voor Amateurkunsten treedt op als overlegcentrum en belangenbehartiger van de negen landelijke amateurkunstenorganisaties. Deze zijn: Vlamo (instrumentale muziek), Poppunt (lichte muziek en DJ’s), Koor &Stem (vocale muziek), Muziekmozaïek (folk en jazz), Creatief Schrijven (schrijven), Centrum voor Beeldexpressie (fotografie, film en multimedia), Kunstwerk[t] (beeldende kunst), Danspunt (dans), OPENDOEK (theater).
september 2009 • p 11
over vvj | Nieuwtjes
Op internationale zending naar Slowakije: meer dan harde realiteit! ✒
Sara Ulens, Bart Bekker Sara Ulens
Ook de jeugddienst van Tienen kijkt al eens graag over de grenzen. Dankzij de culturele akkoorden die de Vlaamse regering heeft met verschillende landen, krijgen jeugdwerkers en jeugdambtenaren de kans om ter plekke kennis te maken met het jeugdwerk. Jeugdconsulent Bart Bekker trok in het verleden al naar Spanje en Cyprus. In mei was het de beurt aan collega Sara Ulens. Zij trok van 11 tot 17 mei naar Slowakije. Het thema van de zending was lokaal,regionaal en nationaal jeugdbeleid met bijzondere aandacht voor vrijwilligerswerk en werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren (o.a. Roma). VVJ duwde Sara maar wat graag een pen in de hand voor een neerslag van hoe zij deze week ervoer. Een verslag uit eerste hand van het verrijkende van een internationale ervaring, voor jezelf en voor je werksituatie. “Mijn naam is Sara Ulens en ik werk momenteel vijf jaar als jeugdanimator op de jeugddienst van de stad Tienen. Doorheen onze werking leggen we héél sterk de nadruk op toegankelijkheid. Concreet ben ik verantwoordelijk voor de werkingen die maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren als doelpubliek hebben. In mijn functie werk ik met verschillende doelgroepen en voornamelijk allochtone jongeren. De deelnemers aan de SWAPkeet, onze laagdrempelige tienerwerking bestaan voor 60% uit Roma-jongeren. Het is voor ons niet gemakkelijk om een specifieke cultuur in te schatten. Daarom is het belangrijk om te weten hoe je als jeugdwerker kan omgaan met hun reacties. Dat is ook de reden waarom ik ook zo graag mee wilde met deze zending. De deelname zou mijn beeld op deze jongeren en hun cultuur enorm verruimen. Weten waar deze jongeren vandaan komen, hoe hun land eruit ziet, hoe er met hen wordt omgegaan, … Al deze kennis
p 12 •
september 2009
helpt om onze aanpak te verfijnen en aan te passen aan hun noden en behoeften. Ik wil in dit reisverslag dan ook duidelijk focussen op deze doelgroep. Verder wil ik ook onderstrepen dat alles wat volgt mijn persoonlijke ervaringen en bevindingen zijn en daarom niet per sé de objectieve waarheid. “
Een gigantische slag in ons gezicht “Bij aankomst in Slowakije kregen we uiteraard een inleiding op de staatsstructuur maar om een duidelijk beeld te schetsen, vertrek ik liever vanuit de leefomstandigheden van de Roma zelf. De confrontatie hiermee was een gigantische slag in ons gezicht. Volgens officiële tellingen zijn er 89.920 Roma in Slowakije maar in realiteit wordt dit aantal geschat op minimum 400.000. De reden daarvoor is ondermeer dat Roma bang zijn om deze naam te dragen.
Maar dit is Europa en dus niet eens zo ver van ons bed. Ze hebben schrik dat ze niet genoeg kansen krijgen, moeilijker aan werk geraken…. De Slowaakse overheid verbergt zich achter deze officiële tellingen en minimaliseert het probleem. We merken dit ook als we met onze delegatie contact hebben met plaatselijke politici. Vragen over de Romazigeuners worden nauwelijks beantwoord of het is duidelijk dat het antwoord door de tolk niet correct wordt vertaald. Er is nochtans wel degelijk een probleem. We hebben met onze eigen ogen kunnen vaststellen dat de Roma er aan de rand van de samenleving leven, soms zelfs letterlijk weggestoken in krottenwijken langs de
Nieuwtjes
autosnelweg. Je ziet er beelden die je eerder met Afrika zou associëren. Maar dit is Europa en dus niet eens zo ver van ons bed. Het zien van deze discriminatie en mensonwaardige levensomstandigheden maakte ons héél erg stil. Dé Roma bestaat eigenlijk niet. Onderling zijn er zeer veel verschillen, in rang of stand, taal, cultuur, gewoontes… maar ze zijn over het algemeen zeer kwetsbaar. Ik vind het zeer bizar dat, ondanks het feit dat ze met zoveel zijn, ze blijkbaar toch weinig sterke figuren hebben die opkomen voor het lot van de Roma. Door hun levensomstandigheden zijn ze zelfs niet in staat om voor hun rechten op te komen. Toch blijven ze dromen. Als ik in Tienen met Roma-jongeren of hun familie praat, dan stel ik vast dat ze grote plannen en dromen hebben (die soms ver aan de realiteit voorbij gaan). Ze wentelen zich echter niet in hun moeilijke situatie en blijven positief. Ze willen zingen, dansen, eten, zijn zeer gastvrij en op hun manier gelukkig. Toch blijven ze vastgeroest in hun situatie. In die zin is het nochtans zo belangrijk dat de Slowaakse overheid de Roma handvaten zou aanbieden om hen de kans te geven een toekomst uit te bouwen. Maar daar nijpt dus het schoentje.”
Geïntegreerd jeugdbeleid avant la lettre “Jeugdwerk en jeugdbeleid vallen in Slowakije onder het ministerie van onderwijs. Dit heeft uiteraard tot gevolg dat onderwijs met het grootste stuk van de financiële middelen gaat lopen. Het Iuventa (het Slowaakse jeugdinstituut, vergelijkbaar met onze afdeling jeugd) werkt rond drie hoofdopdrachten: de implementatie van het jeugdbeleid op nationaal vlak, opzoekingwerk en opleiding van jeugdwerkers en het ondersteunen van getalenteerde jeugd. Het lokale jeugdwerk
| over vvj
is niet vergelijkbaar met Vlaanderen. Zo bezochten we er bijvoorbeeld Roma-scouts maar wij hebben duidelijk een totaal andere definitie van wat een scoutswerking behoort te zijn. Er zijn wel veel Roma community centres, zeg maar ontmoetingscentra. Zij bieden ruimte aan Roma kinderen en jongeren. Sommigen organiseren er o.a. kleuterklasjes om preventief een schoolachterstand te vermijden. Jongeren kunnen er
De Slowaakse overheid zou de Roma handvaten moeten aanbieden om hen de kans te geven een toekomst uit te bouwen. komen dansen, muziek maken, deelnemen aan tekenworkshops, sporten... Een ontmoetingscentrum biedt vrijetijdsactiviteiten aan op verschillende vlakken en dat is op zich een voordeel. Op die manier zijn er zeer weinig muurtjes tussen jeugd, sport en cultuur. Een vorm van noodgedwongen geïntegreerd jeugdbeleid als het ware. Sommige ontmoetingscentra zijn privé-initiatieven, andere worden gefinancierd door de gemeente. Sporadisch kunnen ze beroep doen op subsidies van de nationale overheid. Het probleem is dat er vanuit deze overheid geen vaste langdurige subsidies te verkrijgen zijn om te werken met Roma. Ze zijn beperkt tot één jaar en verlenging is uitgesloten. Het was moeilijk om inzicht te krijgen in het Slowaakse jeugdwerk maar het brengt je wel tot het besef hoe goed het hier in Vlaanderen georganiseerd is en hoe goed we het dus hebben. “
Terugkoppeling: makkelijker gezegd dan gedaan “Na de zending vond (en vind) ik het voor mezelf niet gemakkelijk om de link te leggen met onze eigen werking met Roma-
september 2009 • p 13
over vvj | Nieuwtjes
jongeren. Zij zelf vonden het trouwens geen leuk idee dat ik naar Slowakije ging. Ze waren denk ik beschaamd over wat ik te zien zou krijgen. Toch heeft de reis mij meer inzicht gegeven in de denkwereld van de Roma en ik heb ondervonden dat je ze vooral niet moet proberen te benaderen vanuit je eigen waarden en normen. Ze verschillen o.a. in regels, structuur en tijdsbeleving. Dat vergt hier een totaal andere aanpak dan we in het reguliere jeugdwerk gewend zijn. Op zich wist ik dat al, maar nu kan ik het ook beter plaatsen. Ik vind het belangrijk en goed dat er bij ons in Vlaanderen aandacht is voor deze doelgroep. Ze zijn te kwetsbaar om zomaar aan hun lot over te laten met risicogedrag als mogelijk gevolg. Het voordeel van ons jeugdwerk is dat we hen ook vanuit een andere en meer doeltreffende invalshoek
Kriebelt het ook bij jou? Vlaanderen wisselt actief kennis en ervaringen uit met vele partners in het buitenland, ook over jeugdbeleid. In het kader van Culturele Akkoorden wordt er duchtig over en weer gereisd en geleerd en het is een deugdzame traditie in Vlaanderen dat ook jeugdwerkers en andere actoren uit de jeugdsector hieraan kunnen deelnemen. Wil je ook aan zo’n zending deelnemen? Op de site van Jint (onder jeugdbeleidspunt Buitenland, culturele akkoorden) vind je telkens de periode, het land en het thema van de zending. Voor alle details kan je terecht bij Lieve Caluwaerts van de Afdeling Jeugd op het nummer 02-553 42 30 of lieve.caluwaerts@ cjsm.vlaanderen.be. VVJ kondigt zendingen ook aan in zijn nieuwsbrief en op www.vvj.be.
p 14 •
september 2009
kunnen benaderen. De school dient een leerplan te volgen en moet bij negatief gedrag berispend optreden. Jeugdwerk is vrije tijd en biedt ruimte om (binnen bepaalde grenzen) te experimenteren. Het jeugdwerk probeert jongeren ook eerder positief te benaderen en te focussen op niet-schoolse competenties. Wij bieden jongeren de mogelijkheid om constructieve bindingen aan te gaan. Als jeugddienst zijn we goed geplaatst om onze ervaringen met deze jongeren te communiceren naar andere instellingen, zoals o.a. met scholen zodat zij er in hun aanpak eveneens rekening mee kunnen houden. Tot slot kan ik zeggen dat deze zending zeer verruimend is geweest. Het geeft stof tot nadenken en zelfreflectie. Het was een boeiende ervaring die ik iedereen kan aanbevelen.”
Roma gemeenschappen en Youth in Action SALTO Cultural Diversity komt met een nieuwe publicatie over Roma gemeenschappen en het Youth in Action-programma. Dit is in het kader van de prioriteiten culturele diversiteit en betrokkenheid van kwetsbare jongeren. Deze publicatie schetst de situatie van Roma jongeren in Europa en de mogelijkheden voor Roma gemeenschappen om gebruik te maken van het Youth in Action-programma. Goede voorbeelden van internationale jongerenprojecten met Roma jongeren lees je hierin ook. De publicatie is te downloaden via de website van SALTO Cultural Diversity of bij ons op de website in de rubriek Downloads bij themapublicaties. Daar vind je meer themapublicaties die mogelijk interessant voor je kunnen zijn. Meer weten over de activiteiten van SALTO met Roma gemeenschappen? Lees verder op http://www.salto-youth.net/Roma.
STAP bevraging
| vrijetijdsbeleid
Een kwartiertje voor STAP: een eerste rapport van wat de bevraging opleverde ✒
Wouter Vanvinckenroye en Nathalie Van Ceulebroeck
De zomervakantie ligt al een tijdje achter ons en daarmee is voor de meeste jeugddiensten ook het hoogtepunt van de eigen programmatie achter de rug. Het speelplein is opgeruimd, het materiaal veilig opgeborgen en de periode verdiende rust aangebroken. VVJ greep de zomervakantie aan om, op basis van de bevraging van juni, een beeld te krijgen van jullie visie op STAP. De eerste tendensen presenteren we je in dit artikel. STAP en de bevraging Via STAP wil VVJ ondersteuning bieden bij de activiteiten en programmatie van jeugddiensten. Om onze dienstverlening zo goed mogelijk te laten beantwoorden aan de behoeftes, deden we in het voorjaar een bevraging bij de jeugddiensten. Op welke manier ervaren zij STAP? Wat verwachten ze van een dergelijke dienstverlening? Wat zijn de sterke kanten en de werkpunten? 134 gemeenten of iets minder dan de helft van de 300 VVJ-leden formuleerden een antwoord op onze vragen. Gecombineerd met een gezonde kritische blik gebruiken we deze enquête om STAP in de toekomst bij te sturen en vorm te geven. Wij geven je hier alvast enkele opvallende resultaten mee.
Een eerste grote vaststelling is dat Vlaanderen goed blijft boeren als het over jeugdwerk gaat. Er zijn bovendien steeds meer gemeentelijke initiatieven. 93% van de gemeenten organiseert gemeentelijke speelpleinwerking, de helft van de gemeenten organiseert Grabbelpas en iets minder gemeenten bieden ook SWAP aan. Er zijn meer dan 200 tienerwerkingen en er worden daarnaast nog tal van andere werkingen als jeugdateliers, kleuterwerkingen, jeugdhuizen… opgezet (bron: Cijferboek Lokaal jeugdbeleid 2008 - 2010).
Al deze vakantiewerkingen zijn vaker wel dan niet ingebed in het grotere geheel van de gemeenten. In slechts één op de 10 gemeenten is er totaal geen afstemming met andere gemeentelijke diensten of particulier jeugdwerk. In de meeste gevallen stemt de jeugddienst echter zijn aanbod af op dat van de cultuurdienst en/of de sportdienst. In mindere mate is dit het geval met bibliotheek en OCMW. Ook met het particuliere jeugdwerk houdt meer dan de helft van de respondenten rekening. Uit de cijfers blijkt dat afstemming en
Het gemeentelijk jeugdwerk: opvallend aanwezig In het luik over gemeentelijke jeugdwerk namen we in de eerste plaats het Cijferboek ter hand om een volledig beeld te krijgen van het aantal en soort jeugdwerkinitiatieven dat per gemeente wordt aangeboden. Nadien stonden we even stil bij de inbedding van het gemeentelijk jeugdwerk en vroegen we jeugddiensten of er in hun gemeente een uitgeschreven visie bestaat op gemeentelijk jeugdwerk. september 2009 • p 15
vrijetijdsbeleid | STAP bevraging TABEL 1 Hoe belangrijk vind je het dat STAP investeert in volgende ondersteuningsvormen? Heel belangrijk
Belangrijk
Neutraal
Niet belangrijk
Helemaal niet belangrijk
Aanbieden en ontwikkeling van visie
9.9%
56.4%
26.7%
5.9%
1.0%
Vertalen en aanbieden van relevante wetgeving
32.4%
49.0%
15.7%
2.9%
0.0%
Aanbieden van publicaties
11.8%
55.9%
29.4%
2.0%
1.0%
Aanbieden van vorming voor animatoren
17.8%
44.6%
30.7%
5.0%
2.0%
Aanbieden van vorming voor programmatoren
30.7%
55.4%
12.9%
1.0%
0.0%
Organiseren van uitwisselingsmomenten
18.8%
44.6%
27.7%
6.9%
2.0%
Aanbieden van actualiteit en nieuws uit andere gemeenten
12.7%
47.1%
31.4%
5.9%
2.9%
Aanbieden van een STAPkaft (online gids met activiteiten)
52.9%
34.3%
8.8%
3.9%
0.0%
samenwerking gebonden is aan de cultuur die heerst op een jeugddienst. Hoe meer afstemming met het particuliere jeugdwerk, hoe meer ook binnen de gemeente wordt afgestemd en omgekeerd. Of er al dan niet afstemming is met ander vrijetijdsaanbod, gaat blijkbaar deels hand in hand met het nadenken en beschikken over een visie op gemeentelijk jeugdwerk. Bij gemeenten met een ‘uitgeschreven’ visie zie je meer afstemming met andere initiatieven. Daarenboven blijken animatoren in die gemeenten een actievere rol in te nemen als je het vergelijkt met de respondenten zonder uitgeschreven visie. Hoewel maar een kleine 45% van de respondenten aangeeft over een uitgeschreven visie te beschikken, hebben vermoedelijk heel wat meer steden en gemeenten een visie, aanwezig in het ‘collectief geheugen’.
STAP, who the f*¨° is STAP? Bij de meeste respondenten doet de naam ‘STAP’ wel een belletje rinkelen. STAP is het STeunpunt voor Animatie en Programmatie. Gemeenten die zich lid maken, mogen gebruik maken van het totaalaanbod van ondersteuning. In de praktijk merken we dat veel gemeenten STAP enkel of voornamelijk kennen van Grabbelpas, SWAP en de STAPkaft. De rest van het ondersteuningsaanbod is nauwelijks bekend. Gemeenten zullen dan ook niet snel lid worden als ze geen Grabbelpas of SWAP organiseren. Minder dan de helft van de respondenten geeft aan echt tevreden te zijn over de aangeboden ondersteuning. We mogen niet blind zijn voor deze cijfers. De STAPdienstverlening bood de laatste jaren te weinig een inhoudelijke meerwaarde voor de STAPleden. De bevrap 16 •
september 2009
ging bewijst in elk geval dat er wel nog steeds nood is aan informatie gericht aan programmatoren. Zo scoren het vertalen en aanbieden van relevante wetgeving, het aanbieden van vorming voor programmatoren en het aanbieden van een STAPkaft zeer hoog (zie tabel 1). Een van de pijlers van STAP is het informeren van jeugddiensten over kwaliteitsvolle activiteiten, workshops, voorstellingen… De STAPkaft is al jaren het instrument waar STAPleden in kunnen snuisteren naar originele en vernieuwende activiteiten. Uit praktische en ecologische overwegingen, schakelden we een paar jaar geleden over naar een online versie van STAP. Ook vandaag staan we voor een aantal uitdagingen om de dienstverlening te verbeteren. Zo geven de gebruikers aan dat er te weinig vernieuwende zaken in staan, en een groot aantal respondenten wil graag ook organisaties of firma’s die springkastelen, speelobjecten, verkleedkleren… verhuren in de STAPkaft. Daarnaast is er zeker ook vraag naar een forum om eigen activiteiten uit te wisselen. Ook hiervoor is de STAPkaft de geschikte plaats. Uitdagingen die we zeker niet uit de weg gaan!
Grabbelpas: blijft populair bij de jeugddiensten Al meer dan 20 jaar maakt Grabbelpas op heel wat jeugddiensten het mooie weer. Met dit concept zoeken jeugddiensten naar een leuke mix van sport, spel, creativiteit, uitstappen, film… Spel en plezier staat duidelijk centraal in dit concept. Grabbelpas is voor de buitenwereld het meest gekende product van VVJ. Jaarlijks zijn er meer dan 50.000 kinderen in Vlaan-
deren die aan een of andere Grabbelpasactiviteit meedoen. Het aantal werkingen in Vlaanderen daalde de laatste jaren lichtjes. Er waren in 2007 154 gemeenten die Grabbelpas organiseerden. (bron: Cijferboek Lokaal jeugdbeleid 2008 - 2010) Het Grabbelpasconcept geeft gemeenten de vrijheid om zelf hun werking in te vullen naar de lokale noden en behoeften. We zien dan ook dat er heel wat variaties zijn in de tarieven om aan Grabbelpas deel te nemen. Om de drempel zo laag mogelijk te houden hanteren de meeste gemeenten een laag tarief om aan Grabbelpas deel te nemen. Sommigen geven het pasje gratis, de meesten vragen tussen de 2 en 5 euro voor een Grabbelpasje. Wat de activiteiten betreft zijn er grotere verschillen tussen gemeenten. Bij een aantal gemeenten zijn alle activiteiten gratis, buiten het pasje. Bij andere gemeenten varieert de prijs van 1 euro tot 8 euro voor kleine activiteiten (bijvoorbeeld een knutselactiviteit) en van 5 euro tot 20 euro voor grote activiteiten (bijvoorbeeld workshops) en uitstappen. Het is interessant te bekijken welke activiteiten gemeenten organiseren en waar ze hun inspiratie halen. De zelf georganiseerde activiteiten blijken veruit het populairst, gevolgd door uitstappen buiten de eigen gemeente en workshops begeleid door externen. De mosterd voor de activiteiten halen de gemeenten voornamelijk van het internet. Opvallend is dat de programma’s van collega’s uit de naburige gemeenten ook een veel gebruikte bron van inspiratie vormen voor activiteiten. In mindere mate worden kinderen en animatoren geraadpleegd voor ideeën. Een werking opzetten zonder animatoren is natuurlijk onmogelijk. Maar je kan
STAP bevraging je animatoren op verschillende manieren betrekken bij je vakantiewerking. We geloven dat vakantiewerkingen, ook Grabbelpas, hun profijt halen uit een grote betrokkenheid van animatoren. In meer dan de helft van de gemeentes krijgen de animatoren voornamelijk een begeleidende rol bij de Grabbelpaswerking. Een aantal animatoren worden ook bij de praktische voorbereiding betrokken. Opmerkelijk is dat bij slechts 15 % van de gemeenten de animatoren het hele proces meemaken van opmaak tot en met uitvoering.
SWAP/gemeentelijke tienerwerking: een eeuwige zoektocht Bijna elke gemeente in Vlaanderen is op één of andere manier bezig met een tienerbeleid. Niet zelden is de tienerwerking of het tienerbeleid het zorgenkind van de jeugddienst. In 2000 riep VVJ SWAP in het leven als totaalconcept om een aantal handvaten aan te bieden aan gemeenten die rond tienerbeleid willen werken. SWAP is niet zomaar de oudere broer van Grabbelpas. In zijn beeldvorming en methodiek past SWAP binnen het geheel van een gemeentelijk tienerbeleid. De meeste tienerwerkingen bestaan uit een aanbod van activiteiten, workshops, uitstappen… die op voorhand zijn vastgelegd, met ruimte om tijdens de vakantie
tieners. Een kleine 30 % van de gemeenten maakt gebruik van een instuifruimte waar tieners elkaar kunnen ontmoeten, zonder dat ze op voorhand moeten inschrijven of dat ze aan een activiteit moeten meedoen. Om tieners te bereiken is het, misschien nog meer dan bij kinderen, belangrijk om gepaste, leuke en coole activiteiten te vinden. Respondenten vinden de meeste activiteiten, net als bij Grabbelpas, op het internet en bij de collega’s uit de naburige gemeenten. Opvallend is dat jongeren vaker geconsulteerd worden om inspiratie op te doen voor de planning en/ of uitwerking van activiteiten. Blijkbaar hebben jeugddiensten goed begrepen dat tieners zelf wel weten wat ze leuk vinden. We vermeldden al dat een goed tienerbeleid niet altijd evident is. Meer dan de helft van de gemeenten is dan ook niet tevreden over hun werking. De redenen die ze aangeven zijn het onvoorspelbare karakter van de doelgroep en de moeite die ze hebben om de doelgroep te bereiken. Als we de tevredenheidsgraad naast het soort activiteiten leggen dat wordt aangeboden, dan merken we dat gemeenten die tevreden zijn over hun werking iets vaker eigen activiteiten aanbieden en iets minder externe workshops boeken. Ook bij tieners blijkt een grote betrokkenheid van animatoren effect te hebben op de
Bij gemeenten met een uitgeschreven visie zie je meer afstemming met andere initiatieven. voorstellen van jongeren zelf in te plannen. Daarnaast zien we dat ontmoeting een grote rol speelt bij de vakantiewerkingen. Blijkbaar geloven heel wat gemeenten ook in de informele ontmoeting tussen
werking en organisatie van de tienerwerking en de globale tevredenheid. Er lijkt meer ‘spontaniteit’ in het vrijetijdsaanbod te zijn als animatoren erg betrokken zijn: er wordt vaker gekozen voor instuif en jon-
| vrijetijdsbeleid
geren doen zelf meer voorstellen. Tenslotte lijkt de betrokkenheid van animatoren ook hand in hand te gaan met de manier waarop de tienerwerking georganiseerd is. Bij SWAP spelen tieners een minder actieve rol bij de organisatie van de werking in vergelijking met een tienerwerking op het speelplein. Bij de speelpleinwerking is een grote betrokkenheid van animatoren al langer deel van de ‘cultuur’.
Slotconclusie: uitdagingen genoeg Voor gemeenten vormen de eigen initiatieven een essentieel onderdeel van hun werking. Bijna alle gemeenten in Vlaanderen organiseren wel onder een of andere vorm een initiatief tijdens de vakanties. Afstemming en samenwerking is essentieel in een vakantieaanbod en een duidelijke visie binnen de gemeente hierover is onontbeerlijk. Uit deze bevraging bleek nog maar eens hoe belangrijk het is om vanuit een weloverwogen visie je werking op te zetten. VVJ wil gemeenten prikkelen en gaat in haar aanbod nog meer inzetten op de omkadering van het gemeentelijk jeugdwerk. De STAP dienstverlening wordt voornamelijk geassocieerd met Grabbelpas, SWAP en eventueel de STAPkaft. De vraag naar een bredere ondersteuning is zeker aanwezig, over de manier waarop we dit vanuit VVJ gaan invullen buigen we ons de komende periode. Voor de producten van STAP staan we in de toekomst voor een aantal grote uitdagingen. Grabbelpas is het meest succesvolle product uit het gamma. Het concept slaat nog steeds aan bij veel gemeenten. Het streven naar kwaliteitsbewaking en verdere visievorming zijn zo ongeveer de belangrijkste uitdagingen. Jeugddiensten beschouwen de STAPkaft als een handig instrument. De website staat voor een grote metamorfose, zowel inhoudelijk als vormelijk. Bij het verhaal van SWAP blijven nog de meeste vraagtekens staan. Het opzetten van een lokaal vrijetijdsbeleid voor tieners is geen evidentie. Het SWAP-concept biedt, zeker in de huidige vorm, voor veel gemeenten geen antwoord voor hun tienerverhaal. We moeten bekijken welk spoor de meeste mogelijkheden geeft.
september 2009 • p 17
jeugdwerk | Dag van de Jeugdbeweging
Zet je vriendjes van de jeugdbeweging in de bloemetjes op hun feestdag! ✒
Lieven Casteels (KLJ), Hans Dieleman (KSJ-KSA-VKSJ)
Vrijdag 23 oktober. Voor velen een doodgewone uitkijken-naar-het-weekend-dag, maar niet voor de jeugdbewegingen in Vlaanderen! Overal te lande vieren ze met veel vertoon hun eigen feestdag. Die vrijdag trekt iedereen zijn hemd, sjaaltje, T-shirt of korte broek aan om in één van de vijf Vlaamse provinciehoofdsteden of Brussel te gaan ontbijten en feesten met ’soortgenoten’. Ook de jeugddiensten nemen gretig deel aan deze feestdag… En eigenlijk hoeft dat niet te verwonderen. Jeugdbewegingen hebben vaak een fundamenteel aandeel in de plaatselijke jeugdwerking. En is één van de taken van de jeugddienst nu net niet om die jeugdbewegingen te ondersteunen? Veel jeugddiensten gebruiken een feestdag als de “Dag van de Jeugdbeweging” dan ook om eens alles uit de kast te halen. Op veel plaatsen worden de plaatselijke jeugdbewegingen hier zelf bij betrokken. Vrije podia, allerhande wedstrijden, recordpogingen… De jeugddiensten sparen kosten noch moeite om hen samen te brengen. Een fijne belevenis voor de deelnemers en voor de jeugdconsulenten de ideale manier om hun mensen te leren kennen.
Het klikt in Zomergem We namen zelf een kijkje in Zomergem, waar het duidelijk klikt tussen de jeugddienst en het jeugdwerk, en ze zelfs hun hoogsteigen zomerse versie van de Dag van de Jeugdbeweging hebben. Proost alvast, op de jeugdbewegingen en de jeugddiensten! Sylvia Vandaele, jeugdconsulente in Zomergem, is oprecht tevreden met de aangename wisselwerking die er tussen de jeugdverenigingen en haar jeugddienst leeft. “Het liefst contacteer ik de p 18 •
september 2009
verenigingen zelf. Als er bijvoorbeeld nieuws is over een subsidieaanvraag, bel ik liever even naar de groeps- of hoofdleider dan eerst de administratieve rompslomp door te sturen. Ik merk dat de verenigingen door het vele contact ook gemakkelijker naar mij toe komen. Ideaal dus om van elkaar op de hoogte te zijn!”
Het is een feestdag waarop iedereen welkom is en de jeugdbewegingen zichzelf in de kijker zetten In Zomergem zijn er twee jeugdbewegingen (KSJ en KLJ), een speelpleinwerking, een tienerwerking en een jeugdhuis. En hoewel er een gezonde rivaliteit is tussen de verenigingen, zijn ze blijkbaar niet vies van elkaar! “De leiding van KSJ en KLJ ontmoet elkaar regelmatig in het jeugdhuis. Daar smeden ze plannen voor gemeenschappelijke activiteiten voor de leiding. Ook via de activiteiten van de jeugdraad komen de verschillende verenigingen veel met elkaar in contact.”
Feestdag in mei Het lokale ‘alternatief’ voor De Dag van de Jeugdbeweging valt voor de Zomergemse jeugd in mei. “Vroeger was er elk jaar een fietstocht voor de ouders en hun kroost. Sinds dit jaar gooien we het over een andere boeg. We gingen op zoek naar een toffer concept waar de verenigingen zich beter in kunnen vinden. En zo organiseerden we dit jaar voor de eerste keer de ‘Dag van de Jeugd’ in mei. Vanuit de jeugdraad startten we een werkgroep op waar alle verenigingen zich met plezier achter schaarden. Als jeugddienst zorgen we er gewoon voor dat ze op tijd en stond doorwerken en dat er regelmatig een bijeenkomst is.”
Het concept is erg gelijkaardig aan dat van de Dag van de Jeugdbeweging. Het is een feestdag waarop iedereen welkom is en de jeugdbewegingen zichzelf in de kijker zetten. “Elke vereniging stelde zichzelf voor en zorgde voor een deel van de animatie. Zo kon de jeugd vrij deelnemen aan volksspelen, workshops, circustechnieken, honkbal, sumoworstelen… Ondertussen genoten de ouders van een drankje op het terras. We kunnen dit ook alleen maar realiseren omdat we zo veel met elkaar in contact komen. Anders krijg je natuurlijk niemand gemotiveerd om eraan mee te werken.” Of Sylvia nog een verklaring heeft voor de nauwe betrokkenheid? “Ja! Wat zeker helpt is de centrale locatie van de jeugddienst. De uitleendienst is er gevestigd, net als de berging van de speelpleinwerking en een vergaderzaal waar de jeugd gebruik van kan maken. En ook KLJ en de tienerwerking Boemerang verhuisden een paar jaar geleden mee naar de nieuwe jeugddienstlocatie. Zo zien we regelmatig al eens iemand passeren…” Samengevat? “Spontaniteit is het sleutelwoord! Toen ik als pas afgestudeerde begon aan deze job als jeugdconsulente was ik nog een beetje terughoudend. Maar ik had snel door dat het echt wel helpt als je je doelgroep regelmatig eens aanspreekt en zo beter leert kennen. Ik vertel hen ook het liefst zelf wat er gaande is in de gemeente op het vlak van jeugdbeleid. Niets erger dan via de pers of onbekenden te weten te komen dat je uit je lokaal moet! En zo maken we gemakkelijker samen werk van een fijne en diverse jeugdwerking in Zomergem.”
Dag van de Jeugdbeweging
| jeugdwerk
Gratis ontbijt mét thema
Dag van de Jeugdbeweging?
De ontbijtactie krijgt dit jaar een thema mee. We kiezen er voor om de verschillende manieren van omgaan met elkaar in the picture te zetten. Jongeren krijgen anno 2009 wel eens de stempel asociaal, gekluisterd aan de pc, bang om anderen in levende lijve te ontmoeten… Maar dit beeld klopt niet met de realiteit. De jeugdbewegingen slagen er wekelijks in om honderdduizenden kinderen en jongeren samen te brengen om zo de tijd van hun leven te beleven! Net zo goed zijn de leden en leiding van de jeugdbeweging ook jongeren van deze tijd. Ze zijn vertegenwoordigd in de virtuele wereld (Netlog, MSN, Facebook…). En ze gebruiken deze hedendaagse vorm om contact te houden met vrienden en kennissen, om af te spreken, info uit te wisselen, reclame te maken… Virtuele contacten die elk weekend opnieuw in plezier en vriendschap uitmonden! Beide manieren van omgaan en communiceren sluiten elkaar dus niet uit, maar zijn juist heel aanvullend. Het ontbijt start om zeven uur en we ronden op tijd af zodat iedereen tijdig op school of werk geraakt. Wie in bewegingskledij komt, krijgt een gratis ontbijt. Boterkoeken, boterhammen met choco, een kop koffie of warme chocolademelk… Alles staat klaar om de vele hongerige magen te vullen. Via leuke randanimatie zetten we het thema ‘netwerken’ in de kijker. Deelnemers van verschillende jeugdbewegingen kunnen ‘speeddaten’ met elkaar. Gedurende een minuutje maken jongeren kennis met elkaar, en dan schuif je door voor de volgende ‘date’. Er zijn ook andere spelletjes om ‘netwerken’ letterlijk in de praktijk om te zetten. Een meganet maken en elkaar uitdagen om een zo groot mogelijk spinnenweb te maken met touw bijvoorbeeld, of een ketting van sjaaltjes…. Alle lokale acties zijn natuurlijk vrij om het thema op een laagdrempelige manier zichtbaar te maken. Ook de jeugddiensten moedigen we natuurlijk graag aan om hierin mee te stappen. Laat jullie inspiratie de vrije loop…
Dag van de Jeugdbeweging is een samenwerkingsverband van KLJ, Chiro, KSJ-KSA-VKSJ, Scouts en Gidsen Vlaanderen, Jeugd Rode Kruis, Fos Open Scouting, JNM en Wel Jong Niet Hetero. Ben je op zoek naar promotiemateriaal, meer informatie, inspiratie rond het thema, enz.? Neem dan een kijkje op www.dagvandejeugdbeweging.be. Je vindt er downloadbare logo’s en affiches, maar ook extra informatie over de dag zelf, de visie en de acties. Vergeet zeker ook niet jullie actie door te geven op www. dagvandejeugdbeweging.be!
september 2009 • p 19
de jeugddienst | Hoe kom je tot verandering en verbetering?
Sneller, beter, meer resultaat op je jeugddienst? Yes, I can! ✒
>> Kris Van Dijck
>> Sofie Willems
>> Hans Vannuffelen
p 20 •
september 2009
Kris Van Dijck, Sofie Willems, Hans Vannuffelen, Annelies Van de Wouwer
Hoe kan je als medewerker op een jeugddienst sneller je doelstellingen bereiken? Hoe ga je efficiënt aan de slag met de evaluatie van een proces of product? Jeugdconsulenten uit Essen, Westerlo, Kasterlee en een jeugdconsulent van de provinciale jeugddienst van Antwerpen namen dit vraagstuk onder de loep in het kader van hun eindwerk voor de opleiding jeugdconsulent. Kris, Annelies, Sofie en Hans gingen aan de slag met een aantal theorieën uit het bedrijfsleven over verandering en verbetering. Lees mee, en leer en passant jezelf een stukje kennen.
Waarom kozen jullie precies dit onderwerp voor het eindwerk? Kris: De zoektocht naar een thema voor ons eindwerk zijn we gestart vanuit een frustratie die alle jeugdconsulenten kennen. Een evaluatie van een proces of product blijft nog te vaak in de kast liggen. Sofie: We zijn dan ook vrij snel gaan zoeken naar mogelijke antwoorden binnen de privaat-commerciële sector. Een openbaar bestuur verschilt uiteindelijk toch niet zo veel van een commercieel bedrijf: een werknemer moet in beide gevallen doelen halen, functioneren binnen een kader van voorschriften, met collega’s en externe partners. Dit gebeurt bij beide onder leiding van een bestuur, binnen een bepaald budget. Hans: Het leek ons interessant de knowhow van de privésector te integreren in de werking van de jeugddienst om een antwoord te bieden op de vraag ‘hoe beter en sneller meer resultaat behalen. Bleek de privé sector een goede bron van informatie? Annelies: Uiteindelijk kozen we één model uit waarmee je je werkstijl leert kennen. Het MBTI-model, (Meyber–Briggs Type Indicator), geeft je aan de hand van de Keirsey test (*), een idee over je werkstijl. Maar één test biedt geen zaligmakend antwoord op de vraag welk (werk) type je bent. We ontwikkelden daarom zelf een tweede test. Als basis namen we de zes profielen/takkenpakketten van een jeugdconsulent die VVJ gebruikt in het spel ‘jeugddienst in de kijker’. (zie kadertekst pagina 23)
Hoe kom je tot verandering en verbetering?
| de jeugddienst
>> Annelies Van De Wouwer
Hoe ziet jullie test eruit? Sofie: In deze zelf ontwikkelde test passen we de Keirsey test toe op de concrete, reële werksituatie van een jeugdconsulent. Wat leer je door de testen te doen? Annelies: Na het invullen van beide testen, krijg je een beter zicht op je eigen werkstijl. In ons eindwerk hebben we de zestien werkstijlen uitgewerkt (*). Hans: We leggen nogmaals de link tussen het MBTI model en de zes profielen/takenpakketten van een jeugdconsulent. Je komt te weten hoe je, naargelang je profiel, functioneert als jeugdwerkondersteuner, netwerker, inspraakverzorger, plannenmaker…. Kris: De testen geven je inzicht in je (werk)stijl, wat een mooi startpunt biedt om daadwerkelijk aan evaluatie- en veranderprocessen te beginnen. Bieden jullie ook tools aan om zo’n evaluatie- of veranderings proces aan te pakken? Hans: Een veranderingsproces blijft, als je er bewust bij stilstaat, toch wat theoretisch. Een veranderingsproces aandachtig doorlopen betekent automatisch dat een aantal stappen benoemd moeten worden. We hebben geprobeerd de theoretische achtergrond van een verandering zo verteerbaar mogelijk te maken door het proces in een vijfstappenplan te gieten. Sofie: Het is een mooie aanzet, maar bekijk het uitwerken van een handig werkinstrument voor een 100% geslaagde verandering als een mooie uitdaging voor een ander eindwerk. Kris: Dit stappenplan moet er uiteindelijk toe leiden dat er meer of beter resultaat op de jeugddienst wordt bereikt. De inzichten over je (werk)stijl die je kreeg via de tests, vergemakkelijken het doorlopen van het stappenplan.
Begrippenkader MBTI Moeder Katherine Briggs en dochter Isabel Myers ontwikkelden de Myers-Briggs Type Indicator in de Verenigde Staten, een vijftigtal jaren geleden. De inspiratie haalden ze bij de theorie van het psychologisch type van Jung, die op zijn beurt leerling was van Freud. Het komt er op neer om je karaktertrekken op een goede manier aan te wenden en je bewust te zijn van mogelijke botsingen met andere karakters. Keirsey test Keirsey is een psycholoog die verder bouwde op de MBTI-typering met een temperamenttypering. Hij ontwikkelde daarvoor een toegankelijke test. Kernkwadrant Aan de hand van een kernkwadrant kun je je eigen kernkwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen vaststellen. Kernkwaliteiten zijn eigenschappen die tot de kern van een persoon horen. Het zijn de specifieke sterktes die iemand bij uitstek kenmerken. Iedereen heeft een aantal van deze kwaliteiten. Maar kernkwaliteiten zijn zo dominant, dat ze daardoor juist een valkuil worden. Als iemand anders ‘doorschiet’ in een bepaalde kwaliteit, dan kan dit irritatie oproepen. In dat geval heet dat een allergie. De vervelende eigenschap van de ander verbergt echter een kwaliteit in zich, die voor degene die er allergisch voor is, een belangrijk ontwikkelpunt kan zijn, de zogenaamde uitdaging.
september 2009 • p 21
de jeugddienst | Hoe kom je tot verandering en verbetering?
Stappenplan om verandering op gang te brengen Stap 1: Probleem formuleren
Kies een evaluatiemethodiek die je alleen of in groep kan gebruiken. Opmerking: je kan natuurlijk ook een bestaande evaluatie van een speelpleinzomer, jeugdwerkjaar… gebruiken! Je bent klaar voor de volgende stap als je één probleem kan formuleren. Omschrijf het probleem liefst zo concreet en specifiek mogelijk. In deze formulering mag je niet de oorzaak van het probleem benoemen. Je vermeldt ook geen problematische gevolgen.
Stap 2: Probleem analyseren
In deze stap zoek je naar de oorzaak van het probleem. Je somt zo veel mogelijk oorzaken van het probleem op, en denkt daarbij zo breed mogelijk. Je onderzoekt zowel mogelijke oorzaken die aan jou kunnen liggen, als die aan externe factoren liggen. Je schrapt alleen die factoren waarvan je écht zeker bent dat ze in dit geval niet de oorzaak van het probleem zijn. Alle andere mogelijke oorzaken neem je mee naar de volgende stap.
Stap 3: Gewenste situatie formuleren
Formuleer je gewenste toekomstige situatie. Stel dus een doel voorop. De formulering van je doelstelling is kort en krachtig. De doelstelling aftoetsen aan het SMART principe kan je helpen je doel scherp te stellen: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realiseerbaar, Tijdsgebonden. Als je op deze manier je gewenste situatie voorop kan stellen, ben je al halfweg!
Stap 4: Veranderen
1. Ligt de oorzaak bij jezelf? In de omschrijving van de zestien werkstijlen zie je ook ‘potentiële valkuilen’ staan. Lees ze eens door. Zit er een aanwijzing in dat de oorzaak van je probleem inderdaad (voor een deel) bij jou te vinden is? Leveren de ‘suggesties tot ontwikkeling’ goede voornemens op voor uit te proberen acties? Of maak een kernkwadrant voor jezelf. (zie kadertekst) Kan je er goede voornemens uit afleiden? 2. Ligt de oorzaak buiten jezelf? a. bij een ander persoon: Ken je de werkstijl van de andere? Door de uitleg van zijn of haar werkstijl door te lezen kan je misschien tips afleiden. Of plaats het probleemgedrag van de andere bij je allergie in een kernkwadrant. Als je de rest van het kwadrant in vult, haal je er misschien tips uit om in te spelen op het storende gedrag. b. bij de manier waarop iets georganiseerd is: Om van een verandering een positief verhaal te maken moet je verschillende stadia doorlopen. Deze stadia gelijken sterk op de manier van omgaan met een rouwproces. Wij gebruiken het model van verandering volgens David Nadler om deze stadia uit te leggen. Je kunt best vooraf al in het achterhoofd houden dat het niet steeds zal lukken om een verandering tot een goed einde te brengen. De kans bestaat dat een kleinschalige verandering niet voldoende is of dat er toevallig een ander persoon gewoon niet te overhalen is, met welke onderhandeling of overtuiging ook. Of het einde van één verandering blijkt de start te zijn van een andere verandering. Maar laat je niet ontmoedigen! Je kunt van op de stoel die je nu bekleedt veranderingen in gang zetten of begeleiden naar een betere situatie.
Stap 5: Evalueren
Doel van deze laatste stap is om te onderzoeken of je effectief tot een meer gewenst resultaat van je inzet bent gekomen. Gebruik voor deze evaluatie bij voorkeur dezelfde evaluatiemethodiek als in stap 1. Heb je niet de gehoopte uitkomst, kijk dan even het hele doorgemaakte proces na. p 22 •
september 2009
Hoe kom je tot verandering en verbetering?
*
| de jeugddienst
Test jezelf!
Benieuwd welke wer kstijl jou typeert? Be nieuwd welk type je ugdconsulent de bo venhand heeft in je binn enste? Doe zelf de te st, kijk op www.vvj.be! Je kan het volledige eindwerk, de Keirs test en de zestien ey werktypes downloa de n op www.vvj.be
Jeugddienst in de kijker De publicatie is een leidraad voor gemeenten bij het uitbouwen van een goede jeugddienst. Verschillende aspecten komen aan bod: de taakbeschrijving en de plaats van de jeugddienst, het profiel van de jeugdconsulent, een methodiek om te discussiëren. De leidraad geeft ook achtergrondinformatie over cijfers,procedures… en bevat enkele praktijksituaties en voorbeelden. De brochure biedt eveneens een jeugdraadpuzzel. Doel van dit spel is de noden van de kinderen, jongeren en het jeugdwerk in kaart te brengen en daar de meest gepaste jeugdconsulent- en dienst voor te vinden (op papier). De jeugdraad kan door dit spel antwoorden zoeken op de vragen ‘hoe is de samenwerking met de jeugddienst?’, ‘wat betekent de jeugddienst voor ons?’, … Op de puzzels staan zes profielen van mogelijke jeugdconsulenten. Door effectief te gaan puzzelen, kom je tot een nieuwe jeugdconsulent die alles omvat wat jouw gemeente wenst. Je vindt de kaarten van dit spel via: www.vvj.be/docs/JD_kijker_SPELFICHES_grijs.pdf, de handleiding vind je hier: www. vvj.be/docs/JD_kijker_spel_toelichting.pdf
september 2009 • p 23
Brandveiligheid van verenigingslokalen Onderzoek en beleid ✒
Paul Vandevelde (Universiteit Gent)
p 24 •
september 2009
Onderzoek brandveiligheid
| jeugdwerkinfrastructuur
Jarenlang waren er geen uniforme brandweernormen voor verenigingslokalen, een noemer waar ook jeugdlokalen onder vallen. Met alle gevolgen van dien: verenigingen die niet aan een brandweerattest geraken, ongelijke behandeling en ook rechtsonzekerheid onder verenigingen. Inmiddels lijken sector en politiek gewonnen om aan zo’n algemeen normenkader vorm te geven. Een grondig onderzoek om dit beleid uit te werken was dus opportuun. De resultaten van het onderzoek kreeg je al eerder op de studiedag over jeugdlokalen in juni, we zetten ze hier nog even voor je op een rijtje.
Het onderzoek Het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media van de Vlaamse overheid vertrouwde in 2008 een studieopdracht toe aan de Universiteit Gent. Die bestond grosso modo uit twee grote onderdelen. De opdracht bestond enerzijds uit het opmaken van een inventaris van de bestaande toestand van deze gebouwen vanuit brandveiligheidsoogpunt. Anderzijds vroeg men om vanuit de bevindingen van het onderzoek een ontwerp van aanbevelingen aan de Vlaamse regering te destilleren. Het onderzoek bestond uit verschillende delen. Een overzichtje: • Bij 80 verenigingslokalen in negen gemeenten won het onderzoeksteam informatie in over de bestaande toestand van verenigingslokalen. Bij de keuze van de gemeenten werd gelet op vertegenwoordiging van alle provincies en een mix van gemeenten met en zonder uitgesproken beleid in deze sector, landelijke en meer stedelijke gemeenten. • De onderzoekers verzamelden alle beschikbare informatie over eventueel toepasbare federale regelgeving en specifieke lokale regelgeving en aanbevelingen. • Op basis van een risicoanalyse werkten ze een ontwerp van aanbeveling uit. Een werkgroep bestaande uit alle betrokken partijen besprak dit ontwerp. • Een kostenraming voor de implementatie van deze aanbevelingen in de bezochte lokalen vormde de laatste stap.
De vaststellingen Tot welke vaststellingen kwam het onderzoek?
Bestaande regelgeving meestal niet van toepassing
De bestaande regelgeving over brandveiligheid is over het algemeen niet van toepassing op de relatief kleine gebouwen die het jeugdwerk gebruikt, bleek uit het onderzoek.
Denk maar aan de federale ‘Basisnormen voor Preventie van brand en ontploffing’ waaraan nieuwe gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen moeten voldoen. Ook het ARAB en de CODEX komen pas in beeld als er werknemers tewerkgesteld zijn. Jeugdlokalen ontsnappen ook meestal aan de voorschriften van de Vlaamse overheid, zoals VLAREM en de voorschriften voor logiesverstrekkende bedrijven.
Veiligheid van personen voornaamste objectief
De veiligheid van personen kwam als prioriteit naar voor bij het vastleggen van de objectieven. In eerste instantie de veiligheid van de gebruikers van het gebouw, maar ook de veiligheid van de hulpdiensten ingeval van een interventie. Beveiliging van het gebouw en beperking van schade werden niet weerhouden als doelstelling. De risicoanalyse toonde aan dat bij het opstellen van aanbevelingen rekening moest worden gehouden met: • het aantal bouwlagen; • de bezetting; • het gebruik van het gebouw; • de aanwezigheid van een aantal niet-zelfredzame personen; • het occasioneel gebruik voor overnachting. Uit de plaatsbezoeken bleek dat een overgrote meerderheid van de gebouwen gebruikt voor jeugdwerk vallen onder de categorie ‘lage gebouwen met dagbezetting en occasioneel overnachting door een beperkt aantal personen die meestal vertrouwd zijn met het gebouw’. Het objectief ‘Bescherming van de gebruikers van het gebouw’ wordt op twee manieren nagestreefd: • door de kans op het ontstaan van brand te beperken; • door in geval van brand een vlugge evacuatie van de aanwezige personen mogelijk te maken voordat zij in levensbedreigende of risicovolle omstandigheden terechtkomen.
september 2009 • p 25
jeugdwerkinfrastructuur | Onderzoek brandveiligheid
De aanbevelingen De aanbevelingen bestaan uit twee groepen voorschriften. Enerzijds gaat het om een groep voorschriften die te maken hebben met het gebouw en de bijhorende technische uitrusting. Anderzijds formuleerde het onderzoek een reeks exploitatie- en gebruiksvoorschriften, en voorschriften voor een goed beheer van de technische uitrusting en instandhouding van de veiligheidsmaatregelen. (zie kadertekst)
Verwachte impact van de aanbevelingen Eén op drie van de bezochte lokalen voldoet volledig aan de voorgestelde aanbevelingen. Bij de andere bezochte lokalen zijn er voornamelijk investeringen nodig in individuele branddetectie, brandwerende deuren, noodtrappen, brandwerende beplating en blusmiddelen. Eén van de aanbevelingen uit het onderzoek omvat het aanstellen van een beheerder van de gebouwen. Hij moet zorgen voor een permanentie in de kennis en zorg voor veiligheid van lokalen en uitrusting. Een minimum aan opleiding en training is nodig. Voor het jeugdwerk is zo’n permanentie niet evident gezien de frequente wissels in de leidingploeg. Deze organisatorische aanpassing van het beheer van de lokalen is een hoeksteen van het voorgestelde veiligheidsbeleid.
De kostenraming
Aanbevelingen voor het gemeentelijk jeugdlokalenbeleid Uit de studie bleek duidelijk dat de brandveiligheid van de jeugdlokalen in die gemeenten die de laatste jaren een actief jeugdlokalenbeleid voerden, aanzienlijk beter is dan elders. Het invoeren van zo’n beleid in alle gemeenten verdient dan ook sterke aanbeveling. Een belangrijke stimulans daarbij zal uiteraard (gehele of gedeeltelijke) subsidiëring zijn van de initiële aanpassing van de gebouwen en het in orde brengen van de exploitatievoorschriften. Naast deze tussenkomst met directe budgettaire gevolgen kunnen gemeenten op andere manieren de brandveiligheid in de jeugdlokalen verhogen. Vaak zijn die diensten ook voor andere verenigingslokalen zoals sport en cultuur gewenst, en is het efficiënter om ze meteen voor grote aantallen aan te bieden. Een aantal mogelijkheden: • De gemeentelijke technische of gebouwendiensten kunnen adviseren in verband met de vereiste initiële bouwkundige ingrepen of aanpassingen. • Gemeentelijke ambtenaren kunnen infosessies organiseren voor de initiële organisatie van het exploitatiebeleid en de opleiding van de lokalenbeheerders. • Gezamenlijke aankoop van brandveiligheidsuitrusting, het afsluiten van gezamenlijke contracten voor onderhoud en inspectie van blusapparaten en andere technische uitrusting kan sterk kostenverlagend werken.
Op basis van de 80 bezochte lokalen in 9 gemeenten maakten de onderzoekers een kostenraming voor de invoering van deze veiligheidsvoorschriften. Deze kosten zijn op te delen in eenmalige kosten om de bestaande gebouwen aan te passen, eenmalige kosten om te voldoen aan de exploitatievoorschriften en een jaarlijkse kost voor inspecties en het naleven van deze voorschriften. Voor de bezochte gebouwen die een bouwtechnische ingreep vereisen, bedraagt de gemiddelde kostprijs € 4 325, excl. BTW. De eenmalige kostprijs om aan de exploitatievoorschriften te voldoen, raamt men op € 1500. De terugkerende jaarlijkse meerkost voor de exploitatie raamt het onderzoek op € 1260. De raming houdt rekening met wat er veelal reeds gebeurt, en met het vrijwilligerswerk in de sector van het jeugdwerk. p 26 •
september 2009
Het eindrapport van het onderzoek naar de veiligheid van verenigingslokalen vindt je op www.vvj.be
Onderzoek brandveiligheid
| jeugdwerkinfrastructuur
De aanbevelingen Een overzicht van de aanbevelingen uit het onderzoek voor de bouwkundige en de uitbaatvoorschriften van jeugdlokalen:
• de aanwezigheid van middelen voor een eerste interventie, • verzekerde beschikbaarheid van de evacuatiewegen.
De bouwkundige voorschriften
Het is daarom essentieel steeds alle maatregelen die hier verband mee houden strikt toe te passen en in stand te houden.
Zij slaan op: • bereikbaarheid door de brandweer, • scheiding ten opzichte van aanpalende gebouwen, • compartimentering van vloeroppervlakken groter dan 2500 m² (komt zelden voor), • de minimumbreedte van evacuatiewegen, • de noodzaak van een tweede evacuatiemogelijkheid indien de hoofdevacuatieweg onbruikbaar zou zijn (dit geldt ook voor verticale evacuatie ingeval van meer dan één bouwlaag), • de brandweerstand van structurele bouwelementen, • het brandgedrag van wand- en vloerbekleding, van plafonds en van decoratie. De voorschriften voor technische uitrusting behandelen de brandstofopslag, de lokale verwarmingstoestellen en kooktoestellen, de stookplaatsen, de elektrische installatie en eventueel de installatie voor de distributie van gas. Zij omvatten bovendien ook enkele specifieke voorschriften voor de veiligheidsuitrusting: signalisatie, veiligheidsverlichting, brandblusapparaten of muurhaspels. Voor gebouwen met occasionele overnachting komen hier branddetectoren bovenop in alle lokalen met een overal hoorbaar brandalarm. De exploitatievoorschriften Het veiligheidsbeginsel van deze aanbevelingen is in zeer belangrijke mate gebaseerd op: • het beperken van de kans op het ontstaan van brand,
Welke uitbatingsvoorschriften stelt het onderzoek voor? • Frequente periodieke controles op de gebruikswijze van lokalen: rookverbod, onderhoud, het behoud van bouwtechnische maatregelen, het instandhouden van de technische kwaliteit van de uitrusting en het functioneel houden van alle brandbeveiliging. • Een rookverbod in alle lokalen, en met uitzondering van theelichtjes in houders, is het gebruik van open vlam, inclusief vuurwerk verboden. Hiervan afwijken kan enkel onder strikte voorwaarden. • De aanstelling van een beheerder voor elk gebouw, die een logboek bijhoudt waarin alle uitgevoerde controles en onderhoud zorgvuldig worden aangeduid. En verder: • de aanwezigheid van situatieplannen, • het respecteren van het rookverbod, • de genomen maatregelen bij toestaan van een vuurvergunning, • goede huishouding, • het vrijhouden van alle evacuatiewegen, • het behoud van alle bouwkundige maatregelen en het instandhouden van alle veiligheidsvoorzieningen. Sommige controles kunnen worden uitgevoerd door de beheerder, andere door een bevoegd installateur. De frequentie gaat van een 3-maandelijkse veiligheidsrondgang door de beheerder, tot een 5-jaarlijkse controle van de elektrische installatie.
september 2009 • p 27
JBP 2011-2013 | Helemaal klaar voor het planningsjaar?
JEUGDBELEIDSPLAN 2011 – 2013
Helemaal klaar voor het planningsjaar? ✒
Ilse Holvoet, Leen Bartholomeus
Nog even en het is zo goed als officieel: we staan aan het begin van een planningsjaar! Om je in de sfeer te brengen, voorzien we in deze Dropzone al een aantal opwarmertjes. We geven je op een blaadje via welke stappen je tot een plan komt en in één oogopslag krijg je zicht op de ondersteuning die VVJ je biedt tijdens het planparcours. En last but not least, maak je kennis met je collega jeugdconsulenten die speciaal voor Dropzone een JBP dagboek bijhouden.
Het planningsproces in een notendop Een goede manier om eender welk proces overzichtelijk te maken is het te verdelen in kleinere stukjes. Het planningsparcours delen we voor je op in vier grote blokken: • Voorbereiding / oriëntatie, vorming volgen • Opmaken van een werkplanning, eventueel samen met een stuurgroep • Opmaken van een analyse om een goed beeld te krijgen van de startsituatie: −− Evaluatie vorige JBP −− Verzamelen van relevante gegevens −− Organiseren van inspraak / participatie • Uitwerken van doelstellingen • Vertalen van doelstellingen in concrete acties, timing en budget • Redactie van het ontwerpplan • Adviezen inwinnen over het ontwerpplan: −− (optioneel) technisch advies van de afdeling Jeugd −− (verplicht) inhoudelijke advies van de jeugdraad • Verlof / vakantiewerking • Aanpassen van het ontwerpplan naar definitief plan • Adviezen inwinnen over het definitieve plan: −− (verplicht) advies van de jeugdraad −− Voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen • Goedkeuring door de gemeenteraad • Indienen bij de afdeling Jeugd Je kan dit uiteraard verder opdelen in kleinere stappen. Je vindt meer info in verschillende fiches op onze website. p 28 •
september 2009
Helemaal klaar voor het planningsjaar?
| JBP 2011-2013
VVJ zet de jeugdbeleidsplanning onder stroom VVJ ontwikkelde voor dit planjaar een gevarieerd ondersteuningsaanbod voor jeugddienstmedewerkers. Stroomstootjes om jeugddiensten optimaal te ondersteunen bij de opmaak van het nieuwe lokale jeugdbeleidsplan.
Wordt het JBP 2011-2013 het allerlaatste jeugdbeleidsplan?
1. Kennis en vaardigheden aanscherpen? Daarvoor kan je op verschillende vormingsmomenten terecht:
Het Vlaamse regeerakkoord stelt een be-
• Plan-kuren vormingsdagen voor jeugdambtenaren, met expliciete aandacht voor beginnende planners 20, 22 of 27 oktober Om goed voorbereid aan de start te komen, stomen we je bij het begin van het planningsjaar helemaal klaar voor de planwerkzaamheden. Nieuwe planner, ervaren rot of ergens tussenin? Er ligt een aanbod op maat voor je klaar, op onze vormingsdagen voor ambtenaren in een nieuw jasje. • VVJ vormingsdriedaagse de 26ste editie van onze vormingshoogmis met het jeugdbeleidsplan in de kijker 10,11 en 12 maart in Malle We maken tijd voor de uitdieping van een aantal thema’s die een plek krijgen in je nieuwe plan.
2. Wil je weten hoe collega jeugddiensten het aanpakken? Wissel uit in levende lijve of via ’t net. Provinciale bijeenkomst Donderdag 11 februari Het nieuwe plan wordt gegarandeerd hét gespreksonderwerp onder collegajeugdconsulenten het komende werkjaar. De provinciale vergadering van februari staat helemaal in het teken van intervisie: onderlinge uitwisseling en coaching. JBP forum Behoefte om even van gedachten te wisselen maar geen collega in de buurt? VVJ en/of collega’s planners helpen je virtueel uit de nood. Wij installeren een forum waar je vragen kan voorleggen aan collega-planners. Om gretig te gebruiken vanaf eind oktober!
3. Op zoek naar leesvoer om je in te verdiepen? www.vvj.be/jeugdbeleidsplan Op onze website vind je een uitgebreid dossier met allerhande info over het JBP. We nemen je bij de hand en loodsen je doorheen het hele planningsproces met ons stappenplan: een reeks handige fiches die je informeren over jouw taken als planner. Verder vind je ook een pakket instrumentenfiches met handige tools en/of voorbeelden.
4. Toch nog vragen? FAQ In het JBP-dossier op onze website vind je een lijst met vragen die we regelmatig krijgen van jeugdconsulenten en ons antwoord daarbij. Heb je zelf een vraag, dan vind je hier misschien al een snel antwoord. Helpdesk Vind je geen antwoord op je vraag in onze FAQ-lijst, dan staan we je natuurlijk ook graag persoonlijk te woord. Je neemt daarvoor telefonisch of per mail contact op met je provinciale stafmedewerker.
langrijke wijziging in het vooruitzicht. De verschillende plannen die de lokale en provinciale besturen nu maken (waarvan het jeugdbeleidsplan er één is) verdwijnen en worden geïntegreerd in het meerjarenplan van de gemeente. De Vlaamse Regering bevestigt evenwel het belang van de sectorale subsidiestromen voor het lokale jeugdbeleid. Hoe dit in praktijk in zijn werk moet gaan in de toekomst is dus op dit moment nog koffiedik kijken maar we proberen alvast een aantal consequenties in te schatten: • De doelstellingen voor het jeugdbeleid zullen een plaats moeten krijgen in het ruime legislatuurplan. • De planperiode verruimt van drie naar zes jaar. Dit betekent dat er, nog meer dan nu het geval is, op langere termijn zal moeten gepland worden en tussentijdse evaluaties met de jongeren nog belangrijker worden, want zes jaar is een eeuwigheid voor het jeugdbeleid. • Het uitbouwen en onderhouden van een hecht netwerk met andere gemeentediensten wordt zo mogelijk nog belangrijker dan vandaag om de doelstellingen van het jeugdbeleid te bereiken Voor haar ondersteuningsaanbod (bij wat misschien wel het laatste jeugdbeleidsplan in zijn soort zal worden) legt VVJ dan ook bewust de focus op de strategische aanpak en willen we vaardigheden aanscherpen die je in de toekomst kunnen helpen om je stempel te drukken op het gemeentelijk meerjarenplan.
september 2009 • p 29
JBP 2011-2013 | Helemaal klaar voor het planningsjaar?
Liefste JBP dagboek, VVJ reserveert x aantal tekens en spaties in Dropzone, Lopend Vuur en op onze website om je van naaldje tot draadje te informeren over het jeugdbeleidsplan. Aan het plannen en schrijven van een jeugdbeleidsplan zit iedere keer ook een mooi menselijk verhaal. Daarom reserveren we in elke Dropzone voortaan ook een plekje voor de petites histoires. De kleine en grote anekdotes die je anders alleen tussen de regels van het plan leest als je goed kijkt. Het verhaal achter
het onleesbaar gekrabbel in je JBP schriftje, het ezelsoor van die ene pagina, de koffievlek op de andere en de beduimelde achterflap. En die ene plek in het plan waar het zilt van een traan of een zweetdruppel een deel van de tekst van die ene doelstelling onleesbaar maakte. Leef mee met het JBP dagboek van vijf jeugdconsulenten met het hart op de tong! Zij stellen zich in deze editie alvast kort aan je voor.
Ellen De Boeck
Christoff Van Acker
jeugdconsulente in Machelen
jeugdconsulent in Lochristi
Hoe lang werk je al op de jeugddienst?
Sinds een jaar
Sinds 1 januari 2009 ben ik aan de slag in my hometown. Ervoor stak ik de handen uit de mouwen als jeugddienstmedewerker bij de collega’s van Lokeren.
Is dit het eerste jeugdbeleidsplan waarbij jij de pen vasthoudt?
Ik zet voor de allereerste keer mijn schouders onder een JBP.
Yipikajee!
Hoe kijk je aan tegen dit planjaar?
Ik heb enorm veel zin in mijn eerste planjaar, ik hoop een aantal jongeren gemotiveerd te krijgen om mee te werken aan het nieuwe JBP en daar zijn we in september al aan begonnen!
Ik zit een beetje met het Jambers-gevoel: ‘wie zijn ze? Wat doen ze? En vooral… wat drijft hen?’ Ik wil vooral mee op ontdekking gaan, een heleboel mensen, kinderen en jongeren ontmoeten… En ik ben natuurlijk benieuwd wat dat allemaal gaat geven.
Sterrenbeeld?
Tweelingen
Weegschaal
p 30 •
september 2009
Helemaal klaar voor het planningsjaar?
| JBP 2011-2013
Jitske Verwimp
Arnold Vandenbussche
Pascal Breugelmans
jeugdconsulente in Aarschot
jeugdconsulent in Hooglede
jeugdconsulent in Herenthout
Op 1 april 2007 startte ik op de jeugddienst Aarschot.
Op 5 juli 1999 stelde de gemeente Hooglede me aan om de speelpleinwerking administratief te ondersteunen.Na de zomer van ’99 kreeg ik mijn stek in het gemeentehuis en was de gemeentelijke jeugddienst een feit. Sinds 1 januari 2009 ben ik officieel als jeugdconsulent. Met andere woorden… tien jaar.
Vijf jaar.
Het is de tweede keer dat ik als beroepskracht meeschrijf aan een jeugdbeleidsplan.
Nee. Het eerste beleidsplan waar ik aan meewerkte was dat van 1999 – 2001. Toen als lid van de jeugdraad.Daarna kreeg ik de eer om zelf de pen vast te houden en volgden 2002 – 2004, 2005 – 2007 en 2008 – 2010. Ik sta dus aan de vooravond van mijn vierde beleidsplan.
Dit is het tweede jeugdbeleidsplan waarbij ik zelf de pen vasthoudt.
Ik kijk er naar uit om een nieuw plan te schrijven. Nieuwe meningen van kinderen, jongeren, professionals en stuurgroep vertalen in concrete doelstellingen en acties, ‘t is een mooie uitdaging. Het zal tijd, energie, communicatie en discipline eisen. Maar voor mezelf , weet ik beter wat me te wachten staat dan bij het vorige plan.
Toen ik deze zomer mijn agenda voor het najaar bekeek stelde ik vast dat we aan de vooravond van een nieuw planningsjaar staan.Ja, wat vliegt de tijd! Ik kijk er volledig naar uit. Het samenstellen van een stuurgroep, brainstormen, de toekomstplannen van de schepen van jeugd... Tijd voor actie dus! Let’s go for it.
Laat maar komen, zou ik zo zeggen. Met ons huidige beleidsplan dat we de voorbije jaren als werkinstrument hebben gebruikt met een jaarlijkse bevraging/evaluatie en aanpassing zijn we eigenlijk niet aan een pauze toe gekomen. Onze droom is nog niet voltooid. We gaan rustig verder bouwen aan het beleid waar we drie jaar geleden de fundamenten van hebben gelegd. Natuurlijk zijn we ook benieuwd naar eventuele nieuwe bouwvoorschriften van de nieuwe minister, maar als dat het lokale jeugdbeleid ten goed komt, dan zullen we dat positief onthalen.
Leeuw
Stier
Kreeft
september 2009 • p 31
de jeugddienst | Uit het dagboek van Robin Ronsyn
Uit het dagboek van Robin Ronsyn
>> Robin Ronsyn
9u30
Net voor de zomer konden we Robin strikken voor deze Dagboekrubriek. We mochten een dagje meekijken over de schouder van deze deeltijdse beroepskracht van jeugdhuis De Ressort, die zich de andere helft van zijn tijd inzet op de jeugddienst van Geraardsbergen, en dat sinds 2006.
checken van mijn Zoals gewoonlijk start ik met het d hebben de gedraa mailbox. De gasten van de jeug gebruiken. Die te knop all’ woonte om de ‘reply to zit er nog zoal Wat t. enui tuss t eers er mailtjes haal ik tract voor twee atin mijn mailbox? Ik heb het huurcon en ontvangen. feest kaai tractieve spelen op de komende van de jeugderleg o-ov regi Een uitnodiging voor het me voorbij aan as hela ik t moe ele huizen in Oosterz gadering dver avon laten gaan omdat ik al een andere citeren solli die s band le heb gepland. De mails van enke de naar door ik r stuu en, spel om in het jeugdhuis te er(Int ILvA en. unst umk podi de in e verantwoordelijk voor milieu Land gemeentelijk samenwerkingsverband leilandjes voor afva is van Aalst ) biedt voortaan grat pas komen. van r zeke zal dat organisaties. Interessant, willen mee ze dat n wete laten sten isga Enkele jeugdhu woensweek ende helpen met de openluchtcinema volg dagavond, super! mijn teerbeminde Na de mails is het internetforum van zitter heeft zijn voor kern De t. beur jeugdhuis aan de ende kernvergadeagendapuntjes gepost voor de kom ers laat weten uurd ring van vrijdag. Een van de best barbecue te uurs best de om t dat hij morgen langskom datum te een week ende volg eren prob plannen. En we rop we waa dag prikken voor een ‘technical day’, een
p 32 •
september 2009
en nemen in het een aantal technische zaken onder hand ). jeugdhuis (elektriciteit, spots, geluid... 10u30
rk’ foldertjes. Het De drukker levert de ‘SoS jeugdwe kort en duideeen gen egin dbew jeug de foldertje biedt de die jeugddienst lijk overzicht van de ondersteuning nd briefje op en leide bege te bieden heeft. Ik maak een van elke jeugding dleid hoof de stuur de folders naar beweging. oontjes. Lieven, de Tussendoor krijg ik nog heel wat telef voor Oost-Vlaanaat nieuwe ondersteuner van Form dclub Haslud. jeug van atie deren vraagt naar de situ maar ze zijn aat, Form bij en eslot aang Haslud is niet atie. toch graag op de hoogte over hun situ er de rug waaracht Haslud heeft een moeilijke periode m en de motikwa r vloe de bij er nog weinig volk over zoeken was. te ver ren nise orga te en vatie om activiteit e mat van het moIk probeer hen te ondersteunen in de aan het beteren. je gelijke. Het is ondertussen een beet medewerkers een Begin oktober organiseer ik voor hun eweekend. Tant uati eval en s, ning teambuilding, - plan en over de cavan chiro Elegast had nog enkele vrag re Ben van zeke een mionregeling voor hun kamp. En
Uit het dagboek van Robin Ronsyn
artikeltje wil schrijven VVJ belt me met de vraag of ik een …’ voor het tijdschrift voor de rubriek ‘Uit het dagboek van Dropzone. 12u30
el Moortgat, de brouGert, de vertegenwoordiger van Duv trum en het jeugdhuis werij waarmee we voor het jeugdcen Moortgat heeft Kriek s. lang een contract afsloten, komt niet onderuit. Ik zal er kan ik Tja, . Liefmans overgenomen r. Het is toch net midiets moeten drinken op de werkvloe het jeugdhuis: iets dagpauze en we versassen even naar shame on me, en n, roke eten, even chillen, een sigaretje . werk daarna terug aan het
| de jeugddienst
deelnemers, veiligheid mers op de 50 armbandjes voor de e deelnemerslijst en boven alles. We overlopen de definitiev dag. bespreken het verloop van de 17u30
van de zomer. Een Vanavond is het de eerste moni-avond speelplein ‘Onvan n ontspanningsavond voor de monitore speelstraten as, belp grab aal’, dersteboven’, speelplein ‘spir collega mijn met en sam hier sta Ik g. en woensdagwerkin Met in. voor lpleinen, Nele, verantwoordelijke voor de spee neem Ik en. chill te om het warme weer is het aangewezen het vlees bakken en als BBQ-master het heft in handen om om iets te eten, te ij part de van i’s mon tegen 18u30 zijn de Een gezellige boel op drinken en gewoon wat bij te praten. een zwoele zomeravond.
14u
r voor ‘den babbel’. Ik ontmoet JP van het jeugdhuisbestuu r bestuurslid van iede met ik In de loop van de zomer doe sprek. Zo moeten gsge erin tion func t het jeugdhuis een soor niet meer over zeggen, er een 20-tal passeren. Hier kan ik beroepsgeheim…
21u
sproken voor de laatIk poets de plaat want ik heb nog afge o. Ik ben er eigenlijk al ste kampvoorbereidingen van de chir me dit jaar om mee gen twee jaar mee gestopt, maar ze vroe bij de rakkers. En n geve te ng leidi op kamp te gaan om mee daar kan ik moeilijk nee op zeggen…
15u30
nog plaats is als moni Albert komt langs om te kijken of er t geluk en kan nog 3 voor de woensdagwerking. Hij heef is één van de proing woensdagen aansluiten. Deze werk ‘jeugdwerk voor prijs se aam t-Vl jecten waarmee we de Oos allen’ haalden. 16u
t volgend weekend een Ik heb afgesproken met Elke, ze geef 18de verjaardag. We haar voor is feestje in het jeugdhu n zodat alles hopelijk overlopen enkele praktische afsprake vlotjes verloopt. 16u30
tiviteit op stapel. We Morgen staat de eerste grabbelpasac motietoer van Bloso in trekken met de bus naar de sportpro onze GSM numijven de Gavers. Collega Koen en ik schr
september 2009 • p 33
voor u bekeken | Publicaties, initiatieven en websites
✒
Leen Bartholomeus
Vrind 2009 Vrind 2009 is een publicatie over de resultaten van het Vlaamse vrind 2009 beleid en de impact hiervan op Vlaamse Regionale Indicatoren de omgeving. Vrind verschaft op een begrijpbare en toegankelijke manier informatie over demografische, economische, ecologische en sociaal-maatschappelijke thema’s die op de politieke agenda van de Vlaamse Regering staan en die maatschappelijk van belang zijn. Informatie over het jeugdwerk vind je terug in hoofdstuk 7 ‘Gaan voor kwaliteit en participatie’. Je kan Vrind 2009 downloaden of gratis een gedrukt exemplaar aanvragen via http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/Pages/2009-07-01vrind2009.aspx
Bruggen naar kwaliteit. Een speelse gesprekmethode voor zelfevaluatie Gebaseeerd op Kwaliscoop, het Kwasimodo-instrument voor zelfevaluatie dat inspiratie haalde bij het EFQM-model en andere aanverwante evaluatiesystemen, ontwikkelde het CIS het spel ‘Bruggen naar kwaliteit’. Het is een middel waarmee een organisatie zichzelf kritisch kan bekijken, zodat ze kan ontdekken wat goed werkt, of waar verbeteringen mogelijk zijn. ‘Bruggen naar kwaliteit’ is geen ‘spel’ met winnaars en verliezers. WĂŠl is het een ludieke methode om de prioritaire domeinen uit de Quickscan meer in de diepte en de breedte evalueren. Deze speelse gespreksvorm geeft je de mogelijkheid om snel concrete verbetervoorstellen te formuleren voor de probleemgebieden. Bruggen naar kwaliteit is een uitgave van Politeia. De speldoos kost 69 euro, exclusief verzendkosten en kan je bestellen via www.politeia.be.
Goedkope informatica voor verenigingen De stad in de wijk. Gebiedsgericht werken in Vlaamse steden en gemeenten Het ‘gebiedsgericht werken’ is de laatste jaren erg populair geworden. In vele Vlaamse steden en gemeenten zien we buurt- en wijkwerkers, wijkcentra, dienstencentra, wijkplannen en stadsvernieuwingsprojecten waarbij de wijk betrokken wordt. Deze golf van initiatieven leidt tot een veelsoortige praktijk en ook tot veel gemeenschappelijke vragen. In opdracht van de dertien centrumsteden en VVSG bundelde Filip De Rynck, hoogleraar bestuurskunde van de Hogeschool Gent praktijken gebiedsgericht werken uit verschillende steden. De focus ligt op de impact hiervan op de organisatie, het beleid en het management van stadbesturen. ‘De stad in de wijk. Gebiedsgericht werken in Vlaamse steden en gemeenten.’ is een uitgave van Politeia, het Kenniscentrum Vlaamse steden en Thuis in de Stad. Het boek kost 35 euro, exclusief verzendkosten en kan je bestellen via www.politeia.be.
Ken je een vereniging die het ledenblad graag digitaal wil versturen maar geen Outlook heeft? Wil de vereniging graag draadloos internet installeren maar valt de hardware duur uit? SOCIALware is de naam voor legale, gloednieuwe soft- en hardwareproducten die verenigingen voor een prikje kunnen bestellen via de vzw SOCIALware. De producten zijn een schenking van de ICT producenten Microsoft, Symantec en Cisco die verenigingen zo willen laten bijbenen op technologisch gebied. Bestel online via www.socialware.be
Het is om de hoek – Acht jaar Actieplan cultuurbereik
NIEU
6X]i _VVg 6Xi^ZeaVc 8jaijjgWZgZ^`
Het is om de hoek '%%& " '%%-
Haarlemse jongeren die hun eigen theaterproducties en filmpjes maakten, leerlingen van de Praktijkschool in Emmen die raplessen kregen en kennismaakten met de beeldende kunst in hun stad. Het is een kleine greep uit de projecten van het Actieplan Cultuurbereik. De afgelopen acht jaar heeft Nederland via het Actieplan Cultuurbereik duizenden mensen bij kunst en cultuur betrokken. De projecten en ervaringen zijn gebundeld in een boek. ‘Het is om de hoek – Acht jaar Actieplan cultuurbereik’ is gemaakt in opdracht van de regiegroep Actieplan Cultuurbereik. Hierin zijn vertegenwoordigd het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Inter Provinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Innovatieve voorbeelden 2009 is het Europese jaar van Innovatie en Creativiteit. De publicatie ‘European good practice projects’ gaat over succesvolle internationale samenwerkingsprojecten van en voor jongeren. Met voorbeelden van innovatieve en creatieve projecten. De projecten richten zich vooral op het gebruik van creativiteit, waarmee jongeren op een vernieuwende manier een bijdrage leveren aan hun omgeving en aan de samenleving. Je kan de publicatie downloaden via de volgende link: http://www. youthinaction.nl/youthinaction/download/good_practices_creativity.pdf
p 34 •
september 2009
NEDERLAND – De nieuwsgierigheid won in Zuid-Holland, het was magisch in Haarlem en het zelfvertrouwen groeide in Deventer. In acht jaar tijd zorgde het Actieplan Cultuurbereik ervoor dat met ruim 27 miljoen euro in 12 provincies en 30 gemeenten in Nederland, honderden projecten konden plaatsvinden. Nu houdt het Actieplan op te bestaan. Vanuit het idee onderzoek alles en behoud het goede zijn 16 van deze projecten beschreven en draagt het Actieplan de fakkel over.
Google de titel van het boek en je vindt de link om het integraal te downloaden.
Publicaties, initiatieven en websites
| voor u bekeken
Internationale informatie in OESOfamiliedatabank
Publicatie ‘Verenigingen voor Verkeersveiligheid’
Belgische vrouwen zitten in de OESO middenmoot als het gaat over de leeftijd waarop ze hun eerste kind krijgen: 27 jaar. Meer internationaal vergelijkende gegevens over gezinnen en gezinsbeleid staan in de pas bijgewerkte OECD family database. Deze databank is ontwikkeld omdat er vraag was naar internationaal vergelijkende gegevens over de situatie van kinderen en gezinnen. De databank bevat informatie over de structuur van gezinnen, de arbeidsmarktpositie van gezinnen en beleid voor gezinnen en kinderen. Ook staan er gegevens in over kinderen, bijvoorbeeld over kinderarmoede en overgewicht. De databank wordt samengesteld en regelmatig bijgewerkt door de OESO, een samenwerkingsverband van dertig voornamelijk westerse en rijke landen.
Het onderzoek dat ‘de Verenigde Verenigingen’ voerde naar de relatie tussen verenigingen en verkeersveiligheid, leverde een grote hoeveelheid ideeën, projecten, partners en methodieken op. Die zijn nu gebundeld in een 35 pagina inspirerende activiteitengids (mèt gadget). Overtuig verenigingen in je gemeente om ook in hun werking aandacht te hebben voor verkeersveiligheid (bij de organisatie van activiteiten, als vorming, enz.)
De OESO-familiedatabank kan je raadplegen via: http://www.oecd.org/document/4/0,3343, 'tZitemzo: voor jongeren die meer willen weten over hun rechten. Page 1 of 1 en_2649_34819_37836996_1_1_1_1,00.html
Deze gratis gids is te downloaden via www.verenigdeverenigingen.be of op papier te bestellen via karen@deverenigdeverenigingen.be. Vermeld het aantal exemplaren, postadres en de naam van de vereniging.
Vers voer voor en naast het speelplein DNA 5: Niet voor het geld, wel voor de leute! Animatoren op het speelplein. (volledig herwerkte versie)
Op onze speelpleinen draaien elke zomer 20.000 animatoren mee. De brochure geeft jou de kaders om je animatoren(ploeg) te leren kennen en in te schatten. Daarnaast komen ook de motivaties van vrijwilligers aan bod, waarop je kan inspelen met wervingsacties en krijg je een beeld van een animatorvriendelijk klimaat dat de beste omkadering kan bieden.
DNA 21: Blijven plakken. Loopbaanbegeleiding op het speelplein
Een speelpleincarrière is niet voor elke animator dezelfde. In deze DNA vind je tips om je animatoren goed te begeleiden op het speelplein of te zorgen dat ze langer geëngageerd blijven. Kortom, een individueel traject voor elk van jouw animatoren.
DNA 22: Boenk erop. WAW!-activiteiten op het speelplein.
Een prikkelend activiteitenaanbod is een opdracht voor elke dag. Deze brochure maakt het je gemakkelijker. Niet alleen vind je er 30 WAW!-activiteiten in terug, je vindt er ook goeie voorbeelden over efficiënt voorbereiden en een duidelijk brokje achtergrond over de verscheidenheid van activiteiten. Je kan de brochures bestellen via info@materiaalmagazijn.be. De kostprijs is 8 euro per brochure.
‘t Zitemzo: als je minderjarige vreemdeling bent
Ranking van drugs. Een vergelijking van de schadelijkheid van drugs
Voor minderjarige vreemdelingen die in België belanden, maar ook voor vrijwilligers en professionelen die met hen werken, is de juridische context een onoverzichtelijk http://www.tzitemzo.be/ 11/09/2009 kluwen. De Kinderrechtswinkel ontwikkelde een reeks van acht fiches die minderjarige vreemdelingen op een begrijpelijke en toegankelijke manier informeren over hun rechtspositie in België.
Alcohol en tabak scoren hoog op de schaal van schadelijkheid voor de volksgezondheid en zijn daarmee relatief schadelijker dan veel andere soorten drugs. Dit blijkt uit een nieuwe risico-evaluatie van het RIVM, het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Zij maakten een rangschikking van 19 genotmiddelen naar hun schadelijke karakter. De rangschikking is bepaald op basis van de driedeling: hoe giftig is het middel (op korte en lange termijn), hoe verslavend is het, en wat is de maatschappelijke schade. Mede aan de hand van deze beoordeling kan het huidige Nederlandse drugsbeleid op een rationele wijze worden geëvalueerd.
De fiches zijn downloadbaar via www.tzitemzo.be. Ze zijn beschikbaar in het Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans en Russisch.
Ranking van drugs. Een vergelijking van de schadelijkheid van drugs. Amsterdam JGC van, Opperhuizen A, Koeter MWJ, Aerts LAGJM, Brink W van den. 2009. Je kan het volledige rapport downloaden via www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/340001001.pdf september 2009 • p 35
over vvj | Nieuwtjes
Intergenerationele communicatie ✒
Bart Derwael
Een terrasje aan zee. Opa, oma, twee kleinkinderen. Een tafeltje verderop nog twee oudjes. Zonder kleinkinderen. Althans vandaag. Dat vertelt de oude mevrouw, tijdelijk zonder kleinkinderen, aan de mevrouw met kleinkinderen. “Net terug afgeleverd bij papa en mama”. Ze zucht en wappert met de handen. De oma met kleinkinderen, met het kleinste op de schoot, knikt begrijpend. “Je bent ontzettend blij als de kleine hummeltjes weer op visite komen, hè. Maar ook zielsgelukkig als je ze na een weekje weer mag afgeven”, roept ze iets te luid. De twee oma’s lachen. De opa’s zwijgen. De uk op de schoot duwt zich wat verder in de decolleté van oma. Het andere kindje, een kleuter van een jaar of vijf, kijkt bedenkelijk maar kwettert onophoudelijk verder. “Jammer dat de bengeltjes zoveel jaren schelen”, vervolgt de oma met de kleinkinderen. “Drieënhalf jaar tussen. Dat is teveel, hè. Ze begrijpen elkander niet. Ze kunnen niet communiceren”. De oma’s zitten helemaal op dezelfde lijn. De opa’s ook (de twee mannen kijken nu voor het eerst uitdrukkelijk naar elkaar en knipogen. Hun groene blaadjes van weleer hebben niets in de gaten, te druk in de weer met het uitwisselen van zoveel levenswijsheid). Met het straffe biertje binnen handbereik, het zonnetje op hun kalende schedel en het getater van oma’s en kinderen op de achtergrond, zeggen hun blikken meer dan duizend woorden. Een vergelijkbaar tafereel twee tafels verder. Vader, moeder, puberdochter. Vader kijkt even ontredderd als afkeurend naar de outfit van dochterlief: korte short, open bloesje, fluoblauwe nagellak op vingers en tenen. Oogschaduw. Moeder sust en probeert de sfeer erin te houden. Vader geeft geen krimp. De dochter staart voor zich uit en eet een ijsje terwijl vader zijn wanhoop verbijt. De stilzwijgende verzoening zit ‘m in het koekje bij het ijsje dat de dochter de vader toeschuift. Vader ontvangt het zoenoffer enigszins verbaasd. Ontdooit. Lijkt plots tien jaar jonger en lacht een beetje schaapachtig. Moeder schudt zachtjes haar hoofd. Twee uur later op het strand. Een vader en twee tienermeisjes. Dochter en vriendinnetje. Zij lezen meisjesbladen en luisteren muziek. Hij is sportief en wil de zee in of op zijn minst een partijtje beachtennis. Hij ergert zich aan hun luiheid. Hij slooft zich uit. Wringt zich in bochten. Verliest langzaam zijn geduld. De meisjes laten hem smeken tot ze laconiek van hun badhanddoek opveren en al gibberend de zee in rennen. Ik denk: communicatie tussen mensen en in het bijzonder tussen niet-generatiegenoten, draait om het vinden van de juiste toon of het gepaste gebaar. Soms moet je kwetteren, brullen, smeken of zeuren. En soms kan je best gewoon stilzwijgend ondergaan zonder te willen begrijpen.
p 36 •
september 2009