OPEN VENSTER
58
MAGAZINE KLINIEK SINT-JOZEF PITTEM
Open venster verschijnt driemaandelijks – Jg.15 nr. 58 • januari, februari, maart 2024 • Kliniek Sint-Jozef, Boterstraat 6, 8740 Pittem • Afgiftekantoor 9099 Gent X – P910731
Editoriaal Wanneer jullie deze editie van Open Venster in handen hebben, is de kerstboom terug opgeborgen voor een jaartje en heeft 2024 zich in volle vaart op gang getrokken. Toch wil ik graag van deze gelegenheid gebruik maken om jullie een jaar vol warmte en verbinding toe te wensen, met oog voor kleine en grote gelukjes op jullie pad.
Ook dit jaar willen we via ons Open Venster magazine een inkijk geven in de werking van Kliniek Sint- Jozef Pittem. In dit nummer zoomen we al meteen in op een thema dat inherent verbonden is aan de werking van ons ziekenhuis: de veiligheid van onze patiënten en medewerkers. Doorheen de jaren, en ondersteund door wetenschappelijke inzichten, evolueerden we naar een herstelondersteunend veiligheidsmanagement. Een bewuste aanpak die verankerd zit in ons zorgbeleid, maar ook door collega’s wordt uitgedragen via tal van grote en kleine initiatieven. En met resultaat: samen maakten we de switch naar een fixatievrij en afzonderingsarm ziekenhuis. Een goede wisselwerking met onze partnerorganisaties en de academische wereld is ook binnen het domein van veiligheid erg verrijkend. Zo werken we rond suïcidepreventie samen met het VLESP, waardoor best practices uit het werkveld worden samengebracht met wetenschappelijke evidentie. In dit Open Venster laten we
enkele medewerkers aan het woord die momenteel meewerken aan dergelijke trajecten. Verder in dit magazine praten we jullie ook bij over de uitrol van onze SIPI-app , de gedigitaliseerde versie van het vroegsignaleringsplan, die we in het vorige nummer reeds aan jullie voorstelden. Ook daar blijken de eerste ervaringen veelbelovend. We geloven dat elk van deze initiatieven verder kunnen bijdragen aan kwaliteitsvolle zorg, waarvoor onze medewerkers sowieso al elke dag het beste van zichzelf geven. Om beter te kunnen inschatten wat daarbij wel of niet werkt, testen we momenteel de techniek van waarderend auditen uit. De initiatiefnemers leggen in dit Open Venster uit wat die methode precies inhoudt. Jullie merken het: ook in 2024 beweegt er heel wat in Kliniek Sint-Jozef… Ilse Hoet Algemeen directeur
Colofon Open Venster is het magazine van Kliniek Sint-Jozef in Pittem. Open Venster verschijnt driemaandelijks. Redactiecomité: Ilse Hoet, Shalini Matthys, Greta Van Overschelde, Annelies Naert, Aurelie Hoornaert, Sabine Vandoorne, Martijn Devos
Editoriaal
2
Inzetten op groei in plaats van controle
3
Nieuwe behandeling voor suïcidale preventie
6
Vormgeving: dotplus.be
Een oefening in leren voelen wat er te voelen valt
7
Verantwoordelijke uitgever: Ilse Hoet, Boterstraat 6, 8740 Pittem
“Een waarderende audit bouwt voort op het goede” 9
Coördinatie: Aurelie Hoornaert Redactie: Sophie Beyers, Roel Jacobus, Kim Marlier, Stefanie Van den Broeck Fotografie: Thomas Callens
Vragen, opmerkingen en suggesties voor Open Venster: contacteer Aurelie Hoornaert, aurelie.hoornaert@sjp.be Wenst u Open Venster niet meer te ontvangen? Stuur een mailtje naar info@sjp.be en wij schrappen u uit ons adressenbestand.
2
Inhoud
Open venster
“Ons belangrijkste advies: durf over zelfdoding te praten”
10
Bestuursorgaan verwelkomt nieuwe leden
11
Team Expertisecentrum Veiligheid en Bescherming
De patiënt als volwaardige partner in herstelondersteunend veiligheidsmanagement
Inzetten op groei in plaats van controle TEKST: KIM MARLIER
Veiligheidsmanagement is een prioriteit waar een psychiatrisch ziekenhuis dagelijks mee bezig is. “Het thema is inherent verbonden aan onze patiënten en één van de kernopdrachten van het ziekenhuis. Wij kozen bewust voor herstelondersteunend veiligheidsmanagement”, vertelt beleidspsycholoog Martijn Devos. Verpleegkundigen Bieke Vandermeersch en Dante Crampe vertellen hoe zij dit in de praktijk omzetten. Hoe laat je de controle los en zet je in op groei en verbinding? "Vroeger gebruikten wij nog fixatie en isolatie bij risicogedrag, maar sinds een vijftiental jaar hebben we de switch gemaakt naar een fixatievrij en afzonderingsarm ziekenhuis”, vertelt Martijn Devos, beleidspsycholoog en lid van de Werkgroep Veiligheidsmanagement bij risicogedrag. “Dat is vrij organisch gegroeid door te luisteren naar patiënten en met hen in gesprek te gaan. Hoe voelde het voor hen als wij ingrepen en controleerden? Op dat moment trokken enkele denkkaders rond herstelgerichte zorg onze aandacht en dat versterkte ons gevoel: Het moet anders kunnen. Vanuit dat zaadje groeide een ander beleid waar we nu de vruchten van plukken."
Preventief ondersteunen Kliniek Sint-Jozef zet in op herstelondersteunend veiligheidsmanagement, waarin altijd naar herstel toe gewerkt wordt vanuit een goede afstemming met de patiënt. “We zorgen ervoor dat we niet moeten overnemen en beveiligen, maar in plaats daarvan geven we de patiënt ruimte en werken we ondersteunend en preventief”, legt Dante Crampe, verpleegkundige op het zorgpad Psychotherapie Jeugd, uit. “Vroeger handelden we vooral wanneer er een crisis losbrak. Nu zetten we in op leren aanvoelen wanneer het moeilijk wordt en wat een patiënt zelf kan doen om een crisis te vermijden. Het vroegsignaleringsplan is voor patiënten bijvoorbeeld een belangrijke tool om te voelen wat er gebeurt, waar het dreigt verkeerd te lopen en hoe ze zelf die crisis kunnen afwenden.” “We spelen in op de kracht van een patiënt en betrekken hem als een actieve medespeler in het omgaan met risicogedrag”, vult Bieke Vandermeersch, verpleegkundige op het zorgpad Klinische Psychodynamische Psychotherapie, aan. “We werken samen en gaan in dialoog. Wat kan helpen?
Binnen herstelondersteunend veiligheidsmanagement is de patiënt geen lijdend voorwerp, maar een volwaardige partner die we mee betrekken. Een patiënt is niet geholpen wanneer wij zomaar zaken overnemen om risico's te vermijden. Hoe minder we moeten overnemen en beschermen, hoe beter.”
Visie en waarden “Het oude systeem was gestoeld op controle, beheersing en vertrok vanuit angst. Nu stoelt het op waarden zoals groei, loslaten en gelijkwaardigheid. Hulpverleners staan nooit boven een patiënt”, legt Martijn uit. “Het is tegenstrijdig om op te merken, maar hoe meer we in verbinding gaan en soms wat durven loslaten, hoe minder risicogedrag er gesteld wordt." “Als je alles overneemt en iemand afzondert, kan er weinig gebeuren maar daar leert een patiënt niets uit. Meer nog, daar heeft hij niets aan zodra hij buiten het ziekenhuis is. Crisissen kunnen ook momenten van groei en positieve leerkansen zijn. Het is voor een patiënt heel waardevol om dat te voelen: Het is mij, tegen alle verwachtingen in, toch gelukt. Ik heb de crisis die ik voelde borrelen kunnen afwenden." “Zelfbeschikking en autonomie Magazine kliniek Sint-Jozef Pittem
3
Van links naar rechts: Dante Crampe, Martijn Devos en Bieke Vandermeersch
zijn zeer belangrijk”, beaamt Dante.” “De patiënt blijft expert van zichzelf en het is essentieel om de context te blijven betrekken, want net zij kennen de persoon al heel lang.”
Alles onder de loep Om de switch te maken naar herstelondersteunend veiligheidsmanagement moet een ziekenhuis oude regels en procedures herbekijken en bijsturen. “Wanneer je zoekt naar afstemming en verbinding kan je inzetten op zorg op maat”, zegt Bieke. “Elke patiënt is anders, de ene heeft meer rustmomenten nodig, de ander meer input. Vroeger hadden we een toezichtsysteem met codes die de vrijheden van een patiënt bepaalden. Die waren bijna identiek voor iedereen die op hetzelfde toezichtniveau stond. Dat hebben we volledig geschrapt en in plaats daarvan bekijken we nu per patiënt wat hem kan helpen en leggen we de regie volledig bij de patiënt. Vroeger namen we patiënten die automutileren bijvoorbeeld voorwerpen af, maar nu gaan we in dialoog. We bekijken samen met de patiënt hoe hij hiermee kan omgaan. Dat is essentieel, want eenmaal buiten het ziekenhuis is alles binnen handbereik. Daarom zetten we in op groei in plaats van controle.” “Vroeger hadden we nog lange lijsten met regels en afspraken die patiënten hun vrijheid beperkten”, zegt Martijn. “Elk zorgpad kreeg de uitdaging om de geldende regels bij hen in vraag te stellen. Welke afspraken hebben we nodig gebaseerd op onze waarden en normen? Zo konden we het aantal regels terugschroeven tot een absoluut minimum.”
Koppeling tussen beleid en werkvloer
Naast het kernprogramma dat patiënten volgen op het zorgpad zelf, is er ook ruimte om aan sessies deel te nemen uit verschillende expertisecen-
4
Open venster
Evolutie aantal afzonderingen 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
368
412
473
754
799
465
491
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
423
453
400
18
396
82
89
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
34
18
23
8
9
3
8
tra (Expertise.net). Deze therapieën worden kliniekbreed aangeboden. “Het expertisecentrum “Veiligheid en bescherming” heeft de opdracht om sessies uit te werken die aanvullend kunnen zijn voor patiënten, maar zet zijn expertise ook in om collega's te ondersteunen. Zo is het een inspiratiebron die past binnen het grotere zorgbeleid van het ziekenhuis”, vertelt Martijn. “Daarnaast werd er ook een werkgroep Veiligheid gevormd die de beleidslijnen rond veiligheidsmanagement uit tekent. Zij bekijken niet alleen wat er nodig is op vlak van opleiding en veiligheid binnen het ziekenhuis, maar ook wat er verwacht en gevraagd wordt vanuit de overheid. Regelmatige overlegmomenten maken de verbinding tussen de werkgroep en het expertisecentrum 'Veiligheid en bescherming'. Het expertisecentrum koppelt terug naar het beleid en helpt het beleid vertalen naar de werkvloer in het contact met de patiënten.”
Preventief werken
“De kern ligt nu bij communicatie en open dialoog”, vertelt Bieke. “Betrokken zijn in verbinding met patiënten, zodat ze zich als persoon gezien en gerespecteerd voelen. Net doordat je op voorhand een inschatting maakt en daarover duidelijk communiceert met je patiënt, werk je preventief waardoor je een patiënt een gevoel van veiligheid geeft.”
“Preventief werken toont betrokkenheid, waarmee je werkt aan vertrouwen”, vult Dante aan. “Wanneer ik weet dat een jongere een lastig gesprek voor de boeg heeft, denken we vooraf samen na. Wat kan je doen na het gesprek? Wat zou jou kunnen helpen? En nadien pols ik altijd even hoe het verlopen is.”
Ervaren dat het werkt De visie en manier van werken zorgt voor opvallende resultaten op de werkvloer zoals het drastisch verminderen van fixatie en isolatie. “Ik werk in de hulpverlening omdat ik mensen wil helpen groeien en groei gebeurt niet wanneer je mensen opsluit”, vertelt Dante. 'Positive risk taking' is een benadering die haaks op controle staat. “Wanneer een patiënt met suïcidale boodschappen dreigt voor het weekend, kunnen we ervoor kiezen om die toch naar huis te laten gaan. Wel met ondersteuning zoals bijvoorbeeld een planning en geplande belmomenten. Vroeger zouden we die patiënt uit angst in het ziekenhuis houden. Nu nemen we dat berekend risico, uiteraard gedragen door overleg met het team en na afstemming met de context.” “Het is belangrijk om ondanks je eigen angst de focus te leggen op de groei van de patiënt”, vertelt Martijn. “Als we op zeker willen spelen, zonderen
we een patiënt af maar in die situatie zit geen groei. In plaats daarvan vragen we ons af: Wat heeft deze persoon nodig om uit deze situatie te kunnen leren? Onze eigen angst bespreken we vooral met elkaar in intervisie en ook daar proberen we uit te leren.” “Ook het afzonderen is vaak niet meer nodig”, vult Bieke aan. “Wanneer het toch nog noodzakelijk blijkt, is het veel beperkter in tijd. Dat is mooi om te zien. In dat geval nemen we nadien altijd de tijd om het incident te analyseren. We bespreken met de patiënt hoe hij de situatie heeft ervaren en wat er eventueel anders of beter kan.” “We hadden gehoopt dat deze manier van werken zou aanslaan, maar het blijft spectaculair om te ervaren dat het werkt”, zegt Martijn.
Aantal fixaties 2008
34
2009
24
2010
47
2011
31
2012
37
2013*
?
2014
9
2015
1
2016
2
2017
4
2018
1
2019
0
2020
0
2021
0
2022
0
2023
0
*geen cijfers ter beschikking
Magazine kliniek Sint-Jozef Pittem
5
Het belang van naasten en eigenaarschap om suïcide te voorkomen
Nieuwe behandeling voor suïcidale preventie TEKST: SOPHIE BEYERS
Suïcidaal gedrag is een niet te onderschatten probleem in Vlaanderen. Suïcide preventie is dan ook belangrijk binnen de geestelijke gezondheidszorg. Daarom ontwikkelden UGent en het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP) de Suïcidale Crisis Interventie, kortweg SCI. Eigenaarschap en het betrekken van de omgeving staan centraal in dit traject. De methodiek moet nog wetenschappelijk gevalideerd worden, iets waar Kliniek Sint-Jozef zich mee voor engageert. Suïcidale preventie is immers een belangrijk deel van ons veiligheidsmanagement. Bovendien vindt het ziekenhuis het belangrijk om mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek dat de suïcidale preventiemogelijkheden nog meer kan versterken. Julie Vandekerckhove en Isabel D’hont, beiden betrokken bij het expertisecentrum Veiligheid & Bescherming, geven uitleg. “De SCI wil handvaten bieden in de behandeling van suïcide”, steekt Isabel van wal. Ze is beleidspsycholoog binnen het zorgprogramma Jeugd. “Het model maakt een onderscheid tussen wat er gebeurd is en de bredere verklarende onderlaag. We hebben het in het traject niet enkel over de ‘druppel’ die de persoon heeft aangezet tot suïcidaal gedrag of gedachten, maar bekijken alle factoren die kunnen meespelen. Zo kan de patiënt het geheel beter overschouwen.” “De SCI helpt ons als hulpverlener om alle elementen in gedachten te houden. Het is een holistische aanpak van suïcidepreventie”, beaamt Julie, verpleegkundige specialist. “Het kan perspectief bieden aan de patiënt die met dit traject vat krijgt op het geheel. De patiënt krijgt daarbij een actieve rol. Hoe kan hij of zij binnen die context het leven weer in handen nemen? We
6
Open venster
gaan daarbij niet alleen met de patiënt aan de slag. Er is ook iemand uit de omgeving van de patiënt die aan het traject deelneemt. De patiënt mag zelf kiezen wie dat is. Dat is een verschil met bestaand methodieken: de context wordt van meet af aan betrokken.”
Een persoonlijk plan
De SCI bestaat uit vier sessies die best snel op elkaar volgen. In de eerste sessie doet de patiënt zijn of haar verhaal. Ook de betrokken persoon uit de context is daarbij aanwezig en de begeleider stelt ondersteunende vragen. In de tweede sessie wordt het integratief verklarend model toegelicht. Suïcidaal gedrag bevat veel lagen. Zo kunnen genetische, neurologische of psychologische factoren een rol spelen. Evengoed kunnen er vroegere levenservaringen, stressfactoren en sociale of psychische problemen zijn. Daarnaast zijn er factoren die risico verhogend zijn of net beschermend waarbij de kans op suïcide verlaagt. De patiënt krijgt het model mee naar huis om het concreet toe te passen op zijn of haar situatie. Dit ‘huiswerk’ wordt in de derde sessie overlopen. “Het is niet aan ons om te zeggen wat de patiënt moet doen. Door zelf na te denken hoe je leven eruit ziet en hoe je in elkaar zit, creëer je eigenaarschap”, legt Julie uit. “In deze sessie stellen we een Safety Plan op dat puur gericht is op suïcidepreventie. Het plan wordt opgemaakt aan de hand van inzichten over het eigen suïcidaal gedrag. Als het moeilijk is, kan de patiënt het plan boven halen en checken wat hem of haar rust brengt. Ook voor de omgeving kan dit een houvast bieden”, zegt Isabel. “Het is belangrijk dat het plan concreet is. ‘Muziek opzetten’ is niet voldoende. Je moet specifiek omschrijven welke muziek. Bepaalde muziek kan immers het suïcidaal gedrag versterken”, aldus Julie.
Veiligheid
In de laatste sessie worden doelstellingen voor de toekomst geformuleerd. “Doel is een veiligheid te installeren zodat er voor de patiënt hoop komt dat diens situatie kan veranderen. De aanwezigheid van de context is belangrijk, zodat de situatie ook daar bespreekbaar is. Het is samen met hen zoeken naar een houvast en alternatieven”, zegt Isabel. “We nemen even de verantwoordelijkheid weg om de situatie draaglijk te maken, maar willen ze dan teruggeven zodat de patiënt weer kan functioneren. Wij zijn er maar tijdelijk, dus je moet werken aan die veiligheid die er ook buiten deze muren moet zijn”, zegt Julie. Het onderzoek om de SCI te valideren, loopt anderhalf jaar. Naast Kliniek Sint-Jozef, nemen ook nog andere ziekenhuizen deel. Julie en Isabel geloven sterk in de SCI, maar blijven ook nuchter. “Het is belangrijk dat er verwetenschappelijking is, maar dat is niet het enige wat telt. De SCI zal niet voor iedereen de juiste methodiek zijn. We mogen er dus zeker niet rigide mee omgaan. Maatwerk blijft belangrijk”, zegt Julie. “We moeten ook niet zomaar overboord gooien wat er al bestaat. Het doel is nu kijken of we met de SCI andere resultaten halen dan met de reeds bestaande methodes. Maar naar ons gevoel kan de SCI wel een goede surplus zijn op reeds bestaande behandelingen”, besluit Isabel.
De SIPI-app uitgetest in de praktijk
Een oefening in leren voelen wat er te voelen valt TEKST: KIM MARLIER
Een crisis komt nooit uit het niets. Er is altijd een opbouw die je kan opmerken door te luisteren naar signalen van je lichaam. In het najaar van 2023 introduceerde Kliniek Sint-Jozef de SIPI-app. Die biedt een digitale versie van het vroegsignaleringsplan, een tool waarmee patiënten preventief en proactief aan de slag gaan met signalen van oplopende spanning . (Meer hierover in het Open Venster van oktober 2023) Verpleegkundigen Lara Geldhof en Annemie Dupon gingen met de app aan de slag in de rol van patiënt en begeleider. Hoe ervaren zij het werken met deze digitale tool? Wat zijn de voordelen tegenover werken op papier? “Het vroegsignaleringsplan is de basis van de SIPI-app”, vertelt Sabine Vandoorne, stafmedewerker Zorg. “Je duidt een aantal triggers aan en koppelt deze aan signalen. Tijdens de scoremomenten scoor je op die signalen. Het klinkt eenvoudig, maar we merkten in de praktijk dat regelmatig scoren niet evident was. Een patiënt moet stilstaan om te voelen hoe het met hem gaat en dat is niet eenvoudig. Om goed te kunnen inschatten in welke emotionele rollercoaster je zit, is het belangrijk om op regelmatige tijdstippen te scoren terwijl net dat stilvallen en voelen heel confronterend is. De scoremomenten op papier werden heel vaak vergeten. Daarom ontwierpen we een digitale versie die scoremomenten eenvoudig en aantrekkelijk maakt. De app stuurt op regelmatige tijdstippen een notificatie en het scoren wordt onmiddellijk vertaald zodat je letterlijk op je scherm ziet of je in de groene, oranje of rode fase zit. SIPI stelt afhankelijk van de fase enkele acties voor. De SIPI-app past zo binnen zorg op maat. Hoeveel je scoort, welke trig-
gers je ingeeft en waar je de scores legt, zijn heel persoonlijk. Je moet zelf voelen hoe vaak je nood hebt aan een emotionele check-in.”
Pittig om te voelen Verpleegkundige Lara Geldhof testte de app uit in de rol van patiënt. Sinds juni 2023 scoort ze dagelijks hoe ze zich voelt. Ze ervaarde aan de lijve wat moeilijk is en waar een patiënt kan vastlopen. “Amai, het is niet zo eenvoudig”, was mijn eerste reactie toen ik deze app uittestte”, vertelt Lara. “Het is pittig om steeds naar je binnenkant te kijken en je af te vragen 'Hoe zit ik erbij?' Het vergt inzicht in je eigen spanningsen crisisopbouw. Wat voel ik? Welke signalen herken ik bij mezelf als de spanning verhoogt? En toch is het een belangrijk leerproces, want door regelmatig te scoren merk je patronen op, waardoor je leert anticiperen. Deze situatie zal voor extra spanning zorgen, hoe kan ik voor mezelf rust inbouwen? Elke maand toont de app een overzicht en dat werkt relativerend. Soms heb je het gevoel 'ik heb de hele maand op het randje tussen oranje en rood gebalanceerd', terwijl uit het overzicht blijkt dat dit maar een klein percentage van de tijd was. Met andere woorden, het geeft een objectief overzicht. Door de app uit te testen ervaar ik meer begrip voor de moeilijkheden die een patiënt kan ervaren bij het scoren. Ik heb zelf ervaren hoe intens het kan zijn om dagelijks naar je binnenkant te kijken en bewust stil te staan bij wat je voelt. Daarom zal ik samen met een patiënt op zoek gaan naar wat ervoor zorgt dat er moeilijkheden zijn bij het scoren.”
Geen werkloos blad meer Verpleegkundige Annemie Dupon
begeleidt al drie maanden patiënten die met de app werken. Zij scoort zelf niet, maar volgt haar patiënten mee op. Dit kan met de begeleiderskant van de app. “Het vroegsignaleringsplan is door deze app niet langer een vergeeld blad papier aan de koelkast”, vertelt Annemie. “Vroeger maakte een patiënt een plan op omdat wij benadrukten dat het belangrijk was. Een aantal hield het vol, maar bij de meesten vervaagden de intenties. Ze voelden zich iets beter, het scoren werd minder belangrijk en de gewoonte verdween. Het gegeven van de app zorgt voor een lagere drempel waardoor ze er meer mee bezig zijn. Het is een persoonlijk werkmiddel dat meegroeit. Wanneer iemand voelt dat een actie niet werkt, gooien ze die eruit en zoeken we een alternatief. Een patiënt vertelde dat hij in zijn zetel wegzakt en het huishouden laat slabakken wanneer hij zich minder goed voelt. Als duwtje en actie formuleerde hij: 'eerst doen en dan rusten'. Dat komt in tekst op het scherm, maar we koppelden er ook 'I want to break free' van Queen aan. Zien hoe Freddy Mercury met een stofzuiger en plumeau door de woonkamer danst, gaf hem net dat extra duwtje om in actie te schieten. Wanneer de app goed gebruikt wordt, geeft het je als begeleider een beter zicht op de spanningsopbouw van een patiënt. Bij een gesprek of een plan op papier moet een patiënt woorden kunnen geven aan een situatie of is het omslachtig om terug te kijken. De app schetst een objectieve weergave van de situatie. Omgekeerd is het ook boeiend om te zien hoe een patiënt een crisis scoorde. Werd deze ook aangeduid als een rode fase of bleef de patiënt zichzelf in oranje scoren? Magazine kliniek Sint-Jozef Pittem
7
Het al dan niet scoren heeft ook een betekenis. Waarom kiest een patiënt ervoor om niet te scoren, wat wil hij niet tonen of voelen? Wat zorgt ervoor dat hij heel vaak scoort?"
Geen communicatiemiddel
We onderzoeken ook hoe we de context van de patiënt mee kunnen betrekken in de app. Zij vangen sneller en andere signalen op dan wij in het ziekenhuis zien en we willen dat ook in de app kunnen integreren.
Intussen is de app operationeel voor het volledige ziekenhuis. Dat houdt in dat elke begeleider ermee kan werken en dat de app beschikbaar is voor elke patiënt én medewerker. Want dagelijks stilstaan bij hoe je je voelt is een enorme meerwaarde voor elke mens.”
“Als begeleider kan ik aanpassingen doen in de app, maar ik spreek met mijn patiënten af dat ik dit nooit doe”, vult Annemie aan. “Alles verloopt in samenspraak en het is nooit een verplichting. Wij kunnen als begeleider op elk moment de scores en overzichten bekijken en dat is meteen een aandachtspunt. Het is belangrijk om je patiënten niet te controleren. De gelijkwaardigheid blijft belangrijk en dat moeten we bewaken. Daarnaast mag de SIPI-app geen communicatiemiddel zijn. Als we zien dat een patiënt rood scoort is het niet de bedoeling dat wij onmiddellijk reageren. En omgekeerd mag een patiënt niet denken: “Ik scoor oranje en wacht tot mijn begeleider dit ziet en ingrijpt.” In de ideale situatie scoort een patiënt oranje of rood en stapt met die bevinding naar de begeleiding. Kortom, de app mag de communicatie tussen mensen nooit vervangen.”
Verdere plannen en dromen
“De SIPI-app werd op onze vraag ontwikkeld door Jacob Delabie en enkele leden van de werkgroep Veiligheidsmanagment bij risicogedrag”, vertelt Sabine. “Ook buiten Kliniek Sint-Jozef wordt deze goed onthaald, andere zorginstellingen zijn geïnteresseerd om hiermee te werken. Iets wat in het kader van zorgcontinuïteit bijzonder fijn zou zijn. Wanneer een patiënt op ontslag gaat, heeft hij nog steeds toegang tot de app maar deze wordt losgekoppeld van de begeleider. Wij hopen uiteraard dat de SIPI-app nog steeds gebruikt wordt als een dagelijkse check-in en dat de patiënt de scores of overzichten bespreekt met een therapeut als dat nodig voelt. Daarom zetten we nu in op netwerking omdat we hopen dat andere hulpverleners of de context kunnen aankoppelen als de patiënt die nood zou voelen.
8
Open venster
Koen deelt zijn ervaringen met de SIPI app “Ik gebruik de app nu een tiental weken. Daarvoor werkte ik met het signaleringsplan op papier, dus ik wist al hoe het scoren en de bijhorende fases in elkaar zaten. Doordat ik mijn gsm altijd bij de hand heb, is ook mijn signaleringsplan nooit ver weg. Dat is voor mij dan ook het grootste voordeel van de SIPI app ten opzichte van de papieren versie. Ik vind ook de notificaties handig die je helpen herinneren wanneer het tijd is om te scoren en gebruik daarnaast vaak de mogelijkheid om met notities mijn scores te duiden. Via foto’s en videoclips personaliseerde ik de app verder. De clip van Queen helpt mij bijvoorbeeld door een moeilijk moment en voel ik me vermoeid, dan kijk ik naar Road Runner (lacht). Door SIPI sta ik sowieso bewuster stil bij hoe ik me voel en onderneem ik ook sneller actie. Soms verkeer je nog in staat van ontkenning en dan helpt het om zwart op wit je scores te zien staan. Verpleegkundige Annemie kan met de begeleiderskant van de app mijn scores vanop afstand opvolgen. Af en toe brengt ze dit ter sprake tijdens een overleg en blikken we samen terug op de afgelopen periode. Binnenkort komt mijn traject in Kliniek Sint-Jozef ten einde. Ik blijf de app wél verder gebruiken, al is het dan zonder de begeleiding van Annemie.”
Annelies Naert en Anneleen Vanmaele
Proefproject intern waarderend auditen als alternatief voor traditionele checklist
“Een waarderende audit bouwt voort op het goede” TEKST: ROEL JACOBUS
Een klassieke audit gaat na in welke mate vooropgestelde normen gehaald worden. Om die veeleer ‘controlerende’ aanpak te doorbreken, startte in januari een intern proefproject volgens de methode van het waarderend interview. “Daarmee willen we de medewerkers op een positieve, warme manier aanmoedigen”, zeggen stafmedewerker zorg Annelies Naert en verpleegkundige Anneleen Vanmaele. Naast de audits en inspecties van de overheid, is het in een ziekenhuis ook goed om zelf na te gaan of de vooropgestelde resultaten gehaald worden. Op de klassieke manier gebeurt dit met een gesloten bevraging waarbij een bepaald resultaat wel of niet aanwezig is. Bij dit soort checklist kun je op veel vragen alleen met ja of nee antwoorden. "Cijfers zijn belangrijk maar bieden weinig ruimte voor het verhaal en de visie van de organisatie. Met louter een checklist krijg je dus niet per definitie de beste informatie over de kwaliteit van de zorg. Zo kan bijvoorbeeld een daling van het aantal suïcide-incidenten veroorzaakt zijn door vooral in te zetten op het beveiligen van patiënten. Terwijl wij kwalitatieve zorg meer zien als met de patiënten aan de slag gaan
en hen mee verantwoordelijkheid rond die veiligheid te geven”, zegt stafmedewerker en kwaliteitscoördinator Annelies Naert. Daarom werd gezocht naar een andere methode om de kwaliteit en patiëntveiligheid te monitoren, in een aanpak die beter bij de positieve en constructieve cultuur van het ziekenhuis past. Na enig rondspeuren, werd de interesse gewekt voor de methode van waarderend auditen. “Hierbij ga je op een warme en positieve manier met de medewerker in gesprek. De nadruk ligt daarbij op goede voorbeelden die de medewerker meemaakte. Daar heb je als hulpverlener iets aan om de kwaliteit te verhogen”, zegt verpleegkundige Anneleen Vanmaele.
Kansen creëren
Een waarderende audit creëert kansen, zegt Annelies: “Die aanpak vertrekt uit de ambities van de organisatie en daagt de mensen uit om op hun goede praktijken verder te bouwen. Zo kom je in een meer actiegerichte modus. Dit vertoont parallellen met de manier waarop we met onze patiënten omgaan". In januari '24 startte een proefproject voor een waarderende audit rond risi-
cogedrag bij patiënten. Een belangrijk thema, benadrukt Anneleen: “Dit zit in onze corebusiness en draait om de drie pijlers suïcide, zelfverwondend gedrag en agressie. De grootste uitdaging voor de auditor is om niet zelf de inhoud in te vullen, maar om vanuit een nieuwsgierige, waarderende houding de juiste vragen te stellen. Met een niet-oordelende houding vermijden we ook weerstand om open te durven praten.”
Kleinschalig opzet
De start wordt een klein pilootproject van drie verpleegkundigen die een basisopleiding voor waarderend auditen kregen. Ondersteund door Annelies, zullen ze op elkaars zorgpaden langsgaan om er de werking te evalueren. “Dat gebeurt in twee gesprekken van ongeveer anderhalf uur met een groepje van twee of drie medewerkers. Dit neemt de stress van een één-op-één bevraging weg en is tegelijk kleinschalig genoeg om het gesprek gestructureerd te houden. Het verslag van de gesprekken wordt in dezelfde waarderende stijl opgemaakt.” Na deze eerste ervaring wordt gekeken of de methode vatbaar is voor herhaling en uitbreiding naar andere thema’s.
9
Nieuw referentiekader suïcidepreventie speelt in op praktijk
“Ons belangrijkste advies: durf over zelfdoding te praten” TEKST: STEFANIE VAN DEN BROECK
Het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie lanceerde zopas een nieuw referentiekader rond de detectie en behandeling van suïcidaal gedrag. Professor Gwendolyn Portzky, directeur van het VLESP, en Sabine Vandoorne, stafmedewerker bij Kliniek Sint-Jozef, leggen uit hoe best practices uit het werkveld dit mee vormgaven en hoe belangrijk die wisselwerking is.
een die met vragen zit over zelfdoding en de preventie ervan. Dat verloopt grotendeels via het platform 1813, bij velen bekend als 'de Zelfmoordlijn'. Maar het gaat veel breder dan dat, vertelt Gwendolyn Portzky. “We bieden ook veel informatie en adviezen voor hulpverleners, journalisten, studenten… Bovendien hebben we als opdracht om preventie-methodieken te ontwikkelen, op basis van wetenschappelijke evidentie. We evalueren altijd zelf of bepaalde tools of interventies veilig zijn en effectief werken. Soms kan een bepaalde methodiek in het buitenland prima werken, maar in Vlaanderen niet, of omgekeerd. Om al die methodieken bij de betrokkenen te krijgen - in de eerste plaats hulpverleners - investeren we zeer veel in vorming en training.”
Specifieke doelgroepen
Gwendolyn Portzky (foto: Jonathan Ramael)
Het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP) bestaat tien jaar, en toch kent nog niet iedereen deze organisatie. “Wij zijn een partnerorganisatie van de Vlaamse overheid, ter preventie van zelfdoding. Zo staan we in voor de coördinatie van het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie”, legt professor Gwendolyn Portzky uit. Als expertisecentrum is het VLESP hét Vlaamse aanspreekpunt voor ieder-
10
Open venster
In 2017 lanceerde het VLESP de multidisciplinaire richtlijn voor detectie en behandeling van suïcidaal gedrag. Dat is een breed referentiekader met informatie en adviezen voor hulpverleners. “Cruciaal daarin is dat suïcidale gedachten bespreekbaar moeten zijn: veel hulpverleners durven het gesprek niet aan te gaan, uit angst om zelfdoding ‘uit te lokken’. Maar we hebben intussen voldoende wetenschappelijke evidentie om te weten dat dit niet klopt. Het is net heel belangrijk om erover te praten.” Het VLESP werkt nauw samen met mensen uit het werkveld en op basis van hun feedback lanceerde het recent een nieuw referentiekader. De algemene richtlijn kreeg een grondige update, op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten. Daarnaast is er verhoogde aandacht voor twee specifieke doelgroepen: enerzijds kinderen en jongeren, anderzijds mensen met autisme. Beide groepen vragen een specifieke aanpak, legt Gwendolyn
Portzky uit. “We weten bijvoorbeeld dat mensen met autisme een verhoogd risico hebben op suïcide. Dat valt deels te verklaren omdat zij vaak heel hard hun best doen om sociaal mee te draaien en hun symptomen maskeren. Dat kan erg vermoeiend zijn, waardoor er soms zelfs sprake is van een ‘autistische burn-out’, die uiteindelijk kan leiden tot suïcidale gedachten. Maar ook die gedachten worden vaak gemaskeerd. Het is belangrijk dat hulpverleners die aparte dynamiek leren herkennen. Maar vooral ook dat ze het gesprek over suïcide durven aan te gaan. Die communicatie moet helder en ‘autismevriendelijk’ zijn.”
E-learning
De wetenschappelijke publicaties van het VLESP kunnen voor hulpverleners soms een vrij 'taaie materie' zijn. Om alles zo vlot mogelijk te verwerken, ontwikkelde het VLESP verschillende e-learning-modules. Aan de hand van fictieve casussen en oefeningen krijgen hulpverleners alle informatie mee, maar op die manier komt alles vlotter binnen en blijft het ook beter hangen. Ook de hulpverleners van Kliniek Sint-Jozef gaan met die modules aan de slag, vertelt stafmedewerker Sabine Vandoorne. “We hebben de voorbije tien jaar heel veel gewerkt rond veiligheid bij risicogedrag. Dat gaat over zelfverwonding en agressie, maar ook over suïcide. We hebben daarin al grote stappen gezet: vroeger waren er op jaarbasis tot wel 800 afzonderingen, nu nog maar acht. We geloven sterk in het model van ‘positive risk taking’, waarbij je vertrouwen geeft aan je patiënten en werkt vanuit die band. Voor zelfverwonding werkt dat zeer goed. Maar als het over suïcide gaat, ligt dat voor medewerkers nog een stuk moeilijker: ze willen hun patiënten heel graag vertrouwen geven, maar in hun achterhoofd speelt toch de angst voor een mogelijk fatale af-
“Wij willen in de eerste plaats ondersteuning bieden aan hulpverleners. Suïcide is een van de zwaarste thema’s waarmee zij te maken krijgen, daarom bieden we handvaten.” loop. Daarom zetten we de richtlijnen van het VLESP graag nog eens extra in de verf en investeren we veel in sensibilisering en training rond suïcide. Vaak merken we dat medewerkers toch wat aansporing nodig hebben om de e-learning-modules te doorlopen. Het vraagt een extra inspanning, bovenop hun reeds goedgevulde takenpakket. Al geven medewerkers die de module gevolgd hebben wel aan dat het een meerwaarde is. Er is dus een kentering bezig, wat zeker een goede zaak is.”
Wisselwerking
Ook positief is de wisselwerking tussen het werkveld en het VLESP. Sabine en haar collega’s vonden bepaalde adviezen moeilijk haalbaar. Dat ging bijvoorbeeld over infrastructuur: zo raadt het VLESP aan om douche- en radiatorknoppen aan te passen, om suïcide te voorkomen. En om op elke afdeling 'herstelkamers' te voorzien. Dat klinkt mooi in theorie, maar praktisch is het niet altijd haalbaar. Met die feedback ging het VLESP ook effectief aan de slag, iets wat Sabine toejuicht.
“Het is belangrijk om tot een gemeenschappelijk gedragen kader te komen, dat uitvoerbaar is in het werkveld.” Ook Gwendolyn Portzky stelt zulke feedback sterk op prijs. “Dat onze e-learning-modules soms als een verplicht nummertje worden gezien, is heel jammer. Want wij willen in de eerste plaats ondersteuning bieden aan hulpverleners. Suïcide is een van de zwaarste thema’s waarmee zij te maken krijgen, daarom bieden we handvaten. Maar we benadrukken altijd dat suïcidepreventie geen exacte wetenschap is. Onze richtlijnen zijn veilig en werkzaam, maar ze zijn niet altijd haalbaar en ze werken helaas ook niet voor elke patiënt.”
Suïcidale crisisinterventie
Nu het nieuwe referentiekader gelanceerd is, blikken we nog even vooruit. Want er staan bij het VLESP nog heel wat nieuwe projecten op stapel. “Op dit moment zijn we bezig met een grootschalige studie naar suïcidale crisisinterventie”, vertelt Gwendolyn Portzky.
Sabine Vandoorne
Daarnaast zal het VLESP de komende tijd ook gerichte ondersteunende methodieken ontwikkelen, speciaal voor kinderen en jongeren. “We hadden al een app, ‘On track again’, die door technische problemen stopgezet is. We gaan een nieuwe app ontwikkelen, voor alle jongeren die suïcidale gedachten hebben en/of een suïcidepoging hebben ondernomen.” Daarnaast gaat de organisatie ook meer visueel materiaal ontwikkelen, voor mensen met cognitieve problemen. Veel interventies rond suïcide zijn heel talig, maar uiteraard is het belangrijk dat iederéén geholpen kan worden.
Bestuursorgaan verwelkomt nieuwe leden In 2023 mochten we 3 nieuwe leden verwelkomen in het Bestuursorgaan van Kliniek Sint-Jozef: Charlotte Pille, Ann Lammens en Tom Denolf. We heten hen nogmaals van harte welkom en wensen hen veel succes!
V.l.n.r.: Charlotte Pille, Paul Callebert (voorzitter), Siska Bourgeois, Ann Lammens, Tom Denolf, Hilde Vens, Philippe Mulliez, Nathalie Muylle. - Ontbreekt: Caroline Everaert
Magazine kliniek Sint-Jozef Pittem
11
NETWERK WINGG
ZORGPROGRAMMA
OUDEREN*
ZORGPROGRAMMA
Zorgpaden
Zorgpaden
Angst en Stemming A Angst en Stemming B Fase en Middel Dr. An Verbrugghe Dr. Hannes Dechamps
JEUGD
Observatie & kortdurende behandeling Dr. Jolien Braet Psychotherapie jeugd Dr. Evelyne D’hoore Psychotherapie jongvolwassenen Dr. Geert Everaert Twoape dagbehandeling* Dr. Evelyne D’hoore *Associatie met AZ Delta, AZ Jan Yperman en in samenwerking met OC Sint-Idesbald
*in samenwerking met de afdeling psychogeriatrie AZ Delta
EXPERTISECENTRUM ECT
POLIKLINIEK Psychiaters
Jeugd en jongvolwassenen Dr. Geert Everaert
Centrum voor psychiatrie en psychotherapie
Boterstraat 6, 8740 Pittem Tel. 051 46 70 41 • Fax 051 46 70 46 info@sjp.be • www.sintjozefpittem.be Voor meer informatie en contactgegevens: www.sintjozefpittem.be
ZORGPROGRAMMA
VOLWASSENEN Aanmeldcentrum Dr. Hannes Dechamps Zorgpaden
ACT dagbehandeling Dr. Hanne Vermeersch
Kinderen en jeugd Dr. Evelyne D’hoore Dr. Jolien Braet
Kliniek Sint-Jozef vzw
NETWERK KWADRAAT
Volwassenen Dr. Hanne Vermeersch Dr. An Verbrugghe Dr. Wolf Spanoghe Dr. Hannes Dechamps Ontwikkelingsstoornissen volwassenen Dr. Geert Everaert Verslavingszorg volwassenen Dr. Eva Debusscher Ouderen Dr. An Verbrugghe Dr. Hannes Dechamps
EXPERTISE.NET
Contactherstel en Verbinding Dr. Hanne Vermeersch Klinische Psychodynamische Psychotherapie Dr. Wolf Spanoghe Hechting en Trauma Dr. Wolf Spanoghe Kortdurende behandeling Dr. Hannes Dechamps Intensief behandeltraject Dr. Wolf Spanoghe Zorgpaden Verslavingszorg
Psyche en Middel Integratieve verslavingszorg Dr. Eva Debusscher
MOBIELE TEAMS