EDITIE KLEIN-BRABANT
NOVEMBER 2017 ADVERTEREN? JAN MOENS: 0479/70 07 59 VOLGENDE VERSCHIJNING: 6 DECEMBER
GEZOND & WEL
Dit is dé formule waarmee jij gelukkig wordt FAC T C H E C K
We gebruiken maar 10% van onze hersenen SOCIO
Is er leven na de dood?
BAKSTEEN
Investeren in vastgoed? Hier moet je op letten
WWW.WIEPER.BE | JAARGANG 10 | NUMMER 104
INTERIEUR
Opruimen met Marie Kondo
MENTALIST
GILI
ZET OPLICHTERS MET DE BILLEN BLOOT
"Je mag je eigen ogen en oren niet vertrouwen, werkelijk alles kan gemanipuleerd worden."
WELKOM
Be e ss tt e e ll e e zz e e rr ,, B Beste lezer,
Toegegeven, het spreekt tot de verbeelding; een medemens die over buitengewone gaven lijkt te beschikken. Iemand die gedachten kan lezen of bovennatuurlijke krachten bezit. Maar niets is wat het lijkt, ook hier niet. Mentalisme steunt op een aantal effectieve principes waarmee we ons allen maar al te graag in de luren laten leggen. Want zo steken we als mens nu eenmaal in elkaar volgens Gili. Als we iets niet zien of onmiddellijk kunnen vatten, dan móet er wel iets bijzonders in het spel zijn. Of zou het inzicht louter uitblijven omdat we niet de volle 100% van ons brein aanspreken? Als dat waar zou zijn, zouden we na eindeloze training een ultieme en bijna bovenmenselijke intelligentie moeten kunnen bereiken. Misschien vinden we dan eindelijk het antwoord op een
aantal levensvragen waar wij en onze voorouders al van in de eeuwigheid naar op zoek zijn. Eindelijk weten we het: ‘Is er leven na de dood?’ Klinkt te mooi om waar te zijn? Of heeft de fictie de feiten ondertussen ingehaald? Jawel, u ontdekt het allemaal in november. Veel leesplezier! Jan Moens Opmerkingen of suggesties? jan@wieper.be
INHOUD Interview ....................................................................................... ++ Mentalist gili zet oplichters met de billen bloot
Gezond & wel ...................................................................................
04
4 16 04
14
++ Dit is dé formule waarmee jij gelukkig wordt
Fact check .......................................................................................... ++ We gebruiken maar 10% van onze hersenen
Baksteen .............................................................................................. ++ Investeren in vastgoed? Hier moet je op letten
Socio .................................................................................................... ++ Is er leven na de dood?
Interieur ..............................................................................................
16 18 24 26
++ Opruimen met Marie Kondo
Kruiswoordraadsel ........................................................................
Verschijning: maandelijks Editie: Klein-Brabant Andere editie: Meise-Londerzeel, Grimbergen & Kapelle o/d Bos Totale oplage: 47 000 ex. November 2017 Volgende verschijning: 6 december 2
30
14
Aan huis bezorgd bij ieder gezin in de streek door Bpost Hebt u een exemplaartje gemist? Spreek uw postbode aan of meld het ons, dan doen wij het nodige.
Coverfoto: © Kaat Pype Ontwerp en realistatie:
Om in Wieper Magazine te adverteren, contacteer Jan Moens / ++ 0479/700759 / janmoens@medijan.be. Dasmusweg 5a / 1980 Zemst ++ Fax: 015/61 63 72 ++ info@wiepermagazine.be
++ www.wiepermagazine.be Een uitgave van Wieper BVBA Verantwoordelijke uitgever: Jan Moens Wieper is niet verantwoordelijk voor de advertenties van haar adverteerders. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Lieven Gheysen Zijn naam zal bij slechts een handvol mensen een belletje doen rinkelen. Zijn tovenaarsachtig voorkomen en artiestennaam zijn daarentegen wel bekend. Gili doet al jaren openlijk uit de doeken met welke truken van de foor oplichters het geld uit onze zakken kloppen. En toch blijven we met open ogen in hun val trappen. Daarom besliste hij om met zijn nieuwste show ‘Charlatan’ het publiek ook in de luren te leggen en daarmee duidelijk te maken hoe gemakkelijk we ons laten bedriegen. “Je mag je eigen ogen en oren niet vertrouwen, werkelijk alles kan gemanipuleerd worden”, aldus Gili. WIEPER: EEN ZESDE ZINTUIG BEZIT JE VAN BIJ DE GEBOORTE, WAS DAT BIJ JOU OOK HET GEVAL? GILI: “Mijn goochelfascinatie is begonnen op 8-jarige leeftijd. De Sint had mij een goocheldoos geschonken en sindsdien is de interesse in goocheltrucs niet meer weg gegaan. In een van mijn eerste shows had ik wat mentalisme verwerkt en dat sloeg meer aan dan het goochelen. Ik besefte toen dat er veel mogelijk was met verbale communicatie, psychologie en suggestie. Kortom: alle mogelijke technieken om mensen te laten twijfelen of ik al dan niet over een zesde zintuig beschik. Gedachten lezen gaat tenslotte vooral over iemands lichaamstaal. Dat verraadt zoveel meer dan wat iemand zegt. Mensen liegen vooral met hun woorden, niet met hun lichaam. Politieagenten gebruiken om die reden gelijkaardi-
ge technieken bij ondervragingen. Ik doe het dan weer om illusies tussen mensen hun oren te creëren. Zonder scrupules, want ik maak vooraf duidelijk dat ik ze in de maling zal nemen. Alle basistechnieken kunnen voor het goede of het kwade gebruikt worden. In mijn geval is dat goed bedoeld, omdat ik mijn trucs gebruik om aan te tonen dat mensen ermee de tuin worden omgeleid.” WIEPER: HOE VERKLAAR JE DE POPULARITEIT VAN WAARZEGGERIJ EN ANDERE PARANORMALE GAVES? GILI: “Het is ongelooflijk. Hoe harder ik predik dat het hele gedoe fake is, hoe groter het aantal gelovigen. Nu ben ik veel genuanceerder geworden in mijn uitingen. Iedereen gelooft wat ze wil, zolang ze achteraf maar niet schrikken dat ze bedrogen zijn. Of ik hen nu
“Wie erin gelooft, blijft dat doen. En dat terwijl hen altijd dezelfde platte technieken voorgeschoteld worden.”
“Gedachten lezen gaat vooral over iemands lichaamstaal. Dat verraadt zoveel meer dan wat iemand zegt.” waarschuw of niet: wie erin gelooft, blijft dat doen. En dat terwijl hen altijd dezelfde platte technieken voorgeschoteld worden. Het gaat die charlatans niet om mensen hun toekomst te voorspellen of hen een goed gevoel te geven. Het draait om geld, meer niet. De mens lijkt het nodig te hebben om te geloven dat er meer is dan wat we kunnen waarnemen. Dat is ook de reden waarom godsdiensten bestaan. Mensen zoeken een meerwaarde aan dit aardse tranendal (lacht). Ze kunnen zich moeilijk neerleggen bij het feit dat we gewoon een evolutie zijn en dat het voor ons ophoudt zodra we het loodje leggen. Veel mensen hebben daar niet genoeg mee. Ik leef met het idee dat we allemaal goed en wel weten waar de reis naartoe gaat. Maak er dan het beste van hier, in plaats van de hoop te koesteren op een hiernamaals. Want eerlijk: ik vrees er een beetje voor.” WIEPER: HEB JE OOIT ZELF BEROEP GEDAAN OP EEN WAARZEGGER? GILI: “Jazeker. Ik ben ooit eens gependeld door iemand om mijn capaciteiten te meten. Ik bleek hoog sensitief, helder horend en ruikend. Een pendel zou ook mijn beste instrument zijn, in tegenstelling tot tarotkaarten. Die lezing heeft me maar liefst zestig euro armer gemaakt. Een koopje als je je toekomst daadwerkelijk te weten zou komen. Maar het vervelende is dat zo iemand nooit essentiële informatie geeft. Ik kijk er los door. Alle dingen die ze zeggen, zijn zeer algemeen. Als er al iets specifiek vermeld wordt, is het informatie dat ze heel gemakkelijk via cold reading (een
4
pagina 8
Lieven Gheysen methode om iets over iemand te weten te komen door de indruk te wekken dat je het al weet) hebben vergaard. Stel dat je wil praten met je overleden grootmoeder, bijvoorbeeld. Dan zal er gezegd worden dat ze jou in het oog houdt, dat ze gelukkig is en heel veel van je houdt. Maar als je haar zou vragen waar de sok met geld ligt die ze verstopt had, dan wordt het ineens stil aan de andere kant van de paranormale lijn. Het zijn ook enkel de gelovigen die naar zo iemand gaan, en zij zullen dan ook met de strafste verhalen naar buiten komen. Ze houden het hele gedoe draaiend.” WIEPER: WIE OPGELICHT WORDT, DRAAGT DUS OOK SCHULD?
WIEPER: DOORBREEK JE MET HET ONTHULLEN VAN DE TRUCS GEEN MYSTERIE, EEN MAGISCHE BUBBEL?
“Werkelijk iedereen is paranormaal, tenminste als hij of zij weet welke technieken te gebruiken en waarop te letten.”
GILI: “In zekere zin wel. De Gentse professor Braeckman kan dat heel mooi verwoorden: mensen hebben meer de neiging om een buurvrouw te geloven als het om een ziekte gaat, dan te vertrouwen op 200 jaar medische wetenschap. Want de buurvrouw heeft dit of dat ooit eens geprobeerd en is daarmee genezen. Die verhaaltjes gaan dan een eigen leven leiden. Het zit blijkbaar genetisch ingebakken dat we mensen die dicht bij ons staan, sneller geloven dan effectief bewijs. Met mijn shows wil ik de Vlaming zoveel mogelijk aan zelfreflectie laten doen. Geloof niet alles blindelings, maar denk na.”
WIEPER: WERD JE NOOIT BESCHULDIGD VAN BROODROOF DOOR ZELFVERKLAARDE PARANORMALEN?
WIEPER: VERWACHT JE DAN GEEN BEPAALD NIVEAU VAN INTELLIGENTIE VAN JE PUBLIEK?
WIEPER: WIE OF WAT MOGEN WE DAN WEL VERTROUWEN?
GILI: “Dat heeft niets met intellect te maken. Er zijn dokters die jarenlang gestudeerd hebben, die geloven in homeopathie. Het is wat anders dan mentalisme, maar het is ook hocus pocus. Want je gaat echt niet van een suikerbolletje en wat water genezen. Mensen denken verkeerdelijk dat homeopathie gelijk staat aan kruidengeneeskunde, maar dat klopt dus niet. In kruidengeneeskunde wordt effectief met kruiden en andere bestanddelen gewerkt waarmee je iets kan dóén. Bij homeopathie gaat het om zodanig harde verdunningen waardoor er niets meer van het originele goed in zit. Het is ook wetenschappelijk getest: het werkt niet. Het enige waar homeopathie voor zorgt is het placebo-effect. En placebo helpt tot op zekere hoogte. Als je weet dat 80 procent van de klachten waarmee wij naar de huisarts gaan vanzelf kunnen genezen. Het duurt alleen wat langer. En dat is exact de smoes die voor homeopathie gebruikt wordt: het duurt even, maar het werkt. Correctie: dat is gewoon de werking van ons lichaam. We mogen niet zomaar geloven wat ons gezegd wordt, of zelfs wat we met onze eigen ogen zìen. Mijn publiek hoeft dus niet dermate intelligent te zijn, ze moeten gewoonweg bereid zijn om iets vanuit een ander standpunt te bekijken. Als je ervan uitgaat dat er ìets bestaat, dan blijf je zoeken totdat je iets vindt.”
GILI: “Je mag jezelf niet vertrouwen, punt. Alles kan gemanipuleerd worden. Het hangt sterk af vanuit welk standpunt dat je de dingen bekijkt. Onlangs werd de politie in groot aantal opgeroepen, omdat iemand – wellicht een terrorist – met een wapen stond te zwaaien. Bleek dat om een filmopname te gaan. Voor de betrokken crew gaat het om een onschuldige opname, maar bij onwetende omstaanders veroorzaakt het paniek omdat ze iemand een wapen zien trekken. Het is maar een klein voorbeeld van hoe je alles vanuit verschillende hoeken kan bekijken. Ik geloof zelf het meest in de wetenschap, studies, onderzoek en feitelijke bewijzen. De grote hiaten in de paranormale sector zijn zaken die nooit bewezen kunnen worden. Het is gebaseerd op praatjes, zodra je ze onderzoekt, blijkt het quatsch. En tóch blijft dat duren. Het is nochtans niet moeilijk om even na te gaan of iets al dan niet waar is. Na mijn vorige show ben ik tot de conclusie gekomen dat het geld hoe dan ook naar die charlatans blijft stromen. Als de bevolking dan toch graag geld uitgeeft aan een illusie, dan mogen ze dat ook aan mij doneren. (Lacht) Met het verschil dat ik het publiek vooraf inlicht over het bedrog. Ik hou mensen voor de gek, maar enkel om hen te verwonderen en een leuke avond te bezorgen.”
8
GILI: “Ik toon te allen tijden toevoegingen van trucs. De essentie blijft bewaard, want mensen willen dat ook niet weten. Soms lift ik wel een tip van de sluier en laat ik hen meedenken over wat ik aan het doen ben, maar dat is nooit het hele verhaal. Zelfs de techniekers in de show weten enkel het hoognodige om hun werk te kunnen uitvoeren. De basistechnieken worden enkel gedeeld in een gesloten circuit wereldwijd onder collega’s, vandaar dat het ook verborgen blijft. Er zijn genoeg geweldige mentalisten die daarvoor geen rad voor de ogen van hun publiek spannen. Iedereen weet dat het om trucs gaat, niet over paranormale gaven. Werkelijk iedereen is paranormaal, tenminste als hij of zij weet welke technieken te gebruiken en waarop te letten.”
GILI: “Iemands geld afnemen die zijn of haar geld verdient door anderen te misleiden, is voor mij geen broodroof. En er zijn er zelfs die me wel tof vinden, omdat ze vinden dat al de rést charlatans zijn en zijzelf niet. En dat ze aan mijn aura zien dat ik wel iets heb, maar daar niet voor wil uitkomen. Zo kan je bezig blijven, natuurlijk. Ten tijde van Het Zesde Zintuig zijn er kandidaten naar Dag Allemaal gestapt omdat ze niet tevreden waren met mijn uitspraken. Maar ik heb hen stuk voor stuk uitgenodigd om mij van het tegendeel te bewijzen. Sommigen van hen hebben daarop toegezegd, maar zijn uiteindelijk nooit komen opdagen. Het overgrote deel ‘paranormalen’ gelooft echt van zichzelf dat ze een gave bezitten. Dat zij maar doen wat ze willen. Mij gaat het vooral om het kleine aandeel dat heel goed weet dat ze iemand een rad voor de ogen draaien en mensen oplichten. Niet toevallig de mensen die er fulltime hun brood aan verdienen.” WIEPER: GELOOF JE IN HYPNOSE? GILI: “Zeker, omdat het gaat over het focussen van de aandacht. Maar of je er ook alles mee kan oplossen, dat is andere koek. Alles begint altijd zeer ongevaarlijk, maar het probleem doet zich voor wanneer amateurs zich voordoen als experts. Als je morgen zegt dat je een hypnotherapeut bent, dan hoef je maar een bordje aan je deur te hangen. Beroepen in de psychologie zijn amper of niet beschermd. Elke gek kan zich voordoen als therapeut en daardoor meer slecht dan goed doen.” WIEPER: JE BENT EEN MEESTER IN HET ONTCIJFEREN VAN LICHAAMSTAAL, GEBRUIK JE DAT OOK PRIVÉ? pagina 10
Lieven Gheysen “Het is ongelofelijk als je ziet hoe snel mensen iets geloven, en wat het opbrengt.”
GILI: “Op het podium bevind ik me in mijn eigen universum waar ik over alles controle heb. Zodra ik dat verlaat, ben ik even goedgelovig als de gemiddelde Vlaming. Of nee – (lacht) – misschien iets minder. Ik zal anderen enkel observeren als het belangrijk is. Maar mensen denken altijd dat ik meer kan dan ik effectief kan. Het blijft een illusie. Ik ben zelf ook al bedrogen. Ik liep in Tunesië in de souks en spotte daar een machtig mooie asbak. Ik stond daar af te pingelen van de prijs totdat me slechts een derde resteerde. Een mooie deal. Althans dat dácht ik. Om de hoek stond diezelfde asbak aan een startprijs die lager was dan wat ik net betaald had. Dat risico loop je nu eenmaal, en je had toch even het idee dat je een kei bent in onderhandelen. (Lacht)” WIEPER: WAARAAN LIGT DIE GOEDGELOVIGHEID VAN DE BELGEN? GILI: “Je mag dat gerust veralgemenen naar de mensheid. Misschien omdat we zelf niet weten wat te doen en daarom een sterke figuur nodig hebben om naar te luisteren. Wat is er goed en wat slecht? Die antwoorden zoeken we dan in een fysieke persoon of god. Het is ongelofelijk als je ziet hoe snel mensen iets geloven, en wat het opbrengt. Hoe je het ook draait of keert, we blijven op heel wat vlakken kuddedieren.” WIEPER: BEDANKT VOOR HET GESPREK!
Gezond & Wel Dit is dé formule waarmee jij gelukkig wordt Leg je hand op je hart en stel jezelf de vraag: ben jij gelukkig? Écht gelukkig? Kan je ook omschrijven waarom je dat al dan niet bent? Als je daar echt over nadenkt, blijkt het geen gemakkelijke vraag te zijn. Want wat is geluk nu precìès? Wanneer kan je zeggen dat je gelukkig bent? Gaat het om een gevoel of is het te omschrijven, of meer nog, te berekenen? Bestaat er een formule voor geluk? Controle Op jonge leeftijd denken we nog dat als we de juiste baan, een leuke partner, een mooi huis, snelle wagen en kinderen hebben, dat we vanzelf gelukkig worden. Met de jaren leren we dat we geluk niet kunnen kopen. Ook niet wanneer je een topman bij Google bent. Mo Gawdat – Chief Business Officer bij Google – voelde zich steeds minder gelukkig worden en besloot het probleem te benaderen op een wetenschappelijke manier. Hij verzamelde alle info die hij kon vinden over geluk en schreef een formule. Toen hij compleet onverwacht zijn zoon verloor, besefte hij pas echt wat zijn onderzoek waard was. Hij schreef het boek ‘Geluk is maakbaar’, met daarin persoonlijke én wetenschappelijke inzichten. De reden waarom mensen niet gelukkig zijn, is omdat ze opgejaagd worden door het tempo van het moderne leven. Om gelukkig te zijn moeten we af en toe stilstaan en reflecteren. Iedereen leeft met illusies, die van Gawdat was het idee dat controle over jezelf en je omgeving mogelijk was. Als software-ontwerper weet hij dat een code pas werkt als deze 100% perfect is. Die perfectie streefde hij ook na in zijn eigen leven. Hij richtte zich op de 0,1% die ontbrak, in plaats van de rest te waarderen. Daarin ligt dan ook ons probleem volgens hem: we richten ons teveel op wat nìet lukt. De mens als computer Het inzicht van Mo Gawdat is veranderd door het besef dat het leven niet perfect is, bij niemand. We worden allemaal geboren met aanleg voor geluk. Het zijn onze gedachten die ons ongelukkig maken en die moeten we aanpassen. Als je ons met computers vergelijkt, zijn we uitgerust met een standaard-instelling. De moderne mens gaat ervan uit dat geluk iets is dat je zoekt en dus ook vindt. Maar het zit daarentegen al ín ons. Alleen geraakt het bedolven onder illusies en blinde vlekken. In de kern is geluk een wiskundige vergelijking. Het is gelijk aan – of groter dan – het verschil tussen hoe jij de gebeurtenissen in je leven ervaart, en je verwachtingen van hoe het leven zich moet gedragen. Mo Gawdat: “Het probleem is dat we die vergelijking vaak niet op de juiste manier oplossen. Als je verkeerde gebeurtenissen en verwachtingen in de formule steekt, geraak je teleurgesteld en voel je je on14
gelukkig.” De oplossing ligt er dus in om je verwachtingen en je gedrag op elkaar af te stellen. Stel, je neemt de wagen naar Brussel tijdens het spitsuur. Als je de vergelijking oplost, kijk je om je heen en denk je: het gaat tè traag, ik verlies kostbare tijd, ik zit niet op mijn gemak en iedereen rond mij heeft een kort lontje. Conclusie: je bent ongelukkig. Maar als je al vaker naar onze hoofdstad bent gereden, wéét je wat te verwachten. De volgende keer kan je jezelf dus voornemen om later te vertrekken en nog iets nuttig te doen op kantoor of in de stad. Of je luistert naar muziek en aanvaardt dat je niet snel thuis zal zijn. Met andere woor-
“We denken foutief dat het om feiten gaat. Zodra je dat doorziet, kunnen ze je niet meer ongelukkig maken." den: je stopt met nadenken over de variabelen die je geluk verpesten. In plaats daarvan verwacht je de gebeurtenissen zoals ze zijn. Pijn is goed In zijn boek ‘Geluk is maakbaar’ legt Gawdat uit dat wanneer je de illusies en blinde vlekken van een situatie kent, je de vergelijking op de juiste manier zal oplossen en bijgevolg tot geluk zal komen. Bij illusies moet je denken aan aangeleerde concepten als kennis, tijd en controle. We denken foutief dat het om feiten gaat. Zodra je dat doorziet, kunnen ze je niet meer ongelukkig maken. De blinde vlekken zijn kenmerken van ons brein, dat ontworpen is om weg te rennen van de gevaren uit de oertijd. En al worden we al lang niet meer be-
dreigd door leeuwen, de blinde vlekken zijn er nog steeds. Ze vertroebelen onze inschatting, waardoor je er niet van uit kan gaan dat ons brein ons de waarheid vertelt. Je kan je best doen voor iets, maar je moet aanvaarden dat hard werk niet altijd oplevert wat je had gehoopt. In onze moderne maatschappij hebben we geleerd dat als iets niet lukt, dat je beter je best moest doen. Maar de realiteit is dat je niet alles in het leven kan beïnvloeden. En als je dat desondanks maar blijft proberen, je jezelf alleen maar kwelt. Op het moment dat Mo Gawdat zijn zoon voor het laatst knuffelde, voelde hij zich gelukkig. Bij het tragische nieuws belandde hij in een diepe put. Hij heeft zichzelf voor de beslissing gesteld: of hij bleef daar de volgende 25 jaar zitten of hij resette zichzelf en klauterde terug naar boven. Hoe simpel het ook klinkt, het is mogelijk om je hersenen op die manier te trainen. Soms confronteert zijn brein hem nog met een ‘wat als’-gedachte, wat tot verdriet leidt. Die pijn mag je toelaten, maar enkel als je er iets aan hebt. Want teruggaan in de tijd kàn je niet. Er is een verschil tussen pijn en lijden. Pijn komt van buiten en heeft de functie ervan te leren. Lijden doe je wanneer je de pijn steeds naar boven haalt, om jezelf te kwellen. Pijn is goed, omdat het je kan motiveren het beste in jezelf naar boven te halen. Nutteloze gedachten die enkel voor verdriet zorgen, moet je wegduwen. Formule Als we de formule toepassen, moeten we alleen onze verwachtingen aanpassen. Dan zijn we de rest van ons leven gelukkig, toch? Toch niet. Als je verwacht dat je partner je elke dag twee keer in je gezicht slaat, dan ben je al blij als hij het maar één keer doet. Dat is uiteraard geen manier om door het leven te gaan. Mensen streven naar succes, we willen een verschil maken in het leven én gelukkig zijn. Maar als we succes willen hebben, moet je verwachtingen hebben en doelen stellen. De manier waarop we reageren als we die doelen niet halen, is dé bepalende factor voor geluk. Als je harder je best gaat doen wanneer het moeilijker wordt en je vervolgens nog hogere doelen voor jezelf gaat stellen, word je ook beter in wat je doet. Wat dan toch weer bijdraagt tot je geluk. Richt je dus vooral op je ingesteldheid in plaats van op de omstandigheden.
Fact check We gebruiken maar 10% van onze hersenen Met de regelmaat van de klok ruimen we met veel plezier hardnekkige mythes uit de weg. Deze maand is niet anders. En daar hoefden wij onze hersenmassa niet eens procentueel meer voor aan te spreken. Want wat blijkt? We gebruiken écht niet enkel tien procent van ons brein. Al lijkt dat bij sommigen nog zo te zijn. We leggen u even uit hoe het dan wél zit. Er wordt maar al te vaak beweerd dat we maar een fractie van onze hersenen daadwerkelijk gebruiken. Dat het overgroot deel van onze grijze massa stof ligt te vergaren. Het aantrekkelijke aan deze mythe is dat we wel vele malen slimmer zouden kunnen worden dan we momenteel al zijn, tenminste: als we er in dat geval in zouden slagen de overige 90 procent te trainen of aan te spreken. Onze excuses voor de mensen die alsnog hyperintelligent hopen te worden: het zit er niet in. Slapend brein Het is niet zo dat ergens binnen onze schedel hersendelen ongebruikt liggen te wachten tot we ze eindelijk een functie toebedelen. Alsof het lege laadjes in een kast zijn die gevuld kunnen worden. Elk gebied, elke cel in ons brein heeft een functie. Vanuit evolutionair perspectief nogal logisch: als zo’n groot deel van ons brein geen functie zou hebben, dan zou onze schedelinhoud wel kleiner zijn geweest, nietwaar? Bovendien: zou die 90 procent inderdaad zinloos in de weg liggen, dan zou beschadiging van dat gebied geen invloed hebben op je functioneren. En dat heeft een hersenletsel wel degelijk. Zelfs voor het oog
heel kleine beschadigingen hebben vaak al verregaande gevolgen. Zolang je geen breinbeschadiging hebt, gebruik je dus ‘gewoon’ 100 procent van je hersenen. Wel willen we graag een kleine kanttekening maken: we gebruiken niet de volle 100 procent van onze capaciteit op exact hetzelfde moment. Sommige hersenfuncties staan altijd ‘aan’ (zoals de aansturing van je vitale organen), andere af en toe (als je hardloopt is je brein drukker bezig met motorische vaardigheden dan wanneer je slaapt). Verminkte vogels Waar komt de mythe dan vandaan? Die stamt uit het einde van de 19e eeuw, maar duikt nog steeds bij tijd en wijlen op. Het begon met de beroemde psycholoog William James. Samen met zijn collega Boris Sidis deed hij onderzoek naar intelligentie. Sidis’ zoon was heel slim. Volgens testen, die helaas niet bewaard zijn gebleven, had hij een IQ van 250. Op zijn elfde zat hij zelfs al op de universiteitsbanken. Hoe kan hij zoveel weten en onthouden op zoveel verschillende vlakken, vroegen de psychologen zich af. Op een congres liet James zich ontvallen dat het misschien kwam doordat
de jongen een groter deel van zijn hersenen gebruikte dan gewone mensen. Dat werd aangenomen en is geen wetenschappelijke conclusie, maar het ging wél een eigen leven leiden. Zeker toen het enige jaren later werd ‘bevestigd’ door onderzoek. Neurowetenschapper Jean Pierre Flourens sneed plakjes brein weg van vogels en zag dat ze ondanks hun verminderde hersenschors tóch gewoon fladderden, waggelden, voedsel pikten en
“Het aantrekkelijke is dat we wel vele malen slimmer zouden kunnen worden dan we momenteel al zijn.” voortplantingsgedrag vertoonden. Hij concludeerde hieruit dat informatie verspreid in het brein wordt opgeslagen – wat klopt, maar niet zo verspreid als hij dacht – en dat wanneer een deel van de hersenen uitvalt, een ander deel het overneemt. In veel gevallen kan dat trouwens inderdaad, maar helaas niet altijd. Flourens concludeerde dus níet dat we maar 10 procent van ons brein gebruiken. Maar mensen die zich de uitspraak van James herinnerden, zagen dit als extra bewijs. Het is natuurlijk complete onzin, om de reden die we eerder bespraken. Hersenbeschadiging beïnvloedt niet áltijd de functionaliteit, maar wel bij het merendeel van de gevallen. Ook hebben wetenschappers ondertussen de meeste functies in de hersenen gelokaliseerd wat aantoont dat er geen enkel gebied is dat niets doet. Zelfhulpboeken De schuld wordt dus onterecht toegewezen aan William James. Hij zei ooit dat mensen slechts een fractie van het potentieel van hun brein benutten. Maar een percentage noemde hij niet. Dat deed later een Amerikaanse schrijver van een zelfhulpboek, die beweerde dat James het over ‘10 procent’ had in plaats van ‘een fractie’. Tegenwoordig kom je de fabel tegen in tal van zelfhulpboeken die suggereren dat iedereen de capaciteiten van Einstein kan bekomen, als je die vervloekte 90 procent maar traint. Onze tip: koop beter boeken waar je wel wat van opsteekt.
16
Baksteen Investeren in vastgoed? Hier moet je op letten Investeren in vastgoed is al jarenlang de populairste vorm van beleggen. Maar daar komt uiteraard meer bij kijken dan enkel een woning binnen je budget kiezen en het contract ondertekenen. Waarop moet je letten bij het kopen van (investerings)vastgoed? Wij spraken met zowel de professional als de onafhankelijke adviseur. Een gesprek met vastgoedconsult Frédéric Depauw (TaxFré) en projectontwikkelaar Dieter Gielen (CoGiVa) WIEPER: HOE BELANGRIJK IS BIJNA ENERGIENEUTRAAL (BEN) BOUWEN? FRÉDÉRIC DE PAUW: “De tijd dat je je als eigenaar niets hoeft aan te trekken van de energiezuinigheid van een woning, omdat de energiekosten voor de huurder zijn, komt tot een einde. Niet alleen hebben huurders daar meer oog voor, je moet als investeerder ook steeds een exit-strategie hebben. Op middellange termijn is het goed mogelijk dat bestaande, energievretende panden veel moeilijker verkocht geraken. Zéker wanneer kandidaat kopers steeds meer zullen kunnen kiezen voor een energiezuinige woning.” DIETER GIELEN: “Bouwen volgens de BENnorm is al behoorlijk ingeburgerd op vlak van alleenstaande woningen, bij appartementsgebouwen is dat een stuk minder het geval. Tot op heden zijn er nog heel wat promotors en projectontwikkelaars aan het werk die zich mooi aan de opgelegde minima houden. Hier brengt onder meer CoGiVa met het BEN–voorloperstatuut duidelijk en bewust verandering in. Dit vertaalt zich niet alleen, voor de volgens het BEN-principe afgewerkte appartementen, in een lagere energiescore uitgedrukt in EPC– waarde en E-peil, het energiepeil. De maandelijkse energiefacturen van een nieuw appartement zullen tevens een stuk lager liggen en vooral het comfort van de binnenruimte zal er een stuk op vooruit gaan.” WIEPER: DE INVESTERING IS AANVANKELIJK WEL VEEL HOGER, TOCH? DIETER: “Absoluut. Om die BEN-normen te halen, moet je in de kwaliteit van je isolatie en de toepassing van je technieken (ventilatie, verwarming en koeling van je gebouw) een stuk meer hightech zijn. Dat maakt de bouwprijs inderdaad hoger. Maar ons sterke punt is dat we onze leveranciers goed begeleiden en daardoor een zeer beperkte meerprijs kennen. Om die reden kunnen we onze kopers een meer dan marktconforme prijs aanbieden voor een BEN-appartement in vergelijking met een appartement dat niet voldoet aan de strenge BEN-norm.” FRÉDÉRIC: “De Vlaamse fiscus helpt sowieso een handje. Woningen met een E-peil van 18
20 krijgen vijf jaar lang vrijstelling van onroerende voorheffing, die met een E-peil van dertig (wat iets minder is) krijgen een korting van vijftig procent. Voor een investeerder verhoogt dat het rendement omdat hij de onroerende voorheffing wettelijk niet mag doorrekenen aan zijn huurder en er dus een kost wegvalt of deze toch vermindert.” WIEPER: DE VASTGOEDPRIJS IS AL EVEN AAN HET STIJGEN, IS HET NIET BETER TE WACHTEN OP EEN DALING?
“Energievretende panden zullen op middellange termijn wellicht veel moeilijker verkocht geraken.” Frédéric Depauw
voldoen aan de komende normeringen. Techniek en materialen zullen performanter, maar dus ook duurder worden. Vastgoed kopen nu is en blijft een zeer degelijke investering waaraan weinig risico verbonden is. Je investeert tenslotte in een tastbaar goed, waarnaar de vraag altijd zal blijven bestaan.” Gezien de kernversterking van dorpen en gemeenten en de aangroei van de bevolking hoeft u zeker niet te wachten tot later.” WIEPER: SOMMIGE NIEUWBOUWWONINGONTWIKKELAARS BELOVEN SPECTACULAIRE RENDEMENTEN. KAN DAT GEGARANDEERD WORDEN? FRÉDÉRIC: “Er worden inderdaad vaak mooie rendementen beloofd. Ik raad mijn klanten steeds twee dingen aan; hou geen rekening met meerwaarde en wees kritisch voor garanties. Voor de meerwaarde geldt dezelfde disclaimer als voor beleggingen op de beurs; rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Beter kan je het niet verwoorden. Zie meerwaarde als een mogelijke leuke extra en besef bij het opmaken van je financieel plan dat de meerwaarde in je bakstenen zit, deze niet liquide is en dus ook pas kan uitgegeven worden na verkoop. De vastgoedwereld heeft zijn oor te luister gelegd bij de banken. Die weten al lang dat de Belg bang is van ‘risico’ en dus werden er financiële producten ontworpen met ‘garanties’.”
FRÉDÉRIC: “Wat gaat het vastgoed doen in de nabije toekomst? Staan we aan de vooravond van een crash of stijgt de waarde verder zoals in het afgelopen decennium? De vraag van één miljoen. Ik heb maar één eerlijk antwoord en dat is dat ik het niet weet. Ik heb geen glazen bol. Wel wil ik een kanttekening maken bij al de studies die de toekomst van de vastgoedmarkt proberen in te schatten. Ze zijn gebaseerd op rationele argumenten (bevolkingstoename, verhouding woningwaarde/inkomen, verhouding koopwaarde/huurwaarde, gezinsverdunning) en zoals we allemaal wel weten is de markt niet altijd rationeel.” DIETER: “We moeten sowieso bijkomende investeringen blijven plannen om te kunnen pagina 20
Baksteen
“Een rendement kàn je niet garanderen bij vastgoed. We kunnen enkel de rekening maken op de dag van vandaag.”
DIETER: “Kopt helemaal, een rendement garanderen kàn je niet doen. We kunnen enkel de rekening maken in samenspraak met de potentiële eigenaar of investeerder en kijken naar wat de investering op de dag van vandaag betekent. En welke huur kan er vandaag marktconform voor deze regio worden bekoDieter Gielen men. Maar zoals Frédéric zegt, kan je je daar nooit helemaal op baseren. Er zijn verschillende berekeningen die je kan maken om tot een mooi rendement te komen, zoals er ook “huurgaranties”. Hier is mijn advies; lees de constructies bestaan waarbij het rendement kleine lettertjes. Wat wordt er gegarandeerd? op eigen ingebracht vermogen hoger zal lig- Is dat een “huurder” of is dat een “huur”? Wie gen, maar vooral de duurzaamheid en het garandeert dit? Is het de makelaar, de promoenergiezuinig zijn verdient onze aandacht. De tor, de verkoper? Is hij wel kapitaalkrachtig overheid heeft trouwens een financieel extraa genoeg om de garantie uit te voeren? Is de tje voor zij die energiezuiniger bouwen dan gegarandeerde huur tijdens een korte peride norm oplegt. We focussen op duurzaam- ode wel marktconform? Zo niet, dan val je na heid, dat biedt wel een gegarandeerde latente de garantieperiode terug op een lagere huur. Maar vooral; is de garantie niet verrekend in meerwaarde op termijn.” een hogere verkoopprijs en betaal je je eigen WIEPER: HET GAAT DUS LOUTER OM EEN VER- rust met je eigen geld?” KOOPPRAATJE? FRÉDÉRIC: “Bij de aankoop van een opbrengstpand probeert men de risicoschuwe belegger bijvoorbeeld over de streep te trekken met
20
WIEPER: WAARAAN KAN JE ZIEN DAT EEN WONING FUTUREPROOF IS? DIETER: “Een woning moet aangepast zijn aan onze snel veranderende technologische vooruitgang. Op dat vlak moeten we onder andere de dimensionering van de technische schachten zo maken dat alle nieuwe technologie erin verwerkt kan worden. Parkeergarages van appartementen moeten ruimte bieden aan parkeerplaatsen voor autodelen en elektriciteit aanbieden voor elektrische wagens en fietsen. Naast performante verwarmingventilatie-systemen moet ook rekening wor-
den gehouden met koelsystemen, omwille van de opwarming van de aarde. Het is belangrijk dat we met de domotica van de toekomst nu al rekening houden. Al onze appartementen beschikken vandaag over een pre-domotica systeem dat op verzoek van de kopers kan uitgebreid worden in functie van hun huidige of toekomstige behoeften. Dit alles hoeft niet duur te zijn, maar het biedt wel heel wat mogelijkheden om bijvoorbeeld verwarming en verlichting op afstand te gaan gebruiken, het huis te bewaken enzovoort. Het gaat dus om een slimme manier van bouwen met het oog op de mogelijkheden van de toekomst.” WIEPER: BEDANKT VOOR HET GESPREK! Frédéric Depauw is gespecialiseerd in onafhankelijk vastgoedadvies voor eigenaars en investeerders. Taxfré, Merelstraat 2, 2830 Willebroek. Meer info: www.taxfre.be Tel.: 03/293 04 99 & 0473/71 09 48. Dieter Gielen is managing partner van CoGiVa. ontwikkelaar van duurzaam vastgoed. CoGiVa ontwikkelt momenteel projecten in o.a. Ruisbroek en Wolvertem. Meer info: www.cogiva.be | Tel: 015/800 679.
Socio Is er leven na de dood? Het is een vraag die niemand met zekerheid kan beantwoorden. Want niemand keerde ooit terug om ons van repliek te dienen. Amerikaanse astrofysicus Neil deGrasse Tyson ziet het als zijn taak om wetenschap en astronomie naar een groter publiek te brengen. En dus ook zijn visie over wat er gebeurt nadat we heengaan. WIEPER: ER IS GEEN ENKEL STANDVASTIG BEWIJS VAN LEVEN NA DE DOOD, WAT GELOOF JIJ DAT ER GEBEURT? NEIL DEGRASSE TYSON: “Ik kan onweerlegbare verklaringen geven over wat er gebeurt wanneer je sterft. Je brengt je hele leven al etend door. Voeding bevat immers kilocalorieën, wat een bron van energie is. Die energie heb je nodig om je lichaamstemperatuur op peil te houden. Wat ongeveer 37 graden is. Hoe hou je iets zo warm als niets in de omgeving dezelfde temperatuur heeft? Je verbrandt het dus om die temperatuur te behouden. Want biologisch gezien hebben we die temperatuur nodig om te functioneren. We hebben uiteraard ook energie nodig om te wandelen en te bewegen, daarom voeden we onszelf. Maar wanneer je sterft, gebeurt er iets heel eenvoudigs. Je lichaamsprocessen vallen stil en je bent gewoon niet meer in staat om die energiehuishouding en dus die bijhorende warmte in stand te houden. Je lichaamswarmte daalt vervolgens tot kamertemperatuur. Wie ooit al een begrafenis met open
kist mee heeft gemaakt, zal getuigen dat een dood lichaam koud aanvoelt. Maar dat is enkel in vergelijking met jouw hoogsteigen temperatuur van 37 graden. Het lichaam heeft nu de temperatuur van de omgeving, want het verbrandt gewoonweg geen energie meer.” WIEPER: JE LICHAAMSTEMPERATUUR DAALT, MEER NIET? TYSON: “Elke molecule in je lichaam bevat energie. Wanneer je gecremeerd wordt, laat je lichaam die energie vrij in de vorm van hitte. Ik wil persoonlijk liever begraven worden. Want wanneer onze energie gewoon vrijkomt in de lucht, dan straalt hij de ruimte in, is hij verloren en heeft niemand er nog iets aan. Steek mij maar in de grond en geef mijn energie aan de wormen en de microben die in en uit mijn lichaam kruipen. Zo krijgt de aarde mijn energie terug, dát is de kringloop van het leven. Ik weet dat het zo gebeurt, omdat het meetbaar is waar die energie heen gaat. Daarom wil ik ook op die manier de aarde verlaten.”
WIEPER: WAT GEBEURT ER DAN MET JE BEWUSTZIJN? TYSON: “Er is geen enkel bewijs van enige vorm van bewustzijn na de dood. Waarom is dat zo’n vreemd concept? We hadden ook geen vorm van begrip voor we geboren werden. Dan vertoef je gewoonweg in de staat van ‘niet bestaan’.” WIEPER: HOE KUNNEN WE ONS ERBIJ NEERLEGGEN DAT WE PLOTS OPHOUDEN MET BESTAAN? TYSON: “Stel jezelf de vraag: als je voor altijd zou kunnen leven, zou je daar dan voor kiezen? Het lijkt een aantrekkelijk concept, maar het idee dat dit leven eindigt geeft je net een focus op het leven dat je nu leidt. Die urgentie van nú iets te bereiken, liefde te uiten en te genieten, dat heb je enkel omdat je weet dat er een einde aan komt. Als we voor altijd zouden kunnen leven, waarom zouden we dan uit bed komen ’s ochtends? Dat is niet het leven dat ik zou willen leiden, maar dat is persoonlijk.” WIEPER: BEDANKT VOOR HET GESPREK!
“Een eeuwig leven lijkt een aantrekkelijk idee. Maar het zou je de focus ontnemen op het leven dat je nu leidt.”
24
Interieur Nooit nog een grote kuis en tòch een proper huis! De herfst daar hoort – net als bij de lente – een grote schoonmaak bij. Begin jij ook al te zuchten als je nog maar denkt aan opruimen? Dan is de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo dé persoon die jij nodig hebt. Wie opruimt volgens de KonMarimethode, hoeft dat namelijk maar één keer te doen. Eén keer alles overhoop en dan een opgeruimd huis tot in de eeuwigheid. Wij verzamelden de handigste tips. 2. Leg àlles op de grond Je leest het goed: je moet eerst álles uit de kast trekken – óók boekenkasten en schuiven – op de grond dumpen en dan pas per stuk bekijken wat je ermee gaat doen. Het wordt dus eerst heel erg voor alles opgeruimd is. Maar zo zorg je dat je alles grondig opruimt en niet na een tijd opgeeft.
1. Opruimen per categorie Het is verleidelijk, maar niet aan te raden: opruimen per kamer. Omdat spullen uit dezelfde categorie zo verspreid komen te liggen over meerdere kamers: kleding in je kleerkast, maar ook over de stoel in je slaapkamer, in de wasmand, sporttas, … Ruim dus op per categorie. Marie Kondo raadt aan om eerst kleding, dan boeken, papierwerk, ‘komono’ (Japanse term voor ‘diversen’) en als laatste spullen van sentimentele waarde op te ruimen.
3. Bewaar niets dat je geen plezier schenkt Hét motto van Kondo: alles in je huis moet je vreugde brengen. Zij raadt aan om al je spullen door je handen te laten glijden – niet alleen je favoriete kledingstuk, maar ook een boek of schroevendraaier – en je af te vragen of het je gelukkig maakt. Puur op gevoel afgaan, dus. Een schroevendraaier lìjkt op het eerste zicht geen vreugde te brengen, maar wat je ermee in elkaar kan steken of kan maken, doet dat wél. Voel je niets bij een item? Gooi het dan weg, meteen. Toon geen genade. Volgens Kondo moet je ook elk stuk dat je weggooit uitgebreid bedanken, maar we hebben wel
“Sokken zijn ‘op vakantie’ in de lade en moeten kunnen uitrusten.”
andere dingen te doen. Het doel is niet om zoveel mogelijk weg te gooien en je huis leeg te maken, maar om enkel producten te houden die je blij maken. 4. Wees streng En dan bedoelen we voor jezelf. Maak jezelf niets wijs: ‘Ooit kan dit handig zijn’, is geen geldig excuus om iets te bewaren. De KonMarie-methode is ook tegen alles in een doos te bewaren om het na een aantal maanden te re-evalueren. Weg is weg. Oude liefdesbrieven, een teddybeer van toen je zes was, oude tekeningen, … Als het je geen gevoel van gelukzaligheid bezorgt gooi je het weg. Je weet het wel pas als je het stuk voor stuk vastpakt. Maar er kan veel meer weg dan je denkt: foto’s, kindertekeningen, brieven, … neem er een foto van of scan het in. Je kan niet álle tekeningen of brieven bewaren. 5. Papier? Niet hier Rekeningafschriften en belastingaanslagen kan je inscannen, daar zijn apps genoeg voor (zoals Genius Scan). Je verwerkt ze tot pdf-bestanden en bewaart ze op een harde schijf. Werk alles meteen weg, zodra je die binnenkrijgt of toch zeker in dezelfde week. Wat ook weg kan: handleidingen en elektronicaverpakkingen. De instructies download je online, garantiebewijzen scan je in en je telefoon wordt écht niet meer waard omdat je de verpakking behoudt. Ook de grootste categorie ‘komono’ kan aangepakt worden: lades vol oude kabeltjes, lege batterijen, reserveknopen, … weg ermee. 6. Vries je vuil in Een keuken moet er netjes bij liggen, niets zo vervelend als vieze geurtjes. Daarom raad Kondo aan om je afval in de diepvries te bewaren. Tenminste als je diepvries groot genoeg is. In elk geval een bijzonder handige tip tijdens het fruitvliegjesseizoen. Doe tijdens het koken alle schillen, botjes en restjes in een diepvrieszak nadat je ze hebt laten uitlekken. Doordat ze diepgevro-
26
pagina 28
Interieur
ren worden, kunnen ze niet rotten en zal de keuken ook niet stinken. De zak ruim je gewoon meermaals per week op. 7. Opbergen is niet opruimen Het is duidelijk in haar boeken: Marie Kondo háát opbergoplossingen. Volgens de opruimgoeroe zorgen de plastic bakken en andere ‘handige’ dozen alleen maar voor meer rommel. Opruimen is niet iets ‘uit het zicht halen’, maar wel wég doen. 8. Maak er een routine van De belangrijkste tip: maak van opruimen een routine. Het klinkt cliché, maar het is wel de sleutel tot een net huis. In het begin zal je dagelijks door het huis moeten gaan om toch kleine taakjes uit te voeren, maar na een tijd zal je die meteen na de handeling doen. 9. Wat met cadeaus? De KonMari-methode leert je ook dat de enige functie van sommige dingen die je hebt, is dat iemand in jouw leven de mogelijkheid had zijn of haar genegenheid voor jou uit te drukken. Die persoon heeft de tijd genomen om een cadeau uit te zoeken en een moment om je dat te geven. Zodra dat gebeurd is, hoef je het cadeau niet per
28
se te houden. Het ruilen, doorgeven aan iemand die er blijer mee is of schenken aan het goede doel is echt wel oké. Zolang de andere persoon het niet merkt, natuurlijk. Niet iedereen draagt deze methode hoog in het vaandel. Toegegeven, naast een aantal handige tips, is Kondo ook ietwat gek te noemen. Zo vindt ze het bijvoorbeeld zielig als dingen gestapeld liggen. Vanwege het gewicht van die stapels hebben de onderste items het zwaar te verduren. Daarom moet je alles rechtop wegzetten in de kast. Zo ook
je kousen, want die mogen volgens haar absoluut niet tot bolletjes opgerold worden. Want sokken zijn ‘op vakantie’ in de lade en moeten kunnen uitrusten. Juist, ja. Zij rolt die liever voorzichtig driedubbel en zet ze dan rechtop in de lade. Zo kan alles ‘ademen’. Ook praat Kondo tegen haar spullen. Ze bedankt, begroet en aait ze. Ze gelooft dat materiële zaken ook een ziel hebben. Tenzij ze er geen vreugde aan beleeft, dan worden ze ook verticaal geklasseerd, maar dan figuurlijk. Juist, ja. Ietwat gek.