België - Belgique P.B.
VVJ - Ossenmarkt 3 - 2000 Antwerpen ∫ P206352 september 2013 ∫ Jaargang 22 nr. 4 ∫ verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec
2000 Antwerpen Groenplaats
dropzone BC1697
T i jdschrif t voor lok a a l jeugdbeleid
in t e r v ie w
p10
lokale besturen en sociale uitdagingen je u gd c ult uur
P18
40 jaar CC’s en GC’s: feest!
p 14
welbevinden
EDITO Edito S a m e n w e r k i n g a l s s l e u t e lw o o r d “Bij elkaar komen is een begin, bij elkaar blijven is vooruitgang, met elkaar samenwerken is succes.” Henry Ford In deze Dropzone zoomen we in en uit op samenwerken. We zoomen in op de intensieve en geslaagde samenwerking tussen het cultuurcentrum en de jeugddienst van Heistop-den Berg. Een samenwerking die de eigenheid van de partners waardeert en met het beste van twee werelden een meerwaarde creëert voor het (jeugd)cultuurbeleid. Samenwerken binnen een lokale overheid voor een sociaal (jeugd)beleid kan in allerlei maten en vormen. Een geïntegreerde ambtelijke en politieke structuur met één geïntegreerd strategisch meerjarenplan en één coördinator voor het collectieve sociaal beleid van stad en OCMW, zoals in Geel. Of: de stad die vanuit haar regierol het overzicht behoudt en welzijnsthema’s vertaalt naar andere beleidsdomeinen en een actorrol voor het OCMW met aparte juridische entiteit en een OCMW voorzitter die ook in het college zetelt, zoals in Roeselare.
Van jeugdraad naar gemeenteraad, 1 jaar na de verkiezingen INTERVIEW
Bottomline in alle verhalen: samenwerken loont, maar vraagt een persoonlijke investering. Samenwerking kan je slagkracht vergroten. In elke stad, in elke gemeente zijn er heel wat diensten, voorzieningen en organisaties die je partner kunnen zijn in breed jeugdbeleid. Grijp de kansen! En om ook met een quote te eindigen: Als je denkt dat je te klein bent om invloed te hebben, dan heb je waarschijnlijk nog nooit de nacht doorgebracht met een mug op je kamer.
06
04 o v e r v v j 26 v o o r u b e k e k e n
Verder nog in deze Dropzone: ∫∫ vijf jeugdraadleden die ongeveer een jaar geleden de overstap maakten naar de gemeenteraad (p6)
27 c o l o f o n
∫∫ wat je moet weten en van ons nog mag verwachten over de GAS (p9)
28 u i t s m i j t e r Kaï Van Nieuwenhove directeur VVJ vzw
Ps: tot op Plan-kuren in Waregem, Hasselt of Puurs! 2
Edito
40 jaar CC’s en GC’s met Heist-op-den Berg als feestelijk voorbeeld
Gemeente, OCMW en sociaal (jeugd)beleid in t e r v ie w
06
09
INTERVIEW
Van jeugdraad naar gemeenteraad, 1 jaar na de verkiezingen
10 14
Welbevinden van kinderen en jongeren
Vijf ex-jeugdraders aan het woord! ACTUEEL
FOTOREPORTAGE
17
Hoe gebeurt de implementatie in jouw gemeente?
10
J EUGDBELEID
Pik signalen op en ga ermee aan de slag!
Gemeentelijke administratieve sancties
INTERVIEW
Lokale besturen en sociale uitdagingen Hoe werken gemeente en OCMW samen aan een sociaal (jeugd) beleid?
18
18
JEUGD c ult uur
De Ketnet Checklist Check jeugddiensten en speelpleinen die kinderen aan hun checks hielpen! J EUGDCULTUUR
40 jaar CC’s en GC’s: feest! Heist-op-den-Berg als schoolvoorbeeld van samenwerking tussen een cultuurcentrum en een jeugddienst
Inhoud
3
23
24
VVJ en jeugddiensten Blijf offline mee met wat er online beweegt! D a g b o e k va n e e n jeugdconsulent
Irina Van Goethem Creatieve duizendpoot op de jeugddienst van Jeugdbets euh Geetbets
over
Pl an-kuren 2013 op 17, 22 of 24 oktober
Schrijf je in voor het basistraject lok a al jeugdbeleid Het traject van 10 vormingsdagen met collega-jeugddienstmedewekers versterkt je positie als jeugdambtenaar. Je verkent de basis van dé centrale thema’s in jeugdbeleid en ontwikkelt competenties om in je job te groeien. Na het basistraject heb je de optie om je te verdiepen in deze thema’s en het attest expert lokaal jeugdbeleid te behalen. Deze nieuwe formule vervangt de opleiding jeugdconsulent.
Programma basistraject Je volgt in totaal 10 dagen over volgende thema’s: ∫∫ Basismodule Gemeentelijk beleid op 8 oktober en 7 november 2013 bij VVJ, Antwerpen
∫∫ Basismodule Vrije tijd op 5 en 17 december 2013 bij Jeugddienst Gent ∫∫ Basismodule Ruimte op 16 januari en 6 februari 2014 bij KSJ, KSA, VKSJ Nationaal, Brussel
∫∫ Basismodule Interactie & Participatie op 12 en 13 maart 2014, tijdens onze Een menu van sessies die je helpen bij het uitvoeren en coördineren van je jeugdbeleidsplan en je inspiratie geven om jeugdbeleid een plaats te geven in het meerjarenplan van jouw gemeente.
Vormingsdriedaagse, Malle
∫∫ Basismodule Welzijn & Onderwijs op 15 mei en 24 juni 2014 bij KSJ, KSA, VKSJ Nationaal, Brussel
Prijs 650 euro voor het hele basistraject
Maak je keuze uit het programma: ∫∫ Jouw plan uit het plan: Jeugdbeleid planmatig aanpakken vanaf 2014 ∫∫ Vaardig vergaderen: Je overlegmomenten optimaal benutten ∫∫ Helpdesk afdeling Jeugd: Stel al jouw vragen over het meerjarenplan ‘live’ aan de afdeling ∫∫ Samenwerken voor breed jeugdbeleid: Van veldtekening tot geïntegreerd werken ∫∫ Wij zijn al overtuigd, nu de anderen nog! Van een geïsoleerde doelgroepbenadering naar geïntegreerd beleid ∫∫ Kindcultuur: Op zoek naar de ware betekenis van kinderachtig ∫∫ Zijn er nog centen? Creatief met je budget Schrijf je via www.vvj.be in voor de dag en de plaats die je het best past: ∫∫ Donderdag 17 oktober 2013 – Stadhuis Waregem ∫∫ Dinsdag 22 oktober 2013 – Cultuurcentrum Hasselt ∫∫ Donderdag 24 oktober – Cultuurcentrum de Kollebloem Puurs Telkens van 9u30 tot 16u15 Deelnameprijs 60 euro voor VVJ leden, nietleden betalen 100 euro.
∆
∆
Meer info Bij VVJ Jitske, jverwimp@vvj.be, 03 821 06 02 Op www.vvj.be en in de vormingsbrochure die begin september in de bus viel. Inschrijven kan tot eind september via www.vvj.be
Spreek VVJ- AV-ers gerust a an! Onze algemene vergadering, die een viertal keer per jaar bij elkaar komt, bestaat uit een twintigtal jeugddienstmedewerkers en experts lokaal jeugdbeleid. Zij zijn onze dagelijkse voelsprieten. Ze hebben een voet binnen in de provinciale besturen en vergadering én zijn door al onze leden aanspreekbaar. Ze signaleren trends, zijn kritisch over de output, luisteren naar bezorgdheden in het veld, enzovoort. Ongetwijfeld zit er wel iemand uit jouw regio in de Algemene Vergadering. Spreek ze gerust aan als je iets kwijt wil over het jeugdbeleid in jouw gemeente of regio! Je vindt de contactgegevens van deze voelsprieten op http://www.vvj.be/wie/rvbenav Op de Algemene Vergadering bespreken we de visieteksten van VVJ , evalueren en verbeteren we de werking en volgen we het lokale jeugdbeleid permanent op. Ben je zelf bevlogen van lokaal jeugdbeleid? Vind je VVJ best wel een coole en professionele organisatie en wil jij daarbinnen het verschil maken? Weet dan dat er jaarlijks wel enkele stoeltjes wisselen binnen de Algemene Vergadering. Geef gerust een seintje aan ons, of aan één van de mensen binnen de Algemene Vergadering als je dit ambieert.
∆
Meer info
Meer info
www.vvj.be • bij VVJ Jitske, 03 821 06 02
VVJ Kaï, kvannieuwenhove@vvj.be, 03 821 06 03
4
o ve r vvj
over
Ma ak kennis met Annelies!
vormingsKALENDER ∫ D o 2 6 v r 2 7/ 0 9 / 2 0 1 3 Starterstweedaagse
Do 21/11/2013 Traject Strategisch communicatiebeleid
Di 1/10/2013 VVJ Oost-Vlaanderen
Dag 1
Do 3/10/2013 VVJ Antwerpen, VVJ Limburg, VVJ Vlaams-Brabant, VVJ West-Vlaanderen
Do 28 Vr 29/11/2013 VVJ bestuurstweedaagse Di 03/12/2013 Opleiding jeugdconsulent 3e jaar
∫∫ N a a m : Annelies Schepers ∫∫ F u n c t i e : stafmedewerker lokale on-
∫∫
∫∫
∫∫
∫∫
dersteuning Limburg, procesbegeleiding in steden en gemeenten, fuifbeleid R o o t s : volbloed Limburgse uit de cité (Zolder mijn) en praat dus ook cités, zeker met een glaasje teveel op :-) V e r l e d e n : Annelies is een echte jeugdhuismadam, ze sleet veel jaren in jeugdhuis JAK in Berkenbos (HeusdenZolder, nu heet het JH De Put), was beroepskracht in jeugdhuis Wollewei in Turnhout en is nog altijd vrijwilliger bij Formaat. Annelies was vroeger ook een fervente speelpleinganger (vanaf 15 jaar werd dit een geweldige zomercombinatie). Voor de overstap naar VVJ werkte ze drie jaar op de jeugddienst van Hechtel-Eksel. H o u d t va n : misdaadliteratuur uit het hoge noorden en kijkt ook graag naar misdaadprogramma’s op tv H o u d t n i e t va n : fietsen en hoewel Limburgs, toch geen superfan van Limburgse vlaai (wel van zuurkes, zo van die rood, groen, gele met ribbels waar uw gehemelte van open gaat liggen)
Di 08/10/2013 Basismodule lokaal jeugdbeleid ‘Gemeentelijk beleid’ Dag 1
Do 05/12/2013 Traject Strategisch communicatiebeleid Dag 2
Do 10/10/2013 3e jaar Opleiding jeugdconsulent Dag 1
D o 1 7/ 1 0 / 2 0 1 3 Plan-kuren 2013 Waregem Di 22/10/2013 Plan-kuren 2013 Hasselt Do 24/10/2013 Plan-kuren 2013 Puurs Di 05/11/2013 2e jaar Opleiding jeugdconsulent Dag 1
DO 0 7/ 1 1 / 2 0 1 3 Basismodule lokaal jeugdbeleid ‘Gemeentelijk beleid’
Do 05/12/2013 Basismodule lokaal jeugdbeleid ‘Vrije tijd’ Dag 1
Di 10/12/2013 VVJ Oost-Vlaanderen, VVJ Vlaams-Brabant Do 12/12/2013 VVJ Antwerpen, VVJ West-Vlaanderen, VVJ Limburg D i 1 7/ 1 2 / 2 0 1 3 Basismodule lokaal jeugdbeleid ‘Vrije tijd’ Dag 2
Dag 2
∫∫ D r o o m t ( p r o f e s s i o n e e l ) va n : een jeugdhuis voor iedereen! Of anders gezegd: een plekje waar elke jongere zich thuisvoelt en zijn ding kan doen. ∫∫ W e n s t d e j e u g d d i e n s t e n : een stevige jeugdraad en een sterke verankering in het gemeentelijk meerjarenplan ∫∫ Coördinaten: aschepers@vvj.be, 03 821 06 05
Heeft onze k alender al een plekje a an je muur? Graag nog een exemplaar? Vraag het aan VVJ Kristof, kbouvard@vvj.be, 03 740 76 43
∆
o ve r vvj
5
interview “Het voelt als thuiskomen.” “Overdonderend maar tegelijk erg boeiend!” “Precies wat ik ervan had verwacht.” “Ik leer op korte termijn enorm veel bij.” Zo omschrijven ex-jeugdraadleden hun overstap naar de gemeenteraad. Eén jaar na de verkiezingen zijn we benieuwd naar hun verhalen.
Van jeugdraad naar gemeenteraad: 1 jaar later Tekst: Ilse Holvoet
Carol Ann Pilgrim is gemeentera adslid in Merchtem Is jouw kijk op de jeugdraad veranderd? Neen, ze hebben altijd goed werk afgeleverd en doen dat nog steeds. Wat ik meer besef dan vroeger, is dat er veel meer werk inkruipt voor onze jeugddienst dan gewoon een vergadering. Die werkt hard om een goede band te creëren tussen de mensen van de jeugdraad en het gemeentebestuur en zorgt ervoor dat de boodschappen goed overkomen. Vormt de financiële crisis voor jullie een hindernis of een opportuniteit? Af en toe (lees: vaak) zorgt die crisis voor handen in het haar. Er moet op alle vlakken bespaard worden en dat is voor niemand leuk. Iedereen wil in zijn beleidsdomein de mooiste dingen realiseren en daarvoor zijn vaak veel centen nodig. Toch is het denk ik een mooie kans om de dingen op een andere manier aan te pakken. Om eens origineel uit de hoek te komen en meer met minder te doen.
6
Kijk je nu anders naar de gemeenteraad/het college? Ja en neen. Ik had al erg veel respect voor de mensen van het college en de gemeenteraad. Maar ik begrijp nu toch beter hoe alles werkt en hoe de beslissingen genomen worden. Ik zie veel dingen ook in een ander daglicht. Mensen begrijpen niet altijd een collegebeslissing, ze zien het een beetje eenvoudig in. Door er dichter bij te staan en de motivering goed te begrijpen, bekijk je de zaken anders. Welke voordelen zie je in de overstap van jeugdraad naar gemeenteraad? Ik denk dat er enorme voordelen zijn verbonden aan een gemeenteraad met veel jonge mensen. Ze staan dichter bij de jeugd, ze weten wat ze willen en nodig hebben omdat ze zelf nog jong zijn. Ik denk ook dat de drempel om ze aan te spreken lager ligt. We kijken met een frisse en soms heel andere blik naar het beleid en snappen hoe de jeugd hiernaar kijkt. Anderzijds snappen jongeren niet altijd hoe de gemeenteraad reageert op wat voor hen belangrijk is. Ik denk dat wij in een goede positie staan om de zaken van twee kanten te bekijken en er een mooi evenwicht in te vinden. ∆
i n t e r v i ew
interview Bob D’Haeseleer is s c h e p e n va n jeugd in Eeklo Hoe is je band met de jeugddienst? Sinds ik in januari schepen van jeugd werd, is die wel veranderd. Waar ik vroeger enkel kwam met een leuk idee of een goed project, volg ik nu alles op. Dat gaat van nachtlawaai, over speelpleinwerking, tot verloop van personeel. Door het kleine leeftijdsverschil denk ik dat ik vrij toegankelijk ben als er problemen zijn. Al kom ik dat sowieso te weten als ik naar een fuif van het jeugdhuis ga. Het is wel erg opletten dat het dan niet elke avond de hele tijd over politiek gaat. Wat was jouw grootste uitdaging een jaar geleden? Is dat nog steeds zo? Op het gebied van ruimtelijke ordening is dat zonder twijfel het spanningsveld tussen de woonnood en het vrijwaren van de open ruimte, zowel aan de rand van de stad als in het centrum. Vergroenen, om Eeklo gezond en klimaatsbestendig te maken is wellicht mijn groot-
Arnold Wit tenberg is gemeentera adslid in H o o g s t r at e n Is jouw kijk op de jeugdraad veranderd? Ik kan nu veel korter op de bal spelen. Toen ik nog niet zetelde, hoorden we pas de volgende jeugdraad, twee maanden later, de feedback vanuit het college of de gemeenteraad. Die was vaak nihil of enkel de uitkomst van de beslissing. Nu doorloop ik mee het hele traject vanaf de start bij de jeugdverenigingen via de jeugdraad tot aan de gemeenteraad. Wat was jouw grootste uitdaging een jaar geleden? Is dat nog steeds zo? Mijn speerpunten zijn cultuur, jeugd, samenwerking, lokale economie... Onbewust ben je met veel meer zaken bezig omdat zich bepaalde ontwikkelingen voordoen. Omdat we op dit moment nog geen visie of beleid heb-
ste opdracht. Op gebied van jeugd is het betrekken van kwetsbare jongeren bij de jeugdwerking (en ook bij de jeugdraad) wellicht mijn grote uitdaging.
Welke kansen zie je in het combineren van beleidsdomeinen voor het jeugdbeleid? Vooral op het gebied van stadsvernieuwing en ruimtelijke ordening is het van vitaal belang dat straten en pleinen opnieuw kindvriendelijk worden gemaakt. Planners en studiebureaus hebben in het verleden veel te klassiek naar technische oplossingen gezocht waardoor speelsheid uit het straatbeeld is verdwenen. Men verwijt ’de jeugd van tegenwoordig’ dat ze liever binnen voor de tv of pc zitten in de plaats van buiten te spelen, maar beleidsmakers moeten de hand ook in eigen boezem steken en erkennen dat ze de steden in de laatste decennia eerder autovriendelijk dan kindvriendelijk hebben gemaakt. Vormt de financiële crisis voor jullie een hindernis of een opportuniteit? Beide. In het vergroenen van een beleid zie ik dit echt als een kans. Het is soms een harde noot om te kraken voor verenigingen en belangengroepen die jarenlang van bepaalde privileges hebben genoten. En het is allerminst populair. Maar je leert opnieuw creatief en kritisch na te denken over alles en er wordt veel meer outside the box gedacht aan alle mogelijke samenwerkingen. Aan de andere kant is het moeilijk om in tijden van crisis bijvoorbeeld fair trade aan de man te brengen. ∆
ben in Hoogstraten vanuit het nieuwe bestuur, is het moeilijker om een samenhangend verhaal te ontwikkelen. Je vervalt snel in kleine discussies in plaats van eerst een kader uit te werken van waaruit je kan starten.
Welke kansen zie je in het combineren van beleidsdomeinen voor het jeugdbeleid? Persoonlijk geloof ik dat een goed jeugdbeleid pas kan werken als het overal aanwezig is. Het nieuwe BBCverhaal geeft hierin perspectieven volgens mij. Er wordt niet meer vanuit de aparte domeinen gewerkt, maar er wordt meer samengewerkt en domeinen worden met elkaar verbonden. Vormt de financiële crisis voor jullie een hindernis of een opportuniteit? Ons stadje heeft de afgelopen legislaturen gezorgd voor de afbouw van haar schulden. Zo staan wij er vandaag financieel gezond voor. Het nieuwe college heeft dit als een cadeautje in haar schoot gekregen. De liefde voor Hoogstraten is te groot om passief aan de zijlijn te gaan staan. Dat betekent dat we met hart en ziel en al onze bestuurservaring in een nieuwe (op)positie onze bijdrage leveren aan een veilig, positief, ondernemend, sociaal en veilig Hoogstraten. ∆
i n t e r v i ew
7
interview Tine Wit vrouwen i s s c h e p e n va n jeugd in Herenthout Is jouw kijk op de jeugdraad veranderd? Toen ik in de jeugdraad zat, verdedigde ik de belangen van de jeugd - uiteraard-. Nu moet ik proberen om die belangen te verzoenen met de belangen van andere betrokkenen. Ik zie nu alles in een breder kader. De jeugdraad kan bijvoorbeeld een parking zus of zo willen, maar dat is misschien niet volgens de wens van een seniorenraad. Het is telkens wikken en wegen. Wat was jouw grootste uitdaging een jaar geleden? Is dat nog steeds zo? Mijn grootste uitdaging was ‘overleven zonder kopje onder te gaan’. Dat lukt met vallen en opstaan. Ik hoop dat de mensen mij de kans geven om te leren en veel te ontdekken. Ik merk wel dat ik snel leer en snel dingen oppik. Constructief samenwerken met de jeugdraad en de andere adviesraden is momenteel mijn grootste uitdaging. Wij werken nu aan het project ‘Kindvriendelijke gemeente’ en dat schept heel wat uitdagingen. Ik ben
G e r tj a n B l o m m e i s gemeentera adslid in Eeklo Hoe is je band met de jeugddienst? Een groot netwerk hebben, zowel binnen de administratie als met de verenigingen, is heel belangrijk. Daarom heb ik regelmatig formele en informele gesprekken met de medewerkers van de jeugddienst over de dossiers waar het bestuur mee bezig is, en over de projecten van de jeugddienst/-raad. En met een broer als jeugdraadvoorzitter weet ik direct wat er leeft bij de jeugd in Eeklo. Kijk je nu anders naar de gemeenteraad/het college? Terwijl ik vroeger bijna mee op de barricaden zou gaan staan om te vechten voor sommige dossiers, is mijn visie nu iets genuanceerder. Het is, zeker in tijden van besparingen, niet gemakkelijk om voor elke burger of vereniging te doen wat ze verlangen. 8
erg bereid om er samen, met alle betrokkenen, aan te werken en er iets van te maken.
Welke kansen zie je in het combineren van beleidsdomeinen voor het jeugdbeleid? Erg veel. Jeugd zit overal en kan bij veel domeinen betrokken worden. Net doordat we het traject Kindvriendelijke Gemeente afleggen, staan we bewust stil bij de impact van beleid op jongeren: ‘Is dit ook goed voor hen?’ Jongeren mogen hun mening geven over diverse zaken, dat mogen ook punten van kritiek zijn, maar ze moeten wel beseffen dat de oplossing niet altijd in hun voordeel kan zijn. Het is zoeken naar een goed evenwicht. Persoonlijk zou ik graag op het vlak van toerisme de jongeren meer betrekken. We hebben erg fijne evenementen in Herenthout voor jongeren (carnavalbal, jaarlijkse stoet, fuiven, Parkfeesten, Clamotte Rock...), maar daar is zeker nog uitbreiding en ‘fine tuning’ mogelijk.
Vormt de financiële crisis voor jullie een hindernis of een opportuniteit? We moeten spaarzamer met middelen omspringen. Dat betekent dat sommige zaken uit het verleden niet meer mogelijk zijn. Dat is jammer, maar ik denk dat het dan de kunst is om met die ‘hindernis’ creatief om te springen om zo tot een oplossing te komen. Samenwerken met anderen (andere gemeenten, verenigingen en organisaties) is erg belangrijk. ∆
Welke kansen zie je in het combineren van beleidsdomeinen voor het jeugdbeleid? Het vrijetijdsaanbod moet grondig onder de loep worden genomen, zowel op gemeentelijk als op intergemeentelijk vlak. Moet elke gemeente een skatepark aanleggen? Of zouden we sommige investeringen en initiatieven niet beter intergemeentelijk organiseren? Ik denk bijvoorbeeld aan vorming voor het personeel. In Eeklo gebruiken de jeugd-, sport- en cultuurdienst dezelfde bestelwagen. Dat is al een begin. Vormt de financiële crisis voor jullie een hindernis of een opportuniteit? De crisis maakt het besturen zeker niet makkelijker. Verhogen van belastingen, geen vervanging meer voor personeel, minder subsidies… Maar door samenwerking tussen verschillende diensten en gemeenten kom je tot oplossingen. Het streven naar een afgeslankte maar kwalitatieve dienstverlening is voor vele steden en gemeenten de uitdaging voor de komende jaren. ∆
i n t e r v i ew
actueel
Lokale implementatie Wat met al die GAS? van de GAS Nade toepassing de wet, Tekst: Nathalie Van Ceulebroeck
foto: Wout eworm
Na een turbulent jaar waarin de wetgevende macht aan zet was, werd eind mei 2013 de herziening van de wet op de Gemeentelijk Administratieve Sanctie gestemd. Op 1 juli verscheen de wet in het Staatsblad wat betekent dat deze vanaf 1 januari 2014 ook van kracht gaat. Ook in jouw gemeente?
In aanloop naar 1 januari moeten gemeenten en/of politiezones die de GAS willen behouden of invoeren, hun huidige GAS-reglement of politiecodex aanpassen aan de nieuwe wetgeving. Deze wet omschrijft een ‘maximaal kader’, maar elke gemeente kan autonoom beslissen welke deelaspecten ze invoert en welke niet. Hoewel er wel wat consequenties verbonden zijn aan die keuzes. Zo kan elke gemeente zelf beslissen of ze de GAS invoert voor minderjarigen, maar als ze dat doet, moet ze ook een aantal rechtswaarborgen invoeren (bijvoorbeeld de bemiddeling).
De grote wijzigingen ∫∫ gemeentelijke autonomie blijft de basis van de wet; ∫∫ de leeftijd waarop je een overlastboete kan krijgen
∫∫
∫∫
∫∫ ∫∫
∫∫ ∫∫
wordt verlaagd van 16 jaar naar 14 jaar op het moment van de ‘feiten’; bemiddeling blijft verplicht voor minderjarigen en optioneel voor meerderjarigen, maar moet gebeuren door een onafhankelijke bemiddelaar; de sanctionerend ambtenaar heeft de mogelijkheid om eerst ouders te consulteren om een opvoedkundige maatregel te nemen, alvorens een boete uit te schrijven of tot bemiddeling over te gaan; het maximumbedrag van de boete stijgt tot € 175 voor minderjarigen en € 350 voor meerderjarigen; voor overtredingen die in het strafwetboek staan maar die de gemeente toch administratief wil beboeten, moet de gemeente een protocolakkoord afsluiten met het parket; als de GAS wordt gebruikt voor minderjarigen, is een advies van de jeugdraad verplicht; … a c t u eel
Informeer je! De discussie wordt de komende maanden wellicht ook in jouw gemeente gevoerd. Met de leeftijdsverlaging en het advies van de jeugdraad wordt dit complexe dossier meer en meer jeugddienstmaterie. Om voldoende geïnformeerd aan het debat deel te kunnen nemen, voorzien we dit najaar heel wat informatie. ∫∫ Ten eerste verschijnt een digitale brochure over het hoe en wat van de Gemeentelijke Administratieve Sanctie, enkele discussiepunten die je in overweging kan nemen en enkele mogelijkheden om lokaal initiatieven te nemen. Deze brochure wordt verspreid naar de jeugddiensten, jeugdraad en jeugdverenigingen. ∫∫ Daarnaast vertrekt een nota aan het College van Burgemeester en Schepenen vanuit VVJ en VVSG met een aantal aanbevelingen voor een ‘humane’ implementatie van de GAS.
∆
Meer info Meer informatie, teksten, voorbeelden en tips vind je vanaf oktober op www.vvj.be en in Lopend Vuur van 1 oktober. Je kan op de website www.gasboetes.be het volledige wetgevende luik raadplegen.
9
interview De risico’s in onze samenleving zijn de laatste tien jaar verschoven naar de jongste generaties. Op welke manier kunnen lokale besturen met die uitdagingen aan de slag? Hoe draagt een geïntegreerde samenwerking tussen gemeente en OCMW daartoe bij? We trokken met enkele stellingen naar Geel, Roeselare en kregen Heist-opden-Berg over de vloer.
Lokale besturen en sociale uitdagingen Tekst: Leen Bartholomeus
Foto: AEYC 2011
Bestaansonzekerheid bij jongeren Tot 19% van de jongeren in ons land leeft beneden de grens van de financiële bestaanszekerheid. Wat kan de Vlaamse overheid doen?
De cijfers van Kind en Gezin liegen er niet om: steeds meer kinderen tussen 0 en 3 jaar groeien op in armoede. Hoe kan een lokale overheid investeren in de vroegste levensjaren van haar burgers?
D i r k De Vlaamse overheid kan omkadering bieden, inhoude-
D i r k Een eerste stap is dat gemeenten erkennen dat kinderar-
lijk en via subsidies. Er zijn heel wat initiatieven zoals jeugdwerk voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, sociale kruideniers, welzijnsschakels… die nu veelal door gemeenten ondersteund worden maar die ook het eerst onder druk staan als er keuzes moeten gemaakt worden. De investering in deze initiatieven zou er niet van mogen afhangen of een lokaal bestuursniveau hiervoor kiest.
moede een groeiend probleem is, dat overal voorkomt, hoe klein je gemeente ook is. En dat ze er een rol/taak in hebben.
S e p p De Vlaamse overheid heeft belangrijke hefbomen in handen
om bestaansonzekerheid bij jongeren aan te pakken. Een onderwijssysteem dat geen ongelijkheden reproduceert, maar kinderen en jongeren toekomstperspectieven biedt, ongeacht de socioeconomische positie van de ouders, een Vlaams kader voor de gedifferentieerde noden tot kinderopvang, hefbomen om betaalbaar wonen en woonzekerheid te garanderen…
S e p p Investeren in de vroegste levensjaren kan enkel met inbegrip
van de gezinscontext. Je moet aan de slag met de ouders en de gezinssituatie waarin kinderen opgroeien. Dat vereist een bijzonder uitdagende samenwerking tussen school, OCMW, kinderopvang, activeringsinitiatieven, hulpverlening… De uitdaging voor lokale besturen: komen tot een totaalbenadering van een gezin, waarbij het gezin zo maximaal mogelijk eigenaar blijft (of wordt) van eigen traject en keuzes. De bestrijding van kinderarmoede ligt op het snijvlak van een geïntegreerd jeugdbeleid en een geïntegreerd armoedebeleid (vandaar wellicht het risico om tussen wal en schip te vallen). C y n t h i a Kies voor een geïntegreerd plan van aanpak vanuit alle
G e e r t ‘Brussel’ schept een kader maar kan de lokale behoeften
niet concreet inschatten, dat is de rol bij uitstek voor het lokale bestuur, om concreet invulling te geven aan beleid op hoger niveau vanuit die behoeften. Eén taak van de Vlaamse overheid is om het basisaanbod te verzekeren. Als we nu zien dat er al schaarste is in het basisaanbod van kinderopvang, van onderwijs… dan vrees ik dat wie dan eerst uit de boot valt niet de sterksten maar wel de zwaksten zijn. 10
actoren, kind en gezin, CAW, steunpunt vluchtelingenwerk, verenigingen waar armen het woord nemen… en vertrek vanuit het perspectief van de cliënt. Neem het niet gewoon op in een beleidsplan. Het zijn je medewerkers die het moeten realiseren, dus investeer in vorming. Geef elke leerkracht, elke begeleider in de kinderopvang, elke leider in de jeugdbeweging handvaten zodat ze weten wat te doen als ze met armoede in aanraking komen.
i n t e r v i ew
interview
Geel
Roeselare
Heist-op-den-Berg
F r a n c o i s M y l l e is stadssecretaris.
G e e r t S i n t o b i n is OCMW secre-
D i r k Va n N o t e n is OCMW voorzitter
taris.
en coördinator van het team jongerenwelzijn voor de provincie Antwerpen en voormalig jeugdconsulent.
S e p p Va n d e r V e k e n is coördina-
tor structureel en preventief werk, hij coördineert het collectief sociaal beleid van stad en OCMW.
T i n e S e y n av e is stafmedewerker
planning en kwaliteitszorg. C y n t h i a B o g a e r t is directeur
kindzorg voor het OCMW.
Welke rol zien jullie voor gemeenten inzake kinderopvang en kleuteronderwijs? Sepp Meer en meer jonge ouders krijgen arbeidscontracten die weinig zekerheid bieden en tegelijkertijd een grote flexibiliteit vragen. Daar kan je op inspelen met flexibele kinderopvang, maar het is moeilijk om dit kostenefficiënt te organiseren: je kan voltijds een begeleider kinderopvang aannemen, maar hoe vaak die effectief wordt benut is een onzekere factor dus de kost kan je moeilijk verantwoorden. F r a n c o i s Niet alleen de nood aan flexibele opvang is groot, ook
de nood aan extra opvang in het algemeen. Met de dalende middelen vormt dit de grootste uitdaging voor de komende zes jaar. Het komt er op aan in onze interne werking efficiëntiewinst te halen zodat we die kunnen investeren.
G e e r t Het uitgangspunt van je beleid is kinderen en jongeren vol-
waardig opnemen in de samenleving, en hen alle ontwikkelingskansen geven. Voor jonge kinderen zijn kinderopvang en onderwijs belangrijke toegangspoorten om hen te bereiken. Als ze iets groter zijn, zijn dat andere inrijpoorten. De gemeente kan daar via transversale aandacht in verschillende beleidsdomeinen veel meer doen dan een OCMW. T i n e De laatste jaren wordt er vanuit Vlaanderen sterk ingezet
op kinderarmoede. Dat is zeer belangrijk, zowel ethisch als maatschappelijk als economisch. Maar het gevaar is dat de focus op armoedebestrijding in zijn totaliteit verdwijnt en dat armoedebestrijding herleidt wordt tot kinderarmoedebestrijding. Men mag niet vergeten dat de leefsituatie van de ouders bepalend blijft voor de kansen van hun kinderen. C y n t h i a De focus van Vlaanderen ligt momenteel voornamelijk
F r a n c o i s Onderwijs is een belangrijke sleutel, een lokaal bestuur
kiest zelf of ze onderwijs inricht of niet. Ik merk in het kader van de besparingen dat besturen dit minder een kerntaak vinden. In Geel blijft men ervoor kiezen om zelf een aantal scholen in te richten die in een sterke verbinding staan met de lokale gemeenschap waar ze ingebed zijn. S e p p Neem initiatieven om kleuterparticipatie te versterken:
brede school, versterking van sociaal weefsel, laagdrempelige voorschoolse initiatieven waar kwetsbare ouders met peuters zich welkom voelen en terecht kunnen met opvoedingsvragen…
op kinderen van 0 tot 3 jaar. Maar belangrijk is ook om blijvend aandacht te hebben voor kinderen en jongeren die ouder zijn.
Armoedebestrijding Hoe nemen lokale overheden hun verantwoordelijkheid inzake armoedebestrijding best op? F r a n c o i s Door geïntegreerd te werken. Geel koos bewust voor
één geïntegreerde structuur waarin gemeente en OCMW zijn ondergebracht. De ambtelijke organisatie en de politieke structuur zijn op elkaar afgestemd.
i n t e r v i ew
11
interview G e e r t Idealiter kan je een mooie taakverdeling maken tussen gemeente/stad en OCMW. De gemeente vervult de regierol: ze behoudt het overzicht, brengt de verschillende spelers samen en waakt over de constructieve samenwerking. Het OCMW neemt de actorrol op, organiseert zelf, aanvullend op privaat initiatief. De gemeente/stad is vanuit haar regierol ook ideaal geplaatst om deze thema’s transversaal mee te pakken in andere domeinen van de organisatie, om de vertaling te maken naar andere beleidsdomeinen: sport, ruimtelijke ordening, cultuur, speelplein…
Hoe biedt de BBC en het geïntegreerd meerjarenplan kansen? F r a n ç o i s We dagen alle diensthoofden uit om hun dienst in dit
ruimer kader te zien en hun expertise in te zetten om dit in te vullen. Het blijft een leerproces maar je moet een organisatie zijn waar je fouten mag maken. Doelstellingen leren formuleren die uitdagend en tegelijk haalbaar zijn. S e p p Een geïntegreerd meerjarenplan maakt de beleidseffecten
op andere domeinen meer zichtbaar en stimuleert samenwerking tussen verschillende sectoren. Het biedt dus mogelijkheden voor een meer geïntegreerd lokaal armoedebestrijdingbeleid. Intern verwacht ik dat de BBC de transparantie in het beleidsvoorbereidend werk vergroot. En als leidinggevende bieden meetbaar geformuleerde doelstellingen ook kansen om te weten te komen welke omkadering je je medewerkers kan bieden om te groeien en die doelstellingen te halen. D i r k Het is goed dat de planlast vermindert, maar we moeten er-
over waken dat het meerjarenplan meer dan een budgettair verhaal wordt, dat er een doordacht beleid aan gekoppeld blijft. Over zes jaar gaan we in onze gemeente naar 1 structuur voor gemeente en OCMW, hopelijk op een gelijkwaardige basis; het welzijnsbeleid mag niet ondergesneeuwd geraken. G e e r t De tendens is om gemeente en OCMW in de toekomst te
D i r k Een gemeente ziet niet altijd wat ze rond armoede kan doen,
terwijl ze heel wat sleutels in handen heeft: een uitgebreid en toegankelijk vrijetijdsaanbod (jeugd,sport, cultuur en de verenigingen die je ondersteunt), inspelen op basisbehoeften (eten, wonen maar ook educatie), preventie… En werken aan de bewustmaking van de drempels die mensen in armoede ervaren. Bij je eigen diensten en loketten, maar evengoed scholen, verenigingen, sociale voorzieningen… Kiezen voor een armoedebeleid betekent kiezen voor een coördinerende rol. Dat gaat een stap verder dan verschillende diensten die hier fragmentair rond werken. Krachten bundelen, samenwerken, tekorten zien, betrekken van de doelgroep, en regierol vervullen als beleid. 12
integreren in één rechtspersoon. De oefening naar één organisatiestructuur voor gemeente en OCMW gebeurt onder het mom van meer efficiëntie en meer effectiviteit. Daar moeten we absoluut voor gaan, maar is er bewijs dat die inkapseling van OCMW in gemeente sowieso meer efficiëntie en effectiviteit betekent? Ik heb nog geen enkele studie gezien die bewijst dat dit een substantiële kwaliteitsverbetering en kostenbesparing betekent. Een groot onderzoek in Nederland bij (non)profitorganisaties naar de overhead van een organisatie toont aan dat er vanaf 300 medewerkers en meer geen efficiëntiewinsten meer te halen zijn. Het kan dus winst opleveren in kleine gemeenten met een beperkt aantal werknemers, maar voor grotere steden en gemeenten levert het niet op. Kies voor één welzijnsorganisatie per lokaal bestuur die de volledige actorrol heeft en als aparte juridische entiteit blijft bestaan: het OCMW. Met één mandataris, de OCMW voorzitter die ook in het college zit. Hij kan via het college ook de transversale vertaling naar andere beleidsdomeinen maken en de regierol van de gemeente bewaken. Uiteraard zijn overleg en samenwerking tussen gemeente en OCMW cruciaal.
i n t e r v i ew
interview Krijg je armoedebeleid op lokaal vlak gemakkelijk ingebed? D i r k Versterk verenigingen (verenigingen waar armen het woord
nemen, welzijnsschakels...), zo krijg je als gemeente een sterke link met mensen in armoede, kom je te weten wat er leeft en komen er signalen tot bij het beleid. Als je dingen organiseert als OCMW loop je kans dat je een veel hogere drempel creëert. Laat het over aan het particulier initiatief, het werkt beter dat je organisaties kan ondersteunen om dat te organiseren. Het betekent ook werken aan de beeldvorming. Het begrip voor iemand met een handicap is er, er is een draagvlak voor dat we hen moeten helpen. Als het gaat over armoede is het beeld: dat zijn vooral profiteurs.
T i n e Kies voor integraal begeleiden en pak daarin van bij het begin
alle levensdomeinen in één keer mee. Zorg dat het niet alleen een begeleiding is voor de ouders maar ook voor de leefsituatie van de kinderen: is er speelruimte, in welke woonomgeving wonen ze, … Het uitgangspunt moet zijn dat het doelgroepgericht werken altijd een manier is om door te stromen en past binnen je algemene beleid.
Het uitgangspunt van je beleid is kinderen en jongeren alle ontwikkelingskansen bieden
T i n e Je moet aan je burgers duidelijk maken dat je een recht-
vaardig beleid voert, dat het toekomt aan wie het het meest nodig heeft. Want het wordt door de burger argwanend bekeken. Maak ook duidelijk dat het een verhaal is van rechten en plichten, dat er verwachtingen staan tegenover de financiële hulp, uiteraard op maat van de mogelijkheden van de cliënt. Communiceer over je resultaten, over de toegankelijkheid voor iedereen…
Welke rol kan/moet een lokale overheid spelen op het vlak van jeugdwerkloosheid?
C y n t h i a Leg uit waarom je bepaalde beslissingen neemt als
lokale overheid om een breder draagvlak voor die beslissingen te creëren. Die 20% gereserveerde plaatsen voor maatschappelijk kwetsbaren in de kinderopvang, leg uit waarom je dat doet, waarom dat belangrijk is.
D i r k Je hebt zelf niet de deskundigheid, maar je kan partners rond
de tafel brengen en bekijken waaraan je kan werken: knelpuntberoepen, sociale tewerkstelling… Er is een grotere groep jongeren die een leefloon krijgt en die wil werken, maar als OCMW loop je ook vast omdat er geen werk is.
F r a n c o i s De verantwoordelijkheden van een lokale overheid zijn
de laatste jaren alleen maar gegroeid. In het kader van een sociaal beleid, waarin je als overheid verantwoordelijkheid opneemt, kan je daar verwachtingen tegenover stellen naar de burger. Je kan als overheid een stuk verantwoordelijkheid terug bij de burger leggen. Dat is een tendens die de komende jaren nog meer ingang gaat vinden.
G e e r t Als het gaat over jeugdwerkloosheid is er een marginale rol
voor lokale besturen. Want jeugdwerkloosheid aanpakken betekent werkloosheid aanpakken, en om dat te doen moet je economische groei creëren en daar heb je lokaal of zelfs op Vlaams niveau weinig vat op, daarvoor moet je op Europees niveau maatregelen nemen en dan nog, het is een mondiaal gegeven. S e p p Voor de concrete begeleiding naar arbeidsmarkt zijn er wel
Hoe kom je lokaal tot een goed evenwicht van algemene en doelgroepspecifieke maatregelen? S e p p Naar wie sociaal beleid zich moet richten en wat een goede
verhouding is tussen algemeen beleid en specifiek beleid wordt veel meer dan vroeger in vraag gesteld. Ik denk dat de stad met haar brede focus en het OCMW met haar eerder doelgroepspecifieke focus mekaar in evenwicht houden. We waken er vanuit de gezamenlijke structuur over dat de klepel niet te veel naar één van de beide kanten doorslaat. F r a n c o i s Klopt, we koppelen specifieke expertise aan de alge-
mene organisatiestructuur en beleid, komen tot synergie tussen stad en OCMW. Een sterke samenwerking tussen stad en OCMW zorgt voor een gezond evenwicht tussen beleid voor de grootste gemene deler en categoriaal werken. C y n t h i a Doelgroepspecifiek werken zorgt vaak voor een enge
benadering van één aspect van een persoon. Ontwikkel een globaal beleid, vertrek vanuit het kind, vanuit de ouder en welke problemen je kan tegenkomen.
wat mogelijkheden, maar hefbomen vinden als lokale overheid zodat er arbeidscontracten gecreeërd worden die de moeite zijn om ervoor te gaan en die perspectief bieden op lange termijn, is moeilijk. F r a n c o i s Het zijn thema’s die voor het eerst opduiken in het
bestuursakkoord: partners samenbrengen, activeren, een bovenlokaal forum over werk om over werkgelegenheid te adviseren, een werkwinkel voor een lokaal werkgelegenheidsbeleid, een lokale tewerkstellingscoördinator voor Geel, Laakdal en Meerhout met een faciliterende rol naar bedrijven voor werving van jonge professionals, stageplaatsen, de relatie tussen bedrijven en het lokaal bestuur… Nu zijn er vooral projectmatige initiatieven, de uitdaging is om dit in de streek structureel te verankeren. S e p p Nogal wat sociale economie projecten lopen vast in de
multiproblemen van mensen die voor hen werken. Andere problemen zoals bijvoorbeeld woononzekerheid zorgen voor druk op het arbeidstraject dat op zich goed loopt. Er is heel weinig nodig om jongeren terug kopje onder te zien gaan. Projecten waarbij sociale tewerkstelling aan huisvesting wordt gekoppeld, waar we partners samen brengen en zorgen voor bredere zorg hebben een duurzamere kans op slagen.
∆
i n t e r v i ew
13
jeugdbeleid De voorbije maanden kon je geen boekenwinkel voorbij lopen of je werd bedolven onder de boeken die je helpen zoeken naar geluk of die je een leven in harmonie en balans voorspellen. Boeken over de werking van je brein, een wereld-geluksboek, en één over geluksverslaving door een bekende psychiater… Een hype of zit er meer achter? In dit artikel duiken we in het thema ‘gelukkig’ via het begrip ‘welbevinden’. We geven eerst een schets van de omvattendheid van een thema als ‘welbevinden’ en proberen het wat concreter te maken met ideeën en mogelijkheden voor jouw dagelijkse beleid en praktijk.
Welbevinden van kinderen en jongeren Tekst: Nathalie Van Ceulebroeck
Beeld: Oxfordian World
Voorbij de gelukshype Dat geluk zo centraal staat in ons leven is uiteraard een stuk cultureel bepaald. Maar de feiten liegen er niet om. Vlaanderen kampt met bijna de hoogste zelfmoordcijfers van Europa, pesten blijft keer op keer voorpagina’s halen en bijna 1 kind op 10 wordt geboren in armoede en heeft dus vanaf de geboorte al minder kansen, min-18-jarigen slikten in 2011 15% meer medicijnen dan in 2007, steeds meer kinderen krijgen een etiket opgeplakt en steeds meer jongeren lopen het risico op burn-out… De hype voorbij dus!
Welbevinden, een grote vlag met grotere lading De bestaande definities en determinanten voor ‘welbevinden’ zijn talrijk. Elk onderzoek gebruikt een eigen invalshoek. Grosso modo vallen ze steeds onder te verdelen in een aantal componenten: a. Tevredenheid over fysieke en structurele aspecten van je leven: je woning of je gezondheid bijvoorbeeld; b. Je interpersoonlijke contacten: eenzaamheid of aanwezigheid van sociale contacten, relatie met ouders, leerkrachten, vrienden, … c. En een persoonlijke component: je zelfwaardegevoel, hoe goed je kan omgaan met problemen, hoe hoopvol je kijkt naar de toekomst, …
14
Welbevinden en de jeugddienst: over kanalen en signalen Wat betekent dit voor de jeugddienst? De eerste component vraagt voornamelijk om structurele maatregelen waarvoor samenwerking met collega-diensten onontbeerlijk is. Denk aan investeren in sociale huisvesting, flankerend onderwijsbeleid, maatregelen om armoede te bestrijden…. Een jeugdwelzijnsoverleg is een interessante methodiek om deze thema’s op tafel te krijgen. Een heel ander verhaal is de interpersoonlijke en de persoonlijke component van welbevinden. Deze kan je niet zo maar in beleidsmaatregelen vatten.
Tips van collega-jeugddiensten Een korte peiling bij een tiental jeugdambtenaren geeft ons (en jou) volgende tips:
Waar vang jij signalen op? ∫∫ “in de eerste plaats bij kinderen en jongeren zelf. Blijf dicht bij hen en zet je oren open”
∫∫ “bij het inschrijven van hun kinderen voor vakantie-initiatieven polsen ouders (of de kinderen zelf) of die of die pestkop ook is ingeschreven”
je u g d b ele i d
∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫ ∫∫
“samenwerken met scholen biedt veel informatie” “de jeugdraad” “zet de deur van de jeugddienst (letterlijk) open” “de plakbriefjes van het ziekenfonds geven heel wat informatie” “ook het OCMW beschikt over informatie” “ouders zelf” “aan de toog van het jeugdhuis” “sociale media” “en tot slot nog dit: uiterlijkheden geven niet alles prijs, kijk achter de ‘schermen’!”
∫∫ “Zet in op informatie en bewustmaking bij kinderen, jongeren en hun ouders”
∫∫ “Probeer in je aanbod ‘eigen tijd’ in te bouwen voor kinderen en jongeren. Het vermindert de (prestatie)druk voor hen en geeft hen ruimte om zichzelf te uiten.” ∫∫ “Maak een goede afweging wie je wanneer betrekt. Ouders of politie inschakelen bijvoorbeeld kan een erg positief of net erg negatief effect hebben. Bespreek het met collega’s!” ∫∫ “Denk goed na voor je tussenkomt als er iets gaande is tussen leeftijdsgenoten. Soms kan het nodig zijn, maar jongeren kunnen er ook sterker van worden om het zelf op te lossen.”
∆
Welke uiterlijke signalen zie je? ∫∫ “Wees opmerkzaam als het gedrag van kinderen/jongeren verandert: meer afhaken of net assertiever, agressiever worden, kan een indicatie zijn dat er iets mis is” ∫∫ “Elk kind en elke jongere zal anders reageren, wees vooral alert voor wat je hoort en wat je ziet” ∫∫ “Armoede blijft vaak onzichtbaar, ga niet af op uiterlijkheden”
Wat zijn do’s en dont’s als je signalen opvangt? ∫∫ “Denk je zelf niet gepast te kunnen reageren op een situatie, zoek dan hulp, schakel je netwerk in: JAC, Recht op, Awel!, scholen, …” ∫∫ “Probeer de vrienden, ‘peers’ te betrekken” ∫∫ “Hanteer bestaande methodieken en tools, zoals de No Blame aanpak voor pesten in het jeugdwerk bijvoorbeeld”
je u g d b ele i d
Meer info
∫∫ een JAC in jouw buurt of de algemene chatlijn http://www. jac.be/chat-met-een-hulpverlener
∫∫ bij de jongerentelefoon Awel! http://www.awel.be/ ∫∫ NokNok http://www.noknok.be/ ∫∫ bij het CLB, OCMW of de welzijnsdienst in jouw gemeente
15
JEUGDBELEID
Welbevinden in het jeugdwerk Bespeel de factoren waar jij als begeleider impact op hebt Positieve groepssfeer
In het kader van haar opleiding jeugdconsulent maakte Freya Gheldof een eindwerk over welbevinden in het jeugdwerk. Wij vroegen haar welke basisfactoren ertoe bijdragen dat kinderen en jongeren zich goed voelen in hun vereniging.
Investeer in elk individu tijd en energie. Benader conflicten vanuit een neutrale positie en zoek oplossingen in overleg met de betrokkenen. Essentieel is een open sfeer waarin alles kan besproken worden. Ook de minder leuke aspecten van de groep. Dit draagt ertoe bij dat iedereen de kans krijgt zich goed te voelen in de groep. Zo krijg je een positieve groepssfeer die eenheid uitademt. Leden zullen zich gedragen als één team dat elkaar steunt, samen beslissingen neemt, acties onderneemt, ...
Gevarieerde programmatie De omgeving Het is belangrijk om een omgeving te creëren waarin herkenbaarheid en veiligheid aandachtspunten zijn. Dat kinderen en jongeren zich thuis voelen in en rond een jeugdlokaal. Weten bij wie je waarvoor terecht kan maar ook materiaal gemakkelijk terugvinden. Het terrein en lokaal kunnen betreden zonder op je hoede te moeten zijn voor onverwachte obstakels en mogelijke onveilige situaties. Het lijkt vanzelfsprekend, maar krijgt vaak onvoldoende aandacht.
De organisatie en structuur Beslissingen op organisatieniveau, zoals het indelen in leeftijdsgroepen, vaste begeleiders per groep, ... bieden heel wat kansen. Leiders bouwen een expertise op over de leeftijdsgebonden interesses en niveau van de deelnemers. Hierdoor kan een spelaanbod op maat aangeboden worden, wat het welbevinden en de betrokkenheid verhoogt van de deelnemers. Vooraf keuzes afwegen is dus meebouwen aan de kwaliteit van het jeugdwerkinitiatief.
16
Kinderen en jongeren nemen in hun vrije tijd deel aan het jeugdwerk, en uiteraard zien ze die liefst ingevuld met leuke activiteiten. Niet iedereen vindt dezelfde dingen leuk, door een gevarieerd programma te voorzien met oog voor de interesses van alle kinderen en jongeren in de groep zorg je ervoor dat iedereen zich erin herkent. Maak gebruik van ieders talenten en geef kinderen en jongeren vrijheid, laat ze initiatief nemen maar ook vrij spelen, en even opzij gaan zitten als dat nodig is.
Vertrouwen geven Laat kinderen en jongeren zelf een activiteit uitdenken, een evenement realiseren en leiderschap opnemen. Geef het vertrouwen en de begeleiding die hiervoor nodig zijn.
Uitstraling Leiders die graag hun vrije momenten doorbrengen in het jeugdwerk stralen dit uit! Plezier en enthousiasme is besmettelijk.
∆
je u g d b ele i d
fotoreportage
Hoe was jouw checklist zomer? Heel wat speelpleinen en jeugddiensten speelden deze zomer in op de Ketnet Checklist hype! Kinderen konden er langskomen om hun checks te halen. Check hier de foto’s! Meer info over de checklist op www.ketnet.be!
∆
Evergem #19 iets bouwen waarin ik kan wonen
Evergem #10 een kookexperiment doen
Evergem #23 eens leven zoals in een andere tijd
Hooglede #37 een speciale sprong maken
Zonnebeke #6 in een hoge boom klimmen
Zonnebeke #30 een super smerig gevecht houden
f o t o r e p o r tage
17
JEUGDcultuur
Feest! 40 jaar CC’s en GC’s Tekst: Leen Bartholomeus
Wat is in een notendop de historiek van jullie cultuurcentrum? V e e r l e In 1990 is het ‘oude’ cultuurcentrum
geopend met een polyvalente zaal met 440 plaatsen. In oktober 2010 is het nieuwe deel in gebruik genomen. Met een schouwburgzaal (700 plaatsen), 3 repetitieruimtes, een cursusen exporuimte en een theatercafé. We willen én goed programmeren met een regionale uitstraling én een goede samenwerking met de lokale gemeenschap, dus we zoeken voortdurend naar een goed evenwicht in onze werking.
Wat was de impact van het decreet lokaal cultuurbeleid voor het CC? V e e r l e Het CC werkte ervoor ook al heel nauw
samen met verenigingen en andere diensten. Van bij het begin was “samenwerken” een sleutelwoord om onze projecten te versterken. Bij de komst van het decreet met nadruk op cultuurparticipatie en gemeenschapsvorming konden we heel makkelijk onze bestaande projecten hierin inpassen.
Wat voor impact had de komst van het eerste jeugdbeleidsplan? V e e r l e Voor het eerste JBP hielden we een
grootschalige inspraakactie bij alle klassen van het vierde, vijfde en zesde jaar van alle middelbare scholen. Het CC, de jeugddienst en de dienst cultuurbeleid, vroegen het Centrum Informatieve Spelen een spel te maken specifiek voor de Heistse situatie waarbij we bij de jongeren peilden naar hun mening en interesses op vlak van vrije tijd, welzijn, cultuur, sport… Wat er uit die bevraging kwam versterkte onze samenwerking nog verder en gaf ze een meer structureel karakter. De nieuwe initiatieven bundelden we in een boekje met 10 actiepunten 18
je u g d c u lt u u r
JEUGDcultuur
Een inspirerend praktijkverhaal over de samenwerking jeugd en cultuur in Heist-op-den-Berg
Wat betekent een cultuurcentrum (CC) of een gemeenschapscentrum (GC) voor het jeugdbeleid en omgekeerd en hoe versterken ze elkaar? Naar aanleiding van de 40ste verjaardag van cultuur- en gemeenschapscentra in Vlaanderen vroegen we het aan Veerle, jeugdprogrammator van het cultuurcentrum, en Sofie, diensthoofd van de jeugddienst van Heistop-den-Berg. Want ‘Heist’ zet heel bewust in op een sterk cultuurbeleid, ook voor kinderen en jongeren. Dubbel leuk is dat het feest voor 40 jaar CC’s en GC’s op 16 mei bij hen doorging!
als prioriteit gekozen is voor de volgende zes jaar. Dat biedt de mogelijkheid om je activiteiten meer gestructureerd en structureel aan te pakken omdat je weet dat je ze een tijdje kan continueren en zo versterkt de prioriteit bestaande projecten. Bijvoorbeeld bij Supervlieg zorgt dit voor een boost.
die we probeerden waar te maken. Alle jongeren die bevraagd werden kregen achteraf ook feedback op wat er met hun voorstellen gebeurde in de vorm van een show opgevoerd door de jeugd- en de cultuurdienst in een voor –en namiddagvoorstelling voor telkens 300 jongeren. S o f i e Voor de opmaak van elk volgend
JBP vormde dit spel de basis voor het grote participatieluik naast een bevraging, zij het dan in een kleinere vorm, want het is enorm arbeidsintensief.
Wat zijn volgens jullie de ingrediënten voor een goede samenwerking? Jeugdraadstand op Hestival
Gaan jullie voor dezelfde aanpak voor het meerjarenplan? S o f i e Voor het MJP deden we het anders.
Sinds vorig jaar zijn alle vrijetijdsdiensten gebundeld in een afdeling cultuur en vrije tijd. Met de afdeling hielden we voor alle inwoners een praatcafé voor input over tal van thema’s. Het plan is om zeker nog een bevraging bij kinderen en jongeren te organiseren om onze acties op een concreter niveau in te vullen. Ik streef naar een plan voor het jeugdbeleid dat ruimte laat om in te vullen hoe je doelstellingen wil halen maar wel een duidelijk perspectief biedt op wat je wil realiseren tegen 2017 of 2019.
Wat was de impact van de prioriteit jeugdcultuur in het JBP 2011-2013? S o f i e Op de jeugddienst bracht dit een
leuke drive, we bedenken voor elk jaar naast onze grotere projecten zoals SuperVlieg en de filmvoorstelling in het cc voor de jeugdverenigingen enkele leuke kleine projecten die vertrekken van wat er leeft bij kinderen, jongeren en gezinnen.
Nieuw deze zomer waren de openluchtfilms waar we er voor het eerst in zijn geslaagd om heel wat zogenaamde ‘niet-georganiseerde’ jongeren te bereiken met de jeugddienst. Een ander nieuw project was onze valentijnsactie. Samen met de kinderen kookten we een valentijnsdiner, ouders kregen dit candlelight diner opgediend door hun kinderen, en daarna gingen we met de kinderen en hun ouders sterren kijken. We kiezen er vanuit de jeugddienst bewust voor om in te spelen op de leefwereld. Niet altijd makkelijk om met deze invulling van jeugdcultuur aan de slag te gaan. Zo wilden we iets doen rond graffiti als jeugdcultuur. We zochten maar vonden niet echt inrijpoorten. Leeft dit in Heist? Is er bij jongeren een behoefte? We kwamen tot de conclusie dat er niet echt nood was aan legale grafittimuren, maar hebben vorig jaar wel een graffitiworkshop georganiseerd op het speelplein. We zijn ook blij dat jeugdcultuur opnieuw je u g d c u lt u u r
19
S o f i e Het goede contact is de kiem van waaruit alles ontstaat. Samenwerking hangt natuurlijk af van mensen: je moet een goede klik hebben en elkaar blijven vinden en bij de ene persoon is er meer openheid en bereidheid om samen te werken dan bij de andere. Haal af en toe bewust de banden aan op momenten dat de samenwerking misschien praktisch gezien even op een laag pitje staat. V e e r l e De samenwerking is intensief, tussen de verschillende medewerkers van het CC en de verschillende medewerkers van de jeugddienst. In de hoofden van de CC medewerkers is er altijd aandacht voor kinderen en jongeren, en vice versa helpt het ook dat er bij de jeugddienst interesse is in cultuur. S o f i e Samenwerken zit ingebakken in hoe er in onze gemeente en vooral afdeling wordt gewerkt. Ik maak nieuwe jeugddienstmedewerkers hier ook warm voor van bij de start. V e e r l e Regelmatig nieuwe mensen op de jeugddienst zorgt ervoor dat je wel wat energie stopt in het opbouwen van de samenwerking maar het levert ook een frisse insteek op. Dat houdt je fris en is boeiend,
JEUGDcultuur en ze brengen ook heel wat bagage mee, bijvoorbeeld hoe je omgaat met social media.
Waar zijn jullie het meest trots op? S o f i e Hestival kwam er op vraag van de
jongeren die zelf iets wilden organiseren en graag een festival wilden in Heist. Het bestaat intussen 9 jaar en is gegroeid vanuit een samenwerking tussen de jeugddienst en het CC en wordt nu volledig gedragen door vrijwilligers en een enthousiaste vzw. Supervlieg als project is een mooie mix van een programma samengesteld met en door je lokale verenigingen en aangevuld met professionele programmatie. We organiseren dit heel bewust telkens in een andere deelgemeente, samen met andere lokale verenigingen en dat zorgt telkens voor een sterke lokale dynamiek. Voor het CC ligt de meerwaarde onder meer in het feit dat het één van de weinige projecten buitenshuis is, waarmee we letterlijk buiten komen. Het is een boeiende uitdaging om samen met lokale verenigingen een originele insteek te vinden en om vanuit hun traditionele activiteiten een originele, kunstzinnige insteek te vinden. Twee jaar geleden hebben we samen met MOOSS een workshop creatief denken georganiseerd voor de verenigingen. Op die manier is het een meerwaarde voor de verenigingen, en ze leren ons als gemeentelijke diensten ook op een andere manier kennen. Veerle
S o f i e Voor de jeugddienst zit de meer-
waarde van SuperVlieg in de gezinnen die we er bereiken, want voor het gros van onze activiteiten richten we ons voornamelijk naar kinderen, jongeren en jeugdwerk. Daarnaast organiseren we met de collega’s van onze dienst tijdens de dag zelf telkens ook minstens één eigen workshop waaraan de kinderen en hun ouders kunnen deelnemen.
Op welke vlakken werken jullie verder nog samen? S o f i e In het huidige jeugdbeleidsplan en
cultuurbeleidsplan hebben we mekaars acties over jeugdcultuur opgenomen, op die manier planden we al geïntegreerd voor de komst van het MJP. Samenwerken betekent niet dat je alles op vlak van jeugd en cultuur samen moet organiseren. De jeugddienst of het CC doen even goed hun eigen ding naar kinderen en jongeren maar we stemmen wat we doen
wel goed af op elkaar, ook qua communicatie en promotie. V e e r l e Verschillende diensten werken ook samen voor de ondersteuning van (jeugd)verenigingen. Het CC is aanwezig op de algemene vergadering van de jeugdraad en de jeugdraad is vertegenwoordigd in de raad van bestuur van het CC. Verenigingen en jongeren kunnen gebruik maken van de druk- en uitleendienst, het CC stelt haar zalen ter beschikken van verenigingen tegen een goedkoper tarief en organiseert samen met de jeugdraad een filmnamiddag in het CC met vorig jaar een circusvoorstelling voor de jongsten en een film voor de oudere leden.
levensgroot peperkoekenhuisje op Supervlieg 2012
40 jaar en nu: waar liggen de uitdagingen voor de toekomst? V e e r l e De grootste uitdaging als het over
jongeren en cultuur gaat blijft jongeren bereiken. Hoe zorgen we ervoor dat ze ons kennen? Welk imago hebben we? Hoe communiceren we met hen en bereiken we hen? S o f i e Anderzijds mogen jongeren ook niet geïnteresseerd zijn in cultuur. Het is belangrijk dat ze weten dat het aanbod er is, dat ze weten wat je doet, maar ze hebben de vrijheid om al dan niet deel te nemen. Voor ons is het belangrijk dat jongeren iéts hebben in hun vrije tijd waar ze zich goed bij voelen en waarmee ze zich kunnen amuseren, of dat nu cultuur, het verenigingsleven of sport is, is dan niet eens zo van belang”. V e e r l e Tenslotte willen we een warme oproep doen aan CC’s en aan jeugddiensten om te kijken voorbij de vooroordelen die je misschien over mekaar hebt. CC/GC, stap naar de jeugddienst en jeugddienst, trek je stoute schoenen aan en stap naar het CC/GC. S o f i e Als jeugddienst kan je je soms wat meer permitteren dan andere diensten. Stap met je jeugdig enthousiasme naar andere diensten, trek aan hun mouw en zorg voor een goede samenwerking met andere diensten. Door samen te werken kan je meer doen, efficiënter werken, meer realiseren. Durf ook samen te beslissen en neem af en toe een duik in het onbekende!”
Sofie Devriendt is jeugdwelzijnswerker en diensthoofd van de jeugddienst sinds 2010. Veerle Boesmans is school- en familieprogrammator voor CC Zwaneberg sinds 1994.
20
je u g d c u lt u u r
4 0 j a a r CC ’ s e n GC ’ s : feest! “Wat als die eerste directeuren begin jaren ‘70 een kleine bende prullenmannen waren geweest die hun opdracht in die pioniersjaren van een nieuw cultureel tijdperk niet ernstig hadden genomen?” zo begon Barbara Wijckmans (HetPaleis) haar brief aan cultuur- en gemeenschapscentra. Het is één van de vele brieven van beleids- en opiniemakers die beschrijven waar CC’s en GC’s het verschil hebben gemaakt maar die ook uitdagingen schetsen voor de toekomst. Op 16 mei 2013 was CC Zwaneberg gastheer voor het feest ‘40 jaar CC’s en GC’s’. In het najaar 2013 brengen VVC en LOCUS een publicatie uit: “Over de kracht van cultuur- en gemeenschapscentra. Gisteren, vandaag en morgen.” Vanaf dan timmeren VVC en LOCUS graag samen met de CC’s en GC’s aan wegen en paden richting toekomst. Was 16 mei voornamelijk een ‘sectorfeest’, dan trekken ze in het natraject graag de kaart van de dialoog met alle mogelijke partners van CC’s en GC’s. Een verslag van het colloquium, de vele brieven en verslagen van de workshops vind je op http://colloquium2013.wordpress. com
fotoreportage
Hoe was jouw checklist zomer? Heel wat speelpleinen en jeugddiensten speelden deze zomer in op de Ketnet Checklist hype! Kinderen konden er langskomen om hun checks te halen. Check hier de foto’s! Meer info over de checklist op www.ketnet.be!
∆
Ichtegem #39 een boek maken
kinderspel
Ranst #11 een supergoede daad doen
Borgloon #1 mij verkleden op een superzotte manier
We speuren met een ruime blik samen met u naar optimale speel- en ontplooiingskansen.
Veiligheidspartner voor speeltuinen
· Naast de wettelijke verplichtingen is advies en ondersteuning ook inbegrepen in ons dienstenpakket · Onze rapporten worden bij een persoonlijk gesprek voor u glashelder uitgelegd · Uitdagend speelplezier voor engeltjes en bengeltjes is onze motivatie
kinderspel is lid van NVCS
Risico-analyse • Controles bij indienststelling en periodiek • Keuring met Europees certificaat • Projectbegeleiding Lampestraat 175 - 8510 Rollegem - info@kinderspel.be - www.kinderspel.be
Advies • Ontwerp • Realisatie l
Antwerpen l 03 482 4067 l www.speelprojecten.be
VVJ en jeugddiensten op Facebook Hete lange lazy zomer of niet, facebook gaat nooit met vakantie! Een overzichtje van de belangrijkste wapenfeiten voor wie koos voor een offline vakantie.
Kindvriendelijke gemeenten 1 5 juli 2 0 1 3 ∫ 1 4 u 0 2
foto © Vlaamse jeugdraad
VVJ werkte deze zomer keihard aan de rapporten voor Herenthout, MeeuwenGruitrode en Wetteren, onze kindvriendelijke gemeenten in spe! De begeleiding van deze drie uitgekozen pilootgemeenten startte in mei en kwam in de zomer op kruissnelheid. In dit project dat ondertussen al een dikke twee jaar achter (en een stukje voor) de schermen loopt, passen we de Unicef toolkit ‘child friendly cities’ aan aan de Vlaamse context. Het doel is een beleidsoverschrijdende analyse van kindvriendelijkheid en van daaruit een lange termijn strategie te formuleren. Voor de analyse doen we een beroep op het volledige lokale bestuur, op het middenveld en vooral op kinderen en jongeren zelf. Het kernidee hierachter pikten we op bij de VN die stelt “het welbevinden van kinderen is de ultieme barometer voor een gezonde woonomgeving, een democratische gemeenschap en een goed bestuur”.
Meer informatie vind je op www.childfriendlycities.org of bij VVJ Nathalie, nvanceulebroeck@vvj.be, 03 821 06 00
Share if you care
7 augustus 2 0 1 3 , 2 2 juli 2 0 1 3 ∫ 1 5 u 0 0 , 1 3 u 5 4 Twee zomerse posts werden gezwind door jullie gedeeld: eentje over tips voor kleine (en minder kleine) kinderen bij hittegolven en ozonpieken en eentje over de kampfotowedstrijd van Mediaraven!
Meedoen met de kampfotowedstrijd kan nog tot 30 september 12u, de winnaars worden bekendgemaakt op 10 oktober!
We zochten en vonden… 9 juli 2 0 1 3 ∫ 1 2 u 2 0
… voor jeugddienst Maasmechelen gemeenten die (willen) werken rond jeugdwerkloosheid en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. … jeugddiensten die op een goeie manier en op regelmatige basis samenwerken met scholen (bv. infrastructuur, evenementen, inspraak en participatie, …) met dank aan jeugddienst Kalmthout, Londerzeel, Heuvelland, Poperinge en Blankenberge voor de voorbeelden! … adviezen van jeugdraden over GAS-reglementen. Tegen 1 januari 2014 moeten gemeenten die met GAS willen werken een reglement hebben dat aangepast is aan de nieuwe wet. Lees er meer over p. 9
Ook een vraag stellen via onze Facebookpagina? Stuur een mailtje naar info@vvj.be facebook
23
Debat tle van K aruur wint klein duimpje 1 2 augustus 2 0 1 3 ∫ 1 1 u 2 2 Op de internationale dag van de jeugd maakte de Vlaamse jeugdraad de winnaar van klein duimpje bekend. Daarmee bekroont ze jaarlijks een persoon of organisatie die zich verdienstelijk maakte met, voor en door kinderen en jongeren. Dit jaar sleept Debattle de prijs in de wacht. Karuur wilde met Debattle via lokale jeugdraden andere jongeren informeren en inspireren in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. Jongeren werden er uitgedaagd om acties op te zetten, andere kinderen en jongeren te bevragen, eisenbundels samen te stellen en debatten te organiseren. “Debattle zette een ongeziene beweging bij jongeren in Vlaanderen in gang. In maar liefst 142 steden en gemeenten gingen jongeren in debat met hun politici, over wat er voor hen écht toe doet.” aldus juryvoorzitter Lander Piccart. Een welverdiende duim voor Karuur! Na Debattle zat Karuur niet stil. www.debattle. be kreeg een nieuwe invulling en bevat nu tips waarmee jongeren ook na de verkiezingen nog hun stempel kunnen drukken op het jeugdbeleid en het meerjarenplan.
Check www.debattle.be
Uit het dagboek van een jeugdconsulent
Naam
Irina Van Goethem Beroep
Deeltijds jeugdconsulent in Geetbets en naai-en recycleerduizendpoot en instructeur Ambitie
‘JeugdBets’ en het jeugdbeleid door dik en dun blijven ondersteunen, heruitvinden en uitbouwen tot een sterke en actieve participant in de gemeente. het meest trots op
Het binden van de verenigingen tot 1 front met de neuzen in dezelfde richting en het samen uitbouwen van een meer en meer gekend jeugdbeleid. L e u k w e e tj e
‘JeugdBets’ slaagt er regelmatig in om dingen te winnen. Op Trip Lokaal wonnen we een camera, via een Music for Life actie een luxe Karuurvorming met hapjes en bubbels, we haalden een Poppin Up en Extreme Make Over traject begeleiding binnen van de provincie Vlaams-Brabant en kregen drie Leader subsidies voor jeugdinfrastructuur. Via Leader kan je cofinanciering aanvragen voor plattelandsontwikkelingsprojecten. Deze keer was er specifiek geld vrijgemaakt voor jeugdverblijven en jeugdlokalen.
24
Irina werkt drieënhalf jaar op de jeugddienst van Geetbets, waar ze het jeugdwerk en het jeugdbeleid in de breedste zin opvolgt en uitvoert. Subsidies verdelen, evenementen organiseren, jeugdraad, kinderbestuur, subsidies zoeken, infrastructuur opvolgen, activiteiten voor de scholen, maar even goed tegengewicht bieden en een platform creëren naar het bestuur. Ze is mama van drie, geeft naailessen en ‘recikleernaai’ workshops en droomt ervan haar eigen atelier verder uit te bouwen. D A G BO E K
“Creatief zijn en de subsidiezoeker zijn handige tools in tijden van besparen” Maandag
Het veel te korte weekend zit me nog wat dwars, maar niets dat een kop koffie niet oplost. Ik schotel mijn kleinste een boterham en chocomelk voor (de twee oudsten trekken, buiten het gezeur voor geld of een lift, hun plan) en parkeer even later gezwind de auto aan de school. Die is naast het gemeentehuis, handig. Eerst het klassieke ritueel: mails beantwoorden en de verschillende facebookgroepen van nieuw denkvoer voorzien. Dan werk ik verder aan de declaratie van de projecten van Leader ter verbetering van de drie jeugdgebouwen. Als je geselecteerd bent voor cofinanciering ‘declareer’ je tweejaarlijks je uitgaven en de stand van zaken en eventuele wijzigingen. Het vrijetijdsoverleg in de namiddag staat in het teken van de omgevingsanalyse en de verschillende actieplannen/ doelstellingen. Ik ga aan de slag met de instructies tot ik merk dat de mensen rond me op het landschapsbureau afronden. Gauw ons prinsesje halen en beginnen aan de dagelijkse huishoudelijke strijd.
Dinsdag
Na het laatste kinderbestuur vorige week, bereid ik me voor op de laatste jeugdraad van dit werkjaar vanavond. Met nog een vrij drukke agenda, én een BBQ na de vergadering waar ik naar uitkijk. De voorzitter van de cultuurraad komt even langs want we organiseren in december een comedy night samen met de cultuurdienst (met op de affiche Xander Derycke en Henk Rijckaert, not bad voor een kleine gemeente hè). Samen met Alexander, onze technisch ambtenaar bespreken we de nieuwe loods aan de Scouts lokalen en we hervatten het overleg over de weide naast de Chiro. Door een gebrek aan middelen blijven we daar mee worstelen (subsidiekanalen zijn aangesproken, nu is het wachten op antwoord). En dan gaat het snel, iedereen heeft honger en zin in een lekker pintje. Een super leuke BBQ en we stoken zelfs nog een kampvuurtje na afloop (geen GAS boete, oef).
Woensdag
Ik ontdek ’s ochtends (ondanks de ietwat minder frisse kop) nog een mogelijke oplossing voor de weide naast de Chiro. Via de Koning Boudewijnstichting kan je projecten indienen in het kader van ‘buurten op den buiten’. Ik ben in mijn nopjes en ben even zoet met het 13 pagina’s omvattende projectdossier. Creatief zijn en de subsidiezoeker zijn handige tools in tijden van besparen. Nadien bereid ik me voor op de laatste bijeenkomst van het Extreme Make Over traject (EMO). Dit is een trajectbegeleiding door VVJ en Karuur dankzij steun van de provincie Vlaams-Brabant. Onze vraag was tweeledig. Help ons ons voor te bereiden op de komst van de BBC en het verdwijnen van de sectorale plannen en help ons om onze jeugdraad wat te pimpen. Ik check nog even of de burgemeester en de schepen van jeugd ons niet zijn vergeten. Nee hoor, ze zijn erbij, wat een fantastische ontdekking toch, die dialoog tussen burgemeester en jeugd. Jaarlijks een brunch organiseren lijkt ons een fijne manier om met het bestuur en de jeugd de koppen bij elkaar te steken over het jeugdbeleid. EMO zit erop, we voelen ons klaar voor de nieuwe context van de BBC en hebben een arsenaal acties om het imago van de jeugdraad te pimpen. We zijn klaar om verder te gaan zonder de hulp van Katrien en Imke, merci.
Donderdag
Ik klop aan bij mijn maatje Alexander. Hij is zo goed met photoshop en ik niet. De affiche voor de comedy night is super en ik zoek naarstig op het net naar een cursus photoshop om samen met mijn collega’s van het landschapskantoor te gaan volgen. Man, wat duur. Het gaat ook kosteloos via VDAB webleren. Dat komt op mijn to do list.
Vrijdag
Voor het kampvervoer zijn er minder middelen beschikbaar, en dat houdt me bezig. Verenigingen waren hier misschien wat verwend, maar terug naar af is altijd moeilijk. Ik puzzel nog wat aan een voorstel en mail het door naar de burgemeester. Het speelplein staat ook weer voor de deur, ik stort me daar nog eventjes volledig op tot het weekend me roept.
∆
D A G BO E K
25
voor u bekeken
w w w. g r o e n s p e e lw e e f s e l . b e
Dilemma 14/18
www.groenspeelweefsel.be is vernieuwd, je vindt er een schat aan informatie en beleidsinstrumenten om werk te maken van meer groene speelplekken en verbindingen voor kinderen en jongeren in hun woonomgeving. Een handig instrument op de website is de Interactieve Speelweefsel Kaart (ISK). Die laat toe om speelplekken en -verbindingen online in kaart te brengen. Van de Speelweefselkaart bestaat ook een mobiele website waarmee jeugdgroepen of gezinnen speelbossen of trage wegen kunnen opzoeken of tochten kunnen uitstippelen. Op de website vind je ook nog andere interessante tools en tips om je eigen groene speelweefsel in te richten: ∫∫ Quickscan voor het correct benoemen van speelplekken in de gemeente ∫∫ Dieptescan voor terreinen die een gefundeerde afweging van speelkansen en natuurwaarden vragen ∫∫ Inspirerende fiches over uiteenlopende types en varianten van groene speelplekken ∫∫ Een waaier aan inspirerend en verduidelijkend fotomateriaal, vrij te gebruiken ∫∫ Praktijkvoorbeelden uit de pilootgemeenten van het project, maar ook van groene speelplekken en verbindingen in Vlaanderen en daarbuiten
Kan ik wel verliefd worden op een Duits meisje? Meld ik me aan als soldaat of vlucht ik? Bij Dilemma 14/18 gaan jongeren de confrontatie aan met moeilijke en levensechte dilemma’s uit de Eerste Wereldoorlog. De klemtoon van het spel ligt niet op heldhaftige soldatenverhalen, maar op het dagelijkse leven van de burgerbevolking. Zin om te spelen? Koop een login aan op www.dilemma1418.be. Daarmee kan je het hele spel zelf samenstellen en afstellen op je gemeente. Je kiest personages, opdrachten, locaties,… Je kunt het spel meerdere keren spelen. Voor 200 euro print je alles zelf, voor 250 euro krijg je het spel opgestuurd. Tumult, het vroegere Jeugd & Vrede, ontwikkelde het spel. In het najaar van 2013 organiseert de vzw workshops. Daarin stellen ze het spel voor, verduidelijken ze de werking van de website en faciliteren ze samenwerking. Meer info op www.dilemma1418.be.
www.groenspeelweefsel.be is een initiatief van Kind & Samenleving, De Ambrassade, BOS+, Provincie Limburg, het Agentschap voor Natuur en Bos, en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid.
∆
∆
DNA 2 5 : M o b i e l S p e e l p l e i n w e r k , Visie op een project in ont wikkeling. Bestellen via www.materiaalmagazijn.be aan € 5,45 per exemplaar Op een bepaald moment in de geschiedenis van het speelpleinwerk moet er iemand gezegd hebben: “Hey, in die wijk spelen veel kinderen op het pleintje, waarom komen die niet naar onze werking?”. Naast die persoon zat toevallig een genie dat zei: “Waarom gaan we niet naar hen toe?” Waarop gelach weerklinkt, het stil werd en met een korte overpeinzing het idee eigenlijk best haalbaar leek… Dit is wat mobiel speelpleinwerk doet: ze verlaat een vaste plek en zoekt de kinderen op in hun eigen buurt. Decentralisering, vraaggericht werken of zelfs vindplaatsgericht werken. In de DNA over mobiel speelpleinwerk leer je er alles over. Wat is mobiel speelpleinwerk? Waarom bestaat het? Hoe werkt mobiel speelpleinwerk? Hoe ontwikkel je jouw mobiele werking in de toekomst? DNA’s zijn onmisbare publicaties voor het speelpleinwerk, gemaakt door de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk vzw, meer info op speelplein.net.
∆
26
v o o r u b ekeke n
Colofon Hoofdredactie
Leen Bartholomeus Vormgeving
MadebyHanna.com Redactie
Leen Bartholomeus Kristof Bouvard Freya Gheldof Ilse Holvoet Luc Lamote Sofie Marque Imke Pichal Annelies Schepers Filip Stallaert Koen Steuperaert Nathalie Van Ceulebroeck Irina Van Goethem Kaï Van Nieuwenhove Jitske Verwimp Foto’s
Wout eworm, Oxfordian World, Vlaamse jeugdraad, JD Evergem, JD Hooglede, JD Zonnebeke, Philippe Spooren, JD Ichtegem, AEYC 2011, JD Borgloon
Coverfoto
Myra fotografie V. U . K a ï Va n N i e u w e n h o v e REDACTIE
Ossenmarkt 3, 2000 Antwerpen T 03 821 06 06, info@vvj.be Dropzone is een tijdschrift van de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten vzw. Abonnementinfo? Mail info@vvj.be
Met steun van
De school staat niet alleen Tekst: Luc Lamote, coördinator en bezieler van het Antwerpse Centrum voor Deeltijds Onderwijs Het Keerpunt Een school is nooit een doel op zich. Het is een middel om persoonlijke en maatschappelijke doelen te realiseren. Onderwijs is in een doel-middel omdraaiing verzeild. Kiezen voor een brede school kan een antwoord bieden op de uitdagingen van de toekomst. De school begeleidt jongeren bij de ontwikkeling van sociale vaardigheden en reikt een aantal tools aan om ze een economische kracht te geven. Het onderwijs vraagt zich vandaag te weinig af wat haar maatschappelijke relevantie is. Een goede stad of een goed dorp heeft een goede school nodig, goede scholen hebben goede steden en dorpen nodig. Een simpele analyse van omgevingsfactoren maakt echter duidelijk dat onderwijsinstellingen meer en meer evolueren tot eilandjes. Historisch gezien waren onze scholen open en ingebed in het lokaal en parochiale gebeuren. Met het uit elkaar vallen van de sociale verbanden vallen onze scholen steeds meer terug op het eigen bestaan. Tegelijkertijd wordt onderwijs verantwoordelijk gesteld voor gans het opvoedingsproject, het gezin inbegrepen. De school wordt steeds meer herleid tot een hoogst persoonlijk opvoedings- en dienstenbureau van de ouder. Scholen worden steeds vaker aangesproken met maatschappelijke vragen, zoals sociale ongelijkheid, gezondheid, extra ondersteuning in de opvoeding…. Scholen kunnen in hun eentje geen antwoord formuleren op vele vragen en uitdagingen. Laten we daarom netwerken en partners uit verschillende sectoren samen brengen. Kiezen voor een “brede school” dus. Schoolgebouwen worden maar voor 30 % van de tijd gebruikt, een bijzonder grote verkwisting van ‘publieke ruimte’. Niet alleen ligt de maatschappelijke en pedagogische meerwaarde voor de hand maar ook financieel heb je geen keuze. Onze scholen staan voor meer dan 65% van de tijd leeg. Niemand kan dit nog betalen. Daarom ook een oproep aan mijn collega’s: hervorm of word terug een “brede school”. Stel niet de school centraal, wel haar doelen. De transitie die onze samenleving doormaakt zal een grote invloed hebben op het concept onderwijs. De ‘brede school’ is het leercentrum van en voor de toekomst.