M
MEER
cultuur historisch haarlemmermeer
HISTORIE
41e jaargang nr 2 | Juni 2013
Twee gifmoorden als gevolg van overspel Smeden en wagenmakers (II): van Nieuwveen naar de Haarlemmermeerpolder
Zwanenburg toch echt honderd jaar Losse verkoop: adviesprijs e 4,001
M
inhoud 12
6 Haarlemmermeer,
ontstaan en uitbreiding
Hans Dolman jr.
8
Werkgroep
COLOFON ISSN: 1383-0074 Doelstelling Het cultuurhistorisch magazine Meer-Historie is een uitgave van de stichting Meer-Historie. Het doel van de stichting Meer-Historie is het behoud van het cultuurhistorische erfgoed in Haarlemmermeer en omgeving voor zover de stichting hierop een directe invloed heeft. Zij wil dit bereiken door het bevorderen van belangstelling en waardering voor, en kennis van dit erfgoed. Bestuur Bab van Groenigen, voorzitter, Han Klinkspoor, vicevoorzitter; Johan Slinger, penningmeester, H.C.M. van Raak, redactiecommissie; Marianne Koeckhoven; Elise van Melis; Hans van Velsen; Dimph Pullens; Hans Esman, secretaris. Wil Landzaat, secretaris, Daunisstraat 12, 2132 PS Hoofddorp, tel. 023-5631187, landzaat@quicknet.nl
restauratie
14
Barend Klaassen / Ton Zekveld
16
Het leven van ‘een boerin’ in de Haarlemmermeer van 1852 tot 1940 – Baukje Bos-Burggraaff
16 De dubbele schutsluis bij Fort Aalsmeer - Hans Dolman jr.
18 Twee gifmoorden
als gevolg van overspel Barend Klaassen / Ton Zekveld
22 Zwanenburg
toch echt 100 jaar Ger Mastenbroek
24 Vijfhuizen
in de vaart der volkeren Reint Buser
28 Boeren rond
Burgerveen
Locatie De stichting is gevestigd in de ‘Witte Boerderij’, Hoofdweg 743, 2131 MA Hoofddorp, tel. 023-5615998 Begunstigers/donateurs/abonnees De minimumbijdrage is € 15,- per jaar. Orgaan Meer-Historie verschijnt 4x per jaar en wordt aan alle begunstigers gestuurd. Losse verkoop In het Historisch Museum Haarlemmermeer en in de volgende boek- en tijdschriftenhandels: Stevens, Nieuweweg 63, 2132 CM Hoofddorp. Nabestellingen via het secretariaat (€ 4,- excl. verzendkosten).
32 Smeden en
wagenmakers:
Ereleden Drs. J. Achterstraat; J. Arensman; Mr. R. M. Dunselman; Fr. de Jong; J.C. Suidgeest; A. Verbeek; P. Roodenburg.
32
12 Brongas
Rekeningnummers ING banknummer: 35.11.852 Rabobank: 15.55.92.564
van Nieuwveen naar de Haarlemmermeerpolder Barend Klaassen / Ton Zekveld
34
Heeft Dik Trom echt bestaan? - Henri Stroet
38 Schiphollijn, b ij u, met u, zonder u - Jan Achterstraat
24
38
Redactie Marcel Harlaar, Henk van de Hoef, Barend Klaassen; Harry van Raak, Henri Stroet Website: www.meerhistorie.nl DEADLINE KOPIJ: 7 juli 2013 Postadres: Redactie Meer-Historie, Hermitage 196, 2134 AC Hoofddorp, tel.: 06-11513990 meerhistorie@gmail.com Beeldmateriaal U kunt afbeeldingen aanleveren als foto’s of als digitaal bestand. Let er bij digitale bestanden op dat de foto een hoge resolutie heeft (minimaal 300 dpi), denk aan een bestand van minimaal 1 Mb. Nota bene: Foto’s altijd apart als jpg-bestand toezenden en niet in een WORD bestand Vormgeving en druk: Drukkerij Groen/Hoofddorp Auteursrecht Op het auteursrecht van het gepubliceerde in Meer-Historie is artikel 7 van de Auteurswet 1912 van toepassing.
Servicenummers Algemene inlichtingen Wil Landzaat, 023-5631187 landzaat@quicknet.nl Redactie M. Harlaar, 06-11513990 meerhistorie@gmail.com Betalingen J.J. Slinger, 0297-564850 johanslinger@slingeradviesbv.nl Aanmeldingen, abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen G. Deddens, 023- 5613130 gjdeddens@kpnmail.nl Aanbieding bijz. voorwerpen F. Kamerling, 023- 5642231 foppeka@gmail.com Historisch Museum H’meer E. van Melis, 023- 5620437 infohmh@xs4all.nl Bibliotheek + F. Kooreman, 023- 5581697 bepfer@hetnet.nl 3
van de voorzitter
REDACTIONEEL
Like!
M
MEER
cultuur historisch haarlemmermeer
HISTORIE
41e jaargang nr 2 | Juni 2013
Twee gifmoorden als gevolg van overspel Smeden en wagenmakers (ii): van nieuwveen naar de Haarlemmermeerpolder
Zwanenburg toch echt honderd jaar Losse verkoop: adviesprijs e 4,001
Zomerse taferelen op en aan de Toolenburger Plas in Hoofddorp
Rectificatie In het vorige nummer (maart 2013) zijn abusievelijk de fotobijschriften op P34 en P35 omgewisseld. Op P34 is het pand van wagenmakerij Hent afgebeeld en op P35 het gebouw van carrosserie en wagenmaker G.J. Kooyman, zoals ook op de afbeelding zelf te zien is. Onze excuses.
Jaarlijks wordt in april de zogenaamde Sympathisantenavond georganiseerd. Deze avond bestaat voor de pauze uit een formeel gedeelte, zijnde de jaarvergadering. Daarbij legt het bestuur in feite rekening en verantwoording af voor de gang van zaken in het voorgaande jaar. Na de pauze wordt er een lezing gehouden. Dit jaar heeft deze avond plaats gevonden op 16 april en was er als locatie voor de eerste en zeker niet de laatste keer gekozen voor het Historisch Museum Haarlemmermeer. Als spreekster was Eva Vriend, auteur van het recent verschenen boek Het Nieuwe Land, uitgenodigd. Zonder overdrijven durf ik te stellen dat dit een schot in de roos was. De reacties van alle aanwezigen waren onverdeeld positief en na afloop zijn dan ook tientallen, door haar zelf gesigneerde boeken, over de toonbank gegaan. Van veel sympathisanten die ik hier na 16 april over sprak kreeg ik te horen als ik dat geweten had dan zou ik er zeker ook bij geweest zijn. Daarmee is het voor mij duidelijk dat een eenmalige aankondiging in dit blad blijkbaar niet voldoende is. Volgend jaar gaat er daarom daarnaast ook een uitnodiging per mail uit. Probleem op dit moment is echter nog steeds dat de ledenadministratie over relatief weinig mailadressen beschikt. Daarom opnieuw het verzoek om uw mailadres op te geven aan de ledenadministratie gjdeddens@hetnet.nl). Dit is de twee uitgave van ons blad in het nieuwe jasje. Er zijn veel positieve reacties ontvangen naar aanleiding van de vorige uitgave. De verandering van de lay-out is overigens een gevolg van het feit dat er van uitgever is veranderd. De uitgave van dit blad wordt nu verzorgd door Drukkerij Groen, een echt Haarlemmermeers bedrijf. Deze keuze heeft als groot, en door de redactie gewenst, voordeel dat er nu sprake is van aanzienlijk kortere communicatielijnen. Twee punten van zorg die ik u niet wil onthouden zijn de volgende: De ontwikkeling van het aantal sympathisanten stagneert. Ik wil u daarom ook vragen mensen in uw omgeving te interesseren voor dit prachtige blad. U kunt natuurlijk ook, voor het minimale bedrag van € 15,-- het blad voor een jaar aan iemand cadeau doen. Waarbij de ontvanger dan gedurende dat jaar ook nog eens voor twee personen het recht van vrije toegang tot ons fraaie museum heeft. Meer-Historie zou niet in staat zijn dit blad te produceren zonder advertentie-inkomsten. Helaas is het zo dat, ongetwijfeld tengevolge van de huidige economische omstandigheden, deze inkomsten de laatste tijd zijn teruggelopen. Vandaar de oproep om gebruik te maken van de mogelijkheid om tegen een redelijk tarief uw bedrijf onder de aandacht te brengen van een breed en geïnteresseerd lezerspubliek. Voor meer informatie kunt u mailen naar meerhistorie@gmail.com.
Stichting Meer-Historie gaat anders communiceren. Hoe vaak overkomt het je niet dat een belangrijk evenement aan je aandacht ontglipt omdat het niet in het blad stond. Tegenwoordig kun je niet meer volstaan met een agenda die eens in de drie maanden in gedrukte vorm op de mat valt. Daarvoor zijn andere en snellere wegen ontstaan. Internet heeft het begrip agenda verbreed en verdiept. Je kunt nu meer informatie op een relatief goedkopere manier ontsluiten. Een aankondiging in het blad is noodgedwongen beknopt. Op internet kun je via links meer informatie geven en mensen de mogelijkheid geven om nog meer achtergrondinformatie te vinden. Bovendien kun je dat via allerlei sociale netwerken als Facebook, Twitter en LinkedIn nog veel breder onder de aandacht brengen. Niet alleen jij ziet het bericht van een komende expositie, ook uw ‘vrienden’ zien het langskomen en dat is toch een stukje extra aandacht die we als sympathisanten van een stichting die zich inzet voor het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed in Haarlemmermeer goed kunnen gebruiken en moeten benutten. Om die reden zit er bij dit blad een inlegvel om er op te wijzen dat wij voor een snellere informatievoorziening graag je mailadres hebben.
Dat het werkt om je als organisatie te profileren bewijst wel de succesvolle promotie van Meer-Historie tijdens Meerwandelen 2013. Daar werden maar liefst 20 nieuwe sympathisanten genoteerd. Het voorliggende nummer heeft weer een aantal prikkelende artikelen. Niet in de laatste plaats vanwege twee dramatische artikelen waarin een passiemoord en een brand belicht worden. Ook omdat er een lezeres meteen in de pen klom om de geschiedenis van Dik Trom recht te doen. Redactielid Henri Stroet nam contact op met Tilly Jepsen-Flohil (bekend van de merklappen) en hoorde het ware verhaal. Hij raakte overtuigd van haar gelijk. Mocht er naar aanleiding van dat verhaal nog andere mening bestaan dan vernemen wij die (schriftelijke) reactie graag om in een volgend nummer te plaatsen.
Namens de redactiecommissie, Marcel Harlaar
Bab van Groenigen, b.vangroenigen@quicknet.nl
4
5
Museum
Het Haarlemmermeer ontstaan en uitbreiding Water heeft in Nederland altijd een grote rol gespeeld - en water is nog steeds een factor van belang. Ook voor Haarlemmermeer. Water is ook het uitgangspunt voor de tentoonstelling in het Historisch Museum Haarlemmermeer ‘Meer boven water, 500 jaar water in Haarlemmermeer.
Melchior Bolstra. Kaart Bolstra, 1740
Na 1250 stroomden grote delen van Nederland onder water. Door de vele overstromingen was achter de duinen een landschap ontstaan met talrijke kleine meren, alleen nog door stroken land van elkaar gescheiden. In het gebied van de huidige Haarlemmermeerpolder lagen aan de noordzijde het Spieringmeer, in het midden het Oude Haarlemmermeer en in het zuiden het Leidse Meer. De meren hadden in 1250 een gezamenlijke oppervlakte van 9.110 hectare (aldus J.C. Ramaer, zie hieronder; 1 hectare is 10.000 vierkante meter). Tijdens enkele grote stormvloeden in 1472 en 1477 ontstond een brede open verbinding tussen het Oude Haarlemmermeer en het Leidse Meer, waardoor één groot meer werd gevormd, het Haarlemmermeer. Niet alleen door zware stormen kalfden de oevers van die meren steeds verder af. Ook de turfwinning die na de 14de eeuw
6
op steeds grotere schaal plaatsvond heeft in grote mate hiertoe bijgedragen. In het jaar 1508 werden de laatste restanten van de landbrug die deze grote waterplas en het Spieringmeer van elkaar scheidden weggespoeld. Later dreigde ook de landverbinding die het Haarlemmermeer van het IJ scheidde verloren te gaan, maar met veel moeite kon in de jaren na 1509 de Spaarndammerdijk hersteld worden, waardoor het Haarlemmermeer uiteindelijk geen deel ging uitmaken van de zeearm het IJ, die in verbinding stond met de Zuiderzee.
Verschillende opvattingen Een van eersten die zich bezighield met de uitbreiding van het Haarlemmermeer was Melchior Bolstra, landmeter en cartograaf in dienst van het hoogheemraadschap van Rijnland. Naast Bolstra hielden Jan Adriaanszoon Leeghwater en Jacob Bartelszoon
Veeris in de 17de eeuw zich ook al bezig met de uitbreiding van het Haarlemmermeer in hun droogmakingplannen (beide plannen dateren uit 1641). In 1740 maakte hij een kaart die toonde hoe het Haarlemmermeer sinds 1531 uit vier afzonderlijke meren zou zijn gegroeid. Volgens Bolstra zou er ook een Oude Meer geweest zijn, dit in overeenstemming met het Nieuwe Meer bij Amsterdam. Dat was een onjuiste veronderstelling: het Oude Meer heeft nooit bestaan. Bolstra nam de groei van het meer als volgt waar. In 1531 bedroeg de totale oppervlakte van de verschillende meren 5.600 hectare. In 1591, toen de meren één groot meer vormden, was de totale oppervlakte toegenomen tot 10.570 hectare. In 1647 bedroeg zij al 14.450 hectare, in 1687 15.410 hectare, en in 1745 16.600 hectare.
De wetenschapper J.C. Ramaer (1852‑1932) betwistte dat in zijn boek “De omvang van het Haarlemmermeer” (1892). Hij vond deze cijfers voor de eerste twee eeuwen onjuist. Volgens hem vormde het meer in 1531 al een geheel. In 1472 bedroeg het Spieringmeer volgens hem 1.590 hectare, het Oude Haarlemmermeer 6.650 hectare en het Leidse Meer 3.460 hectare. Verder geeft hij voor de jaren van 1544 tot 1848 met onderbrekingen de totale oppervlakte van het (nieuwe) Grote Haarlemmermeer. In 1544 bedroeg de totale oppervlakte van het meer 13.220 hectare en in 1848 16.850 hectare. Volgens dit laatste cijfer was het Haarlemmermeer meer dan drie keer zo groot als de door Bolstra gegeven oppervlakte van 5600 hectare in het jaar 1531. Ramaer vond de vermelding van de in de loop der tijden verdwenen dorpen Nieuwerkerk, Rijk en
Vijfhuizen zwaar overdreven, want – zo meldt hij - het waren slechts onbeduidende gehuchten.
Stormvloeden Het meer was ook groter geworden door de toenemende kracht van de steeds hogere golfslag. Vanwege de landafname die daarmee gepaard ging, gaf de zeventiende-eeuwse dichter Joost van den Vondel het Haarlemmermeer de bijnaam ‘De Waterwolf’ (een naam die overigens wel vaker aan stormvloedgevoelig water werd toegekend).
Drs. Hans Dolman jr. Historisch Museum Haarlemmermeer
De bekendste stormvloeden zijn: - d e stormvloed van 28 februari 1662, waarbij het meerwater tot Amsterdam voor de poort stond; - d e doorbraak van de Spaarndammerdijk ten westen van Halfweg in de nacht van 4 op 5 november 1675, waardoor weer veel land verloren ging; - d e waterschudding in november 1775 als gevolg van een aardbeving in West-Europa, waarbij de stad Lissabon in Portugal in puin werd gelegd; - d e twee zware stormen op 29 november en 26 december 1836, waarbij het meerwater andermaal tot aan de stadspoorten van Amsterdam en Leiden kwam. Deze laatste twee stormen vormden de aanleiding om het Haarlemmermeer definitief droog te maken.
7
Restauratie groep is op zoek! WERKGROEPEN
Werkgroep Restauratie voor het voetlicht De werkgroep Restauratie is één van de acht werkgroepen binnen de Stichting Meer-Historie. In tegenstelling tot de andere werkgroepen vinden de activiteiten niet in Hoofddorp plaats , maar in een omvangrijk depot en werkplaats met de naam ‘Schapenburg’.
Door haar dienstverlening en inzet bij verschillende publieke evenementen, zoals recent nog op de drukbezochte ambachtendag rond molen de Eersteling, lezingen in bejaardencentra over de werking en het gebruik van historische objecten uit de collectie, hebben deze activiteiten menig keer aandacht van de media gekregen. Schapenburg toen Twintig jaar geleden kwam de loods achter de boerderij in huur bij de Stichting MeerHistorie. Iedereen was blij met de grote ruimte om daarmee de eerder verkregen hoeveelheid historische objecten op een verantwoorde wijze te kunnen opslaan. Er was elektriciteit en later ook water, voorzieningen die met goedvinden van de hoofdbewoner van het pand, tegen vergoeding op zijn leidingnet waren aangesloten. In het depot werd een aanrecht geplaatst en in de kleine ommuurde ruimte waar restauratiewerkzaamheden werden verricht, zorgde in de wintertijd een hoge met hout gestookte potkachel voor de nodige warmte en het verwarmen van het water voor de koffie. Destijds werd voor het inrichten van het Historisch Museum een groot aantal objecten uit de opgeslagen collectie gebruikt. .Echter lang niet alles, want tot op de dag van vandaag is een groot deel van de collectie in het depot blijven staan. Aan dit deel werden regelmatig door schenking verkregen objecten toegevoegd, waardoor langzamerhand een tekort aan opslagruimte dreigde te ontstaan. De aanschaf en plaatsing van een tweetal containers op het buitenterrein bracht daarvoor tijdelijk de nodige verlichting. Zo verstreken de eerste jaren en door de groei van de hoeveel objecten moesten deze noodgedwongen, in veel gevallen op elkaar gestapeld, op de vloer worden opgeslagen. Dit bemoeilijkte het overzicht op de collectie sterk en gaandeweg werd duidelijk dat een groot deel van de oorspronkelijk ingebrachte objecten niet bij Collectiebeheer was geregis-
8
treerd. Aan een herindeling en vergroting van de opslagcapaciteit en verbetering van de registratie was niet meer te ontkomen. Schapenburg nu Gelukkig is er in het afgelopen jaar een aantal nieuwe enthousiaste vrijwilligers toegetreden met nieuwe ideeën, specifieke vakkennis en een verse kijk op de situatie. De werkgroep, inclusief de contactpersoon tussen de groep en het Bestuur, bestaat nu uit een twaalftal medewerkers, die het gehele jaar door elke woensdag actief zijn. Binnen de groep vrijwilligers heeft één van de leden met bouwtechnische achtergrond en goede contacten in de bouwwereld, veel materiaal weten te verkrijgen dat geschikt was voor de bouw van een inmiddels gereed gekomen 12 meter lange zoldervloer, waarmee een extra opslagruimte van bijna 18 m2 is verkregen. In 2010 vierde VICON in Nieuw-Vennep haar honderdjarig bestaan en kreeg daarvoor een aantal oude VICON werktuigen uit de opslag in bruikleen voor de feestelijke productenshow. Als dank daarvoor kon de werkgroep tegen een geringe vergoeding een partij in onbruik
geraakte stalen palletstellingen overnemen, welke na plaatsing in het depot de opslagcapaciteit geweldig deed toenemen. Met behulp van de palletstapelaar uit het depot zijn, ondanks zijn beperkte hefhoogte, met een geïmproviseerd hulpstuk de hoge stellingen gevuld met vele zware werktuigen. Vorkheftruck Kort daarop gaf de heer Onderwater van fa. H.C.O. uit Hillegom een vorkheftruck in bruikleen, die voor het hoge stapelwerk voor nu en in de toekomst, een onmisbaar onderdeel betekent. Toen alles een beetje van de grond kwam besloot de hoofdbewoner van de boerderij om persoonlijke redenen de stroom en het water af te sluiten. Door dit ongewenste eigenmachtig optreden kon er lange tijd niet meer veilig worden gewerkt en daarom is met toestemming van het Bestuur besloten om afzonderlijke water- en stroomaansluitingen aan te vragen. De stroomaansluiting gaf geen problemen en werd redelijk vlot aangelegd. De aanvraag voor het aansluiten van het water verliep daarentegen héél wat moeilijker, want daarvoor was volgens de regels
van PWN een afzonderlijk kaveladres voor het depot noodzakelijk. Na veel overleg met de gemeente en de hoofdbewoner is een bouwvergunning verleend voor het optrekken van de bestaande scheidingsmuur en de bouw van een toiletgelegenheid, zodat na het gereedkomen daarvan een afzonderlijk adres voor het depot kon worden afgegeven. Zo kon de wateraansluiting eindelijk worden aangelegd en is de installatie vanaf de watermeter binnen de loods met eigen mensen verder ingericht. Met het thans beschikken over een afzonderlijk elektriciteit(krachtstroom) – en waterleidingnet is, aan de langdurige periode van ongemak en onzekerheid, tot ieders opluchting een eind gekomen. Aangezien alle stellingen volledig zijn gevuld is besloten om bij de nieuwe scheidingsmuur achter in het In het depot een zolder te gaan maken. Met hier en daar lobbyen, is door machinefabriek Blom in Vijfhuizen een aantal stalen liggers voor ondersteuning van de vloerbalken, H-profielbalken door metaalhandel Laanstra uit Vijfhuizen en de overige benodigde houten balkdelen door Dura Vermeer Infra beschikbaar gesteld. Door de bouw van de zolder is de capaciteit voor de opslag van lichtere objecten weer met ruim 55 m2 toegenomen. De zo verkregen vergrote opslagruimte op de vloer is vervolgens gebruikt voor de opslag van de kortgeleden aan Meer-Historie overgedragen VIMA- dorsmachine en balenpers. Aan
Omdat de club aardig groot is geworden (9 mannen) zijn we op zoek naar nog bruikbaar gereedschap, onder andere, steek/ringsleutels, dopsleutels, schroevendraaiers enz. enz. Zoals u zult begrijpen, moeten wij allerlei objecten repareren en opknappen en dat gaat van hout, metaal en kunststof. Dus zijn we ook geïnteresseerd in allerlei elektrisch gereedschap. En zijn er objecten in bezit, en denkt u dat is iets voor Meer-Historie, denk dan aan ons. Wij kunnen het opknappen en in de collectie opnemen. (groot en klein) U kunt het brengen op iedere woensdagmorgen bij ons in de boerderij “Schapenburg”in Vijfhuizen. Het adres is Spieringweg 536 achterzijde. (Tussen Geniedijk en Kruisweg) Bellen kan ook, dan kunnen we het ophalen, Jan Blom 06-30056165. Denk aan Meer-Historie, denk aan ons.
het efficiënt en overzichtelijk indelen van de ruimte wordt nog steeds gewerkt. Omdat de verbouwing en herindeling zoveel tijd en mankracht heeft gevergd, zijn helaas de restauratiewerkzaamheden wat achterop gebleven, maar zullen binnenkort weer volop aandacht gaan krijgen. Toekomstplannen De werkgroep streeft voortdurend naar verbeteringen voor het overzichtelijk opslaan van het historisch erfgoed in haar depot en om de collectie voor het steeds toenemend aantal bezoekers goed toegankelijk en representatief te maken. Ter voorkoming van een tekort aan opslagcapaciteit is in overleg met de werkgroep Collectiebeheer een ‘ontzamelactie‘ gestart, waarbij dubbele- of minder waardevolle objecten uit de collectie worden verwijderd. Kerntaak is het restaureren en conserveren volgens een daarvoor vastgelegde richtlijn. Een goed beheer van het gereedschap en een veilige werkruimte is daarbij een eerste vereiste
en daar wordt dan ook veel aandacht aan besteed. Zoals eerder is aangegeven maakt de werkgroep deel uit van meerdere groepen binnen Meer – Historie en is geen aparte ‘toko‘ met een eigen beleid. Daarom is een gericht overleg met het Bestuur over de samenwerking met andere betrokken werkgroepen onontbeerlijk. Dit verhaal uit de keuken van de werkgroep kan mogelijk daarvoor een eerste stap zijn op de weg naar een betere onderlinge communicatie. Programma Voor 2013 staat nog een aantal evenementen voor de deur. Tijdens de open- monumentendag in september, het organiseren van een ploegdemonstratie met oude trekkers op een akker in de omgeving van Nieuw Vennep; Het bewerken van vlas op een nog nader te bepalen datum; Het inrichten van een gedenkmonument op de plaats van de in Vijfhuizen gecrashte ‘Lancaster‘ bommenwerper tijdens WO II.
Oproep van de werkgroep Beeldmateriaal De werkgroep Beeldmateriaal is voortdurend op zoek naar (historische) foto’s, ansichtkaarten, albums, negatieven, dia’s en films, over het doen en laten van inwoners, kleinere en grote bedrijven in de Haarlemmermeer. Denk daarbij aan afbeeldingen van het boerenleven, de detailhandel, de grote werkgevers, maar ook aan dorps- en buurtfeesten, Koninginnedagfeesten, Sint Nicolaas- intochten, activiteiten van buurt-en dorpsverenigingen, kerkelijke gebeurtenissen enz. Werkelijk alles wat te maken heeft met de Haarlemmermeer (dus alles binnen de Ringvaart) is van harte welkom. Na de inhuldiging van koning Willem Alexander vragen wij ons in het bijzonder af of zich in uw collectie wellicht foto’s, films, of dia’s bevinden die gemaakt zijn ter gelegenheid van de inhuldiging van de koninginnen Wilhelmina (1898), Juliana (1948) of Beatrix (1980). Het kunnen beelden zijn van officiële bijeenkomsten, bijvoorbeeld bij het stadhuis of dorpshuis, van gezamenlijke zangmanifestaties, zogeheten aubades, of van buurtfeesten. En dat alles in de Haarlemmermeer.
Als u uw afbeeldingen wilt afstaan dan zorgen wij dat ze na registratie en digitalisatie zorgvuldig worden gearchiveerd in het gemeentearchief. Wilt u uw foto’s echter (nog) niet afstaan, dan kunnen wij ze scannen en digitaal opslaan. U krijgt uw foto’s dan zo spoedig mogelijk terug. Heeft u digitale foto’s of films en wilt u die met ons delen, dan kunt u deze als bijlage sturen naar: fotogroepmg@gmail.com. Bij bestanden boven de 10 MB kunt u de foto’s/films het beste versturen via de web-
site van www.wetransfer.com. Als u geen ervaring heeft met bestanden versturen via Internet, dan kunnen we u een beknopte handleiding per e-mail toesturen. Vanzelfsprekend is het prettig als u de foto’s of andere materialen beschrijft. Met andere woorden wie, wat èn waar zien we op foto, film, dia. Dat geeft ons houvast om de afbeeldingen goed te beschrijven. Opgestuurde materialen zullen t.z.t. ook worden getoond op de website www.meerhistorie.nl Nog leuker is het als u op maandagochtend de materialen persoonlijk komt afgeven in de Witte Boerderij, Hoofdweg 743 te Hoofddorp. Wij zijn daar iedere maandag van 9 – 12 uur aanwezig (uitgezonderd juli en augustus,want dan vieren we vakantie). Hopelijk bedelft u ons onder nieuw materiaal. Alvast dank daarvoor.
Foto: Openbare School 05, ± 1901, Nieuw Vennep
Iet Hedlund, Coördinator werkgroep Beeldmateriaal
9
Autobedrijf Wiersema & van Wouwe b.v. Jadelaan157 • 2132 XZ Hoofddorp ERFGOEDCOMMISSIE Telefoon 023 - 56 20 974 • Fax 023 - 56 26 024 www.wiersemavanwouwe.nl
Aandacht erfgoed vraagt tijd In deze tijd waar veel onderwerpen de aandacht vragen, zou het erfgoedbeleid er bij in kunnen schieten. Het tegendeel is waar.
AGRI EXPERIENCE Bezoek aan: akkerbouw • veeteelt glastuinbouw bloembollenkwekerij fruitteelt
Marianne Koeckhoven-van Haaster www.AgriExperience.nl info@AgriExperience.nl Venneperweg 150 • 2153 MA Nieuw-Vennep tel.: 0252-621 458 • fax: 0252-621 459
Te beginnen bij het Rijk. Maandag 18 maart jl. heeft minister Bussemaker van Onderwijs Cultuur en Wetenschap bekend Welkom bij Wiersema en Van Wouwe, uw Mitsubishi-dealer van Hoofddorp. gemaakt dat de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed 89 waardevolle Bij ons kunt u terecht voor alles wat met uw auto te maken heeft. en kenmerkende bouwwerken uit de wederopbouwperiode 1959Ook met de meest uiteenlopende vragen kunt u natuurlijk bij ons terecht. heeft geselecteerd als wederopbouwmonument. Excellente Wij hopen u snel te mogen begroeten in onze prachtige showroom 1965 of onze uiterst moderne werkplaats. bouwwerken in de ontwikkeling van de architectuur, bouwtechVAN DER EIJK & VAN DER MAARL ASSURANTIËN niek of ruimtegebonden kunst. De verrassende monumenten worden aangetroffen in de volgende aandachtsvelden; onderdak, verzorgingsstaat, economie, infrastructuur, herdenking, verzuiling, vorming en vrije tijd & cultuur.
vies d Adverteren? a s n e r. o k e z met p o eelt u
s pvoor informatie met: Bel Ed Destrée 023 - 56 27 888 e-mail: info@meerhistorie.nl Hoofdweg 720 2132 BV Hoofddorp Telefoon: 023 5616030 Fax: 023 5625070 E-mail: eijkmaarl@quicknet.nl
advertentie A5.indd 1
ALLE VLOEREN
vloeren
09-02-2010 14:22:53
advertentie A6.indd 1
10-02-2010 14:06:31
nu tegen zeer interessante ALL-IN prijzen (vloer + leggen + afwerking)
• LAMINAAT • PARKET / MULTIPLANK • PLANKENVLOEREN • KLIK-LAMELPARKET • TRAPRENOVATIE
velota
INTERN TRANSPORT
Reparatie, onderhoud, verkoop en verhuur: TOTAALZONWERING - vorkheftrucks - pallettrucks EN RAAMDECORATIES - reachtrucks
ook STOFVRIJ SCHUREN EN REPARATIE van uw bestaande houten vloer. Floortec van Heijningen, Westerdreef 1D, Nieuw-Vennep ☎ 0252 - 62 26 34 www.floortec.nl
Kruisweg 1051-1053 - Hoofddorp Heftruck Centrum Onderwater bv Tel: 9,023 - 56 13 •238 Arnoudstraat 2182 DZ, Hillegom info@hconderwater.nl • Tel. 0252 - 41 56 33 • Fax 0252 - 41 34 20
Geen S..cces zonder U Website
Ook de gemeente Haarlemmermeer is actief. Op de gemeentelijke website zijn alle monumenten in de gemeente te bekijken. Ze stelt elk jaar ook gelden voor restauratie van panden beschikbaar, over welke subsidie de erfgoedcommissie het college van burgemeester en wethouders adviseert. Onze jonge gemeente heeft best een groot aantal waardevolle monumenten waarvan de laatste recentelijk nog is toegevoegd. Het betreft woonhuizen aan de Lisserdijk 7-15 te Buitenkaag. Een rij woningen gebouwd voor de huisvesting van medewerkers van het waterschap HaarlemmerStralen: het reinigenmeerpolder en ontroestenbij vangemaal staal. de Leeghwater, opgeleverd in 1903. Elke woning was voorzien van een eigen moestuin. De diepe voortuinen herinneren hier nog aan. Vooral de oorspronkelijke verschij-
Stralen
Schoperen
Het werk van de erfgoedcommissie is al even aangestipt. Zij houdt openbare vergaderingen en adviseert het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd over monumenten, cultuurlandschap en archeologie. Het is een commissie van vijf personen met allen een andere kennis inbreng. De commissie is ingesteld door de gemeenteraad en elk jaar overhandigt de commissie aan de gemeenteraad haar jaarverslag. Hierin staat vermeld over welke onderwerpen de commissie heeft geadviseerd en welke onderwerpen de commissie van belang acht. De commissieleden steken hier veel tijd in en houden zich op de hoogte van de ontwikkelingen. Eens per jaar maken zij ook een studiedag bijvoorbeeld om bij een andere gemeente te kijken hoe zij het erfgoedbeleid ten uitvoer brengen. Kortom, aandacht voor ons erfgoed vraagt tijd. Hans van Velsen
Meer: www.monumenten.nl/specials/wederopbouwmonumenten/overzicht
Het aanbrengen van epoxy grondverven en 2k aflakken in elke gewenste kleur.
Voor alle te behandelen objecten beschikken wij over transport mogelijkheden in eigen beheer. Deze werkzaamheden kunnen wij uitvoeren op bijvoorbeeld:
- Hekwerken - Buitenlampen (antiek) - Brom / motorfietsframe’s - IJzercontructies
Felix Timmermanslaan 3 1422 GR Uithoorn T. 0297 56 48 50 M. 06 534 213 95 E. johanslinger@jjslingeradviesbv.nl Metaalunie
06-09-11 12:14
Adviseren
Spuiten
- Landbouwmachines - Auto onderdelen - Aanhangwagens - Beton silo’s
J.J. Slinger Advies B.V.
10
ningsvorm van de rij woningen is met name voor wat betreft het silhouet en indeling van de voorgevel behouden gebleven. Het is een traditioneel ambachtelijke bouwstijl. De woning Lisserdijk 7 heeft zelfs nog een oorspronkelijke hoofdstructuur en indeling. Samen met het ernaast gelegen gemaal is het een mooi ensemble dat herinnert aan de waterstaatkundige historie van de polder.
Schoperen: het opspuiten van zink als corrosiebescherming.
Financieel Advies en Dienstverlening
Adv85x60_2011.indd 1
Hek korenmolen de eersteling (Foto: Marcel Harlaar)
Venneperweg 905 2152 MD Nieuw-Vennep Tel. 0252-672614, Fax. 0252-673187 Afd. stralen 06 523 55 327 www.griekspoor.nl
WIERSEMA & VAN WOUWE DE MITSUBISHI DEALER DIE VOOR U KLAARSTAAT! Persoonlijk contact staat bij ons centraal! Autobedrijf Wiersema & Van Wouwe, de Mitsubishi dealer in de Haarlemmermeer, is een autobedrijf waar persoonlijk contact centraal staat; we hebben oog voor uw wensen en het onderhoud van uw auto. Wat kunt u zoal van ons verwachten?
Onderhoudsbeurt
Service
Financiering & leasing
• gratis vervangend vervoer tijdens onderhoudsbeurt • wij kunnen uw auto halen en brengen • uw auto wordt schoon en fris opgeleverd
• 24-uursservice, 7 dagen per week • gratis Mobiliteitspas • korte lijnen en persoonlijk contact
• ruime financieringsmogelijkheden voor particulier en ondernemer • wij werken voor vrijwel alle leasemaatschappijen • ruime keus aan leasevormen, zoals shortlease en financial lease
U vindt ons aan de Jadelaan 157 Graan voor Visch
AUTOBEDRIJF WIERSEMA & VAN WOUWE Jadelaan 157 • 2132 XZ Hoofddorp • Telefoon 023 - 5620974 www.wiersemavanwouwe.nl
11
Brongas De bodem van de Haarlemmermeer bevat brongas dat op veel plaatsen naar de oppervlakte komt. Vooral in tochten en sloten borrelt het hier en daar naar boven. Vroeger werd het brongas vooral bij boerderijen gebruikt o.a. voor verlichting, koken en bakken. Er zijn nog enkele niet meer in gebruik zijnde gasbronnen in de Meer. Nieuwe installaties mogen niet meer worden aangelegd omdat ze milieuonvriendelijk zijn.
Brongasinstallatie bij boerderij de ‘Vier Gezusters’ van de fam. Verkuyl aan de Rijnlanderweg voorheen Sloterweg) te Nieuw-Vennep (afgebrand in 1956). Tekening Jan Bax
De brongasinstallatie bij Lenie Kroon te Weteringbrug
Brongas bestaat voor het grootste deel uit methaan, ook wel moerasgas genoemd, met daarnaast kleine hoeveelheden stikstof en kooldioxide. Het bevindt zich op een diepte van tussen de 15 en 80 meter onder de grond in een waterlaag waar ook veel zout in zit.
Hoe werkt een brongasinstallatie Had men eenmaal een gasbron in een sloot gelokaliseerd dan werd met een lange buis de gashoudende waterlaag aangeboord. Daarboven werd de brongasinstallatie geplaatst. Deze bestaat uit een zwartgeteerde ketel zonder bodem die in een gemetselde put staat. De ketel, eigenlijk een omgekeerde dop, kan op en neer bewegen en zorgt voor tegendruk. Het gas dat zich in het water bevindt vult de ruimte boven het water, dat in de put stroomt. De hoeveelheid gas en de gasdruk bepalen de hoogte van de ketel in de put. Via een afvoerpijp wordt dit gas o.a. naar de boerderij afgevoerd waar het vroeger dienst deed voor verlichting, om te koken, te bakken en te verwarmen. Het opgepompte water heeft altijd een vrij constante temperatuur van 8-11° C. Dat water werd vroeger gebruikt voor de koeling van de melk, het schoonmaken van de melkattributen en het drenken van het vee. In strenge winters kon het gebeuren dat door de grote hoeveelheid vocht in het gas de leiding bevroor. Was de luchtdruk hoog dan kwam door deze tegendruk minder water en gas naar boven. Dat de ketel dik onder de teer werd gezet had te maken met de agressieve zouten die in het water opgelost waren. Daardoor moest de metalen ketel van binnen en
12
Werking van een brongasinstallatie. Tekening A.J. Bolt
van buiten van een beschermlaag worden voorzien. Jaarlijks werd de ketel gelicht voor inspectie en onderhoud. Het zoute water werd in de nabij gelegen sloot afgevoerd. Door de constante temperatuur en het zoutgehalte van het water vormde zich daar in de winter geen ijs.
Jan Lankema Jan Lankema (1853-1927) uit Purmerend begon in 1896 brongasinstallaties te verkopen. Hij was vooral actief in de Beemster. Het verhaal gaat dat Jan jongens bij een sloot zag spelen die met een leeg blikje opborrelend gas probeerden op te vangen. Daar hielden ze een vlammetje bij en ontstond er een steekvlam. Voor Jan was dat aanleiding iets met dat gas te gaan doen. Het gas zit in de polders niet diep onder de kleilaag. Soms is 11 meter boren al genoeg om bij de gasrijke waterlaag te komen. Jan ontwikkelde een separator, een soort douchekop. Het aangeboorde water kwam via de douchekop op een zogenaamd sproeiblad, waardoor het gas zich van het water afscheidde. Het overtollige water werd in de sloot afgevoerd. Na enige tijd had hij reeds een 30 tal brongasinstallaties bij boerderijen geplaatst. Toen de Wieringermeerpolder in 1930 was drooggelegd klaagden de mensen in de Anna Paulowna- en Waardpolder erover dat de gasdruk sterk was teruggelopen
Brongaslocaties in de Haarlemmermeer. Tekening A.J. Bolt
tengevolge van het lage waterpeil in de omgeving. Achterkleinzoon Gerrit Lankema vertelde dat er wel eens ongelukken zijn gebeurd bij het solderen van een gasafvoerbuis aan de ketel. Dat moet je natuurlijk nooit doen bij een kleine gasfabriek in je tuin. Gelukkig zijn er nooit doden gevallen volgens Gerrit.
Hoe was het in de Haarlemmermeer In 1896 werd bij de boerderij van Eijken aan de Hoofdweg Oostzijde te Hoofddorp ontdekt dat daar veel gas in de nabijgelegen sloot opborrelde. Nadat daar een brongasinstallatie was geplaatst kon de hele boerderij daarvan profiteren. Ook bij landbouwer Biemond te Abbenes is in 1913 een brongasinstallatie geplaatst. Later volgden er nog meer in de omgeving o.a. bij de inmiddels gesloopte boerderij van Adrie en Nico Knibbe aan de Lisserweg, vlakbij het viaduct van de A4. Het gas werd gebruikt voor het koken en verwarming van de kamer en de keuken. Er zat niet veel druk op het gas. Als je te snel langs het gasfornuis liep waaide de vlam al uit. Er zat geen geurtje aan het gas dus je rook het niet als de vlam uit was. Het gas was echter niet giftig.
Het zoutprobleem In de Beemster is vanwege de milieueisen,
halverwege de jaren 70 van de vorige eeuw, het aantal brongasinstallaties drastisch afgenomen. Het water mag namelijk niet zouter zijn dan 250 milligram per liter. Niet zouter dan het IJsselmeer waar het water uit de Beemster uiteindelijk in terecht komt. De boeren die zo’n gasinstallatie hadden kregen daardoor een zoutheffing. Het aantal gasinstallaties nam daardoor gestadig af. In 1992 werd bepaald dat per 1 jan. 1995 de nog in bedrijfzijnde gasinstallaties gestopt moesten worden. Sommige boeren werden bovendien aangeslagen voor het fosfaatgehalte in het water. Boeren die daarna toch doorgingen met de gasinstallaties moesten een extra milieubelasting van drie- à vierduizend gulden betalen. Allemaal samen zou dit voor de Beemsterboeren met particuliere gasbronnen jaarlijks 700.000 gulden gaan kosten. Een langdurige strijd met het Hoogheemraadschap volgde.
Hoe is het verder gegaan Gas in de eigen tuin aanboren is een verdwijnend stukje techniek dat hier en daar nog voorkomt in de polders van Noord- en ZuidHolland. Hoeveel bronnen nu nog in Nederland worden gebruikt is niet bekend. In 1950 waren in de Beemster nog 816 brongasinstallaties. Vijftig jaar later waren het er nog ongeveer 50. Het totaal voor heel NoordHolland wordt thans geschat op minder dan 150 stuks. Nieuwe installaties mogen niet meer worden gebouwd. Alle nog aanwezige brongasinstallaties zijn van vóór 1940. In de Haarlemmermeer was de firma Mienis aan de Hoofdweg te Hoofddorp altijd actief in de aanleg en het onderhoud van brongasinstallaties. Zo wist Maup Roodenburg uit Weteringbrug dat zijn moeder altijd eerst achter het huis naar de gastank ging kijken voor ze besloot hoeveel brood ze zou gaan bakken. Zat er veel gas in de tank dan
maakte ze meer deeg klaar. Volgens Maup zorgde het aquaduct van de A4 ervoor dat de druk op de bodem afnam, want sinds die tijd wilde het gas maar niet naar boven komen. Bij de ‘Anna’s Hoeve’ te Rijsenhout en de boerderij van Lenie Kroon te Weteringbrug zijn nog restanten van een brongasinstallatie te zien. Al decennialang is het gebruik van brongas, mede door de komst van het aardgas, grotendeels verleden tijd. Barend Klaassen en Ton Zekveld
Bron: Brongas. Meer-Historie dec. 1996 A.J. Bolt. Noord Hollands Archief te Haarlem Haarlemmermeer in grootvaders tijd. W. Slob, 1975
13
Beelden van boerinnen uit Haarlemmermeer (bron: Haarlemmermeerse boerderijen en hun bewoners, 2005)
Baukje Bos-Burggraaff
Het leven van ‘een boerin’ in de Haarlemmermeer van 1852 tot 1940 Na de droogmaking van de Haarlemmermeer kwamen vooral veel pachtboeren naar de polder. In veel literatuur over de Haarlemmermeer wordt uitgebreid verteld over deze bedrijven, maar wat de boerin deed, wordt meestal niet beschreven. In dit artikel aandacht voor ‘de boerin in de Haarlemmermeer’ van 1852 tot 1940. In de jonge polder kwamen veel boeren, die hun vrouw en kinderen nog in het geboortedorp elders in Nederland lieten. Deze boeren woonden met hun werkvolk in een keet. Zo’n keet was niet meer dan een armoedige hut, die uit palen en stro bestond. De vloer bestond uit aangestampte aarde. In het midden zat een kuil waarin gekookt werd. De toegangsdeur, was tevens schoorsteen en luchtkoker. Ramen had de hut niet. Als het stormde of wanneer het koud was, werden kieren en spleten dichtgesmeerd. In deze keten woonden de polderjongens tijdens de droogmakingperiode. Als de boerderij werd gebouwd, kwam de boerin met de kinderen over.
Moeder Miebetje De roman Werkende handen van F. Ginjoolen gaat over de eerste kolonisten van de Haarlemmermeer. Het boek gaat over het gezin van Pieter van Doesburgh uit Friesland, dat in de Haarlemmermeer een bestaan opbouwt. Ook over de boerin, moeder Miebetje, staat genoeg geschreven. Na aankomst kwamen zij ook in een keet te wonen. In het boek staat haar reactie:’De boerin, moeder Miebetje, kneep haar mond vaster opeen, toen zij voor het eerst de keet betrad, die haar tot woning moest dienen. ‘Mijn hemel’, dacht ze. ‘Hoe zou ze hier ooit wennen.’Haar smeedijzeren fornuis verhuisde naar het pakhuis; de keet was geen schoorsteen rijk. Met tranen in de ogen hing moeder Miebetje die avond voor het eerst de grote ketel met pap over het slecht brandende vuur, dat met zijn rook allen aan het hoesten bracht. Haar man koopt een stuk grond, dat van riet en woekerende wilgen moest worden ontdaan. Ook huurt hij polderjongens in, die sloten groeven om overtollig water op te vangen. Hij besluit dat het vrouwvolk dit stuk land bewerkt. Ook moet moeder Miebetje het vee, het huis en de winkel verzorgen. De vrouwen hadden moeilijkheden: het water uit de plassen was brak en ze moesten het gebruiken om te drinken, het eten te koken, thee en koffie te zetten en de vaat ermee af te wassen.
Veel kinderen stierven Door de gebrekkige hygiënische toestanden en de zware taak van de vrouwen in het vestigingsgebied stierven veel kinderen in de Haarlemmermeer: 34 procent van alle kinderen overleed; in heel Nederland was dat 22,69 procent. Ook werden veel kinderen
14
dood geboren: in Nederland overleed 6,25 procent van de baby’s; in de Haarlemmermeer was dat 7,01 procent. Veel baby’s stierven omdat ze in vochtige koude ruimten verbleven. Ze kwamen niet in aanraking met de zon. Noodzakelijke vitamine D werd niet aangemaakt, er ontstond een kalktekort, er kwamen levensgevaarlijke ingewandsstoornissen. Baby’s leden aan rachitis waaraan ze stierven. Moeder Miebetje zag de winter met angst tegemoet: hoe zou het gaan als ze geen verse groenten konden krijgen en het brood niet wilde rijzen en gaar worden onder de gloeiende as? Na de winter trekt Pieter van Doesburgh als marskramer erop uit. Een zoon en moeder Miebetje sloofden dan op de velden, terwijl dochter Sara de huishouding deed. Zij lijdt onder haar zware taak. In het boek staat: ‘Des avonds zonk Miebetje doodmoe in de bedstee, om des ochtends nog vermoeider te ontwaken.’ Aan het eind van het jaar bleek de opbrengst van tarwe, aardappelen, haver, erwten en bonen erg goed en de marskramerei was ook winstgevend. Er werd een stal gebouwd voor het vee. Miebetje haar boter maakte ook een goede prijs. Waarschijnlijk heeft zij ook karnemelk en kaas gemaakt. Als dochter Sara gaat trouwen haalt de boerin uit haar linnenkast de vele rollen gebleekt linnen, waarvoor zij zelf het vlas in lange wintermaanden tot fijne draden gesponnen had. Alleen het weven had zij uitbesteed omdat erin de keet geen ruimte was voor het weefgetouw. Maar er wordt een nieuw woonhuis gebouwd en daarin zocht ze een plaats om te weven. Moeder Miebetje belooft haar jongere dochter Sophie, dat het linnen voor haar uitzet helemaal in huis zou worden geweven.
Ook wordt de inmaak van de herenboontjes als bezigheid genoemd van moeder Miebetje. ‘Hele wasmanden vol van de vlezige groente had zij reeds afgehaald, terwijl een heel regiment Keulse potten op de groene inhoud wachtte.’ Maar als ze hiermee bezig is, moest ze maken dat het water voor de thee werd opgezet. De mannen wensten hun natje en droogje op tijd. Het boek vertelt vrij aan het eind dat op een gegeven moment er geen boer meer was, die in een keet woonde. Overal werden behuizingen gebouwd. Er zat perspectief in het boerenbedrijf. De prijzen waren goed voor graan, boter en de kaas. Er wordt helaas geen jaartal genoemd. Wel is het zo dat de Haarlemmermeer omstreeks 1875 een welvarend landbouwgebied was geworden.
Antje Mw. W. Galjaard-Kooi schreef het boek Antje over de boerendochter Antje Weber, die 25 maart 1860 werd geboren. De boerderij waar zij geboren werd, stond in Hoofddorp op de hoek van de IJweg en de Kruisweg. In dit boek wordt een activiteit van een boerin genoemd, die niet zo bekend is: een landheer van een pachtboerderij had altijd het recht om daar een jachtkamer te hebben, die dan in de jachttijd voor hem beschikbaar was. Zijn jachttrofeeën hingen daar meestal aan de muren. De boerin zorgde dan tijdens zijn verblijf voor hem en zijn gasten. Antje was boerendochter en ging op haar elfde van school: voortaan zou ze voorbereid worden op de taken van een boerin: ze leerde alles over het huishouden van moeder en de dienstbode. Vader leerde haar melken. Ook ging ze 3 middagen per week naar hun huisnaaister om elleboogsmouwen te maken. Als moeder een baby krijgt, moet Antje de vuile luiers spoelen aan de slootkant. Toen Antje 18 was, mocht ze in de herberg helpen. Bij de boerderij was ook een herberg en winkel: daardoor konden ze rente en aflossing betalen. Antje moest op aanneemcatechisatie toen ze 19 was. Ze moesten thuis leren
voor de belijdenis maar daarvoor had Antje geen tijd en bovendien zou ze toch wel aangenomen worden, zo dacht ze. Na een paar jaar deed ze belijdenis, een grote gebeurtenis. De boerenzoons en -dochters werden van top tot teen in het nieuw gestoken en Antje zou voor geen enkele boerendochter onderdoen. Antje mocht kiezen tussen een Noord- of een Zuid-Hollandse kap. Ze kiest voor de laatste. Haar moeder vond dat het wel wat minder kon, maar haar vader zei: ‘Ze is onze oudste dochter en heeft altijd hard voor ons gewerkt en dat doet ze nog. Ik zeg maar zo, voor wat hoort wat.’ Aan de vorm van de mutsen en gouden oorijzers kon men de streek of provincie van herkomst afleiden van de draagster. In de Haarlemmermeer, waar mensen woonden uit alle provincies, werden veel verschillende mutsen en gouden oorijzers gedragen. Antje trouwt op 23 september 1881 met Jaap Kooy, een buurjongen en zoon van een herenboer. Antje was helemaal klaargestoomd om boerin te worden, maar haar man neemt de boerderij van zijn vader niet over.
de boerin vlees of spek inzouten, worst maken, vlees of worst roken. Boerinnen zagen er dikwijls op middelbare leeftijd al oud uit. De schrijver Van der Marel noemt ze heldinnen omdat zij heel hard moesten werken maar toch opgeruimd en vrolijk door het leven gingen. Een nieuwe jurk of een nieuwe jas was een belevenis! Na ongeveer 1920 deden boerinnen geen veldwerk meer. Ook hoefden zij geen kaas en boter meer te maken op de boerderij want dit gebeurde nu op de fabriek vanwege de strenge eisen ten aanzien van hygiëne en handel van de zuivelproducten. De melkerij behoorde ook tot haar taken, maar het houden van vee was behoorlijk verminderd in de Haarlemmermeer. Van de boerin haar
Haarlemmermeer in vroeger dagen Ary van der Marel Jzn. schrijft in zijn boek Haarlemmermeer in vroeger dagen over de taken van boerinnen. Het boek handelt van 1890 tot 1905. Hij schrijft op de laatste pagina’s van het boek over de vrouwen van de boeren, die het niet gemakkelijk hadden. Ze hadden een omvangrijk takenpakket. In het algemeen hadden ze met weinig hulp een groot gezin te verzorgen. De boerin bereidde de maaltijden, hield de vertrekken schoon met stoflap, stoffer en blik en maakte de ramen schoon. Ze bakte een paar keer per week zelf brood. Dagelijks werd er gekarnd met een handkarn om in de boterbehoefte van het gezin te voorzien. Op elke boerderij was nog vee: de boerin hield zich bezig met de melkerij en het maken van kaas en boter. Voor de strijk werd een koperen strijkijzer gebruikt waarin een kooltje vuur lag. De was werd gedaan met behulp van een schommelwasmachine. Men gebruikte petroleumlampen, die iedere dag gevuld moesten worden, de brander schoongemaakt en van een nieuwe pit voorzien of het verbrande gedeelte daarvan verwijderen. Ook dit behoorde tot de taken van de boerin, net als groente halen uit de tuin. Ieder voorjaar werd het huis grondig schoongemaakt. Vaak woonde men met de paarden en de koeien onder een dak. Het woongedeelte grensde vaak aan de voorraadschuur van het koren en de dorsvloer waar gedorst werd. Als in het voorjaar de leeggekomen koeienstal moest worden schoongemaakt, hielpen de mannen en de dochters. Als deze eenmaal schoon was, was de stal een lust voor het oog en de trots van een boerin. In de zomer werden groenten ingemaakt in het zout. Groenten kwamen veelal uit de moestuin. In de herfst, in de slachttijd, moest
economische taak was weinig overgebleven. Zij voerde de huishouding meestal met één of meer dienstbodes. In één opzicht was de betekenis van de vrouw vergroot en wel als inbrengster van bedrijfskapitaal. Het bouwbedrijf op de klei, op moderne manier gedreven zoals in de Haarlemmermeer, vereiste veel kapitaal; meer dan de boer meestal had. Het huwelijk kreeg vaak een economische betekenis, terwijl persoonlijke genegenheid ondergeschikt was. ‘De vrouw heeft het tegenwoordig makkelijk op de boerderij; ze heeft nu de tijd om een dame te worden; ten minste als haar man niet het geld verspeculeert’, aldus een Meerbewoner, die de ontwikkeling betreurde, dat het werk van een boerin geen economische betekenis meer had. Bronnen: - Ginjoolen, F. Werkende Handen Roman over de eerste kolonisten van de Haarlemmermeer, 1953 - Keisers, J. Th. Geschiedenis van de afdeling Haarlemmermeer van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw 1858-1992: 134 jaar plaatselijke landbouworganisatie, 1995 - De Boer, Drs. P.G.J. Haarlemmermeerders in moeilijkheden Aspecten van de medischsociale geschiedenis van Haarlemmermeer in de vorige eeuw, 1983 -G aljaard-Kooi, W. Antje, zonder jaartal -V an der Marel, A. Jzn. Haarlemmermeer in vroeger dagen, zonder jaartal
15
Wie het weet, zet de tanden erin
De dubbele schutsluis bij Fort Aalsmeer Sinds 1857 komen er veel verzoeken en ook plannen om de wateren binnen de nieuwe polder met een schutsluis aan te sluiten op de Ringvaart en de daaraan verbonden waterwegen. Na twaalf jaren onderhandelen werd op 1 november 1889 een overeenkomst getekend tussen de Staat der Nederlanden en het bestuur van de Haarlemmermeerpolder om een slaperdijk (nu bekend als de Geniedijk) met de daarbij behorende voorzieningen aan te leggen. De aanleg betrof een dijk vanaf de Ringdijk bij Vijfhuizen tot Aalsmeer. Daarbij kwam een dubbele schutsluis met bijbehorende werken. Op de eindpunten van de dijk kwamen forten: een bij Vijfhuizen en een bij Aalsmeer. De Geniedijk is een onderdeel van de nog altijd bewaard gebleven Stelling van Amsterdam. Deze voormalige verdedigingslinie is de grootste kringstelling van Europa (een kringstelling is een ring van afzonderlijke forten om de daarbinnen gelegen stad van vijandelijk artillerievuur te vrijwaren). De Geniedijk was een volledig nieuwe en exclusief militaire liniewal die de polder in een noord- en zuidgedeelte verdeelde. De Haarlemmermeerpolder vormde het zuidwestelijk front van de Stelling. Bij een vijandelijke aanval kon de zuidelijke Haarlemmermeer onder water worden gezet. De ‘Verbindingswal’, zoals de Geniedijk officieel heet, was zowel inundatiekering als verdedigingswal. De mogelijkheid om de zuidelijke Haarlemmermeerpolder onder water te zetten (inundatie) werd zo min mogelijk ter sprake gebracht: dat zou de grondverkoop maar kunnen stagneren - met een enorme grondprijsdaling als gevolg.
met kanalen moest de polder ontsluiten voor scheepvaart van buiten. Naast een boven- en benedensluis bij het te maken Fort Aalsmeer werden een voor- en achterkanaal aangelegd. Het voorkanaal (met jaagpad) aan de front-, en het achterkanaal aan de keelzijde van de Geniedijk. Bij oorlogsdreiging kon de inundatie van het zuidelijk gedeelte van de Haarlemmermeer worden geregeld via het voorkanaal. Het achterkanaal was voor de munitietoevoer per boot. In vredestijd konden handelsschepen met suikerbieten naar de fabriek in Halfweg en schepen met andere landbouwproducten naar de markt in Amsterdam gebruik maken van het voorkanaal en de schutsluis. Het achterkanaal is minder breed dan het voorkanaal. In oorlogstijd dient het achterkanaal als vaarwater om gedekt en ongezien geschut en dergelijke te vervoeren. Volgens de overeenkomst zou de Polder de sluizen na de bouw overnemen van het Rijk. In 1894 is het sluizencomplex met de kanalen gereed. De eerste sluiswachter was K. Rijsdijk, benoemd op 25 juni 1894. Een boot die van de Ringvaart kwam passeerde achtereenvolgens een klapbrug in de Ringdijk, de voorhaven, de bovensluis, het tussenkanaal, de ondersluis en het voorka-
naal, dat was verbonden met de Hoofdvaart. Tijdens de bietencampagne werden weken achtereen gedurende vierentwintig uur per dag in- en uitkomende schepen bij de sluizen geschut. Van 1913 tot 1951 werd het waterpeil in oktober en november zelfs verhoogd tot het z.g. bietenpeil. Het water stond dan zo’n 60 tot 80 cm hoger, zodat schepen met een maximum diepgang van 1,25 m in de Hoofdvaart en het voorkanaal konden varen. Eind november 1951 heeft het polderbestuur het bietenpeil afgeschaft ten gunste van de landbouw die belang had bij een lage waterstand. Een van de argumenten bij dit besluit was dat het bietenvervoer steeds vaker over de weg ging. Omstreeks 1957 wordt het gebruik van de sluizen voor de scheepvaart beëindigd. In januari 1966 wordt de ophaalbrug in de Ringdijk gesloopt en vervangen door een dam met duiker. Dit was het definitieve einde van de schutsluis. In 1984 plaatste de eigenaar van de schutsluis, het waterschap Groot‑Haarlemmermeer (opvolger van het polderbestuur), een gewapende betonnen damwand in de bovensluis. Sindsdien is het sluizencomplex verwaarloosd en overwoekerd door planten en onkruid. Drs. Hans Dolman jr. Historisch Museum Haarlemmermeer
Op mijn rubriek: “wie het weet mag het zeggen” heb ik mondeling, telefonisch of per mail zeer veel reacties gehad. Ik noem even de namen; J. Wies, J. van Egmond, B, van Diemen, C. Spruit, P. Kleijer, B. Duwel,, H. de Weerd, K. van Gerven, E. Booman, C. Koomen, P. Geluk, J. Vonk, F, Schrama, J. de Bakker en J.J. Koning. Welgeteld 15 mensen die het wisten… en dat er bij ons niemand was die het wist. Bij de meesten kreeg ik er ook nog achtergrond informatie bij waardoor het nog weer interessanter werd. Het antwoord was: zaagtandzetter. Bedoeld om na het slijpen of vijlen van een zaag de tanden beurtelings naar links of naar rechts te buigen. Daardoor wordt de zaagsnede in het hout iets breder dan de dikte van het zaagblad en loopt die niet vast. De meesten hadden het hun vader of oom zien gebruiken. Ook wisten sommigen te melden dat het een in onbruik geraakt stukje gereedschap is waarvoor een beter ding gekomen is in de vorm van een tang. Vandaag de dag worden de zagen geleverd met geharde tanden. Dat zou vijlen onnodig, zo niet onmogelijk maken. Een nieuwe zaag met geharde tanden die bot is geworden gooi je dus gewoon weg. Foppe Kamerling
Woensdag Pasteldag Op 16 en 17 februari exposeerde de teken- en schilderclub Woensdag Pasteldag een aantal van hun werken in de Witte Boerderij aan de Hoofdweg in Hoofddorp. Woensdag Pasteldag is een club van zeven mensen die bijna allemaal de 60 zijn gepasseerd. De naam verwijst naar de dag van samenkomst en de favoriete materiaalkeuze. De club heeft onderricht van het bekende Amsterdamse kunstenaarsechtpaar Mieke Dillo en Willem Claassen en toonde op de expositie ruim van hun 50 pastel-en houtskoolwerken. Naast grote verschillen in kleurgebruik en onderwerpbenadering kende de expositie als geheel ook veel samenhang, die vooral
voortkomt uit de grote mate van blijheid, spontaniteit en gezelligheid die de werken van de club kenmerken. Al met al was het een bijzonder geslaagde expositie waar bij elkaar zo’n tweehonderd mensen op zijn afgekomen. Die konden niet alleen genieten van het geëxposeerde werk maar ook van de vele hapjes en drankjes die klaar stonden en niet in het minst van een hele gezellige en ongedwongen sfeer. Aan dit laatste was de accordeonmuziek van Mieke Dillo en het gezang van vele bezoekers zeker debet.
De aanleg van de Geniedijk heeft meer dan drie jaar geduurd. De totale lengte van het werk bedraagt negen kilometer. De wal is uitzonderlijk hoog. Hoewel eventuele inundatie slechts enkele decimeters zou bedragen, is toch gekozen voor een hoogte gelijk aan de polderringdijk. De schutsluis
16
17
Twee gifmoorden als gevolg van overspel Precies 100 jaar geleden vonden in Oude Wetering en aan de Huigsloterdijk twee moorden plaats. Op x mei 1913 overleed onverwacht Ente Breed van de Huigsloterdijk en op 26 juni overleed plotseling Ernst Hendrik Pieneman, arbeider bij veehouder Los in Oude Wetering.
vrouw. Zij ging veel uit en liet haar man en de vier kinderen vaak onverzorgd achter. De buurvrouw was aan het sterfbed van Pieneman geweest. In haar armen is de man gestorven. Pieneman’s vrouw ging toen erg te keer, roepende “Ach Hein, Hein, nu kan ik nooit meer tegen je spreken”. Toen Pieneman’s vrouw deze verklaring hoorde, barstte ze in snikken uit. Even later zei ze: “Als ik van huis ging was het om te werken, ik ging vaak uit bakeren”. Ook de andere getuige, veehouder Los, was erg gesteld op z’n knecht Pieneman. De vrouw daarentegen had hij niet zo hoog staan.
Opgelegde straf Op 8 september 1913 deden de rechters uitspraak. De 29 jarige vrouw Pieneman en de 31 jarige Frans Breed kregen elk 18 jaar gevangenisstraf. Frans Breed verklaarde aan de president van de rechtbank dat hij ongeveer 6 jaar weduwnaar was. Eerst was zijn zuster bij hem en zijn vader gekomen om de huishouding te doen. Later is zij vertrokken en woonde de beklaagde alleen met zijn oude vader. Die werd toen ziek en er moest hulp komen. Vrouw Pieneman, die in de omgeving uit werken ging, kwam in februari 1913 bij hen. Voor die tijd kende hij haar niet, De verstandhouding tussen beiden werd toen heel vertrouwelijk.
Het trieste was dat de drie kinderen van ’t gezin Pieneman niet meer bij elkaar konden blijven. Men had medelijden met hen en ze konden in het dorp worden ondergebracht bij de familie Los, bij de predikant en bij een andere dorpsgenoot. Het oudste kind was 13 jaar. Barend Klaassen en Ton Zekveld
Bron: - Hier in de Regio, nummer 2, feb. 2012. - Hans van der Wereld - Haarlems Dagblad
Moord uit liefde? Ernst Hendrik Pieneman, geboren op 1 augustus 1875 te Nieuwkoop, moest op een dag heel veel overgeven. Dokter Melchior van Oude Wetering schreef hem een drankje voor. Het mocht niet baten, want twee dagen later was hij dood - slechts 37 jaar oud. Buren mompelden al dadelijk dat de man geen natuurlijke dood was gestorven. De veldwachters stelden een voorlopig onderzoek in. De Justitie uit Haarlem kwam daarna het onderzoek leiden. Al spoedig rezen gegronde verdenkingen tegen de vrouw van de overledene, de 29 jarige Pietertje Pieneman – Enthoven. Pietertje was geboren op 23 september 1883 in De Ronde Venen. Op 22 december 1899 was zij met Ernst Hendrik getrouwd. Het gezin kende weinig huiselijk geluk en de vrouw, die het niet zo nauw nam met de wetten van huwelijkstrouw, had weinig op met haar man. De vrouw werd aan een scherp verhoor onderworpen. Eerst ontbraken de definitieve bewijzen over de doodsoorzaak. De vrouw ontkende alle schuld, zodat ze weer in vrijheid gesteld moest worden. Het stoffelijk overschot van Ernst Hendrik werd voor lijkschouwing naar het acade-
Een verzoekschrift van Frans Breed uit de Leeuwarder gevangenis aan de officier van justitie te Haarlem. Frans Breed had namelijkeen dochter.
Ernst Hendrik Pieneman
Pietertje Pieneman-Enthoven
misch ziekenhuis te Leiden gebracht. De artsen constateerden daar een grote hoeveelheid arsenicum in de stoffelijke resten. Nu stonden de onderzoeksrechters sterker tegen de verdachte vrouw. Vijf uur lang werd ze ondervraagd. Ze was toen zo in ’t nauw gebracht dat ze volmondig toegaf haar man met arsenicum te hebben vergiftigd. Het gif had ze in steeds grotere hoeveelheden door Ernst Hendriks eten en drinken gemengd. De derde dosis was fataal. Ze had het rgif (rattenkruid) gekregen van de 31 jarige Frans Breed, een boerenarbeider die aan de Huigsloterdijk woonde en met haar een vriendschap onderhield. Ook Frans Breed werd gehoord.
Nog een moord De veldwachters herinnerden zich dat de vader van Frans ruim anderhalve maand
Rechts het woonhuis aan de Huigsloterdijk waar Frans Breed en zijn vader woonden
Frans Breed
eerder onverwacht was gestorven, zonder dat de doodsoorzaak met zekerheid was vastgesteld. Nu rees het vermoeden dat ook de 70-jarige vader, Ente Breed, vergiftigd was. Het lijk van vader Breed werd opgegraven op het Rooms-katholieke kerkhof te Oude Wetering. Uit de lijkschouwing bleek dat hij eveneens aan een arsenicumvergiftiging was overleden. Zoon Frans werd verhoord. Maar hij ontkende er iets mee te maken te hebben. Maar vrouw Pieneman – Enthoven ging praten, het hoge woord kwam eruit. Ze hadden samen de oude man vergiftigd. Vader Breed had een klein kapitaal, ongeveer 400 – 500 gulden. Dat geld hadden ze hem afhandig gemaakt waardoor er moeilijkheden ontstonden. Bovendien was de oude man lastig, want hij keurde de liefdesverhouding van zijn zoon met een getrouwde vrouw af. Dit moest de vader met de dood bekopen.
De rechtszaak Na de bekentenis van de vrouw werd ook Frans Breed in hechtenis genomen. Beiden werden naar Haarlem vervoerd en in ’t Huis van Bewaring opgesloten. Aanvankelijk bleef Frans ontkennen maar toen hij het nutteloze daarvan inzag gaf hij toe. De zaak van de beide moorden kwam voor de rechters van de arrondissementsrechtbank te Haarlem. Een aantal getuigen en deskundigen werd gedagvaard o.a. de twee veldwachters uit de gemeente Alkemade, de doodgraver, dokters en veehouder Los en zijn vrouw. Mevrouw Los – Verzijde, een buurvrouw van Pieneman, verklaarde dat Pieneman, die bij haar man werkte, een zeer oppassend persoon was. Anders was het met zijn
18
Een telegram van de burgemeester van de gemeente Alkemade aan de Officier van Justitie te Haarlem.
Pietertje Enthoven zat in de Bijzondere Strafgevangenis voor Vrouwen te Gorinchem. Brief aan de Officier van Justitie te Haarlem, d.d. 1 april 1915.
19
Gezinsdrama in Nieuw-Vennep in de nacht van 7 op 8 januari 1963 Een verslag Vier kinderen van de familie Holl in de Haarlemmermeer zijn op 8 januari vroeg in de ochtend in hun slaap verrast door een felle brand en omgekomen in de vlammen. Het gaat hier om Robbie (11), Ada (10), Wim (8) en een baby van zes maanden. De zwaar getroffen ouders van de kinderen konden zich in veiligheid stellen. De vader heeft bij een reddingspoging ernstige brandwonden aan gezicht en rechterarm opgelopen en is daarna opgenomen in een ziekenhuis in Haarlem. Hij, zowel als zijn vrouw, hebben nog niets over het tragische ongeval kunnen vertellen. Van de woning resten nog alleen geblakerde muren.
20
Anton Zekveld
Holl van Dam, namens H. M. de Koningin haar intens medeleven met het lot van deze zwaar getroffen familie betuigd. De begrafenis is voorafgegaan door een korte rouwdienst in de plaatselijke Hervormde Kerk, waarbij ongeveer vierhonderd mensen aanwezig waren. Na de kerkdienst volgden honderden belangstellenden, waaronder de burgemeester van de Haarlemmermeer, de rouwstoet. De Burgemeester betuigde de nabestaanden bij de geopende groeve zijn deelneming namens het gemeentebestuur Ook de moeder van de overleden kinderen was bij de teraardebestelling aanwezig. Haar man echter niet, want hij lag nog in het Elizabeth ziekenhuis te Haarlem. Later werd onder de bevolking van Nieuw-Vennep een actie opgezet om de beide getroffen families financieel te ondersteunen. De familie Holl bewoonde de linkerhelft van een dubbel woonhuis aan de Hoofdweg, bestaande uit een woongedeelte en een horlogewinkel. Mevrouw Holl was al naar bed gegaan en haar echtgenoot was nog in zijn werkplaats bezig met het repareren van horloges. De brand moet omstreeks half
drie ‘s morgens zijn ontstaan. De heer Holl rook een brandlucht en begon “brand” te roepen. Hierdoor werd zijn vrouw gewekt. De man rende de trap op naar de verdieping waar de kinderen sliepen. Hij heeft hen niet meer kunnen bereiken en is even later uit een raampje naar buiten gesprongen om een ladder te gaan halen. Hij had toen al ernstige brandwonden opgelopen, aangezien hij tot diep in de vuurzee was doorgedrongen. De inmiddels door mevrouw Holl gewaarschuwde politie en brandweer waren snel ter plaatse, maar ook zij stonden machteloos tegenover de laaiende vuurzee, waarin de woning was veranderd. De kinderen konden helaas niet meer gered worden. Het enige wat de brandweer nog kon doen was voorkomen dat het andere deel van het dubbele woonhuis - de kruidenierszaak van de familie Tates - ook afbrandde. Mevrouw Holl is tijdelijk bij haar zuster in Amsterdam ingetrokken. De gezondheidstoestand van haar man, is naar omstandigheden vrij redelijk. De Burgemeester van Haarlemmermeer Mr G. C van Willegen, heeft donderdagmiddag mevrouw M. G. A.
ingezonden Leuk Fotograaf Matthijs Voskuijl was begin maart voor een (fotografie) opdracht in Sierra Leone, West-Afrika. Hij mailt: “Toen ik daar door de krottenwijken (enorme armoede) reed, kwam ik plotseling een vrachtwagen tegen met een Nederlandse tekst, die ik hierbij voeg. Ik zie bij jullie geen antiek op de website, maar u zult wellicht weten waar deze oorspronkelijk vandaan kwam....! Ik kon het niet laten hem even te mailen.”
21
woonkernen
Kastanjeplein toen het nog een plein was, gelegen aan de Lindenlaan van 1913.
Zwanenburg toch echt 100 jaar Als je vóór 2013 tien Zwanenburgers gevraagd zou hebben naar de leeftijd van hun dorp, zouden negen hebben geantwoord: ‘Geen idee’, één misschien: ‘Net zo oud als de Haarlemmermeer toch?’ Duidelijk dat weinigen het echt weten en daarom is het goed om aan het honderdjarige Zwanenburg aandacht te schenken.
Tekst: Ger Mastenbroek Beeld: Henk Koetsier, Houten Op 28 augustus 1913 kreeg Zwanenburg officieel de status van dorp en zijn naam. Dit jaar is dat dus honderd jaar geleden; terecht dat het een eeuw later feestelijk wordt herdacht. Het dorp Zwanenburg is als verrassing voor velen dus veel jonger dan de gemeente waar het deel van uitmaakt. De gemeente Haarlemmermeer heeft immers als geboortedatum 11 juli 1855 en Zwanenburg is ruim een halve eeuw jonger … Zoals andere dorpen als Hoofddorp eerst Kruiswijk en Nieuw-Vennep daarvoor Venneperdorp heette, had Zwanenburg eerst
ook nog geen definitieve naam. Langzaam maar zeker ontstond er in het eind van de negentiende eeuw in het noorden van de drooggelegde polder, een gehuchtje. In die tijd aangeduid met diverse ‘Zwanenburg’naamvariaties. Nadat het gehuchtje via gehucht het formaat van een dorp kreeg, vond het gemeentebestuur het tenslotte in 1913 tijd om het officieel het predicaat ‘dorp’ te verlenen. Zo is in een gedeelte van de brief van burgemeester en wethouders aan de raad van gemeente Haarlemmermeer te lezen dat ‘het wenschelijk was deze buurtschap nabij Halfweg met een aparte naam te noemen en de verschillende voor het verkeer geheel of gedeeltelijk opengestelde wegen aldaar met een eigen naam te duiden’. Aldus geschiedde en bestond vanaf 28 augustus van dat jaar, Zwanenburg écht. Naast de twee wegen die al een naam hadden, de IJweg en de Krommen Spieringweg, kregen nog veertien paden en lanen een naam. Daaronder de Olmenlaan, Marialaan, Domineeslaan, Wilgenlaan en Dennenlaan. De ligging van de lanen die een naam kregen werd nauwkeurig omschreven zoals bijvoorbeeld voor de laatstgenoemde laan ‘de weg loopende van den ringdijk zuidwaarts evenwijdig aan de Kerkhoflaan tot aan de hierna te noemen Olmenlaan’. Negen keer een bomennaam; waarom juist zoveel ‘bomen’ heb ik niet kunnen achterhalen.
Halfweg. Later werd het iets preciezer met als adres bijvoorbeeld ‘nummer 2, polderkavel C’. Nadat de post vanaf 1913 in lanen met namen en op huizen met nummers kon worden bezorgd, restte er nog wel een ander ‘probleem’. Zwanenburg bestond dus wel officieel. Als dorp was het alleen door een ringvaart gescheiden van het veel oudere en bekendere dorp Halfweg. Het nieuwe dorp Zwanenburg werd nog altijd niet als volwaardig dorp bij eigen naam genoemd.
Zo stond tot in de jaren zestig op mijn post de plaatsnaamregel Post Halfweg en werd het nog later eerst nog Zwanenburg post Halfweg voordat ons dorp als enige plaatsnaam voldoende was. De introductie van de postcodes loste alles op.
Verwarrende naamgeving
Postbezorging
Deze Domineeslaan zag er 100 jaar geleden anders uit ...
22
Ook voor de postbezorging was het handig dat er voortaan een echt adres op het poststuk gezet kon worden. Eind negentiende eeuw was het voldoende om post bezorgd te krijgen met slechts de notitie Aan den Heer Jan Mastenbroek Jr Haarlemmermeer bij
De ‘Nieuwe Brug’ van 1949 was voor Zwanenburg de hoofdverkeersader.
Langzaam maar zeker ging Zwanenburg echt bestaan.
Honderd jaar geleden omschreef het gemeentebestuur het gehucht Zwanenburg als deze buurtschap nabij Halfweg. Halfweg bleef als naam, zoals hiervoor omschreven, heel lang verbonden aan Zwanenburg. Net zo lang bleef ook de naamproblematiek, beter gezegd de naamkeuze, Zwanenburg of Halfweg. De dorpen samen vormden en vormen nog steeds één woongemeenschap. Eerst met Halfweg als hoofdplaats met kerken, badhuis, scholen, postkantoor … Daarna, vanaf halverwege de vorige eeuw, werd Zwanenburg steeds belangrijker. Zo kwam ook de in 1949 geopende nieuwe brug voor Zwanenburgers veel centraler in de woonplaats te liggen en voor steeds meer winkels, voor de dokter, voor de bibliotheek en zelfs voor openbaar vervoer konden zij in het eigen dorp blijven.
De naamkeuze Halfweg of Zwanenburg is door de tijd vanzelf opgelost. Zo kreeg de voetbalclub van Zwanenburg bij oprichting in 1919, vanzelfsprekend de naam Halfweg. In 2005 is de club samengegaan met de ooit in Halfweg begonnen voetbalvereniging NAS, met als de even vanzelfsprekende nieuwe naam nu vv Zwanenburg. Was er tot 1934 op de eerste spoorlijn in Nederland op Halfweg (ja, je zegt ‘op’ Halfweg) een station met alleen de naam Halfweg, het in 2012 op dezelfde plek geopende nieuwe station heeft als naam gekregen Halfweg-Zwanenburg. De vroegere dorpsvereniging had als enige plaatsnaamnaam Dorpsvereniging Zwanenburg; de tegenwoordige dorpsraad heeft als officiële naam Dorpsraad Zwanenburg-Halfweg.
100 Jaar Zwanenburg De aftrap voor de viering van 100 Jaar Zwanenburg werd gegeven op 25 april tijdens de jaarvergadering van de Dorpsraad Zwanenburg-Halfweg (weer die naam!). Na de pauze mocht ondergetekende iets vertellen over honderd jaar Zwanenburg. ‘Voor mij is de geschiedenis van Zwanenburg niet anders dan hij voor mij en voor anderen is en in de vele boeken te lezen en met vaak dezelfde foto’s te zien. Daarover hoefde ik het dus niet te hebben. Ik mocht het hebben over mijn dorp Zwanenburg met mijn persoonlijke herinneringen. Het was niet alleen feestelijk ook heel dierbaar om te merken dat veel herinneringen gedeeld konden worden met de aanwezigen en vooral dat ieder zijn of haar eigen Zwanenburg heeft.’ Na honderd jaar wordt er feest gevierd. Eerst met als u dit leest al voorbije vierdaagse rond 1 juni met muziek, lichtshow, seniorendag, reünie en een grote 100 Jaar Zwanenburg-quiz. Op het programma staat nog de echte verjaardag op 28 augustus.
Zwanenburg, apart dorp Het dorp Zwanenburg ligt geografisch gezien in de top van de gemeente maar hangt er figuurlijk ook wel een beetje bij. Een van de auteurs van de Zwanenburgboeken zegt over het dorp dat het ‘altijd al een aparte plaats in de geschiedenis heeft ingenomen’. Ben ik het helemaal mee eens. Voor trouwen, andere gemeentehuiszaken maar bijvoorbeeld ook voor ambachtschool, moest je maar in Hoofddorp zien te komen. Zeker vroeger met beperkte vervoermiddelen was dat niet altijd makkelijk. Gelukkig lag en ligt Zwanenburg nog steeds tegen het Halfweg aan met ooit de vele voorzieningen. Officieel had het daar geen banden mee. Eind jaren vijftig ‘dreigde’ dat anders te worden toen de gemeentegrens niet meer tussen Halfweg en Zwanenburg maar om deze plaatsen getrokken zou worden. Dat is niet doorgegaan. Of dat goed of niet goed is, is nu niet meer belangrijk; het is zoals het is. Als het wel was doorgegaan had Zwanenburg in 2013 in elk geval niet het honderdjarig bestaan kunnen vieren. Lag en ligt ons dorp ver van de gemeentelijke hoofdplaats Hoofddorp, het lag en ligt dichtbij Haarlem en Amsterdam. Steden met de vele voorzieningen en die vooral veel makkelijker bereikbaar waren. Nog iets. Het is ook aan ons eigen blad MeerHistorie te merken dat Zwanenburg apart is. In de redactie is er niemand met ‘Zwanenburg’ in de portefeuille en mede daardoor is er ook heel weinig over het nu honderdjarige dorp in het blad te lezen. Maar ook moeten Zwanenburgers zich realiseren dat er nauwelijks iets te lezen valt over hun dorp doordat zij weinig bijdragen leveren. Een beetje het kip of het ei. Ik denk dat als het ei gelegd wordt de redactie van Meer-Historie daar graag van iets bakt. Op naar de komende honderd jaar met meer informatie over het dorp Zwanenburg en zijn Zwanenburgers.
23
woonkernen
Vijfhuizen
in de vaart der volkeren Reint Buser Kromme Spieringweg met in de verte zicht op de eendenkooi.
In 1936 ontmoette Prins Bernhard, de oudste zoon van Prins Bernhard von Lippe, tijdens een skivakantie Juliana in Garmisch- Partenkirchen ontmoet. Overigens was de relatie al eerder gearrangeerd. Op 7 januari 1937 vond in Den Haag het huwelijk plaats. Daarmee had Nederland opeens een relatie met het kleine vorstendom Von Lippe. En in dat kleine vorstendom bleek men een eigen nationale mars te hebben, de Lippe Detmold mars. Het vertelt van de soldaat die de oorlog in moest, maar die al bij het eerste treffen werd gedood.
Het lied werd hier in Nederland meteen bekend en het duurde niet lang of het werd, zoals we nu zouden zeggen, een hit. Veel ouderen zullen zich de melodie nog wel herinneren. Geïnspireerd door de melodie zetten veel personen zich aan het dichten. Ook Vijfhuizen had een gelegenheidsdichter in de gereformeerde predikant ds Wierda die daar vanaf 1938 in functie was. De tekst luidde: Aan de Ringvaart ligt een welbekende plaats Aan de ingang van De Meer Vijf huizen stonden er in vroeger eeuw Nu staan er wel wat meer. Een rechte en een Kromme Spieringweg De dijk en ‘t Franse pad Een machtig fort en ook een eendenkooi Dan heb je ’t wel gehad. De spoortrein had er altijd pech De nachtbus gaat om vier uur weg. Het Franse Pad was in Vijfhuizen destijds de benaming voor de Vijfhuizerweg. Die weg eindigt niet bij de Ringvaart, maar vindt een vervolg via De Klugt omdat destijds geen overeenstemming kon worden bereikt voor een rechte doortrek naar de Ringvaart. De naam De Klugt komt uit de vroegere laaden losplaats van zeil - en motorschepen die de landbouwprodukten uit de polder daar inlaadden. De Schiphol spoorlijn functioneerde van 1912-1936, het stationsgebouw in Vijfhuizen werd gebouwd in 1911 en is een Rijksmonument. Het is nu in particulier
24
bezit. Het vertrek van de bus om vier uur was wel heel erg vroeg, later werd het zes uur, dus dat was wel iets later, maar voor onze begrippen toch nog erg vroeg, maar het was destijds voor de arbeiders vroeg dag. Het werk was zwaar en de werktijden heel lang. Vijfhuizen had dus zowaar een eigen “volkslied”. Maar daar hield men het bij, want Vijfhuizen maakte immers deel uit van een gemeente Haarlemmermeer, net zoals de vele andere dorpen in de polder. Maar karakteristiek voor het dorp was het wel, als er tenminste geen andere dorpen in de polder zijn met een eigen lied. Het zou interessant zijn dat eens te vernemen. De gemeente duidde het dorp Vijfhuizen in gemeentelijke nota’s wel eens aan als “een dorp met karakter”. En zo is het ook.
De winkel van Ziere. Het pand dateert uit 1919 en staat op de monumentenlijst.
Vijfhuizen heeft al een lange geschiedenis. Het dorp zou er al zijn geweest bij het beleg van Haarlem. Het boek “Haarlems Heldentijd”(Fr.de Witt - 1943) vermeldt: “ Het oude dorp Vijfhuizen werd volledig gebrandschat”. . Of hier het echte dorp Vijfhuizen mee bedoeld wordt is onduidelijk. Het huidige dorp Vijfhuizen is van latere tijd en ontstond bij het graven van de Ringvaart. Destijds lagen op het oude land alleen wat hofsteden en de eendenkooiboerderij stond er. Op 9 februari 1701 verleenden de Staten van Holland, en West Friesland octrooi aan Jan Willemz. wonende onder de Heerlijkheyt Nieuwerkerck, Schalkwijk en Vijfhuijsen ‘tot het opregten van een vogelkoij.’ Op 9 juni 1757 tekenden Schout en Scheepenen een akte van verkoop waarbij de eigendom van grond en eendenkooi overging naar Gerrit Stokman. Er verrezen langs de Ringvaart armoedige onderkomens voor de polderwerkers bij het graven van de ringvaart. Later kwamen er behoorlijke huizen en nam de bevolking toe. Tussen die huizen verrees een groot aantal kroegen, die ruime aandacht kregen van de bevolking. Het dorp was bepaald niet welvarend, de wegen waren slecht . In 1867 brak zelfs cholera uit. In 1915 vond men dat er aan de mistoestanden in Vijfhuizen iets gedaan moest worden. Toen werd de ‘Vereniging dorp Vijfhuizen’ opgericht, en die vereniging bestaat nog steeds. In 2015 viert de vereniging het 100 jarig
bestaan. Het doel van de vereniging was, aldus de statuten, `de zedelijke en stoffelijke belangen van het dorp Vijfhuizen in het algemeen te bevorderen en diensvolgens te trachten de toestanden op het gebied van hygiëne, veiligheid, verkeer, dorpsverfraaiing enz te verbeteren’. Men kon destijds als inwoner van het dorp lid worden als men gehuwd was , of optrad voor een gezin, tegen betaling van 50 cent per jaar. Het polderbestuur werd veelvuldig benaderd om verbeteringen te bewerkstelligen voor het dorp. Op 12 januari 1916 beantwoordde het polderbestuur een brief van dorpsvereniging met de woorden:`Naar aanleiding van Uw verzoek van 30 november om verbetering te brengen in den toestand van de wegen in het dorp Vijfhuizen door den aanleg van een paardenpad, hebben wij
bleef nadrukkelijk achter. Er lagen nog sloten en tochten in het dorp die in de zomer kweekplaatsen waren voor muggen. Berucht was vooral de situatie op de Zwarteweg. De weg had een pikzwarte kleur door het steenkolengruis dat voor de verharding was gebruikt. Het was een weg met gaten en kuilen, dus nam de dorpsvereniging het onderhoud in arren moede maar voor eigen rekening.
de eer U te berichten dat ons College geen termen heeft gevonden om aan Uw verzoek te voldoen.’ Kortom, vergeet het dus maar! Dus stak men als dorp zelf de handen uit de mouwen: geen straatverlichting? Het dorp kocht lantaarns en betaalde zelf de lantaarnopsteker. Na de Tweede Wereldoorlog ging men in de gemeente voortvarend aan het werk bij de wederopbouw. Maar men was daarbij het dorp Vijfhuizen “vergeten” en beperkte zich tot Hoofddorp en Badhoevedorp. Vijfhuizen
wantoestanden in het dorp. ‘Dat het in Vijfhuizen een modderzootje is staat wel vast, zegt Prikker.’
Vijfhuizen was een ‘vergeten dorp’ en dat liet men niet op zich zitten. Het dorp kwam luidruchtig in actie. En het dorp kreeg steun. In 1954 begon journalist Jan Mastenbroek in de Hoofddorpse Courant een column die de naam Stekeltjes kreeg en hij ondertekende de tekst met de naam ‘Prikker’. Daarbij vestigde hij de aandacht op de
Dankbaar voor de steun via de rubriek richtten de dorpelingen een Prikkerbeeld op. Een moderne versie van het beeld staat er nog steeds in het dorp. Die geschiedenis werd zelfs landelijk bekend. De acties hadden succes, want er kwamen inderdaad verbeteringen in het dorp. In december 1956 bood de dorpsvereniging het gemeen-
tebestuur een oorkonde aan als dank voor de inzet voor Vijfhuizen. In 1965 kwam het dorp weer in het nieuws. Er moest een Technische Hogeschool komen. Haarlem was kandidaat, maar aan de oostkant van de stad was te weinig ruimte. Dus liet men het oog vallen op de andere zijde van de Ringvaart. Haarlemmermeer wilde wel meewerken en bood al een stuk grond aan van 100 bunder tussen Vijfhuizen en Nieuwebrug. In Vijfhuizen zou dan een ‘professorenwijk’ komen met 300 woningen. Maar het feest ging niet door, er kwam wel een Hogeschool, maar in Twente. Er kwamen dus geen 300 professoren in Vijfhuizen wonen. Er is weer een en ander aan de hand. In het kader van Ruimtelijke Ordening moesten er vele woningen komen in de Randstad. Een Noron plan voorzag in de bouw van liefst 6500 woningen ten zuiden en zuidoosten van het dorp Vijfhuizen. De dorpsvereniging verzette zich heftig en gaf duidelijk aan niet tegen enige uitbreiding te zijn, maar wel tegen een grootschalig project die “een volledige vernietiging van dorp en omgeving zou veroorzaken’ Uiteindelijk viel de beslissing , de NORON ging niet door. Het Haarlemmemeerse Bos , de Groene Weelde met de golfbaan kwamen er gedeeltelijk voor in de plaats. Vijfhuizen had altijd een actieve inbreng in het overleg, maar wel met de intentie dat het laatste woord uiteindelijk aan de gemeente is. Het 65 jarige bestaan van de dorpsvereniging werd in 1980 gevierd met als afsluiting een braderie. Dat vond plaats op een stralende dag in september, en het zou vanaf die datum een zodanige traditie worden in het dorp, dat er plannen bestaan om dit evenement als een traditioneel erfgoed op te nemen. Wat erfgoed betreft heeft het dorp, ondanks het feit dat al veel karakteristieke panden verdwenen zijn, nog steeds veel te bieden. Vijfhuizen is karakteristiek , alleen al
25
krijgen, maar tot nu toe voelt het dorp zich nog steeds als de roepende in de woestijn. Een beschrijving van het dorp zou niet volledig zijn zonder vermelding van de geallieerde vliegers Jack Sharp, Stevens, Gibson en Rowland, die met hun toestel op 3 mei 1943 neerstortten bij het fort van Vijfhuizen. Hun namen leven voort in de benaming van drie wegen rondom het Vliegersplein. In 1995 plantte Jack Sharp nog een boom aan het Vliegersplein met een hartstenen monumentje getiteld ‘Ki te Matunga’,(getrouw tot de dood) de oorspronkelijke taal van Nieuw Zeeland. Het nog aan te leggen park aan de Stevensweg krijgt de naam Jack Sharp park. Aan de Klugt staat nog het dubbele woonhuis. Op no.5 was vroeger kruidenier Kuperus met zijn winkeltje gevestigd
in aanmerking nemend om de vele waardevolle panden, die ook op de gemeentelijke monumenten lijst staan. De Openbare School, nu gedeeltelijk in gebruik als dorpshuis, dateert uit 1865. Tot 1978 heeft de school als zodanig gefunctioneerd. Het woonhuis er tegenover op no.513 is van rond 1880 en de karakteristieke winkel van Ziere heeft het jaar 1912 in de gevel. De gebroeders Ziere verzorgden jaren lang de Rijdende Winkel. De boerderij De Dageraad aan de Kromme Spieringweg op no.402 is een oude stolpboerderij die destijds fraai gerenoveerd is. Het Graanpakhuis, kenmerkend voor het
dorp, dateert uit 1912. Het pand, een gemeentelijk monument, verkeert in slechte staat en werd als opslagplaats gebruikt. Er zijn verschillende plannen geweest het als industrieel erfgoed te behouden, maar het is verheugend te vernemen dat het pand nu in samenwerking met Cultureel Erfgoed wordt gerenoveerd en een passende bestemming krijgt. De Kromme Spieringweg , met vandaar het zicht op de eendenkooi, geeft nog een beeld van het oude land, en de weg zelf geeft de oude situatie weer. Er is al verschillende malen voorgesteld tenminste eens te evalueren of het dorp de status van beschermd dorpsgezicht kan
Maar de tijd gaat verder en het dorp gaat mee in de vaart der volkeren. En zo hoort het ook.Het dorp Vijfhuizen, in een gemeenschap waar men elkander nog kent, heeft al heel wat ontwikkelingen meegemaakt. Toch heeft het bij alle veranderingen toch nog een eigen dorpskarakter behouden. Het dorp Vijfhuizen mag dan een karakteristiek dorp zijn, maar één gemeente Haarlemmermeer met zoveel kernen is eveneens uniek. Er is in de komende tijd vast weer veel nieuws onder de zon. We zullen wel zien wat de toekomst de gemeente en ook Vijfhuizen brengt. Maar in goede samenwerking kunnen we aldus de nieuwe koning ‘ met opgeheven hoofd de toekomst tegemoet treden.”
De oude torenhaan Op 24 maart 2013 vond in gebouw De Rank van de gereformeerde Kerk te Nieuw-Vennep na de kerkdienst de onthulling plaats van de torenhaan van de vroegere Geref. Kerk aan de Kerkstraat. De torenhaan is destijds gered tijdens de sloop van het gebouw. Nu mag de torenhaan een nieuw leven beginnen op een beschutte plaats in De Rank.
De voormalige Geref. Kerk te Nieuw-Vennep (pentekening Barend Klaassen)
26
Onthulling van de torenhaan in De Rank door Evert Tates (foto: Kees v.d. Veer)
Smeden en wagenmakers (II) In het juninummer 2009 van Meer-Historie stond een interessant artikel over de bekende Vennepse carrosseriebouwer aalburg. Dat bedrijf bestond toen 150 jaar. Er valt nog veel meer te vertellen over deze vaklieden die vroeger in de landbouw van grote betekenis waren. Nu is het resultaat van hun vakmanschap alleen nog te zien in openluchtmusea. Toen ik zelf aandacht aan dit onderwerp wilde geven kreeg ik heel wat informatie binnen van onder andere Jan Tamboer uit Nieuw-Vennep, Ton Zekveld uit Abbenes en Henk en Hotze van den Berg uit Uithoorn en Kudelstaart. Voldoende stof voor drie aparte verhalen. In dit nummer het verhaal over smederij Kroon uit Abbenes.
Barend Klaassen/Ton Zekveld
Van Nieuwveen naar de Haarlemmermeerpolder Jaap Kroon, inmiddels 96 jaar oud en wonende te Lisse, heeft naar aanleiding van een familiereünie in 1967 zijn herinneringen aan de smederij te Abbenes op papier gezet. In 1999 heeft hij het boekje getiteld ‘Van oude tijden, waar we woonden en wat we deden’, met verdere aanvullingen, uitgegeven.
Jacob Kroon, geboren in 1812 te Stompwijk, had een smederij in Nieuwveen. Hij was getrouwd met Margje Zuidervaart, geboren in 1820 te Aarlanderveen. Zij kregen zes kinderen waarvan er drie al vroeg zijn overleden. Jacob werkte in Nieuwveen samen met een wagenmaker. Vrij kort nadat de Haarlemmermeer was drooggevallen verhuisde Jacob naar de polder. Dat zal geweest zijn omstreeks 1853/1854. Hij vestigde zich aan de Hoofdweg Westzijde te Abbenes. Hij kon daar van ds. J.J. van Voorst een stuk grond kopen van 52 roeden en betaalde daarvoor 527 gulden. Ds. van Voorst, woonachtig te Amsterdam, was een vermogend man. Hij was eigenaar van ruim 1200 ha. land in de Haarlemmermeer. Volgens overlevering heeft Jacob Kroon de halfhouten werkplaats vanuit Nieuwveen meegenomen naar Abbenes en daar weer opgebouwd. Omstreeks 1903 is deze werkplaats vervangen door een nieuw stenen bouwsel. Waarom hij naar de Meer is gekomen is onbekend. Waarschijnlijk trok hem het nieuwe land om daar zijn bestaan op te bouwen. Het was een hard bestaan voor de pioniers in de nog jonge polder. Jacob was een forse kerel waar de soms ruziënde polderjongens ontzag voor hadden. Zijn eerste opdrachten zullen waarschijnlijk hebben bestaan uit het smeden van schoppen voor de polderjongens die betrokken waren bij het uitgraven
1
van allerlei tochten en sloten. Later kwam daar het beslaan van de paarden bij en het maken of repareren van ijzerwerk aan karren en boerenwagens. Twee kinderen van Jacob en Margje Kroon zijn geboren te Abbenes, doch helaas jong gestorven. Uiteindelijk hebben drie kinderen de volwassen leeftijd bereikt namelijk Martinus (geb. 1848, Nieuwveen), Johannes (geb. 1850, Nieuwveen) en Maartje (geb. 1853, Nieuwveen). Martinus is eigenlijk de stamvader geworden van de vele ‘Kronen’ in de Haarlemmermeer.
Martinus Kroon Martinus trouwde op 28 april 1877 met Neeltje van To (geb. 3 november 1855, Haarlemmermeer). Zij gingen wonen aan de Hoofdweg Westzijde te Abbenes. Het huisje staat er nog, hoewel sterk verbouwd, vlakbij de benzinepompen van Vinus van den Heuvel. Zij kregen zes kinderen te weten: Jacob (geb. 1878), Gerrit (geb. 1879), Cornelis Maurits (geb. 1880), Maartje Margaretha (geb. 1883), Maurits Cornelis (geb. 1886) en Martinus (geb. 1888).
27
Smeden en wagenmakers (II) Martinus werkte in de smederij van zijn vader. De familie Kroon had ook een veenderij in Lisserbroek. Op zaterdagmorgen bracht Martinus te paard de lonen naar arbeiders die in de veenderij werkten. Smid en wagenmaker waren in die tijd onverbrekelijk met elkaar verbonden. Wagenmaker Mees van ’t Riet zag zijn toekomst ook in de polder liggen en kwam eveneens naar Abbenes. Aangezien de boeren in het begin van de polder weinig verdienden, moest het werk van de smid en wagenmaker bijna voor niets worden gedaan. Met ijzer was men zeer zuinig, zo zelfs, dat versleten hoefijzers werden omgesmeed tot spijkers voor de wagenbouw. De eerste landbouwwerktuigen waren een houten ploeg met een schaar van staal en een houten eg met stalen tanden. Drie zonen van Martinus werden later eveneens smid. Jacob, de oudste zoon, leerde het vak van zijn vader. Aanvankelijk ging hij met zijn vrouw naast de smederij wonen. Maar omstreeks 1919 is hij een eigen smederij begonnen op de hoek van de IJweg en de Venneperweg. Later zouden de gebr. Heemskerk het bedrijf daar voortzetten. De tweede zoon, Gerrit, werd boer. De derde zoon, Cornelis Maurits, was aanvankelijk smid maar later kruidenier in Abbenes. De beide andere zoons, Maurits Cornelis en Martinus jr. werden eveneens smid. Maurits Cornelis was de man die de smederij in Abbenes voortzette.
Jaap Kroon vertelt Vader Maurits Cornelis was een tenger mannetje. Hij was kwiek en vlug. Geen man die een paar ‘kolenschoppen’ van handen had. Vader kon het werk in de smederij niet alleen af. Hij nam daarom regelmatig knechten aan maar die bleven vaak niet zo lang. Sommigen kwamen uit een weeshuis. Die hadden al wat van het vak geleerd en moesten de kneepjes van het vak maar in de praktijk opdoen. Zij waren gewoon bij ons in de kost en aten dus met het gezin mee.
2
3
28
Ik werd in 1932 smid omdat m’n broer Tinus in militaire dienst moest. In de winter was het rustig in de smederij. Er werden dan hoefijzers voor de paarden in voorraad gemaakt, n.l. rechtse- en linkse hoefijzers. Mijn vader verstond zijn vak goed. Ik bewonderde hem hoe hij met het ruwe ijzer omging. Behalve hoefijzers maakte hij allerlei voorwerpen o.a. zwingbeugels¹), schoffels, hakken, wielbanden, rongen²) en schamels³) voor de boerenwagen. Het fijne smidswerk lag hem beter dan het grove werk.
Hij was hoefsmid met een rijksdiploma. Feilloos gaf hij de hoefijzers de juiste vorm. Je kon de ijzers ook uit de fabriek laten komen, maar daar wilde vader niet van weten. Een echte hoefsmid vond zo’n massaproduct maar minderwaardig. Alle boeren hadden vroeger paarden, soms wel een stal vol. Niet alle paarden werden beslagen. Meestal alleen die dieren die op de weg kwamen. Vooral ’s zondags was zo’n ‘wegpaard’ nodig om met de koets naar de kerk te rijden. In slappe tijden was er voor de smid wat extra’s te verdienen als er een nieuwe boerenwagen werd besteld. De wagenmaker Mees van ’t Riet verzorgde het houtwerk. De wagenmakerij was een paar honderd meter verderop langs de Hoofdvaart. Al hoepelend bracht Mees de grote wagenwielen naar de smid en die nam dan de ijzeren banden en assen voor zijn rekening. De assen kwamen in twee helften van de fabriek. Toen er nog niet autogeen gelast werd zat er niets anders op dan de twee helften in het grote smidsvuur heet te stoken en ze
4
op het aambeeld aan elkaar te slaan. Ook dat was vakwerk, want eerst als het ijzer zo heet was dat het bijna smolt lukte dat. Er waren nog twee andere mogelijkheden voor de smid om wat extra’s te verdienen. Zodra het begon te vriezen lag al het landwerk bij de boeren stil. Als er genoeg ijs was werden de schaatsen uit het vet gehaald en na erop gereden te hebben moesten ze alsnog worden geslepen. Wij hadden een natte slijpsteen. Heel wat schaatsen zijn toen door onze handen gegaan. Abbenes had toen al een ijsclub. De Hoofdvaart was de ijsbaan van het dorp. Waren de schaatsen versleten, dan verkocht de smid graag een paar nieuwe. Een andere mogelijkheid om wat bij te verdienen was de kachelverkoop. In het najaar werd de kachel, die bij iedereen gedurende de zomer opgeborgen was, weer tevoorschijn gehaald en geplaatst. Een goede boerenfamilie deed dat niet zelf, dat was werk voor de smid. Dat gold ook voor het kachelpijpwerk. Sommige mensen bewaarden deze pijpen niet zelf. Op de zolder van de smid kon je ze vinden in een groot rek met een kaartje eraan voorzien van de naam van de klant. Met de komst van de auto kwam er nog een bron van inkomsten bij: de benzinehandel. Dat begon met een vierkant tankje op wielen dat ’s morgens naar de kant van de weg werd gereden en ’s avonds weer werd teruggehaald. Aan de gevel van de smederij zat een reclamebord. Met grote letters stond daarop: Nelson Rijwielen. In Leiden was een fietsenfabriek en de eigenaar wilde graag een vertegenwoordiger van zijn merk in Abbenes. Het was een zware oerdegelijke fiets met een sterk gebogen voorvork, speciaal voor de slechte wegen. Helaas werd de verkoop geen groot succes. Abbenes had namelijk al twee fietsenmakers. Leverde zo’n smederij, over het hele jaar genomen, wel genoeg op om van te leven?
Voor de belasting moest natuurlijk aangifte worden gedaan. Het belastbare inkomen werd berekend aan de hand van ontvangsten en uitgaven. Dat kon op één velletje papier. Toevallig is er van 1932 nog een overzicht bewaard gebleven. Ik was toen knecht bij mijn vader. Het loon van een gewone werkman was in die tijd ongeveer 20 gulden per week. 1932 was midden in de crisisjaren. In die tijd had iedereen het moeilijk, ook de boer, de wagenmaker en de smid. Inkomsten en uitgaven 1932 Inkomsten totaal Uitgaven totaal Afschrijvingen enz. Netto resultaat
f. 4.111,75 f. 1.836,93 f. 925,00 f. 1.349,82
Vader Kroon was geen lang leven beschoren. Toen hij 48 jaar was werd hij ernstig ziek. Kort daarna, op 23 juli 1934, is hij overleden. Moeder bleef achter met negen kinderen.
In 1986 heeft Vinus van den Heuvel het bedrijf gekocht. Het garagewerk is toen gestopt, alleen het pompstation is in bedrijf gebleven. Zo kwam er een eind aan één van de oudste bedrijven in de Haarlemmermeer. Noten: 1) L osse beugel als verbindingsstuk tussen het paard en de wagen. 2) S talen staanders op de hoeken van de wagen waar de zijborden tegenaan leunen. 3) S tuur- of draaigedeelte van de voorwielen aan de onderkant van de wagen. Bronnen: -V an oude tijden, waar we woonden en wat we deden. Jaap Kroon, 1999 -V ier eeuwen familie Kroon. Dick van Wingerden, 2000
Van smederij naar garagebedrijf De smederij werd aanvankelijk voortgezet door de oudste zoon Tinus (Martinus, geb. in 1912). Behalve met werk in de smederij was Tinus ook actief in andere zaken. Zo was hij eerst diaken en later ouderling van de Gereformeerde Kerk te Nieuw-Vennep. Hij was bestuurslid van de School met de Bijbel te Abbenes en actief in de Anti Revolutionaire Partij. Om met zijn tijd mee te gaan heeft hij het autovak geleerd. Later kwam zijn jongste broer Gerrit (geb. 1920) eveneens in de zaak. Hij was een prima vakman die zijn vak goed verstond. Het werkpakket was inmiddels drastisch veranderd, o.a. door de komst van tractoren. Later is Gerrit naar de Vicon gegaan. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw is het bedrijf overgegaan naar de zoon van Tinus: Maup (Maurits Cornelis, geb. 1942), toen werd het een garagebedrijf.
Foto’s 1. Smederij Kroon omstreeks 1903, v.l.n.r.: Neeltje Kroon – van Tol, Maartje Margaretha, Maurits Cornelis, Martines jr., Jacob, Cornelis Maurits en Martines Kroon. Gerrit ontbreekt op de foto. (Foto: Jan Tamboer) 2. Tinus in de auto links een boerenkar 3. Op het paard zit Marius Kroon met zijn jongste zus Nellie. Marius is later naar Argentinië geëmigreerd en tijdens de Tweede Wereldoorlog gesneuveld. 4. V oormalig garagebedrijf en pompstation van Maup Kroon te Abbenes
29
woonkernen
Boeren rond Burgerveen Familie Munsterman in historische zin duurzaam aanwezig In het juninummer van Meer-Historie 2006 stond een artikel van M. van Rijsbergen met veel interessante informatie over de familie Munsterman en de St Jozefshoeve. In genealogische zin doet momenteel Willem Munsterman, wonende te Tollebeek – NO polder en aldaar werkzaam bij Rijkswaterstaat, onderzoek naar de verdergaande herkomst van de ‘Münstermannen’. Hieronder enkele bevindingen. De momenteel vroegst bekende Münsterman (met umlaut) stamt uit Gütersloh– Duitsland en had als voornamen Jan Hinrich.( geb. vóór 1750) en was in het bezit van een kleine boerderij in die omgeving. Diens zoon Bals Heinrich (geb,1784) is ± 1810 vertrokken vanuit Duitsland naar Ter Aar in Zuid-Holland om daar te gaan werken in de tuinbouw. In Duitsland werd over het algemeen de tweede voornaam als roepnaam gebruikt, wat een verklaring kan zijn voor de voornaam van de volgende nazaat Hendrik. Deze in Nederland te Ter Aar geboren Hendrik Munsterman (geb. 1821) zonder umlaut (en de voornaam Heinrich ook verhollandst) kan gezien worden als de Haarlemmermeerse stamvader van onder andere de huidige families rond Burgerveen. Deze Hendrik is na het droogvallen van de Haarlemmermeer als pionier begonnen in de landbouw aan de toenmalige Sloterweg in de QQ-sectie (12-13). Later is het gezin (±1865) verhuisd naar de boerderij De Winter (QQ20) en rond 1895 naar de huidige locatie (QQ 18-19). In 1921 werd er een nieuwe open schuur gebouwd naast de oude boerderij. Eind jaren dertig van de vorige eeuw werd de oude boerderij gesloopt en een nieuw huis met stallen tegen de open schuur aangebracht wat nu de St. Josefshoeve is, een aardig detail is dat veel materieel, vanuit de oude hoeve, is hergebruikt in de nieuwe toen te bouwen woonhuis en stallen. De eerste generatie Munsterman als pioniers in de polder heeft het niet gemakkelijk gehad, het waren barre tijden met een hoog kindersterfte, van de 14 geboren kinderen zijn er uiteindelijk 5 blijven leven, 2 zonen en 3 dochters, oorzaak waren cholera, malaria, tyfus en pokken.
30
Ook de landbouw prijzen waren van 1870 tot 1890 bijzonder slecht. In deze tijd zijn veel boeren gestopt of failliet gegaan. Nevenstaande foto is de tweede generatie Munsterman rond Burgerveen ook met de naam Hendrik (overleden 1921). Zijn broer Pieter is in 1902 eigenaar geworden van de ‘Antoniushoeve’. Hier een zoon van ‘lange’ Henk.
Werkgroep Historisch Burgerveen
En zo werden er diverse nazaten in verschillende lijnen als Hendrik (Henk) vernoemd. In deze veelheid van dezelfde namen ligt waarschijnlijk ook de oorsprong van de toegevoegde bijnamen. Men ging naar, of werkte bijvoorbeeld bij de Gebroeders, (Wim en Simon) Korte-, Lange-, Blauwe of Mooie Henk.. Om destijds in Burgerveen aan te geven, welke Munsterman werd bedoeld hanteerde men voor de 3 boerderijen de navolgende toevoegingen. De St’ Jozefshoeve, aan de Weteringweg tegenover de doorvaart Pieter Leendert, noemde men ‘de Gebroeders’. De Maria’s Lust aan de Venneperweg werd aangeduid als ‘Korte Henk’.(thans ‘Mooie’) De boerderij ‘Antoniushoeve’, aan de Leimuiderdijk tegen over het Klappenburgergat, was: ‘Lange Henk’. Het gezin (lange) Henk Munsterman werd in 1965 getroffen door 3 zware ongevallen, in een periode van 14 maanden, met 3 van zijn kinderen waarvan een is komen te overlijden. Maar niet alleen de Hendrik’s zijn in
de mannelijke lijn bij de eerstgeborene veel vernoemd. De voornaam van oma Agnes Munsterman-Rijkelijkhuizen is ook vaak toegedacht aan de vrouwelijk nazaten. Zo zijn op de bijgevoegde foto met deze oma een aantal Agnessen vereeuwigd. Deze Agnes Munsterman-Rijkelijkhuizen is na het overlijden van haar man Hendrik in 1921 pachter geworden van de St’Josefshoeve tot 1939, de pacht is toen overgegaan naar Wim en Simon. Als alleenstaande boerin met 10 kinderen heeft zij deze periode met veel elan, vertrouwen en inzicht vervult, eind jaren 20 van de vorige eeuw werd zelfs een tweede bedrijf gepacht, het latere door brand verwoeste boerderij Maria’s Lust aan de Venneperweg.
Aanpassingsvermogen Niet alleen vanwege wijzigende technologische ontwikkelingen in de landbouw op zich moest men zich aanpassen, maar vooral wat betreft veranderende infrastructuren. Er was weinig consistente bestuurlijke en planologische langere termijn visie voor wat betreft bestemming van het gebied. Zo werd in de nog jonge polder al vrij vroeg
door de aanleg van de spoorlijn Hoofddorp –Leiden een aantal boeren binnen de Haarlemmermeer geconfronteerd met de aanleg van toenmalige spoorlijnen over hun akkerland. In dit verband kreeg bij Burgerveense boerderij de St’ Jozefshoeve van de familie Munsterman hiermee te maken. Enige decennia later was de spoorlijn al weer op geheven. De sporen, die dit echter in het akkerland achter liet waren niet gering. Gedurende de WO2 werd de boerderij anderszins geconfronteerd met een ingrijpende aanslag op en beperking van het economische gebruik van het land. In dit geval werd bij verordening door de Duitse bezetting een zogenoemde tankval dwars door de akkers gegraven. Hoewel grotendeels hersteld, zijn de gevolgen van voorgaande ingrepen voor de huidige innovatieve exploitanten Simon Munsterman, zijn echtgenote Tineke en zoon Paul, bij de bewerking van het land nog duidelijk merkbaar en aantoonbaar. De verwoeste Maria’s Lust, toen gesitueerd aan de Venneperweg nabij de Leimuiderdijk, mocht niet meer op de zelfde plaats worden herbouwd. Een deel van het land moest worden afgestaan voor de geplande aanleg van de huidige Weteringweg. De boerderij werd enige honderden meters verder aan de Venneperweg herbouwd, en wordt nu geëxploiteerd door Henk Munsterman. (= de zoon van ‘korte’ Henk).
De boerderij ‘Antoniushoeve’, die tegenwoordig wordt beheerd door eigenaar Henricus (Eric) Munsterman (= de zoon van lange Henk) werd in 1942 eveneens gedeeltelijk verwoest door brand, alleen het woonhuis, gebouwd in 1883, is toen gespaard gebleven.
PrimavierA Momenteel wordt het gebied tussen de Aalsmeerderweg en de A4 geconfronteerd met bestemmingswijziging onder de naam PrimavierA. Voortzetting van het oorspronkelijk landgebruik ‘het boeren’ wordt hiermee zo goed als uitgesloten, zo niet onmogelijk gemaakt. De in dit kader bestuurlijk beoogde economische activiteiten vereisen grootschalige aanpak met hieraan verbonden enorme risicovolle kapitaalinvesteringen. Het land tussen de Aalsmeerderweg en de Leimuiderdijk zal waarschijnlijk agrarisch blijven, dit gebied valt inmiddels niet meer onder de bestemmingswijziging PrimavierA. Het feit dat, gegeven het voorgaande, nog 3 generaties Munsterman in de huidige situatie ‘Boer zijn rond Burgerveen, zegt iets over de inventiviteit, aanpassingsvermogen en niet minder over het doorzettingsvermogen van deze familie.
31
Familieverhalen
Uittreksel huwelijksregister
Mijn grootvader: schoenmaker, schilder en brandweerman (I)
Het gezin v.l.n.r. Barend Klaassen, Dirk, Leuntje Klaassen-Hoek, Fie (+ 1915)
Advertentie in De Nieuwe Meerbode
Grootvader Barend Klaassen was destijds een bekende Hoofddorper. Hij had zijn schoenmakerij in de Parklaan op nummer 25. Het huis staat er nog. Ouderen zullen hem nog herinneren als een veelzijdig iemand die voor iedereen wel een praatje had. Naast z’n schoenmakerij had hij twee grote hobby’s, namelijk schilderen en de brandweer.
Noordwijk
Het geboortehuis van grootvader Klaassen
Barend is op 23 augustus 1884 te Hoofddorp geboren in het huis op de hoek van de Stationsweg en de Manegelaan (no.33) Dat huis was door zijn vader Pieter gebouwd. Pieter Klaassen had samen met zijn broer Barend een timmerbedrijf in de Parklaan. Barend’s moeder was Hendrika Sophia Houtwipper. Barend was het 7e kind uit een gezin van 14 kinderen, 6 meisjes en 8 jongens. Daarvan zijn er drie jong gestorven.
Zijn jeugdjaren Barend ging naar de chr. lagere school in Hoofddorp. De school stond aan de Zuidoost kant van het Marktplein. Schoolhoofd was toen meester H. Pos. Na de lagere school wilde Barend een opleiding volgen voor kunstschilder en tekenaar, want hij kon heel goed tekenen. Zijn ouders waren het hier helemaal niet mee eens. Er was geen geld voor een vervolgopleiding in zo’n groot gezin. Bovendien kon je van de kunst niet leven. En tenslotte paste zo’n opleiding helemaal niet bij een christelijk gezin. Barend’s tweede keus was postbeambte, net als zijn grootvader. Dat viel ook niet in goede aarde omdat daar zondagarbeid aan
32
verbonden was. Om toch maar een vak te leren en voor zijn eigen onderhoud te zorgen is Barend hulpje geworden bij schoenmaker Vrij aan de Kruisweg. Vrij was aanvankelijk postbeambte geweest en deed in zijn vrije tijd wat aan schoenreparatie en –verkoop. Later is hij gestopt als postbeambte om zich helemaal aan het schoenmakersvak te kunnen wijden. Barend hielp met het poetsen van de schoenen en deed allerlei klusjes. Hij had hier echter geen volle dagtaak aan. Bij kapper Rooker in de Concourslaan kon hij terecht om klanten die geschoren moesten worden in te zepen.
Kwajongensstreken Omstreeks 1900 stond Barend met een groepje jongens te babbelen bij de geniebrug over de Hoofdvaart. Op de Hoofdweg kwam iemand aanlopen waarvan bekend was dat hij niet Oranjegezind was. De jongens wilden een grap met hem uithalen. Zij spraken met elkaar af dat zij hem ‘vriendelijk’ zouden vragen om in het bijzijn van de jongens het volkslied te zingen. Aanvankelijk weigerde de man dat. Ze pakten hem toen beet en hiel-
den hem op z’n kop boven de Hoofdvaart. Weigerde hij dan nog, dan zouden ze hem in het water gooien. De arme man heeft toen het volkslied gezongen en de jongens zongen driftig mee. Daarna mocht hij zijn voetreis voortzetten. Of dit verhaal een vervolg heeft gekregen is onbekend. Machiel, een jongere broer van Barend, vertelde het volgende verhaal: “Vlakbij Hoofddorp woonde een oude boer. Hij heette Alewijn. Zijn vrouw was al jaren geleden gestorven en hij tobde er altijd over of hij wel behouden zou worden. Uren zat hij met z’n hoofd in z’n handen te zuchten. Barend was dat te weten gekomen en wilde daar wat aan gaan doen. Die man moest geholpen worden. Met Piet, z’n jongere broer, ging Barend op een najaarsavond, toen het al vroeg donker was, naar het huis van Alewijn. Ze slopen er omheen, keken door het raam en, ja hoor, daar zal Alewijn gebogen met z’n hoofd in z’n handen. Ze klommen stilletjes op het dak naar de schoorsteen. Ze hielden hun mond vlakbij de pijp en riepen tegelijk:”Alewijn, o Alewijn, voorzeker zult gij zalig zijn”. De boer heeft nooit meer getobd en ging voortaan niet meer zo zwaarmoedig door het leven”
Een advertentie in de krant lokte grootvader Barend naar Noordwijk aan Zee. Schoenmaker Piet Wiel vroeg een schoenmakersknecht met kost en inwoning. In juli 1901 is Barend als 16 jarige jongen daar aangenomen. Was het de zee die hem trok of werd het thuis te vol, we weten het niet. Hij had het goed naar zijn zin in Noordwijk en de verdiensten vielen niet tegen. Regelmatig trakteerde hij zijn ouders en zijn nog thuis wonende broers en zussen op bokking of een vaatje haring dat hij liet versturen vanuit Noordwijk naar Hoofddorp. Thuis waren ze daar blij mee. Hoewel hij nooit de ambitie had om schoenmaker te worden, leerde hij bij Piet Wiel wel het vak tot in alle details. In Noordwijk leerde hij Leuntje Hoek kennen, zijn toekomstige vrouw. In 1903 nam Barend afscheid van zijn baas omdat hij zijn militaire dienstplicht moest gaan vervullen. Later is Machiel, de broer van Barend, ook naar Noordwijk gegaan om het schoenmakersvak te leren. Hij is later schoenmaker in Vijfhuizen geworden.
Pampus Grootvader Barend kwam voor zijn nummer op in Muiderberg. Hij werd soldaat en kanon-
Soldaat te Muiderberg
nier bij het legeronderdeel dat verantwoordelijk was voor het onderhoud en de wacht op het fort Pampus. Dat fort was omstreeks 1890 op een kunstmatig eiland aangelegd ter verdediging van Amsterdam voor een eventuele aanval vanaf de toenmalige Zuiderzee. De soldaten die dienst moesten doen op Pampus gingen per boot vanuit Muiden naar het fort. Barend vond het wachtlopen weinig zinvol, hij ging veel liever tekenen. Voor hem waren het verloren jaren omdat er weinig te beleven viel op Pampus en in Muiderberg. Hij heeft nooit met een kanon hoeven schieten. De schoenmakerij, trouwen en gezin Op 6 mei 1905 lezen we in De Nieuwe Meerbode dat Barend zich als schoen- en laarzenmaker heeft gevestigd in de Concourslaan te Hoofddorp. Het ging goed met de zaak op de hoek van de Hoofdweg. Hij kon ervan leven. Op 11 oktober 1906 is hij met zijn Noordwijkse meisje, Leuntje Hoek, getrouwd. Zij gingen bij de zaak wonen. Vader Hoek was niet zo enthousiast dat zijn dochter naar die kleipolder ging. In zijn ogen was het een natte en slechte omgeving met een armoedige bevolking. Bovendien was het volgens hem met de hygiëne hier niet best gesteld. Op de trouwdag van mijn grootouders was het warm. Om verkoeling te zoeken besloot de familie om ’s middags na afloop van het officiële gedeelte te gaan pootje baden in zee. Daarna werd voor de hele familie in het huis van de familie Hoek een borrel geschonken en een zelfgemaakt advocaatje gepresenteerd. Het was voor mijn
grootmoeder een hele stap om in de polder te gaan wonen, ver van de familie vandaan. Bovendien gaat er voor Noordwijkers niets boven Noordwijk. Men was zeer gehecht aan elkaar en aan het dorp aan de zee. Grootmoeder heeft later veel heimwee gehad naar haar geboortehuis vlakbij zee. Barend en Leuntje kregen drie kinderen: Hendrika Sophia (1908), Dirk (1909) en Pieter (1910), waarvan de jongste slechts enkele weken oud mocht worden. In 1911 heeft Barend, op advies van zijn vader, een winkelpand gekocht in de Parklaan op nummer 25. Hij had niet alleen klanten op het dorp maar ook uit de wijde omgeving. Zaterdagavond ging hij met een grote zak met schoenen voorop de fiets naar zijn klanten om de gerepareerde schoenen te bezorgen. Dan konden de mensen ‘s zondags weer met nette schoenen naar de kerk. Zelfs in Abbenes had hij klanten. ’s Zondags en op christelijke feestdagen waren de luiken van de winkel altijd gesloten. Schoenen werden menigmaal verzoold totdat ze nagenoeg versleten waren en niet meer gerepareerd konden worden. Eén van zijn vaste klanten was de hervormde predikant ds. Bax. Hij ging een keer met een klomp en een schoen aan naar mijn grootvader. De andere schoen was zodanig kapot dat hij er niet op kon lopen. Hij had slechts één paar schoenen en op klompen over het dorp lopen paste natuurlijk niet bij een dominee. Ds. Bax vertelde mijn grootvader dat het hem slecht was bevallen om op een klomp en een schoen te lopen vanaf de pastorie. Hij vroeg of hij kon wachten totdat zijn schoen gerepareerd was. Grootvader wilde de arme man graag helpen. Ondertussen werden allerlei kerkelijke vraagstukken besproken. Dat kon je wel aan grootvader overlaten. (wordt vervolgd)
Barend Klaassen
33
boeken
Heeft Dik Trom echt bestaan? In mijn jeugd in Hoofddorp werden de boeken van Dik Trom verslonden. Extra was dat de verhalen zich duidelijk afspeelde in Hoofddorp. Wij jongens kenden de plekken, de markt, het raadhuis, de Hoofdvaart, de brug, de Iepenhof, de Geniedijk. We kenden de namen van Driel, Vos, Kroezen. Wel vroegen we ons af: heeft Dik Trom nou echt bestaan? Iemand van ons wist het. Ik herinner me het nog goed: nee, Dik Trom heeft niet bestaan, maar wél zo iemand als Dik Trom. De vraag is dan: Wie? Om een antwoord te krijgen sprak ik met Tilly Jepsen in Vogelenzang.
Tilly Jepsen is het kleinkind van Teuntje Buurman (geb. 24.1.1862) en Jacob Vreeken (geb. 25.5.1860). Het gezin Buurman - Van der Stam bestond uit 8 kinderen waarvan Teuntje Buurman het derde kind was. Eigenlijk waren er negen kinderen, maar een kind is amper ouder dan een jaar geworden. Zelf is ze geboren in 1926 in Oost-Indië. In 1934 is ze met haar ouders uit Indië naar Haarlem gekomen, later verhuisden ze naar Bloemendaal en Aerdenhout. Daar woonden ze samen met het complete gezin, dus kinderen, ouders en grootouders. Tilly Jepsen herinnert zich nog haar oma Teuntje die een geweldig goed geheugen had, dat ze met andere kinderen graag op de proef wilde stellen: Oma, regende het op drie augustus 1935? Oma vertelde ons veel, vertelt Tilly. Over het grote gezin van acht kinderen, haar jeugd in Hoofddorp, haar huwelijk met opa. Ze vertelde over haar broers en zusters, waarvan ze de jongsten nog had meegemaakt. De families van oom
Oma Teuntje
34
Arie, tante Neeltje en Maaike, de dochters van Dirk David. En Lena Kieviet, de dochter van Willemijntje die tot op hoge leeftijd alle familieleden plachtte te bezoeken. Willemijntje, het oudste kind was getrouwd met Laurens Kieviet, een broer van de kinderboekenschrijver Johan Kieviet. Laurens en Johan trokken heel veel met elkaar op, ze waren zeer aan elkaar gehecht. Zo kwam Johan ook regelmatig via Willemijntje, de vrouw van Laurens in contact met de familie Buurman. Pas later, in 1891, verscheen het eerste Dik Trom boek. Johan Kieviet was toen hoofdmeester in Etersheim, bij Oosthuizen. Er werd weinig over gesproken in de familie Buurman, maar voor iedereen was het duidelijk dat Dik Trom model stond voor Dirk David Buurman. De gelijkenis met Dirk David Buurman was meer dan toevallig. Zijn naam, zijn gestalte, zijn goedmoedige aard, zijn grote liefde voor dieren. En daarbij het veelvuldig vertoeven in de buurt van de molen van zijn grootvader, de molenaar Van Dijk, naar wie hij vernoemd was, die ook Dirk David heette. Hij was zelfs in de leer bij hem als leerling-molenaar. De molen staat nu op een terp bij het fort Hoofddorp, maar oorspronkelijk tussen de Kruisweg en de Parklaan. En wat te denken van het feit dat vader Bernhard als timmerman bekneld raakte bij een bedrijfsongeval en min of meer invalide raakte, net als de vader van Dik Trom? De overlevering vertelt dat Dirk David een zeer oplettend, recht door zee en sociaal bewogen kind was, erg geliefd in de familie en daarbuiten. En ook bereid arme en oude mensen te helpen, wanneer dat op zijn pad kwam. Alex Enthoven, een achterkleinzoon van Dirk David Buurman vertelde mij het volgende. Zijn oma was de oudste dochter van Dirk David Buurman. Ze heette Lena. Eén van haar zussen woonde in Amerika. Hij heeft haar in 1992 nog ontmoet in Californië. Ondanks dat ze al lang geleden, in 1918 geëmigreerd was bleek ze
nog prima Nederlands te kunnen praten. Zij vertelde dat haar vader, Dirk David Buurman, de boeken van Dik Trom verbrandde in de open haard, zo baalde hij ervan dat de boeken over hem geschreven waren. Voor de Buurmannen lag het vast, Dik Trom was broertje Dirk. Daar kon geen twijfel over bestaan. Het werd verder niet aan de grote klok gehangen, zo interessant was dat nu ook weer niet. Trouwens zo’n succes had het eerste Dik Trom boek niet. Dat kwam waarschijnlijk door de nogal saaie steendrukplaatjes, want de eerste druk was pas na acht jaar uitverkocht. Pas bij de tweede druk in 1899 begon het te lopen, toen de bekende politieke tekenaar Braakensiek voor de plaatjes zorgde. Braakensiek was beroemd en die kon dynamiek in zijn tekeningen brengen. Dat Kieviet ook het einde van het boek veranderd had, zal zeker geen belangrijke rol gespeeld hebben.
Foto: Dirk David Buurman met paarden
De molen van Van Dijk
Maar wie was nu Dirk David Buurman? Hij werd geboren op 28 oktober 1870 te Haarlemmermeer. Uit het militieregister blijkt dat hij op 14 mei 1890 is ingelijfd bij het 4e reg. Infanterie in Leiden. In de beschrijving staat dat hij een lengte had van 167.2 cm, een ovaal gezicht, een laag voorhoofd, bruine ogen, een gewone mond en neus, ronde kin, bruin haar en wenkbrauwen. Verder geen merkbare tekenen. Hij trouwde op 22 mei 1896 met Geertruida de Vries, de dochter van Jan de Vries, de eigenaar van logement De Beurs. Hij kreeg zes kinderen: Lena, Anna, Neeltje, Bernardus, Catharina en Geertruida. Hij was een groot paardenliefhebber, dreef een fouragezaak. En was ook boer. Hij was de eerste bewoner van de boerderij Outeren-Heerd. Die boerderij werd in 1910 gebouwd aan de
Spieringweg 762, tussen Zwaanshoek en de Kruisweg. Hij werd niet erg oud, hij overleed op 5 januari 1916, op 46 jarige leeftijd aan een blindedarmontsteking te Haarlem. Hij is begraven op de Algemene Begraafplaats, de Iepenhof in Hoofddorp. In hetzelfde graf als zijn vader die in 1903 overleed. Dat graf is er nog steeds. Toen op 22 juni 1973 het beeld van Dik Trom op de ezel werd onthuld op het Marktplein werden alle nog levende Buurmannen uitgenodigd. Daar had de toenmalige archivaris van het gemeentelijk archief Smid voor gezorgd, die was voldoende van het waarheidsgehalte overtuigd geraakt van wat de familie Buurman hem vertelde.
Graf Dirk David Buurman
Henri Stroet
35
boeken Goed gevonden!
Help, is mijn kind verslaafd?
Op een kille zondagmiddag in januari 2012 presenteerde Anne-Gine Goemans haar boek Glijvlucht in Museum de Cruquius. Deze schrijfster woont in Spaarndam en voor haar boek vond ze het idee en de inspiratie bijna in haar achtertuin.
Voor zijn eerste boek ‘Als u wilt stoppen met roken’ putte de Hoofddorpse auteur Marcel van Adrichem nog uit eigen ervaringen. Voor zijn tweede boek ‘Help, is mijn kind verslaafd?’ snijdt hij de verslavingsproblematiek in brede zin aan. Hij richt zich op de grote verslavingsproblematiek onder jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar en hoe je daar als ouders plotseling mee geconfronteerd kan worden. Van Adrichem is geen verslavingsdeskundige. Hij wil iedereen motiveren om ‘vooral uit de buurt van verslavende middelen te blijven en er niet aan te beginnen. Verslaving in welke vorm dan ook is een geweldig probleem.’ Het boek is opgebouwd uit verschillende fases, informatie, verschillende verhalen van jongeren die gebruikt hebben in de genoemde leeftijdscategorie, tips voor ouderen en onderwijsinstellingen. Leerlingen van het Kaj Munk College te Hoofddorp hebben het ruwe manuscript van het boek bekeken. Op plaatsen waar dit nodig was hebben zij het aangepast. Vijf leerlingen hebben een pagina in het boek geschreven waarop zij hun persoonlijke verslavingsrelaas uit de doeken doen. Moedig, zegt Van Adrichem, want het is
De hoofdpersoon in het boek heet Gieles en hij woont met zijn vader en een oom langs een landingsbaan bij de luchthaven Schiphol. Zijn vader is aangesteld om ganzen te verjagen want deze vogels vormen een gevaar voor de veiligheid van het vliegverkeer. Nadat de schrijfster iets over haar leven en over haar boek heeft verteld signeert ze mijn zojuist verworven boek en eten we een ganzenkroketje. Op de galerij van het museum staat een eenvoudige frituurkraam. ‘De keuken van het ongewenste dier’ is de naam van de kraam. Goed gevonden! De veertienjarige Gieles mist zijn moeder, zij doet goed werk in Afrika door de bevolking te leren om gebruik te maken van zonne-energie. Hij raakt gepassioneerd door de jonge ganzen en vraagt raad aan een beroemde Franse ganzenspecialist. Hij ontmoet allerlei bijzondere mensen zoals een dikke man en zijn naam is Super Waling. Gieles bedenkt een plan om zijn moeder te verrassen als ze naar huis komt, hij traint in het geheim de gansjes en verheugt zich enorm op zijn moeders blijdschap als ze ervaart wat haar zoon allemaal voor haar heeft gedaan. Hoe dit afloopt verklap ik niet, in de hoop dat de nieuwsgierigheid geprikkeld is. Het boek werd in Duitsland en IJsland heel goed ontvangen en inmiddels ook vertaald. Bovendien wordt Glijvlucht verfilmd.
De band met het verleden komt in het boek aan de orde doordat Gieles Super Waling ontmoet. Een verbijsterend dikke man, hij verplaatst zich met een rode scootmobiel en neemt Gieles mee naar het museum. De dikkerd vertelt de jongen over de drie gemalen die het Haarlemmermeer leeg slurpten. Zo verweeft Goemans een aantal hoofdstukken over Ide en Sophia die 160 jaar geleden vanuit Zeeland op de werkzaamheden in deze streek afkwamen in het boek. Op 20 mei van het jaar 1840 meldt Ide Warrens zich bij de voorman achter de Hoeve Treslong om deel te nemen aan dit nieuwe indrukwekkend project. Als één van de polderjongens graaft hij geulen en van de opgeworpen aarde wordt een dijk gevormd. Het begin van de droogmaking van het Haarlemmermeer. Ide krijgt zeventig cent per dag en het stel krijgt een keet toegewezen. Voordat hij midden in de nacht vertrekt naar het werk zorgt hij dat Sophia een dak boven haar hoofd heeft door riet over de hut te leggen. De doktersdochter uit Zeeland
is verbijsterd over de barbaarse omstandigheden waarin de mensen moeten werken en leven. Ze sluit vriendschap met Akke uit Friesland en leert te overleven. Haar blijdschap over een eenvoudig stuk glas om het gat in de hut af te sluiten, licht te verschaffen en de kou buiten te sluiten. Met een dramatisch slot aan de liefdesgeschiedenis, ze leefden niet lang en gelukkig! Vooral deze historische hoofdstukken zijn knap geschreven. De manier van wonen, de omgang met anderen en hoe de sterken overleven. Zeker de moeite waard om te lezen. Goemans schetst personages in al hun eigenzinnigheid waardoor het mensen van vlees en bloed worden en van wie je als lezer gaat houden. Over de invloed van de omgeving op mensen, toen en nu! Over de verandering van het landschap, over de boosheid daarover en over het aanvaarden van datgene wat onvermijdelijk is.
Ook de website www.leveninnieuwvennep.nl blijft een bezoekje meer dan waard. Hier zijn ook diverse video’s te vinden onder
36
Van harte aanbevolen.
Tegen inlevering van deze bon ontvangt u tot en met 30 juni 2013 € 5 korting op het boek Leven in Nieuw-Vennep.nl Bij BRUNA in winkelcentrum de Symfonie in Nieuw-Vennep
Naam:
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-mailadres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
✁
Speciaal voor de lezers van dit blad is er een mooie aanbieding. Tegen inlevering van onder-
meer van het Venneper Volkslied. Onlangs is een perfecte opname van het ‘adverteerderslied’ van KIOS geplaatst dat in de jaren 60 is gezongen in ‘De Gouden Leeuw’. Natuurlijk kunt u het verhaal van de zangers van toen er ook nalezen.
KORTINGSBON
Leven in Nieuw-Vennep.nl is een prachtige uitgave van bijna 200 pagina’s, A4-formaat in fullcolor en gebonden. Het boek wordt uitgegeven door de Stichting Dorpsraad Nieuw-Vennep, is gemaakt door Vennepers en is ook in NieuwVennep gedrukt. Op vrijdag 7 juni neemt burgemeester Weterings, die uiteraard ook in het boek voorkomt, het eerste exemplaar in ontvangst. Vanaf 8 juni is het boek te koop bij Bruna in winkelcentrum de Symfonie in Nieuw-Vennep en bij boekhandel Stevens in Hoofddorp voor € 19,95.
Het boek is te bestellen via www.freemusketeers.nl
Laura de Jong -Bronkhorst
Leven in Nieuw-Vennep.nl Prachtig boek over toen en nu staande bon krijgt u tot en met 30 juni 2013 € 5,00 korting op dit boek bij Bruna in Nieuw-Vennep.
maar een motivator.’ Daarom staan er vele tips, waardigheden en verhalen van kinderen (jongeren) in om er van te leren. Dit boek is bedoeld voor ouders/verzorgers, onderwijsinstellingen en een ieder die er mee te maken heeft en in welke vorm dan ook.’ Met het oog op zijn komende publicatie spreekt hij de hoop uit dat hij op deze manier onderwijsinstellingen kan motiveren er aandacht aan te besteden. ‘En ik hoop dat ik mijn boek op scholen kan promoten om aandacht te vragen voor het onderwerp natuurlijk.’
De keuze van
Knolraap en lof, schorseneren en prei
Meer dan 50 interviews met bekende en onbekende Vennepers geven een gevarieerd beeld van het leven in Nieuw-Vennep. Oude en nieuwe foto’s, sommigen nooit eerder gepubliceerd, illustreren de verhalen. Het gaat over toen, Cor van Stam en Arie van Haeringen, en over nu, over reclame zaaien en pionieren in Getsewoud. Daarnaast vertelt het boek in vogelvlucht de geschiedenis van het dorp in de polder. Niet alleen de feiten, maar juist het herkenbare alledaagse en de emoties achter de historie komen aan bod. Ook dit gedeelte is natuurlijk voorzien van prachtige foto’s.
een teer maar belangrijk onderwerp, waar de maatschappij snel de ogen voor sluit. Je hoopt als ouder dat het jouw deurtje voorbij gaat. Maar in werkelijkheid is dit wel anders.’ Volgens Van Adrichem draait het boek helemaal om die samenwerking. ‘Het is geweldig dat kinderen van 15 tot en met 17 jaar over dit onderwerp willen schrijven en willen nadenken. Deed iedereen dat maar!’ Hij is dan ook zeer trots op deze vijf leerlingen van klas 4A en 4B en hun leerkracht Nederlands, mevrouw I. Fenne. Verschillende vormen van verslaving onder de jeugd komen aan de orde in het boek, van (soft) drugs tot alcohol en rookwaar. ‘Wat ik probeer uit te leggen in dit boek is wat de verslaving is en wat het met je doet op jongere en oudere leeftijd. Het is de bedoeling om het probleem voor te zijn, en niet achteraf in de problemen te komen met deze verslaving. Een verslaving begint vaak al op jonge leeftijd, bijvoorbeeld in de periode dat de overstap wordt gemaakt van basisschool naar middelbaar onderwijs. Naast informatie en wetenswaardigheden zijn verhalen van jongeren opgenomen die verslaafd zijn of waren. En worden tips gegeven wat ouders/verzorgers kunnen doen. Van Adrichem: ‘Iedereen zou zo’n boek moeten hebben als handvat voor wat je eventueel te wachten staat. Ik ben geen deskundige,
Onlangs verscheen bij uitgeverij Becht een bijzonder vrolijk en smakelijk boek over boeren in de omgeving van Amsterdam. Het boek is er omdat Jobien Groen, zelf woonachtig in de hoofdstad, op de fiets stapte en deze boeren bezocht om er de lekkerste producten, direct van het land, te kopen. Ze vond er niet alleen de bekende Hollandse knollen (ook lekker), maar meer dan twintig verschillende soorten bieten, champignons,artisjokken, knoflookbollen en allerlei soorten fruit. Ze vroeg zich af waarom aardbeien zoveel lekkerder smaken als ze die direct bij de boer koopt. Door de geur van het boerenland? Door het vakantiegevoel dat ze krijgt als ze de stad uit fietst? Dit is geen boek met lange theoretische verhalen, maar met korte interviews over het werk van de boeren, wat ze telen en waarom ze zo graag op het land werken. Het is een kookboek want er staan overheerlijke, originele recepten in van de producten die ze zelf bij de boer kocht. Bij het zien van de foto’s krijg je zin om aan de slag te gaan. En het is niet moeilijk klaar te maken. Naast kookboek is het echter ook een fietsgids. In het boek zijn zes fietsroutes opgenomen en één daarvan is (naast de Beemsterroute, de Zaanstreekroute, de Osdorproute, de Waterlandroute en de Amstelroute) de Haarlemmmermeerroute. Deze laatste beslaat in totaal 30 kilometer en
heeft station Hoofddorp als begin- en eindpunt. In de beschrijving zijn tien boerderijen opgenomen: Hoeve de Vogel, Van Wees Boerenkaas, Elisabeth Hoeve, Van Reeuwijk Fruit & Flowers, De Olmenhorst, Geitenkaasmakerij Van Dorp, De landyn – Biologische tuinderij en zorgboerderij, Champignonkwekerij Lanser, Marco en Jos van der Geest en Korenmolen De Eersteling.
Hoewel boeren ‘altijd’ werken kunt u ze niet op elk gewent moment bezoeken. Het lijkt mij overigens ook wat veel om alle boerderijen in één fietstocht te bezoeken. In het boek is een lijst met adressen opgenomen waar ook vermeld wordt op welke tijden u welkom bent. Op sommige plekken kunt u soms zélf oogsten. Verser kan niet. In de boekhandel hebben we al ‘verlekkerd’ met het boek in onze handen gestaan. Het is een feest om het door te bladeren en om ideeën op te doen. Mocht u ook enthousiast zijn maar niet zo snel iemand kunnen vinden om mee te gaan, laat dan uw naam en telefoonnummer achter bij de boekhandel. Wij zorgen dan dat u met elkaar in contact kunt komen.
LEKKER LOKAAL, Koken met het beste van de buurtboer, Jobien Groen / Remko Kraaijeveld (fotografie), € 19.95
37
luchtvaart
Schiphollijn, bij u, met u, zonder u Op een lijst van gedenkwaardige data in 2013 betreffende Haarlemmermeer/Schiphol staat onder meer: ‘28 mei – 40 jaar geleden beslissing aanleg Schiphollijn’. Inderdaad werd in de regeringsverklaring van 28 mei 1973 het licht voor de Schiphollijn definitief op groen gezet. Dat wil zeggen dat het op 11 mei 1973 aangetreden ministerie Den Uyl al na 17 dagen deze belangrijke beslissing nam. Uiteraard had dit besluit een lange voorgeschiedenis. Station Nieuw-Vennep, Foto: Piet Klaassen
Al op 13 juni 1963 had de minister van Verkeer en Waterstaat besloten de werkgroep ‘Spoorlijn Amsterdam-Den Haag’ in te stellen. Het betrof hier minister drs. H.A. Korthals van het ministerie De Quay (19 mei 1959-24 juli 1963). Op de valreep van dit ministerie, werd dit besluit genomen. Tussen het besluit van 1963 en dat van 1973 hebben vijf ministeries geregeerd. Intussen had de werkgroep in februari 1969 haar eindrapport uitgebracht en aangeboden aan regering De Jong. De werkgroep was buitengewoon eenzijdig samengesteld met vertegenwoordigers van onder meer de gemeente Amsterdam, de gemeente Den Haag, de luchthaven, Rijkswaterstaat en de Nederlandse Spoorwegen. Onder voorzitterschap van mr. H.A. de Mol van Otterloo, directeur van het verkeer van directoraat-generaal van het verkeer, kwam een ambtelijke groep mensen bijeen waarin bestuurlijke, sociaalwetenschappelijke en economische inbreng vrijwel afwezig was, maar wel vertegenwoordiging vanuit de aan het spoor gelegen tussenliggende steden. Daarmee werd duidelijk dat er feitelijk geen rekening werd gehouden met de bevolking van de tussenliggende plattelandsgemeenten. Haarlemmermeer was van de tussenliggende gemeenten naar inwonertal (66.724 in 1973) en oppervlakte (18.535 ha) de grootste. Ongeveer 20 km van het gekozen tracé ligt in Haarlemmermeer. Door het ontbreken van bestuurlijke inbreng van de tussengemeenten en de afwezigheid van sociaal wetenschappelijke expertise ging de werkgroep aan het werk zonder kennis van de behoeften van de inwoners van het tussengebied. Nog minder werd rekening gehouden met de groeipotenties van bijvoorbeeld Haarlemmermeer. Deze gemeente had al in 1964 een structuurplan vastgesteld met aanzienlijke
38
uitbreidingsmogelijkheden voor Hoofddorp en Nieuw-Vennep.
Stedelijke belangen In feite werd dus alleen rekening gehouden met stedelijke belangen en, overigens zeer terecht, het belang van de luchthaven Schiphol. Zonder deze belangen te schaden had men zeer goed de belangen van het tussengebied kunnen behartigen. De eenzijdigheid had ook tot gevolg dat er in feite sprake was van een tracéstudie, waarbij het interessantste tracé buiten beschouwing is gebleven. Niet minder dan tien tracés werden door de werkgroep bestudeerd. Tracé 1 betrof een plan dat voerde vanuit Amsterdam, via Museumplein en de Boerenwetering langs
het dijklichaam van de geprojecteerde ringspoorbaan (zie afbeelding) naar de luchthaven Schiphol en Leiden. Het leek nog een plan dat realiseerbaar was. Andere plannen vielen meteen af door eerdere gronduitgifte en inmiddels gerealiseerde bouwplannen. De toenmalige minster van Verkeer en Waterstaat, drs. H.A. Korthals, had in 1963 de werkgroep opgedragen het onderzoek uit te strekken tot de voor- en nadelen van verschillende mogelijke tracés, tot een raming van het te verwachten vervoer en tot een berekening van de bedrijfseconomische en algemeen economische rentabiliteit. De studiegroep Tracés toetste alle tracés mede in verband met de opdracht van de minister aan drie functies:
- v erbinding van Schiphol met de grote centra en aansluiting op het landelijk en internationaal spoorwegnet; - een snellere verbinding tussen de bestaande grotere centra; - een alternatieve reismogelijkheid tussen deze centra met gebruikmaking van andere beter gesitueerde stations. Volgens de studiegroep Tracés was tracé 1 zeer goed in staat de geformuleerde functies van een nieuwe spoorlijn tussen Amsterdam en Den Haag te vervullen, terwijl de andere tracés alle een of meer nadelen hadden. Bij al deze redeneringen werd bewust een grote omissie ingebouwd. Bij de beschouwing over het algemeen kader was gesteld dat voor een nieuwe lijn als taak het bieden van snelle, directe verbindingen tussen de grote centra diende te worden gesteld. Dit impliceerde volgens de werkgroep ‘dat langs een nieuwe lijn zo min mogelijk tussenstations in de relatief lege ruimte worden gevestigd’. De omissie is dat men volstrekt voorbij ging aan het te verwachten groeipatroon in Haarlemmermeer zoals dit in het structuurplan 1964 was aangegeven. Bovendien sluit de aanwezigheid van enkele halteplaatsen het functioneren van directe sneltreinen niet uit.
Rechtvaardiging Het gemeentebestuur van Haarlemmermeer was dan ook zeer onaangenaam getroffen door de negatieve opstelling van de werkgroep betreffende de mogelijkheden van Openbaar Vervoer door middel van halteplaatsen langs de nieuwe spoorlijn. Deze beslissing was gebaseerd op het te verwachten aantal reizigers, zoals berekend via de kringentheorie van de Nederlandse Spoorwegen. Volgens deze theorie zou het reizigersaanbod in beide kernen te gering
zijn voor een economische exploitatie van halteplaatsen. In verband daarmee kreeg het sociografisch bureau de Meerlanden opdracht de relevantie van halteplaatsen langs de Schiphollijn in Haarlemmermeer te onderzoeken. Daartoe is een aanvullend onderzoek gedaan in de vorm van een postenquête. Daaruit bleek dat het potentiële reizigersaantal in Nieuw-Vennep boven en in Hoofddorp onder de norm van de Nederlandse Spoorwegen van 1500 in- uitstappers lag. Hierbij was echter het zogeheten nieuwbouweffect dat in werking zou kunnen treden als er wel halteplaatsen werden gecreëerd, niet mee verdisconteerd. In 1980 moesten de grote nieuwbouwplannen allemaal nog afgerond worden. Graan voor Visch, Pax en Linquenda golden als voorbeeld. Dit effect zou voldoende basis leveren om de aanleg van halteplaatsen in Hoofddorp en NieuwVennep te rechtvaardigen.
Aantrekkelijk tracé Gewapend met dit rapport is toen een gezelschap onder leiding van burgemeester Van Stam en gedeputeerde Van Dis naar Minister Drs. Th. E. Westerterp getogen om te pleiten voor halteplaatsen aldaar. Hierbij bleek dat de werkgroep een zeer aantrekkelijk tracé over het hoofd had gezien, namelijk de spoorlijn langs Nieuwerkerkertocht. Stations hadden dan centraal in Hoofddorp en Nieuw-Vennep gesitueerd kunnen worden. Helaas was de vaststelling van het tracé langs de Kagertocht reeds te onherroepelijk geworden. Omdat woningbouw ten oosten van de Kagertocht in verband met lawaaibelasting van vliegtuigen niet gewenst was, werd afgesproken dat bij stations in Hoofddorp en Nieuw-Vennep bij aanleg nabij de Kagertocht bedrijventerreinen tot ontwikkeling zouden worden gebracht.
Nog tijdens het overleg besloot de flexibele en pragmatische minister Westerterp mee te werken aan halteplaatsen aan de Schiphollijn in Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Dit doende zei hij: ‘Openbaar vervoer is politiek populair en halteplaatsen zijn daarbij zeer bevorderlijk’. Men kan stellen dat Haarlemmermeer dankzij een serie goede burgemeesters geflankeerd door bekwame wethouders in de strijd tegen stedelijke hovaardij en technische eenzijdigheid een belangrijk bestuurlijk omslagpunt had bereikt. Jan Achterstraat
Literatuur: Schiphollijn - Staatsuitgeverij, 1970 Structuurplan 1964 gemeente Haarlemmermeer, 1964 Structuurplan 1964 (herzien) Sociografisch Bureau De Meerlanden, kwartaalbericht 50, 1969 Halteplaatsen Schiphollijn - Sociografisch Bureau De Meerlanden, kwartaalbericht 73, 1975
In 2015 verschijnt een boek over het openbaar bestuur in Haarlemmermeer. In een reeks artikelen willen we – exclusief voor Meer-Historie – alvast een voorproefje geven van de inhoud van het boek. Dit artikel over de bestuurlijke perikelen rond de Schiphollijn is de eerste in die reeks. In de volgende edities meer over deze unieke uitgave over het openbaar bestuur in Haarlemmermeer van het prille begin, nog voor de droogmaking, tot heden.
39
ingezonden
(V)Luchtigheden Ik ken er nog wel kinderen van…
DE WILDT
Juffrouw Blom-Karsten schrijft in een brief: ‘Ik hoop dat er mensen zijn die u allen verder kunt helpen. Ik ken er nog wel kinderen van. Mejuffrouw Broekman en Juffrouw Oudekerk en Greet de Jonge. Boven mijn hoofd staat een X. Dit was de meisjesgroep, de jongens gingen met herenpersoneel aprt, meneer Van den Berg en meneer Fabers’.
TOYOTA VERKOOP TOYOTA SERVICE TOYOTA LEASING
TOYOTA VERHUUR TOYOTA OCCASIONS
De oude Fokker vliegloods op Schiphol
meer Haarlemmers .... heeft alle
Zangvereniging Excelsior In de beginjaren van Schiphol bouwde Fokker al vrij snel een vliegloods op de luchthaven. De Fokker vliegtuigen werden in de voormalige fabriek aan de Papaverweg te Amsterdam gebouwd en vandaar per schip in onderdelen vervoerd naar Schiphol. Daar werden de vliegtuigen opnieuw in elkaar gezet en ingevlogen voor aflevering aan de klant. De oude loods bestond uit een stalenconstructie en was afgedekt met metalen golfplaten. In de oorlog is het gebouw tijdens bombardementen zwaar beschadigd. Na de oorlog is het zo goed en zo kwaad als het kon voor een groot gedeelte weer opgelapt. Voor nieuwbouw was geen geld. De grote haldeuren liepen op rails, maar de constructie was zo slecht dat de deuren, vooral bij winterweer, bijna niet te bewegen waren. Alles ging toen nog met handkracht. Met veel mensen en moeite lukte het dan om ze open te krijgen. Totdat iemand op het idee kwam om een tractor tegen de deur aan te zetten om hem open te duwen. Helaas lag er ijs in de rails en de deur viel er uit. Gelukkig was niemand gewond. Het kostte heel wat moeite om de deur weer op z’n plaats te krijgen. Voor zulke klussen had Fokker geen specialisten in huis. Bij stormwind maakte de loods een hels kabaal, vooral de grote deuren en de loszittende golfplaten. De testvliegers wisten dat ook. In die tijd werden bij Fokker de Gloster Meteor straaljagers voor de luchtmacht gebouwd en ingevlogen. Als Gerben Sonderman, één van de testpiloten, een oefenvlucht had gemaakt, vloog hij vol gas heel laag over de loods. De monteurs wisten dan dat het vliegtuig oké was. Maar iedereen stond te schudden in z’n vel, ook het KLM personeel dat in de buurt was. Het was in ieder geval een spannend moment.
VENNEPERWEG 389 2153 AA NIEUW-VENNEP TEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA
Voor het actuele aanbod www.schenkmakelaars.nl
Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74 E-mail: info@schenkmakelaars.nl
1 = Jaap Beers 2 = Cees van het Hof 3 = Hr Snappers 4 = Piet de Ruiter 5 = Piet Verhoeven 6 = Bram van Groningen 7 = Piet Joren 8 = Berend de Jager 9 = Gerrit van het Hof 10 = Gré Verver? 11 = Jo van der Stelt 12 = Dit van der Stelt 13 = Stien van der Stelt 14 = Re Tates 15 = Plonie Tates 16 = Emmy Brunt 17 = Nel van Tol 18 = Corrie Struik 19 = Teuna Beers 20 = Hr de Hont 21 = Jan Verhoeven 22 = Riek Groenewoud 23 = Corrie Groenewoud 24 = Nog onbekend 25 = Rie Honkoop 26 = ? van Groningen 27 = Mien Middelkoop 28 = Ali Verhoeven 29 = Roelie Schouten 30 = Truus de Ruiter 31 = Mvr Brunt 32 = Beb Woudenberg 33 = ?? Felius 34 = ?? Felius 35 = ?? Verver 36 = Nog onbekend 37 = Corrie Groskort 38 = Mvr Sprangers 39 = Mvr Boef-Cardol 40 = Jo van der Stelt 41 = Gré van Stam 42 = Miep Bol 43 = Corrie Goudriaan 44 = Nel Cardol 45 = Corrie Groenewoud 46 = Nardie Verhoeven-Cardol 47 = Meester Vlucht 48 = Ds van der Zee 49 = Hr Vissers 50 = Herman van der Maarl 51 = Piet Sprangers 52 = Arie Elshout
DTP •
TVD meer
Ja, ik vind het belangrijk dat de Stichting Meer-Historie verder kan metbezoek haar werkzaamheden voor het• behoud van• het cultuur erfgoed aan: akkerbouw veeteelt glastuinbouw in de Haarlemmermeer. Als sympathisant van de Stichting Meer-Historie ontvang ik• 4bloembollenkwekerij x per jaar het kwartaalblad•Meer-Historie fruitteelt (winkelwaarde per editie e 4,–) en twee personen gratis toegang tot het Historisch Museum Haarlemmermeer. Bovendien kan er voor een relatief laag bedrag worden deelgenomen aan de dagexcursie die jaarlijks wordt georganiseerd. Minimumdonatie is e 15,– per jaar. Betaling op ontvangst van acceptgiro. Ik geef mij op als sympathisant met ingang van heden: Dhr./Mevr./Fam. .........................................................................................................................................................................................
Adres:
Lux ope acc onz
.........................................................................................................................................................................................
Woonplaats:
Marianne Koeckhoven-van Haaster
.........................................................................................................................................................................................
Telefoonnummer:
Wie weet de ontbrekende namen en / of kan de benodigde correcties aanbrengen? Nel van Tol - 0297-320381
E-mail: Venneperweg 150
2153 MA Nieuw-Vennep
tel.: 0252 - 621 458 fax: 0252 - 621 459
.........................................................................................................................................................................................
Showro
Ja, ik wil graag medingen naar een verrassing. Dhr./Mevr./Fam.
OOK UW ADRES VO
.........................................................................................................................................................................................
Adres:
Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!
.........................................................................................................................................................................................
Woonplaats:
B ons bedrijf d centraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol. E-mail:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . egin . . . . . . . .dus . . . . . .direct . . . . . . . . . met . . . . . . . gescheiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . inzamelen . . . . . . . . . . . . . . . .en . . . . .breng . . . . . . . . . het . . . . . .bij .
Telefoonnummer:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Afslag . . . . . . . .Nieuw-Vennep, . . . . . . . . . . . . . . . . . . richting . . . . . . . . . .leimuiden, . . . . . . . . . . . . bij . . . .stoplichten . . . . . . . . . . . . . linksaf, .......................
B.K.
Datum
weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links. Handtekening
✁
.........................................................................................................................................................................................
40
Insturen naar begunsigersadministratie Stichting Meer-Historie p/a Dhr. G.J. Deddens, Barbarije 5, 2132 TP Hoofddorp
PAPIER- EN PL RECYCLING 41
Agenda ‘REFLECTIE – 20 jaar KOH’ in het Historisch Museum Haarlemmermeer De Kunstenaarsorganisatie Haarlemmermeer (KOH) bestaat dit jaar twintig jaar. Dit lustrum wil zij niet ongemerkt voorbij laten gaan. Op diverse plekken zal dan ook werk van de aangesloten kunstenaars te zien zijn. Hun artistieke prestaties worden in diverse galeries, kerken en musea onder de aandacht gebracht van een breed publiek. Kunst vind je tegenwoordig in musea, de openbare ruimte, kantoren en scholen. Veel mensen hebben kunst thuis. En er is al lang geen eenduidige definitie meer van kunst te geven. Moderne media als video en de computer spelen een belangrijke rol. De kunstenaars van de KOH staan midden in deze dynamiek en concreet betekent dit dat zij letterlijk en figuurlijk naar buiten moeten treden. In het Historisch Museum Haarlemmermeer zal een groot aantal kunstenaars van de KOH gedurende de zomermaanden onder het thema ‘De kunst van ‘REFLECTIE – 20 jaar KOH‘ eigen werk laten zien. Reflectie speelt daarin een belangrijke meerledige en thematische rol. In drie perioden zijn diverse kunstuitingen van verschillende kunstenaars te zien: de eerste periode is vanaf 8 juni, de tweede vanaf 15 juli en de laatste van 12 augustus t/m 15 september.
nieuwe sympathisanten Markus Mastenbroek Becker Sijtsma-van der Wal Rijn Verhoeve Rebel
Hr.C. Hr.W. Mw.H. Mw G. Hr.S.van HR.H.N. Hr.K.
Amsterdam Zwanenburg Hoofddorp Hoofddorp Hoofddorp Nieuw-Vennep Hoofddorp
Pecht Begbie Verberg Wardenaar Goethem Veen
Fam. Fam.M.L. Hr. Hr.C.J. Fam., van Hr.R.van
Hoofddorp Hoofddorp Amstelveen Oude Meer Hoofddorp Hoofddorp
NEEM UW BANK OVERAL MEE NAAR TOE Sms ‘mobiel’ naar 7500 voor de app Mobiel bankieren Waar en wanneer u maar wilt geld overmaken. Dat kan met de Mobiel Bankieren app! Bovendien kunt u afbeeldingen en tekst toevoegen aan uw rekeningen. Zo bankiert u op een persoonlijke en overzichtelijke manier vanaf uw smartphone. Natuurlijk kunt u met de Mobiel Bankieren app ook uw saldo controleren en uw bij-en afschrijvingen bekijken. Mobiel Bankieren is er voor iPhone, iPad, Android en Blackberry (najaar 2011). De belangrijkste voordelen: Gemakkelijk geld overmaken naar bekende rekeningen Foto’s en namen toevoegen aan rekeningen Eenvoudig zoeken op bedragen, omschrijving en op rekeningen Inloggen en overboeken met een zelfgekozen 5-cijferige pin Wilt u meer weten over Mobiel Bankieren? Ga naar ABN AMRO Hoofddorp Marktplein 11, abnamro.nl/mobielbankieren of bel 0900-0024 (EUR 0,10 per minuut). ABN AMRO Hoofddorp, Marktplein 11, 2132 DA Hoofddorp
Meld je aan als vrijwilliger! Stichting Meer-Historie is op zoek naar sympathisanten die iets meer willen doen dan de stichting financieel steunen. De inzet van vrijwilligers is onontbeerlijk voor het behoud van en kennisoverdracht omtrent het cultureel erfgoed in Haarlemmermeer. Misschien vind je het wel hartstikke leuk om eens achter onze stand te staan op een van de ‘fairs’ die in Haarlemmermeer worden gehouden. Veel werkgroepen binnen de stichting zoeken versterking en jij kunt een flink steentje bijdragen als vrijwilliger. Maak kennis met andere betrokken vrijwilligers en deel je kennis en passie voor de geschiedenis van onze polder met gelijkgestemden. Wie weet kom je wel een oude bekende tegen! Kijk voor aanmelding op www.meerhistorie.nl of neem contact op met landzaat@quicknet.nl
Groen Offset Hoofddorp BV • Bijlmermeerstraat 8 • 2131 HG Hoofddorp T 023 - 554 23 70 • F 023 - 562 11 92 • info@groen.nl • www.groen.nl
Meer dan 40 jaar historie
Kan uw vereniging een steuntje in de rug gebruiken? Denk dan ook eens aan de Rabobank. Als Rabobank Regio Schiphol zijn we betrokken bij de lokale gemeenschap. Elk jaar storten wij een deel van onze nettowinst in het Coöperatiefonds. Zo vloeit een deel van onze winst rechtstreeks terug naar de gemeenschap.
Het Coöperatiefonds helpt u graag uw ambities te realiseren. Het is tijd voor de Rabobank.
Kijk voor meer informatie op www.regioschiphol.rabobank.nl