Handleiding
Meermansboten Jeugdzeilen evolutie 1
naam handleidinghouder:
Inhoud 1. BASISEISEN.............................................. 6 Aan wal...............................................................6 1.1 1.2 Op het water....................................................6 DEEL 1: AAN DE WAL 2. VOORBEREIDING................................. 8 2.1 Wat trekken we aan?.................................8 2.2 Wat nemen we mee?.................................8 3. OPTUIGEN................................................ 9 3.1 Terminologie................................................ 10 3.2 Knopen ............................................................. 12 3.3 Optuigen asymmetrische spinnaker*..................................................... 14 4. VOORRANGSREGELS...................... 16 4.1 Even herhalen............................................. 16 Bakboord-Stuurboord........................... 16 Loef wijkt voor lij...................................... 17 Vrij voor- Vrij achter............................. 17 4.2 Een nieuwe regel!.................................... 18 Water aan de boei 4.3 Oefeningen................................................... 18
4
DEEL 2: OP HET WATER 5. KOERSEN EN ZEILSTANDEN........ 20 5.1. Even herhalen............................................. 20 5.2. Kilgrens............................................................. 21 5.3. Wisselwerking Grootzeil/fok......... 22 6. 6.1. 6.2.
6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7.
MANOEUVRES............................................ 23 Oploeven / Afvallen............................... 23 Overstag gaan van aan de wind naar aan de wind...................................... 25 Op koers blijven na de gijp............. 26 Bijdraaien........................................................ 27 Reven.................................................................. 27 Man over boord......................................... 28 Hijsen en strijken van de asymmetrische spinnaker*.............. 29
7. 7.1.
AANLEGGEN............................................... 30 Aanleggen met loos in de schoten................................................ 30
DEEL 3: WAT NA EVOLUTIE 1? 8. ZEILEN MET JOYSTICK........................ 32 9. OVERSTAG MET ROLLTACK........... 33 10. ZEILEN MET TELLTALES..................... 33 KENNEN WE ALLES?............................................... 34 MOEILIJKE BEGRIPPEN........................................ 35
*Enkel te behalen bij boten met een assymetrische spinnaker
Dag dappere zeiler Je hebt in de basisgraad al heel wat opgestoken over zeilen in meermansboten. Op naar de volgende stap, evolutie 1. In evolutie 1 gaan we onze technieken en kennis wat verfijnen zodat we onze boot nog beter kunnen controleren. Er zullen ook nieuwe technieken, regels, knopen en manoeuvres aan bod komen. Moeilijke woorden staan afgebeeld in blauwe letters. Deze worden achteraan in het boekje uitgelegd. Wil je nog meer bijleren, dan zien we je graag in evolutie 2 terug!
Veel zeilplezier en geniet van wind, water en je boot!
5
3.3. Optuigen asymmetrische spinnaker
Optuigen langs stuurboord!
1
1
2
2
3
3
4
4
5
1. Halshoek ( TACK) met paalsteek aan boom (=boegspriet) bevestigen. 2. Retrieverlijn: door het onderste oog van de asymmetrische spinnaker, daarna met een paalsteek bevestigen aan een haakje of met een kleine knoop door het tweede (bovenste) oog. Afhankelijk van de mogelijkheden. Maak de paalsteek zo kort mogelijk! Retrieverlijn in rechte lijn door de ogen, hij mag nergens gedraaid zitten!
14
3. Schoothoek (CLEW): • Maak een korte paalsteek aan de clew • Ander uiteinde rond zijstag naar katrol • Ga naar de overkant van de boot • Ga terug door de katrol • Rond de zij- en voorstag • Maak een korte paalsteek aan de clew
4. Tophoek (HEAD): asymmetrische spinnakerval met korte paalsteek bevestigen aan een haakje of met een kleine knoop door het oog. Afhankelijk van de mogelijkheden. 5. A symmetrische spinnaker intrekken: Een persoon trekt de asymmetrische spinnaker rustig binnen in de buis, de andere begeleidt dit en zorgt dat de schoten nergens gedraaid zitten.
Asymmetrische spinnakerval mag nergens gedraaid zitten!
tophoek (head)
retr ieve rlijn
schoothoek (clew)
halshoek (tack)
boegspriet
15
AFVALLEN = VAN DE WIND WEG STUREN 1. Zeil vieren 2. Trekken aan je roer Afvallen is een koersverandering zonder te gijpen. Dit doe je wanneer je ruimer wil gaan varen.
Afvallen: Fokkenschoot wordt iets later dan de grootschoot gevierd!
halve wind
aan de wind ruime wind
in de wind voor de wind
24
6.2. Overstag gaan van aan de wind naar aan de wind
WAT DOET DE STUURMAN? 1. Je zeilt aan de wind op de kilgrens. 2. Als je voldoende snelheid hebt, kijk of je ruimte hebt aan loef. 3. Heb je ruimte aan loef, duw op je roer. 4. Blijf duwen op je roer tot je zeil overkomt. 5. Wanneer je zeil over komt, hou je roer terug in het midden. 6. Verander van plaats, zodat je weer aan loef zit. WAT DOET DE FOKKENMAAT? 1. Vier de fokkenschoot ongeveer 30 cm zodat de fok begint te killen. 2. Als je door de wind bent gedraaid, haal de fokkenschoot aan nadat het grootzeil bol valt en de boot weer snelheid heeft. 3. Fokkenschoot mag niet te bruusk en niet te strak aangehaald worden.
ZEIL NIET VIEREN!
Communiceer met elk aar! • Klaar om te wenden • Ja! • Ree!
BELANGRIJKE PUNTEN: • Aan de wind varen • Snelheid • Ruimte aan loef
25
6.6. Man-over-boord
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Man valt overboord. Stuurman roept: ‘Man overboord; ZWEM!’ Direct afvallen zodat je ruime wind vaart. Loef rustig op tot een bijdewindse koers. Vaar ongeveer 7 tellen door. Ga overstag. Val af totdat je een bijdewindse koers naar de drenkeling zeilt. 8. Draai bij naar de drenkeling toe. 9. Neem de drenkeling aan de loefzijde vast. 10. Neem de drenkeling weer aan boord.
nel oet zo s uvre m ren! e o n a u Dit m jk gebe mogeli ELING K DREN E D U OOG! HO IN HET D J I T L A
1&2
7
3&4 9&10
6 8
5
7 Met een gijpmanoeuvre kan dit ook, maar pas op dat je niet kapseist.
28
6.7. Hijsen en strijken van asymmetrische spinnaker* Dit is de taak van de fokkemaat. HIJSEN VAN DE ASYMMETRISCHE SPINNAKER: Op de bodem van de boot, ter hoogte van de mast, heb je twee katrolletjes. Voor de stuurboordkatrol is er een klemmetje. Het touw dat door de stuurboordkatrol loopt, dient om de asymmetrische spinnaker te hijsen. Als je de asymmetrische spinnaker hijst, gaat het touw automatisch in de klem. Zo valt hij niet naar beneden.
STRIJKEN VAN DE ASYMMETRISCHE SPINNAKER: De bakboordkatrol dient om de asymmetrische spinnaker te strijken. Maak het touw los uit het klemmetje dat aan stuurboord staat. De asymmetrische spinnaker valt dan naar beneden. Trek de asymmetrische spinnaker naar binnen via het touw aan de bakboordkatrol. De assymetrische spinnaker volgt automatisch.
*Enkel te behalen bij boten met een asymmetrische spinnaker
29