2 minute read
VERBONDEN IN SPIRITUALITEIT
Na Britten en Hindemith, en Vivaldi en Piazzolla combineert violiste Arabella Steinbacher nu Arvo Pärt en Johann Sebastian Bach op één cd. Niet om een combinatiereeks voort te zetten, maar gewoon omdat voor haar Bach en Pärt in geest en sfeer met elkaar verbonden zijn.
vierjarige al viel voor de muziek van Bach. “Ik heb nu zelf een dochter van drie jaar. Ze hoort en ziet mij spelen en ze heeft een kleine viool. Ze geniet van muziek, maar ik heb nog niet de drive geconstateerd die ik op die leeftijd al had.”
Advertisement
“Er zijn al zoveel opnamen van zoveel werken, zeker ook van deze werken van Bach en Pärt”, verzucht Arabella Steinbacher. “Vaak betrap ik musici erop dat ze iets anders dan anderen doen, alleen maar om op te vallen. Maar muziek moet voor zich spreken. Goede muziek heeft geen extra fratsen nodig.”
Vandaar dat ze ook op haar jongste cd met vioolconcerten van Bach, ingekapseld door Fratres en Spiegel im Spiegel van Pärt, gewoon speelt zonder opsmuk, maar met een grote liefde voor de noten. “Ik ben al verliefd op het langzame deel van Bachs Vioolconcert in a-klein BWV 1041 sinds ik het voor het eerst hoorde. Ik was vier en speelde al een jaar viool. Ik wilde het meteen proberen te spelen. Het is muziek die zo diep gaat.”
Inmiddels begrijpt ze de verbazing van anderen over het feit dat ze als
Nu had Steinbacher het voordeel dat ze opgroeide in een gezin waar muziek het dagelijks brood en meer was. Haar moeder zong en gaf vioolles volgens de Suzukimethode, haar vader speelde piano. “Ik ging als driejarige mee naar de groepslessen van mijn moeder. Die Suzukimethode kwam op mij over als leuke spelletjes doen. Ik wilde meedoen en zo is het spelenderwijs begonnen. Vervolgens had ik thuis een vader die mij kon begeleiden. En toen ik Bach hoorde wist ik het zeker: ik word violist.”
Nog steeds is Bach spelen een compleet spirituele ervaring voor haar. “Het blijft fascinerend. Als ik een paar dagen niet speel om weleens wat afstand te nemen, word ik erg ongelukkig. Zo gauw ik mijn viool weer pak en Bach speel, voel ik dat ik leef. Die spiritualiteit is ook precies wat Bach en Pärt voor mij met elkaar verbindt. Ze mogen dan eeuwen van elkaar gescheiden zijn en een andere taal spreken, het achterliggende gevoel is voor mij hetzelfde.”
Ze neemt Fratres als voorbeeld. “Na dat wilde begin met die arpeggio’s ben je haast aan het einde van je energie. Wat volgt is een directe weg naar het totale niets waarin je alles om je heen vergeet. Het is als mediteren. Ook voor de luisteraar. Het enige dat je als musicus hoeft te doen is zo geconcentreerd blijven dat je de spanningsboog tot het einde vasthoudt. Volgens mij is dat gelukt, ook in het dubbelconcert samen met Christoph Koncz.”
Voor Steinbacher is er uiteraard een stijlverschil tussen Bach en Pärt, maar ze gaat niet zover dat ze Bach op historische instrumenten of met een andere strijkstok speelt. “Voor Pärt heb ik veel kracht nodig en Bach speel ik wat lichter. Ik wil de muziek spelen zoals ik haar voel en niet opeens volgens de regels van de oude muziek gaan spelen omdat het toevallig barokmuziek is. Als musicus ben je vrij om de noten tot je te laten spreken en ze te spelen zoals je ze voelt. Zolang het de muziek maar dient. Ik hoop dat vooral dat laatste met deze cd duidelijk overkomt.”