Meer-Historie

Page 1

In dit nummer

Redactioneel

5

8

16

32 Thema

12 Hermina Maria Dijk, meer dan burgemeestersvrouw 14 Cantamus in 1974 uit nood geboren 16 Accordeonvereniging Accordia bestaat 70 jaar 18 Pophistorie Haarlemmermeer

ARTIKELEN

04 excursie MeerHistorie naar Grave 08 Geen boer, maar kweker 26 Herinneringen aan school nummer 7 32 Wel en wee van een dijkcafe

Foto omslag: Citer is een van de drie beroemde en veelbesproken bruggen die door Santiago Calatrava zijn ontworpen voor de gemeente Haarlemmermeer. Twee van deze bruggen (Luit en Citer) liggen in Hoofddorp. De derde brug, Harp, ligt aan de rand van NieuwVennep. Citer is gebouwd over de Nieuwe Bennebroekerweg en verbindt de Hoofdweg op dat punt. (Foto: Kees van der Veer)

Museum

7

Als een vis in het water

Luchtvaart

28 FMissers in lucht- en ruimtevaart

De derde editie in de nieuwe vormgeving ligt voor u en het is weer een bijzonder nummer met speciale aandacht deze keer voor het thema muziek in Haarlemmermeer. De conclusie dat er een specifieke muziekcultuur in Haarlemmermeer is, trekken we liever pas in het decembernummer als we een vervolg geven aan dit boeiende thema waarin onder meer de diverse aspecten van het verenigingsleven aan bod komen. En dat kennen we binnen Meer-Historie natuurlijk ook. Een mooie traditie is de jaarlijkse excursie, dit jaar naar Grave, waarvan u verderop in dit nummer een verslag kunt vinden. De jaarlijkse begunstigersavond biedt naast de jaarvergadering - waarin het jaarverslag en de jaarrekening aan de orde komen – ook een podium voor een interessante spreker en de mogelijkheid om op informele wijze andere begunstigers te ontmoeten. Recent is er nog een evenement aan toegevoegd: #socialhlmr. Op 14 juli vond in het Historisch Museum Haarlemmermeer een netwerkbijeenkomst plaats voor de volgers/ vrienden/contacten van Facebook/LinkedIn/ Twitter en Hyves van de Stichting Meer-Historie en het museum. Dit bleek een geslaagd experiment waarbij de uitnodiging geheel via de genoemde sociale netwerken liep. Er was een inspirerende presentatie over ‘sociale netwerken en de rol van internet in verband met cultuurgeschiedenis’ door Rowan Huiskes (van MuseumFuture). Voor een eerste keer was de opkomst goed te noemen. Er waren bovendien enthousiaste reacties en er was animo om deze vorm van sociaal netwerken in de nabije toekomst nog eens te hanteren. Marcel Harlaar, Eindredactie Meer-Historie

COLOFON ISSN: 1383-0074

Rekeningnummers ING banknummer: 35.11.852 Rabobank: 15.55.92.564

Doelstelling: Meer-Historie, cultuurhistorisch magazine, is een uitgave van de stichting Meer-Historie. Het doel van de stichting Meer-Historie is het behoud van het cultuurhistorische erfgoed in Haarlemmermeer en omgeving voor zover de stichting hierop een directe invloed heeft. Zij wil dit doel bereiken door het bevorderen van de belangstelling en de waardering voor, alsmede de kennis van dit erfgoed. Meer-Historie verschijnt 4x per jaar en wordt aan alle begunstigers gestuurd.

Ereleden Drs. J. Achterstraat; J. Arensman; Mr. R. M. Dunselman; Fr. de Jong; A. de Koning; J.C. Suidgeest; A. Verbeek; Peter Roodenburg

Bestuur Bab van Groenigen, voorzitter, Han Klinkspoor, vice-voorzitter; Johan Slinger, penningmeester; H.C.M.van Raak, redactiecommissie; Marianne Koeckhoven; Frank Ossewaarde; Elise van Melis, directeur conservator/directeur Historisch Museum Haarlemmermeer; Dimph Pullens, Hans Esman, secretaris;

Losse verkoop: In het Historisch Museum Haarlemmermeer en in de volgende boek- en tijdschriftenhandels: Stevens, Nieuweweg 63, 2132 CM Hoofddorp en Bruna De Symfonie, De Symfonie 37, 2151 MD Nieuw-Vennep. Nabestellingen via het secretariaat (€ 4, excl. verzendkosten).

Wil Landzaat, secretaris, Daunisstraat 12, 2132 PS Hoofddorp, 023-5631187, landzaat@quicknet.nl

Locatie: De stichting is gevestigd in de ‘Witte Boerderij’, Hoofdweg 743, 2131 MA Hoofddorp, tel. 023-5615998 Begunstigers/donateurs/abonnees De minimumbijdrage is € 12,50 per jaar.

Deadline kopij: 7 juli 2011 Postadres: Redactie Meer-Historie, Hermitage 196, 2134 AC Hoofddorp tel.: 06-11513990 Beeldmateriaal: U kunt afbeeldingen aanleveren als foto’s of als digitaal bestand. Let er bij digitale bestanden op dat de foto een hoge resolutie heeft (minimaal 300 dpi), denk aan een bestand van minimaal 1 Mb. Nota bene: Foto’s altijd apart als jpg-bestand toezenden Grafisch advies en realisatie: Line-Up Media Services, Boxtel Vormgeving: Hans Gordijn, Baarn Auteursrecht Op het auteursrecht van het gepubliceerde in Meer-Historie is artikel 7 van de Auteurswet 1912 van toepassing.

Naar aanleiding van bezorgklachten bij het verschijnen van de twee vorige edities heeft de redactie actie genomen en dit bij de bezorgdienst aanhangig gemaakt. Dit heeft ertoe geleid dat de klachten ten aanzien van het juninummer significant zijn afgenomen ten opzichte van het maartnummer. Dat de bezorging in de ene plaats op vrijdag wordt gedaan en in de andere plaats op de dinsdag daarop is een gevolg van de keuze van Sandd voor de bezorging; dit bedrijf heeft slechts twee bezorgdagen en zo kan het gebeuren dat de ene begunstiger het blad eerder heeft dan de andere.

Redactie Baukje Bos-Burggraaff, Marcel Harlaar, Barend Klaassen, Harry van Raak, Henri Stroet, Kees van der Veer Website: www.meerhistorie.nl

september 2011 MEER-HISTORIE

1


Oude waarden Op het eerste gezicht zijn er misschien niet veel raakvlakken tussen de werkgebieden van twee op en top Haarlemmermeerse verenigingen: de Stichting Meer-Historie en De Heimanshof. Franke van der Laan is een andere mening toegedaan. Hij is als beheerder van De Heimanshof, als ondernemer van GenieAdvies en met een nieuwe stichting M.E.E.R.Groen* actief om natuur en duurzaam gedrag op de kaart te zetten

S

(*) Stichting M.E.E.R.Groen gaat vanaf 2011 de natuurontwikkelingsprojecten van De Heimanshof voor zover ze buiten de heemtuin vallen, overnemen en verder ontwikkelen.

2 MEER-HISTORIE

tichting Meer-Historie houdt zich bezig met cultuurhistorie van de polder en De Heimanshof met de ecologische kwaliteit van de leefomgeving. Stichting Meer-Historie werkt vanuit het Historisch Museum Haarlemmermeer (bij de Mentzhoeve) en de Witte Boerderij. De Heimanshof heeft zijn thuisbasis in de heemtuin in Hoofddorp. Meer-Historie verzamelt, repareert en conserveert oude voorwerpen met een verhaal en de Heimanshof zaait, wiedt en informeert over de waarde van de omringende flora en fauna. Zo bezien zijn er dus talloze raakvlakken. Beide verenigingen maken zich zorgen over de vluchtige wijze waarop onze moderne samenleving omgaat met dingen die ons dierbaar zijn of zouden moeten zijn. Bij Meer-Historie gaat dat over historie, architectuur en cultuurhistorie, bij De Heimanshof om de 10.000 tot 20.000 soorten die met de mens in deze polder moeten samenleven en wat meer dan eens te wensen over laat.

Economische waarde boven cultuurwaarde Ik ben van mening dat MeerHistorie en de Heimanshof soms samen zouden moeten optrekken om het verval van waarden en het overmatig belang van economische overwegingen een weerwoord

september 2011

te bieden. In de natuur wordt een soort pas belangrijk als hij bijna uitgestorven is en dat geldt ook voor cultuurhistorische waarden als de verscheidenheid van bijvoorbeeld oude boerderijtypes. In alle gevallen betekent dat onbekende waarden onbemind blijven en dat platte economische overwegingen vaak prevaleren. De Heimanshof is al jaren bezig met het bekend maken van de natuurhistorische waarden. Dat doet zij door de kwaliteit van de heemtuin bekend te maken, door de fascinerende kenmerken van onze flora en fauna wekelijks in de krant te zetten, door pareltjes in onze leefomgeving toegankelijk te maken via educatieve wandelpaden en door de beheerprincipes uit onze heemtuin (en de rijkdom aan bloemen en bijbehorende fauna die daarbij hoort) in de hele polder (en daarbuiten) uit te dragen in natuurontwikkelingsprojecten. Inmiddels hebben we als Heimanshof ongeveer 35 hectare aan openbaar groen van de gemeente en recreatieschap Spaarnwoude in ‘co-beheer’. Dat wil zeggen dat we buiten het reguliere beheer deze oppervlakte ‘ecologisch gepimpt ‘ hebben en jaarlijks de vinger aan de pols houden met vrijwilligersgroepen.

Pareltjes Een terrein waar De Heimanshof en Stichting Meer-Historie gemeenschappelijke doelen en belangen hebben is bij het toegankelijk maken van de ‘pareltjes van de Haarlemmermeer’. Doel daarbij is de burger, bestuurders, beleidsmakers en bezoekers bekend te maken met het bestaan ervan. En door die bekendheid, neemt automatisch de waardering ervan toe (en van de verenigingen die deze waarden op de kaart zetten) maar ook

de betrokkenheid bij de polder/ de gemeente en mogelijk zelfs de Haarlemmermeerse identiteit.

De paden op… Inmiddels is er een zestal educatieve paden gereed of bijna gereed: • het bomenpad, insectenpad en natuurpad in het Haarlemmermeerse Bos (dat begint bij het Historisch Museum Haarlemmermeer); • het orchideeënpad; • het laarzenpad op de Kaag (waar de situatie voor de inpoldering tot leven komt); • het Heimanshofpad. Er zijn nog talloze thema’s en plekken die voor toegankelijk maken in aanmerking komen, zowel ecologische als cultuurhistorische. En tenminste drie daarvan liggen op het raakvlak van de interessegebieden van onze verenigingen: 1) Een route om de monumentale bomen bekend te maken: deze route loopt in principe door de hele polder en kan in delen wandelende, fietsend of met de auto gevolgd worden. 2) Een route om de overgebleven monumentale boerderijen en hun bijzonderheden (architectonisch, geschiedkundig, landbouwkundig en ecologisch) op de kaart te zetten. Ook dit is een route met onderdelen die wandelend, fietsend of met de auto afgelegd kan worden. 3) Het Geniedijkpad: dit is een route ten behoeve van wandelaars en fietsers. De gemeente is druk doende met City Marketing. Een beleid dat als motto en doel heeft: ontmoeten en verbinden. Deze slogan kun je op allerlei manieren invullen: met grote mega manifestaties, maar ook als vliegwiel om burgers en bezoe-


in een nieuwe tijd kers van de Haarlemmermeer met de pareltjes in hun leefomgeving in contact te brengen. De tijd lijkt daarom rijp om de handen ineen te slaan en in het kader van het City Marketing programma onze gemeenschappelijke waarden op de kaart te zetten.

Een praktijkvoorbeeld Er is een aantal monumentale bomen in de Haarlemmermeer dat vraagt om op de kaart gezet te worden: • De laatste 1000-el boom: een boom die ten behoeve van de meiden en de knechten midden in het land geplaatst werd en waaronder gegeten en thee/koffie gedronken werd. • Het raadsel van de oudste boom van de Haarlemmermeer en waarom er drie goede antwoorden zijn: 159 jaar, 367 jaar en 650 jaar. • De prachtige ginkgobomen in de Bijbelse tuin en de algemene begraafplaats De Iepenhof en de evolutionaire, cultuurhistorische en culinaire wetenswaardigheden. • De prachtige Kaukasische Notenboom in het centrum van Hoofddorp. • De monumentale populieren op de Geniedijk in Hoofddorp centrum. Talloze bijzondere beuken, essen, eiken en lindes overal in de polder waar vaak ongeïnteresseerd aan voorbij gegaan wordt. Vele van dit soort bomen hebben een interessante (ecologische en/ of cultuurhistorische) achtergrond. Het uitzoeken, documenteren en bekend maken van deze gegevens maakt het leven interessanter en het wonen in deze polder meer de moeite waard. Laten we de handen ineen slaan om één of meer van deze projecten op te pakken. Franke van der Laan

september 2011 MEER-HISTORIE

3


‘ Wurrum, wurrum, um de wurrum over D’n Bosch um, umdè de Graaf te wijd is’

Van de voorzitter

Het gebeurt steeds vaker dat wij als Stichting MeerHistorie en/of de Stichting Historisch Museum Haarlemmermeer benaderd worden met de vraag om op verschillende terreinen, het cultuurhistorisch erfgoed betreffend, input te leveren of voordrachten te geven. Het gaat daarbij met name om verzoeken van bedrijven, instellingen en scholen. Dat soort gelegenheden benutten wij graag. De achterliggende bedoeling daarbij is het cultuurhistorisch erfgoed voor een zo breed mogelijk publiek toegankelijk te maken. Om hier zo adequaat mogelijk op te kunnen reageren en om te voorkomen dat er teveel op dezelfde personen een beroep wordt gedaan, heeft het bestuur besloten een zogenaamde kennisbank op te zetten. Dat wil zeggen dat wij de namen van personen gaan verzamelen van mensen die een bepaalde expertise hebben op een bepaald gebied van het cultuurhistorisch erfgoed van Haarlemmermeer en die bovendien bereid zijn die expertise met anderen te delen. Daarom vanaf deze plaats de oproep om u aan te melden als u zich aangesproken voelt. U kunt ondergetekende daarvoor bellen (06-51088157) of mailen b.vangroenigen@quicknet.nl Dan een heel andere zaak. Al jarenlang vragen wij aan onze begunstigers/sympathisanten een minimale bijdrage van € 12,50 per jaar. Voor dit bedrag ontvangt men vier keer per jaar dit fraaie blad (winkelwaarde € 4,-- per uitgave), heeft men voor twee personen gratis toegang tot het Historisch Museum Haarlemmermeer en kan er voor een relatief laag bedrag worden deelgenomen aan de dagexcursie die jaarlijks wordt georganiseerd. Dat het merendeel van de begunstigers /sympathisanten hier terecht meer waarde aan toekennen blijkt uit het feit dat de gemiddelde bijdrage die jaarlijks feitelijk wordt betaald circa € 16,50 bedraagt. Dat is dan ook mede de reden geweest dat het bestuur recentelijk het besluit heeft genomen om de minimale bijdrage per jaar met ingang van 1 januari 2011 te verhogen naar € 15,--. Ondanks het feit dat het procentueel een forse verhoging is, zijn wij er als bestuur van overtuigd dat het in relatie met datgene wat u wordt geboden alleszins gerechtvaardigd is. Wij vertrouwen er dan ook op dat hier uwerzijds begrip voor zal bestaan. Als laatste is het leuk om u te informeren dat de vernieuwing van ons blad breed wordt gewaardeerd. Enerzijds omdat wij de oplage hebben moeten verhogen tot 2.750 exemplaren en anderzijds omdat steeds meer bedrijven bereid zijn een advertentie te plaatsen, zodat wij in staat de kwaliteit van dit blad op dit niveau te blijven handhaven. Bab van Groenigen, b.vangroenigen@quicknet.nl

4 MEER-HISTORIE

september 2011

Excursie naar Grave

D

eze zinsnede komt uit een Brabantse zegswijze en verwijst naar de gemeente Grave. De plaatsnaam Grave is te herleiden naar het werkwoord graven of de afleiding daarvan ‘gracht’ (vroeger ook gespeld als graft of graaff) dat gegraven waterloop betekent. De naam komt op schrift voor het eerst voor in 1214. Grave is een historische stad met vele monumenten. De belangrijkste monumenten zijn de Sint Elisabethkerk, de oude kapel van het Tertiarissenklooster, het 15e-eeuwse stadhuis en de Hampoort. Verder zijn in Grave vele oude panden en ook hele straten intact gebleven. De Stichting Meer-Historie koos deze plaats terecht als bestemming voor de jaarlijkse excursie. Stipt om 8:00 uur vertrekken de twee bussen vanuit Hoofddorp met bijna honderd deelnemers richting het Brabantse. De reis naar Grave wordt verluchtigd door de informatieve woorden van een van de organisatoren. Het gaf weer eens een andere kijk op de weg. Iets waar je als autorijder bijna niet aan toe komt. In Grave wordt in feestzaal ‘Palazzo’ koffie met vlaai (verschillende varianten) geserveerd en genuttigd. Daarna wordt het gezelschap in drie groepen verdeeld. Iedere groep vertrekt onder leiding van een deskundige gids op ontdekkingstocht door het pittoreske plaatsje. De gids weet ons te vertellen dat de vesting Grave tot de vestingsteden behoort die in het verleden de meeste belegeringen hebben ondergaan. Vanwege de strategische ligging op de grens van Brabant en Gelderland (Gelre) is vaak om het bezit van de stad gevochten. De stad

is ontstaan uit een kleine nederzetting (circa 1133), die groeide bij het omstreeks 1140 door Herman II van Cuijk gebouwde kasteel. Van 1400 tot 1549 was Grave ‘Gelders’ bezit en werd het oude kasteel uitgebreid en verfraaid. Tijdens de 80-jarige oorlog is Grave opnieuw meerdere malen belegerd en veroverd door de Staatse troepen, ondermeer in 1568 door Willem van Oranje, in 1602 door Prins Maurits en in 1586 door de Spaanse garnizoenen. In 1672 kwam de stad in Franse handen tijdens de inval van koning Lodewijk XIV in de Nederlanden. In 1674 werd de stad door de Staatse troepen weer heroverd, waarbij naast vele huizen ook de kerk en het kasteel zware schade opliepen. De St. Elisabethkerk verloor daarbij het schip en het kasteel, met uitzondering van het arsenaal dat werd gesloopt. In 1874 verloor de stad, die lange tijd een groot garnizoen binnen haar muren had, de status van vestingstad. Daarna werd een groot deel van de vestingwerken gesloopt. Bewaard bleven ondermeer de resten van de buitengracht, de prach-


tige Hampoort (1686), de geschutswal met daaronder de kazematten en het Arsenaal op de plaats van het vroegere kasteel en de vestingmuren bij het Maasfront. Grave is vrijwel onbeschadigd uit de Tweede Wereldoorlog gekomen door de onverwachte bevrijding op 17 september 1944 door de 82e Amerikaanse Airborne Divisie, bekend onder de naam Operatie Market Garden. Vele gedenktekens op gebouwen herinneren aan deze periode. Veel meer schade heeft de stadsvernieuwing in de jaren zestig en zeventig aangericht en onze gids haast zich te melden dat er nu een nieuwe wind waait en men het oude stadsgezicht gaat herstellen aan de hand van oude bouwtekeningen. De St. Elisabethkerk is op de ontdekkingstocht een imposant middel- en hoogtepunt. De kerk

is gesticht in het midden van de dertiende eeuw en is gewijd aan de Heilige Elisabeth van Thűringen. Een belangrijke oorkonde vermeld dat Jan van Cuijk in 1308 de kerk heeft verheven tot kapittelkerk. Bij de grote stadsbrand in 1415 werd deze kerk zwaar beschadigd en werd provisorisch hersteld. In 1506 onderging de kerk een grote gedaanteverandering en was destijds de grootste kruiskerk in Nederland. Een volgend hoogtepunt tijdens de wandeling is de Hampoort, de enige overgebleven toegangspoort tot de vesting Grave. Tegenwoordig is het Graafs Museum er gevestigd. Het is een merkwaardig poortgebouw, uniek in Nederland. Het is gebouwd van kalkzandsteen en rode baksteen en bestaat uit een met ribloze kruisgewelven, overdekte gebogen doorgang. De restauratiewerkzaamheden in het centrum zijn nogal dominant en onze gids had daar prima verklaringen voor. De stedelijke vernieuwing van de jaren zeventig werd weer ongedaan gemaakt en nu werd onder toezicht van de historische commissie de binnenstad in oude glorie hersteld. Met respect voor de historische bouwstijl wordt een hypermodern stadscentrum

gecreëerd. ‘Het centrum moet weer tot leven komen. Het moet aantrekkelijk worden voor starters om er zich te vestigen’. Tijdens de stadswandeling was er naast informatie-uitwisseling nog voldoende om over te praten. Unaniem is men het er over eens dat Grave past in het lijstje van historische steden die door Meer-Historie worden bezocht. Als wandelaar waan je je in de Gasthuisstraat en de Hamstraat en kun je je goed voorstellen hoe Grave er toen uit moet hebben gezien. Een gedachte die door de ruim honderd deelnemers ruimhartig onderschreven wordt. En omdat Grave niet zo heel groot is, kun je het gemakkelijk nog eens in een dagtrip bezoeken.

Tekst en foto’s: Marcel Harlaar

september 2011 MEER-HISTORIE

5


Als een vis in het water Het Historisch Museum Haarlemmermeer (HMH) presenteert in september werk van de Hoofddorpse kunstenares Loes Verbrugge (1954). Zij maakt onder meer acrylschilderijen en glasobjecten in fusing-techniek; het aan elkaar smelten van stukken glas. Tijd voor een nadere kennismaking. Loes Verbrugge is beeldend kunstenaar. Haar opleiding volgde ze aan de Vrije Tekenen Academie te Amsterdam. Haar belangrijkste inspiratiebron is de zichtbare natuur; de hyperbool haar favoriete stijlfiguur. De aard van de werken is herkenbaar figuratief met klassieke thema’s: bloemen, koeien en mensen. Wie haar werk bekijkt, ziet meteen dat Loes een bijzondere passie voor kleur heeft. Zij is in haar

6 MEER-HISTORIE

september 2011

kleurgebruik op en top een colorist. Karakteristiek voor haar schilderwerk is de gelaagdheid van verf, van transparant tot dekkend en deels met een paletmes opgebracht. Naast schilderijen maakt Loes ook glasobjecten. Deze zijn dit najaar in het HMH te zien. Welke klassieke thema’s heb je verwerkt in de glasobjecten? Wat je maar wil zeggen of laten zien als kenmerkend voor jouw werk. Kenmerkend is de gelaagdheid van het glas, de diepte en de kleuren van het werk, net als bij mij schil-

derijen. Bovendien kleur ik het glas zelf, ik blijf toch een beetje schilder. En het stoere karakter het is niet fragiel. De aard is herkenbaar figuratief en non-figuratief. De bootvormen en vissen zijn geïnspireerd op het epos van Odysseus, de natuur en de beweging hiervan. De vis als vorm heeft een grote symbolische lading. De boot zou je als symbool voor de levensreis kunnen zien. Ook de jacobsladder is een terugkerend thema. Kun je iets vertellen over de gebruikte techniek bij deze glasobjecten? De techniek is fusen, je heb een koude techniek dat is het glas en lood en de warme

‘...het echte werk leer je proefondervindelijk, met vallen en opstaan.’


techniek het blazen en het fusen, Het gesneden glas wordt al dan niet met kleur samengesmolten op een eigen gemaakte mal, waardoor er een ruimtelijk object kan ontstaan (slumping) Laat je je inspireren door de natuur in Haarlemmermeer? Ik heb menige schildersuren in de Heimanshof doorgebracht en ik bezoek boerderijen in de Haarlemmermeer voor mijn koeienschilderijen. Bron van inspiratie kan van alles zijn, maar meestal is het de natuur, de beweging in de natuur en het klassieke epos van Odysseus. Het thema van de tentoonstelling in het HMH is ‘Als een vis in het water’, een verwijzing naar het waterrijk verleden (en heden) van Haarlemmermeer. Daardoor geïnspireerd heb ik vissen, boten en andere maritieme onderwerpen vorm gegeven in glas.’ Mijn favoriet is een beeldje van okergeel en bruin glas, een soort paard. Welk object vind jij zelf het mooist? Alle glasobjecten zijn unica’s, maar sommige stukken wil je het liefst niet verkopen. Het zijn juiste die werkstukken waar je zo op hebt gezwoegd en die moeilijk zijn te maken. Het beeldje van okergeel en bruin glas is zo’n object. Het verbeeldt de ‘waterwolf’. Wat is de grootste uitdaging in het werken met glas?

Tijdens een reis in Zweden en Finland werd ik getroffen door de helderheid en transparantie van glas. Ik heb geloof ik alle glasfabrieken bezocht en raakte zo gefascineerd door glas. Ik had het geluk een gerenommeerde glaskunstenaar te mogen ontmoeten. Ik heb bij haar een opleiding in glaskunst genoten en een jaar in haar atelier gewerkt. Maar het echte werk leer je proefondervindelijk, met vallen en opstaan. Alles draait om de oven, het stookproces en dat moet hoe heel subtiel gebeuren anders kunnen er barsten in het glas ontstaan. Wat drijft je? De zoektocht naar heldere kleuren

Adres: Bosweg 17, 2131 LX Hoofddorp, tel. 023-5620437 Wilt u meer weten? Ga dan naar www.historisch-museum-haarlemmermeer. nl of volg ons via Facebook en Twitter via #factHLMR, .

die bij mijn schilderijen met acryl een belangrijke rol speelt, komt ook terug in mijn glaswerk. Deze materie biedt een nieuwe uitdaging en het resultaat is boeiend. Glas is mooi materiaal dat veel mogelijkheden biedt, het heeft een eigen wil en laat niet met zich spotten. Schilderijen kun je eindeloos overheen schilderen tot je het goede resultaat hebt bereikt. Dat gaat niet bij glas, doe je iets fouts, dan heb je pech en is je werk voor niets geweest. Loes Verbrugge exposeert regelmatig bij galeries door het hele land, bedrijven, kunstroutes en heeft solo/en groepsexposities. Zij is aangesloten bij de Kunstenaars Organisatie Haarlemmermeer. Meer info: www.loesverbrugge.nl Marcel Herlaar

www.enzoarchitecten.nl september 2011 MEER-HISTORIE

7


De firma Vreeken uit Rijsenhout houdt zich bezig met een heel speciale teelt: de Bouvardia. Bijzonder omdat er in Nederland slechts drie bedrijven zijn die zich met de teelt van de Bouvardia bezighouden.

Geen boer, maar kweker D

e oudste aandeelhouder, Krijn Vreeken, geboren 12 maart 1940 (gehuwd met Mady Horsman, twee kinderen: Tineke en Jaap en kleindochter Marit) kwam op 19-jarige leeftijd, na zijn schoolopleiding, bij zijn vader in Oude Wetering op de kwekerij waar verschillende soorten bloemen werden geteeld. Op 25-jarige leeftijd ging Krijn een V.O.F. aan met zijn vader. De V.O.F. werd in 1972 door uittreden van zijn vader op 65-jarige leeftijd weer ontbonden. Krijn Vreeken ging als zelfstandig ondernemer verder met diverse soorten bloemen zoals anjers, rozen, fresia’s en diverse bloemen uit zaad en vaste planten. In de winter: tulpen. Voor die tijd had hij al een behoorlijk bedrijf met een oppervlakte van ongeveer 1,4 hectare, waarvan circa 5000 vierkante meter glas. In 1989 vestigde Krijn zich in Rijsenhout waar hij samen met zoon Jaap een kwekerij met woonhuis bouwde. Het bedrijf draagt al vier generaties lang de naam Vreeken. Dirk Vreeken, de grootvader van Krijn is als eerste in 1896 begonnen, daarna Jacob als tweede, Krijn als derde (nu nog dagelijks in het bedrijf werkzaam), en zoon Jaap,

8 MEER-HISTORIE

september 2011

als jongste moderne ondernemer. Krijn en Jaap hebben na een algemene middelbare opleiding de Middelbare Tuinbouwschool in Aalsmeer doorlopen. De moderne kweker moet vaktechnisch onderlegd zijn, weten wat de markt vraagt en bedrijfseconomische kennis is noodzakelijk. Daarom heeft Jaap een Hbo-opleiding agrarische bedrijfskunde gedaan en met succes afgerond. Hierdoor is hij prima in staat het moderne glastuinbouwbedrijf bedrijfstechnisch en -economisch te runnen. Waren de teelten in Oude Wetering divers, aan de Kruizemuntweg in Rijsenhout is daar een totale verandering in gekomen. Ze telen bij Vreeken namelijk slechts één soort: Bouvardia. Jaap Vreeken hierover: ‘Bouvardia is een zogenaamde korte dagplant, onder invloed van daglengte wordt de bloem aangelegd. Dit heeft met hormonen in de plant te maken. De bloem wordt aangelegd bij een daglengte van minder dan twaalf uur. Bij meer dan veertien uur licht wordt de bloem niet aangelegd en blijft de steel doorgroeien’ .

Om niet het hele bedrijf in een keer in productie te hebben, is de kas verdeeld in vakken die allemaal apart belicht of verduisterd kunnen worden om de korte- of lange dagperiode na te bootsen. Verduisteren gebeurt door middel van verduisteringsdoek dat boven in de kas en aan de gevels bevestigd is. Belichten gebeurt door middel van assimilatie-belichting; zo kunnen we jaarrond produceren. De planten worden geteeld op een mengsel van kokos en veen. Deze kokos komt van de bast van de kokosnoot en is afkomstig uit India, het veen komt uit Ierland. De plant komt na ongeveer twaalf weken in bloei, daarna wordt hij afgesnoeid en dan begint het proces opnieuw. De planten staan twee tot drie jaar in de kas waarna deze vervangen worden door nieuwe. Zo is Vreeken Sierteelt in staat om steeds nieuwe soorten aan te planten en zich aan te passen aan de wensen van de consument.


Start project Looije Tomaten Primaviera Sinds 18 april is begonnen met de aanleg van de warmte distributieleidingen voor project Looije Tomaten in de eerste bouwfase van het glastuinbouwgebied Primaviera bij Rijsenhout. Het totale project is ongeveer 94.000 m2 groot en wordt gerealiseerd op een perceel van 23 hectare. Het complex is ingericht voor de teelt van (honing)tomaten. Van Looije Tomaten is in juni nog uitverkozen tot Versmarketeer 2011. Het totale project zal naar verwachting in het najaar worden opgeleverd. Ook de omgeving van de kas ging op de schop. Samen met bewoners en ondernemers uit Burgerveen is er een ontwerp voor een groenbuffer gemaakt tussen het kassencomplex en de Aalsmeerderweg. Nu ligt er een groenstrook van ongeveer veertig meter breed met planten die de hoge kassen aan het oog zullen onttrekken. Op de foto van Kees van der Veer is goed de constructie te zien. In het nieuwe tuinbouwgebied, dat grotendeels nog het open karakter van de polder heeft, gaan in vijftien jaar tijd kassen overheersen. Er verandert veel voor de omgeving en dat is het gevolg van een (unaniem) besluit van de Haarlemmermeerse gemeenteraad in de zomer van 2007. Naast het vele ‘glas’ vormen groen en water, plekken voor recreatie, een beperkt aantal bedrijfswoningen en ruime, veilige wegen essentiële bestanddelen van Primaviera.

D

e assimilatielampen worden in de wintermaanden ook gebruikt om het groeiproces te bevorderen. De elektriciteit hiervoor wordt opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling. Het koelwater van deze warmtekrachtkoppelingen wordt opgewarmd tot 95 graden Celsius en opgeslagen in warmwaterbuffers. Voornamelijk ‘s nachts wordt deze voorraad heet water gebruikt om de kas te verwarmen. Op deze manier wordt er efficiënt en duurzaam omgegaan met energie. Veel aandacht wordt besteed aan het promoten bij (nieuwe) afnemers om het product zo goed mogelijk in de markt te zetten. Er is sinds kort een website: www.vreekenbouvardia.nl waarop men kan zien hoe de Bouvardia eruit ziet en allerlei allerlei informatie over de bloem. In 2005 is het land van de buurman aangekocht waarna de totale kas nu ruim 21.000 vierkante meter groot is. Rinus Rijsbergen, foto’s Kees van der Veer

september 2011 MEER-HISTORIE

9


NIEUWS UIT DE MONUMENTENCOMMISSIE

Bescherming moderne monumenten is van vitaal belang Sinds 2004 heeft Meer-Historie een kwaliteitszetel in de gemeentelijke monumentencommissie. Frank Ossewaarde geeft als voorzitter inzicht in nieuwe ontwikkelingen en wetenswaardigheden.

D Stadsschouwburg Haarlem, foto Rijksdienst Cultureel Erfgoed

10 MEER-HISTORIE

e redactie van Meer-Historie heeft mij gevraagd om mijn bijdrage vanuit de monumentencommissie deze maand in het teken te plaatsen van muziek. Als ik echter kijk naar de monumentenlijst van de gemeente Haarlemmermeer ben ik daar voor de gemeente Haarlemmermeer snel mee klaar. De Haarlemmermeerse lijst telt namelijk geen enkel object met een muzikale achtergrond. Daarmee doet Haarlemmermeer het ‘slechter’ dan het landelijk

september 2011

gemiddelde. Maar niet eens zoveel. Ook op de landelijk monumentenlijst zijn panden met een muzikale herkomst maar mager vertegenwoordigd. Al komen ze wel voor. Van de ruim 60.000 rijksmonumenten zijn er negen muziekkoepels, waaronder die in het Noorderplantsoen in Groningen. Verder staan er twaalf muziektenten op de lijst, waaronder de in 1924 gebouwde houten muziektent aan de Westkolk in Spaarndam. De lijst telt één zogenaamd muziektheater, namelijk de voormalige Luxor Bioscoop in Arnhem. En ten slotte telt de lijst zes stadsschouwburgen, waaronder die in Haarlem.

Muziektenten Muzikale monumenten zijn dus dun gezaaid. Al hebben muziektenten de laatste jaren wel speciale aandacht, omdat ze vaak verplaatsbaar zijn en daardoor onderdeel uitmaken van het roerende erfgoed: voertuigen, vaartuigen, schilderijen en andere objecten die niet gebonden zijn aan één vaste plaats. Een speciaal project onder de titel ‘Van waarde voor waarde’ richt zich op kennisbehoud en verspreiding over alle objecten die behorend tot het roerende erfgoed.

Het Knipscheerorgel in de Hoofdvaartkerk te Hoofddorp

En daar horen dus ook muziekinstrumenten en verplaatsbare muziektenten bij. In de Haarlemmermeer zijn zoals gezegd geen roerende of onroerende zaken beschermd die een muzikale betekenis hebben. Zo zijn bijvoorbeeld de orgels van de op de monumentenlijst voorkomende kerken niet beschermd omdat ze geen onderdeel uitmaken van de redengevende omschrijvingen op basis waarvan de monumenten beschermd zijn. Dit zou als een omissie kunnen worden gezien, omdat bijvoorbeeld het orgel in de Hoofdvaartkerk toch wel bijzonder te noemen is.

Pijporgel De Hoofdvaartkerk is de oudste kerk van de Haarlemmermeer, gebouwd in 1857. In 1869 is in de kerk een pijporgel in gebruik


genomen dat gebouwd is door Hermanus Knipscheer. Deze leverde bijvoorbeeld ook het orgel in de Dorpskerk van Aalsmeer dat uit dezelfde tijd stamt. Hoewel het orgel in de Hoofdvaartkerk in 1932 is gerestaureerd en vergroot door de firma De Koff, en in 1982 nogmaals door de firma Flentrop, verkeert het orgel nog grotendeels in originele staat. Zeker nu het bestuur van de Hervormde gemeente Hoofddorp bekend heeft gemaakt dat de Hoofdvaartkerk zijn functie als kerkgebouw gaat verliezen en verkocht zal worden, vraagt dit aandacht. De kerkelijke gemeente heeft plannen laten maken voor de herbestemming van het kerkgebouw en de naastgelegen pastorie. In die plannen wordt een transparante verbinding aangebracht tussen kerk en pastorie die als entree kan gaan fungeren voor beide gebouwen. Zeer terecht heeft het kerkbestuur al in dit vroege stadium de plannen aan de monumentencommissie gepresenteerd. De commissie staat welwillend tegenover plannen voor hergebruik, zoals eerder met succes ook is gerealiseerd bij de kerk in Lijnden. Het kerkgebouw van de Hoofdvaartkerk heeft, zeker als de verbinding met de pastorie kan worden gerealiseerd, veel potentie voor toekomstige nieuwe eigenaren. Het orgel kan daar ongetwijfeld een plek krijgen.

de opdracht om drie bruggen te bouwen over de Hoofdvaart. Voor de bouw werd in 1999 16 miljoen euro gereserveerd, maar de kosten liepen in later jaren op tot bijna 29 miljoen euro, wat tot het aftreden van de toenmalige wethouder leidde. Hoe dan ook zijn de bruggen een constructietechnisch hoogstandje waar Haarlemmermeer trots op mag zijn.

Bushokje Op verzoek van het college van B&W heeft de monumentencommissie een voorstel gedaan voor bescherming van een aantal moderne monumenten in Haarlemmermeer. Op de gepresenteerde lijst staan twaalf objecten van na 1945, waaronder het zogeheten Leon-gebouw aan de Pesetaweg in Nieuw-Ven-

nep, de kantoorvilla ‘San Marco’ aan de Boslaan in Hoofddorp, de voormalige graansilo in Burgerveen, het poldergemaal Rijk nabij de A5, Buitenhof 42 in Vijfhuizen, de wijk Stellinghof in Vijfhuizen, het Haarlemmermeerpaviljoen in het Haarlemmermeerse bos, het huidige raadhuis in Hoofddorp en het bushokje bij het Spaarneziekenhuis. Ook de drie Calatravabruggen horen hierbij. Deze moderne monumenten krijgen, hoewel ze niet voorkomen op de gemeentelijke monumentenlijst, in de toekomst toch een zekere bescherming in de zin van een ‘opletstatus’. Dit betekent dat er extra gelet gaat worden op het behoud van de objecten. Frank Ossewaarde

Citer, harp en luit Ook de andere monumenten op de monumentenlijst in Haarlemmermeer bevatten geen muzikale interieuronderdelen die beschermd zijn. Wel is er natuurlijk het Oude Raadhuis in Hoofddorp, dat van oudsher geen muzikale of culturele functie had, maar die de laatste jaren wel heeft gekregen. En er zijn de Calatravabruggen, Citer, Harp en Luit, die natuurlijk geen muzikale achtergrond hebben, maar die genoemd zijn naar de hiervoor genoemde muziekinstrumenten. De wereldberoemde Spaanse architect Santiago Calatrava, die eerder brugontwerpen maakte in onder meer Barcelona, Zurich, Toronto en New York (en recent het station in het Belgische Luik), kreeg in 1999

Een van de Calatravabruggen (foto: Kees van der Veer)

september 2011 MEER-HISTORIE

11


THEMA MUZIEK

Kun je Haarlemmermeer voorstellen zonder muziek? Dat je door het centrum loopt en dat er alleen stemmen van mensen klinken, getik van hakken op het plaveisel, dat het geluid van zangvogels weerklinkt en het ruisen van de wind door de bomen? Dat het in sommige weekenden stil is op straat, terwijl er andere jaren vrolijke jazzklanken klonken op het Burgemeester van Stamplein… oei wat een somber polderleven zou dat zijn. Nee, de werkelijkheid is anders. Er klinkt muziek in vele gedaanten: koorzang van diverse koren, er zijn accordeonverenigingen, er lopen regelmatig fanfares tijdens hoogtijdagen of openingen, poppodium Duycker programmeert in het cultuurgebouw een spannend aanbod van hedendaagse bands en muziekstijlen, in Schouwburg De Meerse treden artiesten op onder wie onze eigen Dennis Kivit, bekend van tijdens gratis te bezoeken ‘festivals’ als Meer Jazz en Meerlive treedt een keur aan binnen- en buitenlandse artiesten op. Berucht is Mysteryland op het voormalige Floriande terrein dat een uniek aanbod biedt voor dance-minnend Nederland. Dit festival is door de jaren heen uitgegroeid tot het meest vernieuwende festival van Nederland met een allesomvattend programma van muziek, dans, kunst en theater in combinatie met workshops, een zeer divers aanbod van eten uit allerlei culturen, kleurrijke bouwsels. Mysteryland is meer dan alleen een verzameling van heel veel goede elektronische dansmuziek, dj’s en live-acts. Voor veel jongeren is het een lifestyle! Voor de middelbare scholier is er in Haarlemmermeer Artquake dat, in samenwerking met podium Duycker, workshops organiseert op het gebied van muziek en film en garant staat voor de organisatie van de Popprijs Haarlemmermeer. Verder in het verleden klinken namen als uitgaansgelegenheden als de Hobbit, De Stip, De Ring en de Arnoldushoeve. En in veel cafés in de verschillende dorpen binnen Haarlemmermeer worden jamsessies, optredens en dergelijke georganiseerd. Teveel eigenlijk om een of twee themanummers te vatten. Dus, zeg nu niet dat er geen muziek in de Haarlemmermeer zit.

12 MEER-HISTORIE

september 2011

Hermina Maria meer dan H

ermina Dijk (1821-1892) was een Nederlands componiste en pianiste. Zij was de dochter van de Amsterdamse handelaar in medicinale kruiden ++ Barend Dijk. Zij trad al op jonge leeftijd op als pianiste onder meer in 1832 voor leden van de Koninklijke familie. In 1852 trouwde zij met Jacob Paulus Amersfoordt (1817-1885), jurist en literator, de latere burgemeester van Haarlemmermeer. Samen met haar man was zij actief betrokken bij de ontginning van de nieuwe polder en werkte ook daadwerkelijk mee in het agrarisch bedrijf van haar man ‘De Badhoeve’. Zij was in de negentiende eeuw een van de weinige vrouwelijke componisten, die een omvangrijk oeuvre opbouwde. Mr. J.P. Amersfoordt is twee keer getrouwd geweest. In 1846 trad hij in het huwelijk met Maria van Zijll van den Ham, een vrouw uit een aanzienlijk geslacht te Oudenrijn. Zij overleed vier jaar later. In 1852 trad hij opnieuw in het huwelijk met de dertigjarige Hermina Maria Dijk. In datzelfde jaar liet hij zich met zijn vrouw laten uitschrijven uit Amsterdam vanwege hun vertrek naar de Haarlemmermeerpolder. In het levensverhaal van Amersfoordt komt zijn vrouw zo nu en dan voor. Zoals voor die tijd gebruikelijk, bleef zij op de achtergrond. Desondanks liet hij geen gelegenheid voorbijgaan zijn vrouw voor het voetlicht te brengen. Zo verraste Hermina haar gasten op De Badhoeve regelmatig op zang en pianospel. Van 1863 tot 1869 was ze ook burgemeestersvrouw en hielp zij als zodanig haar man bij officiële ontvangsten. Hermina heeft haar man overleefd; zij stierf op 16 juli

1892 te Amsterdam. Hermina Maria Dijk was zeer muzikaal. Al in haar jeugd had zij grote aanleg voor muziek. Ze ontving les in piano en compositie van J.C. Bertelman (1782-1854). Al vroeg trad ze op tijdens concerten in het Amsterdamse culturele centrum ‘Felix Meritis’, alwaar Amersfoordt regelmatig lezingen hield. Succes had zij onder meer met een uitvoering van het pianoconcert van Hummel en met twee van haar eigen composities namelijk variaties op een thema uit ‘Norme’ en op het lied ‘Ma Normandie’. Na 1849 begon zij zich op eigen composities toe te leggen. Ze zette psalm 22 op muziek voor vier stemmen en klavier met tekst van J.P. Heije (1809-1876), de bekende arts en dichter. Heije was bevriend met het echtpaar Amersfoordt. Het stuk werd uitgevoerd in Felix Meritis en later in de kerk van Sloten. In 1850 componeerde zij een duo voor piano en viool, de cantate ‘Floris V’ (tekst Joseph Alberdingk Thijm) welke in 1851 werd uitgevoerd. Daarna schreef zij de koormuziek voor ‘Willem Bardes’ een toneelspel geschreven op tekst door haar echtgenoot en een sonate voor piano, die door Franz Liszt (18111886), componist en pianovirtuoos, te Rotterdam werd uitgevoerd. Haar grootste werk is opus 40 ‘Gottes Allgegenwart’ (Gods Alomtegenwoordigheid), welke twee keer werd uitgevoerd. In de eerste jaren van haar huwelijk is ze veel in Amsterdam hetzij voor het nemen van muzieklessen, hetzij voor het geven van concerten of het luisteren er naar. Ze maakte niet alleen muziek. Eenmaal op de Badhoeve gevestigd leidde ze de melkerij en hield toezicht op de zuivelbereiding. De karn


Dijk, burgemeestersvrouw tersvrouw bracht toen een door haar zelf gecomponeerde sonate op de pianoforte ten gehore. Op 21 juli 1877 bezocht Keizer Pedro van Brazilië en zijn echtgenote De Badhoeve. Omdat de Keizerin voorkeur had voor een door Hermina Maria Dijk Amersfoordt zelf gecomponeerd stuk, speelde zij een Capricio en Religioso van eigen hand.

H

aar eerste openbare optreden vond plaats op 30 april 1865 bij de inwijding van het orgel in de nieuwe Hervormde kerk in Nieuw-Vennep. Een tweede optreden was net buiten Haarlemmermeer in Sloten en betrof een liefdadigheidsvoorstelling georganiseerd ten bate van de bouw van een Hervormde kerk te Abbenes. Hier werd de door haar zelf op muziek gezette psalm 22 en de ‘Anbetung’ ten gehore gebracht. De opbrengst van de voorstelling was maar liefst ruim 1300 gulden. Ook volgde er een optreden op de Badhoeve na een volksvoordracht van haar echtgenoot. Opus 40 ‘Gottes Allgegenwart’ werd ten gehore gebracht. Het was nog nooit in het openbaar uitgevoerd. Hermina Amersfoordt Dijk was in Nederland de eerste vrouw die erkenning kreeg als muzikante: ze werd ‘lid van verdienste’ van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst.

waarmee boter uit melk werd gemaakt, werd omstreeks 1860 op de Badhoeve aangedreven door een stoomlocomobiel. Met haar boter won ze in 1863 de tweede prijs bij een in Haarlem gehouden tentoonstelling van de ‘Hollandsche Maatschappij van Landbouw’. In de huiselijke kring van de Badhoeve zal zij vrijwel dagelijks gemusiceerd hebben. Als er belangrijke gasten waren bracht zij zang en pianospel ten gehore. Dit was bijvoorbeeld het geval tijdens een bezoek van Koningin Sophia der Nederlanden

(1818-1890), echtgenote van Koning Willem III (1817-1890), op 19 augustus 1865. In het Weekblad van Haarlemmermeer van 25 augustus 1865 is hierover het volgende bericht opgenomen: ‘Den 19den dezer werd de gemeente met een bezoek vereerd van H.M. de Koningin. Aan het station te Halfweg werd H.M. opgewacht door onzen burgemeester, den Heer Mr. J.P. Amersfoordt. Door dezen begeleid, werd eerst de Badhoeve in oogenschouw genomen’. Op dit bezoek nam de Koningin Engelse gasten mee. De burgemees-

Hans Dolman jr., Historisch medewerker Historisch Museum Haarlemmermeer

september 2011 MEER-HISTORIE

13


THEMA MUZIEK

Cantamus in 1974 uit nood Op de vaste repetitieavond van het Christelijk Gemengd koor Cantamus uit Hoofddorp is het in Het Brandpunt een gezellige boel. Er wordt serieus gerepeteerd en de nieuwe dirigent Una Cintina houdt de vaart er goed in. Ontspanning is er tijdens de pauze als er een kop koffie met iets er bij wordt genuttigd. Tijdens de pauze heb ik wat korte gesprekken onder anderen met Una Cintina, die sinds 1 mei voor het koor staat. Maar eerst een stukje geschiedenis.

H

et koor Cantamus is ontstaan uit een samenvoeging van twee bestaande koren die op 3 oktober 1974 zijn notarieel beslag kreeg. Het ene koor was het Chr. Gem. Koor van de Gereformeerde kerk waarvan niet bekend is wanneer het precies is opgericht. In het archief van het koor zijn jammer genoeg zijn alleen de jaarverslagen vanaf 1956 aanwezig. Uit het jaarverslag van 1956 blijkt ‘dat Dhr. Noordhof toen werd gekozen tot voorzitter. Er werd gerepeteerd in de consistorie van de Marktpleinkerk. Het andere koor was het Ned. Hervormd Kerkkoor, opgericht op

14 MEER-HISTORIE

september 2011

6 juli 1944. De toenmalige directeur was N. van Ekster en voorzitter de heer A. Smit . Er werd gerepeteerd in Het Brandpunt (naast de Hoofdvaartkerk, red.). Het koor was jarenlang ‘pleegmoeder’ van het kinderkoor De Meerzangertjes, dat onder leiding stond van Bert van Noord en later Hans van Noord.

Samen verder De samenvoeging van de koren is uit nood geboren. Door het dalende ledental liepen de inkomsten erg terug en beide besturen staken de koppen bij elkaar staken om plannen te maken samen te gaan. Er moest een kennismaking komen en leden van het Gereformeerde koor namen het initiatief. Op een avond stapten zij de consistoriedeur uit en liepen naar Het Brandpunt waar het Hervormd Kerkkoor onder leiding van Bert van Noord repeteerde. Zij ‘vielen’ daar binnen en dat kwam in goede aarde terecht. Heel spontaan werd ‘Rejoice in the Lord Always’ ingezet en door leden van beide koren gezongen. Er was dus blijkbaar voldoende draagvlak om met elkaar

verder te gaan, weliswaar onder een nieuwe naam: Het Christelijk Gemengd Koor Cantamus. De eerste voorzitter werd N. Haspels, secretaris Mevrouw van Os- Maaskant, penningmeester mevrouw Den Dulk- van Dijk, bibliothecaris A. den Schipper en Alg. adjunct mevrouw T. Biesheuvel. De fusie is naar de mening van het huidige bestuur een succes geworden en de leden van beide koren voelen zich goed thuis bij ‘Cantamus’. Het koor groeide in 1996 uit tot 99 leden. Het koor kromp in de loop der jaren tot 69 en na vele hoogtewisselingen staat het ledental nu op 72.

Wereldse aanpak Op het repertoire stonden aanvankelijk hoofdzakelijk kerkmuziek en klassieke stukken. Of zoals het in de notulen stond: Het streven is ‘verbetering van kerkmuziek en kerkzang in dienst van de Christelijke gemeente. Het optreden op hoogtijdagen en andere diensten op Christelijke grondslag.’ Daar kwam geleidelijk aan ver-


andering in. Er werd ook buiten bovengenoemde stukken gezongen, de Jerusalem Passion, een reis door de Bijbel en het succesrijke Tom Parker Project. Momenteel is het koor bezig met ‘Music Around The World’, dat op 5 november 2011 wordt uitgevoerd. Naast samen zingen ondernemen

geboren de leden van het koor regelmatig andere gezamenlijke activiteiten, zoals kooruitwisselingen naar Wales en Hongarije. Ook ondernam men koorreizen naar verschillende steden in Duitsland en Oostenrijk. Er gingen koorleden mee naar Praag, Sint Petersburg en Toscane. Er werd gezongen in beroemde kerken als de Stefansdom in Wenen, de kerk van Luther in Wittenberg, de kroonzaal van het Catharinapaleis in St. Petersburg, de Stefansdom in Passau en in Verona. Volgend jaar gaat een aantal leden van Cantamus naar Canada. Een van de leden: ‘We weten het natuurlijk niet, Una is er nog zo kort, maar misschien zit er in de nabije toekomst wel een koorreis in naar haar geboorteland Letland.’ Er bestaan radio-opnames van het koor in Bloemendaal tijdens een kerstnachtdienst en een opname in St. Maartensdijk. Er zijn veel muziekcassette- cd- en DVD opnamen gemaakt. Deze werden opgenomen tijdens de uitvoering van een concert, maar men is ook wel speciaal

naar bijvoorbeeld de Lutherse kerk in Den Haag geweest om daar op te nemen. Het koor heeft een aantal keren meegewerkt aan opnamen voor ‘Nederland zingt’ van de Evangelische Omroep. En er zijn DVD’s van de koorreizen gemaakt. Vlak voor Jan Verhoef afscheid nam, heeft het koor - samen met de andere koren - zijn jubileum-cd in Noordwijk opgenomen.

Een nieuwe dirigent Bert van Noord senior was de eerste dirigent van Cantamus, daarna volgden de heer Sprokkereef (voor anderhalf jaar), een half jaar Ben Kramer en Hans van Noord als tijdelijke vervangers, Siem Cok (16 jaar) en Jan Verhoef (11 jaar). Momenteel staat dirigent Una Cintina voor het koor. Zij is een jonge vrouw met veel ambities en het koor verwacht veel van haar. Ze heeft er zeker goed de wind onder en dan kom je ver. Er is sinds kort, buiten de muziekcommissie, een repertoirecommissie in het leven geroepen die muziek uitzoekt en het aan de dirigent voorlegt. Una zal hierin ongetwijfeld haar invloed laten gelden, zij heeft uiteindelijk de artistieke leiding over het koor. Uit het gesprekje met Una blijkt dat zij perspectief ziet in het koor. Het koor werkt hard, maar het kan veel méér presteren als de stemverhouding verbetert; er moeten vooral mannenstemmen bij komen, tenoren en bassen. Ze heeft het bij Cantamus tot nu toe erg naar haar zin.

W

ellicht zingt u graag en bent u graag onder de mensen. Cantamus is het antwoord hierop. Het koor is op zoek naar mannenstemmen, maar natuurlijk zijn dames ook van harte welkom. U kunt vrijblijvend komen luisteren en kijken. Het koor repeteert iedere donderdagavond van 20.0022.00 uur in Het Brandpunt aan Hoofdweg 770 in Hoofddorp. Meer informatie via de website: www. cantamus.nl of tel: 023-5625584

Marcel Harlaar

september 2011 MEER-HISTORIE

15


THEMA MUZIEK

Accordeonvereniging Accordia bestaat 70 jaar wen Hèze. De meest karakteristieke instrumenten in het geluid van de band zijn naast trompet en gitaar de accordeon.

Hoe het begon Het begon als bij zoveel verenigingen: een klein groepje kwam bij elkaar om samen muziek te maken. Dit gebeurde in 1938 met de heer Joop Pieters die dat deed met een paar collega´s van de Accordeonvereniging Accordia in de oorlog, in het midden met bril Joop Pieters suikerfabriek in Halfweg. Men was toen In Nederland hebben we meer dan honderd zo enthousiast dat accordeonverenigingen, waarvan zelfs een kwart in het de oprichting van een heuse accordeonNoord-Holland. Ook de Haarlemmermeer kent een vereniging tot gevolg accordeonvereniging en die vierde dit jaar haar zeventigste had. Op 1 mei 1941 verjaardag. werd het officieel. De pleinen of bedelend in de trein, heren J. Pieters en R. Appelman e grootste populariteit uit Macedonië, Roemenië, etc. hadden de leiding. genoot de accordeon in Toch is de accordeon nog lang In de oorlog was er behoefte de jaren vijftig. Bekende niet gedaan. Wellicht is er een aan vertier en dan kwam zo´n accordeonisten waren toen revival gaande. De tango ‘Adiós accordeonorkest goed uit. Heel Harry Mooten, Johnny Meijer Nonino’ van de Argentijnse veel anders was er niet. De en The Three Jacksons. Iedertanguero/componist Astor eerste repetities waren in het een die in de vijftiger jaren is Piazzolla haalde tijdens de huTarreer-lokaal in de suikeropgegroeid moet die zich nog welijksceremonie van Maxima fabriek in Halfweg. Tarreren wel herinneren. en Alexander in één streek wil zeggen, het tarragewicht In 1954 werd de Fender Strahet ouderwetse imago weg bepalen volgens de formule tocaster, een elektrische gitaar van de accordeon. Overal in die ouderen onder ons nog op geïntroduceerd. De StratocasNederland kwamen er nieuwe school geleerd hebben: bruto ter werd de meest verkochte leden bij die het liefst meteen netto = tarra. gitaar aller tijden. Het luidde In 1943 verwierf men een het begin in van de neergang in die tango wilde leren spelen. De tango, en daar komen de repetitieruimte in café de interesse voor de accordeon in enthousiastelingen pas later Kroon. En de laatste jaren van o.a. Nederland achter, is echter een van de de oorlog werd erin hotel Tivoli Alleen in Zwitserland, Oostenmoeilijkste muzieksoorten op gerepeteerd, maar daar kon rijk, Duitsland en in de meeste de accordeon. men alleen ‘s zondagsochtends landen van het Oostblok wordt En ook de populaire muziek terecht. nog volop accordeon gespeeld. van nu heeft de accordeon Zeven leden van Accordia Door de open grenzen zie je nu herontdekt, kijk naar Rowwerden in het kader van de ook wel accordeonspelers op

D

16 MEER-HISTORIE

september 2011

Arbeitseinsatz in Duitsland tewerkgesteld. Het thuisfront vergat ze niet, maar stuurde pakjes met onder meer shag (toen 30 gulden per pakje). De toenmalige eigenaar van Tivoli hield zelfs een collecte onder de Duitsers, die bij hem waren ondergebracht. Een grote slag was dat Wim Dijkers niet terug zou keren uit Duitsland. Hij had daar longontsteking opgelopen en was door onvoldoende verzorging overleden. Accordia liet een heilige mis opdragen ter zijner nagedachtenis. Na vele omzwervingen van hotel Tivoli, naar café de Keizerskroon, café Oosterbaan, weer naar de Keizerskroon, café Stork en de Wilhelminaschool kwam de vereniging weer terug in hotel Tivoli waar ze tot 1990 verbleven. Vervolgens werd er gerepeteerd in het Prinses Irenegebouw. Sinds enkele jaren zijn ze nu te gast in het clubgebouw van de vogelvereniging in de Marialaan, waar ze iedere dinsdagavond repeteren.

De Vereniging Accordia Na de oorlog ging het steeds beter met Accordia en in 1946 waren er 76 leden en 500 donateurs! Het ledental is overigens altijd nogal grillig geweest. Nieuwe leden zijn ook niet zo maar te vinden, de aanschaf van een nieuwe accordeon is een kostbare zaak. Wil men goedkoop uit zijn, dan vind je ze al op marktplaats.nl tussen de 700 en 1500 euro. Een nieuwe kost al gauw 3500 euro en meer. Er is gelegenheid te spelen voor oud en jong. De ouderen zijn


in Zwanenburg niet altijd in de meerderheid, de jongste is nog geen tien. Jammer is dat de meeste kinderen als ze zo’n vijftien zestien zijn ermee uitscheiden. Dan laten ze zich meer bepalen door hun leeftijdgenoten en die spelen helaas geen accordeon. Accordia telt nu drie orkesten, inclusief een Varia-orkest met verschillende instrumenten. Voor iedereen is wel een plaatsje in een van die orkesten. Ook voor mensen die nog weinig kunnen. Al kunnen ze maar met een vinger spelen, dan nog mogen ze meespelen. Bij Accordia staat de gezelligheid en de sociale contacten dan ook hoog in het vaandel. En heel belangrijk: men laat elkaar in zijn waarde. Leden komen van heinde en ver. Naast accordeonisten uit Zwanenburg en de rest van de Haarlemmermeer, zijn er ook leden uit Amsterdam, Weesp en IJmuiden. Het clublied past dan ook perfect bij de vereniging: Zo zijn wij, wij lachen om de zorgen, Al het leed stellen wij uit tot overmorgen Ieder mens van kind tot zelfs opa, Zijn lid of donateur van Accordia

Trouwe leden De vereniging kent een aantal trouwe leden die al bijna een mensenleven

Henk Maliepaard 65 jaar lid

bij de vereniging spelen, waaronder Han van de Pol (sinds 13 mei 1952) en Henk Maliepaard (sinds 10 februari 1943). Voorzitter Ruud Scholte Aalbes staat ook al veertig jaar op de ledenlijst en blies in 2001 samen met zijn vrouw Annemiek en dochter Marloes de club nieuw leven in. Accordia was na conflicten met het bestuur, op sterven na dood, maar sinds die tijd gaat het weer crescendo met de club. Legendarisch is Henk Maliepaard die lid werd op zijn tiende jaar. Zijn zus zat op een zangclub en toen ze op een feest moest zingen wilde hij als jong kind ook naar dat feest. Dus maar lid worden van het zangkoortje, maar tot zingen kwam het helaas niet. Zijn oom kwam bij zijn vader met een tip. Joop Pieters, de toenmalige dirigent van Accordia, had een accordeon te koop. Henk Maliepaard reageerde razend enthousiast en de accordeon werd aangeschaft. Zijn eerste accordeonles kreeg hij op augustus 1942

op de accordeonschool in de Jordaan, aan de Bloemgracht in Amsterdam en in februari 1943 kon hij lid worden van de accordeonvereniging. Als jong broekie mocht hij zo tussen de grote mensen spelen. Op Bevrijdingsdag 5 mei 1945 liep hij al spelend door de straten rond zijn woning, waarmee hij heel wat mensen achter zich aan kreeg. Het leek de Rattenvanger van Hamelen wel. Henk Maliepaard had een textielzaak, die hij van zijn vader had overgenomen die er in 1928, in de Wilgenlaan, mee was begonnen. Toen zijn vader eind jaren twintig van de vorige eeuw geen werk had, ging hij borstels en stoffers verkopen. Later kwamen er kop en schotels bij en toen hij moest constateren dat porselein toch wel makkelijk brak ging hij over op textiel. Hij vierde heel wat jubilea. Op een van zijn laatste

kwam André Vrolijk op bezoek. Iemand die de top behoort van het accordeonspel en zelfs een klassieke opleiding aan het Sweelinck conservatorium te Amsterdam heeft gevolgd. André Vrolijk heeft gespeeld op het vrijgezellenfeest van prins Willem-Alexander. Wie weet hoe populair de accordeon nog gaat worden als Willem Alexander en Maxima op de troon komen. Meer informatie: www.accordia.nl

Ruud Scholte Aalbes in de jaren tachtig

Henri Stroet

Dirigent Greetje den Ouden van Accordia in de jaren tachtig

september 2011 MEER-HISTORIE

17


THEMA MUZIEK

Pophistorie uit Haarlemmermeer Haarlemmermeer kent geen echte popcultuur zoals Haarlem (Rob Hoeke, Boudewijn de Groot), Volendam (BZN, The Cats), Leiden (The Shoes, Catapult) of Den Haag (Golden Earring, Q 65). Toch is er een tweetal lichtpuntjes, meent Hoofddorper en pophistoricus Leo Weijers.

T

wee grootheden uit de Nederlandse popmuziek hebben wel degelijk binding met de gemeente Haarlemmermeer. Multiinstrumentalist en componist Rick van der Linden (5 augustus 1946) was een geboren en getogen Badhoevedorper. Zanger en componist Oscar Harris (30 november 1943) woont al jaren in Hoofddorp. Twee totaal verschillende muzikanten die popgeschiedenis schreven….

Rick van der Linden Als gezegd, groeit Rick van der Linden op in Badhoevedorp. Vanaf zijn dertiende jaar speelt hij piano. Hij doorloopt het gymnasium op het Triniteitslyceum in Haarlem en gaat optreden met een aantal symfonieorkesten. Hij houdt ervan werken van klassieke componisten te spelen. Daarnaast speelt hij in pop- en jazzgroepen als het Occasional Swing Combo en het Ferdinand Povel Quartet. Begin 1967 studeert hij af aan het Haagse Conservatorium met erecertificaten voor piano, kerkorgel, harmonie en contrapunt. Vervolgens wordt hij docent aan de Haarlemse Muziekschool. In april 1967 sluit hij zich aan bij de Haarlemse popgroep Ekseption, die voortkomt uit het schoolbandje The Jokers. Met de komst van Rick begint

18 MEER-HISTORIE

september 2011

Ekseption een mengeling van rocken klassieke muziek te spelen. De groep krijgt in de zomer van 1968 het idee om bekende klassieke thema’s in haar muziek te verwerken tijdens een concert van de Britse rockgroep The Nice die een eigen interpretatie van Johann Sebastian Bach’s ‘Brandenburger Concerten’ speelde. Ekseption wordt uitgenodigd om te spelen met het Noord-Hollands Philharmonisch Orkest op het Loosdrechter Jazz Concours. Rick bewerkt verschillende klassieke thema’s voor die gelegenheid. Enkele weken voor het festival krijgt de band te horen dat het orkest weigert op te treden met een popgroep. Dat gedeelte van het festival vindt dan ook geen doorgang, maar Ekseption blijft bij het oorspronkelijke idee en besluit het arrangement van Ludwig von Beethoven’s vijfde symfonie te gebruiken. Ekseption wint de eerste prijs op het concours en krijgt een platencontract bij Phonogram. Met

producer Tony Vos wordt het album ‘Ekseption’ opgenomen. De eerste single ‘The fifth’ bereikt in april 1969 de derde plaats in de Top 40. De plaat wordt mede dankzij Veronica-discjockey Tineke de Nooij (de toenmalige echtgenote van Vos) zo’n grote hit. Zij draait het nummer iedere dag in haar radioprogramma ‘Koffietijd’. In 1969 heeft Ekseption nog twee hits. ‘Rhapsody in blue’, oorspronkelijk een compositie van George Gershwin, en ‘Air’, een bewerking van Bach’s ‘Suite no. 3’, de cantate ‘Wachet auf ’. Van der Linden neemt de muzikale leiding binnen Ekseption over van Rob Kruisman die in augustus 1969 opstapt uit onvrede met de muzikale koers. Bandlid Huib van Kampen gaat het muziekonderwijs in. Dick Remelink (saxofoon en fluit) komt de groep versterken en Rick van der Linden werkt in die periode korte tijd samen met Boudewijn de Groot als onderdeel van zijn studioband Session.


I

n 1970 bestaat Ekseption uit Rein van den Broek, Rick van der Linden, Cor Dekker, Dick Remelink en Peter de Leeuwe. Het tweede album ‘Beggar Julia’s time trip’ wordt in die formatie opgenomen, met zangers Michel van Dijk en Dennis Witbraad. Het is een conceptalbum over een Middeleeuwse vrouw die een muzikale reis door de tijd maakt en onderweg in aanraking komt met de muziek van Tomaso Albinoni, J.S. Bach en P.I. Tchaikovsky. Het album krijgt uiteindelijk een Edison en de singles ‘Italian concerto’ (een bewerking van Bach’s ‘the first movement, BWV 971’) en ‘Adagio’ (een bewerking van Albinoni’s ‘Adagio in G Mineur’) worden hits. Tijdens de opnamen van ‘Ekseption 3’ wordt Van Dijk vervangen door Steve Allet. Het derde album van de band is eveneens een conceptalbum, gebaseerd op het verhaal ‘Le petit prince’ van de Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry. Voor de teksten op het album is Veronicadiscjockey Will Luikinga verantwoordelijk. De singles ‘Another history’ (geschreven door Michel van Dijk) en ‘Peace planet’ (een bewerking van Bach’s ‘Badinerie, Suite no.2 in B Minor’) worden hits. De populariteit van Ekseption is ondertussen ongekend. In heel

Europa treedt zij op, onder meer in het Parijse ‘Olympia’, het Londense ‘Palladium’, de Hamburgse ‘Philharmonie’, in Scandinavië en Israël. In 1971 komt ‘Ekseption 00.04’ uit. Rick heeft in de Londense Command Studios met The Royal Philharmonic Orchestra opnamen gemaakt voor het 15 minuten durende nummer ‘Piccadilly sweet’. Over deze opnamen heen spelen de overige leden in de Hilversumse Phonogram Studio’s hun partijen

in. Het door Rick geproduceerde album bereikt evenals zijn voorganger de eerste plaats in de Nederlandse albumlijst; de single ‘Ave Maria’ is een bescheiden hit. In 1972 verschijnt ‘Ekseption 5’. De single ‘A la Turka’ wordt geen hit. Het vele toeren door Europa lijkt zijn tol te eisen; wrijvingen binnen de groep leiden tot het vertrek van Remelink en De Leeuwe. Met Jan Vennik (fluit, sopraan- en altsaxofoon) en Pieter Voogt (drums en percussie) wordt het zesde album

september 2011 MEER-HISTORIE

19


THEMA MUZIEK

‘Trinity’ opgenomen. Het album is opgedragen aan Piet Vincent, directeur van de Haarlemse Muziekschool en muziekleraar van Rick.

Na Ekseption In 1974 verlaat Rick van der Linden Ekseption en toert door Zweden met Jaap van Eik (ex-Cuby & The Blizzards) en Pierre van der Linden (ex-Focus) onder de naam Trace. Bij Ekseption neemt Hans Jansen de plaats in van Rick. Rick van der Linden vindt in 1978 met Robbie van Leeuwen de zogeheten ‘synthesizerpop’ uit. Onder de naam Mistral hebben zij drie opeenvolgende hits: ‘Jamie’, ‘Starship 109’ en ‘Neon City’. In 1978, 1981 en 1989 volgen reünies van Ekseption met Rick en Rein van den Broek, aangevuld met ex-Kayak leden Max Werner en Jo-

20 MEER-HISTORIE

september 2011

han Slager. De albums ‘Cum laude’ (Rick en Rein), ‘Dance macabre’ en ‘Ekseption ‘89’ volgen. In 1994 wordt een live album uitgebracht met opnamen in het Kurhaus in Eberbach en de Meistersingerhalle in Neurenberg. In 2001 verschijnt ‘Vivace’ van Rick van der Linden met kerkorgelmuziek van Bach. Twee jaar later start hij met een nieuwe Ekseption. Hierin zitten ook zijn vrouw Inez, de Canadezen Mark Inneo, Bob Shields, Meredith Nelson en Peter Tong.. Op 19 november 2005 wordt Rick getroffen door een herseninfarct, waardoor hij een halfzijdige verlamming oploopt. Kort daarvoor is hij nog geïnterviewd voor het populaire televisieprogramma ‘Top 2000 A Go-Go’. Hij overlijdt twee maanden later, op 22 januari 2006 op 59-jarige leeftijd.

Oscar Harris & the Twinkle Stars

O

scar Harris wordt geboren op 30 november 1943 in Albina, Suriname. Op jonge leeftijd zingt hij in de Stadszending voor Club Hercules, maar ook tijdens tienershows in Thalia, Luxor en Bellevue komen zijn talenten tot uiting. In eigen land breekt Oscar door als hij de populaire zanger Max Nijman uit Moengo vervangt tijdens een jubileumviering van de basketbalclub CLD. Van André Kamperveen mag Oscar de studio’s van Radio Apintie gebruiken, waar de muziek van zijn idolen Brook Benton, Sam Cooke, Nat ‘King’ Cole en Frank Sinatra door de luidsprekers schalt. Oscar wil echter architect of dominee worden en verhuist in 1963 naar Nederland om te gaan studeren. Daar


moet hij zich meteen voor militaire dienstplicht melden. Hij volgt een opleiding voor handelsreiziger en neemt muziek- en zanglessen bij Mario Ingensoet en Len del Ferro. In 1965 sluit Oscar zich aan als leadzanger bij The Twinkle Stars, een Surinaamse band die vanuit Amsterdam opereert. De groepsnaam wordt al snel Oscar Harris & The Twinkle Stars. In augustus 1969 heeft de band een eerste hitsingle te pakken met ‘T.o.p.’, geschreven door Oscar en Franck Smith. De single bereikt de 24e plaats in de Nederlandse Top 40 en staat negen weken in de hitlijst genoteerd. Na de kleinere hits ‘Clap hands for baby’ en ‘Weentie groove (part 1)’ uit 1970, volgen de krakers ‘Try a little love’ en ‘Soldiers prayer’. De meeste van deze hits zijn terug te vinden op het album ‘Soldiers prayer’. Ondertussen heeft de in Texas geboren Billy Jones zich als tweede zanger bij de groep aangesloten. Hoewel Oscar Harris & The Twinkle Stars in 1971/1972 nog hits als ‘Mr. Astronaut’, ‘How will you know’, ‘Honey Conny’ en ‘Mary’ scoort, wordt de Top 10 niet meer bereikt. Als verder hitsucces uitblijft, kiest Oscar voor een solocarrière. Hij breekt in 1976 door met de zwoele soulballade ‘Since I met you, baby’. Een jaar later heeft hij succes met de single ‘I’m still in love with you’. Eind jaren ’70 probeert Oscar het met een mix van vrolijke, Caribisch getinte meezingers en dat resulteert in 1980 in de grote hit ‘Song for the children’ en de kleine hit ‘Disco calypso’. Na een periode van samenwerking met zangeres Debbie gaat Oscar weer alleen verder. In 2003 zingt hij ‘Lean on me’ in duet met de Haagse zanger Sébastiaan. Een jaar later verschijnt de cd ‘Salsa romantica’. In 2007 is Oscar’s stem nog te horen in ‘Beestenboel’, de Nederlandse versie van de Amerikaanse animatiefilm ‘Barnyard: the original party animals’. Een jaar later

verleent hij zijn medewerking aan het liedje ‘Corduroy’ op het album ‘monarchs’ van de Haagse hiphopgroep Coup de Villz. Op 19 september 2010 vindt een eenmalig reünieconcert van Oscar Harris & The Twinkle Stars plaats in Amsterdam. De sympathieke zanger is getrouwd en heeft twee zonen. De Surinaamse overheid benoemde de man met de gouden stem tot Ridder in de Orde van de Gele Ster.

Leo Weijers Auteur Leo Weijers woont in Hoofddorp en schreef de boeken ‘Top 10 toppers van toen’ (over de populairste grammofoonplatenartiesten uit de jaren ’40 en ’50) en Top 10 toppers van toen: sounds of the sixties deel 1 (over de populairste artiesten uit de eerste helft van de jaren ’60). Zie www.boekscout.nl Een derde boek is in voorbereiding.

Jazz in Haarlemmermeer ‘Het Meer Jazz Festival is inmiddels een niet weg te denken Haarlemmermeers fenomeen. En het past ook in een lange muziektraditie. Denk aan de koren en harmonie- en fanfarekorpsen die in de jaren na de drooglegging van de grond kwamen. Na de jaren ‘60 van de vorige eeuw verschoof vooral bij jongeren de belangstelling naar andere voor hen meer populaire muziekvormen. De gemeente heeft altijd een ijverig kunst- en cultuurbeleid gevoerd. Toen het zingen op scholen nogal inzakte, was de gemeente er gauw bij om bijscholing te organiseren, onder de noemer ‘Samen weer zingen in de klas’. Ook de voormalige Culturele Raad had veel oog voor muzikale ontwikkeling. Ik denk ook aan het stimuleren van schoolconcerten en aan de jazzconcerten die al in de jaren zestig in De Beurs werden gegeven, onder meer door Rita Reys en Pim Jacobs, en door de destijds beroemde Haarlemse Diamond Five (waarvan later Cees Slinger en Harry Verbeke ook bij Meer Jazz hebben opgetreden). De gemeentelijke Muziekschool Haarlemmermeer onder leiding van organist Piet Kiel junior, later het Centrum voor Kunstzinnige Vorming en ook het huidige Pier K hebben zich van meet af aan beijverd voor muzikale ontplooiing van jongeren, en de vele Haarlemmermeerse amateursbands in tal van genres zijn mede daaraan te danken. Meer Jazz en Pier K werken nauw samen om die amateuristische muziekbeoefening actief te stimuleren. Gelukkig kan dat, want Meer Jazz mag zich verheugen in de warme belangstelling van het gemeentebestuur, enthousiaste sponsoren en vele anderen.’ Hans Esman, voorzitter Stichting MeerJazz en secretaris Stichting Meer-Historie.

september 2011 MEER-HISTORIE

21


THEMA MUZIEK

‘Tijdens uitvoeringen van Excelsior liep het hele dorp uit’

Fanfares in Haarlemmermeer

I

n heel het land ontstonden aan het begin van de vorige eeuw vele fanfarekorpsen. Veel hardwerkende arbeiders zochten een tegenwicht voor het zware dagelijkse werk in het gezamenlijk musiceren. Ook kregen zij zo de gelegenheid zich op niveau te kunnen presenteren. Ook in de Haarlemmermeer werden vele fanfares opgericht: het Rooms-katholieke Fanfarekorps ‘Ons Genoegen’ en de socialistische Fanfare ‘Opwaarts’, beide uit Hoofddorp, gingen in 1928 gezamenlijk verder. De naam werd Excelsior. Ook ontstonden onder andere: Fanfarekorps Wilhelmina te Abbenes, Fanfarekorps Crescendo en Fanfarekorps Irene, beiden te Nieuw-Vennep, het Christelijk Fanfarekorps ‘Nieuwemeer’ te Rijk, Fanfarekorps ‘Vijfhuizen Vooruit’ en de Arbeiders Harmoniekapel ‘Opwaarts’ te Hoofddorp. Uitvoeringen van fanfarekorpsen

trokken veel belangstelling. Piet Robijn van de Fanfare Excelsior uit Hoofddorp vertelde in 1981 in de Hoofddorpsche Courant dat in de oude tijd tijdens uitvoeringen het hele dorp uitliep om te luisteren. Tientallen jaren lang werden tal van speciale gelegenheden onder grote belangstelling van de Hoofddorpers muzikaal omlijst door de fanfare. Of het nu Koninginnedag was of wat voor feestdag dan ook … Excelsior was aanwezig en grote groepen kwamen luisteren. Trombonist Ries van Leeuwen, die al bijna 60 jaar bij Excelsior zit, vertelt dat Excelsior een neutrale vereniging was: dat was heel bijzonder voor die tijd. ‘Er was behoefte aan kunstzinnige uiting, men wilde muziek maken. Instrumenten werden gekocht uit toegangsprijzen van concerten en giften van donateurs. De instrumenten, die in bruikleen waren, waren meestal oud en moesten lang meegaan. Iedereen kon meedoen want de contributie van het korps was niet te hoog.’

‘Er was behoefte aan kunstzinnige uiting, men wilde muziek maken’ ‘In de beginjaren van de fanfares was er een bepaald repertoire: de muziek was omgeschreven muziek

22 MEER-HISTORIE

september 2011

van een symfonieorkest naar een blaasorkest. Het probleem was dat symfonieorkesten deze muziek mooier konden uitvoeren dan blaasorkesten. Natuurlijk was er ook de marsmuziek, de geëigende muziek van fanfares omdat ze op straat liepen.’ ‘Hoofddorp was echt een dorpssamenleving in mijn jeugd: bij een zoveel jarig huwelijk, iemand had een lintje of een belangrijke functie gekregen: het korps kwam aangemarcheerd en bracht een serenade. Dat was een vorm van eerbetoon en dat werd heel erg op prijs gesteld. Op Bevrijdingsdag, Koninginnedag en op het dorpsfeest: Excelsior verzorgde de vrolijke noot en er waren concerten in de kerk, in hotel-restaurant ‘De Beurs’ of hotel ‘De Landbouw’.’ ‘Muziek maken was niet vrijblijvend. Er moest serieus muziek worden gemaakt; daarom moest er thuis dagelijks worden geoefend en wekelijks de repetitie worden bezocht. Maar voor de leden van Excelsior vormde samen muziek maken ook een sociale gebeurtenis. Ik weet nog, ik was 13 of 14 jaar, en we speelden in een muziektent in Vijfhuizen, die half over een sloot was gebouwd. Het was verboden om te roken tijdens het spelen maar met een grote sigaar in zijn mond sloeg een man op de grote trom. Hij verstapte zich en viel in de sloot met sigaar en al. Grote hilariteit want


de man zat onder de bagger en het kroos. Hij kreeg een droog pak en daarna speelden we gewoon weer door.’

Tweede Wereldoorlog In de Tweede Wereldoorlog stopte Excelsior. Van Leeuwen vertelt dat de instrumenten moesten worden ingeleverd. Hij weet dat veel instrumenten in boerderijen zijn verstopt. Na de oorlog kwamen ze weer voor het licht. Enkele maanden na de bevrijding werd Excelsior weer opgericht.

Van de jaren vijftig tot de jaren tachtig zijn vele fanfares in de Haarlemmermeer gestopt Een onbetwist hoogtepunt in de geschiedenis van de fanfare vormde in 1964 de eerste prijs in de hoogste afdeling, de Vaandelafdeling, waarin de fanfare voor het eerst uitkwam. De prijs werd behaald op het Federatieve Muziekconcours van de Koninklijke Federatie van Muziek- en Fanfaregezelschappen. Van Leeuwen vertelt dat van de jaren vijftig tot de jaren tachtig vele

fanfares in de Haarlemmermeer zijn gestopt omdat ze te weinig leden hadden. Ook Excelsior heeft de nodige problemen gehad: zo staat in de Hoofddorpsche Courant begin jaren zeventig te lezen dat de vereniging arm is en met bedelen op de been moet zien te blijven. Gelukkig dragen veel ouders bij aan de bekostiging van nieuwe uniformen, zo staat in het krantenartikel. Moeilijk was het opheffen van de drumband en het majorettekorps van het korps begin jaren negentig vanwege te weinig leden.

Harmonieorkest Van Leeuwen: ‘Begin jaren zeventig werd Excelsior een harmonieorkest. Voorheen waren er alleen koperen instrumenten en saxofoons. Een harmonieorkest heeft ook houtblazers, zij bespelen instrumenten zoals hobo, klarinet, fluit en fagot. Veel jongeren speelden klarinet of fluit op de muziekschool, die ondertussen in Hoofddorp was gekomen. De muzikanten wilden iets doen met hun kennis en werden lid van het harmonieorkest Excelsior. Een harmonieorkest geeft door veel meer verschillende instrumenten een meer divers geluid en daardoor is een breder repertoire mogelijk: zo werd ook onder andere barokmuziek van J.S. Bach gespeeld. In de

jaren tachtig werd muziek speciaal voor blaasorkesten geschreven: dit sloeg echt aan.’ ‘Door de bevolkingstoename in de Haarlemmer is het orkest al twintig jaar volledig bezet om orkestwerken uit te kunnen voeren. De meeste leden hebben nu een eigen instrument. De tijd van het brengen van serenades is allang voorbij. Het lopen op straat liep in de jaren negentig ten einde. Op Koninginnedag wordt ook niet meer gespeeld want een optreden van Excelsior past niet meer in de Koninginnedagviering. Maar op 4 mei met Dodenherdenking speelt Excelsior altijd en in 2010 is er op het Bevrijdingsconcert gespeeld. Ook is er een traditie: met Kerst en Pasen speelt Excelsior in de Rooms Katholieke Kerk van Hoofddorp. Er is een verandering bij de jeugd. Ze voelen niet meer zoveel voor het lopen op straat. Ze willen muziek maken op hoog niveau en spelen liever klassieke stukken, filmmuziek, bigbandmuziek en specifieke muziek voor blaasorkesten. De toekomst van Excelsior ziet er goed uit: genoeg leden, goede muziek, en een goed instrumentarium,’ besluit Van Leeuwen.

Drumfanfare Melomanie De Drumfanfare Melomanie uit Rijsenhout loopt echter nog wel

september 2011 MEER-HISTORIE

23


Fanfares in de Haarlemmermeer

vaak op straat: Melomanie opent het jaarlijkse dorpsfeest en gaat met onder meer Sinterklaas, Koninginnedag en St. Maarten in optocht door de straten. Net als andere fanfares brachten ze ook serenades maar dat is voor hen ook verleden tijd. De Drumfanfare Melomanie heeft in 2009 haar veertigjarig bestaan gevierd. Mevrouw J.A. Dekker uit Rijsenhout, die samen met andere dames altijd de uniformen verzorgde, vertelt dat het destijds begon met eikenplanken waar de muzikanten met trommelstokken opsloegen. Later kwamen er echte trommels en weer later kwamen er ook blaasinstrumenten. Een lid moest contributie betalen maar had het muziekinstrument in bruikleen. Instrumenten werden bekostigd door giften van donateurs, de jaarlijkse bazaar en bijdragen van het Anjerfonds. Mevrouw Dekker vertelt dat de drumfanfare een stuk vrolijkheid voor het dorp betekende en betekent. ‘Er was wel voetbal, tennis en een dorpshuis met activiteiten maar verder was er niet veel. Elke maandag was er repetitie en de

leden gingen daar graag naar toe. Drumfanfare Melomanie kreeg ook majorettes: bij een optreden van Melomanie traden sindsdien ook de majorettes op.’ ‘Melomanie was echt een dorps gebeuren: alle geloven, alle rangen en standen waren lid. Iedereen kende elkaar in het dorp. Nu is dat over. Na 2000 zijn er veel mensen van buitenaf in Rijsenhout komen wonen: zij werken onder andere op Schiphol en in Amsterdam. Op de

meer’ in sporthal De Estafette te Nieuw-Vennep. De naam van het concert slaat niet alleen op de leeftijd van de muziekvereniging maar ook op het aantal deelnemers aan het concert: meer dan 65. Een andere keer staat in de krant dat de drumband bij de start- en finish plaats staat van het Meerwandelen. Daarbij staat vermeld: ‘De muziekvereniging bestaat al sinds de oprichting in 1945 uit enthousiaste leden die graag een (muzikaal)

Melomanie betekende stuk vrolijkheid voor Rijsenhout drumfanfare zitten oude dorpelingen; nieuw ingekomenen zitten niet op ‘de muziek’, zegt mevrouw Dekker. Met de Drumfanfare Melomanie gaat het overigens ook goed: het aantal leden is constant.

Muziekvereniging Irene In het Witte Weekblad verschijnt op 17 mei 2011 een bericht dat de Muziekvereniging Irene te NieuwVennep haar 65-jarig bestaan viert met een concert genaamd ’65 en

steentje bijdragen bij diverse evenementen, zoals Meerwandelen.’ Op hun website valt te lezen dat de vereniging zowel in omvang als in kwaliteiten groeiende is.

D

e hiervoor genoemde muziekverenigingen Excelsior, Melomanie en Irene zijn de enige fanfares van oudsher die overleefden in de Haarlemmermeer en waarmee het goed gaat. De Haarlemmermeer telt nog twee lopende verenigingen van vroeger, de Showband Prins Willem Alexander en Bigband Prinses Irene, beide uit Zwanenburg. Echter: de Showband Prins Willem Alexander moest het roer omgooien en de Christelijke Drumband Prinses Irene wordt dit jaar opgeheven. Showband Prins Willem Alexander De echt Zwanenburgse Showband Prins Willem Alexander, die in 1970 is opgericht was een fanfare, ‘een lopende vereniging’. Coördinator R. Temmingh: ‘Door de jaren heen liep het ledenaantal steeds meer terug. Begin deze eeuw was dat gezakt naar minder dan twintig leden en konden er geen shows meer worden gelopen. Het marcheren ging wel door maar de mensen werden ouder, kregen kwalen, en de jeugd had

24 MEER-HISTORIE

september 2011


BOEKEN

Popmuziek van dag tot dag – Jaren ’70 –

geen zin meer om lopend op straat te musiceren. Daarom is dit jaar het roer omgegooid: we zijn een zittend korps geworden en spelen een mix van muziek: van musical, swing tot liedjes van Guus Meeuwis, Jan Smit, en ook marsen komen nog voorbij. Het gaat een stuk beter: de mensen zijn enthousiast en we krijgen meer leden. Tot vorig jaar repeteerden we in Zwanenburg maar omdat het gebouw afgekeurd werd, zijn wij uitgeweken naar Haarlem, maar het liefst keren we weer terug naar de Haarlemmermeer.’ Met de vroegere Christelijke Drumband Prinses Irene uit Zwanenburg verliep het anders: al in de jaren tachtig hadden de jongeren geen zin meer om op straat muziek te maken in uniform. Daarom werd de fanfare opgeheven en in 1987 de P.I. Bigband opgericht. Deze band bestond uit blazers, drums, piano, bas- en slaggitaar. De band heeft echter al jarenlang weinig leden. Vorig jaar zijn ze daarom gestopt met repeteren en dit jaar wordt de band opgeheven. Baukje Bos-Burggraaff

Je hoeft dit rijk geïllustreerde boek maar open te slaan en je waant je in de jaren zeventig: Mariska Veres – waarom heeft ze een medaille in haar hand? Ah, ze was ook ereburger van Den Haag omdat ze met Shocking Blue (hitsingle Venus) de eerste plaats bereikte in de Billboard Top 100 Status Quo – wat een dunne mannetjes met strakke broekjes (vanboven) en wijd (vanonder). Dat daar zoveel lawaai (sorry, geluid) uitkwam. Ivan Heylen – zegt me niets, ook niet als ik hem op de foto bekijk. Maar als ik de titel lees: ‘De Wilde Boerendochtere’ dan hoor ik hem meteen weer zingen. Avro’s Toppop – toen ik nog dacht dat ik met één sigaret per week toe kon; alleen op vrijdagavond, hoor ik me nog tegen mijn moeder zeggen. Stevie Wonder – met zijn bekendste platenhoes. Jaren kwijt geweest, nooit teruggevonden maar gelukkig met hetzelfde omslag in cd-versie teruggekomen. Weergaloos. IJzersterke trouwfoto van Lennaert Nijgh en Anja Bak. Waar kijken ze naar? Niet naar elkaar. Hans Aarsman zou er blij mee zijn. Drie keer raden: man met volle baard, rode bloes met puntkraag, zilveren ketting met hart en witte duif op de arm. Het is een kijkboek dat aanzet tot luisteren, zoeken en vergelijken, en ja, een beetje tot nadenken. Dit is vroeger. Deze foto’s zien er, behalve Donny Osmond, toch veel minder gelikt uit dan tegenwoordig? (vroeger was niet alles beter.) In een kleine 200 pagina’s worden de muzikale (pop)jaren zeventig blootgelegd. Prettig, informatief beschreven, zonder sentimenteel te worden. De schrijvers zullen

gedacht hebben; dat laten we aan de lezer over en zie hierboven een proeve daarvan. Wat een informatie! De Dikke Blomberg doet zijn naam eer aan. Evenzo geldt dat voor ‘De Dikke van Draanen’. Ton van Draanen en Tom Blomberg, beiden als adviseur en programmaleider aan MeerRadio verbonden, behoren tot de best gedocumenteerde popkenners van Nederland. Frits Spits heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt. Wie eigenlijk niet in Hilversum, die met pop te maken had? Ad Visser zegt in het voorwoord: ‘Onze Ton lijkt een beetje op de Rainman van de pop’. Vorig jaar april, vlak na het verschijnen dit boek, hebben beide muziekkenners, de klanten van boekhandel Stevens getrakteerd op een wervelende muziekshow/ quizavond. Het was een groot succes. Ik heb me overigens toen niet alleen verbaasd over hún kennis, maar ook over die van sommige klanten. Mis je die kennis dan deed dat niets af aan de pret. Vooral niet als je een goede teamgenoot had, of een redelijk goed gevoel voor liplezen. En wanneer verschijnt het boek over de jaren tachtig? En gaan we dan weer zo’n popavond in de boekhandel organiseren? Tot die tijd, en ook daarna, kan iedereen terecht op www.vandaagindepopmuziek.nl ISBN 9789080974074, prijs: € 24.50 Op de foto Ton van Draanen (links) en Tom Blomberg met een exemplaar van hun boek.

Onze nestjes waren warm Een keer in de week komen bewoners van Zwaanshoek op donderdagmiddag bij elkaar om verhalen met elkaar te delen. Onder het genot van een kopje koffie/thee met wat lekkers komen de mooiste verhalen ter tafel. Het is altijd ontzettend gezellig en er wordt veel gelachen. Wat gedacht van een verhaal over de bewoners van de Alida’s Hoeve, nu Global Garden of de bodedienst van Johannes Schrama, later aardappelenhandel J.R.Schrama, de hond en de bolknak van de dahliakweker van Milatz? Dit alles en nog veel meer kunt u lezen in het nieuwe boek Onze nestjes waren warm over het wel en wee in de Haarlemmermeer. Ook kunt u er een dvd bij kopen. Daarin kunt u zien hoe de verhalen worden verteld. In de DVD is ook een rondje Zwaanshoek en omgeving opgenomen. Boek € 14,95, DVD € 11,95, Te koop bij: Sybil van Dam, 023–5271472, sybil.vandam@ planet.nl, www.sybilvandam.nl

De Keuze van Stevens!

september 2011 MEER-HISTORIE

25


Herinneringen Gravend door zijn jeugdherinneringen stuitte Rijsenhouter Tjierd Kooij op zijn schoolperiode. Al schrijvende wordt duidelijk wat een bijzondere tijd de lagere schoolperiode was en nog altijd is.

W

at was er, zeg maar tot 1958, toen Rijsenhout nog niet op de kaart stond? Het zwembad de ‘Blauwe Beugel’ en de ijsclub van dezelfde naam opgericht in 1929. Een kerk, geen echte, maar een verbouwde garage, de ‘Bethel kerk’ aan de Bennebroekerweg. Twee reisverenigingen O&O aan de Bennebroekerweg en Crescendo aan de Grote Poellaan. En verder hotel-café De Uil van Arie Maarse. Achter was een zaal voor feesten en partijen. Af en toe op zaterdagmiddag films voor de jeugd. Een belevenis, want televisie was er nog weinig. Tot slot was er nog de Openbare Lagere School nummer 7. Deze school, ‘De 7 Sprong’, bestaat nu 145 jaar. Op 2 februari 1866 vragen Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, een

26 MEER-HISTORIE

september 2011

hoofdonderwijzer. De jaarwedde bedraagt 700 gulden met 20 procent van de schoolgelden na aftrek van de schoolbehoeften en 100 gulden vergoeding per jaar voor het gemis van een vrije woning zolang daarin niet door het Gemeentebestuur is voorzien. De onderwijzerswoning - onlangs aanbesteed - zal omstreeks juli 1866 gereed zijn. School 7, waar ik van 1949-1955 op school ging, stond op de hoek Aalsmeerderweg - Bennebroekerweg. Bij de school stonden in die jaren geen noodlokalen, die kwamen toen de naoorlogse ‘babyboom’ op school kwam. Ook kwam er een gymzaal. Zelfs in de onderwijzerswoning kwam een lokaal voor de 7e en 8e klas. Daarna kon je gelijk naar een baas, zo ging dat toen.

I

n de eerste klas kwam je bij juf Tissing. Ze was van Friese komaf. Na haar pensionering is zij weer naar Heerenveen teruggegaan. Tot op hoge leeftijd keek ze de schaatsuitslagen in de krant na. Regelmatig kwam ze Rijsenhoutse namen tegen van kinderen die bij haar in de klas gezeten hadden. Bij juf Aberson kwam je in de derde

klas. Een heel aardig mens met een zachte stem. Wat ze wel kon was keihard in haar handen klappen, je schrok je het lazarus. Meneer Poots was de volgende, een meester die had je nog niet gehad. Aardige vent soms, maar met een kort lontje. In september van het nieuwe schooljaar begon hij met een nieuwe aanwijsstok en aan het einde was het slechts een kort stompje; de klas was toen ook al weleens luidruchtig. In het laatste jaar, de zesde klas, kwam je bij meester Nap. Wat hij goed kon was roken, gewoon in de klas. Dat kan je je nu niet meer voorstellen. Hij piepte aan alle kanten. Vioolspelen was de hobby van meester Nap, al klonk het niet als André Rieu. Nap kneep je keihard in je wang, waarna je enkele dagen met een dikke blauwe wang liep. Dat liep een keer goed mis. Hij had weer een jongen gegrepen. De vader ging verhaal halen. Toen zag je Nap, in het bijzijn van de schooljeugd, hollend over het schoolplein gaan. Dat was feest, de meester kreeg een pak slaag. Het knijpen werd daarna een stuk minder.


Nap had ook een goede kant: schoolreisjes. Dagje uit met de bus van ‘Maarse en Kroon’ vol met kinderen en enkele ouders, onder andere Jan Zantingh senior en Henk Wassens, mee als hulp. Prachtig. Zantingh was smid en Wassens maakte de eerste douches en wc’s in Rijsenhout. Veel hadden toen nog

aardappels rapen bij boer van Elderen op de ‘Segrina Hoeve’ (Aalsmeerderdijk 640) en van dat loon gaan we naar Putten, luidde het antwoord van Nap. Dat gebeurde. Ik zie die ouwe van Elderen nog lopen op zijn witte klompen tussen heel veel kinderen. Oh, wat was het een zeur, de kleinste krieltjes

nog van weet is dat Catharinus van Wieringen de rol van Janus Wapse Bokse speelde. Tjierd Kooij

aan school nummer 7 een plee, sommige een dubbeldekker (twee aan elkaar) - één voor de buren - in de tuin. Bij een vriend stond op de binnenkant van de deur het volgende rijmpje: ‘Door onweer en stormvlagen is de deur van het schijthuis weggeslagen, nu zit ik als een hond te schijten in mijn blote kont’. Gaan we verder met het laatste schoolreisje in de zesde klas. Drie dagen naar Putten op de Veluwe. Een groot plan van meester Nap. Hoe gaan we dat betalen? vroegen de ouders zich af. Met de hele klas

moesten we oprapen. Hij schrapte met zijn witte klompen net zo lang tot hij toch nog wat vond. Moet je tegenwoordig eens zien wat er blijft liggen. Als van Elderen dat nog eens kon zien. Het schoolreisje werd een groot succes. Speurtochten in een donker bos. De echoput werd ook bezocht en een bosbad. Ook toen was het al iets bijzonders. Aan het einde van de zesde klas deden wij een toneelvoorstelling. In het zaaltje van ‘De Uil’, het dorpshuis van toen. Het enige wat ik daar

september 2011 MEER-HISTORIE

27


LUCHTVAART

Foto 1: Fokker F XXXVI. Hiervan is slechts een exemplaar gemaakt

De toekomst van het verleden

Missers in lucht- en ruimtevaart Toekomstvoorspellingen blijken telkens weer een hachelijke onderneming want ze hebben altijd een bepaalde mate van onnauwkeurigheid door externe factoren als politieke en economische ontwikkelingen, nationale en internationale regelgeving en maatschappelijke acceptatie. De nauwkeurigheid van de voorspelling neemt af naarmate de toekomst verder in het verschiet ligt. Het is eigenlijk beter te spreken van toekomstverkenningen. In dit artikel enkele voorbeelden uit de lucht- en ruimtevaartgeschiedenis, die bij nader inzien anders zijn uitgepakt.

Foto 2: Vertrek van de eerste lijnvlucht van een straalverkeersvliegtuig, de Britse Comet, die vanaf 1952 door de BOAC werd ingezet op de route Londen-Johannesburg.

28 MEER-HISTORIE

september 2011

A

lbert Plesman Memorial Lectures Iedere vijf jaar wordt in het auditorium van de TU Delft een lezing gehouden ter herinnering aan de grondlegger en eerste directeur van de KLM, dr. Albert Plesman. De lezing wordt georganiseerd door de faculteit Luchtvaart en Ruimtevaart Techniek. De spreker is altijd een prominente vertegenwoordiger van deze tak van wetenschap en techniek. In 1959 stond bij de KLM het begin van het straaltijdperk voor de deur en hield Hall Hibbard, hoofd van de ontwikkelingsafdeling van Lockheed, de genoemde lezing. Hij betoogde dat er geen twijfel bestond dat passagiers op de intercontinentale routes binnen enkele tientallen jaren zouden reizen met snelheden van 6 tot 7 maal die van het geluid. In hetzelfde jaar vierde de KLM het veertigjarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan verscheen in het personeelsblad, ‘De Wolkenridder’, een artikel van de directeur-generaal van de internationale organisatie van luchtvaartmaatschappijen, IATA, Sir William Hildred. Hij voorspelde dat in het jaar 2000 ‘Het tijdperk van door kernenergie voortgestuwde vliegtuigen lang achter ons zou liggen door het beschikbaar komen van nog veel efficiëntere brandstoffen en de

bijbehorende voortstuwingssystemen…’. Niemand sprak in die tijd over milieuheffingen en duurzaamheid, laat staan over ontwikkelingen van de afgelopen decennia op het gebied van de elektronica en de informatietechnologie. Dat gebeurde tien jaar later al wel. Eind jaren zestig namen de grote internationale luchtvaartmaatschappijen hun eerste gecomputeriseerde reserveringssystemen in gebruik. In 1985 naar Mars In 1969 hield de plaatsvervangend president-directeur van de KLM, de vliegtuigbouwkundig ingenieur Frits Besancon de ‘Albert Plesman Memorial Lecture’. Hij toonde daarbij onder meer een dia waarop de technische ontwikkelingen van lucht- en ruimtevaart tot op dat moment in een rechte lijn werden doorgetrokken naar het jaar 2000. Juist in dat jaar was de eerste bemande reis naar de maan, nog geen twaalf jaar na de lancering van de eerste Russische kunstmaan, ‘Sputnik’. Hij veronderstelde dat de eerste bemande ruimtereizen naar Mars halverwege de jaren tachtig zouden plaatsvinden en dat enkele van de manen van de reuzenplaneten Jupiter en Saturnus midden jaren negentig aardse bezoekers mochten verwachten. De buitenste regionen van ons zonnestelsel


zouden vervolgens rond 2000 met bemande ruimteschepen worden verkend. Tijdens dezelfde lezing werd voorspeld dat intercontinentale luchtreizigers zich rond het jaar 2000 zouden voortbewegen met snelheden van circa 10 maal de geluidssnelheid (Mach 10). De KLM had in die tijd bij Boeing afleveringsposities gereserveerd voor zes vliegtuigen van het type 2707 dat 300 passagiers zou gaan vervoeren en die een kruissnelheid van 2.900 kilometer per uur zou gaan halen. De eerste exemplaren zouden naar verwachting medio jaren zeventig in gebruik worden genomen. De op ware grootte gebouwde mock up in de Boeing fabriek had een lengte van 93 meter. (Een ‘mock up’ is een tijdens de ontwerp- of productiefase op schaal of op ware grootte gemaakt model.) De 2707 zou aanzienlijk groter en sneller worden dan de Concorde die slechts 100 passagiers kon vervoeren met een snelheid van 2.200 kilometer per uur. Begin 1971 werd een aanvraag van Boeing voor overheidssubsidie vanwege de tegenvallende ontwikkelingskosten met een stem verschil door het Amerikaanse congres afgewezen.

De rest is geschiedenis Ook van de 747 had de KLM bij Boeing een order geplaatst voor zes stuks. Eind jaren zestig van de vorige eeuw werd door de meeste luchtvaartmaatschappijen aan de Boeing 747 vooral een rol toegedacht als vrachtvliegtuig en voor het uitvoeren van voordelige vakantiecharters. Dellaert, Fokker en Plesman Belangrijke Nederlandse luchtvaartpioniers zijn ongetwijfeld Schiphol directeur Jan Dellaert, Anthonie Fokker van de gelijknamige vliegtuigfabriek en KLM grondlegger Albert Plesman. Maar ook deze visionairs hadden het niet altijd bij het juiste eind. Bij het ontwerpen van het tangentiële banenstelsel van Schiphol ging het team van Dellaert nog wel wat verder dan de oorspronkelijke vier hoofdbanen. Voor iedere baan werd in een later stadium een parallelbaan gepland. (Het moesten er dus uiteindelijk acht worden.)

Foto 3: Ontwerp Convair SST. Evenals andere vliegtuigfabrikanten was Convair in de vroege jaren zestig ervan overtuigd dat dit het beeld zou zijn in de jaren zeventig: met driemaal de snelheid van het geluid over de wereldzeeën en continenten.

Dit plan werd ingegeven door de verwachting dat Schiphol aan het begin van de eenentwintigste eeuw een capaciteit zou moeten hebben van circa 100 miljoen passagiers op jaarbasis. Fokker miste medio jaren dertig van de vorige eeuw de aansluiting bij de Amerikaanse concurrentie die op de markt kwam met geheel van lichtmetaallegeringen vervaardigde vliegtuigen in een zelfdragende constructie, zoals de Douglas DC-2 en DC-3. Fokker stond daarbij overigens niet alleen want ook andere Europese vliegtuigontwerpers hadden hun twijfels over de nieuwe Amerikaanse technologie. Fokker kwam halverwege de jaren dertig dan ook met de viermotorige FXXII en de FXXXVI. Dit laatste type zou dienst moeten gaan doen op de verre oosten route van de KLM. Beide types, uitgevoerd in de klassieke Fokker constructie van beklede stalen buizen voor de romp en hout voor de vleugel, waren al verouderd voordat ze in dienst werden gesteld. De FXXXVI kampte bovendien met enkele technische tekortkomingen, waarvan het koelingprobleem van de motoren wel het belangrijkste was. De FXXXVI, waarvan er uiteindelijk slechts één werd gebouwd, heeft alleen gevlogen op de korte afstanden binnen Europa. Op drukke zomerdagen werd hij zelfs wel eens ingezet op de dienst van Schiphol naar Texel. Overigens was het ontwerpen van nieuwe vliegtuigtypes vele jaren lang een hachelijke onderneming. Of een ontwerp in de praktijk de prognoses van het ontwerpteam waar kon maken was een kwestie van ‘trial and error’. Veel ontwer-

pen brachten het niet verder dan een prototype. Een berucht voorbeeld is de Havilland DH106 Comet, het eerste straalverkeersvliegtuig. Deze Comet werd in 1952 door de British Overseas Airways Corporation (BOAC) in gebruik gesteld. Binnen twee jaar verongelukten er enkele exemplaren op onverklaarbare wijze tijdens de kruisvlucht. Twee jaar later kreeg de Comet een vliegverbod. Grootscheeps onderzoek toonde aan dat de ongevallen waren veroorzaakt door een ontwerpfout. Ter hoogte van de cabineramen bleek de constructie niet te zijn opgewassen tegen de veelvuldig grote drukverschillen, die het vliegtuig onderging. Deze verschillen waren veel groter dan voorheen omdat straalvliegtuigen, voor een gunstig brandstofverbruik, op grotere hoogte moest vliegen dan tot dan toe gebruikelijk was. Toen had men overigens nog geen ‘zwarte dozen’, die tegenwoordig van groot belang zijn bij het bepalen van de oorzaak van het ongeval. De verbeterde Comet 4 verscheen in 1958, maar toen was het leeuwendeel van de markt voor straalverkeersvliegtuigen al in handen van de Amerikaanse vliegtuigfabrikanten Boeing en Douglas. Pas met de invoering van krachtige computersystemen, ter ondersteuning van de ontwerpers, werden de risico’s van een technische mislukking vrijwel nihil. Het eerste verkeersvliegtuigtype dat vanaf het begin geheel werd ontworpen met behulp van computer technologie was de Boeing 777. Plesman zag niets in straalverkeersvliegtuigen en bestelde begin jaren vijftig nog grote aantallen vliegtuigen met zuigermotoren, zo-

september 2011 MEER-HISTORIE

29


LUCHTVAART Foto 4: Lockheed dacht eind jaren vijftig dat we medio jaren tachtig met dit soort vliegtuigen zouden worden vervoerd met Mach7, zeven maal de snelheid van het geluid.

als de DC-7 en de Super Constellation. Straalmotoren waren, volgens hem, vooral geschikt voor militaire vliegtuigen en hij verwachtte niet dat deze technologie binnen afzienbare tijd geschikt zou zijn voor toepassing in de burgerluchtvaart. Ook stond hij daarin niet alleen, veel van zijn buitenlandse collega’s waren dezelfde mening toegedaan. De vooraanstaande positie die de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij Pan Am destijds innam was mede te danken aan de durf

en de visie van de toenmalige president-directeur Juan Trippe om te investeren in nieuwe grensverleggende technologie. Pan Am nam als eerste de Boeing 707 in gebruik en had in 1970 de primeur met de Boeing 747. Maar Pan Am vergiste zich later door niet op tijd in te spelen op de veranderende verhoudingen in een gedereguleerd speelveld. Dat betekende een gestage afname van het marktaandeel en de ondergang van wat lange tijd de belangrijkste internationale

luchtvaartmaatschappij ter wereld was geweest. Dat durf om nieuwe wegen in te slaan verkeerd kan aflopen bewijst het financieel-economische debacle van de Concorde. Het avontuur met dit vliegtuigtype kan bij nader inzien worden bijgeschreven in het hoofdstuk van ‘missers’ in de luchtvaart. De Concorde was een meesterlijk stuk hoogwaardige technologie, maar hij kwam op het verkeerde moment. Bij het ontwerp was geen rekening gehouden met de sterk gestegen brandstofprijzen en de maatschappelijke protesten tegen het geluid van dit vliegtuigtype. Vooral de effecten van de ‘sonic boom’ maakten een einde aan de mogelijkheid om supersone vluchten over land uit te voeren. Het project heeft de Britse en Franse belastingbetalers miljarden gekost. Deze voorbeelden onderschrijven de stelling dat de toekomst zich meestal niet laat voorspellen. In het jaar 2100 zullen de mensen waarschijnlijk meewarig glimlachen om de toekomstvoorspellingen die in onze tijd werden gedaan. Peter Offerman

Fokker 100 landt op terras

Luchtvaartliefhebbers die deze zomer een bezoek brengen aan Schiphol zullen op het panoramaterras aangenaam worden verrast. Vanaf 1 juni staat tegenover Dakota’s café & bar, waar u een lekkere kop koffie kunt drinken, een Fokker 100. Het voormalige vliegtuig van KLM Cityhopper is een schenking van KLM aan Schiphol. Dit toestel is omgebouwd tot ‘een ware luchtvaartervaring voor jong en oud’. Bezoekers kunnen ondermeer de cockpit bekijken, meldingen van de verkeerstoren horen, plaatsnemen in de originele stoelen, een kijkje nemen in het bagageruim en de historie van Fokker beleven. Het vliegtuig werd 22 jaar geleden gebouwd op Schiphol-Oost. Na enkele jaren te hebben gevlogen in Canada kwam het toestel in dienst van Air UK, vervolgens KLM UK en uiteindelijk KLM Cityhopper.

30 MEER-HISTORIE

september 2011

Grafiek: Tijdens de Albert Plesman Memorial Lecture die in 1969 werd gehouden werd deze grafiek vertoond met toekomstige prognoses over de ontwikkeling van de snelheid in de lucht- en ruimtevaart.


Eenvoudige schrijftaal, daar hechtte hij aan… Herinneringen aan Wouter Slob als eindredacteur van Meer-Historie Vanaf 1972 tot juni 1998 was Wouter Slob als eindredacteur de dragende kracht achter het ‘gele blaadje’, zoals het blad van de Stichting Meer-Historie in de wandelgangen werd genoemd. Hij woonde samen met zijn vrouw in de Witte Boerderij en toen ik in 1993 bestuurslid van Meer-Historie werd mocht ik het echtpaar Slob regelmatig ontmoeten. We vergaderden in zijn kantoor, omgeven door heel veel boeken. Later verrichtte ik allerlei werkzaamheden in het achtergedeelte van de boerderij en na afloop dan even rusten in hun stijlvolle woonkamer. Je voelde dat je zeer welkom was en ik kreeg steeds meer bewondering voor een hoogbejaarde man die nog zo hard werkte. Schrijven was zijn lust en zijn leven. In gewone normale Nederlandse taal. Journalist, publicist, in de paardensport- en paardenfokkerij een zeer gewaardeerde kracht maar het liefst wilde hij toch als historicus gekend zijn. De Meer-historicus bij uitstek. Het schrijven ging bij hem gepaard met een ijzeren discipline, zijn aantekeningen maakte hij op kladpapiertjes. Noem het zuinig, milieubewust mag ook! Eenvoudige schrijftaal, daar hechtte hij aan en gebruik makend van een ouderwetse schrijfmachine. Vooral toen zijn vingers vervormden was die machine een uitkomst. Redactieleden van het eerste uur waren onder andere Suze van Zijverden-Van Reeuwijk, Jos van Andel en Jan Tamboer. Mensen met een sterke persoonlijkheid en een eigen mening. Jan Tamboer heeft mij onlangs nog eens verteld dat zij altijd onder de indruk waren van de manier hoe Slob de redactie vergadering leidde, zijn kennis van zaken, zijn ijver en nauwgezetheid. Het verzendklaar maken van het blad, vier keer per jaar was dat een gezellige dag met koffie, broodjes en zelfgemaakte soep. Mevrouw Slob was dan in haar element als gastvrouw op de Witte Boerderij Toen mevrouw Slob in september 1998 overleed droeg Wouter Slob het eindredacteurschap over aan Eggo Thiemens . Hij ging het wat kalmer aandoen, hij was 95 jaar inmiddels. Toch bleef hij werken, de eenzaamheid verdrijvend. Zijn stukjes schrijvend voor de Hoofddorpse Courant maar vooral druk bezig met zijn boek over burgemeester Amersfoordt, de tweede burgervader van de polder. Meer dan vijf jaar heeft hij aan dit boek gewerkt. Naast de verhalen over Amersfoordt geeft het boek een goed tijdsbeeld van de jonge polder in ontwikkeling. Elke maandag was hij te vinden in het gemeentearchief, altijd speurend naar onbekend materiaal om de historische puzzels compleet te maken. ‘Je hoeft niet alles te weten, als je het maar weet te vinden’, was een van zijn uitspraken.

Altijd vroeg Slob mij hoe het op de boerderij thuis ging. Of we nog personeel in dienst hadden. Hij wilde bevestigd zien wat hij eigenlijk wel wist namelijk dat mijn man en onze zoon het werk alleen deden, natuurlijk door de uitstekende machines en de bestrijdingsmiddelen. Op één van zijn beroemde kladjes vind ik een tekst waarin staat opgetekend hoeveel man er nodig waren om in 1861 met dorsgarnituur, pers en locomobiel te bedienen. Dat waren er veertien. Na de Tweede Wereldoorlog, zo meldt hij, werd verder gemechaniseerd. De aandrijving werd elektrisch of met de tractor en er kwamen kafblazers, bandensnijders en schelfdragers. En al snel verschenen in de typische landbouwstreken de maaidorsers en waren de ‘dorskasten’ verleden tijd. Zo heb ik hem bezig gezien en zijn blijdschap ervaren toen hij het boek voltooid had. ‘Nu de bronvermelding nog’, zo verzuchtte hij en wat was het een glorieuze dag op 17 november 2000 toen de dijkgraaf hem, zijn familie en genodigden ontving op het Polderhuis en we na een gloedvolle speech van de 97-jarige auteur getuige waren van het aanbieden van een exemplaar van zijn boek aan dijkgraaf Van Gaalen en aan Flip Blom als vertegenwoordiger van de landbouworganisatie. Ruim tien jaar geleden is op 15 juni 2001 Wouter Slob na een bijzonder en arbeidzaam leven in zijn vertrouwde omgeving overleden en de begrafenis heeft in besloten kring plaatsgevonden met de wieken van de molen ‘De Eersteling’ in de rouwstand. Op de Witte Boerderij werken bestuur en vrijwilligers nu met elkaar om de geschiedenis van de Haarlemmermeer aandacht te geven, te registreren en te bewaren. Willem Buurman en Lijsje Troost exploiteerden er hun boerenbedrijf, het echtpaar Slob woonde er en nu is het fijn om daar mensen te ontmoeten die zo enthousiast bezig zijn. De intimiteit van het boerderijtje heeft plaatsgemaakt voor ruime kamers met grote tafels waar prima gewerkt kan worden en het is goed zo. Laura de Jong - Bronkhorst

Wijntjestijd, rond vijf uur in de namiddag, hoorde bij de vaste dagindeling van het echtpaar Slob.

september 2011 MEER-HISTORIE

31


Foto 5: Het interieur van café ‘Ruimzicht’. Bert Vaneman en zijn vrouw Marie leren Twee kleinkinderen biljarten (1968).

Het wel en wee van een Foto 1: Gezellig samenzijn in café ‘Het Ouwe Nest’ te NieuwVennep met Nel Schrama die de pils inschenkt. De tweede van rechts is Hannes Heemskerk, een marskramer. De overigen zijn arbeiders uit de Haarlemmer­ meer. De foto is van omstreeks 1918

Grad, Nel, Joke, Lena en een zoon Bert. Grad was de oudste en Bert (junior) de jongste.

Oorlogstijd

Als je vroeger vanuit Nieuwe Wetering over de (nog bestaande) draaibrug de Huigsloterdijk richting de Kaag op reed, passeerde je na honderd meter het café van de familie Vaneman. Barend Klaassen sprak in Oude Wetering met Simon van der Willik en Joke van der Willik–Vaneman over de geschiedenis van het voormalige café.

B

ert Vaneman was geboren in Rijpwetering op 1 januari 1895. Voor zijn trouwen werkte hij bij Jan Riebroek, een bollenboer in Roelofarendsveen. Bert werkte daar in de tuinderij. Zijn toekomst zag hij daar niet zo zitten en hij ging op zoek naar ander werk. Van tuinder naar caféhouder Inmiddels had Bert verkering gekregen met Marie Schrama, geboren op 21 juli 1898 in NieuwVennep. Zij was de dochter van Piet Schrama, eigenaar van café ‘Het Ouwe Nest’, hoek Venneperweg en Sloterweg (nu Rijnlanderweg). Het leek Bert wel leuk om zelf een café te runnen. Vlak voor hun trouwen kreeg hij de unieke kans om café ‘Ruimzicht’ aan de Huigsloterdijk te kopen. Het was al een heel oud

32 MEER-HISTORIE

september 2011

café. Eigenaar was toen meneer Bont. Bert heeft het van hem in 1919 kunnen kopen. Spoedig daarna zijn Bert Vaneman en Marie Schrama getrouwd. Het jonge paar had nu een eigen bedrijf. Marie was een echte zakenvrouw en was het caféleven wel gewend. Zoals bij veel cafés uit die tijd was ook hier een winkeltje bij. Bert was meer langs de weg om spullen te verkopen. Dagelijks ging hij in de wijde omgeving op pad met zijn handel. Hij deed alles per transportfiets. Marie vulde de grote tassen met rookwaar, drank, kaas en andere artikelen. Kaas kocht hij bij de kaasboeren in de omgeving. Marie vroeg eerst aan Bert naar welke klanten hij ging. Zij wist dan precies wat ze in de tassen moest stoppen. Zo ging Bert van huis met een volle mand voorop de fiets en grote tassen achterop de bagagedrager. Marie runde overdag het café en het winkeltje waar je tabaksartikelen, koffie, thee en andere grutterswaren kon kopen. Het winkeltje was rechts en het café links. Onder de veranda stonden ijzeren klapstoeltjes met groen geschilderde plankjes en ijzeren tafeltjes. Bert en Marie kregen vier dochters,

Tijdens de Tweede Wereldoorlog leerde Simon van der Willik, geboren 5 januari 1925 te Roelofarendsveen, Joke Vaneman kennen. Simon was met een vriend even bij het café neergestreken om een ‘cidertje’ te gaan drinken toen hij Joke daar ontmoette. In 1944 waren de ouders van Joke 25 jaar getrouwd en dat vierden zij in hun eigen café. Vader Vaneman zorgde dat er van alles in huis was. Op de tafeltjes stond Belgische (surrogaat) shag; gewone shag was niet te krijgen. De gasten moesten zelf de sigaretten draaien. Gedurende de oorlog werd door Duitse soldaten regelmatig slaapruimte gevorderd. Zij sliepen dan in het café of in de bovenschuur aan de dijk. De laatste oorlogsjaren was alles op de bon. Bert Vaneman zag het helemaal niet zitten om zich met bonnetjes bezig te houden. Het winkeltje werd toen gesloten, alleen het café bleef nog open. Na de oorlog runde Marie Vaneman het café en pakte Bert zijn handeltje weer op. De transportfiets was inmiddels vervangen door een Solex brommer. Toen weer later zoon Bert zijn rijbewijs had gehaald, kocht vader Vaneman een auto. Samen trokken ze erop uit om hun koopwaar te slijten.

Verbouwing en inwoning Nadat Simon van der Willik in militaire dienst was geweest wilde hij met zijn geliefde Joke trouwen. Dat was omstreeks 1949. Helaas was er grote woningnood. In overleg met de ouders van Joke werd besloten om de lege winkelruimte om te bouwen tot woonkamer. Boven-


dien was alles aan vernieuwing toe. Vooral op het punt van hygiëne moest een en ander gebeuren. In de keuken was een plee met houten deksel die door de bewoners gebruikt werd; voor de bezoekers was er een plee in het café. De beerput was achter het café. Chiel Jansen, timmerman uit Nieuwe Wetering, heeft de hele verbouwing uitgevoerd. Er kwam een aparte wc voor bezoekers. Joke’s ouders gingen op zolder slapen, zodat er beneden slaapruimte vrij kwam voor Simon en Joke. In 1949 zijn zij getrouwd. Al gauw kregen zij twee kinderen. Het jonge gezin had toen te weinig ruimte. De oplossing kwam door het gedeelte van de veranda voor het voormalige winkeltje dicht te maken en als slaapkamer voor de kinderen in te richten. Toen later hun derde zoon werd geboren sliep deze op de slaapkamer van Joke en Simon. Zij hebben daar 10 jaar gewoond. Toen konden zij een huis kopen in Rijpwetering.

Vergaderingen en feesten Het café had een grote sociale functie. De ijsclub van Nieuwe Wetering hield er haar jaarvergadering. Na Foto 2: Bert en Marie Vaneman met hun dochter Joke, zoon Bert(je) en hun eigen geit. Tweede van links is Toon Bouwmeester, een bezoeker (1942)

Foto 3: Café ‘Ruimzicht’ aan de Huigsloterdijk 167. Rechts was oorspronkelijk het winkeltje, links is de bovenschuur. De foto is van omstreeks 1955

dijkcafé de vergadering bleven de leden nog gezellig naborrelen. Ook andere bijeenkomsten waren er in het café. Als er een bruiloft of ander feest was, hielpen vaak vrouwen uit de buurt om vooral soep en andere etenswaren klaar te maken. In de bijkeuken werd in grote pannen het eten gekookt en klaargemaakt.

De Delftenaren komen Een keer per jaar kwam een vissersclub uit Delft naar het café om in de Ringvaart te gaan vissen. Vooraf werd het bezoek aangemeld en moest de catering worden geregeld door vader, moeder en Joke. Zondag ’s morgens om ongeveer half zes kwam de bus aangereden. Het gezelschap begon eerst met koffiedrinken, daarna werd er een uurtje gevist, vervolgens was het weer tijd voor een kop koffie of een pilsje. Zo ging het vissen, eten en drinken door tot in de namiddag. Daarna werd het resultaat van de visvangst gemeten en gewogen en vond de prijsuitreiking plaats. Het was dan een stinkende bende onder de veranda met al die vis. Tenslotte barstte het feest los. De accordeon werd erbij gepakt en er werd gedanst en polonaise gelopen. Daar kwam natuurlijk de nodige drank bij. Tegen de avond was iedereen moe en gingen de feestgangers de bus weer in op weg naar huis. Ook de vis ging mee. Vooral in de vakantietijd was het in het weekend gezellig druk. Bootjes meerden af voor het café om wat te gebruiken.

Het einde Het café heeft tot 31 maart 1970 bestaan. Die dag overleed Bert Vaneman plotseling als gevolg van een hartstilstand op 75-jarige leeftijd. Marie Vaneman heeft er nog enkele maanden gewoond maar het café is niet meer opengegaan. Geen

van de kinderen wilde het café van hun ouders voortzetten. Het was oud. De voorpui zakte naar voren en de achterkant naar achteren. In de oorlog waren al trekstangen aangebracht om de muren bij elkaar te houden. Bovendien werden de milieueisen steeds strenger en de verbouwingskosten steeds hoger. Het café is toen gekocht door Leo Hoogeboom uit Nieuwe Wetering. Hij heeft er zelf een tijdje in gewoond, maar heeft het later weer doorverkocht. In 1978 is het gesloopt en is er een nieuw woonhuis neergezet. Moeder Vaneman heeft nog acht jaar in een houten huisje achter in de tuin van Joke en Simon van der Willik in Rijpwetering gewoond. In 1977 is zij op 79-jarige leeftijd overleden.

Foto 4: September 1946. De visclub ‘De Vrolijke Baars’ uit Delft voor café ‘Ruimzicht’ met moeder Vaneman en kinderen.

Helaas is er van het café niets meer terug te vinden. Barend Klaassen

september 2011 MEER-HISTORIE

33


Paardentrektuig

Nostalgie Hoewel ik al meer dan een halve eeuw Hoofddorp heb verlaten, lees ik de verhalen in MeerHistorie met veel belangstelling. Of het nostalgie is, kan ik niet beantwoorden. Het artikel over Begrafenisonderneming Dunweg deed mij de feiten onder ogen zien. Mijn ouders woonden en werkten aan de Hoofdweg 724, naast Kraak de architect. De familie Dunweg was als klant natuurlijk goed bekend. Het was namelijk de gewoonte van mijn ouders om, als de begrafenisstoet voorbij kwam, de ramen van de winkel met witte lakens te bedekken. De winkel was dan gedurende de plechtigheid gesloten. Ik herinner me dat ik af en toe door de spleten van de gordijnen uit nieuwsgierigheid stond te gluren naar de begrafenisstoet, zoals wordt beschreven op pagina 7 (Meer-Historie, juni 2011). In een oud album over deze tijd vond ik een klassenfoto. De kinderen herken ik van gezicht, maar de namen zijn mij grotendeels ontschoten. Op de achterste rij in het midden (witte strik in het haar) staat Tiny Kraak. Rechts onderin zit Barend Klaassen, redacteur van Meer-Historie. Daarnaast Jan Rijlaarsdam. In het midden (met fondsbrilletje) zit ik met naast mij waarschijnlijk Jan van Tienderen. Op de tweede rij van on-

De werkgroep ‘Collectiebeheer ‘ ontvangt regelmatig nieuwe stukken. Recent werd er weer een object aangeboden. Het verloop van de acquisitie was op z’n zachtst gezegd zeer wonderlijk. In de Meerwinkel (kringloopwinkel in Hoofddorp) zag dhr. de Groot een stukje huisvlijt hangen. Een haam (halsjuk voor een paard) met daarin een kunstzinnig gemaakte klok. Verder heeft de creatieve ontwerper er een Delftsblauwe tegel met het Polderhuis er op gemonteerd, alsmede de teksten Haarlemmermeer - Graan voor Visch. De heer de Groot en collectiebeheerder Foppe Kamerling kregen dit stukje huisvlijt gratis. De foto’s van de haam en de medewerkers van de Meerwinkel spreken voor zich. Geheel rechts dhr. de Groot die ons opmerkzaam maakte op deze wel heel speciale klok.

deren links zit Jan/Jaap Visbeen. Op de derde rij links beide meisjes uit de Beatrixlaan en rechts op dezelfde rij: Rinus te Laat en Ries den Hertog die in de buurt van Doetinchem woont. Vierde rij voor Tiny Kraak: Elly van Tol en ergens te vinden is meisje Eemens. Wie kan dit verhaal voor mij compleet maken? Henk Molenaar, Rotterdam

34 MEER-HISTORIE

september 2011


Herinneringen aan Vijfhuizen Van één van mijn vier broers kreeg ik Meer-Historie (maart 2011) onder ogen. Met genoegen heb ik er in zitten lezen en heb er toen snel één gekocht vanwege bekende verhalen. Ik ben geboren aan de Aalsmeerderweg 1 en heb vanaf 1937 tot aan mijn huwelijk onder Vijfhuizen gewoond. Ben in Vijfhuizen op school, vereniging en gymnastiek geweest en was lid van de toen gereformeerde kerk. De meeste oud Vijfhuizenaren kennen mij als Rietje Smit. Denk met fijne gevoelens terug aan die tijd. Ben nog jaren op familiebezoek geweest en soms als er een feestje is in Vijfhuizen door de familie ben ik zeker aanwezig. Kan dan de veranderingen van het dorp zien. Heb nog altijd een maquette van de toenmalige Gereformeerde Kerk, daar ben ik nu dubbel blij mee. In deze kerk heb ik belijdenis gedaan en ben daar

in 1954 getrouwd. Deze maquette is onder andere ontworpen door mijn nicht, zij is de enige van de familie die nu in Vijfhuizen woont. Terug naar Meer-Historie, Van 1939 tot en met 1945 de lagere school bezocht. Les gehad van juffrouw Willemse en Sarie Buijze en de meesters Brouwer, Verdonck, Mes en Buijze. Meester Buijze vond dat mijn vader rechtere voren kon ploegen dan ik kolommen van de sommen kon maken. De schoolreisjes met onder andere de boot waren het einde; dan ging ds. Visser mee en hij vertelde spannende verhalen. Meerden wij ergens aan de Ringdijk aan om naar een speeltuin te gaan. Heb nog een bult opgelopen door niet op te letten en tegen een lantaarnpaal op te lopen. Juf of meester wisten altijd wel weer te troosten. De oorlogsperiode was een spannende schooltijd, waarbij we onder meer met z’n allen stijf tegen de muur stonden als er een luchtgevecht was. We hebben ook wel eens een vliegmachine zien neerschieten.

Dan het verhaal van Berthus Burggraaf. Ik ken zijn verhaal, het zijn mijn oom Gerrit en tante Cor Schilders–Smit, ze zitten en staan voor de boerderij. Op de foto waar wordt gehooid staat onder andere Jan Smit, ook een oom van mij. Weet nog dat er werd verhuisd van de IJweg naar de Domineeslaan, hier logeerde ik wel bij mijn oom en tante. Bij de lunch kreeg Bertus uitgebakken spek met zwoerd en dan kreeg ik altijd een paar zwoerdjes van hem omdat ik die zo lekker vond. Bertus zal toen 22 jaar zijn geweest en ik was een meisje van 6 jaar. Voor mijn oom en tante naar het dijkhuisje verhuisde hebben zij nog in een burgerwoning aan de Domineeslaan gewoond . Hun enige dochter met man en kind hebben daar nog bij ingewoond. Dat was in de oorlogsjaren. De man van mijn nicht is met die razzia daar ook opgepakt maar wist later uit het transport te ontsnappen. Moest toen wel onderduiken. Rie de Jong-Smit, Buitenpost

Zorgen Filmpjes Bedankt voor de leuke filmpjes over de landbouwschool op de site van Meer-Historie! Mijn vader heeft 22 jaar het blad ‘Contact’ van/voor de oud leerlingen van deze school verzorgd. En nummers 1 tot en met 88, april 1947 tot en met november 1969, liggen hier voor me. Interessant leesvoer omdat vele leerlingen emigreerden en daarover in het blad vertelden. Maar ook beschouwingen over het plezier van ploegwedstrijden, of over het veelzijdige beroep van boer zijn, zijn de moeite waard. Natuurlijk komen er veel Haarlemmermeerse familienamen langs in de artikelen. Stans Gehrels, Hoofddorp Bekijk de filmpjes van Landbouwschool via: www.meerhistorie.nl

Even wil ik melden dat ik mij zorgen maak over de koers die u vaart met het blad ‘Meer-Historie’. Ik meende dat ik begunstiger ben van MeerHistorie. Daar historie begint zo’n dertig jaar na de huidige datum moet ik constateren dat er met de vernieuwing van het blad meer dingen zijn veranderd. Waarschijnlijk zijn de statuten aangepast zodat u uw lezers ook over de huidige tijd bijpraat, hoewel dat niets met historie van doen heeft. In het maartnummer staat een artikel met Marian van Arkel over haar zorgboerderij en weinig over de geschiedenis van de boerderij ‘De Vogel’. In het juninummer wordt in ‘China Fantasy’ te weinig over het gebouw verteld. De Royaltijd wordt even vermeld maar ook weinig meer. Hier past een verhaal over de films, op welke wijze die gedraaid werden, wie was Krielen?, wanneer is

het pand gebouwd? en wie was de opdrachtgever? De Arendshoeve gaat nog meer over hoe de huidige eigenaar het exploiteert. Jammer dat er van de geschiedenis van de boerderij zo weinig verteld wordt. Is dat voor een historisch blad niet interessant genoeg? Het derde verhaal over biologisch eten in een nieuw gebouw (nog geen tien jaar oud in een bos van nog maar vijftig jaar oud) Wat hier de historische waarde van is, ontgaat mij volkomen. Dat u misschien uw levenswijze wil promoten, moet u niet doen in dit blad. We zijn er met zo’n eindredacteur niet op vooruit gegaan. Mijn advies wat ik kan geven is ‘Schoenmaker houd je bij je leest’. Hopelijk mag dit stukje er aan bijdragen dat u nadenkt hoe een blad van een historische vereniging gevuld moet worden. Anton Bruijnis

september 2011 MEER-HISTORIE

35


Begunstigersavond 2011 Op 19 april werd de jaarlijkse begunstiger­avond gehouden in het Trefpunt Nieuw-Vennep. Naast de formele agenda was er weer een boeiende lezing.

U

it de stukken die werden gepresenteerd, werd duidelijk dat de integratie tussen de stichting Historisch Museum Haarlemmermeer en Meer-Historie voorspoedig verloopt en de bestuurlijke eenheid was voor de aanwezigen duidelijk zichtbaar. Voorzitter Bab van Groenigen stelde de nieuwe gezichten in het Dagelijks Bestuur voor. Johan Slinger, opvolger van Bram Verbeek, als penningmeester en Wil Landzaat als de nieuwe secretaris en opvolger van Bas Stolk. Als gevolg van de personele unie hebben Hans Esman en Han Klinkspoor zitting in het Dagelijks Bestuur. De leden van het Dagelijks Bestuur hebben ook zitting in het Algemeen Bestuur dat verder wordt gevormd door onder meer Bas Stolk. Ondanks het feit dat hij vanwege zijn gezondheid heeft besloten zijn werkzaamheden als secretaris neer te leggen, is hij op dringend verzoek wel bereid lid van het Algemeen Bestuur te blijven. Daarnaast zijn lid van het Algemeen Bestuur Marianne Koeckhoven,

36 MEER-HISTORIE

september 2011

Dimph Pullens, Frank Ossewaarde en Harry van Raak. De vergaderingen van beide besturen worden bijgewoond door Elise van Melis in haar hoedanigheid als directeur van het museum.

Lief en leed Voorzitter Van Groenigen vroeg een moment stilte voor het verlies van de betrokken vrijwilligers Joop van der Putte, Jan Pardon, vrijwilliger bij de werkgroep Restauratie, en Henk Deddens, vrijwilliger bij de werkgroep Ruimtelijke Ordening, Landschap en Natuur. Bij diverse werkgroepen zijn gelukkig weer nieuwe vrijwilligers toegetreden. De werkgroep Promotie en Evenementen, onder meer verantwoordelijk voor de PR, prijst zich gelukkig met het toetreden van Piet van Straalen, eigenaar van een PRen communicatiebureau in Nieuw-Vennep. Persberichten worden nu door hem opgesteld en op de juiste plekken gedeponeerd.

Integratie De integratie van de stichting Historisch Museum Haarlemmermeer en de Stichting Meer-Historie ligt op koers. Naast de bestuurlijke eenheid zijn voor het eerst de jaarverslagen van beide stichtingen gebundeld. De werkgroep Integratie die het bestuur op dat gebied adviseert, constateerde in haar laatste vergadering dat er feitelijk niets meer in de weg staat om het bestuur te adviseren te komen tot de feitelijke vorming van één stichting. Maar eerst, zo adviseert de werkgroep, moet nog goed bekeken worden of er aan de integratie fiscale haken en ogen zitten. De Stichting Historisch Museum Haarlemmermeer is btw-plichtig en de Stichting Meer-Historie niet. Naar verwachting zal de afronding van de integratie in het derde kwartaal van dit jaar plaatsvinden. Suggesties voor een nieuwe naam, die de lading van de activiteiten van beide stichtingen dekt, zijn nog steeds van harte welkom.

Rooster van aftreden Statutair wordt, na maar liefst negen jaar, afscheid genomen van Jan van der Maarl, Frits Jonkers en Peter Roodenburg. Laatstgenoemde werd als

gedreven en betrokken vrijwilliger benoemd tot erelid van de Stichting Meer-Historie. Peter heeft zich ten behoeve van Meer-Historie op heel veel terreinen ingezet en dan niet op een rustige en gewone manier, maar met een enorme drive. Onder zijn bezielende leiding/sturing kwamen vele succesvolle projecten tot stand, waaronder het project Toen Haarlemmermeer, Bibliotheek Plus en de website van de Stichting Meer-Historie. Tot slot van de formele bijeenkomst werd het jaarverslag met de jaarrekening goedgekeurd en sprak voorzitter Van Groenigen zijn dank uit aan alle vrijwilligers die ook in 2010 weer heel veel werk hebben verzet. Met de benoeming van de leden voor de kascontrolecommissie, de heren Onderwater en Cohenho, eindigde het eerste deel van de begunstigersavond 2011. Het tweede deel werd als gezegd gevuld met een indrukwekkende lezing van de heer Lieuwe Zoodsma, directeur van het Noord-Hollands Archief en gemeentearchivaris van de gemeente Haarlemmermeer die sprak over de ‘De geschiedenis van de Haarlemmermeer in stukken’.


Foto van de maand

Uit de privécollectie van Jan Wies Ansichtkaart van ongeveer 90 jaar oud met daarop vermeld: café Leeghwater Ringdijk bij de Kaag. Ik heb even gedacht dat dit de voorganger van Hotel Kaagzicht zou kunnen zijn, maar dat lijkt niet zo te zijn. Iets meer naar het westen aan de Lis-

serdijk heeft ook nog een café gestaan op (oud) huisnummer 18. Zou de foto dit café tonen? Weet u meer over dit café? Reacties via meerhistorie@gmail.com Kijk ook op: www.haarlemmermeergeschiedenis.nl

Hans de Boo uit Groningen schrijft over de foto van de maand juni: ‘De foto op p. 40 is waarschijnlijk van een bestuur van ??? Aan de linkerhand van Dhr. Treur zit mijn grootvader Jan Hendrik de Hoog, eerst bakker te Abbenes, later makelaar te Hoofddorp. Daarnaast deed hij administratief werk en daarom denk ik dat hij penningmeester is, met het kasboek voor zich. Zie ook het artikel over de ijzerhandel van Zwager in MeerHistorie. Het staat mij bij dat grootvader de Hoog ook administrateur was van een ziekenfonds uit Tiel. Op een oude foto waar hij met zijn vrouw staat Kruisweg 921 zit een bordje aan de gevel waarop het woord Tiel is te zien. Misschien is het het ziekenfondsbestuur. De eerste gedachte die bij mij opkwam bij de man aan de rechterhand van Treur is schilder Meier, ik dacht van de Concourslaan, maar daar ben ik niet helemaal zeker van. Voor hem ligt het notulenboek. Hopelijk kunnen andere lezers aanvullend materiaal leveren.

Foto van de maand reactie

De heer Geertsema uit Ulrum schrijft aanvullend op de foto van de maand maart: ‘Het zijn de gediplomeerden van 1931 van de Chr. Landb. winterschool Hoofddorp, namelijk H. Bouwman uit Eenrum (Groningen), M.D. v/d Bijl uit Zonnemaire (Zeeland), A.D. Ganzeman uit Middelburg, R. Geluk uit Rozenburg, J. Geertsema-van Splunter Gzn uit Hoofddorp, Jo de Graaf-Colijn uit Hoofddorp, A.N. Leersum uit Haarlem, N. van Reeuwijk uit Abbenes en H. Sijpkens uit Meeden (Groningen)’. Wat mevrouw van Wijk schrijft kan niet waar zijn. Haar vader is geboren in 1899 dan zou die in 1931 dus 31 jaar zijn geweest. Zo oud werd de landbouwschool niet bezocht. De leerlingen waren over het algemeen tussen de 17 en 24 jaar op school meestal voor ze in militaire dienst gingen of huwden. In 1926 wel afgestudeerd in Hoofddorp is Johannes van Wijk die emigreerde naar Preston in Engeland. In het leerlingenregister van de Landbouwschool kom ik niet tegen een Johan van Wijk gehuwd met Annie Hazekamp. In 1971 zijn er twee overleden, Jo de Graaf en A. van Leersum. Van de resterende landbouwers (de Groningers), werden vier landbouwer en kreeg een persoon een functie buiten de landbouw.

september 2011 MEER-HISTORIE

37


Agenda

6 september – 2 oktober 2011

‘Als een vis in het water’

Het Historisch Museum Haarlemmermeer presenteert in september werk van de Hoofddorpse kunstenares Loes Verbrugge. Zij maakt acrylschilderijen en glasobjecten in fusing-techniek. Deze expositie toont glasobjecten rond het thema ‘Als een vis in het water’, een verwijzing naar het waterrijk verleden (en heden) van Haarlemmermeer. Daardoor geïnspireerd heeft zij vissen, boten en andere maritieme onderwerpen vorm gegeven in glas. Tijdens de Open Monumentendagen op 10 en 11 september is de kunstenares in het Museum aanwezig. (zie ook pagina 9). Adres: Bosweg 17, 2131 LX Hoofddorp. Meer informatie: www. historisch-museum-haarlemmermeer.nl of volg HMH via Facebook en Twitter via #factHLMR , telefoonnummer 023-5620437.

10 september 2011 Meer-Historie staat met een informatiekraam op de jaarmarkt tijdens de feestweek in Vijfhuizen

10 en 11 september

Open Monumenten Dagen 2011

Op 10 september is het weer Open Monumentendag, maar sommige monumenten zijn ook open op 11 september, en dit wordt dit jaar voor de 25ste keer georganiseerd. Open Monumentendag 2011 heeft als thema ‘Nieuw gebruik–Oud Gebouw’, de herbestemming van monumenten staat centraal. Men spreekt van herbestemming als een gebouw of complex ooit een nieuw gebruik, een nieuwe functie oftewel een nieuwe bestemming heeft gekregen. Het fenomeen herbestemming bestaat al eeuwen en heeft betrekking op allerlei gebouwtypen en sluit nu aan bij actuele kwesties zoals de ontkerkelijking, waardoor kerkgebouwen leeg komen te staan. De Open Monumentendag heeft al die jaren bijgedragen tot de bewustwording van het belang van monumenten en dat leidt indirect tot het behoud en de herbestemming van monumenten. In de Haarlemmermeer hebben veel open monumenten al niet meer hun oorspronkelijke bestemming. Open zijn diverse monumenten, waaronder forten van de Stelling van Amsterdam, verschillende kerken en musea. Er zijn verschillende fietstochten langs monumenten in en buiten de Haarlemmermeer, verkrijgbaar bij de monumenten en de Witte Boerderij, Hoofdweg 743, 2131 MA Hoofddorp. De Witte Boerderij is beide dagen geopend van 10.00 uur tot 17.00 uur. Er staat een kopje koffie voor bezoekers klaar en er is een keuze te maken uit het boekenaanbod van de Stichting Meer-Historie. Er is bovendien een fotogalerij te bezichtigen van fotograaf Kees v.d. Veer. Daar omheen, zowel binnen als buiten, wordt door de Kunstenaars Organisatie Haarlemmermeer een expositie gehouden van schilderwerken, beelden, glaswerk etc. Meer informatie: www.meerhistorie.nl en www.openmonumentendag.nl.

15 juni – 17 oktober 2011

Haarlemmermeer op de kaart gezet De Haarlemmermeerder G.J. van Beem werkte van 1970 tot 2008

38 MEER-HISTORIE

september 2011

als cartograaf voor de gemeente Haarlemmermeer. De meet- en tekeninstrumenten waarmee hij zijn werk aanvankelijk verrichtte waren overbodig toen de kaarten langs digitale weg tot stand kwamen. Van Beem heeft zijn instrumentarium niet weggegooid, maar aan MeerHistorie geschonken. Ze zijn te zien in de tentoonstelling ‘Haarlemmermeer op de kaart gezet’. Deze tentoonstelling toont oude met de hand gemaakte kaarten van Haarlemmermeer naast digitale exemplaren uit 2010. Behalve een verschil in techniek is ook een groot verschil te zien in de ontwikkeling van Haarlemmermeer. Nieuwsgierig? Kom kijken en vergelijken! Meer informatie: www.historischmuseum-haarlemmermeer.nl

1 oktober 2011

Informatiemarkt ToenHaarlemmermeer-Zuid In het kader van de maand van de Geschiedenis organiseert de Bibliotheek Haarlemmermeer in samenwerking met Stichting MeerHistorie, Dorpsraad Nieuw-Vennep en Winkelcentrum de Symfonie, een bijzondere en uitgebreide informatiemarkt over de geschiedenis van Haarlemmermeer-Zuid. In diverse informatiestands is van alles te vinden over het oude NieuwVennep en Haarlemmermeer-Zuid. Er worden films vertoond en er is


een expositie met oude foto’s te zien. Ook kunt u uw eigen verhaal over vroeger vertellen op de speciale verhalenbank. Boekhandel Bruna heeft in de bibliotheek een stand met boeken over het verleden. Winkelcentrum de Symfonie organiseert deze zaterdag een markt met oude Ambachten. Kortom een dag met een historisch randje! Van 16.00-17.00 uur wordt de dag afgesloten met een lezing van de heer Piet Vissers, met de titel ‘De Waterwolf’ over de droogmaking van de Haarlemmermeer. Locatie: bibliotheek Nieuw-Vennep, 10.00 -17.00 uur, toegang: gratis

1 oktober 2011

55+ Beurs Stichting Meer-Historie presenteert zich op 1 oktober op de 55+ Beurs in en om de Meerse.

15 november

Landbouw en Landscaping rond Schiphol Op 15 november zal Jan Willem de Wijn namens de werkgroep luchtvaarthistorie Haarlemmermeer een lezing houden over de landbouw

en landscaping rondom Schiphol. De lezing begint om 20.00 uur en wordt gehouden in De Witte Boerderij aan de Hoofdweg te Hoofddorp. De toegang is gratis.

Tot 9 januari 2012

Verhalentafel in het Historisch Museum Haarlemmermeer Iedereen heeft wel herinneringen aan zijn of haar lagere schooltijd. Iedereen weet nog wel van die leuke meester juf te noemen of van een indrukwekkende gebeurtenis op het schoolplein. Veel mooie schoolverhalen zitten verstopt in de hoofden van de mensen laten we ons realiseren dat die verhalen verdwijnen als ze niet verzameld worden. Die verhalen willen wij graag van u horen aan de verhalentafel. In het voorjaar zijn al een aantal bijeenkomsten geweest en in het najaar zullen we er weer een paar op touw zetten. Tenslotte is ook uw verhaal het bewaren waard! Dus… hebt u een mooie herinnering die u graag wilt delen en laten bewaren, informeer dan bij even het museum naar de bijeenkomsten van de verhalentafel. Meer informatie: www.historisch-museumhaarlemmermeer.nl

1 april – 9 januari 2012

‘Naar de grote school!’ De historische tentoonstelling over het lager onderwijs in Haarlemmermeer toont de gestadige ontwikkeling die scholen van 1856 tot 1945 hebben doorgemaakt. Op de tentoonstelling onder meer aandacht voor Meester Pos en Meester Boekel, voor veel Haarlemmermeerders bekende namen. Meester Pos was op 20 november 1887 aangenomen als eerste hoofd van de School met den Bijbel in Hoofddorp. Zijn jaarwedde bedroeg 800 gulden (plus 100 gulden na het behalen van de akte Frans). Er was destijds geen leerplicht en wie geen schoolgeld betaalde mocht niet naar school. De maatschappelijk zeer bewogen meester Pos richtte daarom een suppletiefonds op, waardoor leerlingen uit arme gezinnen minder schoolgeld hoefden te betalen. En toen het schoolbestuur in 1888 ‘vanwege de kas’ geen scheidingswand in de klas plaatste (er zaten zo’n drieënnegentig leerlingen in één ruimte!), wist meester Pos wel wegen om de wand uiteindelijk wel te plaatsen. Meester Boekel was bovenmeester in Abbenes. Hij was ook de eerste geschiedschrijver over Haarlemmermeer en hij heeft veel voor het dorp betekend. Hij zorgde dat er een kerkgebouw kwam, een bibliotheek en ook een naai- en breischool. Én hij bedacht een spaarplan voor zijn leerlingen. De fraaie tentoonstellingspanelen staan allemaal op een poster - verkrijgbaar voor maar een euro! Adres: Bosweg 17, 2131 LX Hoofddorp. Meer informatie: www.historisch-museum-haarlem­ mermeer.nl of volg het HMH via Facebook en Twitter via #factHLMR, telefoonnummer 023-5620437.

JA

ik vind het belangrijk dat de Stichting Meer-Historie verder kan met haar werkzaamheden voor het behoud van het cultureel erfgoed in de Haarlemmermeer. Als begunstiger van de Stichting Meer-Historie ontvang ik 4 x per jaar het kwartaalblad Meer-Historie (winkelwaarde per editie € 4,-) en een begunstigerskaart die twee personen een jaar lang gratis toegang geeft tot het Historisch Museum Haarlemmermeer. Bovendien kan er voor een relatief laag bedrag worden deelgenomen aan de dagexcursie die jaarlijks wordt georganiseerd. Minimumdonatie is € 12,50 per jaar. Betaling op ontvangst van acceptgiro. Ik geef mij op als begunstiger met ingang van heden: Dhr./Mevr./Fam Adres: Woonplaats: Telefoonnummer: E-mail JA, ik wil graag meedingen naar een verrassing. Dhr./Mevr./Fam Adres Woonplaats: Telefoonnummer: E-mail

:

Datum

Handtekening

Insturen naar begunstigersadministratie Stichting Meer-Historie p/a Dhr. G.J. Deddens, Barbarije 5, 2132 TP Hoofddorp

september 2011 MEER-HISTORIE

39


Nieuwe begunstigers

Servicenummers Algemene inlichtingen Wil Landzaat, 023-5631187 landzaat@quicknet.nl

Hr. N. van Driel, Badhoevedorp Hr. P. Alles, Hoofddorp Mw. W. Landzaat-Kingma, Hoofddorp Hr. A. Koning, Sloten Hr. J. Kaslander, Hoofddorp Mw. M. Stoer- de Visser, Hoofddorp Mw. S. Wies, Hoofddorp Fam. J. Moolhuysen, Rijsenhout Fam. T.C.J. Verbeek, Nieuw-Vennep Hr P. Terlouw, Californie (Verenigde Staten) Mw. G. Krul-Colijn, Nieuw-Vennep Mw. M.A.A. de Jong-Smit, Buitenpost Mw. E. Dissel-Nieuwdorp, Lisse Hr.J.D. Deerenberg, Nieuw-Vennep Hr.C.M. Tebbens, Nieuw-Vennep Hr.F.J. Everaardt, Hoofddorp Mw.G.A.M. Schouten-Kuis, Hoofddorp Hr.B.de Groot, Hoofddorp

Redactie M. Harlaar, 06-11513990 meerhistorie@gmail.com Betalingen J.J. Slinger, 0297-564850 johanslinger@jjslingeradviesbv.nl Aanmeldingen, abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen G. Deddens, 023- 5613130 gjdeddens@hetnet.nl Aanbieding bijz. voorwerpen F. Kamerling, 023- 5642231 fopkam@tiscali.nl Historisch Museum Haarlemmermeer E. van Melis, 023- 5620437 infohmh@xs4all.nl

Opgave nieuwe begunstigers Stichting Meer-Historie via bon op pagina 39. Opsturen aan Dhr. G.J. Deddens, Barbarije 5, 2132 TP Hoofddorp of via gjdeddens@hetnet.nl

Bibliotheek + F. Kooreman,, 023- 5581697 bepfer@hetnet.nl

NEEM UW BANK OVERAL MEE NAAR TOE Sms ‘mobiel’ naar 7500 voor de app Mobiel bankieren Waar en wanneer u maar wilt geld overmaken. Dat kan met de Mobiel Bankieren app! Bovendien kunt u afbeeldingen en tekst toevoegen aan uw rekeningen. Zo bankiert u op een persoonlijke en overzichtelijke manier vanaf uw smartphone. Natuurlijk kunt u met de Mobiel Bankieren app ook uw saldo controleren en uw bij-en afschrijvingen bekijken. Mobiel Bankieren is er voor iPhone, iPad, Android en Blackberry (najaar 2011). De belangrijkste voordelen: Gemakkelijk geld overmaken naar bekende rekeningen Foto’s en namen toevoegen aan rekeningen Eenvoudig zoeken op bedragen, omschrijving en op rekeningen Inloggen en overboeken met een zelfgekozen 5-cijferige pin Wilt u meer weten over Mobiel Bankieren? Ga naar ABN AMRO Hoofddorp Marktplein 11, abnamro.nl/mobielbankieren of bel 0900-0024 (EUR 0,10 per minuut). ABN AMRO Hoofddorp, Marktplein 11, 2132 DA Hoofddorp

40 MEER-HISTORIE

september 2011


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.