Koffiefolder

Page 1

KOFFIE ERKEERD V

1


HET ZWARTE GOUD “Ik sta op, nog niet wakker. Ik strompel door het huis als een stakker. Maar ondanks alles vind ik mijn doel, op het gevoel. Ja ik ben een gebruiker, het pure spul, dus zonder de suiker. Ik giet het zwarte goud in een kop, en ik leef op.”

VOF De Kunst zong het al in 1987, we zijn met z’n allen gebruikers van het zwarte goud. Voor onze verslaving zijn we volledig afhankelijk van de invoer van koffiebonen uit het Zuiden, want hier in het Noorden zijn ze onmogelijk te telen. Voor de koffieboeren in het Zuiden zou handel met het rijke Noorden meer dan een deftig inkomen moeten opleveren, want de vraag naar hun product is in het Noorden enorm. Maar tot op vandaag zijn zij niets meer dan aanvoerders van een ruwe grondstof en blijven ze zelf straatarm. Handel is een hefboom voor ontwikkeling. En koffie illustreert mooi hoe het Noorden het Zuiden deze ontwikkeling ontzegt. Onrechtvaardige internationale handelsregels zorgen er voor dat enkele grote spelers rijker en machtiger worden en dat het voor de boeren in het Zuiden onmogelijk wordt om zelf gebrande 2 KOFFIE


Concentratie in de koffieketen is nefast voor de producent ĂŠn de consument

koffie te produceren. Want ongebrande (groene) koffie mag je in Europa op de markt brengen zonder dat je tarieven hoeft te betalen, maar voor gebrande koffie zijn de tarieven torenhoog. En daar waar wel nultarieven of voorkeurstarieven toegekend worden voor verwerkte koffie, is dat eigenlijk niet meer dan een cynische illustratie van de hypocrisie van het Europees koffiebeleid. 3


GEEN SIMPEL KOPJE KOFFIE KOFFIEBOER, EEN ZWAAR BEROEP Zeventig procent van de koffie wereldwijd komt van ongeveer 25 miljoen kleinschalige boeren. Dat kleinschalige mag je heel letterlijk nemen. De meeste koffieboeren bewerken een klein lapje grond met daarop onder andere wat koffieplanten. Koffie telen is zeer arbeidsintensief. De betere koffie groeit in de hooglanden, in de bergen. De koffiebessen rijpen niet gelijktijdig. De boeren moeten dus regelmatig terug naar hun koffieplanten om de koffiebessen te plukken, want enkel de rijpe, rode bessen geven kwaliteitsvolle koffie. Met de hand plukken is dan ook de meest aangewezen methode. Na het plukken worden de bonen uit de bessen gehaald. Elke bes levert twee koffiebonen op. Wanneer de bonen voldoende gedroogd zijn, wordt het laatste vliesje verwijderd en spreken we van groene koffie. De bonen zijn klaar om gebrand te worden. Of beter gezegd, klaar om geĂŤxporteerd te worden naar de koffiebranders in het Noorden.

4 KOFFIE


koffieboeren telen hun koffie op kleine percelen, veelal in onherbergzaam gebied 5


HET KLIMAAT VERANDERT ALLES Het kan niet anders, ook de koffieboeren beginnen de impact van de klimaatverandering te voelen. “Wij merken inderdaad dat het klimaat roet in het eten gooit in de koffieproductie. Omdat de regens onvoorspelbaarder worden, is het moeilijk om de oogst te plannen. Bovendien wordt het alsmaar warmer. Een ideale broeihaard voor insecten en parasieten. De laatste jaren hebben wij daardoor meer en meer last van de koffiekever, die onze bonen doorboort en onbruikbaar maakt. En, als we de doorboorde bonen niet opmerken bij het triëren, dan krijgen we koffie met de smaak van rotte aardappel. Niet te drinken, niet te verkopen! Een ramp voor de coöperatie.” Oscar Kubisibwa

van de koffiecoöperatie RAEK in Kivu

Meer over deze partner? www.oxfamwereldwinkels.be/raek 6 KOFFIE


WAT MOET DAT KOSTEN? Het merendeel van de koffie wordt verhandeld op de internationale markt en prijzen worden vastgelegd op de beurzen van New York en Londen. Maar zo ‘vast’ zijn de prijzen niet. Ze veranderen van dag tot dag, zelfs van minuut tot minuut. Voor de koffieproducenten betekenen deze schommelende prijzen een onzeker en onstabiel inkomen. Koffieboeren, vaak ongeschoold, hebben nauwelijks toegang tot correcte prijsinformatie, kunnen deze niet interpreteren én kunnen zich als individuele boer ook helemaal niet indekken tegen de prijsschommelingen. Dit is meteen ook een van de voornaamste redenen waarom kleinschalige boeren zich het best verenigen in coöperaties: samen kunnen de boeren goed opgeleid personeel aanwerven dat de tijd en de capaciteit heeft om de beurzen in het oog te houden. Zo kan de coöperatie zelf met kennis van zaken beslissen wanneer ze de koffie het best verkoopt om winst te maken. En dat is geen overbodige luxe. Want doordat de prijs die de coöperatie kan bedingen afhangt van de koffieprijs op de beurzen van New York en Londen, houdt die prijs altijd voor een deel een gok in. Namelijk, eens ze een prijs met de koper overeen komt, is dat de prijs waaraan ze zullen verkopen. Ook al stijgt of daalt de prijs nadien op de beurs.

7


Hierin schuilt dan meteen ook een grote uitdaging. Een directie of een financieel verantwoordelijke de prijs laten vastleggen als je zelf geen kennis hebt van de marktprijzen is niet vanzelfsprekend. Het vergt een groot vertrouwen van de boeren in het management van de coöperatie en tussen de boeren onderling. Ook moeten de boeren die lid zijn van de coöperatie beseffen dat ze enkel samen de risico’s van de internationale markt aankunnen.

MEER KOFFIE De laatste 50 jaar wordt er wereldwijd meer en meer koffie geproduceerd, voornamelijk door grote spelers die ineens op de koffiemarkt verschenen zijn, zoals Vietnam. Maar het hoogtepunt in productie lijkt bereikt. Grote nieuwe producenten dienen zich niet onmiddellijk aan, en in de traditionele koffielanden vermindert de productie jaarlijks, onder andere door de klimaatverandering. We gingen de laatste jaren ook meer en meer koffie drinken. De groei in consumptie situeert zich vooral in de koffieproducerende landen, ook al zijn de mensen daar vaak traditioneel geen koffiedrinkers.

8 KOFFIE


Koffie zorgt voor winst op de beurs en op de rug van de koffieboer 9


GEEN BINNENKOMEN AAN LIEVER GROEN DAN ZWART ‘Wat we zelf doen, doen we beter’ moeten ze bij de Europese Unie gedacht hebben. Of cynischer: als het ons meer opbrengt, waarom veranderen? Het EU-handelsbeleid is dan ook vooral gericht op het importeren van groene, onverwerkte koffie. Deze groene bonen komen tariefvrij de Unie binnen. Gebrande koffie, oploskoffie of andere verwerkte koffieproducten, komen enkel de Unie binnen als je een invoertarief betaalt. Het principe is eenvoudig: groene bonen zien onze koffieverwerkers graag goedkoop binnenkomen, dus die ontvangen we tariefvrij. Eens die bonen gebrand zijn, dan trekken we een tariefmuur op. Dit fenomeen, tariefescalatie, remt de ontwikkeling van een verwerkende industrie in het Zuiden sterk af.

ZINVOLLE UITZONDERINGEN? De invoertarieven zijn onderhevig aan het ‘nondiscriminatieprincipe’ van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). In mensentaal: leden van de WHO kunnen geen specifieke voordelen of markttoegang geven aan één bepaald land, zonder alle andere landen die lid zijn dezelfde voordelen te gunnen. Een eerlijk 10 KOFFIE


De Europese Unie zuigt gretig en tariefvrij groene koffiebonen op, maar trekt een tariefmuur op voor verwerkte koffie. 11


uitgangspunt. Maar in de praktijk worden er meer en meer handelsakkoorden onderhandeld buiten de WHO om. Zo krijgen we steeds vaker uitzonderingen op de algemene regel, en worden invoertarieven veelal als pasmunt ingezet. Daar waar in de regel dus een tarief geheven wordt op gebrande koffie, geniet de gebrande koffie uit minder ontwikkelde landen en regio’s een lager tarief. Voor invoer uit de minst ontwikkelde landen (MOL-landen), zoals bijvoorbeeld de Democratische Republiek Congo, worden die tarieven zelfs naar nul teruggebracht. Dat lijkt billijk, maar er zit toch wat cynisme in verscholen. De EU beweert dit principe, waarbij de MOL-landen een nultarief krijgen, in te zetten om hun ontwikkeling te stimuleren. Maar de Europese koffiebranders liggen uiteraard niet wakker van de mogelijke concurrentie van een koffiebrander uit Congo. Immers, internationale kredietverstrekkers staan sowieso niet te springen om in een Congolese koffiebrander te investeren. Bovendien zorgt noch de plaatselijke, noch de Europese markt voor een voldoende vraag om een investering te rechtvaardigen. De eerste is te klein, de andere verzadigd. En als er in de MOL-landen geleidelijk aan toch een middenklasse opstaat die zich wel een kopje koffie kan veroorloven, dan wordt het land geschrapt van de lijst met MOL-landen en raken ze hun ‘gunstige’ nultarief kwijt. 12 KOFFIE


Het moet gezegd: in deze is het EU-beleid alvast bijzonder doeltreffend. Nog altijd komt meer dan 96% van de koffie als groene boon de Europese Unie binnen. De meerwaarde blijft in het Noorden en er blijft niets over van de mooie principes om de armste landen te helpen ontwikkelen door er handel mee te drijven.

GECONCENTREERDE KOFFIE Een handvol grote internationale handelaars en koffiebranders domineren de hele internationale koffiemarkt. Zij hebben zoveel macht dat ze hun beslissingen kunnen opdringen aan de andere, zwakkere spelers in de keten. Omdat de overheden niet ingrijpen op deze concentratie op de markt, kunnen die paar spelers meer en meer wegen op de prijszetting. Uiteraard in hun voordeel. De kleinschalige koffieboeren hebben twee grote troeven in handen, hun locatie op de wereldbol en de grote vraag naar hun koffie. Helaas kunnen ze geen van beide troeven uitspelen, door de oneerlijke handelsregels. De kleinschalige koffieboeren wonen in gebieden waar het klimaat en de bodem perfect zijn om goede koffie te telen. Maar ze kunnen daar geen winst uit puren omdat ze geen keuze hebben aan wie ze verkopen. Ze zijn

13


afhankelijk van de enkele, grote opkopers die goed voor elkaar zorgen. Van een vraag-en-aanbodspel, iets waar zij munt zouden kunnen uit slaan, is geen sprake. Wie zijn macht als opkoper laat gelden, heeft ook macht aan de verkoopzijde. Ook als consument deel je dus in de klappen en een groot deel van wat jij betaalt blijft kleven aan een paar grote handen.

GEBRAND IN HET ZUIDEN Een eerste stap om koffie branden in het Zuiden mogelijk te maken is de tariefbarrières wegnemen. Maar dit is niet voldoende. De feiten leren ons dat het toekennen van nultarieven op zich onvoldoende is om in de koffieproducerende landen een verwerkende industrie uit te bouwen. Er is dus meer nodig. Om een verwerkende industrie te kunnen uitbouwen, heb je nood aan vraag naar je product. En doordat die vraag er in vele producerende landen nog niet is, moeten zij opboksen tegen de grote branders in het Noorden. Die bedienen nu de volledige markt en hebben ook nog eens een gigantische voorsprong om in te spelen op eventuele nieuwe markten. Daar wringt dus het schoentje voor de producenten in het Zuiden.

14 KOFFIE


Om koffie te verwerken en op de markt te brengen, moet je heel wat investeringen doen. Investeringen waarvoor je kapitaal nodig hebt. Maar als er in het Zuiden geen koffie verwerkt kan worden, valt er nauwelijks iets te verdienen op de koffie. En dus is er nauwelijks winst die lokaal geïnvesteerd kan worden. Eigen kapitaal is moeilijk te vergaren. En aankloppen bij kredietverstrekkers is vruchteloos, want zonder een lokale markt en zonder grote contracten is het moeilijk om een goede businesscase voor te leggen en weet je dus vooraf dat je geen lening zal krijgen. De boeren in het Zuiden zijn dus gedoemd om enkel en alleen aanvoerder van ruwe grondstoffen te blijven. Dank u Europa!

Voor vragen en opmerkingen: Arne Schollaert Hoofd politiek beleid, jongeren- en Zuidwerking arne.schollaert@oww.be Bron: Casestudy ‘Gebrand op koffie. Tariefescalatie in het Europees koffiebeleid’, te downloaden op www.oxfamwereldwinkels.be/koffieketen Illustraties: Marijn Dionys

15


MEER WETEN? Benieuwd naar Oxfam-Wereldwinkels’ antwoord op de oneerlijke spelregels in de koffiehandel? Wil je meer weten of zelf iets dóen? Kijk op

oxfamwereldwinkels.be/koffieketen

ed. oww: DEC15 - 313 • art. nr.: 08775 - Verantw. uitgever: Joris Rossie, Ververijstraat 15, 9000 Gent.

Voo waa r HANDE boer r ook L g es de t in ho eeft ing


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.