Hoe Jubileummagazine

Page 1

Hoe

HOE IS HET MAGAZINE VAN STICHTING HULP OOST-EUROPA APRIL 2016

Jubileumnummer

belangrijk is werken aan de toekomst van kinderen in Oost-Europa?

40 JAAR HOE niet tevergeefs

‘ We kregen meer terug dan we brachten’ Kinderwerk Oost-Europa

stichtinghoe.nl


‘ Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal’ Handelingen 2: 39


Inhoud Colofon Dit magazine is een eenmalige uitgave van Stichting HOE. Bezoekadres Wattstraat 2, Barneveld Secretariaat Postbus 455, 3770 AL Barneveld Tel.: (0342) 420 554 info@stichtinghoe.nl www.stichtinghoe.nl Stichting HOE is een hervormdgereformeerde stichting die tot doel heeft: geestelijke en materiele hulp te verlenen aan kerken en personen in OostEuropa. De stichting belijdt en aanvaardt Gods Woord als enige grondslag voor leer en leven, opgevat in de zin van de Drie Formulieren van Enigheid. Raad van Toezicht Dr. Ir. J. van der Graaf, voorzitter Dhr. C. van Groningen Drs. M. Burggraaf, secretaris Dr. C. Gooijer Ds. J.J. Verhaar Bestuur Drs. Jaap Braaksma (voorzitter) Gera Geluk-van de Werken (secretaris) Drs. Klaas Witteveen (penningmeester) Nelleke ten Kortenaar-Stam Drs. Zeger de Haan Martin Holtland Albert Heldoorn Ing. Gerrit Jan van Norel Drs. Gerth Westmaas Comité van aanbeveling Dr. C.P. Boele, Overberg Mevr. Drs. E.J. van Dijk, Veenendaal Ds. K. van Meijeren, Ede Ds. J. C. den Ouden, Opheusden Dr. S.D. Post, Gorinchem Drs. L.N. Rottier, Bodegraven Drs. P.J. Vergunst, Apeldoorn Ds. H.J. van Wijnen, Nieuwegein Ds. D. van der Zwaag, Veenendaal Fotografie Stichting HOE Jonneke.nl, Apeldoorn Markant Fotografie, Lienden Vormgeving V1 Communicatie, Ermelo

STEUN ONS!

NL84 INGB 0000 0088 87 t.n.v. Stichting HOE, Barneveld

Kinderwerk in Oost-Europa

4

Hartelijk dank voor uw bijdragen aan de winterhulp

7

40 jaar HOE niet tevergeefs

8

Mijn eerste contact met HOE

12

J. van der Graaf kijkt terug op 40 jaar HOE

14 17 18 19

HOE het begon Jubileumactiviteiten Nieuws

V

oor u ligt het Jubileumnummer van HOE Magazine. Het is u vast wel opgevallen: in een geheel nieuw jasje. Met deze nieuwe huisstijl - ontwikkeld door V1 ­Communicatie uit Ermelo - kiezen we ervoor om nadrukkelijk ‘HOE’ in beeld te brengen. We denken dat dit onze herkenbaarheid ten goede komt en gaat helpen bij de verdere uitbouw van onze naamsbekendheid. Met de mooie ronde en open vormen en de rode kleur in het logo willen we ­benadrukken wie we zijn. Een open organisatie waarin het draait om dialoog en verbinding met medebroeders en zusters in Oost-­ Europa. Een hart op zijn kant vormt de ‘E’ en symboliseert een liefde­volle en dienende houding.


4

Hoe magazine

kinderwerk in Oost-Europa


jubileumuitgave | april 2016

Hoe magazine

5

‘Ieder kind heeft recht op goed onderwijs, ook

Romakinderen in Oekraïne.’ Dat zegt Stoffel de

Ronde. Hij is vrijwilliger van Stichting HOE en hij bezocht in maart 2016 de tien Romascholen in

Zuidwest-Oekraïne. ‘Gelukkig zien we positieve ontwikkelingen. Steeds meer ouders zijn ervan doordrongen dat het voor de toekomst van

kinderen van belang is dat ze naar school gaan.’

Jezus is duidelijk als we kijken naar hoe wij ons als christen moeten opstellen naar onze naaste. Daarom willen wij kinderen van Roma, vaak blootgesteld aan armoede en discriminatie, laten zien dat ze geliefd zijn.

V

ijftien kinderen zitten achter de schoolbanken in de klas van juf Ibolya. Ze luisteren aandachtig naar de uitleg van de taalles. ‘Dat deze kinderen nu naar school gaan, is niet vanzelfsprekend. Romakinderen in Oekraïne hebben vaak hele jonge ouders die zonder opleiding en werk zitten. Daardoor hebben de kinderen slechte vooruitzichten. Ze mogen naar school maar ze beginnen daar met een achterstand en worden gediscrimineerd. Vervolgens worden ze van school verwijderd en groeien ze op in het Romakamp’, aldus Stoffel. Stichting HOE slaat een brug tussen de toestand in het Roma-kamp en de gewone school door middel van speciale schooltjes. Dit blijkt succesvol: na enkele jaren onderwijs op zo’n schooltje vinden veel Roma-kinderen wél aansluiting bij het reguliere onderwijs. Op de speciale school wordt de basis gelegd voor sociaal geaccepteerd gedrag, hygiëne, lezen en schrijven. Verdeeld over tien locaties krijgen in totaal ± vijfhonderd Romakinderen dagelijks basisonderwijs. Ruim 20 procent van hen stroomt door naar

de reguliere staatsscholen en is daar succesvol. Tevens ontvangen zij dagelijks een maaltijd. Niet in de laatste plaats wordt er aandacht gegeven aan christelijk onderwijs.

Christelijk onderwijs

Naast het stimuleren van onderwijs probeert Stichting HOE samen met plaatselijke christelijke gemeenten in Oost-Europa kinderen uit de armoedespiraal te halen. ‘Kinderen van arme gezinnen in bijvoorbeeld Roemenië krijgen een extra ondersteuning zodat ze gewoon naar school kunnen. We doen dat werk uiteraard niet zelf, maar we proberen de plaatselijke kerk erbij te betrekken. We zien het als onze opdracht om de gemeenten daar bewust te maken van de diversiteit van Gods schepselen. De hulp is er uiteindelijk op gericht dat de plaatselijke kerkelijke gemeente de taak zelfstandig oppakt,’ aldus Adré Lichtendonk, bureaumanager van Stichting HOE. De stichting werkt via deskundige contacten in Oost-Europa. Deze personen, waar al vaak een jarenlange relatie mee is opgebouwd, hebben beter zicht op de situatie en weten waar de nood het hoogst is.


6

Hoe magazine

Bestuursleden en vrijwilligers van de stichting hebben overleg met deze contactpersonen. Ze brengen ook geregeld bezoeken om de voortgang van de hulp in de gaten te houden en waar nodig bij te sturen. Een belangrijk aandachtspunt bij het kinderwerk in Oost-Europa is vorming en toerusting. De stichting ondersteunt bijvoorbeeld kinderen in armoede waardoor ze een zomer­ evangelisatiekamp kunnen bezoeken. Ook dragen we bij om de uitgave van een kinderevangelisatieblad mogelijk te maken.

Niet goedkoop

Zorg voor kinderen is niet goedkoop. Maar zorg vanuit een christelijk perspectief mag ook wat kosten. Niet voor niets is investeren in kinderen investeren in de toekomst. Ze zijn niet alleen de toekomst, maar hebben het ook, als ze Christus leren kennen als Licht op hun levensweg. U kunt deze kinderen helpen. Uw gift maakt het mogelijk de kinderen een toekomst te bieden. Stort uw bijdrage op rekening NL84INGB0000008887 t.n.v. Stichting HOE in ­Barneveld, o.v.v. ‘Geef ze een toekomst’.

Speerpunten 2016

1

Ondersteuning voor kwetsbare kinderen

‘Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemde­ ling en u hebt Mij gastvrij onthaald.’ Matth. 25: 35 Jezus is duidelijk als we kijken naar hoe wij ons als christen moeten opstellen naar onze naaste. Daarom willen wij kinderen van Roma, vaak blootgesteld aan armoede en discriminatie, laten zien dat ze geliefd zijn.

2

Werken aan de toekomst van kinderen

‘Opdat hun harten bemoedigd mogen worden, samen­gevoegd in de liefde, en zij tot heel de rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht mogen komen, om het geheimenis te leren kennen van God, en van de Vader en van Christus.’ Kol. 2: 2

Kinderen kennis meegeven die ze later kunnen inzetten hun talenten te tonen. Als ouder wil je dat natuurlijk. Wanneer een kind in armoede leeft, is het voor die ouders vaak niet te doen om een kind goed onderwijs te geven. Dus is het fantastisch wanneer lokale kerken hen hierin helpen.

3

Geloofsopvoeding van kinderen

‘Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal.’ Hand. 2: 39 Kinderen vertellen over God en Zijn belofte voor de wereld is het mooiste wat we zien gebeuren bij de projecten die wij steunen. De twinkeling in de ogen van kinderen die vertellen over Jezus is onbetaalbaar. En vormt de essentie van de bron waaruit wij putten om ons werk te doen.


jubileumuitgave | april 2016

Hartelijk dank

Hoe magazine

voor uw bijdragen aan de winterhulp

Namens alle mensen die in Oost-Europa de afgelopen wintermaanden een bijdrage hebben gehad willen we u en jou bedanken. Vele honderden voedselpakketten en vele kuubs hout werden uitgedeeld. We ontvingen een rapportage over de winterhulpverlening via stichting Bonus Pastor (Goede Herder) in Ozd (Roemenië). Deze stichting heeft in Ozd een verslaafdenkliniek en een therapiecentrum. De winterhulp was deze winterperiode bestemd voor 21 (ex-)cliënten.

Een van de mensen die hulp kreeg, is Ervin. Hij was alcoholverslaafd. Hij had een terugval in het najaar van 2014, maar met de hulp van de steungroep is hij gestopt met drinken en hersteld. Hij werkt thuis en heeft financiële problemen. Het geld is gebruikt om voor hem eten te kopen en zijn elektriciteitsrekening te betalen. Het geld kreeg hij niet rechtstreeks, om te voorkomen dat hij in de verleiding zou komen om weer ­alcoholische dranken te kopen. Enikő is 21 jaar en studeert aan de universiteit. Ze heeft het niet breed thuis, want haar vader besteedt een groot deel van het inkomen aan het kopen van sterke drank. Ze is erg getraumatiseerd wegens het alcoholisme van haar vader en opa. Ze neemt deel aan een persoonlijk begeleidings­programma om haar leven weer op de rails te krijgen. Lóránd was een gokker. Hij nam deel aan het afkickprogramma in Ozd. Hij gokt niet meer. Hij is getrouwd en heeft een klein kind, maar de relatie met zijn vrouw is kwetsbaar wegens hun financiële situatie en schulden. Ze huren een appartement. Begin 2015 nam hij er een tweede baan bij om zijn

gezin te onderhouden. Het gezin kreeg een bijdrage om twee maanden lang de gasrekening te betalen. Het echtpaar János en Anna neemt trouw deel aan allerlei programma’s die stichting Bonus Pastor organiseert. Het leven van dit stel veranderde nadat de alcoholverslaafde János een korte termijn therapie in Ozd volgde. Hoewel de gezondheid van János instabiel is, vertellen ze graag over de verandering in hun leven zonder alcohol. Het echtpaar heeft geen werk. János werkte bij de spoorwegen, maar wegens alle problemen is hij ontslagen. Hij heeft ook last van een posttraumatisch stress­ syndroom, want tijdens een verblijf in een psychiatrische inrichting, werd de patiënt die naast hem lag vermoord door een andere patiënt. Gyöngyvér neemt deel aan het jongerenprogramma. Ze lijdt aan schizofrenie. Ze krijgt geen sociale ondersteuning en als er niet bijgedragen wordt zou ze ook haar huis moeten verlaten. We vragen u voor deze mensen te bidden.

7


8

Hoe magazine

40 JAAR HOE niet tevergeefs

Noodhulpactie door de jaren heen 1986 1988 1989 Kleine protestantse groepen in de Poolse streek Mazurië krijgen financiële hulp om melkpoeder voor hun kinderen te kopen. De kernramp in Tsjernobyl veroorzaakt radioactieve straling. Daardoor is het gras vergiftigd en mogen ­kinderen tot drie jaar geen melk drinken.

In samenwerking met Hulp Oost-­ Europa organiseert de diaconie van Oud-Beijerland en Nieuw-­Lekkerland/ Kinderdijk een hulpactie voor ­gevluchte Hongaren uit Roemenië die in Hongarije zijn gestrand.

De Armeense Apostolisch Kerk roept de hulp in van Hulp Oost-Europa na de aardbeving in november 1988 voor medische hulp, medicamenten, bouw van wees­ huizen, scholingsmateriaal, kerkopbouw en lectuur voor jeugd en jongeren.


jubileumuitgave | april 2016

Hoe magazine

9

Dit jaar bestaat de stichting Hulp Oost Europa 40 jaar. Albert Heldoorn is vanaf begin 1976 betrokken geweest bij het prachtige werk van de Stichting HOE.

Hieronder volgt een reflectie in vogelvlucht van zaken die onder Gods zegenende handen tot stand werd gebracht.

I

n het begin werd de Stichting Hulp Oost Europa ‘comité’ genoemd. Tijdens de tweede reis met Aalt Mulder in juli 1977 - de eerste vond plaats in april 1976 - belandden wij in de Hongaarse plaats Baja bij de weduwe Härsvölgyi Ilonka, waar we volgens ons reisverslag de heer De Boo uit Delft ‘van het comité’ aantroffen met de heer Van Winsum uit Ede. In die dagen werd het ‘comité’ gaandeweg ‘stichting’ genoemd, want vanaf 29 januari 1976 was de Stichting Hulp Oost Europa notarieel vastgelegd. Net als in de andere landen achter het IJzeren Gordijn was er na 1948 in Hongarije sprake van een totalitair regiem met één dominante ideologie, één heersende partij, die een monopolie op informatie bezat, een centraal geleid planeconomie doorvoerde en een geheime politie had, die terreur aanwendde. Christenen werden als staatsvijand beschouwd. HOE-­ oprichter ds. J. van Rootselaar hoorde in de laatste dagen van zijn actieve predikantsleven in IJsselmuiden van de verdrukte christenen in Hongarije en ging er in 1974 voor het eerst naar toe. Hij was diep onder de indruk

Albert Heldoorn

Hij weet de datum van zijn aantreden bij ­Stichting HOE zonder een seconde na te denken: 9 april 1976. Geworven door een vakgenoot uit het onderwijs, Aalt Mulder, en ­gestimuleerd door ds. J. van ­Rootselaar, die hem ‘mijn jonge vriend’ noemde. HOE-bestuurslid Albert Heldoorn (64) ­jubileert met de s­ tichting mee, want hij heeft intussen ook 40 jaar hulp­ verlening achter de rug.

en legde veel momenten vast op de dia. Later zou hij met dit materiaal vanaf zijn 67ste ruim 170 dialezingen verzorgen in het hele land. Dat bracht veel geld op en toen de Generale Diaconale Raad via de Gereformeerde Bond 80.000 gulden toekende aan het comité voor uitbreiding van het Evangelie, was de basis voor hulpverlening definitief gelegd. Ir. J. van der Graaf (Later zelf jarenlang voorzitter en thans lid van de Raad van Toezicht) zorgde er voor, dat het geld aan ds. Van Rootselaar beschikbaar werd gesteld. Ouderlingen uit zijn vorige gemeenten stonden ds. Van Rooselaar bij, onder wie de heren A. Mulder, L. Koppert, J. de Ruijter, A. de Boo en C. Klok en J. ten Berge.

Stille Hulp

Het beleid van HOE was er in de beginjaren op gericht om bezoekwerk te doen onder christenen door hen te bemoedigen en samen met hen te bidden. Het begrip ‘Stille Hulp’ werd gehanteerd voor allerlei vormen van diaconale hulpverlening, zoals het verstrekken van een financiële toelage, kleding, medicijnen of andere medische hulpmiddelen.

1990

1990

1994

Na de val van het communisme in Roemenië worden tot Pasen 1990 30 transporten met hulpgoederen en lectuur naar ­Roemenië georganiseerd: 21.000 voedselpakketten à 13 kg, 11.000 kg melkpoeder, 2.800 blikken babyvoeding, 3.100 paar kinder­schoenen, 25.000 kilo aardappelen, 18.000 kilo sinaas­ appels, 150.000 eieren, 122.500 stuks christelijke lectuur.

Start hulpactie om mensen in Rusland te helpen die ­getroffen zijn door de hongersnood.

Hulp Oost-Europa start hulp­verlening onder vluchtelingen die door de oorlog in Joegoslavië het land ontvluchten.


10

Hoe magazine

Albert Heldoorn tijdens een van zijn bezoeken.

Het logo van de stichting gaf dat ook duidelijk weer: een brood, een kerk en een boek. De kerk stond voor het ondersteunen van de gemeenten in de breedste zin van het woord door hulp te verlenen bij bouwwerkzaamheden, door de gemeenten toe te spreken en te bemoedigen en met hen te bidden. Het boek stond symbool voor de literatuurverspreiding: uiteraard de Bijbel, maar ook veel ondersteunende christelijke literatuur. De jeugd nam hierbij als doelgroep een grote plaats in, terwijl juist de autoriteiten er alles aan deden om het Woord bij de jeugd vandaan te houden. In de boven­ genoemde plaats Baja bijvoorbeeld kocht de weduwe Härsvölgyi een extra groot huis, omdat er een kelder onder zat, die de plaatselijke predikant

Mikesi Károly kon gebruiken om er in het geheim jeugdsamenkomsten te houden.

1996

1997

1999

Hulp Oost-Europa start actie voor het kinderziekenhuis in Munkacs (­Oekraïne). In het ziekenhuis is tekort aan alles wat voor de medische b ­ ehandeling en ­verzorging van de kinderen ­noodzakelijk is.

De actie Watersnood voor de slacht­offers van overstromingen in ­verschillende landen in Oost-­Europa bracht een bedrag van 212.557 ­gulden  op.

‘Noodhulp Kosovo’, de speciale actie die Stichting HOE heeft gevoerd voor de slacht­ offers van de oorlog in Kosovo, heeft een schitterend resultaat. Met honderden giften werd in totaal een bedrag van 360.000 gulden bij elkaar gebracht.

Geheime dienst

Over de reizen naar Hongarije, naar Roemenië, Polen, Joegoslavië en de DDR en Tsjechoslowakije werd weinig bekend gemaakt: er waren sterke aanwijzingen, dat de Oost-Europese geheime diensten hier erg actief waren. Aan de hand van de verplichte visa kon men gemakkelijk nagaan waar de ‘toeristen’ vandaan kwamen, want onder dat mom bezochten de Hoe-medewerkers de christenen. Zelfs de naaste familieleden mochten niet weten wat er gedaan werd in Oost-­Europa, want dat kon negatieve gevolgen hebben voor de bezochte

christenen daar. Toch moesten zij zich vaak verantwoorden bij de geheime dienst na afloop van een bezoek van Hoe-medewerkers. Voorschrift was steeds, dat je niet noemde wie je had bezocht en naar wie het volgende bezoek zou gaan, zodat de geheime dienst niet te weten kwam hoe de bezoeken vorm gegeven werd.

Subcommissies

Nadat hij in 1974 herstelde van een hartinfarct gaf ds. Van Rootselaar de ontvangen giften door aan de christenen in Hongarije. Onder hen waren veel predikanten, want het traktement van een predikant was destijds zeer laag. Deze ‘stille hulp’ verstuurde hij per kwartaal per internationale postwissel. Omdat hij daarnaast ook


jubileumuitgave | april 2016

de financiële administratie van de stichting voerde, werd het verzenden van de ‘stille hulp’ hem gaandeweg te veel: ondergetekende mocht het verwerken van die geldstroom overnemen. Per jaar was hier een bedrag mee gemoeid van een kleine 25.000 gulden (ruim € 11.000). Rond 1982 ontvingen 122 adressen in Hongarije een kwartaalbijdrage. Ook naar Joegoslavië, Roemenië en Slowakije werd de hulp gestuurd. Met de meeste adressen voerde ondergetekende ook correspondentie. Het was altijd een genoegen elkaar zo te bemoedigen. Al deze adressen werden weer tijdens de bezoekreizen bezocht en gecontroleerd op het effect van de stille hulp. Het bestuur van de stichting functioneerde in de jaren ’80 op volle sterkte en gaandeweg kwamen er ook veel vrijwilligers bij. Er ontstonden naast het bestuur een aantal subcommissies, zoals de commissie Materiële Hulp en de commissie Literatuur.

Groei

Zo’n tien jaar na de oprichting van de Stichting Hulp Oost Europa mocht ds. Van Rootselaar zien, dat zijn vrijwilligers­werk in Oost-­Europa door een groot aantal mensen werd voortgezet. Speerpunten in de hupverlening waren: Bijbel­ smokkel (Bijbels, studiemateriaal en christelijke literatuur), faciliteren van gemeentewerk en jeugdwerk, diaconale hulp en bemoediging van christenen. Aanvankelijk waren dit de leden van de gemeenten, die de belijdenisgeschriften van de Hongaarse ‘reformatus’ kerk volgden. In de jaren ’80 kwamen hier ook de

Hoe magazine

evangelische groeperingen bij in de DDR, Roemenië, Polen, Tsjechoslowakije en Joegoslavië. In Nederland werd veel gedaan aan voorlichting over de vervolgde kerk in Oost-Europa. Het blad Helpende Handen zag het licht en het aantal lezingen door bestuursleden groeide behoorlijk. Een groot aantal diaconieën binnen de Gereformeerde Bond droeg een steentje bij aan het werk van HOE.

Bibliotheek

Na 1989 groeide de Stichting Hulp Oost Europa door en kwamen de accenten van de hulpverlening anders te liggen. Er werden veel hulptransporten naar Roemenië georganiseerd. Een aantal bouw­ projecten kon worden ondersteund, waarbij nieuwe kerken, scholen, kinder- en weeshuizen en gemeentezalen konden worden gerealiseerd. In Oekraïne kwam een opvanghuis voor gehandicapten tot stand, in Slowakije ontstond in 1994 een theologische faculteit met een uitgebreide bibliotheek. Tijdens de Kosovo-crisis werden er veel hulptransporten in die richting verzorgd. De laatste jaren is het beleid van HOE er op gestoeld niet zo zeer in stenen te investeren, maar in mensen. De ondersteuning van het jeugdwerk nam in veel landen daarom een hoge vlucht. Centraal bleef de ontmoeting met de plaatselijke gemeenten staan van waaruit de verspreiding van het Evangelie kon worden gerealiseerd met Gods hulp. Want één ding staat vast: zonder Zijn zegenende handen zou het werk van de stichting HOE allemaal vergeefs zijn geweest.

11

Trabant De commissie Materiële Hulp verzorgde naast de stille hulp ook ondersteuning in de vorm van auto’s. Predikanten hadden in die tijd in Oost-Europa op het platteland vaak een aantal gemeenten, die ver uit elkaar lagen. Een auto was daarbij onontbeerlijk, maar tegelijkertijd onbetaalbaar en ook onbereikbaar. Onbetaalbaar vanwege de hoge kosten ten opzichte van het magere traktement en onbereikbaar, omdat de beschikbaarstelling van auto’s via een staatsorgaan verliep. Wie een auto wilde aanschaffen, kwam op een wachtlijst, die soms wel tien jaar in beslag nam. Een auto ontvangen via een ‘dollarwinkel’ van de staat was dan een goede oplossing. Van die mogelijkheid maakte ook HOE gebruik. Toch bleef de invloed van de geheime dienst merkbaar.

Ds. Draskóczy Gábor in Budapest bijvoorbeeld kreeg een lichtblauwe Trabant, terwijl er in de hoofdstad hoofdzakelijk grijze Trabbi’s rondreden: de geheime dienst kon zo precies nagaan welke adressen hij aandeed.

2001

2014

2015

Begin 2001 treden rivieren in de Unterkarpaten (Oekraïne) buiten hun oevers. Honderden huizen storten in en duizenden mensen raken ontheemd. Een hulpactie wordt gestart en er komt ruim 180.000 gulden binnen.

Watersnood op de Balkan. In Servië en Bosnië worden velen getroffen. Vele maanden wonen mensen in tenten. Hulp Oost-Europa verleent hulp en richt zich op het Servische dorpje Jamena, vlak bij de Bosnische grens.

In september 2015 komt een stroom vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Afrika op gang richting West-­Europa. Samen met diverse organisaties start Hulp Oost-Europa een actie om geld in te zamelen voor onder anderen de gestrande vluchtelingen in Servië, Kroatië en Hongarije.


12

Hoe magazine

Ion Chiel Ik herinner het eerste bezoek van bestuurslid Chiel Huizer in 2007. Het was tijdens de ­officiële opening van het tweede bejaardenhuis in Magurele (Roemenië). Hulp Oost-Europa zorgde voor een erg belangrijke bijdrage om ervoor te zorgen dat oudere mensen een goed onderkomen kregen. Het contact met Huizer was in de eerste plaatst een les in zelfopoffering.

Mijn wens voor de toekomst:

Ik hoop dat de contacten met HOE verder ­verstevigd worden. Er is nog genoeg te doen in Roemenië. Aan de andere kant hoop ik dat we van de contacten kunnen leren ons land verder te ontwikkelen.

Ion Botgros, Roemenië

Mijn eerste contact met HOE Paul Henryk De eerste persoon die ik leerde kennen van Hulp Oost-Europa was Paul Verkade. Hij was betrokken bij een van onze zomerevangelisatiekampen in Oćwieka, nog voor 1999. Ik herinner me nog goed een ontmoeten met Paul in een café in Torún. Het was in 2008 en we bespraken de zorgelijke omstandigheden van de organisatie Voice of the Gospel (verzorgt missionaire radio- en tv-uitzendingen in Polen). Het was mooi te spreken met iemand die onze situatie begreep en het evangelisatiewerk van onze organisatie waardeerde. Paul bezocht samen met zijn vrouw en kinderen mijn ouders in Jelenia Góra. Het was heel ongebruikelijk dat jonge mensen omzagen

naar een ouder echtpaar. Mijn ouders hebben deze ­ontmoetingen altijd enorm gewaardeerd.

Mijn wens voor de toekomst:

Het zou mooi zijn als jonge mensen uit Nederland onze zomerevangelisatiekampen bezoeken en specifieke workshops willen verzorgen voor onze Poolse tieners. Graag zou ik in contact komen met Nederlandse kerken die het delen van het evangelie via massamedia (radio, tv en kranten) van belang vinden.

Henryk Dedo, Polen


jubileumuitgave | april 2016

Hoe magazine

13

Mario

Adre

Ik ontmoette vrijwilligers van Hulp Oost­-Europa tijdens mijn laatste jaar als student op het bijbel­ instituut in Sarajevo (Bosnië). Een bijzonder contact volgde toen vrijwilligers van Hulp Oost-Europa kwamen klussen aan een bouw­project van een kerk in Tuzla. Daar ontmoette ik Adre Lichtendonk (bureaumanager), zijn vrouw en drie van hun kinderen. Vanaf dat moment hebben Adre en ik regelmatig contact. Ik waardeer zijn vriendschap. Hulp Oost-Europa ondersteunde het Bijbelinstituut. Daardoor hoefde ik mijn

studie niet te betalen. Wat ik daar leerde, kan ik nu in praktijk brengen in het ­missionaire werk.

Mijn wens voor de toekomst:

Adre en ik zijn goede vrienden. Daar ben ik blij mee. Ik hoop dat ik meer bestuursleden en vrijwillligers van HOE leer kennen. Ik waardeer de hulp en onder­ steuning van HOE enorm.

Mario Opacak, Bosnië

Endre Gerrit Mijn eerste ervaring met Stichting HOE was in 2000. Ik was toen als predikant verbonden aan Ineu (Roemenië). In dat jaar overstroomde de rivier die door het plaatsje stroomt. De huizen van drie gezinnen hadden schade opgelopen. Ik herinner dat elk gezin van Hulp Oost-Europa 200 Duitse Marken kreeg. Dit geld was voor hen belangrijk. Het woord van Spreuken 17: 17 werd waarheid: ‘Een vriend heeft te allen tijde lief, en een broeder wordt in benauwdheid geboren’. Oud-bestuurslid Gerrit van den Toren was toen verantwoordelijk voor de hulpverlening van Hulp Oost-Europa. Later bezocht hij ons ook in Pancota. We kregen toen ook hulp om arme en grote gezinnen te helpen in onze gemeente. De hulp van HOE was versterkend en bemoedigend, zowel voor degenen die hulp nodig hadden, maar ook voor mij als voorganger. De hulp uit Nederland heeft ervoor

gezorgd dat er meer diaconale betrokkenheid was in de gemeente. Ik kon rekenen op mensen die van harte bereid waren zich in te zetten voor het diaconale werk, ook al konden ze zelf geen financiële bijdrage geven.

Mijn wens voor de toekomst:

Ik hoop dat het werk net zo vruchtbaar zal zijn als de afgelopen 40 jaar. De effecten van het werk van HOE zijn niet altijd op korte termijn zichtbaar, maar als God het wil zegenen, zal het zeker vruchtbaar zijn voor vele mensen. Ik denk dat de stichting mensen in Oost-­ Europa kan stimuleren om zelf diaconaal werk op te pakken in hun eigen omgeving.

Ds. Endre Kondor, Roemenië


14

Hoe magazine

Dr. ir. J. van der Graaf kijkt terug op 40 jaar HOE

‘ We kregen meer terug dan we brachten’


jubileumuitgave | april 2016

Grenservaringen

Zelf ben ik vanaf het eerste begin reizen gaan maken, eerst naar Hongarije, later ook naar andere landen in Oost Europa. Ging je met de auto, dan kon het gebeuren dat je bij de grensovergang twee uur moest wachten, terwijl er – zoals mij en een medereiziger een keer overkwam -- verder geen enkele auto te bekennen was. Uitermate spannend. Ging je per vliegtuig, dan volgde de paspoortcontrole op het vliegveld. Ook spannend. Zouden ze weten wat ons reisdoel was? Op een zondagavond werd ik vanaf de Hongaarse grens opgebeld door bestuurslid Leendert Koppert. Men had ontdekt welke lading hij bij zich had in de transportauto. Het liep met een sisser af. Maar toen wilde ik toch, als eindverantwoordelijke wel weten hoe het met die transporten (vanuit Delft) toeging. Een spannend moment was er ook tijdens een bezoek in Roemenië (in Cluj), samen met bestuurslid Aad de Boo. Je mocht alleen verblijven in een internationaal hotel, waar de overheid het beheer over voerde. We zouden op bezoek gaan bij prof. Dobry Janos. Maar direct na het verlaten van het hotel werd onze auto gevolgd door een andere en stopte die auto waar wij stopten. We werden

15

ook te voet gevolgd. We besloten derhalve elk een eigen route te volgen naar het huis van de hoogleraar. Daar werden direct de luiken gesloten en werd de haak van de telefoon gehaald. Overal waren luisterposten of hing er ­afluisterapparatuur.

Indrukwekkend

Tijdens die reis hadden we overigens een indruk­wekkende ervaring. We bezochten de voor ons nog onbekende predikant Bóné Lajos in een gemeente buiten Cluj (Mera), waar de vrouwen nog in klederdracht liepen. De dominee had een ‘brug’ in zijn tuin voor autoreparatie. Daarmee verdiende hij een centje bij. Verder leefde hij van wat zijn tuin opbracht. Maar hij slachtte direct een forse kip, die na anderhalf uur gebraden op tafel stond, samen met enkele komkommertjes en aardappelpuree. Nooit zo lekker gegeten. De maaltijd was gekruid met ongekende gastvrijheid. Het is maar een van de voorbeelden, waaruit we leerden wat echte gastvrijheid is. Ook in hun armoede waren de gastheren en de gastvrouwen mededeelzaam. We kregen soms meer terug dan we brachten, maar dan in niet-materiële zin. Indrukwekkend waren ook de ervaringen in Roemenië bij de familie Visky. Ds. A. W. van der Plas, jarenlang bestuurslid, schreef over hun ervaringen onder het communisme een boek ‘Op adelaarsvleugels gedragen’. Ook denk ik aan mijn eerste bezoek aan Oekraïne, waar toen Gulácsy Lajos bisschop was. Hij was een klein mannetje en had elf jaar in de tinmijnen moeten werken. In bittere kou liepen de mannen toen in kolonne naar hun werkplek. Hij voelde zich gezegend dat hij zo klein was. Daarom kon hij namelijk beter volstaan met het karige rantsoen dan zijn medearbeiders. En als hij tussen de andere mannen in ging lopen, dan vingen die voor hem de snerpende wind op. Ik moest er toen, volkomen onverwacht en onvoor­bereid preken. Vijf keer op die ene zondag. Ik deed het over Psalm 8: ‘Heere, onze Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde’ (vers 2 en 10). Over die psalm had ik namelijk ooit eerder geschreven, in verband met de verhouding van geloof en wetenschap. Vandaar! De laatste dienst was in een zigeunergemeente, die onderdak had gevonden in een afgedankte voormalige kolchozenboerderij. Begeleiding van de zang geschiedde met een buik­ orgeltje. Op kosten van HOE is er later een kerkje gebouwd.

Foto’s: RD, Anton Dommerholt

D

e grondlegger van HOE was ds. J. van ­Rootselaar. Hij diende als predikant in Delft en sloot zijn dienst in 1971 in IJsselmuiden af. Als emerituspredikant kreeg hij in beide gemeenten mensen om zich heen die zich gingen inzetten voor hulpverlening aan christenen in het communistische Hongarije. Op zeker moment belde hij me op, omdat hij het plaatselijke werk wilde omzetten in landelijk werk. Of ik voorzitter wilde worden. Zo werd de Stichting Hulp Oost-Europa geboren. Het moge duidelijk zijn dat het in die beginjaren nogal anders toeging dan vandaag. Vandaag is HOE een geoliede professionele organisatie, met een bureau en vaste medewerkers. Toen werd alles door vrijwilligers gedaan, zonder beleidsnota’s of teamverbanden. Er werd gereisd. Er werden contacten gelegd. Met auto’s, die verborgen ruimten hadden, werden in het Hongaars vertaalde boeken, (kinder)bijbels, zondagsschool- en ander onderwijs­materiaal getransporteerd.

Hoe magazine


16

Hoe magazine

‘ In grote dankbaarheid zie ik terug op alles wat vanuit HOE onder de zegen des Heeren mocht geschieden’ Contactpersonen

HOE kreeg een uitgebreid net van contactpersonen in Oost-Europa. Ik beperk me tot Hongarije. In de begintijd hadden we vooral contact met de inmiddels overleden predikanten Czövek Olivér (1931-2009) en Harkai Ferenc (1950-2005). Laatstgenoemde was in contact gekomen met ds. Van Rootselaar, toen die hem bezocht in zijn eerste gemeente Täzlär. Vanwege zijn grote kennis van zaken werd hij voor bezoekers een onmisbare vraagbaak. De pastorie van ds. Czövek was vanaf het begin een logeeradres. De eerste keer bij hem was ook best spannend: hoe veilig zijn we hier? Uit de begintijd moeten ook twee andere predikanten worden genoemd, te weten Bán Jozsef en Németh Géza, twee verknochte vrienden. Van Németh Géza vertaalden we een soort catechismus (Számadás), die naar later bleek niet helemaal spoorde met onze identiteit. Later vertrouwde Bán Jozsef zijn vriend Német Géza niet meer en vluchtte hij naar Zwitserland, waar hij plotseling voor ons stond in een van de vakantiekerkdiensten in Interlaken. Mede door onze bemiddeling werd hij in Zürich predikant. Bij mijn afscheid als voorzitter had hij gezongen. Van hem gold wat Willem de Merode over Luther schreef: Hij kon zingen dat de wanden (van het klooster) dreunden. Na de Wende is hij teruggekeerd naar Hongarije, waar hij vorig jaar overleed. De vertrouwenskwestie speelde overigens overal. Wie kon wie vertrouwen? Dat maakte het werk van HOE soms ook kwetsbaar. Verder moet ik noemen Szabo Daniël. Hij was een kundig vertaler. Onder het communistische regime mocht hij geen dominee worden. Maar onvermoeibaar reisde hij, en reist hij nòg, stad en land af als getuige van Christus.

Kerkelijk

Voor de Wende aan het begin van de jaren negentig liepen we met een grote boog om de kerkleidingen, c. q. de bisschoppen heen. In hoeverre werkten die immers samen met de communistische overheid? Ik hield er vele lezingen voor predikanten, ouderlingen of gemeenten, maar wel in het diepste geheim. Na de Wende werden drie van de vier bisschoppen vervangen. Vanaf dat moment groeiden ook de kerkelijke contacten met HOE, vooral in het Boedapestdistrict. Er kwam met steun van HOE, op gezag van de synode van de Hongaarse Hervormde Kerk, een gereformeerde universiteit tot stand, de Károli Gáspár Universiteit, waarbinnen de 150 jaar oude theologische opleiding van de Radayfaculteit werd geïntegreerd. Dat contact kreeg bijvoorbeeld ook zijn beslag in conferenties van predikanten uit Nederland en Hongarije, tot heden drie maal in Hongarije (Matrahaza) en een keer in Nederland. Dan staan Nederlandse predikanten op Hongaarse kansels en omgekeerd. Voor die conferenties werken HOE en de Gereformeerde Bond nauw samen. Na veertig jaar ervaring met HOE ben ik dankbaar voor deze diepte-­investering. In grote dankbaarheid zie ik terug op alles wat vanuit HOE onder de zegen des Heeren mocht geschieden. In dat werk waren personen betrokken die ik noemde. De meeste mannen van het eerste uur zijn overleden. Maar ik denk vooral ook aan de ‘naamlozen’: de vele ­toegewijde vrijwilligers, daar en hier. HOE mocht een ­werk-gemeenschap  worden. Huizen, J. van der Graaf (voorzitter Raad van Toezicht)


jubileumuitgave | april 2016

Hoe magazine

17

HOE HET BEGON

De oprichter van Hulp Oost-Europa, ds. J. van Rootselaar (1906-1990) heeft zijn hele leven klaargestaan voor verdrukte en in armoede levende mensen. Hij bood bijvoorbeeld hulp aan de Hagesteinse steenovenarbeiders op de ‘Ossewaard’. Een dringende oproep van een gepensioneerd schoolhoofd om de vervolgde christenen in Oost-Europa te helpen, was voor hem reden om zich te richten op de nood van de kerk in Hongarije.

O

p 67-jarige leeftijd begon hij zich de Hongaarse taal eigen te maken. Toenmalig algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, Ir. J. van der Graaf uit Huizen, hoorde van het verlangen van Van ­Rootselaar om de vervolgde kerk te ondersteunen. De predikant werd uitgenodigd en tijdens dat gesprek vertelde Van der Graaf dat de Generale Diaconale Raad 80.000 gulden had beschikbaar gesteld aan de Gereformeerde Bond om geloofsgenoten die leden onder het communisme te

kunnen helpen. Helaas had de bond geen organisatie. De algemeen secretaris vroeg Van Rootselaar zo’n organisatie op te zetten. In het voorjaar van 1974 maakte Van Rootselaar, samen met enkele mensen uit Baarn, zijn eerste reis naar ­Hongarije. In ­Kecskemét verbleef hij veertien dagen in de pastorie van dr. Balogh Lászlo en bezocht vele gemeenten in de omgeving. Een half jaar later bezocht hij samen met zakenman Aad de Boo voor de tweede keer H ­ ongarije. In het plaatsje Gara ontmoette hij ds. Bán Jószef en zijn gezin. Daar zou hij

enkele dagen verblijven, maar het liep anders. Hij werd getroffen door een hartaanval. In het ziekenhuis van Baja, zo’n 15 kilometer van Gara, constateerde de specialist dat hij last had van bronchitis, maar een dag later bleek het toch te gaan om een ernstige hartaanval. Zijn vrouw nam de eerste vlucht naar Hongarije om bij haar man te zijn. Hij verbleef vier weken in het ziekenhuis en twee weken bij ds. Bán. Ondertussen bezocht De Boo alle adressen. Na deze periode keerde hij, erg verzwakt, terug naar Nederland. Dit was zijn laatste

reis naar Oost-­Europa. Maar het werk voor Oost-Europa stond niet stil. In het voorjaar van 1975 werd een vaste commissie gevormd voor Oost-Europawerk. De voorlopige organisatie kreeg de naam Hulp Oost-Europa. Deze neutrale naam werd gekozen om zo min mogelijk argwaan te wekken bij de communistische autoriteiten in Oost-Europa. Dr. Ir. J. van der Graaf werd gekozen als voorzitter. In datzelfde jaar begon ds. Van Rootselaar met het geven van diverse lezingen door het hele land. In 1976 kreeg Hulp Oost-Europa een ­officiële status.


18

Hoe magazine

Jubileumactiviteiten Donateursreis VERTREK OP 27 SEPTEMBER 2016

Fiets sponsortocht Van 2 tot en met 6 mei 2016 ­stappen enthousiaste jongeren en ouderen op de fiets om van ­Bratislava naar Budapest te fietsen.

Reis mee met Stichting HOE naar Hongarije, Slowakije en ­Roemenië. In 12 dagen tijd bezoeken we verschillende hulp­projecten en

­prachtige steden in drie landen. Geniet in Budapest van de bekende bezienswaardigheden zoals de Opera en het Vajda­hunyad kasteel, bewonder in Gödöllő het barokke zomerhuis van Koningin Sissi en bezoek o.a. in Roemenië twee lokale hulpprojecten.

Bij de reis inbegrepen zijn:

• Vervoer per comfortabele touringcar voorzien van toilet, airconditioning en koffie- en theefaciliteiten • 2 Overnachtingen in Duitsland in een 3* hotel op de heen- en terugreis • 9 Overnachtingen in 3* hotels in Budapest en Debrecen • Verblijf in 2-persoonskamers met eigen bad/douche en toilet • Verblijf op basis van halfpension • Excursies en entreegelden* • Wijnproeverij in Disznókő • Boottocht over het Tisza Meer • Lokale gids in Budapest (Nederlandssprekend, halve dag) • Lokale gids in Nyíregyháza (Engelssprekend, halve dag) • Lokale gids in Debrecen (Engelssprekend, halve dag) • Reisleider van Beter-uit • Reisinformatiepakket per boeking De prijs is: € 1075,- per persoon Vertrekdatum: 27 september 2016 Meer informatie: www.alleleeftijden.beter-uit.nl Zoek op bestemming Hongarije. * I nbegrepen entreegelden zijn: Stephan Basilica Budapest, Opera gebouw Budapest, Matthias Kerk Budapest, Vissersbastion Budapest, Kasteel Visegrád, Royal Palace Gödöllö, Kasteel Sárospatak, Grote kerk in Debrecen, Lake Tisza Ecocentre, Kasteel Eger en B ­ asilica Eger.

De opbrengst van deze actie is bestemd voor het jubileumdoel: Kansen voor kinderen in Oost-­ Europa. De deelnemers betalen de reis zelf. Van iedere fietser wordt verwacht dat er 1.000 euro wordt opgehaald dat ingezet worden voor o.a. de volgende doelen: 1. Ondersteuning aan (wees)kinderen in kindertehuizen 2. Ondersteuning aan evangelisatiekampen 3. Uitgave van kinderbijbels 4. Het mogelijk maken van christelijk onderwijs, en in het bijzonder voor Romakinderen.

Als u een van de fietsers wilt ­sponsoren kunt u dat doen op de speciale actiewebsite: fietsenvoor.hulpoosteuropa.nl. U kunt ook een bijdrage leveren via deze link of via ­rekening NL84 INGB 0000 0088 87 van ­Stichting HOE. Vermeld bij uw gift: ‘Fietssponsor­tocht voor kinderen’.


jubileumuitgave | april 2016

Hoe magazine

19

Doneren via uw mobiel U kunt tegenwoordig ook heel gemakkelijk met uw mobiele telefoon aan ons doneren. Ga naar www.whydonate.nl/hulp-oost-europa of download de gratis whydonate app in de Google Playstore en zoek ons op. Met een paar drukken op de knop is uw donatie verricht.

Lespakket voor basisscholen

De Jongerencommissie van Stichting HOE heeft een lespakket ontwikkeld dat te gebruiken is in groep 6, 7 en 8 van de basisscholen. Kinderen kunnen op een speelse en afwisselende manier kennismaken met het werk van Stichting HOE. Hun blik wordt verbreed, want ze leren over de levenswijze van kinderen in Oost-Europa. Ze proberen zich te verplaatsen in een kind in arme omstandig­heden. Een dagopening daagt ze uit na te denken over de bijbelse opdracht om je naaste te helpen. De leskist is aan te vragen via het kantoor van ­Stichting  HOE.

RT EN OU DE AN SI CH TK AA

oud e an sic h tkaarten Wan neer u besch ikt o ver u ons wil t afs taa n, ku nt van voor 1960 die u aa n m et de h eer H. J. K. h ier o ver con tac t opn em en tie voor Hu lp Oos tVersluis, die de kaa rtenac on 0318-521232 of m et ons Eu ropa coördineert: tel efo efoon 0342-420554. kan toor in Ba rne veld, tel hulpoosteuropa.nl. Ma ilen mag ook: info@

Kinga Bán treed op tijdens jubileumconcert in Harderwijk Datum: 10 september 2016 Locatie: Grote Kerk Harderwijk Aanvang: 20.00 uur

Met medewerking van het Hervormd Mannenkoor IJsselmuiden-Grafhorst o.l.v. Freddy Veldkamp Harry Hamer - orgel Marinus van Steenwijk - vleugel Kinga Bán – soliste Het concert wordt gehouden wegens het 40-jarig bestaan van ­Stichting HOE. Kinga Bán is gevraagd om medewerking te verlenen, omdat haar Hongaarse grootouders een van de eerste contacten waren die Hulp Oost-­Europa had in Hongarije. Kinga is bekend als zangeres van Sela. Ze zingt vanaf haar 12e jaar in de kerk en is in 2005 afgestudeerd aan het conservatorium. Ze is betrokken geweest bij Opwekking en Psalmen voor Nu. Naast het zingen bij Sela, komt nu haar eigen CD uit: ‘Uit liefde’.


Minibijbelboekjes voor de jeugd In samenwerking met een uitgeverij in Roemenië willen we dit jaar Roemeenstalige miniboekjes met tekeningen van Kees de Kort uitgeven. Het Nederlands Bijbel­ genootschap, die in het verleden in Nederland een serie boekjes uitgaf met de tekeningen van De Kort, zorgde ervoor dat de aansprekende afbeeldingen gebruikt mochten worden in de Hongaarse versie van deze boekjes. In de Hongaarstalige serie, met korte Bijbelverhalen voor de jeugd, zijn inmiddels alle boekjes samen­gesteld en gedrukt. Het is de ­bedoeling dat dit jaar vijf titels zullen verschijnen. Het betreft een oplage van 3.000 stuks per deeltje. Kerkelijke gemeenten in Oost-­Europa kunnen op aanvraag deze boekjes gratis aanschaffen. Stichting HOE stelt 5.000 euro beschikbaar om de deeltjes uit te geven.

Het drukken van een boekje kost ongeveer 50 cent.

Hoeveel boekjes neemt u voor uw rekening?

stichtinghoe.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.