HANDEL
SUIKER
ZONDER TOEGEVOEGDE
1
DEL Voor HAoNk de o r a wa ting boer goeesft in he
Voor vragen en opmerkingen: Arne Schollaert hoofd politiek beleid, jongeren- en Zuidwerking arne.schollaert@oww.be Bron: Casestudy ‘Handel in suiker: een ongelijk speelveld voor het Zuiden’, te downloaden op www.oxfamwereldwinkels.be/suikerketen Illustraties: Marijn Dionys
2 SUIKER
van biet en riet De internationale handelsregels bepalen waar er hoeveel toegevoegde waarde gecreĂŤerd kan worden. Wie waar de vruchten van handel kan plukken. Door de handelsregels van de Europese Unie kunnen rietsuikerproducenten uit bepaalde landen bijna niets verkopen bij ons. De regels houden suiker uit het Zuiden buiten de EU, tenzij die de belangen van suikerproducerend Europa kan dienen. Zo ontneemt Europa duurzame kleinschalige rietproducenten een hefboom tot ontwikkeling. En zo blijft het aanbod van suiker in de EU beperkt en de prijs voor de consument hoog. Een klein groepje suikerbedrijven lacht in zijn vuistje. Een verhaal over rietsuiker en bietsuiker, dat je helaas ook over andere grondstoffen kan schrijven. Want de spelregels van de Europese suikermarkt zijn een schoolvoorbeeld van oneerlijke handelsregels die alleen de belangen van de Europese industrie dienen. 3
ONZINNIG VEEL BIETSUIKER Suikerriet groeit in het Zuiden, suikerbieten hier in Europa. Om te voldoen aan de hoeveelheden suiker die we hier in de EU consumeren, heeft kleinschalig geproduceerde rietsuiker uit het Zuiden een comparatief voordeel op industrieel geteelde bietsuiker, als je rekening houdt met het milieu en het efficiënte gebruik van productiefactoren als kapitaal, arbeid en grond. Je zou dus verwachten dat kleinschalige suikerrietproducenten vlot een mooi marktaandeel kunnen behalen in de EU, maar dat is niet het geval. In de EU wordt onzinnig veel bietsuiker gemaakt.
Landbouw op mensenmaat Er is nood aan meer duurzame landbouw op mensenmaat, zowel in het Zuiden als in het Noorden. Laten we handel dus reguleren in functie van onze wens tot het behoud van een leefbare planeet en alles belasten wat milieuvriendelijker zou kunnen, of het nu binnen of buiten de EU geproduceerd wordt. Want industriële monocultuur in pakweg Brazilië biedt ons en de volgende generaties uiteraard geen rooskleuriger perspectief dan het protectionistische suikerbeleid van de EU. Het kan toch zo moeilijk niet zijn om landbouw die onhoudbaar veel energie, water en pesticiden verslindt minder winstgevend te maken dan landbouw die wel rekening houdt met de draagkracht van onze planeet? Bovendien, op een gezonde internationale markt met eerlijke spelregels leven efficiënte suikerbieten- en suikerrietpoducenten naast elkaar. Boeren wiens teelt 4 SUIKER
minder geschikt is voor de ligging, waardoor ze die teelt minder ‘efficiënt’ produceren en te veel (milieu)kosten veroorzaken, schakelen dan wel vanzelf over naar een teelt die wel rendabel is. 5
HANDELSREGELS BEVOORDELEN SUIKERBIETENTEELT Het suikerbeleid van de EU (deel van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) reguleert de productie en de handel van suiker binnen de EU. Wat houdt dit in? Binnen de EU kan er onbeperkt suiker verhandeld worden. Maar voor suiker uit niet-EU-landen liggen de kaarten helemaal anders: allerhande regels schermen de EU-markt af. Ze zorgen ervoor dat deze suiker alleen de EU binnenkomt als het in ons industriĂŤle of politieke kraam past. Gevolg: rietsuikerproducenten uit het Zuiden kunnen hun suiker bijna niet verkopen aan klanten in de EU. Nochtans, was de Europese suikermarkt gezond gereguleerd, in plaats van gereguleerd op maat van de Europese suikerproducenten, dan zou handel met Europa voor de kleinschalige, duurzame producenten in het Zuiden een krachtige motor voor ontwikkeling zijn.
GEEN GEZONDE MARKTWERKING In de EU-suikersector is er geen sprake van gezonde marktwerking. Blind voor wat er in de buitenwereld gebeurt, bevoordeelt de EU de suikerindustrie binnen haar grenzen op twee manieren: 1. De EU zorgt ervoor dat de Europese bietsuikerindustrie haar suiker op een afgeschermde markt kan verkopen aan een hoog gehouden prijs. 2.. Via taksen maakt de EU rietsuiker uit vele landen in het Zuiden duurder dan bietsuiker uit Europa. 6 SUIKER
1. AFGESCHERMDE SUIKERMARKT Subsidies De EU ondersteunt en subsidieert de eigen grootschalige bietsuikerteelt, waardoor ze kan concurreren met de rietsuikerteelt in het Zuiden. Zo stimuleert de EU boeren om suikerbieten te planten, terwijl het zinvoller is om bijvoorbeeld rapen, witloof of schorseneren te telen. We pompen subsidiegeld in het levensvatbaar maken van de suikerbietenteelt en ontmoedigen zo boeren om gewassen te planten die wel efficiënt en duurzaam geteeld kunnen worden in ons klimaat. En dat terwijl de EU-subsidies officieel bedoeld zijn om te investeren in duurzamere landbouw. Productiequota en minimumprijzen De EU bepaalt hoeveel ton suiker er binnen haar grenzen maximaal geproduceerd mag worden voor de EU-markt – de befaamde ‘productiequota’. Zo zorgt de EU ervoor dat er voor alle suiker die geproduceerd wordt, gretig afname is. Daardoor kunnen de bedrijven die de suikerbieten tot suiker verwerken een erg goede prijs onderhandelen. En ze kunnen bovendien gerust zijn: wanneer de suikerprijs binnen de EU te
7
ver onder een bepaalde referentieprijs daalt, dan grijpt de EU in. Bovendien, hoewel de suikerproducerende bedrijven verplicht zijn een minimumprijs te betalen voor suikerbieten, hangen ook de bietenboeren aan de ketting: het zijn de suikerproducerende bedrijven die bepalen waar suikerbiet te gelde gemaakt kan worden, want op basis van de productiequota van de EU bepalen zij hoeveel de boeren mogen inzaaien. Het is zonneklaar dat deze afgeschermde markt niet houdbaar is, maar vaak wordt aangehaald dat de tewerkstelling zou dalen als we deze protectionistische maatregelen zouden afbouwen. Onterecht. Want de suikerbietenteelt creĂŤert tewerkstelling, maar verslindt ook belastinggeld onder de vorm van subsidies. Als je die subsidies wegneemt, maken suikerbietenboeren zelf wel verstandige keuzes: overschakelen op andere teelten, bijvoorbeeld. Dat zal misschien leiden tot minder jobs in de suikerbietenteelt. Maar er is geen reden om aan te nemen dat die andere teelten minder arbeidsintensief zouden zijn en dat er dus jobs verloren zullen gaan in de landbouwsector.
8 SUIKER
Landbouwsubsidies om tewerkstelling te behouden? Voorstanders van de protectionistische subsidies aan de landbouw gebruiken vaak het argument dat de landbouw voor jobs zorgt. De schrik zit erin dat mensen hun job zullen verliezen als de landbouwsubsidies afgebouwd worden. Maar deze subsidies zijn een erg dure manier om jobs te beschermen. En is het logisch dat een jeugdwerkloze het met 150 keer minder EU-subsidie moet stellen dan een Belgisch landbouwbedrijf? (cijfer voor periode 2014-2020) De EU zet haar middelen niet rechtstreeks in voor het doel dat ze zegt voor ogen te hebben. Jobs creĂŤren of behouden, doe je met een degelijk tewerkstellingsbeleid, niet met protectionistische maatregelen. Want die hebben te veel schadelijke neveneffecten.
9
2. INVOERTAKSEN MAKEN RIETSUIKER DUUR De EU belemmert de invoer van rietsuiker door hoge invoertaksen te heffen. Zo beschermt Europa haar eigen bietsuikermarkt. Bijvoorbeeld: een Europees bedrijf dat rietsuiker koopt van een producent in Paraguay betaalt per ton suiker een invoertaks van 419 euro (februari 2016). Als je weet dat een ton suiker, transport inbegrepen, zo’n 900 euro (februari 2016) kost, begrijp je meteen waarom veel Europese bedrijven hun suiker meestal elders kopen. En dat kan je hen moeilijk verwijten: voor hun bedrijf is het de verstandigste keuze. Invloed van invoertaks Een bedrijf dat verwerkte rietsuiker wil kopen uit Paraguay betaalt boven op de prijs van de suiker nog eens de helft van dat bedrag aan invoertaks. Gevolg: de meeste Europese bedrijven kopen rietsuiker uit een land waarvoor geen invoertaks geldt of kopen bietsuiker uit Europa. Je raadt al wie de dupe is.
10 SUIKER
EEN GECONCENTREERDE MARKT Het gebrek aan gezonde marktwerking werkt bovendien concentratie van de Europese suikerindustrie in de hand. Alsmaar minder bedrijven in alsmaar minder landen spelen mee. In sommige EUlanden is de concentratie wel erg frappant. In Frankrijk controleren drie bedrijven – Südzucker, Tereos & Cristal Union – vijfennegentig procent van de suikermarkt. In België produceert Südzucker, de bedrijvengroep waar Tiense Suiker toe behoort, tweeënzeventig procent van de suiker die hier volgens de EU-regels verkocht mag worden. Met andere woorden: een klein groepje suikerbedrijven verdeelt de afgeschermde Europese suikermarkt onder elkaar.
Suikerfort Europa Wereldwijd is het suikeraanbod (biet- en rietsuiker) groter dan de vraag naar suiker. Daardoor daalt de suikerprijs op de wereldmarkt. In de EU ligt de suikerprijs continu op een hoger niveau. Door alle kunstgrepen die er gebeuren, heeft de suikermarkt binnen de EU geen relatie meer met wat er in de rest van de wereld gebeurt. De belangen van een kleine groep machtige bedrijven en het gebrek aan politieke moed bepalen wat er gebeurt op de EU-suikermarkt. En dat is in het nadeel van de EU-burger, van duurzame en efficiënte suikerriettelers in het Zuiden én van gezonde landbouw hier bij ons. 11
PROTECTIONISME SCHAADT GEEN EERLIJKE KANS VOOR RIETSUIKERPRODUCENTEN Kleinschalige rietsuikerproducenten in het Zuiden hebben op verschillende vlakken minder troeven in handen dan grootschalige bietsuikerproducenten in het Noorden.
1. GEEN ZEKERHEDEN Door de belemmerende regels van de EU kunnen rietsuikerproducenten uit het Zuiden bijna geen suiker verkopen op de EU-markt. De ruwe rietsuiker die wel binnenkomt, heeft dat te danken aan eigenbelang van de EU. In functie van de vraag en het aanbod in de EU, beslist de EU hoeveel rietsuiker er binnen mag aan een verlaagde taks, uit een beperkt aantal landen. Behalve voor een kleine groep ‘bevoorrechte’ landen, verandert de hoogte van die taks trouwens voortdurend. Ook daarbij laat de EU zich dus leiden door de belangen van grote suikerbedrijven en de eigen budgettaire belangen.
12 SUIKER
Omdat deze maatregelen elk jaar veranderen, kunnen zelfs de kleine rietsuikerproducenten uit die paar ‘bevoorrechte’ landen niet inschatten hoeveel ze zullen verkopen en verdienen. Om die reden geeft geen enkele bank hen leningen voor investeringen. En als ze meer zouden produceren dan ze zeker zullen verkopen, riskeren ze dat ze met hun oogst blijven zitten als de EU hun suiker uiteindelijk toch niet toelaat. En zo blijven ze jaar na jaar ter plaatse trappelen, in tegenstelling tot hun collegasuikerproducenten uit de grootschalige geïndustrialiseerde monocultuur, die deze onzekerheid wel kunnen opvangen.
2. GEEN VANGNET Bovendien zijn de omstandigheden waarin de kleinschalige boeren in het Zuiden hun suiker produceren een pak lastiger: zo kunnen boeren in het Noorden bijvoorbeeld rekenen op goed opgeleide werkkrachten, een goede infrastructuur en een sociaal vangnet. Hun collega’s in het Zuiden moeten het zonder al deze middelen stellen. Nochtans zou hun landbouwmodel weleens het alternatief kunnen blijken voor de onhoudbare industriële manier van werken, die het milieu beschadigt en absurde hoeveelheden energie en water verslindt. Een voorbeeld uit Paraguay: toen in de jaren 1990 de vraag naar biologisch geteelde rietsuiker plots steeg in de Verenigde Staten, konden weinig producenten snel genoeg overschakelen op bioteelt. De kleinschalige boeren van de coöperatie Manduvirà konden dat wel, omdat ze in de praktijk al biologisch werkten. De coöperatie zag een commerciële kans en greep die met beide handen. Intussen groeide Manduvirà uit tot een sterke speler in haar land. 13
OOK CONSUMENT BETAALT De landbouwsubsidies die de EU uitdeelt, zijn officieel bedoeld om te investeren in meer duurzame landbouw. In de praktijk gaat dit geld vooral naar grootschalige suikerbietentelers. Het houdt dus net een teelt in leven die niet duurzaam is. Bovendien profiteren vooral de grote spelers ervan, de bedrijven die het zich kunnen permitteren geen rekening te houden met kleine producenten en consumenten. Via onze belastingen betalen we hier allemaal aan mee. Zonder dat we het beseffen, en dus protesteren we niet. En betalen we te veel voor elk gesuikerd product dat we kopen. De huidige handelsregels houden dat in stand, doordat ze voorkomen dat er meer suiker op de EU-markt komt: a. Europese bietsuikerproducenten mogen niet mĂŠĂŠr suiker produceren voor de EU-markt dan de hoeveelheid die de EU vastlegt (productiequota). Het aanbod wordt bewust lager gehouden dan de Europese vraag naar suiker. b. Om aan de Europese vraag naar suiker te voldoen, voeren Europese bedrijven ruwe rietsuiker in. Maar uiteraard alleen die hoeveelheid die ze aan lage invoertaksen of zonder invoertaksen kunnen invoeren. Want alles wat ze meer invoeren wordt zo zwaar belast, dat het niet rendabel is. Nog een manier van de EU om binnen haar grenzen het suikeraanbod lager te houden dan de vraag.
14 SUIKER
De bedrijven in de EU die suiker als grondstof gebruiken, willen kunnen concurreren met bedrijven elders in de wereld. Hoe minder ze moeten betalen voor de suiker die ze nodig hebben, hoe beter dat lukt. Om het aanbod dichter bij de vraag te laten aanleunen en zo de prijs te laten dalen, lobbyen deze bedrijven bij beleidsmakers. Op beide fronten: a. Toelating om meer bietsuiker te produceren en op de markt te brengen in de EU (hogere productiequota). b. Lagere invoertaksen voor ruwe rietsuiker, die in de EU verwerkt kan worden.
15
16 SUIKER
ZINVOLLE UITZONDERINGEN? De suikerlobby kreeg voor elkaar dat rietsuiker uit bepaalde landen de EU wĂŠl binnen mag zonder invoertaks te betalen, of tegen een lage taks. Daarbij gaat het vaak over landen in ontwikkeling, die baat hebben bij een voorkeursbehandeling. Alleen kwamen deze uitzonderingen op de protectionistische maatregelen er niet uit bezorgdheid over de landen in kwestie, maar zijn ze volledig ingegeven door de belangen van de Europese industrie.
En ze hebben erg schadelijke neveneffecten: In de landen waaruit taksvrij ingevoerd mag worden (bv. Laos), palmen grote bedrijven stukken grond in die op papier aan niemand toebehoren. Ze maken misbruik van de onduidelijke eigendomsrechten in die landen en leggen er enorme suikerrietplantages aan. De boeren die al generaties lang op dat land wonen en aan landbouw doen, verliezen van de ene dag op de andere hun bron van voedsel en inkomen. Uit noodzaak gaan ze werken op de plantage van de nieuwe grondeigenaar en worden ze afhankelijk van dat bedrijf.
17
De suikerrietproducenten in de landen waaruit taksvrij ingevoerd mag worden, kunnen er niet van uitgaan dat ze kunnen blijven verkopen in de EU, want de EU-regels veranderen voortdurend. Gevolg: deze producenten kunnen nooit het risico nemen om investeringen te doen. Geen goede zaak als je zaken wil doen, en zelfs onoverkomelijk voor kleinschalige producenten. Producenten uit rietsuikerproducerende landen waarvoor wel een hoge invoertaks geldt, zoals Paraguay, maken nรณg minder kans om op de EU-markt te verkopen. Hoewel ze alles in hun mars hebben om te kunnen concurreren met suikerbieten die in de EU geteeld worden.
18 SUIKER
Wie kiest uit welke landen je taksvrij mag invoeren? De landen waaruit je taksvrij mag invoeren, zijn landen die baat hebben bij een voorkeursbehandeling. Maar je kan vragen stellen bij de manier waarop deze landen ‘uitverkoren’ zijn. En vooral: waarom bepaalde andere landen uit de boot vallen. Ook hier hebben de grote spelers een hand in. Een stukje geschiedenis: voor 1975 konden bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk taksvrij rietsuiker invoeren uit de landen uit de voormalige British Commonwealth. Toen het Verenigd Koninkrijk in 1975 wou toetreden tot de EU, zou dat voordeel verdwijnen. Maar de lobbyisten van de machtige Britse suikerbedrijven konden verkrijgen dat bedrijven uit de hele EU taksvrij konden blijven invoeren uit de Commonwealth-landen. En ze zullen de EU dit veertig jaar later niet zomaar laten terugdraaien. Bovendien hebben ze intussen ook grote belangen in landen die nooit tot de Commonwealth behoorden, maar waaruit ze ook taksvrij mogen invoeren.
19
VICIEUZE CIRKEL Beleidsmakers beseffen goed dat het gebrek aan eerlijk gereguleerde marktwerking schadelijke gevolgen heeft voor iedereen, behalve voor de enkele grote spelers in de suikerindustrie. Waarom hebben zowel de EU als de VS anders een mededingingswetgeving? Ook onderzoek toont dat onmiskenbaar aan. Toch geven onze Europese beleidsmakers de belangen van enkelen voorrang op het belang van miljoenen burgers. Waarom? Zelf wijzen beleidsmakers vaak naar de tewerkstelling in de bietsuikersector binnen de EU. Maar daarover valt te discussiëren. Andere redenen die ze aanhalen zijn het recht van de EU om duurzame landbouw te promoten, en het recht om binnen de EU voldoende aanbod te garanderen van ‘strategische’ gewassen, omdat je een wereldwijde (economische) oorlog nooit kan uitsluiten. Maar zo duurzaam is de grootschalige suikerbietenteelt in de EU niet, zeker niet als je vergelijkt met de kleinschalige 20 SUIKER
suikerrietteelt in het Zuiden. En de lijst van ‘strategische’ gewassen is bijna eindeloos. Dat doet toch de wenkbrauwen fronsen. Zou het kunnen dat er een andere reden is om suiker uit bijna alle nietEU-landen te weren? Wat is dan de echte reden om het belang van enkele sectoren voorrang te geven op dat van miljoenen burgers? Onze beleidsmakers zitten in een patstelling: de bedrijven die suiker in hun producten verwerken, willen die suiker binnen de EU even goedkoop kunnen kopen als hun concurrenten buiten de EU dat kunnen. Maar als beleidsmakers deze bedrijven hun zin geven, dreigt de suikerprijs onder de referentieprijs te dalen die de EU garandeert aan de bedrijven die suikerbieten tot suiker verwerken. Dat zou betekenen dat de EU moet bijspringen. Maar dat kan het voorziene landbouwbudget niet aan.
21
Die patstelling kunnen we misschien ook cynisch lezen: via productiequota houdt de EU het suikeraanbod binnen de EU lager dan de vraag. Daardoor blijft de suikerprijs binnen de EU hoog genoeg om de suikerproducerende bedrijven te steunen, zonder daarvoor in haar eigen buidel te moeten tasten. Zo houdt de EU haar budget ‘schoon’, maar betaalt de consument voor het beleid dat de lobbyisten van de suikerindustrie bepalen. Bovendien kunnen beleidsmakers politiek moeilijk scoren met het wegnemen van het protectionisme. Want het neemt in heel kleine beetjes, via de belastingen en de te hoge suikerprijs, iets weg bij miljoenen afzonderlijke Europese burgers en consumenten, terwijl het een zichtbaar pak geld opbrengt voor een kleine groep machtige bedrijven met een luide stem. Daarin snijden zou een beleidsmaker veel kritiek opleveren van die machtige spelers, en niet eens veel wierook van de burgers. De cirkel is rond: de huidige handelsregels versterken voortdurend elkaars schadelijke gevolgen. En een klein groepje suikerbedrijven lacht in zijn vuistje. Waar wachten we op om de handelsspelregels te herschrijven, voor een eerlijk gereguleerde internationale markt waarop efficiënte en duurzame suikerbieten- én suikerrietproducenten een eerlijke kans krijgen?
22 SUIKER
Oxfam-Wereldwinkels pleit voor een wetgevend kader dat een prijs kleeft op de enorme milieuschade van geïndustrialiseerde monocultuur. En voor een markt met eerlijke spelregels, die geen rem zetten op de ontwikkeling van het economisch potentieel van het Zuiden. Kortom: voor handel waar ook de boer goesting in heeft.
Lees ook
‘Handel! Maar dan eerlijk’,
Oxfam-Wereldwinkels’ pleidooi voor zinnig gereguleerde handel. Download op www.oxfamwereldwinkels.be/suiker
23
ed. oww: MA16 - 054 • art. nr.: 08447 • Verantw. uitgever: Dirk De Wilde, Ververijstraat 15, 9000 Gent.
MEER WETEN? Benieuwd naar Oxfam-Wereldwinkels’ antwoord op de oneerlijke spelregels in de suikerhandel? Wil je meer weten of zelf iets dóen? Kijk op
oxfamwereldwinkels.be/suikerketen
24 SUIKER