Dropzone september 2010

Page 1

Verantwoordelijk uitgever: VVJ vzw | Marc Ipermans Vijverlaan 53 | 2610 Wilrijk

BELGIË - BELGIQUE P.B.

Afgiftekantoor 2610 Wilrijk Erkenningsnummer P206352

2610 WILRIJK BC 1697

TIJDSCHRIFT VOOR LOKAAL JEUGDBELEID Jaargang 19 nr. 4 | september 2010 Verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec

Verzelfstandiging Tieners JBP: de laatste loodjes september 2010 • p 1


inhoudstafel

JBP 2011-2013

De laatste rechte lijn naar afwerkt product

De afdeling Jeugd en VVJ stoppen je tips toe en steken je een hart onder de riem!

8 3

edito

4

over vvj

6

7

8 10

Plan-kuren Bij de interne staatshervorming, en bij jou om de hoek in oktober! Nieuwtjes Deze rubriek bestaat enerzijds uit nieuws van de interne keuken van VVJ en uit aankondigingen van eigen activiteiten.

over vvj

Wie is wie? Met een resem nieuwe gezichten bij VVJ is het hoog tijd voor een overzichtje van onze ploeg!

JBP 2011-2013

Liefste JBP dagboek Vier jeugdconsulenten laten je – voor het laatst – meelezen in het dagboek van hun planningsjaar.

JBP 2011-2013

Balans met de afdeling Jeugd Benieuwd wat zij uit de lezing van zo’n 114 plannen puurden?

JBP 2011-2013

Ook VVJ las je plan! Tips voor wie nog aan het schrijven is, aan de hand van gelezen JBP’s 2011-2013.

COLOFON

HOOFDREDACTIE Leen Bartholomeus VORMGEVING IO - Els De Pauw REDACTIE Leen Bartholomeus Robert Crivit Ellen De Boeck Jan Deduytsche Koen Depreitere Dominique Goossens Ilse Holvoet Marc Ipermans Joyce Maene Sofie Marque

p2 •

september 2010

wet(t)enswaardig

jeugdbeleid

Een overzicht van de voornaamste regels en hoe je er mee kan omgaan.

Doelgroep onder de microscoop...

Verzelfstandiging

24 12

2010: europees jaar armoede

15

fotoreportage

16

spelen

18

22

Proeftuinen jeugdwerk kinderen en jongeren in armoede Heeft deze bijzondere vorm van jeugdwerk al een plek in je JBP? Met CO2 naar Londen! Beeldverslag van overzeese vakantie-initiatieven en speelterreinen die buiten de lijnen kleuren. Over speelplezier en risico Hoe het eerste niet zonder het tweede kan, tijd voor een eerlijk debat!

jeugdwerk

Dag van de Jeugdbeweging Hoe viert de Geelse jeugd(dienst) deze feestdag? En je bent gewaarschuwd: dit jaar wordt het oorverdovend!

fotoroman

Minister Smet on tour! Met naast de minster, de Boutersemse en Aarschotse jeugddienst in de hoofdrol.

Wim Rasschaert Koen Steuperaert Christoff Van Acker Nathalie Van Ceulebroeck Robrecht Vandenabeele Arnold Vandenbussche David Vanholsbeeck Wouter Vanvinckenroye Ben Verstreyden Jitske Verwimp Greet Vorsselmans Sofie Willems FOTO’S E3000 Ilse Holvoet

horizontal.integration Jeugdcentrum Vleugel F KLJ Koen Depreitere PJD Vlaams-Brabant Wim Seghers VDS Sofie Willems COVERFOTO VDS EINDREDACTIE Leen Bartholomeus

Tieners

30 24

wet(t)enswaardig

29

fotoreportage

30

jeugdbeleid

34

voor jou doorbladerd

36

de jeugddienst

38

voor u bekeken

40

uitsmijter

Verzelfstandiging Wanneer is verzelfstandiging aangewezen en voor welke vorm opteer je dan? Grabbeldag 2010 Vlaams-Brabantse vakantiewerkingen samen naar de Grabbeldag. Tieners Een warm pleidooi om verder dan tienerwerking te kijken. Een website die werkt Meer is minder, en andere tips! Uit het dagboek van Joyce Maene De speelpleincoördinator van Speelberge aan zee! Publicaties, initiatieven en websites We stellen jullie een waaier voor van publicaties, initiatieven en websites van derden. Handig, Bondig. Leerrijk. Later als je groot bent ga je dat snappen. Lees voor welke nieuwe kinderrechten we in tussentijd zullen ijveren…

ALGEMENE INFO Dropzone is een tijdschrift van de

REDACTIE Vijverlaan 53 2610 Wilrijk T: 03-821 06 06 F: 03-821 06 09 E: info@vvj.be

Dropzone is gratis voor jeugddiensten en partners in het jeugdbeleid. Een abonnement kost 12 euro en kan je aanvragen via smarque@vvj.be

DRUKKERIJ Jansen - Hoeselt

Met steun van

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Marc Ipermans


Plan-kuren

| edito

Plan-kuren

>> Marc Ipermans

De afgelopen maanden is er al heel wat inkt gevloeid over de integratie van de sectorale beleidsplannen in de gemeentelijke meerjarenplannen. Midden in de vakantie verscheen het langverwachte Groenboek van minister Bourgeois waarin dit werd bevestigd. We zijn alleszins blij dat - mee op vraag van VVJuitdrukkelijk is vermeld dat participatie methodisch moet afgestemd zijn op de doelgroepen – waaronder kinderen en jongeren – en dat het belangrijk is de jeugdraad daarbij in te schakelen. Er staat ook te lezen dat men rekening zal houden met het belang van de sectorale subsidiestromen voor het lokale jeugdbeleid. Om te weten wat dit nu concreet gaat betekenen voor de trekkingsrechten en de wijze van verantwoorden daarvan is het nog te vroeg. Daarvoor is het wachten op het Witboek waarin de minister concrete beleidsmaatregelen zal voorstellen en het aangekondigde decreet planlastvermindering. Een minister met plan-kuren, dus. VVJ blijft het voor je opvolgen en zal langs diverse kanalen het belang van de ’geoormerkte’ middelen voor het lokale jeugdbeleid blijven bepleiten. Voor een in memoriam over het jeugdbeleidsplan is het anders nog veel te vroeg, want het JBP is op dit moment zeer alive and kicking! Dat kan je in deze Dropzone merken. Je kan bijvoorbeeld de eerste globale indruk lezen die de nieuwe plannen bij de afdeling Jeugd en onder onze VVJ staf nalieten. De afdeling stelt vast dat een periode van ‘decretale rust’ duidelijk zijn vruchten afwerpt. Heel wat gemeenten ontvingen al een advies zonder opmerkingen. Dit wil zeggen dat hun plannen zonder verdere aanpassingen kunnen goedgekeurd worden door de gemeenteraad en vervolgens voor subsidiëring aanvaard kunnen worden door de minister. VVJ’s provinciale ondersteuners hebben bovenal gemerkt dat elk bestuur, dankzij de inzet van de jeugddienst voor dit plan, het méént met lokaal jeugdbeleid. We hebben tientallen boeiende ideeën gelezen, en we kijken uit naar de uitvoering en evaluatie ervan! Een dikke proficiat aan al de ijverige duivel-doetals die er toch maar weer in zullen slagen om ondanks de voorbije zomerdrukte in het najaar een straf en gedragen jeugdbeleidsplan af te leveren is hier op zijn plaats! Je kan ook voor het laatst meelezen over de schouders van de jeugddienstmedewerkers die een jaar lang trouw hun zielenroerselen over het planningsproces aan papier hebben toevertrouwd. De ene kijkt er al met wat meer weemoed op terug dan de andere. Maar allemaal zijn ze vastberaden om de sterktes van het JBP niet samen met het planningsproces te laten verdwijnen. Doe zelf een duit in het zakje en informeer je jeugdraad over de brillenactie om de aandacht van je bestuur op het belang van jeugdbeleid te vestigen! Want daar is het tenslotte om te doen: een bruisend lokaal jeugdbeleid, en het JBP als het huidige instrument om daartoe te komen. Laten we dus vooral onze energie concentreren op de uitvoering ervan! En dat is ook het uitgangspunt van onze komende vormingsdagen voor jeugdambtenaren, a.k.a. onze Plankuren. Met sessies over prangende jeugdbeleidsthema’s, hoe je je plan en doelstellingen daaruit aan de man brengt en met extra aandacht voor de beleidsmatige aanpak van vakantieprogramma’s. Heel graag tot in Waregem, Hasselt of Antwerpen!

“Voor een in memoriam van het JBP is het nog veel te vroeg, want de JBP’s 2011-2013 zijn alive and kicking!”

Marc Ipermans

september 2010 • p 3


over vvj | Nieuwtjes

Een goed lokaal jeugdbeleid ontwikkelen eindigt niet bij het schrijven van een fantastisch plan, integendeel. Een goed plan is een houvast, geeft richting en zet de grote lijnen uit voor de toekomst. De echte uitdaging volgt nadien; het in de praktijk brengen van al die fijn uitgekiende doelstellingen en acties. Plan-kuren editie 2010 neemt je op sleeptouw om toegerust aan de uitvoering van je plan te beginnen! Je kan kiezen voor sessies met een specifieke inhoudelijke insteek, zoals die over projectsubsidies, toegankelijkheid, verzelfstandiging en kinderen en jongeren betrekken bij je plan. Of misschien laat je je oog vallen op één van de trainingssessies die we hebben geprogrammeerd: over hoe je intern communiceert over je JBP, hoe je het plan strategisch opvolgt, of om je lobby- en netwerkskills aan te scherpen of om te ontdekken wat mindmapping met je kan doen. Voor wie op beleidsniveau bezig is met vakantieprogramma’s hebben we een sessie over permanente evaluatie als middel om de kwaliteit van je werking te verbeteren en eentje over gezond financieel beleid.

13u30 Keuze uit vijf werkgroepen

NM 4 - Mindmapping

NM 1 - Kinderen en jongeren betrekken bij de uitvoering van je plan

Onze beleidsplannen staan vol goede intenties rond interactief bestuur; het betrekken van kinderen en jongeren bij het uitvoeren van je JBP. Maar wat is de meerwaarde? Levert het betrekken van kinderen en jongeren effectief een beter lokaal jeugdbeleid op? Is het een verplicht nummertje of een persoonlijke overtuiging waar enkel de ‘believers’ mee aan de slag gaan? In deze sessie focussen we op de zin en onzin van permanente participatie. En de rol (lees kracht) van de jeugddienst in de toekomst.

NM 2 - Op eigen benen!?

Je hebt zeker al gehoord van de mogelijkheden die het gemeentedecreet biedt om bepaalde taken te verzelfstandigen. Budgethouderschap, IVA, AGB, EVA, art. 195… het zijn stilaan begrippen die opduiken in het gemeentelijk jargon. In een aantal gemeenten is men al volop bezig om te bekijken wat een bruikbare formule kan zijn voor de lokale praktijk en onderzoekt men welke vzw’s onder het vermoeden van gemeentelijk belang vallen. Andere gemeenten wachten liever nog wat af. Met de hulp van David Vanholsbeeck, stafmedewerker verzelfstandiging van de VVSG, brengen we in deze sessie eerst de basisregels i.v.m. verzelfstandiging in herinnering en gaan dan aan de hand van praktijkverhalen concreet in op wat deze regelgeving nu concreet betekent voor jou op de jeugddienst. Uiteraard krijg je uitvoerig de kans om vragen te stellen, dus breng je lokale praktijkverhalen zeker mee!

Mindmapping is een hersenvriendelijke techniek om informatie te verwerken: geef toe, hier zat je al je hele leven op te wachten. Het geheim van deze techniek is dat het rekening houdt met de eigenheid van je hersenen en de manier waarop die leerstof verwerken. Mindmappen kan je helpen om informatie beter te verwerken, te presenteren en te onthouden; zowel bij het structureren en organiseren van je eigen gedachten, als bij het grijpen en vasthouden van de gedachten en ideeën van iemand anders. In deze sessie leer je de principes en proberen we het eens uit.

2010

PLAN-KUREN: EEN STRAF JBP IS NOG MAAR HET BEGIN, TIJD VOOR ACTIE!

Max. 25 deelnemers

NM 5 – Gezond financieel beleid in je vakantiewerking

Werkingen van gemeentelijke vrijetijdsinitiatieven komen vaak onder druk te staan omdat ze financieel weinig stabiliteit vertonen. Inkomsten, maar vooral uitgaven zijn vaak variabel en moeilijk in te schatten. Vaak zijn begrotingswijzigingen noodzakelijk om het financiële plaatje rond te krijgen. In deze sessie leggen we de pijnpunten van een financieel beleid van een vakantiewerking bloot en geven we tools mee om onaangename verrassingen in de toekomst te vermijden. 16u15 Einde

PLANKUREN

NM 3 - Onderhandelen, lobbyen of overtuigen

Voor de uitvoering van een nieuw jeugdbeleidsplan moet je vaak een pak verder kijken dan je eigen bureau en doelgroep. Voor heel wat doelstellingen of projecten ben je immers afhankelijk van andere diensten, externe organisaties, collega’s… Jammer genoeg wil dit niet automatisch zeggen dat je ook dezelfde mening bent toegedaan of het belang hetzelfde inschat. Hier duikt de kunst van het lobbyen en onderhandelen op. Een subtiel spel van communicatievaardigheden, strategische posities en creatief denken. Niet iedereen krijgt dit met de paplepel ingegoten. Gelukkig bestaan er heel wat tips en technieken die je al een eind op weg helpen. Een inwijding ontdek je in deze sessie! Max. 20 deelnemers

EEN STUDIEDAG OVER HET LOKALE JEUGDBELEID EN HET JEUGDBELEIDSPLAN 2011-2013 Een organisatie van de afdeling Jeugd van de Vlaamse overheid en de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten

We verwelkomen je graag op: • dinsdag 19 oktober, in het Stadhuis van Waregem • of donderdag 21 oktober, in het Provinciehuis te Hasselt • of dinsdag 26 oktober, in het Huis van de Sport in Antwerpen-Berchem Meer info in de folder op www.vvj.be!

DE VORMINGSBROCHURE 2010-2011 IS ER! Informatie over onze opleiding jeugdconsulent, starterstweedaagse, provinciale bijeenkomsten en trajecten voor ervaren jeugdconsulenten… Als vanouds bundelde VVJ zijn vormingsaanbod voor het komende werkjaar in één brochure en

VORMINGSAANBOD & PROVINCIALE BIJEENKOMSTEN VOOR JEUGDDIENSTEN

op een vormingskalender, die begin september in je bus viel. Heb je geen exemplaar ontvangen, wil je er eentje extra of kan die lege muur achter je nog een VVJ kalender gebruiken? Laat het ons weten via info@vvj.be.

PROGRAMMA 2010-2011

1

Vormingsagenda

STIP ALVAST DEZE DATA IN JE AGENDA AAN !

SEPTEMBER 2010 30/09-01/10

Starterstweedaagse - Merelbeke

OKTOBER 2010 05/10

VVJ Limburg, VVJ Oost-Vlaanderen

07/10

VVJ Antwerpen, VVJ Vlaams-Brabant, VVJ WestVlaanderen

12/10

Opleiding Jeugdconsulent - 3e jaar

14/10

Opleiding Jeugdconsulent - 1e jaar

19/10

Plan-kuren, vormingsdag voor jeugdambtenaren Waregem

p4 •

september 2010

21/10

Plan-kuren, vormingsdag voor jeugdambtenaren Hasselt

26/10

Plan-kuren, vormingsdag voor jeugdambtenaren Berchem

28-29/10

Studiebezoek naar Barendrecht (NL): ruimte voor kinderen en jongeren

NOVEMBER 2010 18/11

Opleiding Jeugdconsulent - 1e jaar

25/11

Opleiding Jeugdconsulent - 2e jaar


Nieuwtjes

| over vvj

VVJ IN BEWEGING Zoals de meeste jeugdorganisaties, is ook VVJ een dynamisch beestje. De voorbije maanden gaven we regelmatig in Lopend Vuur en Dropzone een blik achter de schermen. Bijvoorbeeld over de interne structuurveranderingen: de opdeling tussen staffers die inzetten op lokale ondersteuning (team lokale ondersteuning) en staffers die met de kenniscel meer in de diepte graven (team praktijkontwikkeling). Dynamisch betekent ook dat staffers soms andere horizonten opzoeken en we nieuwe krachten aan boord kunnen halen. Voor wie de Lopend Vuur van september miste, een overzicht van onze personeelsnieuwtjes.

VVJ wuift Ben en Greet uit

Na een rijke VVJ carrière van 7 jaar verliet Ben Verstreyden op 1 september het moederschip. Ben was onze rots in de branding voor Oost-Vlaamse jeugddiensten, met een hart voor diversiteit en internationaal jeugdbeleid. Hij blijft zichzelf ten dienste stellen in de jeugdsector, en wel als directeur van Lejo vzw. We wensen Ben veel plezier in zijn nieuwe job! Voor de ondersteuning van de Oost-Vlaamse jeugddiensten is VVJ volop op zoek naar een nieuwe stafmedewerker. Oost-Vlaamse jeugddiensten kunnen, in afwachting van onze nieuwe collega voor Oost-Vlaanderen, terecht bij Koen Steuperaert. VVJ neemt ook afscheid van collega Greet, onze vormingsverantwoordelijke en voorheen steun en toeverlaat van de Antwerpse jeugdconsulenten. Greet ging op de eerste schooldag aan de slag bij het Centrum voor Leerlingenbegeleiding in Turnhout. Veel succes in je nieuwe job Greet! Jitske Verwimp, voorheen aan het roer van de jeugddienst van Aarschot, versterkt sinds half september de VVJ gelederen als onze nieuwe vormingsverantwoordelijke.

Maak kennis met Ellen, Robrecht en Jitske!

Benieuwd wie VVJ aan nieuwe aanwinsten binnenhaalde? Ellen, Robrecht en Jitske stellen zich kort aan jullie voor: Ellen: “VVJ is weer een gezicht rijker, met name het mijne. Ellen is de naam, 25 jaar mijn leeftijd. Ik ben afkomstig uit de gemeente Machelen, bekend om zijn vele autostrades en bijgevolg ook vele files. Het is ook daar dat ik mijn eerste jeugdwerkervaring heb opgedaan: ik was er twee jaar jeugdconsulent bij een bende supertoffe kinderen en jongeren. Mijn persoonlijke interesses liggen, naast mijn voorliefde voor jongeren en jeugdwerk, vooral bij de culturele sector. Ik bedien de geluidsknopjes bij een amateurtheatergroep in Kraainem, was cocoördinator van het Interfacultair Theaterfestival in Leuven en heb mij als student gespecialiseerd in de Culturele Studies. Je zal me dus vaak kunnen terugvinden op één of andere theatervoorstelling of achteraf in de foyer met een lekkere Duvel. Ik zit boordevol goesting om alle Vlaamse, en vooral Limburgse, jeugddiensten te leren kennen en mijn kennis over het jeugdbeleid alleen maar te verbreden.”

beleid en jongerenwelzijn. Mijn hele jonge leven heb ik in de Chiro doorgebracht en heb ik daar nog eens zeven jaar als leider aangebreid. Later ben ik aan de slag gegaan als vormingswerker bij JES vzw in Antwerpen. In die periode is mijn interesse voor maatschappelijke kwetsbaarheid en jongerenwelzijn sterk ontwikkeld. Daarna ben ik terug gaan studeren en heb ik mijn masterproef gewijd aan lokaal jeugdbeleid. En nu ga ik graag de uitdaging aan om al die zaken te combineren ten dienste van de jeugddiensten.” De coördinaten van Robrecht zijn rvandenabeele@vvj.be of 03-821 06 01. Jitske: "Sinds half september ben ik VVJ’s nieuwe vormings­ verantwoordelijke. Ik ga me volledig concentreren en bezighouden met het vormingsaanbod, ik zit boordevol ideeën en vlieg er met volle goesting in. Ik ben mijn carrière gestart in het onderwijs en via een omweg bij de Vlaamse Dienst voor Kind en Opvang als vormingsverantwoordelijke, landde ik een dikke drie jaar geleden bij jeugd­ centrum De Klinker in Aarschot. Ik heb hele mooie jaren beleefd met de Aarschotse jeugd en op de jeugddienst, en al deze ervaringen wil ik optimaal benutten binnen mijn nieuwe functie bij VVJ. Mijn persoonlijke interesses liggen in expressie in al zijn verschijningsvormen: theater, dans, beeldende kunsten… Bekijken, beleven en doen, daar gaat heel wat van mijn tijd naartoe. Verder ben ik sinds kort een tenniscarrière uit de grond aan het stampen en wie weet wordt dat nog wat… Voor de rest kan je me vinden met vrienden op café of in een of andere eetgelegenheid of op een weekendje vol avontuur. Ik ben volledig klaar voor deze nieuwe uitdaging, laat ‘het vormen’ maar beginnen, zou ik zeggen!" Heb je een vraag over vorming? Contacteer Jitske via jverwimp@vvj.be of 03-821 06 02.

En de Vlaams-Brabantse jeugddiensten zullen Ilse even moeten missen

Onze collega Ilse gaat vanaf 1 oktober in zwangerschapsverlof, Wouter neemt tijdens haar afwezigheid de ondersteuning van de Vlaams Brabantse jeugddiensten onder zijn hoede.

Wie is wie bij VVJ?

Benieuwd naar al die nieuwe gezichten en het plaatje van het volledige VVJ team? Draai snel om, want op de volgende pagina vind je een overzicht van de VVJ ploeg!

Je kan Ellen bereiken via edeboeck@vvj.be of 03-821 06 05. Robrecht: “Sinds 2 augustus werk ik voor VVJ in het nieuwe miniteampje Praktijkontwikkeling. Ik ga me daar vooral bezighouden met het opvolgen van een aantal welzijnsthema’s. Ik ben een complete ‘newbie’ op het vlak van jeugddiensten. Maar ik heb door de jaren heen wel het één en ander opgestoken over jeugdwerk, lokaal jeugdseptember 2010 • p 5


over vvj | Wie is wie?

Sofie Marque

ns

Dominique Goosse

Jitske Verwimp

Ilse Holvoet Ellen De Boeck Koen Depreitere

Wouter Vanvinckenroye

k n Ceulebroec Nathalie Va Leen Bartholomeus

Robrecht Vand

enabeele

Koen Steuperaert Marc Ipermans

COÖRDINATOR Marc Ipermans 03-821 06 03 mipermans@vvj.be

VORMING

Jitske Verwimp 03-821 06 02 | jverwimp@vvj.be

Sofie Willems

COMMUNICATIE

Leen Bartholomeus 03-740 76 40 | lbartholomeus@vvj.be

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING

Sofie Marque 03-821 06 06 | smarque@vvj.be Facturatie en boekhouding, ondersteuning Grabbelpas en Speelom Dominique Goossens 03-740 76 43 | dgoossens@vvj.be Algemene administratie Vorming, ondersteuning Grabbelpas, CO2 en Speelom

TEAM LOKALE ONDERSTEUNING Koen Steuperaert 03-821 06 04 | ksteuperaert@vvj.be West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen (tijdelijk), ruimte Ellen De Boeck 03-821 06 05 | edeboeck@vvj.be Limburg, vrijetijdsbeleid en welzijnsbeleid Ilse Holvoet 03-740 76 42 | iholvoet@vvj.be Vlaams-Brabant, inspraak en participatie, de organisatie van de jeugddienst Wouter Vanvinckenroye 03-821 06 07 | wvanvinckenroye@vvj.be Vlaams-Brabant (tijdelijk), animatoren en begeleiders Programmatie en ondersteuning Grabbelpas Sofie Willems 03-740 76 44 | swillems@vvj.be Antwerpen, jeugdwerkbeleid, stedenbeleid

p6 •

september 2010

TEAM PRAKTIJKONTWIKKELING Nathalie Van Ceulebroeck 03-821 06 00 | nvanceulebroeck@vvj.be Coördinatie praktijkontwikkeling en leefwereld Robrecht Vandenabeele 03-821 06 01 | rvandenabeele@vvj.be Welzijn en diversiteit

PROJECTMEDEWERKER Koen Depreitere 03-740 76 41 | kdepreitere@vvj.be Vlaamse Buitenspeeldag, Ondersteuning Speelom


Liefste JBP dagboek

| JBP 2011-2013

LEEF VOOR DE LAATSTE KEER MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIER JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

LIEFSTE JBP DAGBOEK 23 juni - Extra laatste vergadering voor de ’zomerstop’ Volgens de vooropgestelde planning zouden we alle hoofdstukken en doelstellingen afgerond hebben tijdens de vorige bijeenkomst. Helaas, verkeerd ingeschat… maar dat doet niets af aan de kwaliteit van het plan! We hebben namelijk uitgebreid de tijd genomen voor discussie. We zetten nog even de puntjes op de i voor we het verlof tegemoet gaan. Dat wil toch zeggen: verlof voor de stuurgroep. Voor mij begint nu de rush naar het eindresultaat. Ik haal eens diep adem…

1 juli - In the summer-time It’s hot hot hot en het speelplein is gestart! Met Mega Mindy en Piet Piraat op de achtergrond begin ik verder te plannen. Ik maak een resem afspraken met het OCMW, de Brandweer, de diensten Mobiliteit en Milieu … en met alle bevoegde schepenen. We willen de voorstellen van doelstellingen die we willen opnemen in het plan al eens voorleggen om hun reactie te polsen. Ja, ik begin te merken dat we een allesomvattend plan voor ogen hadden… Tussendoor nog even family-time en dan meer van hetzelfde: schrijven, schrijven, schrijven en vergaderen, vergaderen, vergaderen.

20 juli - Feedback Ik heb het ontwerp beleidsplan intussen ook voorgelegd aan enkele ervaringsdeskundigen: onze secretaris, Ben en Ellen van VVJ en Nele, mijn voorgangster. En we weten weer wat doen, aan de slag met de feedback! Bemerkingen waren er zowel praktisch, vormelijk als op taalkundig gebied. Ik heb nog heel wat werk voor de boeg, maar stuk voor stuk zijn het suggesties waarvan ik weet dat deze het plan alleen maar sterker kan maken! Met vooral dank aan VVJ, zij hebben het plan super -wat zeg ik- übergrondig doorgenomen en een zeer eerlijke doorlichting gegeven. ‘Kies voor minder in plaats van voor een bombardement aan doelstellingen’ en gelijk hebben ze. Heel

verhelderend allemaal, want als je zo’n lange tijd aan een plan zit te werken kijk je er anders tegen aan en lijkt voor jezelf een heleboel evident.

2 augustus - Plan vs mij Dat gevoel bekruipt me toch wat, nu de zomer voor de helft gepasseerd is. Ik wou dat het al afgewerkt was. Ik doe godganse dagen bijna niets anders dan typen, structureren, analyseren en kauwen op de juiste formulering van doelstellingen. Ik zonder me van tijd tot tijd wel al eens af of werk ‘s avonds laat door. Het moet en het zal, maar het legt enorm veel beslag op mijn tijd. En tussendoor blijft de dagdagelijkse werking gewoon doorlopen: het speelplein, de buurtpleintjes, de verhuis van een skatepark, nieuwe lokalen voor jeugdverenigingen… Net of ik een eindwerk voor school aan het typen ben. Ik wil met onderscheiding slagen, en mijn perfectionistisch kantje komt naar boven. ‘k Sta op met het plan en ga ermee slapen. Maar het harde werk loont, en ik werk de verschillende hoofdstukken één na één af. Allright, dat begint stilaan op een plan te lijken!

20 augustus – Timing is alles Toch nog even de timing bewaken, want ik vind dat het erom begint te spannen. Nog eens lonken naar de deadline kan bevrijdend werken, want je kan blijven schrijven aan een plan. Maar laten we het schrijven staken, en ik maak het voornemen om hard te werken aan de uitvoering van het plan komende jaren. Zo ‘t is af! En nu: op ‘t college, naar de jeugdraad voor advies en finaal: naar de gemeenteraad. Fingers crossed. September is een start van iets nieuws…

Christoff Van Acker is jeugdconsulent in Lochristi, het JBP 2011-2013 wordt zijn allereerste.

september 2010 • p 7


JBP 2011-2013 | Balans met de afdeling Jeugd

Leen Bartholomeus

De adviezen: tussentijdse balans met de afdeling Jeugd Het kwam VVJ ter ore dat al heel wat gemeenten dankbaar gebruik maakten van de mogelijkheid om advies in te winnen over hun JBP bij de afdeling Jeugd. We voelden eind juli Els Cuisinier van de afdeling Jeugd aan de tand over tendensen en veel voorkomende opmerkingen, handige tips voor wie in de laatste rechte lijn zit met zijn plan! Kan je in een notendop nog even schetsen waarom advies gekeurd worden door de gemeenteraad en vervolgens voor vragen aan te raden is? subsidiëring aanvaard kunnen worden door de minister.” “Om de kansen tot goedkeuring door de minister, en bijgevolg op subsidiëring te verhogen, krijgt elk gemeentebestuur Waar hapert het dan vooral bij de plannen die een advies de kans een advies te vragen aan de afdeling Jeugd van de krijgen mét opmerkingen? Vlaamse administratie. De dossierbehandelaars van het team “Heel wat opmerkingen gaan over het financiële luik van de lokaal jeugdbeleid, toetsen de ontwerpplannen van de ge- jeugdbeleidsplannen. In veel gevallen is het plan nog niet hemeenten aan vormvereisten opgenomen in de regelgeving. lemaal afgewerkt en zijn het vooral de financiële gegevens die Op die manier kunnen de gemeenten de plannen waar nodig ontbreken, soms ontbreekt het hele financiële hoofdstuk en/ nog aanpassen vooraleer ze ter goedkeuring voor te leggen of zijn nog geen cijfers opgenomen in de inhoudelijke hoofdaan de gemeenteraad. Zo vermijstukken. Ook de cijfers van de reden ze tweemaal met hetzelfde kening 2009 en begrotingscijfers document naar de gemeenteraad " Heel wat van onze opmerkingen gaan over het 2010 ontbreken al wel eens bij het te moeten trekken.” financiële luik, net als de inkomfinanciële luik van de JBP’s" sten voor deze twee jaren. Hoeveel gemeenten vroegen al Voor de prioriteiten maken we om jullie advies? vaak de opmerking dat uit het plan onvoldoende duidelijk is “Eind juli maakten we een tussentijdse balans op. We ontvin- of er voldoende subsidiabele uitgaven zullen gemaakt worgen van 114 gemeentebesturen een officiële adviesvraag over den. Al gaat het hier eerder om een ‘waarschuwing’ dan een hun voorontwerp van jeugdbeleidsplan. Nog eens 32 jeugd- formele opmerking. Een jeugdbeleidsplan zal nooit geweiconsulenten beslisten advies te vragen zonder eerst langs het gerd worden voor subsidiëring omdat er onvoldoende subcollege te passeren. Dit maakt in totaal toch bijna 50% van sidiabele uitgaven worden voorzien. We willen alleen maar de gemeenten die hun ontwerpplan al eens voorlegden voor meegeven dat dit een aandachtspunt is bij de opmaak van de advies. We kunnen dan ook al wat voorzichtige conclusies begroting en de uitvoering van het plan. Zo vermijd je dat je trekken over de uitgebrachte adviezen. Dit kan eventueel voor grote verrassingen komt te staan na afhandeling van de richtinggevend zijn voor deze gemeenten die de tijd nog niet verantwoordingsnota’s. vonden om hun ontwerpplan ter nalezing aan de afdeling Naast de financiële prognose blijkt het vaak ook nog moeilijk voor te leggen.” een timing op te nemen bij de uitvoering van de doelstellingen. Het decreet vraagt dat deze timing op actieniveau wordt opgeWat is jullie globale indruk van de eerste resem plannen? nomen. Het ontbreken van een timing is een vaak terugkeren“Een zeer positieve vaststelling is dat een periode van ‘decre- de opmerking bij de voorontwerpen van jeugdbeleidsplan.” tale rust’ duidelijk zijn vruchten afwerpt. Heel wat gemeenten ontvingen al een advies zonder opmerkingen. Dit wil zeggen Zitten het proces en de analyse wat snor in de gelezen dat hun plannen zonder verdere aanpassingen kunnen goed- ontwerp-JBP’s? p8 •

september 2010


Balans met de afdeling Jeugd

| JBP 2011-2013

VERPLICHT ADVIES? Een advies inwinnen bij de afdeling Jeugd over je JBP is niet verplicht, maar wel aan te raden. Een advies van de jeugdraad is niet langer verplicht voor een voorontwerp, wat de doorlooptijd in de gemeente toch minstens 30 dagen inkort. Je kan als jeugddienst dus ook informeel een advies vragen aan de afdeling. De procedure hiervoor ligt niet vast in het decreet, maar het komt erop neer dat de jeugdconsulent de afdeling zelf een ontwerpplan bezorgt zonder dit eerst voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen. De afdeling maakt het advies dan ook niet over aan het college en de jeugdraad.

NOG GEEN ADVIES GEVRAAGD? HET KAN NOG! En wel tot een aantal weken voor je met je plan naar de gemeenteraad gaat. Calculeer in dat je dossierbehandelaar hier toch wel wat tijd voor nodig heeft en hou rekening met de tijd die je nodig hebt voor de eventuele aanpassingen. Bezorg de afdeling Jeugd je plan bijvoorbeeld op het moment dat je het aan de jeugdraad bezorgt (in principe 30 dagen voor de gemeenteraad). MEER INFO? http://www.sociaalcultureel.be/jeugd/gemeenten.aspx

“De meeste gemeenten slagen er goed in het proces en de de analyse wordt dan nergens verwezen naar het aspect culanalyse te beschrijven die leidden tot het formuleren van tuur voor kinderen en jongeren. Het is uiteraard niet nodig de doelstellingen. Toch moet vooral de beschrijving van het dat je voor de prioriteiten een afzonderlijk proces doorloopt, proces hier en daar nog worden toegevoegd of aangevuld. maar wel dat je deze thema’s mee neemt bij de bevragingen In sommige plannen bouwt men stevig verder op het vori- van de verschillende doelgroepen.“ ge jeugdbeleidsplan. Op zich is dit geen probleem, maar we krijgen wel eens de indruk dat men ook voortborduurt op de Als uitsmijter: nog flagrante/opvallende zaken die jullie resultaten van het doorlopen proces naar aanleiding van het meer dan eens tegenkwamen? vorige jeugdbeleidsplan. Dit is uiteraard niet de bedoeling. “De regelgeving over subsidiereglementen bleek een heikel Het is zeer aannemelijk dat het inspraakproces bij een ‘tussen- punt. Zo moeten we er regelmatig op wijzen dat lidmaattijds’ plan iets minder uitgebreid schap van de jeugdraad nooit een verloopt dan bij een plan in het voorwaarde kan zijn voor subsibegin van een nieuwe legislatuur. diëring. Het staat gemeenten ui" In 99% van de gelezen plannen gaan Dat neemt niet weg dat je voor dit teraard vrij de verenigingen die gemeenten aan de slag met de prioriteiten" nieuwe JBP wel degelijk een proces inspanningen leveren om deel te moet doorlopen waarbij de vernemen aan de jeugdraad te beloschillende doelgroepen zoals opgesomd in het decreet wor- nen met extra subsidies, maar verenigingen die geen lid zijn den betrokken.“ van de jeugdraad uitsluiten van subsidies mag niet. Dit gaat in tegen het principe van vrijheid van vereniging. Zijn er bij de nieuwe prioriteiten brandveiligheid en jeugd- Een ander terugkerende opmerking over de subsidies gaat cultuur opmerkingen die terugkomen? over de uitbetalingstermijn. We kunnen hier uiteraard enkel “Opvallend is dat alle gemeenten, op één na, intekenen op de een opmerking over formuleren als de subsidiebesluiten wortwee prioriteiten. Voor brandveiligheid is het niet altijd even den toegevoegd, maar het decreet stelt wel dat de gemeente duidelijk of de gemeente van plan is de middelen ook in te moet voorzien in een vlotte en regelmatige uitbetaling van zetten op een andere, zelfgekozen jeugdwerkprioriteit. Is dit subsidies. Een vermelding als ‘na goedkeuring door het colhet geval, dan moet je die keuze duidelijk motiveren en be- lege’ geeft de verenigingen helemaal geen zekerheid over schrijven in het jeugdbeleidsplan. Het is uiteraard niet de wanneer hun subsidie zal worden uitbetaald en kan dus niet. bedoeling dat de keuze achteraf gebeurt in de verantwoor- Wat wel kan is de bepaling ‘maximum 60 dagen na indiening dingsnota. van de verantwoordingsstukken’. Als de uitbetalingstermijn Bij de beschrijving van de prioriteit jeugdcultuur in de JBP’s niet wordt opgenomen in de reglementen mag dit ook in het viel al een paar keer de opmerking dat de link tussen doel- jeugdbeleidsplan, dat eveneens wordt goedgekeurd door de stellingen enerzijds en proces en analyse anderzijds ontbreekt. gemeenteraad.” Het is niet altijd even duidelijk waarop de keuze van de doelstellingen gebaseerd is. In de beschrijving van het proces en september 2010 • p 9


JBP 2011-2013 | Ook VVJ las je plan!

Sofie Willems en Ilse Holvoet

Ook VVJ las je plan! Tenminste als je inging op ons voorstel om deze zomer je voorontwerp van jeugdbeleidsplan te lezen. Benieuwd of de feedback die je van VVJ kreeg in de lijn ligt van die van collega jeugddiensten? Of zit je dit met je JBP pen in de hand te lezen om nog een paar tips mee te pikken? Dan ben je hier aan het juiste adres!

De dwarsdoorsnede Deze zomer sloot de VVJ staf zich op met een kleine 50 plannen. VVJ’s provinciale ondersteuners hebben bovenal gemerkt dat elk bestuur, dankzij de inzet van de jeugddienst voor dit plan, het méént met lokaal jeugdbeleid. We hebben tientallen boeiende ideeën gelezen, en we kijken uit naar de uitvoering en evaluatie ervan! Een dwarsdoorsnede van de diagnose die deze VVJ-bril opleverde, met concrete tips voor wie nog aan het schrijven is! • Heel wat jeugddiensten geraken in de knoop met de formulering van doelstellingen en acties. Denk SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden), zorg voor een duidelijke link tussen de twee. Dat maakt het je gemakkelijker om aan de hand van je plan een werkplanning op te maken. Anders bestaat het risico dat je je verslikt in je ambities en gedrevenheid. • De meeste plannen kunnen korter. Schotel de lezer geen overbodige, weinig relevante info voor en waak erover dat hij geen passages in uiterst ambtelijke taal moet doorworstelen. • De lezer wordt zelden wegwijs gemaakt in de plannen. Zorg daarom voor een gestructureerde vormgeving. Kies resoluut voor een inleiding of leeswijzer en voeg overgangsalinea’s in. • Opvallend: in heel wat plannen krijgt gemeentelijk jeugdwerk een plek in het hoofdstuk jeugdbeleid, terwijl je p 10 •

september 2010

dit in het hoofdstuk jeugdwerkbeleid mag verwachten. De ondersteuning van de jeugdraad vind je in het hoofdstuk jeugdwerkbeleid, terwijl dit net zo goed in het hoofdstuk jeugdbeleid past. Hoofdzaak is, dat je het begrip jeugdraad en zijn functie niet te eng interpreteert. • De notie ‘interactief bestuur’ blijft een moeilijk geval. Jeugddiensten verwachten veel heil van de jeugdraad. • Wat ook opvalt, is dat gemeenten steeds meer voor een geïntegreerde aanpak kiezen. Super! Elke gemeentedienst heeft zijn rol te vervullen in een breed jeugdbeleid, en dat wordt verankerd in de plannen. • De financiën zijn niet meteen het favoriete onderdeel voor vele planschrijvers. Toch is het aan te raden om zoveel mogelijk budgetten op voorhand in te schatten, zeker bij grote projecten. De kans is immers groot dat een plan anders sneuvelt bij begrotingsbesprekingen. Personeelskost en budgetten van andere diensten mogen zeker vermeld worden, voor een zo volledig mogelijk beeld van de investering van het bestuur in het lokaal jeugdbeleid. Probeer het zo overzichtelijk mogelijk te maken voor de lezer. • Er heerst verdeeld enthousiasme over de prioriteiten: sommige jeugd­ diensten grijpen de kans om zo effectief mogelijke, creatieve initiatieven te bedenken. Andere jeugddiensten zoeken soelaas in subsidiereglementen en laten het initiatief aan de doelgroep zelf.

De VVJ-ers lazen je plan niet zomaar, in het luchtledige, maar letten daarbij op volgende zaken: • de vorm en werkbaarheid van het plan: formulering van doelstellingen en acties, vlotte leesbaarheid, financiën, haalbaarheid… • de inhoud: wat is de koers die het bestuur wil varen? Wat heeft het plan te veel of wat mist het? Heel andere zaken dan die waar de afdeling Jeugd op let. Terwijl de afdeling checkt of het plan voor subsidiëring in aanmerking komt, gaat de feedback van VVJ eerder over de ‘look and feel’ van het plan. De feedback van VVJ is dus geheel vrijblijvend, terwijl je het advies van de afdeling beter niet naast je neerlegt.


Ook VVJ las je plan!

D ANDVEILIGHEI PRIORITEIT BR aanhanglt een preventie • Lochristi vu n eveneateriaal om ee wagen met m ganiseren. ment veilig te or llectieve orziet een co • Herentals vo ektriciel iele gas- en keuring van mob teitstoestellen. ngen een kunnen verenigi • In Zedelgem veiligen de, netheid toelage voor or één is id Brandveilighe heid krijgen. . van de criteria slag van sten voor de op ka t op ko en • Ess ucten. risicovolle prod rwerken or infrastructuu • Mol werkt vo len uit ho aatselijke sc samen met pl BSO en TSO. JEUGDWERKB ELEID • In Glabbeek wordt het subs idiereglement voor kadervorm ing afgestemd op die van de buurgemeenten . • Brasschaat zet sterk in op inclusief jeugdwerk en reikt ee n subsidie uit aa n verenigingen die het lid geld/kampgeld betalen voor jongeren die he t financieel moe ilijk hebben. • Essen orga niseert een sa menkomst voor kookouders va n kampen, voor uitwisseling. • Laakdal orga niseert creana middagen buite de schoolvaka n nties. • Mol ontwikke lt een brochure voor kampgroepen van buiten de gemeente.

MOBILITEIT emenussen in naar even • Brecht legt feestb ente. ten buiten de geme t een mobiliteitsplan da n ee • Holsbeek heeft amVla de te, en n de geme convenant is tusse aatsm er rvo ve openbare se overheid en de eisv er rke ve n rpunten zij schappij. De spee de n va g sin er eid en behe ligheid, -leefbaarh vervoersvraag.

| JBP 2011-2013

De opvallendste! Als toetje willen we jullie een korte bloemlezing van een aantal opvallende doelstellingen, acties… niet onthouden. Hier komen ze.

ULTUUR t PRIORITEIT JEUGDC or de prioriteit, is he risti onderneemt vo ch Lo t die me tie n ac e me • De eerst rencultuur sa ietekst rond jonge vis n ee n va n ele ontwikk erd. de cultuurdienst. rden opgewaarde elijke legendes wo ats pla ip, de n str lle e zu isk • In Olen Suske en W de hand van een n aa en n do ee dit en n ek Ze zulle endekleurbo kinderen, een leg or vo ek bo de en een leg er de legendes. or mobiele leskoffer ov n centraal plein vo van een kiosk op ee uik br ge t he t oo om • Niel pr reel optredens. met de bib een cultu vele werkt samen Ne n va t ortns sp die de gd or • De jeu hanger vo uit, en zal als tegen n ige ar 2-j +1 or vo aanbod . f kamp organiseren kampen een creatie INSPRAAK, PARTIC

IPATIE, INTERACT IEF BESTUUR • Holsbeek zet de ICT-lessen in de lag ere school in om de website bekend te nieuwe maken. • Er gebeuren oo k inspanningen om de info uit de jeugd te geven binnen de raad door verenigingen: in Ho lsbeek is ‘jeugdraa vast puntje op de ag d’ een enda van die verenig ingen, Brasschaat een jeugdraadinfob heeft lad dat de jeugdra adleden kunnen ge om de andere leden bruiken van de leiding in te lichten over wat er jeugdraad gebeurt. op de • Peer organisee rde een toffe inspr aakactie voor hun met de appel?’ Ze JBP: ‘Wat hebben daarvoor de ‘gouden peer’ markt van Peer sta die op de at vervangen door een rode appel en mysterieuze camp daar een agne aan opgehang en om zo de aandac de Peerse kindere ht van n en jongeren te tre kken. • Mol informeert de leerlingenraden va n alle scholen. SPEELRUIMTE • In het Meetjesland doen de jeugddiensten een project avontuurlijke speelruimte om speeltuinen te ontwerpen met aandacht voor natuur, duurzaamheid en natuurbeleving.

september 2010 • p 11


2010: europees jaar armoede | Proeftuinen jeugdwerk met kinderen en jongeren in armoede 2010 is het ‘Europees jaar van de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting’. Een heel jaar lang brengt VVJ verschillende aspecten van armoede in relatie tot kinderen en jongeren onder de aandacht in Dropzone.

Proeftuinen jeugdwerk met kinderen en jongeren in armoede onder de loep ✒

Jan Deduytsche, Robert Crivit horizontal.integration

Jeugdwerk met kinderen en jongeren in armoede heeft bestaansrecht. Op Vlaams niveau lijkt men alvast overtuigd. Voor de tweede keer erkende de Vlaamse minister van Jeugd tien jeugdwerkingen als proeftuinen jeugdwerk met jongeren in armoede. Op gemeentelijk niveau durft jeugdwerk met kinderen en jongeren in armoede al eens uit de boot vallen. Het past niet altijd binnen de bestaande reglementen. Hoog tijd om te kijken wat de proeftuinen ons kunnen leren. Op een zucht van de afwerking van je JBP 2011-2013 kunnen we je misschien nog verleiden om een plek te reserveren voor deze bijzondere vorm van jeugdwerk? JONGEREN IN ARMOEDE? In het mainstream aanbod hebben leerkrachten, sociale werkers of jeugdwerkers het vaak moeilijk met kinderen en jongeren uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Leerkrachten en sociale werkers ervaren de reacties van de kinderen op hun opmerkingen vaak als ‘grensoverschrijdend’. Zij lijken die kinderen en jongeren niet te begrijpen. En de kinderen en jongeren lijken de leerkrachten of de werkers niet te begrijpen. Leerkrachten, jeugdof sociale werkers zijn vaak weinig bekend met de leefomgeving, de cultuur en de levensomstandigheden van die kinderen en jongeren. Op hun beurt zijn jongeren uit maatschappelijk kwetsbare groepen vaak minder vertrouwd met de mainstream verwachtingen. Kinderen en jongeren uit kwetsbare groepen uiten hun frustraties soms op een manier die mainstreamers moeilijk kunnen plaatsen, laat staan aanvaarden. En veelal haken die kinderen en jongeren, of hun ouders, af. Al te snel, denken vele mainstreamers dan. Hebben ze toch nog zo hun best gedaan? Jongeren die opgroeien in gezinnen in armoede benoemen zichzelf meestal niet als arm. Maar ‘ze horen er niet bij’, vertellen ze. Dat wijst op beperkte toegankelijkheid van de dienstverlening en het aanbod in verscheidene levensdomeinen. Jongeren en hun ouders leven met een gevoel van uitsluiting. Sociaal isolement verbreedt de kloof met de gangbare cultuur. Veelal is onbegrip hun deel. Dat kwetst en dan is de cirkel rond. p 12 •

september 2010

Jongeren in armoede ervaren weinig veilige binding. Gevolg: gevoelens van onveiligheid en onzekerheid. Zoals bij vele ouders. Thuis is er materieel tekort, veelal persoonlijke en sociale onzekerheid. Na kwetsende ervaringen op school verwijst men hen al te snel naar het bijzonder onderwijs. Meestal zijn ze daar niet op hun plaats. Maar elders kunnen leerkrachten moeilijk met hen om. Vallen jongeren die het moeilijk hebben dikwijls door de mazen van het onderwijsnet, dan komen zij wel sneller in aanraking met de bijzondere jeugdzorg of de jeugdrechtbank. Als ouders het moeilijk hebben om het huishouden te organiseren, dan start een kettingreactie aan hulpverlening. En die stelt ook weer eisen…

ZUURSTOF VOOR JEUGDWERK MET KINDEREN EN JONGEREN IN ARMOEDE Ondanks de groeiende aandacht voor jongeren in armoede hebben de jeugdwerkingen met deze groepen het financieel moeilijk. Als lokaal jeugdwerk zijn ze voor steun aangewezen op de lokale besturen. Maar ze beantwoorden niet altijd aan de klassieke criteria gekoppeld aan de bestaande ondersteuning. Ze werken meestal niet uitgesproken buurtgericht, voor een doelgroep die niet zomaar toe te leiden is naar het mainstream aanbod, en meer dan bij ander jeugdwerk hangt mogelijk resultaat ook af van nauwe samenwerking met de


Proeftuinen jeugdwerk met kinderen en jongeren in armoede

| 2010: europees jaar armoede

Jeugdwerkingen met kinderen en jongeren in armoede? De werkingen met kinderen of jongeren in armoede ontstonden meestal binnen verenigingen waar armen het woord nemen. In hun dagelijks contact met mensen in armoede kregen werkers oog voor de specifieke problematiek bij de kinderen van de mensen die zij bereikten. Met die kinderen en jongeren zetten ze werkingen op. Die herkennen zich moeiteloos in de missie van het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare jongeren met als sleutelbegrippen: empowerment en emancipatie van de doelgroep, en toegankelijkheid van de maatschappelijke instituties. Vandaag beïnvloeden de werkingen met kinderen of jongeren in armoede de al langer bestaande wmkj’s en het mainstream jeugdwerk: ook daar groeit de aandacht voor de armoede focus.

ouders. Bovendien is de inzet van beroepskrachten niet alleen nodig maar ook duur. Oplossingen op maat zijn aangewezen. Een aantal jeugdwerkingen bond de kat de bel aan, met de steun van het Vlaams armoedenetwerk en Uit De Marge. En ze vonden weerklank bij de vorige minister van Jeugd: die kwam op de proppen met het beleidsinstrument “proeftuinen”. De administratie Jeugd lanceerde dit voorjaar voor de tweede keer een oproep “proeftuinen [om] kansengroepen te stimuleren tot en te begeleiden bij het ontwikkelen van jeugdverenigingen”. Tien werkingen werden erkend. (zie kadertekst)

PROEFTUINEN: EEN TUSSENTIJDSE BALANS Op 26 mei, twee jaar na een eerste rondetafel, maakte Uit De Marge met de proeftuinen op een studiedag een tussentijdse balans op. Wat kan jeugdwerk betekenen voor die kinderen en jongeren? Wat is de rol van de jeugdwerker? Welke omkadering is er nodig? We zetten de belangrijkste conclusies op een rij. Jeugdwerkers fungeren voor de jongeren in de eerste plaats als ankerfiguren. Dat stelt bijzondere eisen: de werkers moeten voor de kinderen en jongeren betrouwbaar en actief beschikbaar zijn. Een lange termijn engagement is noodzakelijk. Jeugdwerkers kunnen alleen werken met kinderen en jonge-

ren in armoede als ze ook inzicht hebben in hun leefwereld. Pas als de werkers de omgeving van de kinderen en jongeren diepgaand kennen, begrijpen ze het dagelijks gevecht van de jongeren. Dat vraagt een integrale benadering. Niet alleen werken met de kinderen en jongeren, maar ook met hun omgeving, in een vertrouwensrelatie met hun ouders.

" Alle kinderen en jongeren hebben recht op jeugdwerk waar ze zich thuis voelen" De werkingen moeten een veilige plek zijn voor die jongeren waar ze geborgenheid, herkenbaarheid en rust vinden. Buiten de druk om zich te conformeren. De dagelijkse worsteling om te “overleven” in een omgeving waarin ze voortdurend afwijzing ervaren is bijzonder stresserend. Alle kinderen en jongeren hebben recht op jeugdwerk waar zij zich thuis voelen. Elke jeugdwerking is sowieso gericht op een bepaalde doelgroep, sluit aan bij de noden en behoeften van een bepaalde doelgroep. Jeugdwerk met jongeren in armoede is waardevol op zich: de werkingen zijn er niet om kinderen en jongeren per se toe te leiden naar het mainstream jeugdwerk. Kinderen en jongeren werken rond thema’s die zij belangrijk vinden. Daarin tonen zij hoe ze de wereld rond zich ervaren. september 2010 • p 13


2010: europees jaar armoede | Proeftuinen jeugdwerk met kinderen en jongeren in armoede

Van daaruit doen ze aanbevelingen over het tegengaan van armoede. Jeugdwerkers in die werkingen geven kinderen en jongeren een stem. Ze leggen mee de basis voor een groeiend zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld – basisvoorwaarde voor participatie. Werkingen met kinderen en jongeren in armoede slaan bruggen naar andere jongeren, naar het mainstream jeugdwerk en naar andere voorzieningen in belangrijke levensdomeinen, zoals het onderwijs, het welzijnswerk of de arbeidsmarkt. Die actieve opstelling naar de ‘buitenwereld’ is nodig om te werken aan de persoonlijke en collectieve emancipatie en maatschappelijke participatie van de kinderen en jongeren.

HOE MOET HET VERDER? De proeftuinerkenning biedt nu enig soelaas. Maar dat volstaat niet. Zowel het bedrag van de ondersteuning als de tijdsduur ervan zijn beperkt. Continuïteit garanderen is moeilijk. Toch is deskundige begeleiding van basisbelang. Het fundament van de jeugdwerking ligt in het organiseren van een vertrouwde basis waarop kinderen en jongeren kunnen terugvallen. Vanuit die onvoorwaardelijke vertrouwensrelatie kunnen jeugdwerkers empowerend werken. Continuïteit in de begeleiding is dus noodzakelijk. Kinderen en jongeren rekenen hier ook op. Alleen structurele financiering kan dat fundament verzekeren. We pleiten ervoor om het jeugdwerk met kinderen en jongeren in armoede een volwaardige plek te geven in het gemeentelijke jeugdbeleid. Het streefdoel is dat het werken met deze jongeren in elk lokaal jeugdbeleidsplan een plaats krijgt. Hoe nijpend en omvangrijk de problematiek is, en welke inspanningen er nodig zijn, verschilt naargelang de gemeente. Bij de voorstelling van het armoedejaarboek 2008 stelde professor Peter Adriaenssens het scherp: hij noemde niet investeren in kinderen uit gezinnen in armoede zelfs “institutionele kindermishandeling”. Zijn woorden blijven vandaag even relevant.

Jan Deduytsche is stafmedewerker en Robert Crivit is coördinator van Uit De Marge vzw. p 14 •

september 2010

Inbedding van lopende proeftuinprojecten De proeftuinoproepen kaderen in het participatie­ decreet. Het decreet omschrijft een proeftuin als een projectmatig initiatief dat “inspeelt op nieuwe ontwikkelingen en behoeften met het oog op methodische of inhoudelijke vernieuwing”. De erkenning geldt een jaar en kan twee keer met een jaar worden verlengd. Er zijn nu tien proeftuinen erkend. (Acht in 2009.) De projecten zijn ingebed bij T’ Hope in Roeselare, De Kring in Eeklo en Mensen voor mensen in Aalst. In Antwerpen gaat het om Recht-Op, Centrum Kauwenberg, Betonne Jeugd en PSC Vluchtelingenwerk. In Leuven Leren Ondernemen en Fabota. En de vzw Jeugd in Lanaken.


Met CO2 naar LONDEN! Foto’s van de CO-2 ‘bus’toer met als thema speelbeleid. Een bustoer langs nationale of internationale speelplekken maakt deel uit van een vormingsaanbod voor coördinatoren van vakantiewerkingen die VVJ samen met VDS onder de noemer CO2 aanbiedt. Meer weten over het CO2 vormingsaanbod? Check onze vormingsbrochure en www.co-2.be!

VDS

september 2010 • p 15


spelen | Over speelplezier en risico

Naar een eerlijk debat over risico en spelen Het debat over de veiligheid van speelvoorzieningen leek een uitgemaakte zaak met de KB’s op de veiligheid van speeltoestellen en terreinen en hun bijhorende risicoanalyses en preventiemaatregelen, maar niets is minder waar. Een “zero-risk environment” lijkt de obligate doelstelling te zijn geworden. Tijd om het debat opnieuw te openen en het in alle eerlijkheid te voeren. Want wie spel zegt, durft risico zeggen!

Veilige speelterreinen betekent weg risico’s, weg gevaar? Onze samenleving is er meer en meer op gericht om risico’s zoveel mogelijk te beperken. In het speelterreinvakjargon kreeg dit de naam ‘British Disease’ mee. De term verwijst naar de veiligheidsmanie in Groot-Brittannië die ertoe leidde dat er op de speelterreinen van speelprikkels of uitdagende risico’s geen sprake meer is. We willen absoluut vermijden dat onze toekomst, onze kinderen en jongeren, het slachtoffer worden van gevaren en risico’s. Regels en wetten worden nu gezien als het middel om onze kinderen en jongeren te behoeden voor risico’s en gevaren. Maar regels en wetten nemen noch het gevaar noch het risico weg. Het van kracht worden van de KB’s betreffende de veiligheid van speeltoestellen en speelterreinen op 28 maart 2001 wekte bij menig burger de illusie dat vanaf die datum ongevallen op speelterreinen voorgoed verleden tijd zouden zijn. Jammer maar helaas is dit niet het geval. Sterker nog, het aantal ongevallen op speelterreinen is sedert het van kracht worden van die KB’s niet significant gedaald. Zowel cijfers uit Groot-Brittannië als Nederland bewijzen dit, in België zijn tot op heden geen cijfers beschikbaar. Nog steeds lopen kinderen blauwe plekken op of breken ze een arm of een been. Normen en wetgeving als middel om p 16 •

september 2010

tot veilige speelterreinen te komen is één zaak. Want hoe verzoen je veiligheid en speelplezier? Die lijken immers elkaars tegenpolen, en in onze samenleving gaat er een absolute voorkeur naar veiligheid. Veiligheid boven alles. Deze houding heeft er in Groot-Brittannië toe geleid dat speelplekken er onaantrekkelijk en onbespeelbaar zijn geworden. Want: geen risico, geen spel.

Veilige speelterreinen = veilig spel? Eigenaardig genoeg leiden veiliger speelomgevingen niet tot minder risicovol speelgedrag. Integendeel: kinderen en jongeren zoeken op veiliger aangelegde speelterreinen net meer risico op. We zouden kunnen stellen dat hoe veiliger de speelomgeving is, hoe groter de kans is dat er meer risico genomen wordt. Bovendien passen kinderen hun speelgedrag aan en zoeken ze bewust die situaties op waar risico’s aan verbonden zijn. Niet zelden zie je kinderen op het dak van een speelconstructie zitten, ondanks de maatregelen om dit te voorkomen. Kinderen reguleren zichzelf en maken zelf een inschatting van wat ze kunnen en zoeken daarbij de grenzen op. Helle Nebelong, een Deense landschapsarchitecte zegt hierover het volgende: “Onze geprefabriceerde speelterreinen beogen een optimale veiligheid. De stan-

Koen Depreitere, Koen Steuperaert       Koen Depreitere, Wim Seghers

daarden die hiervoor wordt gebruikt zijn gebaseerd op eerdere tragische ongevallen. Alhoewel deze standaarden op zich nuttig zijn, gaan ze in combinatie met gezond verstand te ver. In functie van veiligheid wordt de speelbehoefte van kinderen buiten spel gezet. Ik ben er van overtuigd dat gestandariseerde speelterreinen gevaarlijk zijn omwille van hun standaarden. Wanneer de afstand tussen sporten of touwen in een ladder exact dezelfde afmeting hebben, hoeft een kind zich niet te concentreren waar het zijn voet zet. Met andere woorden, standarisatie versimpelt het spel waardoor het kind zich geen zorgen hoeft te maken over zijn bewegingen. Dit staat in schril contrast met alle hobbelige en asymmetrische vormen waarmee een kind geconfronteerd wordt in het dagdagelijkse leven. Vaardigheden zoals bijvoorbeeld het kunnen inschatten van afstanden en hoogte zijn levensnoodzakelijk. Veiligheid is en blijft belangrijk maar het mag niet leiden tot saaie speelterreinen en speeltoestellen waar ontwerp en sfeer ver te zoeken zijn.”

Spelen en risicoloos gaan niet samen Maar terug naar ons veiligheidsdiscours. Wanneer we je vragen om het begrip veiligheid te definiëren, is de kans groot dat jouw definitie de woorden


Over speelplezier en risico

ongevalvrij of risicoloos bevat. Helaas is dit soort definities niet werkbaar als het over spelen, speeltoestellen, speelterreinen en speelomgevingen gaat. Gevaar en risico zijn onlosmakelijk verbonden met spelen en zoals al gezegd: geen risico, geen spel. Er zit dus niets anders op dan risico en gevaar toe te laten. In een reeds eerdere denkoefening hierover, kwamen we tot het besluit dat we veiligheid beter kunnen omschrijven als “bespeelbaar met een aanvaardbaar risico” als het over speelterreinen, speeltoestellen en speelomgevingen gaat. Op die manier geven we tenminste al aan dat spelen niet zonder risico is of kan. Maar wanneer we deze definitie met een speelwaardebril nader bekijken, voldoet deze definitie niet. Speelwaarde betekent net het implementeren van gevaar en risico, niet het beperken ervan. Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Kinderen spelen tijdens een constructiespel met hamers en nagels. De mogelijkheid dat een kind daarbij losweg op een vinger klopt is niet ondenkbaar. Maar in deze benadering is het maar een neveneffect dat toelaatbaar is. Zonder een hamer en nagels heeft deze vorm van constructiespel geen zin. We stellen vast dat er ook bij keuringsinstanties een nieuwe wind waait en men niet

alleen met de normen in de hand risicoanalyses en controles uitvoert. De normen zijn een uitgangspunt en geen eindpunt:

"Speelwaarde betekent net het implementeren van gevaar en risico, niet het beperken ervan." “Voor “Kinderspel” is bij de risicoanalyse van een speeltoestel en/of speelterrein de veiligheid naar Europese norm het uitgangspunt. Bij het toetsen van de speeltoestellen aan de normen, gaan we niet alleen uit van de zuivere technische bepalingen, maar zijn het speltechnische aspect en de intrinsieke speelwaarde van een speeltoestel en/of speelterrein van even groot belang. Speeltoestellen kunnen altijd ‘veilig’ gemaakt worden, maar het blijft onze betrachting om de initiële bedoeling van de ontwerper van een speeltoestel, namelijk een hoge speelwaarde en een blijvende uitdaging te garanderen voor het kind om te spelen, te respecteren en waar mogelijk te behouden.”

Kortom Kinderen hebben nood aan risico’s en nemen graag risico’s wanneer ze spelen. Speelvoorzieningen moeten op deze noden en wensen van kinderen inspelen door stimulerende en uitdagende

| spelen

omgevingen aan te bieden die kinderen aanzetten om te ontdekken en om hun vaardigheden te ontwikkelen. Hierbij moet er voor gezorgd worden dat kinderen niet blootgesteld worden aan onaanvaardbare risico’s die kunnen leiden tot zware verwondingen of de dood.

info Meer info? De inspiratie voor dit artikel vonden de auteurs in de diverse lezingen die ze bijwoonden op het 25ste International Council for Children’s Play afgelopen juni in Lissabon. http://www.iccp-play.org/news.htm september 2010 • p 17


jeugdwerk | Dag van de Jeugdbeweging

Lieven Casteels, stafmedewerker KLJ       KLJ

De Dag van de Jeugdbeweging, oorverdovend plezant! Vrijdag 22 oktober 2010 vieren opnieuw duizenden kinderen en jongeren hun feestdag: de Dag van de Jeugdbeweging. Ze trekken die dag hun sjaaltje, hemd, T-shirt of korte broek aan om in één van de vijf Vlaamse provinciehoofdsteden of Brussel te gaan ontbijten en feesten. Maar je hoeft het niet in de steden te zoeken, want jeugddiensten over heel Vlaanderen zetten graag mee hun schouders onder deze feestdag… Wij legden ons oor te luisteren bij de jeugddienst van Geel. Zij maken elk jaar een groot feest van de Dag van de Jeugdbeweging. Toon Michiels van de jeugddienst stond ons graag te woord.

Het jeugdwerk in Geel In totaal zijn er in Geel 39 particuliere en gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven: • 20 ‘klassieke’ particuliere jeugdbewegingen (bv. Chiro, KLJ, Scouts, KSJ-KSA-VKSJ, Fos Open Scouting) • 3 ‘specifieke’ particuliere jeugdbewegingen (bv. Jeugd Rode Kruis, JNM, Wel Jong Niet Hetero) • 5 particuliere jongerenbewegingen (bv. jeugdpastoraal, Plus 13-werking…) • 4 politieke jongerenbewegingen • 1 jeugdhuis • 4 gemeentelijke kinder- en jongerenwerkingen (bv. SWAP, speelpleinwerking…) • 2 jeugdwelzijnswerkingen

De Dag van de Jeugdbeweging is een initiatief van de koepels van de jeugdbewegingen. Waarom zetten jullie als gemeente jullie schouders onder dit initiatief? We vinden het evident dat we dit doen! Jaar in jaar uit zetten tal van vrijwilligers zich belangeloos in voor de kinderen en jongeren in Geel en de Dag van de Jeugdbeweging is voor ons een unieke gelegenheid om al deze mensen te bedanken. Het is voor ons een manier om één keer per jaar goed in de verf te zetten dat we hun vrijwillige inzet enorm appreciëren! Voor de organiserende jeugdbewegingen is het belangrijk dat het initiatief van de Dag van de Jeugdbeweging bij de jeugdbewegingen zelf blijft liggen. Bewaken jullie dit als jeugddienst? Hoe uit zich dit in de organisatie? In Geel organiseren we een ontbijt voor ongeveer 800 personen, voor iedereen in jeugdbewegingsuniform. Onze filosofie is dat we iets willen teruggeven en daarom zijn vooral de jeugdraad en de jeugddienst trekker van de organisatie van de Dag van de Jeugdbeweging. Samen nemen we de voorbereiding op ons. De jeugdbewegingen zijn via de jeugdraad rechtstreeks betrokken en ze steken tijdens het ontbijt zelf een handje toe om alle hongerige monden te voeden. Op welke manier ondersteunt de jeugddienst de Dag van de Jeugdbeweging? Er is een subsidie voor de Dag van de Jeugdbeweging voorzien want het is quasi onmogelijk om een ontbijt voor zo’n grote groep volledig te laten sponsoren door lokale handelaars. Daarnaast zorgt een medewerker van de jeugddienst mee voor de logistieke en praktische ondersteuning van de orga-

p 18 •

september 2010


Dag van de Jeugdbeweging

nisatie. Op de dag zelf staat de hele ploeg van de jeugddienst mee paraat op de Markt. Tot slot zorgt de technische dienst ook voor de nodige materiële ondersteuning om het geheel af te werken. Wat maakt de Dag van de Jeugdbeweging zo bijzonder voor jullie en voor de jeugdbewegingen? Het is gewoon plezant! Het klinkt misschien wat melig, maar het is voor ons gewoon leuk dat we eens iets kunnen terug doen voor alle vrijwilligers in het jeugdwerk. Daarnaast is het een unieke gelegenheid om ons doelpubliek, de mensen waarvoor we werken, in levende lijve te ontmoeten. We zetten ons dag in dag uit in voor het jeugdwerk, maar eigenlijk zien we ze weinig van achter onze bureau. We werken ook telkens samen met Amnesty International met een briefschrijfactie: Schrijf-ze-VRIJdag. Voor die ene ochtend is de Markt in Geel in handen van de jeugdbewegingen. Tot slot zijn er de talloze positieve reacties en de dankbaarheid van de deelnemers die het elke keer weer onvergetelijk maken! Heb je nog tips of aandachtspunten voor jeugddiensten die ook met de Dag van de Jeugdbeweging aan de slag willen gaan? Gewoon doen! Het is een ideaal moment om alle vrijwilligers te bedanken. Verder raad ik elke jeugddienst aan om je jeugdwerkvrijwilligers gewoon te vragen waar je hen een plezier mee doet. Willen ze pleinspelen op de markt, geef ze pleinspelen; willen ze een fuif, geef ze een fuif… Dit kan eenvoudig via de jeugdraad of via een mailtje of gesprek met de groepsleiding van de verschillende jeugdbewegingen.

| jeugdwerk

De Dag van de Jeugdbeweging in de vijf Vlaamse provinciehoofdsteden en Brussel: Het ontbijt start om zeven uur en we ronden op tijd af zodat iedereen tijdig op school of werk geraakt. Wie in bewegingskledij komt, krijgt een gratis ontbijt. Boterkoeken, boterhammen met choco, een kop koffie of warme chocolademelk… Alles staat klaar om de vele hongerige magen te vullen. Via leuke randanimatie zetten we het thema ‘Oorverdovend plezant’ in de kijker.

Dag van de Jeugdbeweging? De Dag van de Jeugdbeweging is een samenwerkingsverband tussen KLJ, Chirojeugd Vlaanderen, KSJ-KSAVKSJ, Scouts en Gidsen Vlaanderen, Jeugd Rode Kruis, Fos Open Scouting, JNM en Wel Jong Niet Hetero. Ben je op zoek naar promotiemateriaal, meer informatie, inspiratie rond het thema, enz.? Neem dan een kijkje op www.dagvandejeugdbeweging.be. Je vindt er het logo en de affiche, maar ook extra informatie over de dag zelf, de visie en de acties. Vergeet zeker ook niet jullie actie toe te voegen op de site! september 2010 • p 19


jeugdwerk | Dag van de Jeugdbeweging

Gratis ontbijt mét inhoud De Dag van de Jeugdbeweging kiest dit jaar voor het thema ‘Oorverdovend plezant’. Een thema met een positieve invalshoek, dat via randanimatie op heel wat verschillende manieren in de praktijk te brengen valt. Hoe, en hoe ver je hier in gaat, laten we uiteraard aan jullie over! OORVERDOVEND PLEZANT! Kinderen die enthousiast aan het ravotten zijn op een speelplein, meisjes en jongens die joelend van plezier verstoppertje spelen, jongeren marcherend en zingend op trektocht, een groepje tieners dat helemaal opgaat in een partijtje voetbal, de plaatselijke jeugdbeweging die een feestje organiseert in het buurtcentrum… Geluid, lawaai, rumoer… of hoe je het ook noemt, zijn onlosmakelijk verbonden met spelende kinderen en jongeren. Anno 2010 is het echter niet meer vanzelfsprekend om ‘geluid’ te maken. Steeds vaker wordt dit als storend of als overlast ervaren. Daarom pleiten de jeugdbewegingen voor meer verdraagzaamheid. Want hoe kunnen kinderen en jongeren zich nu uitleven zonder hun plezier en enthousiasme te laten horen? De jeugdbewegingen beseffen maar al te goed dat geluid en lawaai niet ongelimiteerd kunnen. Daarom gaan ze vol overtuiging op zoek naar de ideale combinatie van vreugdekreten en enthousiast gegil enerzijds én respect voor buren en medemens anderzijds. Je zal het merken, de jeugdbeweging is oorverdovend plezant!

p 20 •

september 2010

HET THEMA ZICHTBAAR MAKEN… De jeugdbewegingen nodigen iedereen die de Dag van de Jeugdbeweging viert uit om het thema vorm te geven tijdens jullie actie (als randanimatie, inkleding…). Je kan zelf bepalen hoe je het thema in de praktijk zal brengen. Geef je creativiteit dus vrij spel! Enkele ideeën ter inspiratie: • Nodig een fanfare of murga uit. • Deel carnavaltoeters uit. Verdeel het aanwezige publiek in drie groepen en laat deze tegen elkaar op ‘toeteren’. • Hou een geluidswave. • Een zangstonde misstaat ook niet op zo’n feestelijke dag. • Hou een verkiezingsshow van de mooiste, luidste of origineelste groepskreet. • Laat een levende jukebox rondlopen: een zanger(es) met gitaar die voor een mooie glimlach je verzoeknummer speelt. • Probeer de massa gedurende 10 seconden muisstil te krijgen. • Hou een lachstonde. Voor je het weet krijgt de massa de slappe lach. • Maak een telefoonlijn van 10m (verbind twee plastic bekers met een draad van 10m). Het duo die ‘de Dag van de jeugdbeweging is oorverdovend plezant’ van de ene naar de ander kant volledig en correct kan overbrengen, wint een paar oordopjes. • Maak een paar reuzegrote oren uit papier-maché en hang deze op tussen de jeugdbewegingsvlaggen. • Warm je publiek op met applaus, gestamp, gejoel, gelach. • …


Liefste JBP dagboek

| JBP 2011-2013

LEEF VOOR DE LAATSTE KEER MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIER JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

LIEFSTE JBP DAGBOEK Liefste dagboek, Ja, zo ben ik eigenlijk nog nooit begonnen, maar omdat dit de laatste keer is, lijkt me dat een gepaste zin om mee van start te gaan. Dit JBP was het tweede plan waaraan ik mee schreef als beroepskracht. Eén ding is me sterk bijgebleven. Bij het eerste plan was ik pas aan de slag in het jeugdcentrum en het JBP was mijn hoofdtaak. Voor dit tweede plan was ik intussen goed ingeburgerd in Aarschot, maar kwam het schrijven van het JBP een beetje bovenop alle andere taken. Met de bijhorende frustraties over tijdsdruk enzo tot gevolg. Aan de andere kant is die vertrouwdheid ook het mooie ervan: je kent de jeugd, de jongeren, de situatie… kortom de stad Aarschot. En zo is het makkelijker om zaken te onderzoeken, om doelstellingen goed af te stemmen. Ik besef ook hoe blij ik ben met de ploeg mensen rondom mij: de stuurgroep, de collega’s, de schepen van jeugd … hun inzet is onbeschrijfelijk. Daarvoor doe je het! En daardoor kan je het ook doen. En als ik er dan één doelstelling moet uitpikken, dan ga ik voor de doelstellingen over informatie en participatie. Misschien een beetje gek, nu dit van de prioriteitenlijst verdwijnt. Maar het is het stokpaardje van het jeugdcentrum en het is en blijft mijn stokpaardje. Zonder informatie aan de kinderen en jongeren en zonder participatie van de kinderen en jongeren is er geen jeugdbeleid. Dus ik wil er voor pleiten om dit op de agenda te houden. We spreken in Aarschot van de ideale driehoek tussen de schepen van jeugd, de jeugdraad en de jeugdconsulent. En volgens mij is dat een voorname pijler van het jeugdbeleid. Als het tussen die drie partners goed zit, dan is er heel wat mogelijk en heel wat bespreekbaar. (zie driehoek) En ja, zo kom ik ook uit bij mijn grootste bezorgdheid bij het verdwijnen van het JBP. Zullen de jongeren nog voldoende aan het woord komen, zullen ze nog gehoord worden? Ik hoop ook dat ze beroep zullen blijven doen op de expertise van de jeugd. Want zijn we niet de sector die het langst ervaring heeft in het schrijven van beleidsplannen? Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze niet vergeten de expert te betrekken bij alle stappen van het proces. En hier bedoel ik dan zowel de jeugdconsulent als de kinderen en jongeren zelf mee. Want – dat is

me weer eens heel duidelijk geworden bij het schrijven van dit plan – de kids en de jongeren weten het best wat ze willen en wat wij kunnen doen om hen te ondersteunen. Dus, liefste dagboek, vergeet die woorden niet in de toekomst, en zorg ervoor dat de kinderen en jongeren worden gehoord. Want onder het motto: ‘geen rem op mijn stem’, kan je veel bekomen. En dagboek, dit wil ik ook nog even meegeven, het was leuk om je mee te hebben gedurende mijn JBP-avontuur. Dankjewel!

JONGEREN / JEUGDRAAD

SCHEPEN VAN JEUGD

JEUGDCENTRUM / JEUGDCONSULENT

De ideale informatie- en participatiedriehoek binnen het jeugdbeleid

Jitske Verwimp is jeugdconsulent in Aarschot en ze neemt voor de tweede keer het JBP onder haar hoede.

september 2010 • p 21


over vvj | Nieuwtjes

Minister Smet on tour! ✒

Sofie Willems       Sofie Willems

Of we de minister een keertje kunnen meenemen naar enkele jeugddiensten? Jazeker dat we dat kunnen! En zo zag die namiddag eruit – een verslag van uw reporter ter plaatse:

d, we wilden de mi op de foto! Inderdaa En . nst die Zoek de jeugddienst gd jeu ine enemen naar een kle e nister graag eerst me verpakt in dit groots m, rse ute Bo van nst die gd jeu de rd we dat prachtige kasteel.

! e v Li

Melina van JD Bo utersem presente ert het lokale jeu wat het betekent gdbeleid en om een eenman sdienst te runnen ...

thousiaste

… én haar en

de fuifzaal...

en de knap geëq uipeerd

e uitleendienst.

n, overal komt men Waar men ook gaat langs Vlaamsche wege ten hebben!): de gewe het zal goeie ideeën tegen (en de minister s tot houtsnipstokje Drum er. Klink De repetitiekotautomaat van eem! probl Geen pers gemept?

p 22 •

september 2010

Aan tafel! Su zy, adviseus e van de min ling Jeugd ister, en Els luisteren vo va l interesse kritische en naar de gedr goed voorbe even reide jeugdr aad van Aar schot


Nieuwtjes

! er een groepsfoto was Hij mocht niet vertrekken... toch niet voor t. slach nage het genomen, ten bewijze voor

| over vvj

Enkele jong eren wilden de minister wat onderw nog even in ijskwesties. terpelleren H eel wat bezo over herstructure rgdheden ro ring van he nd werkdruk, t hoger en léven bij st middelbaar udenten en onderwijs… jonge leerkr zomervakant achten, ook ie. midden in de

t zichzelf.

am presenteer

animatorente

otere jeugdbeeld van een gr t, een mooi voor ho rsc nister… Aa ar de na Op aanschouwt mi ntrum De Klinker dienst. In jeugdce

de werkruimte van het Aarschotse jeugd

dienstteam...

van Aarschot bewijzen De minister en de schepen van jeugd ook soms heel erg matig regel het heen en grenz dat je over partij eens kan zijn. Mooi!

En o ja, he t bedankje van de min dett van S ister bij zijn met’. Gee bezoeken: f toe, goed groepgerich een ‘Vegevonden. t. En behoorl ijk doel-

an de afden , gezond t.

september 2010 • p 23


wet(t)enswaardig | Verzelfstandiging

Het Gemeentedecreet en verzelfstandiging: belang voor de jeugdsector Verzelfstandiging en gemeentelijke vzw’s… er rijzen heel wat vragen over. In dit artikel vind je een aantal zaken die je als jeugddienst moet weten als je met de verzelfstandigingsvraag geconfronteerd wordt.

Achtergrond: jeugdbeleid bekeken als taak van ’gemeentelijk belang’ Het Gemeentedecreet nodigt lokale besturen uit om na te denken over hoe zij, als modern lokaal bestuur, verder wensen om te gaan met hun dagdagelijkse beslommeringen, (kern)taken, opdrachten etc. Ieder lokaal bestuur moet voor zich uitmaken wat van zogenaamd ’lokaal belang’ is. Vervolgens moet de gemeente bepalen of ze deze voor haar belangrijke opdracht (vb. het uitvoeren van een jeugdbeleidsplan) verder zélf wenst te vervullen, of dit doet samen met andere lokale besturen, private spelers, etc. Als zij deze opdracht zelf wil vervullen, kan zij ervoor opteren dit binnen haar eigen diensten te organiseren, of dit toe te vertrouwen aan een afzonderlijke, door de gemeente gecontroleerde rechtspersoon. In de beide scenario’s kan de gemeente kiezen voor een zogenaamde “verzelfstandigings” – operatie. Verzelfstandigen betekent letterlijk ‘het zelfstandig maken, het loskoppelen van het geheel of het geven van een autonoom, zelfstandig karakter’. Indien een gemeente p 24 •

september 2010

haar bevoegdheden inderdaad een autonoom, zelfstandig karakter wenst te geven, kan dit op verschillende manieren. Zo kan een gemeente beslissen om de uitvoering van haar jeugdbeleid, haar parkeerbeleid, haar sportbeleid of patrimoniumbeleid te verzelfstandigen.

Verzelfstandiging: de verschillende manieren De gemeente kan kiezen voor interne verzelfstandiging. Het betreft die vormen van gezagsspreiding die te situeren zijn binnen de rechtspersoon van de gemeente (het budgethouderschap en de intern verzelfstandigde agentschappen). Er is dan weliswaar sprake van een ‘overdracht’ van bevoegdheid, verantwoordelijkheid of taken, maar dit (slechts) tussen de organen of personeelsleden van de gemeentelijke rechtspersoon. De gemeente bakent een deel van haar activiteiten af binnen haar eigen organisatie, binnen een soort eigen compartiment of een interne afdeling, zonder die een eigen identiteit of rechtspersoonlijkheid toe te kennen. De intern verzelfstandigde agentschappen krij-

Wim Rasschaert (Rasschaert Advocaten), David Vanholsbeeck (VVSG) en Ilse Holvoet       Jeugdcentrum Vleugel F

gen een eigen budget toegewezen. Een jeugddienst kan bijvoorbeeld autonoom gaan beslissen over het aanwenden van de haar ter beschikking gestelde middelen, de uitvoering van het personeelsbeleid, de verwerving van eigen middelen, etc., binnen een door de politieke organen vastgesteld kader. Verregaander is de externe verzelfstandiging. Daarvan is sprake van zodra de gemeentelijke (uitvoerende) bevoegdheden of taken worden overgedragen aan organen of personen buiten de rechtspersoon van de gemeente. De gemeente gaat deze gemeentelijke taken als het ware aan zichzelf onttrekken, afstoten en deze onderbrengen in een afzonderlijke entiteit of rechtspersoon. Deze meest extreme vorm van verzelfstandiging heeft ook belangrijke gevolgen: de afzonderlijke, verzelfstandigde, entiteit komt in de plaats van het verzelfstandigend bestuur én draagt daarvoor een eigen verantwoordelijkheid. Er vindt met andere woorden een overdracht van activiteit of bevoegdheden plaats. Twee verschillende vormen van externe verzelfstandiging kunnen worden on-


Verzelfstandiging

| wet(t)enswaardig

VERZELFSTANDIGING Uitgangspunt: de gemeente organiseert zelf activiteiten, oefent zelf haar eigen bevoegdheden uit. Een bepaalde dienst is daarvoor verantwoordelijk. Wil de gemeente een bepaalde taak/bevoegdheid een zelfstandig karakter geven?

Meer autonomie, verder weg van het gemeentebestuur, sterkere argumentatie nodig 1 NEE

2 JA

1.1 Geen verzelfstandiging

2.1 Interne verzelfstandiging

2.2 Extern verzelfstandigde agentschappen

1.1.1 De taak/bevoegdheid wordt gewoon verder opgenomen door een gemeentelijke dienst.

Binnen rechtspersoon van de gemeente

Buiten rechtspersoon van de gemeente

Geen eigen identiteit of rechtspersoonlijkheid

Eigen identiteit en rechtspersoonlijkheid

Wel eigen budget

Eigen budget

2.1.1 Budgethouderschap

2.1.2 Intern verzelfstandigd agentschap (=IVA)

2.2.1 EVA in publiekrechterlijke vorm (=AGB)

2.2.2 EVA in privaatrechterlijke vorm

Ambtenaar of orgaan krijgt budget toegewezen, verbonden aan taak

Dienst met operationele autonomie (o.a. personeelsbeleid)

Autonoom Gemeentebedrijf

Volgens vennootschaps- of verenigingsrecht: vzw, nv, bvba, ...

Rapportering

Beheersovereenkomst

Beheersovereenkomst

Samenwerkingsovereenkomst

Besluit college

Besluit gemeenteraad

Besluit gemeenteraad

Besluit gemeenteraad

derscheiden, in volgorde van belangrijkheid volgens het Gemeentedecreet: • bij de verzelfstandiging in publiekrechtelijke vorm wordt gebruik gemaakt van een geheel eigen publiekrechtelijke rechtsvorm, het autonoom gemeentebedrijf; • bij de verzelfstandiging in privaatrechtelijke vorm richt de gemeente een rechtspersoon op overeenkomstig de bepalingen van het vennootschaps- of verenigingsrecht of beslist de gemeente in een bestaande rechtspersoon met dergelijke vorm deel te nemen. Hiermee wordt onder meer de ‘gemeentelijke vzw’ bedoeld.

Kiezen voor verzelfstandiging? Een gemeente moet voor zichzelf uitmaken of ze wenst te verzelfstandigen. Doorgaans kiest een lokaal bestuur voor interne of externe verzelfstandiging omdat ze van mening is dat de betrokken activiteit bijvoorbeeld wel een belangrijke taak is én dat deze taak beter en efficiënter kan worden uitgevoerd in een afzonderlijke afdeling of structuur.

De decreetgever komt bij deze moeilijke keuze ’ter hulp’ met een wettelijk, exemplarisch en weerlegbaar vermoeden. Als aan een aantal voorwaarden voldaan is, dan wordt vermoed dat de betrokken activiteit een ‘taak van gemeentelijk belang’ is, maar ook dat een afzonderlijke entiteit ‘ermee belast is’ en dat er dus sprake is van verzelfstandiging. De gemeente kiest in deze gevallen als het ware niet bewust voor verzelfstandiging. Indien de gemeente het niet eens is met de uitkomst van het vermoeden (waarbij bijvoorbeeld wordt gesteld dat een vzw een gemeentelijke vzw zou zijn, met de nodige aanpassingen tot gevolg…), dan zal zij het vermoeden moeten weerleggen. Over welke voorwaarden gaat het nu? We hebben deze toegepast op een vzw: • één of meer van de organen van de vzw bestaan voor meer dan de helft uit gemeenteraadsleden of leden van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente in kwestie of de leden van de organen worden voor meer dan de helft aangewezen

Geen verzelfstandiging, wel 'deelname' in zelfstandige structuren Art. 195 Gemeentedecreet: gemeente neemt deel in structuren die ze opricht of bestaande structuren, die geen taken van gemeentelijk belang uitoefenen

of voorgedragen door die personen; » dit is eenvoudig na te gaan, waarbij enkel moet worden rekening gehouden met effectieve gemeenteraadsleden en leden van het college. Hier moet zowel naar bvb. een algemene vergadering, een raad van bestuur of een directiecomité worden gekeken. • de gemeente of haar vertegenwoordigers beschikken over de meerderheid van de stemrechten in één of meer van zijn organen; » indien dit niet blijkt uit het eerste gedachtenstreepje, moet hier naar de statuten worden gekeken. • de financiële middelen van de vzw vallen voor meer dan de helft ten laste van het gemeentebudget » hier moet rekening gehouden worden met de werkingssubsidies. We houden in principe geen rekening met ter beschikkinggesteld personeel, voordelen in natura of achtergestelde leningen.

Geen verzelfstandiging maar toch belangrijk voor het lokaal bestuur De gemeente kan ook deelnemen in vzw’s, overeenkomstig artikel 195 van het Gemeentedecreet. Deze vzw’s kunseptember 2010 • p 25


wet(t)enswaardig | Verzelfstandiging

nen worden opgericht door de gemeente of de gemeente kan er zich laten in vertegenwoordigen. Deze vzw’s worden dan “niet belast met de verwezenlijking van welbepaalde taken van gemeentelijk belang”. Verder mag de oprichting, deelname of vertegenwoordiging volgens artikel 195 niet gepaard gaan met de overdracht of terbeschikkingstelling van gemeentelijk personeel of met de overdracht van gemeentelijke infrastructuur. Voor het overige gelden geen voorschriften.

Waarom deze oefening en waarom nu precies? Indien er sprake is van een gemeentelijke vzw die niet beantwoordt aan het Gemeentedecreet en er bestaat geen andere wettelijke basis voor deze vzw, dan is het de gemeente verboden om rechtstreeks of onrechtstreeks, deel te nemen in de vzw of zich erin te laten vertegenwoordigen of om aan die vzw personeel, financiële middelen, infrastructuur of andere activa ter beschikking te stellen. Dit verbod verplicht de gemeenten na te gaan of zij met dergelijke rechtspersonen te maken heeft en het vermoeden te weerleggen of de vzw aan te passen. En hier moet dan rekening gehouden worden met een dubbele periode: • De periode tussen vandaag en 1 januari 2013: de termijn waarbinnen de bestaande gemeentelijke vzw’s voorlopig verder kunnen werken zoals in het verleden, maar waarin ze hun statuten en werking moeten aanpassen, zich laten omvormen tot een autonoom gemeentebedrijf p 26 •

september 2010

of het vermoeden van verzelfstandiging moeten trachten te weerleggen, én reeds vallen onder bepaalde artikelen van het Gemeentedecreet. Indien het maatschappelijk doel van de gemeentelijke vzw wordt uitgebreid, dan moet dit gebeuren uiterlijk voor 1 januari 2012. Ook de omvorming van een autonoom gemeentebedrijf naar een gemeentelijke vzw moet uiterlijk voor 1 januari 2012 gebeuren. • De periode na 1 januari 2013: vanaf dan mogen enkel gemeentelijke vzw’s, wiens werking en statuten zijn aangepast aan de bepalingen van het Gemeentedecreet, nog middelen, personeel of infrastructuur ontvangen of ter beschikking krijgen van de gemeente.

De realiteit in de jeugdsector Het Gemeentedecreet is geconfronteerd met een realiteit waarin talloze zaken al (over)regeld zijn, ook in de jeugdsector. Er bestaan reeds vzw’ s waarin gemeenten of steden participeren of waar grote subsidies worden aan verleend. Soms wordt zelfs gemeentelijk personeel ter beschikking gesteld. Het was immers een soepel juridisch instrument dat toeliet snel op te treden en dat veel flexibiliteit mogelijk maakt, met potentieel een eenvoudige financiële boekhouding etc. Verder is een vzw uiteraard ook niet onderworpen aan de gewone regels van het administratief toezicht, waar een gemeentebestuur zich wel aan moet houden. Dit wordt nu in een keurslijf gegoten. Met het Gemeentedecreet hoeven deze rechtsvormen niet noodzakelijk te

verdwijnen, maar zullen ze desgevallend wel moeten worden aangepast. Wanneer in de jeugdsector over verzelfstandiging wordt gesproken, zullen de volgende vragen moeten gesteld worden.

1. Wens ik als lokaal bestuur de gemeentelijke taken te verzelfstandigen, intern of extern? Zo ja, wat is de beste rechtsvorm? Om deze vraag te beantwoorden, zal het lokaal bestuur zich laten leiden door verschillende overwegingen: • van bestuurlijke – organisatorische aard (vb. controle, personeel, werking); • fiscale aard (vb. BTW – optimalisatie); • projectmatige aard (vb. betrokkenheid van andere partners); • … Deze afweging zal ook voor ieder bestuur anders zijn. Ze moet in ieder geval grondig gebeuren en de keuze moet goed gemotiveerd worden.

2. Word ik als gemeente / jeugddienst geconfronteerd met vzw’s waarin de gemeente lid is, vertegenwoordigd is of het voor het zeggen heeft, of waar de gemeentelijke middelen de belangrijkste bron van inkomsten zijn voor de vzw? Zo ja, speelt het vermoeden van verzelfstandiging dan niet en hoe kan dit weerleggen? Kan ik dan als gemeente toch nog betrokken blijven bij de vzw? En, indien het niet weerlegd wordt, moet de vzw zich dan aanpassen?


Verzelfstandiging

Deze oefening vertrekt van het gegeven van een bestaande vzw waarbij de gemeente al betrokken is. De screening die met betrekking tot deze vzw moet gebeuren, hoeft niet ingewikkeld te zijn. In de eerste plaats zijn er, op basis van een eigen interpretatie van het Gemeentedecreet, een aantal verenigingsvormen waarop het Gemeentedecreet wellicht niet van toepassing is: • gemeenteraadsleden die in eigen naam of om professionele redenen zetelen in een vzw; • vzw’s die een onderdeel zijn van een overkoepelende structuur, los van de gemeente (zoals ziekenfondsen, politieke partijen en jeugdverenigingen met een koepel zoals Chiro, Scouts, KLJ,…); • vzw’s die (eenmalige) investeringssubsidies krijgen van de gemeente, etc. • andere rechtsgronden dan het Gemeentedecreet, zoals adviesraden e.d. • … In de tweede plaats zijn er dan de criteria van het vermoeden in het Gemeentedecreet zelf (zie hoger). Indien aan één of alle van deze criteria wordt voldaan, zijn er twee opties. Het lokaal bestuur (en de vzw) wil de huidige werkwijze behouden, zonder (al te veel) aanpassing. Of men wil de bestaande werkwijze in overeenstemming brengen met het Gemeentedecreet en er dus een echte gemeentelijke vzw van maken. In dit laatste geval moet men rekening houden met de verplichte motivering en afweging én met de dwingende timing (zie hoger).

Wenst men zoveel mogelijk alles bij het oude te laten, maar wordt de vzw volgens het Gemeentedecreet “vermoed” eigenlijk belast te zijn met een taak van gemeentelijk belang, dan zal de gemeente dit vermoeden moeten weerleggen. De gemeente is hier autonoom om met eigen motieven aan te tonen dat het toch om een private vzw gaat en niet om een gemeentelijke vzw die belast is door de gemeente met de verwezenlijking van een specifieke taak. Aanwijzingen om dit te weerleggen kunnen bijvoorbeeld zijn: geen initiatief van de gemeente, geen onderdeel van het beleidsplan van de gemeente (geen kerntaak dus), taken die ook door particuliere verenigingen kunnen worden uitgeoefend, er bestaat geen bevoegde gemeentelijke dienst … De rechtsgrond voor de vertegenwoordiging van de gemeente in deze vzw zal dan het artikel 195 zijn.

Impact van de omvorming naar een gemeentelijke vzw Vooral bij de samenstelling van de bestuursorganen levert de omvorming naar een gemeentelijke vzw al eens problemen op. Het Gemeentedecreet bepaalt dat ongeacht de grootte van de eventuele inbreng van de verschillende partijen in de gemeentelijke vzw, de gemeente toch steeds over een meerderheid van de stemmen in de algemene vergadering van de vzw moet beschikken. De gemeente is met andere woorden zelf lid van de algemene vergadering. De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering worden door de gemeenteraad uit zijn leden gekozen. De gemeenteraad bepaalt zelf de termijn waarvoor die voordracht geldt. Deze ver-

| wet(t)enswaardig

tegenwoordigers handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad. Op basis van deze instructies dragen zij op hun beurt de gemeentelijke vertegenwoordigers voor in de bestuursorganen van het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap. Het Gemeentedecreet schrijft ook voor dat de gemeente een meerderheid van de leden van de raad van bestuur van de gemeentelijke vennootschap, vereniging of stichting voordraagt. Die voordracht waarborgt voor elke fractie een vertegenwoordiging. Zoals vermeld, zijn het de vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering die de gemeentelijke vertegenwoordigers in de raad van bestuur voordragen, en dit volgens een complexe verdeelsleutel, opgenomen in het Gemeentedecreet. Het Gemeentedecreet bepaalt dat ten hoogste twee derde van de door de gemeente voorgedragen leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht mag zijn. De volledige vernieuwing van de gemeenteraad geldt bovendien als herroeping van de aanwijzing of voordracht. Voortaan zijn ook de principes van formele motivering en openbaarheid van bestuur van toepassing binnen de gemeentelijke vzw.

Betrokkenheid van de gebruikers Er leeft een gerechtvaardigde vrees in de vrijetijdssector over de betrokkenheid van de gebruikers bij het bestuur van gemeentelijke verzelfstandigde entiteiten. De Cultuurpactwetgeving biedt enkele waarborgen voor andere actoren om betrokken te worden bij het bestuur. september 2010 • p 27


wet(t)enswaardig | Verzelfstandiging

Bij de interne verzelfstandiging en het autonoom gemeentebedrijf, zal gewerkt worden met externe adviesraden.

Meer lezen: Verzelfstandigen, samenwerken of uitbesteden? Een keuze-instrument voor lokale besturen

Binnen een gemeentelijke vzw zijn er meer mogelijkheden tot betrokkenheid, maar de gemeente heeft wel altijd het overwicht binnen de bestuursorganen. Ook hier zal de gemeente er dus zorg voor moeten dragen dat de standpunten van de gebruikers voldoende doordringen bij het bestuur. De opname van specifieke waarborgen in de statuten kan een oplossing zijn. Niets verhindert dat ook hier wordt gewerkt met adviesraden, al is dit een omslachtige procedure om jongeren inspraak te garanderen.

VVSG en het Instituut voor de Overheid (K.U. Leuven) bundelden hun onderzoekswerk over verzelfstandiging in een leerrijke publicatie.

info Meer info? VVJ voorziet in de loop van het komende jaar nog een aantal vormingsmomenten waar verzelfstandiging aan bod komt. Onder meer op Plan-kuren in oktober bieden we hierover een sessie aan. Hou voor meer informatie onze website en nieuwsbrief in de gaten. Op www.vvj.be vind je via Dossiers een dossier over Verzelfstandiging en het gemeentedecreet Vragen? Marc Ipermans mipermans@vvj.be, 03-821 06 03 p 28 •

september 2010

De auteurs willen lokale besturen helpen om de juiste keuzes te maken en daarbij de juiste argumenten te gebruiken, zowel naar de politiek toe, de Vlaamse overheid, als de bevolking en andere belanghebbenden. Eerst en vooral kies je of je effectief gaat verzelfstandigen of niet, daarna komt de keuze voor een interne of externe verzelfstandiging en hoe ver je daarin gaat. In deel A staat een instrument waarmee je argumenten opbouwt om tot een gefundeerde keuze te komen uit het volledige palet aan uitvoeringsvormen. Vervolgens komen de eigenheden van die uitvoeringsvormen aan bod. Die ‘uitvoeringsvormen’ gaan van budgethouderschap over intern en extern verzelfstandigde agentschappen en autonome gemeentebedrijven tot formules van samenwerking. Deel B geeft het afwegingskader voor externe verzelfstandiging van de VVSG. Daarbij gaan de auteurs ervan uit dat de keuze voor externe verzelfstandiging al gemaakt is, maar dat de afweging tussen de uitvoeringsvormen nog moet gemaakt worden. Beide delen overlappen dus voor een stuk, maar omvatten toch uiteenlopende uitbreidingen door de verschillende focus. Het boek is daardoor een onmisbare bron van informatie voor lokale besturen die met deze problematiek geconfronteerd worden. Verhoest, K., De Herdt, D., Vanholsbeeck, D. (ed. deel B) (2009). Verzelfstandigen, samenwerken of uitbesteden? Een keuze-instrument voor lokale besturen. Verkrijgbaar via uitgeverij politeia voor 29,00 euro voor VVSG-leden, 35 euro voor niet-leden.


Tijdens de zomer organiseert de provincie Vlaams-Brabant een speelse animatiedag waar vakantiewerkingen uit heel de provincie met hun kinderen naar toe komen. Pret gegarandeerd!

Provinciale jeugddienst Vlaams-Brabant, Ilse Holvoet

Grabbeldag 2010

september 2010 • p 29


jeugdbeleid | Tieners

Tieners onder het fileermes ✒

Nathalie Van Ceulebroeck       e3000

De doelgroep ‘tieners’ vormt een heel aparte groep binnen het jeugdbeleid, met een heel eigen gewenste benadering. Ze verdienen hun eigen plekje in een categoriaal jeugdbeleid. In eerste instantie is hier uiteraard een taak weggelegd voor jeugddiensten: als organisator, vertegenwoordiger, regisseur… Een categoriaal beleid impliceert echter dat het geen taak van jeugddiensten alleen màg zijn. Jeugddiensten zijn ook netwerkmakelaars en verdedigers van de leeftijdscategorie. In deze tekst schetsen we eerst de leefwereld van tieners. Vervolgens proberen we pijnpunten van de lokale realiteit bloot te leggen en proberen we mogelijke antwoorden aan te reiken.

Tieners: tussen pop en pint In heel wat sectoren goochelt men met de term ‘tieners’ als een verzamelnaam. De grenzen van deze verzameling jonge mensen zijn niet zo eenduidig. Wetende dat zowel de onder- als bovengrens arbitrair is, stellen we de leeftijdsafbakening van 12 tot en met 15 jaar voor. We nemen dus de overgang naar middelbaar onderwijs als ondergrens en de leeftijd waarop jongeren zelf verantwoordelijkheid beginnen te nemen als bovengrens. Zoals gezegd is deze afbakening arbitrair en ze kan, afgaande op leefwereld in plaats van leeftijd, zowel in de boven- als ondergrens uitzonderingen kennen. Tieners positioneren zich dus als groep tussen kinderen en jongeren. Samen vormen zij de bevolkingscategorie ‘jeugd’. Deze categorie verzamelt, volgens het decreet lokaal jeugdbeleid, de 0 tot 25 jarigen. De tienertijd is een turbulente periode, een zoektocht en vaak een strijd. Het is een periode van groeien naar volwassenheid en ontwikkeling van een eigen ik. Tieners zijn wispelturig en onberekenbaar. Recent onderzoek van o.a. Nelis en Van Sark (2009) bevestigt dat de oorzaak hiervan deels te vinden is in de normale fysieke ontwikkeling van de hersens. In deze periode zijn delen van de hersens die instaan voor emoties en voor cognitieve en emotionele functies zoals beslissingen nemen, plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing in volle ontwikkeling. Tieners leven in een context waarin ze nog niet over alles zelf controle hebben. Hun leven wordt mee richting gegeven door p 30 •

september 2010

de maatschappij, ouders, leerkrachten en vooral vrienden. Deze analyse zal automatisch van invloed zijn op elke beleidsbeslissing ten aanzien van de doelgroep ‘tieners’. Ook maatschappelijke evoluties bieden heel wat uitdagingen voor opgroeiende jeugd. De verantwoordelijkheid om iets van je leven te maken legt onze samenleving vandaag voornamelijk bij jezelf. Uiteraard is het niet allemaal kommer en kwel. Tieners zijn over het algemeen tevreden en optimistisch. De tieners van vandaag zijn overwegend opgegroeid in een periode van economische groei, wat maakt dat hun mogelijkheden schijnbaar eindeloos zijn. Tel daarbij dat tieners thuis vaak mee de lakens uitdelen (cfr onderhandelingshuishouding) en je begrijpt waarom tieners het idee hebben dat grenzen bespreekbaar zijn en ongeveer alles mogelijk is. Het belang van een leeftijdsgenotengroep (‘peergroup’) kan voor tieners nauwelijks overschat worden. We spreken over ‘horizontale identificatie’. Vrienden bieden steun, zorgen voor samenhorigheid en, aangezien er geen sprake is van een machtsverhouding, is het veelal een veilige omgeving om te experimenteren, samen te werken en avonturen te beleven. Daarnaast zijn het meestal ook de personen waarmee ze smaakvoorkeuren en attitudes delen. Door de individualisering lijkt de keuze en het aanbod van waarden, voorkeuren, smaken, … misschien groter, maar uiteindelijk hangen ideeën nauw samen met ideeën van vrienden en de gevolgde onderwijsvorm. Het begrip ‘keuze’ is dus wat relatief.


Tieners

| jeugdbeleid

LEEF VOOR DE LAATSTE KEER MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIER JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

LIEFSTE JBP DAGBOEK Ik blik tevreden terug Wanneer ik terug kijk naar het ganse proces voor de opmaak van het nieuwe jeugdbeleidsplan dan ben ik tevreden. Het proces verliep vlot, er was een goede verstandhouding binnen de stuurgroep JBP. Dat is ongetwijfeld één van de redenen waarom we het ontwerp JBP ruimschoots op tijd konden afwerken. Ook de communicatie naar het college liep gesmeerd, het plan werd zonder bijkomende vragen goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. Nu nog even afwachten wat de gemeenteraad van het nieuwe jeugdbeleidsplan 2011-2013 denkt.

Een toekomst zonder JBP

Een moeizaam lokaal tienerbeleid Tienerbeleid en vrijetijdsbeleid voor tieners is niet zelden het zorgenkindje van de jeugddienst. Zeker daar waar het verengd is tot tienerwerking en voornamelijk een verhaal van cijfers en aantallen is geworden. In heel wat gemeenten bestaan vrijetijdsprogramma’s voor tieners. Helaas lopen deze vaak moeizaam. Tieners zijn moeilijk warm te maken voor een klassiek vrijetijdsaanbod zoals veel gemeenten dit nu organiseren. We onderscheiden verschillende aspecten waar je rekening moet mee houden als je voor tieners een vrijetijdsbeleid uitdenkt: • tieners zijn moeilijk te bereiken via de klassieke communciatiekanalen van gemeentediensten; • ze willen liefst de vrijheid hebben om zelf mee richting te geven aan de activiteiten; • vooraf inschrijven en plannen is niet weggelegd voor de meeste tieners. Ze zijn dag-op-dag-beslissers; • de begeleiding moet op maat zijn van tieners; • tieners vinden zelfstandigheid erg belangrijk, en willen niet voortdurend voorgeschreven worden wat ze moeten doen; • tieners veranderen erg snel van interesses en voorkeuren; • slechts een beperkt aantal tieners is geïnteresseerd in formele vrijetijdsbestedingen; • tenslotte is vooral de aanwezigheid van vrienden belangrijk. Tieners komen niet als ze het risico lopen terecht te komen in onbekend gezelschap.

Ik beken dat ik het jeugdbeleidsplan als instrument ga missen. Het plan is een goede leidraad voor de werking van de jeugddienst en hét middel om de toekomst van het jeugdbeleid in de gemeente uit te stippelen. Het plan is ook handig als een stok achter de deur: het is een leidraad bij discussies, zowel in de jeugdraad als met de schepen van jeugd. Maar niet getreurd, de planmatige aanpak is een lijn die we gewoon moeten doortrekken, ook na 2013!

Een actie uit het JBP waar ik naar uit kijk Tot voor kort was er in onze gemeente geen cultuurdienst. Deze zomer werd daarvoor het startschot gegeven, een jonge kracht neemt deze taak op zich. Eén van de acties in het nieuwe jeugdbeleidsplan is het opzetten van een cultuurproject voor kinderen, tieners en jongeren. Ik kijk ernaar uit om de krachten te bundelen met de gloednieuwe cultuurdienst en een cultuurproject voor de jeugd in onze gemeente uit de grond te stampen. Een mooie uitdaging!

Arnold Vandenbussche is jeugdconsulent in Hooglede, voor hem wordt het laatste JBP het vierde waar hij de pen vasthoudt.

september 2010 • p 31


jeugdbeleid | Tieners

Gemeentelijk tienerbeleid is vandaag veelal aanbodsgerichte vrijetijdsbesteding. Gemeentediensten voorzien een aanbod en proberen tieners daar warm voor te krijgen. Jammer genoeg is deze manier slechts zelden succesvol en beperkt het het tienerbeleid tot een vrijetijdsbeleid, terwijl noden van tieners breder zijn en een breed, categoriaal beleid behoeven.

Kiezen voor een voorwaarde scheppend beleid voor tieners De belangrijkste taak met betrekking tot tienerbeleid voor jeugddiensten is de tieners in de stad/gemeente maximaal te kennen en te betrekken en hun noden en behoeftes te kunnen inschatten. Participatie van tieners moet verder gaan dan een bevraging van diegene die deelnemen aan jeugdbeweging, tienerwerking… Uit onderzoek blijkt immers dat slechts een derde van de tieners interesse heeft in en deelneemt aan jeugdwerk. Afhankelijk van de bron kiest tussen de 8 en de 14% wel eens voor gemeentelijk jeugdwerk. Trek dus de straat op, op zoek naar plaatsen waar ze zich wel ophouden. Probeer zicht te krijgen hoe de leefwereld van tieners in jouw omgeving eruit ziet. Op die manier kan je een categoriaal beleid uitbouwen dat aandacht heeft voor behoeftes van tieners over alle levensdomeinen. Uit alle jeugdonderzoek blijken tieners voornamelijk behoefte te hebben aan ruimte: formele ruimte in een jeugdcentrum, publieke ruimte op wijkniveau… met andere woorden, ruimte om samen te komen met vrienden. Daarnaast is er ook nood aan psychische ruimte om zichzelf te zijn, te experimenteren en te ontdekken. Deze vaststelling is illustratief voor de positie die jeugddiensten het beste kunnen innemen met betrekking tot tienerbeleid. Goede randvoorwaarden scheppen, faciliteren lijkt belangrijker dan het ontwikkelen van een (strak) geregisseerd aanbod waarmee men tieners tracht te bereiken. Denk aan beleidsmaatregelen op het vlak van ruimtelijke ordening, onderwijs, welzijn, vrije tijd… Dit wil niet zeggen dat er geen vrijetijdsinitiatieven voor tieners meer genomen moeten worden. Zelf tienerwerkingen organiseren en aanbieden kan een keuze zijn, maar past best p 32 •

september 2010

binnen een bredere context aan beleidsmaatregelen en doordachte strategieën. Die beleidsmaatregelen betreffen: • In de eerste plaats voeling hebben met tieners en weten waar ze behoefte aan hebben, wat ze wensen en waar ze van dromen door in te zetten op participatie. • In de tweede plaats faciliteren en de doelgroep onder de aandacht brengen bij andere beleidsdomeinen. • Het aanbieden van eigen vrijetijdsinitiatieven kan dan een volgende stap zijn, als voorgaande stappen succesvol zijn gerealiseerd en de tieners aangeven behoefte te hebben aan een vrijetijdsbesteding, andere dan het particuliere jeugdwerk voorziet.

Een houvast voor de dagelijkse jeugddienstpraktijk

1. KENNIS en PARTICIPATIE 2. FACILITEITEN en NETWERKEN 3. Gemeentelijke ACTIVITEITEN

Leefwereld en participatie Als een boutade kan je stellen dat je als jeugddienstmedewerker zicht moet hebben op de noden en wensen van alle kinderen en jongeren in jouw gemeente. Een onmogelijke taak natuurlijk. Toch is het een waardevolle en noodzakelijke poging om de vinger aan de pols te houden. Je kan hiervoor uiteraard gebruik maken van onderzoeken en publicaties die regelmatig verschijnen. Tieners zijn zelf echter de grootste schat van informatie, onder andere om onderzoeken af te toetsen en te vertalen naar jouw omgeving.


Tieners

| jeugdbeleid

Sterke en degelijk uitgewerkte participatie maakt dat iedereen Faciliteren en netwerken wint. De jeugddienst, en de lokale overheid in het verlengde, kan een beleid op maat uitbouwen. Geen activiteiten waar niemand Je oor te luister gelegd? Prima! Tijd om er iets mee te doen. naartoe komt, maar initiatieven die beantwoorden aan de vraag Het voeren van een breed, geïntegreerd tienerbeleid is hiervan tieners. Daarenboven hebben tieners vaak een andere kijk op voor een noodzakelijke voorwaarde. Wensen van tieners dingen en kunnen ze bijdragen aan frisse en creatieve oplossingen. stoppen immers niet bij de verantwoordelijkheden van een Tieners hebben op hun beurt het gevoel dat er naar hen geluis- jeugddienst. De gemeentelijke overheid moet initiatieven van terd word, ze voelen zich betrokken en ernstig genomen. Daar- jongeren, en in het verlengde alle burgers, stimuleren, facilitenaast kan nog een pedagogisch betoog worden afgestoken dat ren en ondersteunen. Een jeugddienst staat er binnen een getieners leren wat democratie en verantwoordelijkheid is, en met meente echter niet alleen voor. Netwerken en faciliteren gaan de participatieoefening nieuwe competenties ontwikkelen. dus hand in hand. Tenslotte heeft participatie een duidelijk wettelijke basis als • Bouw bruggen met andere diensten. Niet elke dienst is even één van de basisprocessen in het Internationaal Verdrag van toegankelijk, maar die is daarom niet minder belangrijk in de Rechten van het Kind. het leven van tieners. We moeten nauwelijks nog overtuigen van het belang van par- • Een goede relatie opbouwen kost tijd en geduld. Inzetten op ticipatie, in de praktijk is het echter een veel moeilijker verhaal. de relatie is minstens zo belangrijk als inzetten op de taak. Er is niet één juiste manier, techniek of antwoord. De doelgroep • Probeer op zoek te gaan naar gemeenschappelijke belangen tieners is erg divers en ook het onmet andere diensten. Een gedeelde derwerp van de participatie kan inagenda levert vaak sneller resultaat. "Faciliteren lijkt belangrijker dan een strak vloed hebben op de methode. Een kwestie van geven en nemen en geregisseerd tieneraanbod" Tenslotte willen we nog het onderzoeken naar compromissen. scheid aanstippen tussen gerichte participatie op vraag van een geGemeentelijke vrijetijdsinitiatieven meentelijke dienst, bijvoorbeeld voor de inrichting van een plein, en participatie waarbij je gewoon luistert naar tieners en interes- Kijkend naar de veel voorkomende problemen bij tienerwersante zaken oppikt om je beleid op te enten of minstens door te kingen schetsen we een handelingskader dat de kans op een laten inspireren. Dit laatste is nodig om vinger aan de pols te hou- geslaagde tienerwerking doet verhogen: den en te ontdekken wat er écht bij hen leeft. • Vrijheid van invulling en deelname moet voorop staan. Deze vrijheid wordt uiteraard begrensd door een ‘sociale sturing’: Enkele cruciale tips voor geslaagde tienerparticipatie: duidelijkheid over grenzen, regels, normen en afspraken. • Uit onderzoek van Tubex e.a. (2006) blijkt dat tieners over- • Tegelijk mogen de keuzemogelijkheden ook niet te groot of wegend een blinde vlek vormen in de participatie voor het te complex zijn. jeugdbeleidsplan. Ze zijn te jong voor jeugdraad, en te oud • Hierover moet gecommuniceerd worden op maat van tievoor kindergemeenteraad. ners zonder hen het gevoel te geven dat je binnendringt in • Beperk je niet tot de tieners die deelnemen aan het gemeenhun wereld. telijk of particulier jeugdwerk. De meerderheid van de tie- • Zorg voor vrij toegankelijke activiteiten of ruimtes, waarvoor ners kiest ervoor om niet deel te nemen aan georganiseerd daarenboven niet op voorhand ingeschreven moet worden. jeugdwerk. Voor jongeren die minder participeren aan het • En tenslotte, voorzie een goede pedagogische omkadering. verenigingsleven, kan een vindplaatsgerichte methodiek Tieners willen animatoren die geloofwaardig, interessant, (hoe beperkt ook) soelaas bieden. Ook onderwijs kan een grappig… zijn, waar ze naar op kunnen kijken. Tegelijk inrijpoort vormen. Anderzijds moeten tieners, net als iederhebben ze wel die duidelijke grenzen nodig die je ook als een, ook het recht hebben om niet te participeren aan het animator moet meegeven. beleid als ze dat niet willen. • Geef hen duidelijke richtlijnen van wat je verwacht. Wees concreet. Samengevat • Vraag inbreng van henzelf in de vorm van ‘peerbevragingen’, ambassadeurswerking … Gemeentelijk tienerbeleid betekent dus niet (enkel) het orga• Nieuwe media kunnen wervend en aanlokkelijk zijn, maar niseren van activiteiten. Het is een categoriaal beleid dat kan leveren vaak slechts oppervlakkige reacties op. Beroep je ingrijpen op alle aspecten van de leefwereld van een tiener: dus ook op de klassieke participatietechnieken als bevra- ruimte, mobiliteit, welzijn, onderwijs, cultuur en sport… en gingen, gesprekken… hiervoor steeds vertrekt van de leefwereld en dagelijkse reali• Je mag tieners gerust motiveren door hen te belonen met wat teit van tieners zelf. snoepgoed, een dvd, belwaarde, cinematicket… tieners zien zichzelf als consumenten en vinden het niet erg als dusdanig benaderd te worden. Pas wel op voor opbod of gewoontevorming. Belonen blijft best een uitzondering op de regel. • Zorg voor speelsheid en dynamiek binnen de groep als afwisseling voor ernstigere momenten. Zin in meer? • Investeer in een goede begeleiding en projectopvolging. Achtergrondinformatie, interessante lectuur ,de literatuurlijst • Tenslotte: neem hen vooral echt ernstig! van deze tekst en praktijkvoorbeelden vind je op onze website

info

www.vvj.be.

september 2010 • p 33


voor jou doorbladerd | Een website die werkt “IK BEN GEEN TECHNEUT IS NIET LANGER EEN AANVAARDBAAR EXCUUS VOOR WIE IN ONZE GEDIGITALISEERDE SAMENLEVING DE AANWEZIGE TECHNOLOGIE GEBRUIKT. DE TIJD VAN VOOR HET INTERNET BESTAAT NIET MEER!”

“Een website die werkt” voor jou doorbladerd ✒ Koen Depreitere Gerry McGovern schreef een fijn boekje met de welluidende titel “Een website die werkt”. Alleen de titel al volstond voor mij om tot de aankoop over te gaan. Het is niet de eerste keer en waarschijnlijk ook niet de laatste keer dat ondergetekende over het muurtje bij de commercie binnenkijkt om er bruikbaar materiaal te lenen. Ook deze keer loont het weer de moeite, en ik raad in eerste instantie aan om het boekje, dat amper 210 bladzijden telt, zelf te lezen. De talloze voorbeelden spijzen de theorie dusdanig dat het leest als een trein. Ik zet enkele krachtlijnen uit het boek op een rijtje, die je hoogstwaarschijnlijk zullen prikkelen om hier meer over te weten te komen.

info Een website die werkt. Overzichtelijk, vindbaar en klantgericht Gerry McGovern Boek, paperback / 210 blz. Nederlandstalig Spectrum / 1e druk / 2009 ISBN-13: 9789027423955

Surfers googlen

De zes C’s

Als je er vanuit gaat dat mensen naar jouw website surfen om informatie op te zoeken, heb je het behoorlijk mis. Mensen googlen en komen zo, hopelijk, op jouw website terecht. Je moet er dus in eerste instantie voor zorgen dat jouw informatie op jouw website door Google of een andere zoekmachine gevonden wordt.

Lezen op het net gebeurt volgens andere wetmatigheden dan lezen op papier: lezers kijken naar de bovenkant van de bladzijde links en het begin van de eerste zin. Staat hier niet het woord in wat ze zoeken, dan klikken ze weg. De informatie moet consument centraal, catchy, coherent, compleet, concreet en correct zijn.

Less is more

Sleutelwoorden zijn de sleutel

Veel websites bulken van informatie maar in veel gevallen is deze informatie opvulling, ballast. Deze ballast zorgt ervoor dat mensen wegklikken. Minder is dus meer. Lees de inhoud van je website regelmatig na en verwijder gedateerde inhoud. Wanneer je inhoud niet tot actie aanzet, is die inhoud waardeloos.

Op het internet draait alles rond zelfbediening, wat staat voor gemak en snelheid. Sleutelwoorden zijn hierbij cruciaal. Denk eraan dat jouw sleutelwoorden niet noodzakelijk die van de lezer zijn.

“Stuurvasthouders, zadelzitters, fietsgebruikers, wonknaks”

Hoe word ik gevonden op het net?

Neem afscheid van de ‘gebruiker’ en noem hem of haar bij naam: de lezer, de klant, de moeder, je… . Schrijf voor de lezer. De lezer is bezig met zijn eigen belang en dat van de zijnen.

p 34 •

september 2010

Schrijf zoals mensen lezen. De surfer is een jager die in sleutelwoorden denkt en deze sleutelwoorden gebruikt om informatie op te sporen. Zoeken is een proces, geen project.


Liefste JBP dagboek

| JBP 2011-2013

LEEF VOOR DE LAATSTE KEER MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIER JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

LIEFSTE JBP DAGBOEK Voor de allerlaatste keer: Liefste JBP-dagboek, Voor de laatste keer mag ik mijn zielenroerselen aan je toevertrouwen. Het plan is af, het advies van de afdeling is binnen, net als de goedkeuring van het college. Om dit planningsproces tot een goed einde te brengen resten alleen nog een advies van de jeugdraad en een goedkeuring door de gemeenteraad. Met een gerust gemoed blik ik dan ook een laatste keer terug op het voorbije jaar.

van een jeugdhuis in onze deelgemeente Diegem. In een dorp waar de inwoners al jaar en dag kissenbissen over de fusie van de twee dorpskernen (waar lukt dat überhaupt wel?) en het gemeentebestuur meestal zegt: “Inwoners moeten zich maar verplaatsen van het ene dorp naar het andere,” is dit voor mij een ongelofelijke verwezenlijking. Bij een jeugdhuis is een lokale inbedding nu éénmaal belangrijk, en de afstand tot het volgende dorp kan dan onoverbrugbaar zijn/lijken. Nu nog hopen dat het jeugdhuis er effectief komt binnen het bestek van drie jaar, en dat de Diegemse jeugd er een echte thuis kan vinden.

Instant-geluk Ik heb enorm genoten van het afgelopen planningsjaar. Hier en daar ben ik wel eens met mijn kop tegen de muur gelopen. Of wou ik net iets te veel hooi op mijn vork nemen. Maar ik kan niet ontkennen dat ik een zeer verrijkende ervaring achter de rug heb. Het schrijven van een beleidsplan dwingt je om de werking van het jeugdbeleid in de gemeente stevig onder de loep te nemen. Bovendien mag je dromen over hoe het allemaal zou moeten zijn in een utopische wereld zonder crisis en politieke spelletjes. Twee dingen die je eigenlijk het hele jaar door zou moeten (kunnen) doen, maar waar je vaak de tijd niet voor hebt en neemt. Ik raad het nochtans iedereen aan! Want je wordt instant-gelukkig als je weet waar je naartoe wil en beseft dat je op de goede weg zit.

Klaar – pret - finished – finito Tot slot kan ik alleen maar zeggen dat ik ook enorm genoten heb van het moment dat mijn JBP eindelijk af was. Na een jaar zwoegen en zweten, nadenken en opschrijven, schrappen en herschrijven ligt het plan er met complimenten van de afdeling, de gemeentesecretaris, de collega’s, de schepen en natuurlijk de jongeren. Want voor hen doen we het!

Een boost voor je motivatieskills Ik kreeg in Machelen ook de mogelijkheid om mijn motivatietechnieken aan te scherpen. De jeugdraad lag een beetje op zijn gat en bij de jongeren was er niet veel sprake van participatie aan het beleid. Ik ga niet zeggen dat ik het tij in één-twee-drie heb weten te keren. Maar toch heb ik een aantal significante veranderingen in gang gezet. Er was een goede stuurgroep voor het JBP, de jeugdraad kreeg een nieuw bestuur dat weliswaar nog zeer jong is, maar gebeten is om bij te leren, en bij de jongeren groeide opnieuw het gevoel dat ook hun gedacht telt.

Eén maf idee dat het plan haalt Een Jeugdbeleidsplan schrijven geeft je ook de kans de mafste ideeën te lanceren. Vaak sneuvelen die dan wel onderweg, maar misschien blijft er zo eentje over waar je dan toch heel trots op kan zijn. Bij mij was dat het geval met het inplannen van de bouw

Ellen De Boeck is jeugdconsulente in Machelen, ze schrijft haar eerste JBP.

september 2010 • p 35


de jeugddienst | Uit het dagboek van Joyce Maene

Uit het dagboek van Joyce Maene >> Joyce Maene

7u30

Joyce Maene kent de stedelijke speelpleinwerking Speelberge in Blankenberge als haar broekzak. De liefde voor het vak kreeg ze te pakken als jobstudente, en sinds januari 2009 werkt ze er als speelpleincoördinator. Tijdens de zomer staat ze samen met een groep animatoren paraat om de kinderen een leuke tijd te bezorgen op het speelplein.

van K3 en ShaAankomst op het strand. De deuntjes ken alweer vroklin e) kira (het zomerlied van Speelberg krijg informaIk ig. rust nog is lijk door de boxen. Het de begeleiders van tie over de aanwezige kindjes van O). Gelukkig staat de buitenschoolse kinderopvang (BK -en-weer-schriftje, heen het allemaal genoteerd in het . Vlug even mijn niet nog ik ben want helemaal wakker te begint. Het is druk e grot de rens alvo laptop aanzetten p animatoren groe bijna acht uur en daar komt de eerste de andere. dan bij ver aan, de ene loopt er al wat actie 8u

atoren alles in de deren zich amuseren en de groep anim bureau. Daar is hand heeft, sluip ik even weg naar mijn beleven, want te iets d het ’de zoete inval’. Er valt altij ouder komt Een ing. werk de van dit is het centraal punt a en dochter naar zich nog aanmelden. Ik begeleid mam rinkelt: “Kan ik de plaats van de activiteit. De telefoon nwerking?” lplei spee de mijn kind nog inschrijven voor ijsten af dagl mid de om eten verg Bijna 11u, ik mag niet men eet en wie te printen, zodat ik weet wie boterham tijd voor is, nog er warm, en drank te bestellen. En als . rden snel even mijn mails beantwoo

12u de animatoren eten en intussen is het feest Speelberge gaat van start! Ik moedig Spelen is De kleuters zijn aan het in. terre het op ons den prei vers te aan om zich op het strand. De weergoden zijn vinden direct hun losgebarsten eren Er kind in. ste zin mee er De en p. hebb scha eren bood de nd. De kind even of hebben vandaag goedgezi . gaan mee t blijf ka” Wak kka weg, andere kinderen treuzelen nog “Wa of wordt volop gedanst. a mam hun van en nem pje te leem heid prob het moeilijk om afsc r belt mij op. Er is een zien of alles goed De teambegeleide papa. Ik fladder een beetje rond om te afwasser van dienst kan door ome Onz r. refte tegenkom. Ouders in de ik die reen iede oet begr Ik . oopt verl le dagen niet komen. Ik zorg voor jke zaken door standigheden enke okken personen op. Ik komen spontaan naar mij om belangri ef een nieuwe regeling en bel de betr terli doch dat n geve door je wil ce, r er nog even aan dat de kleute geven. Van: “Joy nmiddag herinner de teambegeleide ”Va ver: d?”O avon deze t blijf ng in de opva je zonnecrème kunnen gebruiken. tot: ”Ik wil nog ters zeker een laag eten het bij en nem tje pille een hij t moe jes komen ophaeven doorgeven dat oma en opa de kind r ik elke dag de waa iftje schr een ik len…” Gelukkig heb 14u t anders vergeet ik nodige aantekeningen in maak, wan We gaan naar de Het is nog steeds aangenaam warm. n. inge edel med die n dat we straks al zee! Ik bel de hoofdredder om door te geve om alles in mee gaat langs komen. De teambegeleider gsm mee de snel nog haar goede banen te leiden. Ik geef 10u gaat: oon telef De is. iets er als n belle ploeg zodat ze mij kan de twee De eld. best n te zijn lplei en spee ltijd e om ook op het De warme maa met mijn een student heeft interess kort leg over Ik t ik en. moe ekom aag aang vand is n, en animator Van stage gesproke helemaal klaar om komen werken. we zijn leidan bege en de rs r leide spoo bege Ik n. team reke twee stages besp en. Vandaag is het nog een aantal eriaal mat spel veel om aan en te beginnen met de ochtendactiviteit mm zwe ik merk dat de kin- ders die niet gaan terug lekker druk op het strand. Als

p 36 •

september 2010


INSCHRIJFFICHE

28 EN 29 OKTOBER 2010

INSCHRIJVEN VÓÓR 1 OKTOBER!

De gemeente/stad/organisatie Facturatieadres

Schrijft zich in voor de tweedaagse studiereis naar Barendrecht met overnachting op 28 en 29 oktober 2010. We komen met de volgende personen:

Studiebezoek naar Barendrecht (NL): ruimte voor kinderen en jongeren VOORNAAM

We stappen op:

NAAM

 Om 9u in Gent

FUNCTIE

E-MAILADRES

VEGGIE

GEBOORTEDATUM

 Om 10u in Antwerpen

Ga je mee met een specifiek interessepunt? Of heb je een bepaalde vraag? Laat het ons weten!

Opsturen, faxen of mailen naar: VVJ, Vijverlaan 53, 2610 Wilrijk | Fax 03-821 06 09 | e-mail dgoossens@vvj.be Je eventuele bestelbon mag je opsturen naar bovenstaand adres. Wie annuleert tot twee weken voor vertrek doet dat kosteloos. Erna betaalt VVJ je slechts 50% terug, en wie na 25 oktober nog annuleert krijgt slechts 25% terug.

Met speciale dank aan de gemeente Barendrecht.

Het NJI of Nederlandse Jeugdinstituut is het landelijk kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken. Het ontwikkelt, beheert en implementeert kennis waarmee de kwaliteit van de jeugd- en opvoedingssector verbeterd kan worden. Het NJI werkt voor en in opdracht van overheden, instellingen en professionals in de sector jeugd en opvoeding. www.nji.nl

JINT is het kennis- en expertisecentrum over internationale jongerenmobiliteit en internationaal jeugdbeleid, erkend door de Vlaamse Overheid. JINT voert het Europese subsidieprogramma Youth in Action uit. www.jint.be

VVJ of de Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten vzw is een ledenorganisatie, erkend door de Vlaamse Overheid, die gespecialiseerd is in lokaal jeugdbeleid. Ze levert hiervoor een uitgebreid pakket diensten met ondermeer vorming, infotheek, onderzoek, begeleiding, advies en publicaties. www.vvj.be

WIE IS WIE?

BAREN DRECH T (NL) STUDI EBEZO EK NAAR

RUIMTE VOOR KINDEREN EN JONGEREN 28 EN 29 OKTOBER 2010

Een organisatie van VVJ vzw, gemeente Barendrecht, Nederlands Jeugdinstituut en Jint vzw.

VVJ_uitwisseling_NL_2.indd 1

en gevuld worden boven te halen. De zwembadjes mog ten. star kan hier zodat de waterpret ook 15u30

verantwoordelijTijd voor een ijsje en een drankje. De e banen. Ik roep goed in mee ken van de bar leiden alles de voorbije dag om en sam even nog de teambegeleiders te evalueren. 16u45

de ouders op te vanIk vraag de animator van dienst om voor de na opvang die BKO de van rs gen. De begeleide lopen het heen-enzorgen zijn ook aangekomen. We over de opvang schalt voor weer-schriftje. Het verzamellied samen voor de en kom en ator uit de boxen en de anim je: wat vond elke dagafronding. We doen kort een rond moeten we morgen animator goed/leuk deze dag en waar met een goed geen e op letten? Iedereen doet zijn zegj iten. afslu ndag lplei voel kunnen we deze spee 17u

weet nu al dat ik Tevreden fiets ik terug naar huis, ik en! vannacht weer goed zal slap

18/08/10 13:51

Ga op tweedaagse met VVJ om te proeven van gemeentelijk jeugdbeleid in Nederland. Een bezoek aan Barendrecht geeft je inzicht in wat de bestuurlijke organisatie van Nederland betekent op lokaal niveau. En wat ‘gemeentelijk jeugdbeleid’ er betekent, en hoe Nederlanders denken over het welzijn van kinderen en jongeren. En dat is in beide gevallen flink verschillend van onze praktijk, en dus de moeite waard voor een tweedaags uitstapje! We besteden allereerst aandacht aan fysieke ruimte voor kinderen en jongeren: speelruimteplan, rondhangen, de particuliere sleutelwerkplaats… Daarnaast biedt onze gastheer ook een blik in de boezem van een ruimere interpretatie van ‘ruimte’: hoe pakken ze er jeugdinformatie en beleidsparticipatie aan? Onze Barendrechtse collega’s zijn ook heel erg benieuwd naar de inzichten van de Vlaamse gasten rond twee kwesties waar ze zelf wat mee worstelen: de keuze voor een jeugdcentrum en de ondersteuning van vrijwilligerswerk door jongeren. PRAKTISCH Een bus brengt ons tot in Barendrecht • Vertrek: donderdag 28 oktober, 9u Gent / 10u Antwerpen • Terug: vrijdag 29 oktober, 17u Antwerpen / 18u Gent We overnachten in Hotel Van der Valk in Ridderkerk. Deelname kost 250 euro inclusief busreis, overnachting en maaltijden. Inschrijven is verplicht en doe je met het formulier dat je op onze website vindt. Meer info bij Sofie Willems, 03-740 76 44 of swillems@vvj.be. Ontdek het concrete programma van deze tweedaagse op www.vvj.be. september 2010 • p 37


voor u bekeken | Publicaties, initiatieven en websites

✒ Leen Bartholomeus

IC RT

PA

NK

IN D ER EN E N J ON G

ER

EN

J

ST GE NT

IN SPR AAK E N

VA

IEN

De Facebook inspiratiegids van Bibnet kan je downloaden via http:// www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Lokale_Ondersteuning/Inspiratiegidsen/

IE

DD

Facebook inspiratiegids voor bibliotheken

AT

G EU

Bibnet stelde een inspiratiegids samen die wil aantonen dat Facebook een krachtig modern communicatiemedium kan vormen. De gids geeft een inzicht in ‘s werelds grootste sociale netwerk, bevat praktische tips en toont talrijke praktijkvoorbeelden van Vlaamse openbare bibliotheken. De brochure richt zich vooral op bibliotheken, maar is ook voor andere organisaties heel bruikbaar.

IP

Facebook inspiratiegids

Inspraak en participatie van kinderen en jongeren – jeugddienst Gent Wie ‘inspraak en participatie’ zegt en denkt aan praktijkvoorbeelden, komt onvermijdelijk bij de stad Gent terecht. Onvermijdelijk, inderdaad, want de stad heeft de laatste jaren flink geïnvesteerd in het onderwerp. De kennis die ze daarbij opgedaan hebben, willen ze nu delen met iedereen die op zoek is naar inspiratie op vlak van inspraak en participatie. Daartoe brachten ze dit jaar hun ‘inspraakbundel’ uit, de publicatie ‘Inspraak en participatie van kinderen en jongeren, jeugddienst Gent’. Ze delen er hun visie op inspraak en participatie en hebben de publicatie doorspekt met praktijkvoorbeelden, ter inspiratie voor wie ernaar op zoek is. Je kan de brochure downloaden via http://www.vvj.be/docs/2010%20 Gent%20inspraakbundel.pdf

Curieuzeneuzepastapot: diversiteit en toegankelijkheid in het jeugdwerk Jongeren zijn spaghetti’s: pittige kluwens van interesses, achtergronden, herinneringen, dromen, thuissituaties... Waar stopt de ene sliert en begint de andere? Alles is verknoopt. Hoe gaat het jeugdwerk met dit kluwen om? Vele jeugdorganisaties hebben al jaren de mond vol van ‘diversiteit’, maar in praktijk lijken ze de duale samenleving juist te bevestigen. Nee, simpel is het niet. Als het jeugdwerk in al die jaren iets geleerd heeft, dan wel dat het zoete ideaal van de regenboogsamenleving niet langer houdbaar is. Dit boek is een gids voor al wie zijn diversiteitskeuken extra wil kruiden. Samengesteld door een hele waaier aan ervaren koks. Met inspirerende verhalen, stevige analyses, vurige dialogen, handige tips. Waar komen we vandaan, waar moeten het heen? Eén zaak is duidelijk: met eilanddenken gaan we er niet komen. Curieuzeneuzepastapot: diversiteit en toegankelijkheid in het jeugdwerk door Gunter Bombaerts, Filip Coussée en Wouter Hillaert. Uitgegeven door Academia, Gent, 17 euro p 38 •

september 2010

Praktijkboek ‘Publieke Ruimte’ 2010 Het boek bevat 16 vakgerelateerde artikels, geschreven door experts uit de sector. Daarnaast worden 21 recent gerealiseerde publieke ruimte projecten uit heel Vlaanderen uitgebreid besproken. Een beschrijvende tekst, een technische fiche en uitgebreid beeldmateriaal geven een overzicht van wat de laatste jaren op vlak van openbare ruimte werd gerealiseerd. In de katern ‘Harmonisch Park- en Groenbeheer’ stelt het Agentschap voor Natuur en Bos de laureaten voor die een subsidie van de Vlaamse overheid ontvangen voor het ontwikkelen van parken en groengebieden. Het praktijkboek ‘Publieke Ruimte 2010’ kost 45 euro (excl. verzendkosten) en is verkrijgbaar via bestellingen@steunpuntstraten.be.


Publicaties, initiatieven en websites

| voor u bekeken

Participatie van kinderen en jongeren in armoede. Lessen uit de praktijk Als ‘expert van hun eigen levensverhaal’, zijn kinderen en jongeren die in armoede opgroeien, een onuitputtelijke bron van informatie voor beleidsmakers. Wie zich voor hen engageert en met hen in dialoog gaat, kan zijn beleid beter afstemmen op hun reële noden en dus betere resultaten boeken. Door met hun eigen levensverhaal aan de slag te gaan, worden kinderen ook sterker. Ze leren zich uitdrukken, krijgen een bredere kijk, leren keuzes maken, bouwen zelfvertrouwen op… het maakt hen veerkrachtiger in het leven, en dus ook om uit de armoede te geraken. Hen een stem geven, is een belangrijke hefboom voor positieve veranderingen. De Koning Boudewijnstichting en UNICEF België hebben de ervaringen van zeventien projecten gebundeld. Met de lessen die uit deze praktijken kunnen wor-

den geleerd, richten zij zich tot initiatiefnemers die een dergelijk initiatief goed voorbereid willen opstarten en zich willen behoeden voor valkuilen. De publicatie biedt geen kant-en-klare oplossingen, maar wil vooral een bron van inspiratie en een leidraad vol ideeën zijn.

Participatie van kinderen en jongeren in armoede. Lessen uit de praktijk door Stefaan Vermeulen en Michel Teller. Je kan deze publicatie gratis downloaden via www.kbs-frb.be > Publicaties > Recente publicaties

Marketingcommunicatie in het jongerenwerk

Deze publicatie laat zien dat jongerenwerkers baat hebben bij marketingcommunicatie. Door met de juiste communicatiemiddelen de behoeften van jongeren te achterhalen kan je je aanbod beter laten aansluiten bij de wensen en noden van je doelgroep. Via de inzet van marketingprincipes leer je resultaten van jongerenprojecten beter promoten en daarmee draagvlak creëren bij het grote publiek. Marketingcommunicatie in het jongerenwerk, door William Miero. Verkrijgbaar voor 12,60 euro via www.williammiero.com.

Wat mag...? Wat kan...? : dilemma’s bij het spelen Actieve cultuurparticipatie van mensen in armoede De derde praktijktafel Lokale Netwerken op 22 april 2010 in de KVS ging over de mogelijkheden om lokaal te werken aan actieve cultuurparticipatie van mensen in armoede. De thema’s aan de drie tafels waren: gemeenschapsvorming, sociaalartistieke projecten en de culturele werking van een Vereniging Waar Armen het Woord Nemen. Demos bundelde achtergronddocumentatie en de verslagen in één dossier. Dit dossier kan je downloaden via http://www. demos.be/lokale-netwerken/dossiers/actievecultuurparticipatie/

Spelende kinderen komen soms nat, koud, vies, moe, met pijn, met kapot speelgoed uit hun avontuur. Pedagogisch medewerkers, ouders en verzorgers bepalen wat wel of niet mag. Zij geven de uitdaging en bepalen de grenzen. Hoe ver de uitdaging gaat en waar de grenzen liggen, hangt af van hun mate van vertrouwen en van de feiten. Praktische bezwaren van volwassenen kunnen kinderen bij hun spel beperken. Zowel thuis als in de kinderopvang. Wat is verantwoord en wat te riskant? Met dit boek maakt Marianne de Valck dilemma’s bespreekbaar. Wat vinden kinderen bijvoorbeeld leuk aan slopen? Wat is er negatief aan slopen? Maar aan de andere kant, wat is de pedagogische waarde ervan? En is het verantwoord om kinderen te laten spelen met dieren? Tussen ongelukkenpreventie en loslaten bestaat een spanningsveld. In dit boek zet zij de waarden en bezwaren van tien facetten van spelen op een rij. Pedagogisch medewerkers kunnen hieruit argumenten halen die hen helpen bij het nemen van verantwoorde beslissingen bij het spelen. Wat mag...? Wat kan...? : dilemma’s bij het spelen door Marianne de Valck. - Leusden : Adviesbureau Spelen en Speelgoed. Te bestellen voor 19,95 euro via www.speelgoedadvies.nl.

september 2010 • p 39


over vvj | Nieuwtjes

“Later als je groot bent, ga je dat snappen.” ✒

Sofie Willems

Ik keek vanuit kikkerperspectief naar mensen die dat zeiden. Ondertussen is het lang geleden dat dat zinnetje me nog werd toegesproken. Dat moet dan zijn omdat ik nu enkele dingen snap, misschien zelfs bij de grote mensen hoor. Goed, dan grijp ik deze kans om bij wijze van tussentijdse evaluatie samen te vatten wat ik nu snap, en welke volkswijsheden ik publiekelijk wens af te vallen. Meer zelfs - een dosis pretentie blijkt zinvol bij de survival of the fittest - ik wil enkele inzichten formeel voordragen als nieuwe Rechten van het Kind. Kwestie van rond mijn dertigste verjaardag toch één steen te verleggen in een rivier op aarde. Hooggeachte kinderen van dit land, voor mijn part hebben jullie… Art. 1 het recht om van beneden naar boven de schuifaf op te klimmen. Behalve wanneer er net een ander kind naar beneden wil glijden. In andere gevallen is er niks mis mee. Probeer het vooral met rolschaatsen. Art.2 het recht om te blazen in het rietje in je vol glas. Bij uitbreiding heb je het recht om te morsen. Spring doordacht om met stofjes die niet in de wasmachine kunnen of meubilair waarvoor HG geen productje heeft. Informeer je bij twijfel langs de neus weg. Art. 3 het recht om interviews te weigeren. Stagiair-journalisten worden in de zomer op je afgestuurd, en boksen die microfoon op je neus, niet getraind in de camouflagetechnieken die vereist zijn om jou van je beste kant te laten zien. Je volledige telegenieke talent wordt immers naar de knoppen geholpen met debiele ja/ nee-vragen, bij voorkeur “Is het hier leuk?”. Of ze peilen naar een overschouwende evaluatie van je gepasseerd speelplezier, terwijl je net druk bezig was: “Wat heb je zo allemaal al gespeeld?” Helemaal niet voorbereid om voor elke huiskamer meteen een live verslag te brengen, begin je willekeurig: “... Springkasteel…”, met héél lange ‘ee’ om half geblokkeerd tijd te winnen. Alle moeite ten spijt, want in de naam van flitsende televisie is daar al de volgende vraag: “En wat was het leukste?” - “Kweetniii”. Je komt een beetje angstig aarzelend en dom en onenthousiast over. Is niet goed voor de beeldvorming. En laat je niet in de val lokken om eerst een keertje te ‘repeteren’, want dan kómt het ook gerepeteerd over, terwijl ‘spontaniteit’ net één van je zeven schoonheden is. Art. 4 het recht om brikjes op te blazen en ze met een flinke stamp te laten ploffen. Ter verkleining van de afvalberg, als oplossing voor lekkende PMD-zakken, maar vooral voor de kunst van de techniek, en de lol. Die knal irriteert grote mensen, maar jij en je leerzaam explosietje zijn daar niet de oorzaak van – dat zit dieper. Later als je groot bent, ga je dat snappen. Kom een beetje tegemoet, en doe het niet tussen muren. p 40 •

september 2010

Art. 5 het recht om in je neus peuteren. Want dat geeft een lekker gevoel. En je loopt er geen lichamelijke schade door op. Louter wat geestelijke, als je te diep peutert - maar je bent soeverein van je eigen kop. Evolutie heeft het neuspeuteren duidelijk laten bestaan, grote mensen doen het ook, daar zijn redenen voor. Ik streef ernaar die te kennen bij de volgende tussentijdse evaluatie. Art. 6 het recht er grondig van overtuigd te zijn dat je het beter weet dan grote mensen. Je hoeft dat alleen niet altijd ook te zeggen, of naar je overtuiging te handelen. Zo mag je bijvoorbeeld vinden dat met mes en vork eten niet altijd hóeft, en dat een jas niet àltijd moet om bij miezerig weer buiten te spelen, en dat je onpasselijk wordt als je bord leeg moét. Je hebt dan gelijk, maar heb dan even mededogen voor die verblinde grote mensen. Ze hebben het soms zo druk. Art. 7 het recht om te proberen babbelen of snoepen in je bed op kamp, en te proberen in andere kamers / tenten te geraken. Onderzoek heeft uitgewezen dat een percentage van de leiding - groot genoeg om het risico te lopen met eentje kennis te maken - hier buitenproportioneel op reageert. En vermoed maar een complot achter het feit dat de overheid geen maatregelen tegen hen neemt: op alle niveaus is ze doordrongen van oud-leiding. Dus you’re on your own, maar proberen is niet verboden. Grote namen zijn je voorgegaan. Art. 8 het recht om scheten te laten in bad. Want dat is grappig. Of toch als je alleen in bad zit. Art. 9 het recht om luidop te zeggen wat je wenst bij een klavertje vier, een vallende ster en uitgeblazen verjaardagskaarsjes. Ik kan bewijzen dat het niet werkt als je het verzwijgt: nooit heb ik ‘alles van Fabuland*' gekregen, en bij mijn wensjes was ik nochtans consequent. Het is toch ook veel logischer dat je je lot een helpend handje reikt, je informeert Sinterklaas toch ook met je brief. Doe dat zeker in de periode dat het aantal kaarsjes op de taart nog hetzelfde is als je leeftijd. Vanaf het onvoorspelbare kantelmoment (wees gewaarschuwd) verminderen samen met de kaarsjes stelselmatig de kansen dat je schattig genoeg bent om je wens niet zelf te moeten betalen. O ja, en wat betreft die verjaardagskaarsjes: Art. 10 het recht om iedereen die “tram 3” in gesproken of geschreven taal nog durft te bezigen tegen de schenen de stampen. Puur omwille van de lelijkheid van de metafoor, en ook dat snappen jullie later wel, als jullie groot zijn. Doe dat even voor mij, en hou dat verder onder ons. Dan voer ik voor jullie campagne voor bovenstaande rechten. * Sommigen weten waarover ik het heb, anderen mogen even prentjes googlen of Wikipedia raadplegen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.