Wieper Magazine september 2019 - Editie MLGK

Page 1

EDITIE MEISE-LONDERZEEL, GRIMBERGEN & KAPELLE O/D BOS

SEPTEMBER 2019 ADVERTEREN? JAN MOENS: 0479/70 07 59 VOLGENDE VERSCHIJNING: 2 OKTOBER 2019

Dossier

IS BIO BETER? (deel 1)

Mode

TREND: DIT DRAAG JIJ HET KOMENDE NAJAAR

Culinair

DE VERBORGEN KRACHTEN VAN THEE

Fact Check

ZO LAAD JE JE SMARTPHONE HET BEST OP

Qué

WAAROM WE GEZONDHEID ZEGGEN ALS IEMAND NIEST EN NIET ALS DIE HOEST

Travel to

WAAROM OOK JIJ JAPAN MOET BEZOEKEN

VEERLE DOBBELAERE

WWW.WIEPER.BE  |  JAARGANG 12  |  NUMMER 124

Centen

ZO HEB JE ZEKERHEID BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID

OVER ADEMHALEN EN EMOTIES

“Elke ervaring in ons leven verandert ons ademhalingspatroon.”

+

P. 3 ORBO is buiten genieten in alle seizoenen

P. 20 Vier samen met Jo Vally zijn verjaardag in Humbeek


B e s t e l e z e r,

WELKOM

Beste lezer, Bent u al ooit in Japan geweest? Wij (ook) niet. Nochtans is het land even boeiend als het veraf ligt; buitengewoon. Een gedegen reden om ons vergrootglas deze maand te richten op deze exotische archipel. Maar ook hier vindt u heel wat boeiends, zoals de thee in de lokale winkelrekken die meer superkrachten blijkt te bezitten dan Superman. En ook de najaarstrends die onze lokale boetieks u vanaf nu voorschotelen zijn het ontdekken waard. Waarvoor we ook niet naar het buitenland moeten is ‘bio’. Een label waar we almaar meer op getrakteerd worden. Maar hoe bio is bio? We zochten het voor u uit. En omdat u ongetwijfeld ook een

smartphone hebt, bezorgen we u nog enkele tips om er hopelijk nog meer plezier uit te puren. Tot slot vertellen Jo Vally en Veerle Dobbelaere u in september ook hun verhaal. Zo bent u weer helemaal mee, en klaar voor het gezellige najaar. Veel leesplezier! Jan Moens Opmerkingen of suggesties? jan@wieper.be

INHOUD Interview ....................................................................................... ++ Veerle Dobbelaere over ademhalen en emoties Qué ............................................................................................................... ++ Waarom we gezondheid zeggen als iemand niest en niet als die hoest Dossier .................................................................................................. ++ Is bio beter? (deel 1) Mode ........................................................................................................... ++ Trend: Dit draag jij het komende najaar

10

16 18

Fact Check .............................................................................................. ++ Zo laad je je smartphone het best op

22

Kruiswoordraadsel ............................................................................

24 28

Centen ....................................................................................................... ++ Zo heb je zekerheid bij arbeidsongeschiktheid

30

ORBO is buiten genieten in alle seizoenen ...............................

03

Vier samen met Jo Vally zijn verjaardag in Humbeek ..............

Verschijning: maandelijks Editie: Meise-Londerzeel, Grimbergen & Kapelle o/d Bos Andere editie: Klein-Brabant Totale oplage: 45 000 ex. September 2019 Volgende verschijning: 2 oktober 2

4 12 04

12

Culinair .................................................................................................... ++ De verborgen krachten van thee

Travel to .................................................................................................. ++ Waarom ook jij japan moet bezoeken

+

04

20

24

Aan huis bezorgd bij ieder gezin in de streek door Bpost Hebt u een exemplaartje gemist? Spreek uw postbode aan of meld het ons, dan doen wij het nodige.

Coverfoto: © Van Halewijck Ontwerp en realistatie:

Om in Wieper Magazine te adverteren, contacteer Jan Moens / ++ 0479/700759 / janmoens@medijan.be. Dasmusweg 5a / 1980 Zemst ++ info@wiepermagazine.be ++ www.wiepermagazine.be

WIEPER® is een uitgave van Wieper BVBA Verantwoordelijke uitgever: Jan Moens Wieper is niet verantwoordelijk voor de advertenties van haar adverteerders. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.



Veerle Dobbelaere

Ademhalen is het allereerste – én laatste – dat je in je leven doet. Het gaat vanzelf, maar vanzelfsprekend mogen we het niet nemen volgens Veerle Dobbelaere. Hoe we ons fysiek en mentaal voelen hangt immers in sterke mate af van de diepte en de regelmaat van onze ademhaling. Mensen die goed ademen en regelmatig ‘ademruimte’ nemen, gaan gelukkiger en zekerder door het leven. Gelukkiger worden door je ademhaling te veranderen, is het dan echt zo simpel? Ja, althans als je voldoende oefent. In haar boek Ademruimte reikt de actrice en coach je 12 wetenschappelijk onderbouwde methoden aan om je op weg te helpen. Benieuwd? Lees onderstaand interview en vergeet daarbij vooral niet rustig in en uit te ademen. WIEPER: HOE BEN JE ERTOE GEKOMEN EEN BOEK TE SCHRIJVEN OVER JUIST ADEMEN? VEERLE DOBBELAERE: “Als actrice is het altijd al belangrijk geweest om juist – vanuit de buik – te ademen. Maar enkele jaren geleden ben ik tijdens een theatervoorstelling plots gestopt, ik kon niet meer verder. Het ontbrak me letterlijk aan adem om de scène te vervolledigen. Ik bezocht al een psycholoog om mijn gedachtegang te begrijpen, maar besefte dat dat niet genoeg was. Ik wou iets dóen. Ik heb me toen laten begeleiden door Edel Maex, een psychiater en mindfulnesstrainer. Hij leerde me stilstaan en kijken naar wat ís, niet naar wat komt. Die benadering was in eerste instantie vooral pijnlijk, omdat ik – zoals vele anderen – geleerd had om mijn pijn weg te duwen en te blijven gaan. Ik leerde mijn emoties te bekijken als iets interessant, in plaats van er meteen een waardeoordeel aan vast te hangen. Ik nam dus de tijd om te onderzoeken hoe het écht met mij ging en op adem te

komen, ondanks de uitdagingen die op mijn pad kwamen. Ik heb toen een opleiding gevolgd tot coach, wat niet alleen een professional van mij maakte, maar ook een betere moeder, vrouw en actrice.” WIEPER: JE WIL MET JE BOEK DE LEZER LETTERLIJK LEREN ADEMEN EN DE RUIMTE DAARVOOR LEREN NEMEN, MAAR DOEN WE DAT AL NIET VANZELF? DOBBELAERE: “We ademen inderdaad onbewust. Maar de kwaliteit van ademhaling verschilt wel van persoon tot persoon. We weten allemaal dat wanneer je ademhaalt, je zuurstof naar binnenbrengt en koolstofdioxide uitademt. Ruim 80% van onze energie halen we uit zuurstof, bovendien verlaat maar liefst 70% van de

“Het is typisch Vlaams dat verdriet moet worden weggestoken.”

“Je kan kiezen hoe je reageert, alleen doen de meeste mensen dat niet.” afvalstoffen ons lichaam door simpelweg uit te ademen. En toch gebruiken we amper 30% van onze ademcapaciteit. Tijdens de opleidingen die ik geef, viel me op dat de meerderheid van de mensen niet meer vanuit de buik kan ademen. Dat is nochtans de meest natuurlijke manier van ademhaling, daarmee worden we geboren. Nooit opgemerkt dat baby’s – tenzij ze reflux hebben – nooit hees worden? Huilbaby’s kunnen uren aan een stuk krijsen zonder hun stem te verliezen. Weinig ongetrainde volwassenen die hen dat langer dan een half uur nadoen. Van nature kunnen we dus juist ademen vanuit de buik, maar elke ervaring in ons leven verandert ons ademhalingspatroon. Als kind leer je door anderen te kopiëren. Je kijkt naar hoe je ouders ademen wanneer ze bijvoorbeeld ontspannen of gestresseerd zijn en je neemt die stijl onbewust over. Het kind gaat van ‘leven’ naar een modus van ‘overleven’, waar ademen niet meer op de juiste manier gebeurt en vaak het lichaam niet meer volledig ondersteunt zoals het zou kunnen en moeten.” WIEPER: IS ER DAN EEN FOUTE MANIER OM TE ADEMEN? DOBBELAERE: “Jazeker, heel wat mensen ademen heel hoog en oppervlakkig. Ons systeem reageert op stress en maakt zich klaar om te vechten of vluchten. Dat is ook nodig in stresssituaties, maar het is niet goed als je die snelle borstademhaling ook ervaart wanneer je verondersteld bent in rust te zijn. In rust hoor je diep in en uit te ademen. Merk je dat je ademhaling oppervlakkig, snel, te diep of te langzaam is,

4

pagina 6



Veerle

Dobbelaere

dan toont je lichaam dat het in stress verkeert. Wanneer je gespannen bent, zal je merken dat je vanzelf je schouders optrekt. Dat zorgt ervoor dat je hoger en oppervlakkiger ademt. Je gaat te snel in- en uitademen. Daardoor krijg je te weinig zuurstof binnen en is er te veel koolstofdioxide in het bloed, terwijl die stoffen net een goede wisselwerking moeten hebben. Als die uit balans geraken, zal het biochemische evenwicht je lichaam verstoren en zich bijvoorbeeld uiten in hyperventilatie, een gevoel van ademnood. Het is een reactie van je lichaam op een gevaar, meestal irreëel van aard. Elke verkeerde ademhaling is eigenlijk een uiting van spanning, angst of van je gedachten.” WIEPER: ONZE GEDACHTEN ZIJN DUS EEN GROTE BOOSDOENER, ZIJN WE DAN NIET GEDOEMD? DOBBELAERE: “Onze gedachten helemaal uitzetten, kunnen we inderdaad niet, maar dat hoeft ook niet. Het is de taak van ons brein om gedachten te produceren. In onze maatschappij leven we heel erg in ons hoofd. We denken niet alleen na, maar piekeren, stressen, vragen ons dingen af, verlangen… Evolutionair gezien hebben onze gedachten hét verschil gemaakt. Wij zijn de enige diersoort die kan fantaseren, verbanden kan leggen en out of the box kan denken. We kunnen dingen bedenken die er nog niet zijn, maar net daarom nemen we onze gedachten vaak veel te serieus. Sinds de Franse filosoof Descartes de gevierde woorden: ‘Ik denk, dus ik ben’ uitte, zijn we te veel in ons hoofd gaan leven. Ons denken wordt overschat. Het brein geeft ons dan wel gedachten, maar we moeten die niet per se aannemen als de waarheid maar voor wat ze écht zijn: gewoon een gedachte. Het is eigenlijk gewoon puur biologisch de functie van ons brein. Net zoals een maag maagzuur produceert, maakt ons hoofd gedachten aan. Het moet er primair voor zorgen dat we gevaar kunnen herkennen. En daarbij zit de neiging tot negatief denken evolutionair ingebakken. Neem nu het verschil tussen een tak en een slang: bij twijfel kunnen we beter denken dat een tak een slang is, dan omgekeerd. 6

Het vergroot namelijk onze overlevingskansen. Het is belangrijk om te beseffen dat het de taak van onze gedachten is, maar ook dat die inschatting niet altijd de juiste is. We mogen ze in twijfel trekken. Je mag dus gerust je gedachten laten weten dat je wat dichterbij gaat kijken om er zeker van te zijn dat het een tak is, en geen slang. Dat is hetzelfde bij sociale situaties. Stel dat je ergens bent en er komt een man met een lederen jas binnen. Bij de ene vrouw zullen er gelukkige gevoelens opborrelen, omdat het haar nostalgisch aan Grease doet denken. De andere kan daarentegen volledig in paniek geraken, omdat er haar ooit een man met een lederen jas bijna heeft aangerand. Als je niets met die gedachten doet, zal je je hele leven flippen van zodra je een man met een lederen jas ziet. Maar je kan gedachten ook als een instrument zien naar zelfverbetering. Bij de man met de lederen jas is de gedachte gekoppeld aan een feit in het verleden, maar dat betekent niet dat het zich zal herhalen. Door jezelf de ruimte te geven, kan je je reactie leren te controleren.”

“Wij zijn de enige diersoort die kan fantaseren, verbanden leggen en out of the box kan denken. Maar net daarom nemen we onze gedachten vaak te serieus.” WIEPER: WE MOETEN SOMS IN EEN FRACTIE VAN EEN SECONDE REAGEREN, HOE KUNNEN WE ONZE REACTIE DAN CONTROLEREN? DOBBELAERE: “Je kan kiezen hoe je reageert, alleen doen de meeste mensen dat niet. Ze krijgen een trigger en reageren onmiddellijk. Maar als je na de trigger jezelf de ruimte gunt, kan je kiezen hoe je zal reageren. Ik kan bijvoorbeeld geen tennis spelen. Als er dus een tennisbal naar me toe komt, zal ik meteen slaan en al heel blij zijn als mijn raket de bal raakt. Maar een professionele tennisspeler kan in een fractie van een seconde tien beslissingen nemen. Hij weet of hij best onder- of bovenhands slaat, wat zijn snelheid zal zijn, waar de bal terechtkomt enzovoort. Waarom kan een pro dat wel en ik niet? Simpel, hij is getraind. Ik kan – omdat ik daarin geoefend ben – wel beter dan de gemiddelde mens de ruimte vinden om te kiezen hoe ik reageer op een situatie. Uiteraard is dat niet iets dat in één, twee, drie aangeleerd wordt, het vergt veel oefening. Daar gaat mijn boek ook over en zal ik workshops over geven. Kennis is vandaag de dag belangrijk en toch lijken we gaandeweg verge-

ten te zijn hoeveel ons lichaam weet en ons kan vertellen. Kijk maar naar het ziekteverzuim op de werkvloer en naar de hoeveelheid depressies en burn-outs. Ons lichaam waarschuwt ons alsmaar meer en begint zich steeds meer te tonen. We zijn het gewoon om emoties weg te duwen, maar als we ons lichaam te hard negeren, zal het enkel harder gaan roepen. Het is aan ons om te leren luisteren.” WIEPER: VIND JE DAT ONS ONDERWIJS MEER DE FOCUS MOET LEGGEN OP EMOTIEREGULATIE DAN OP PURE KENNIS? DOBBELAERE: “Ik vind van wel. Het is niet iets dat we van onze ouders kunnen meekrijgen als ze het zelf nooit goed geleerd hebben. Ik vind dus wel dat het onderwijs daar een mooie kans laat liggen. Het is goed dat we kennis leren vergaren, maar het internet heeft een aantal dingen vervangen die we anders zouden kunnen invullen. Emotionele intelligentie is superbelangrijk en wordt steeds belangrijker. Maar om een hoog EQ te bereiken, moet je natuurlijk wel eerst je emoties toelaten en ze durven onderzoeken. Ik merk dat er in onze maatschappij nog steeds een groot taboe heerst rond emoties. Enkel als iemand sterft, lijken we te mogen huilen. En dan nog gaan we bij een overlijden de nabestaanden sterkte wensen. Maar waarom moet die sterk zijn? Verdriet mag en móét er soms ook zijn. Als we ons verdriet niet genoeg aandacht geven of niet genoeg tijd nemen om een verlies te verwerken, dan blijft er een stukje zitten. Dat kan later eventueel leiden tot pijn, een ontsteking of een ander symptoom waarmee je lichaam duidelijk wil maken dat het nog wat met resten zit die het niet kwijtraakt. En dan wordt het ook een stuk moeilijker om ervan af te geraken.” WIEPER: WAAROM IS VERDRIET EEN EMOTIE DIE ZO VAAK ONDERDRUKT WORDT? DOBBELAERE: “Dat is cultureel gebonden. In sommige landen worden mensen ingehuurd om op een begrafenis te huilen. Hoe harder er gehuild wordt, hoe beter de begrafenis is. Het is typisch Vlaams dat verdriet weggestoken moet worden. Het wordt ons als kind al aangeleerd om flink en sterk te zijn. Mensen die hun emoties kunnen intomen worden daar zelfs voor geprezen. Trek het je niet aan, het leven gaat door. Toch? Van zodra we als volwassene een emotie voelen, herinneren we onszelf eraan om sterk te zijn. En daarvoor gebruiken we onze ademhaling. Wanneer iemand verdriet probeert te onderdrukken, kan je dat meteen aan de ademhaling zien. Die stokt letterlijk. Ze bevriezen de uitademing en adepagina 8


"Hoe meer ik doe, hoe vaker ik denk: ‘Fuck, Amerika, het is hier veel te leuk!’"


Veerle

men heel oppervlakkig en hoog in. Er wordt gevochten om de emoties binnen te houden. Maar het is belangrijk om goed te blijven doorademen als je emotioneel wordt. Hou op met tegen jezelf te zeggen dat tranen laten vloeien zwak is. Integendeel, we worden fysiek zwakker als we onze emoties steeds onderdrukken. Al is het natuurlijk niet dat als je een emotie onderdrukt je meteen ziek wordt of vice versa, maar er zijn wel heel wat ziektes die daardoor veroorzaakt worden. Het is dus belangrijk dat je bewust bent dat je emoties hebt, dat ze normaal zijn en dat je die mag laten bewegen. Hoe meer je dat doet, hoe sneller ze ook zullen overgaan omdat je er iets aan doet. Maar de angst om een emotie toe te laten, werkt voor velen verlammend. Daarom heb ik er ook een boek over geschreven waarin praktische oefeningen staan waar je dagelijks mee aan de slag kan. Sommige mensen komen bij me langs en zeggen dat ze niet kunnen wenen, omdat ze bang zijn dat ze niet meer zullen kunnen stoppen. Dan zeg ik: ‘Feel the fear and do it anyway’, er heeft nog nooit iemand twee jaar aan een stuk geweend.” WIEPER: OP WELKE MANIER KAN ONZE ADEMHALING HELPEN DIE ANGST TE OVERWINNEN?

DOBBELAERE: “Door te vertrouwen op de kennis die je lichaam heeft. Gevoelens zijn niets nieuws, onze maatschappij heeft ze gewoon onderdrukt ten voordele van het cerebrale, de ratio. Maar ons lichaam weet eigenlijk wel hoe het daarmee om moet gaan. Als je daarop vertrouwt en gewoon blijft doorademen in plaats van je ademhaling te stokken, dan krijg je die gevoelens onder controle. Het is máár een gevoel, zoals een gedachte maar een gedachte is. Mensen voelen zich vaak

“In onze maatschappij leven we heel erg in ons hoofd.” gevangen door emoties, maar dat is helemaal niet nodig. We zijn veel meer dan alleen maar boos, verdrietig, verliefd of gelukkig. Vertrouw op wat je hebt, je lichaam geeft die emoties als instrument. Het is niet voor niets dat mensen met een heel heftig trauma eerst in de ontkenning gaan. Dat is omdat je dat op dat moment nog niet aankan. Ons lichaam weet dat, er komt wel een moment waarop je er wel klaar voor bent en die emotie kan toelaten. We analyseren alles kapot. Meditatie is daar een goed instrument voor. Het nodigt je uit om stil te zitten en te kij-

Dobbelaere

ken naar wat er zich allemaal in je hoofd afspeelt. Wetenschappelijk onderzoek heeft bevestigd dat door mediteren de prefrontale cortex – waar de gedachten ontwikkeld worden – getraind wordt. Maar het helpt om daarin begeleid te worden, zeker in het begin. Er hangt jammer genoeg nog steeds een taboe rond mindfulness en meditatie. Want al heeft het zijn nut al ruimschoots bewezen, toch zijn er nog heel wat mensen die dat nog steeds zweverig vinden. Maar dat is dan maar zo. Ik wou mijn boek heel toegankelijk maken, vandaar dat ik bewust niet té diep ben ingegaan op mindfulness, visualisatie en meditatie. Voor sommigen is dat weggelegd, voor anderen dan weer niet en dat is oké. Maar van ademen kan je niet denken dat het zweverig is, want als je dat niet doet, ben je dood. Simpel. WIEPER: BEDANKT VOOR HET GESPREK! veerle dobbelaere

ADEMRUIMTE HOE ANDERS ADEMEN JE LEVEN KAN VERBETEREN

heldere inzichten & oefeningen voor meer rust & veerkracht

‘Ademruimte: hoe anders ademen je leven kan verbeteren’ van Veerle Dobbelaere (uitgeverij Van Halewyck) is overal verkrijgbaar voor € 24,95. www.veerledobbelaere.be


WIEPER PARTNER CONTENT


Qué?

Waarom we gezondheid zeggen als iemand niest en niet als die hoest Met het nieuwe seizoen voor de deur, zal het binnenkort weer tijd worden om de verwarming aan te steken. Zolang we maar niet ziek worden, want als je hoest, wordt je ook geen goede gezondheid toegewenst. Gelukkig verbranden we meer kcal wanneer we het koud hebben, of toch niet? Ook deze maand voorziet WIEPER een antwoord op al je prangende vragen. Waarom lijkt de tijd langzamer te gaan wanneer we koorts hebben? Toen de vrouw van Amerikaanse psycholoog Hoagland met griep in bed lag, merkte de man dat de tijd voor haar trager leek te gaan. Zo klaagde ze bijvoorbeeld dat hij haar zo lang alleen liet, terwijl hij maar even weg was geweest. Hij vroeg haar dus tot 60 te tellen van zodra hij de kamer verliet en hem na een minuut terug binnen te roepen. Wanneer zij aan 60 kwam, bleek er op de klok slechts 37 seconden voorbij te zijn gegaan. Hij bleef het experiment uitvoeren totdat de vrouw ruim 40°C koorts had. Wat bleek? Hoe hoger de koorts, hoe langzamer de tijd voorbij leek te gaan. Na die ontdekking volgden nog tientallen studies waarbij het effect door wetenschappers werd nagebootst. Proefpersonen kregen een verwarmde helm op hun hoofd gezet, werden in een sauna gezet of ondergedompeld in ijskoud of heet bad. De experimenten bevestigden dat een hogere lichaamstemperatuur je perceptie van tijd beïnvloedt. Hoe dat komt? Warmte laat de biologische processen sneller verlopen. Die interne klok werkt wellicht op biologische processen in je brein. Die lopen sneller als het warmer is, waardoor dus ook de interne klok sneller gaat. Daardoor kan het lijken alsof de klok op de muur juist langzamer loopt dan hij in werkelijkheid doet. Konden mensen vroeger beter tegen de kou? Of wij vroeger minder grote koukleumen waren, is nooit gemeten. Wat wel bekend is, is dat volken in koude gebieden van oorsprong beter bestand zijn tegen de elementen. In de negentiende eeuw zag Charles Darwin in het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika indianen rondlopen rond het vriespunt, met alleen een ottervel om een klein deel van hun lijf. Wetenschappers lieten in 1959 negen mannen van die stam onder

10

een dun dekentje slapen bij een temperatuur van net boven de 0 graden, en ze maten hun lichaamswarmte en energieverbruik. Niemand koelde ernstig af, wat ze waarschijnlijk te danken hebben aan een snelle stofwisseling. Zo hielden die indianen, de Alacalufs (waarvan er tegenwoordig nog maar weinig over zijn), hun lichaam op temperatuur. Waarom zeggen we ‘gezondheid’ als iemand niest en niet als iemand ‘hoest’? De kreet 'Gezondheid!' danken we vermoedelijk aan paus Gregorius I. Toen hij in 590 aan de macht kwam, was er net een pestepidemie uitgebroken in Rome. In de hoop de ziekte tegen te houden, spoorde de paus zijn onderdanen aan om hardop een zegening van God te vragen als ze werden geconfronteerd met de pest. In de Middeleeuwen werd niezen, meer dan hoesten, gezien als zeer besmettelijk symptoom van de pest, omdat er vaak speekseldeeltjes bij in het rond vliegen. Een nies werd daarom al snel begroet met de Griekse spreuk 'Kyrie eleison' ('Heer ontferm u') of 'Gezondheid!'. Op die manier hoopten omstanders de niezende voorbijgangers te behoeden voor de pest. Moet je een jeansbroek per se wassen? Het maakt blijkbaar niet uit of je je jeansbroek na 2 weken of na een jaar wast. Dat bewees een Canadese student met een nogal goor experiment. Josh Le droeg zijn lievelingsjeans 15 maanden achter elkaar zonder te wassen. Daarna ging de broek wel de was in, en droeg hij hem nog eens 13 dagen aan een stuk door. Beide keren mat hij de hoeveelheid bacteriën in de broek voor hij ’m waste. Wat bleek? De broek was even vies. Hij vond op een vierkante centimeter stof zo’n 8.500 tot 10.000 beestjes. Verdeeld over 5 soorten bacteriën, allemaal ongevaarlijk, vooral rondom het kruis. Het enige verschil tussen 15 maanden en 2 weken zonder reinigingsbeurt, was de geur van de broek. Die rook niet meer echt lekker na meer dan een jaar constant in gebruik te zijn geweest. Maar daar vond de student een

oplossing voor: als de stank te erg werd, stopte hij de broek een nachtje in de vriezer. En die kwam daar de volgende ochtend weer helemaal fris uit. Waarom hadden de fietsen vroeger zo’n groot voorwiel? Omdat je met een groot wiel sneller kan. Toen de fietsketting nog niet bestond, zaten de pedalen rechtstreeks aan het wiel vast. Een rondje van de pedalen stond gelijk aan een rondje van het wiel. De grootte van het wiel bepaalde dus hoe snel je kon fietsen: hoe groter, hoe harder. Beide wielen heel groot maken is niet handig, omdat het achterwiel voor de stabiliteit zorgt. Als je dat groter maakt, geef je de fiets dus alleen maar meer ballast. Logisch dus dat de hoge fiets er kwam, met een heel groot voorwiel en een veel kleiner achterwiel. Gevaarlijk, maar wel heel snel: de hoge fiets haalde 40 kilometer per uur en werd in 1867 geintroduceerd. Het hoge zadel bleek ook gevaarlijk: een plotselinge stop lanceerde fietsers over het stuur. En dat stond behoorlijk hoog gezien het voorwiel een diameter tussen de 125 en 150 centimeter had. Door de uitvinding van de fietsketting, rond 1878, raakte de hoge fiets uit de mode. Na 1895 zijn ze bijna niet meer gemaakt. Verbranden we meer kcal in de winter of in de zomer? In de zomer verbrand je meer calorieën dan in de winter. Je lichaam vindt het gemakkelijker om warmte vast te houden als het koud is, dan om warmte kwijt te raken als er oververhitting dreigt. Dat komt doordat je lichaam bijna altijd een overschot aan warmte heeft. Warmte is namelijk een restproduct van allerlei processen in je lijf, zoals de vertering van voedsel. Als het koud is, dan houdt je lichaam simpelweg die warmte vast. Maar als het buiten warm is, dan moet het lichaam warmte kwijt. Dat gaat vooral via de zweetklieren in de huid. Hoe warmer het is, des te meer bloed je hart naar je huid moet pompen om de warmte af te leveren. Dat pompen kost het lichaam energie en dus verbrand je meer calorieën.



Dossier

Is bio beter? (deel 1) Vraag mensen waarom ze biologische producten kopen en het antwoord zal zowaar unaniem zijn: het is gezonder, de dieren worden beter behandeld én het is beter voor het milieu. Biologische landbouw is immers eerlijk, puur en kleinschalig. Wat daar vandaan komt, kan toch alleen maar goed zijn? Véél beter dan al dat massale, genetisch geproduceerde voedsel. Of niet? BETER VOOR HET MILIEU Laten we beginnen met de stelling dat biologische landbouw beter is voor het milieu. Uit wetenschappelijke studies waarbij de milieu-impact van biolandbouw vergeleken wordt met die van de gangbare landbouw – blijkt dat de soortenrijkdom op biologische velden ongeveer 30% hoger is dan op niet-biologische landbouw­gronden. Biolandbouw lijkt dus op het eerste gezicht beter voor de biodiversiteit, maar een groot probleem van de biolandbouw vormt het landgebruik. Biolandbouw heeft ongeveer een vijfde lagere opbrengsten. Je hebt dus meer grond nodig voor dezelfde hoeveelheid voeding. Als we meer bio voeding eten, leidt dat tot extra ontbossing en minder natuurgebied. De biodiversiteit van een natuur­gebied is veel groter dan die van een landbouwgrond. Het inpalmen van natuur­ gebied door landbouw is dus de grootste bedreiging voor de biodiversiteit op het land. De kwaliteit van de biologische landbouwgronden zou wel stukken beter zijn dan die van de gangbare landbouw. De grond van biolandbouw bevat ongeveer een tiende meer organisch materiaal en is daarom van betere bodemkwaliteit. Maar dat komt vooral door de hogere input van organisch materiaal als groenbemesters en dierlijke mest, afkomstig van dieren die broeikas­ gassen uitstoten en voedsel eten waarvoor soms aan de andere kant van de wereld bossen zijn gekapt. In de conventionele land-

bouw heeft men de afgelopen jaren veel meer onderzoek gedaan naar minder giftige pesticiden, grondbewerking... dan in de biolandbouw. De conventionele landbouw staat daar verder dan de biolandbouw. Kunstmest bijvoorbeeld kan tegenwoordig heel precies

“De milieu- en gezondheidsvoordelen zijn weinig wetenschappelijk onderbouwd.”

GEZONDER

toegediend worden. Bovendien kunnen de effecten van landbouwsystemen op de bodemkwaliteit afhankelijk zijn van de plaats. Volgens een langetermijnstudie kan de gangbare landbouw in koudere gebieden voor een betere bodemkwaliteit zorgen dan de biologische. Misschien nog het belangrijkste: veel biologische producten worden aan de overkant van de wereld geteeld en hier verkocht. Dat de quinoa die we onder het biolabel in de winkel kopen, met een vrachtschip helemaal vanuit Bolivië moet komen, maakt het allesbehalve een milieuvriendelijk product. PESTICIDEN De meeste consumenten die biologische voeding kopen, denken dat biolandbouw geen gebruik maakt van schadelijke pesticiden. Het verschil tussen biologische en gangbare land-

12

bouw is dat er in biologische landbouw geen synthetische pesticiden worden gebruikt, maar nog wel natuurlijke pesticiden. Alleen zijn natuurlijke pesticiden niet altijd veiliger dan synthetische. Kopersulfaat is bijvoorbeeld zeer persistent en meer dan tien keer giftiger dan synthetische fungiciden of schimmelbestrijders. Bioboeren gebruiken vaak minder effectieve pesticiden waardoor ze soms meer moeten sproeien. Er is een studie over soja die aanwijst dat biologische pesticiden niet effectief zijn in de vermindering van milieurisico’s. Ze waren minder doeltreffend in de bestrijding van bladluizen, waren even giftig of soms zelfs giftiger voor sommige natuurlijke vijanden van bladluizen en hadden een hogere procentuele impact op het milieu. De biolandbouw beperkt zich tot de keuze voor natuurlijke pesticiden, terwijl de gangbare landbouw een veel groter keuzeaanbod heeft. Aangezien de natuurlijkheid van een pesticide niet gecorreleerd is met giftigheid, kunnen sommige synthetische pesticiden minder giftig zijn. Maar die veiligere synthetische pesticiden mogen bioboeren dus niet gebruiken. Consumenten noemen gezondheid als belangrijkste reden voor het kopen van biologische producten. Bio zou beter zijn voor de mens omdat er geen chemische bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt. Maar niemand, ookde Wereld­gezondheidsorganisatie WHO niet, heeft tot dusverre precies kunnen achterhalen wat de gezondheidseffecten zijn van het gebruik van pesticiden in de reguliere landbouw. Studies spreken elkaar tegen. Ruwe schattingen gaan uit van een verhoogd sterfterisico van één op een miljoen per jaar. Ook op andere vlakken lopen gezondheidsclaims vaak mank. Uit studies blijkt dat er geen deftig wetenschappelijk bewijs bestaat dat biovoeding gezonder is. In voedingswaarde, zoals de hoeveelheid vitaminen of mineralen, zien we geen relevante verschillen. Het blijft bij anekdotes. Mensen zeggen: biologische melk is gezonder want het bevat meer omega 3-vetzuren. Maar ze bevatten ook minder jodium en selenium. Het is ironisch dat biolandbouw het gebruik van ggo’s afzweert, want er worden ggo’s ontwikkeld die meer voedingswaarde hebben dan gangbare gepagina 14



Dossier wassen, zoals gouden rijst die beta-caroteen bevat en gewassen die extra omega-3 vetzuren of vitamine D produceren. Bioproducten mogen ook niet verrijkt worden met vitamines. Aan gangbare sojamelk wordt bijvoorbeeld vaak vitamine B12 toegevoegd, wat die sojamelk gezonder maakt. SMAAK Onderzoeken waarbij mensen blind moesten proeven, wezen uit dat de smaak wordt beïnvloed door onze verwachtingen en overtuigingen. Wie denkt dat een wortel bio is en gelooft dat biologisch gezonder is, gaat die wortel lekkerder vinden, ook al is die in werkelijkheid helemaal niet biologisch. Zelfs de voedselwetenschappers spreken zich nog niet uit over gezondheidsvoordelen van biologische voeding. Zij zijn het er inmiddels wel over eens dat we meer groenten en fruit moeten eten, of wat suikers en verzadigde vetten met ons doen. Meer dan een op tien sterftegevallen is het gevolg van een te lage consumptie van groenten, fruit, noten en zaden. Alles wat fruit en groenten duurder maakt, zoals de hogere prijs van biovoeding, is riskant omdat het de consumptie van deze gezonde producten doet dalen, vooral bij armere mensen. We kunnen eens kijken naar de uitgaven voor biovoeding van een gemiddelde Belg. Een Belg besteedt jaarlijks iets meer dan 25 euro aan biovoeding. Dat zijn meerkosten van 6 euro per jaar per Belg, om-

“Een groot probleem van de biolandbouw vormt het landgebruik.” dat biovoeding gemiddeld 33 procent duurder is dan niet-bio. Over een heel leven uitgedrukt bedraagt deze meerkost 500 euro per Belg. Zijn de meerkosten van biovoeding rendabel? De milieu- en gezondheidsvoordelen zijn weinig wetenschappelijk onderbouwd. Stel dat iedere Belg jaarlijks 6 euro zou geven

14

aan wetenschappelijk landbouwkundig onderzoek om de landbouw duurzamer te maken. Wetenschappers kunnen dan nieuwe, milieuvriendelijkere landbouwtechnieken ontwikkelen die voor de rest van de toekomst een voordeel opleveren voor het milieu. Dat kan een veel effectievere investering zijn. Het debat gaat veel verder dan de vraag ‘bio of niet’. Wat je in de supermarkten aan bio vindt, komt uit de grootschalige bio-industrie. Daarin wordt er geen rekening gehouden met het aantal kilometers dat een bepaald product aflegt. Voor consumenten is er dus een simpele vuistregel: bioproducten uit een exotisch land zijn niet bepaald milieuvriendelijk. Hoewel je in de winter nog steeds beter biologische tomaten uit Spanje koopt dan Belgische die in een winterserre zijn gekweekt, is een exotisch bioproduct kopen in de supermarkt zoiets als vegetariër worden om je airmiles te compenseren. In de

“Een Belg besteedt jaarlijks iets meer dan 25 euro aan biovoeding.” toekomst moet dus veel meer geïnvesteerd worden in lokale landbouw: een die het beste uit de bio- en de gewone landbouw haalt. Maar hoewel er in ons land kleinschalige bioinitiatieven bestaan, staat de bio-industrie hier nog volop in de kinderschoenen. Door een betere mix aan te bieden zouden de boeren tot een landbouw kunnen komen die niet alleen biologisch, maar ook gewoon logisch is. Alleen zijn er vandaag nog te veel belangen mee gemoeid om het bestaande systeem in stand te houden. Terwijl dat systeem zijn grenzen al lang bereikt lijkt te hebben. Volgende maand Deel 2: Biologische landbouw en dierenwelzijn.



Mode

Trend: dit draag jij het komende najaar Het luiden van de schoolbel op 1 september betekent ook voor velen het startschot van het najaar. De dagen worden korter, het wordt frisser en we gaan ons vanzelfsprekend ook anders kleden dan tijdens de zomer. Bij het zien van de modetrends voor komende herfst en winter, vergeten we spontaan onze modeflaters van tijdens de voorbije hittegolven. Sombere herfstdagen krijgen in het gezelschap van deze opvallende najaarstrends geen schijn van kans. Na jaren van sports- en streetwear lijken we ons weer aan chic en klassiek te wagen. In het straatbeeld zullen we de nieuwe bourgeoisie nog niet zo vaak zien, maar echt lang zal dat niet duren. De overstap van de catwalk naar het alledaagse leven zit eraan te komen. Voor je het weet zijn de gescheurde broeken niet meer.

2019-2020 zijn de kleuren fel en sprekend. Tot de topkleuren behoort een heel gamma van bleekroze tot cacaobruin (met alles wat daartussen ligt) en verder enkele blauwtinten (een felle en een grijsblauwe kleur), een oranjetint

2. Pied-de-poule en Schotse ruiten

1. Neo-bourgeois, vroom is het nieuwe sexy C'est beau la petite bourgeoisie qui boit du champagne… We gaan terug naar het einde van de jaren ’70 en het begin van de jaren ’80 met een garderobe die doet denken aan de Parijse Rive Gauche: elegant en praktisch. Denk aan een jasje over de schouders, een strikkraag, hoed, geruite broekrok, witte blouse, zwarte blazer en kniehoge laarzen.

Van top tot teen of enkel een detail, grote of kleine ruiten, al dan niet Schots of pied-de-poule… Wat ruiten betreft kan het dit najaar allemaal. De modetrends van het najaar dicteren ruiten immers in alle kleuren en op elk mogelijk kledingstuk. Van broek, lange jurk, minirok, jasje en rolkraagtrui tot klassiek hemd. Extra punten voor wie de gewaagde, onverwachte combinatie van Schotse ruiten en bloemenprints aandurft waardoor de klassieke stof een moderne uitstraling krijgt. 3. Levendige kleuren De winters waarin we alleen zwart, grijs, donkerbruin en donkerblauw droegen, behoren tot een ver verleden. Ook voor herfst-winter

en bosgroen. Onze garderobe mag knallen en dan hebben we het niet over subtiele details. In komende najaarscollecties zie je opvallende kledingstukken (mantels, broeken, jurken) in verschillende levendige kleuren zoals paars, karmijnrood, krachtig blauw en zelfs fluorgeel. Een trend die je vooral zal terugzien in winkels met een modern publiek. 4. Lang leve Kurt Cobain De zanger van de nineties band Nirvana is dan misschien al lang dood, zijn grungy stijl is levendiger dan ooit. Een comeback die we hadden mogen verwachten gezien de look een kwart eeuw geleden is geboren. De artistieke directeuren van grote luxehuizen die zijn opgegroeid in de tijd van grunge, introduceren de geüpdatete look nu aan de nieuwe generatie. Denk daarbij aan slobbertruien, gebreide mutsen, bleekwatervlekken en zilverkleurige accessoires. Maar ook de gothic-trend beleeft een revival. Zwart, zwart, en nog meer zwart, maar in verschillende materialen: leer, kant en denim bijvoorbeeld. Maar ook als accent in de accessoires (riemen, tassen, schoenen) en natuurlijk in de make-up, die een iets te ingetogen look wat kan oppeppen.

16


5. Dierenprints (ja, nog áltijd!) De luipaardprint is al meerdere seizoenen duidelijk aanwezig en lijkt ook niet snel te gaan verdwijnen. Dierenprint is – net als zwart – een onmisbaar element geworden in onze garderobe. Hou je van een opvallende jas in luipaardprint of eerder van een subtiele slangentextuur op een herenschoen? Van luxemerken tot goedkope ketens, niemand heeft nog een excuus om deze trend niet in de kast te hebben hangen. 6. Let op de mouwen De mouwen zijn bijzonder en hebben veel volume. Pofmouwen of gedrapeerde mouwen, als ze maar groot en opvallend zijn. Ook mouwen met een bontmof of bontrand lijken een nieuwe trend.

HERENTRENDS Typografie Voor FW19-20 zien we typografische prints in een meer formele stijl. Horizontale en verticale plaatsingen of uitvergrote branding en tekstafdrukken zijn weloverwogen, waarbij monochromatische contrasten meer effect toevoegen aan strakke silhouetten. Tonale kleurpaletten verzachten en verfijnen de uitgesproken letters, terwijl het gebruik van borduurwerk een textuurmatig element introduceert. Het deken

Lederen silhouetten

Accessoires en kleding komen samen in grote - door sjaals geïnspireerde – omslagdoeken waarbij het bijna lijkt dat de man een deken met zich meesleurt. Donkergrijze vervilte wol en zachtgrijze pluizige garen met franje of gestikte randen worden om het lichaam gewikkeld en vastgezet met een ceintuur of gesp voor een gedrapeerd en omhullend effect die een nonchalante, comfortabele uitstraling biedt.

Klassieke herenmode silhouetten en outdoor stijlen krijgen een luxueuze uitstraling. Regenjassen, gewatteerde jassen en broeken met wijde pijp zijn uitgevoerd in zacht, soepel leer waardoor nonchalante looks formeler worden en basisstukken verder verfijnd worden.

02-10-2019

17


Culinair

De verborgen krachten van thee Waar wij in België ons bezoek standaard een kop koffie aanbieden, zetten ze in Engeland al een kan thee nog voor je goed en wel neerzit. Het Engelse volk is er namelijk van overtuigd dat thee buitengewone eigenschappen heeft. En daar kunnen ze wel eens gelijk in hebben. Voor jou ontsluierd: de geheime krachten van thee.

In Watching the English concludeert antropoloog Kate Fox dat thee een onmisbare plek heeft veroverd in de Engelse cultuur: “Het kan kleine pijntjes verzachten, van hoofdpijn tot een geschaafde knie, het is de essentiële oplossing voor alle sociale en psychologische tegenslagen.” En vooral theezetten blijkt de perfecte vervangingstherapie te zijn. “Wanneer de Engelsen zich in een sociale situatie onhandig of oncomfortabel voelen – en dat is vrijwel altijd – maken ze thee.” En toch: de grootste theedrinkers van de wereld zijn ze niet. WAT IS THEE? Laat ons beginnen bij wat we onder de noemer ‘thee’ mogen categoriseren. Want in tegenstelling tot wat je zou denken, is kruidenthee bijvoorbeeld geen échte thee. Wat niet afkomstig is van de theeplant, mag officieel geen thee genoemd worden. Het is een aftreksel of infuus van andere planten, zoals onder meer rozenbottel, kamille en munt. Echte thee – zowel witte, groene als zwarte – wordt gemaakt van de gedroogde blaadjes van de theeplant Camelia Sinensis. Voor de zwarte variant doorgaan de blaadjes eerst een oxidatieproces. Door de reactie met zuurstof kleurt het theeblad volledig zwart. De oxidatiegraad bepaalt verder niet alleen de kleur, maar ook de smaak.

is. Hoe meer bewerkt – denk aan aromatiseren of extra verhitting – hoe ongezonder het drankje wordt.

want de laatste jaren zien we alsmaar meer theeextracten opduiken in producten zoals dagcrèmes, bodylotions en oogcrèmes.

Zwarte thee bevat evenveel cafeïne als de groene variant.

Thee brengt rust.

Fout. Beide dranken bevatten inderdaad cafeïne, maar voor een echte opkikker kies je best voor zwarte thee. Die bevat namelijk dubbel zoveel cafeïne als groene thee, ongeveer 40 mg per kop. Een gemiddelde tas koffie bevat dan weer dubbel zoveel cafeïne als dezelfde hoeveelheid zwarte thee. De aanwezigheid van cafeïne in thee zorgt overigens wel voor een positieve stimulans van de hersenfunctie. Cafeïne blokkeert namelijk een remmende neurotransmitter in je hersenen. Daardoor wordt de activiteit en de concentratie van dopamine en noradrenaline verhoogd. Dat heeft onder andere een positief effect op je humeur, reactievermogen en geheugen.

“Witte thee bevat een stofje dat de afbraak van collageen- en elastinevezels tegengaat”. Theedrinkers lopen minder risico op kanker. Ja en neen. Antioxidanten in thee zouden de productie van vrije radicalen – agressieve schadelijke stoffen die bij hoge concentraties tot kanker leiden – kunnen neutraliseren en zo kanker voorkomen. Maar hoewel thee inderdaad hoge doses aan antioxidanten bevat, is het nog niet bewezen dat theedrinkers daardoor minder risico lopen op kanker. Wie toch het zekere voor het onzekere wil nemen, serveert het best groene en witte thee. Daarin zit een grotere hoeveelheid antioxidanten dan in zwarte of oolongthee.

FABELS EN FEITEN

Thee is goed voor de huid.

Groene thee is gezonder dan zwarte thee.

Juist. Zoals in al onze cellen vindt ook in de huid een voortdurende verbranding plaats. Daardoor komt niet alleen energie vrij, maar ook vrije radicalen of antioxidanten. Die vallen de celwand aan en breken de collageen- of elastinevezels in de huid af met verslapping van de huid en het ontstaan van rimpels tot gevolg. Ook externe elementen zoals uv-stralen en luchtvervuiling brengen schade toe aan onze huid. Naast ons intern beschermingsmechanisme kan het drinken van een kopje groene en vooral witte thee die schade wat beperken. Witte thee bevat immers een stofje dat de afbraak van collageen- en elastinevezels tegengaat. Producenten van cosmetica en verzorgingsproducten hebben dat goed begrepen,

Fout. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitge­ wezen dat beiden even gezond zijn. Wat wel invloed heeft, is de mate waarin de thee bewerkt

18

Juist. Dat rustige gevoel dat je krijgt wanneer je thee drinkt, zit niet alleen in je hoofd. Thee bevat L-theanine, een aminozuur dat stress vermindert en ons brein tot rust brengt. In combinatie met cafeïne geeft het ons een gevoel van alertheid, zonder die gejaagdheid. Wie wil afvallen, drinkt best groene thee. Ja en neen. Thee zorgt wel degelijk voor een metabole boost, maar je zal van theedrinken alleen niet afvallen. Het is wel de ideale drank om te drinken wanneer je lijnt, gezien het geen calorieën bevat. Althans als je er geen suiker aan toevoegt. Thee verlaagt de cholesterol. Juist. Het is bewezen dat vijf kopjes donkere thee per dag de slechte cholesterol met enkele percentages kan verlagen. Het gaat hierbij wel om een relatief kleine daling. Wie last heeft van zijn cholesterol doet er dus goed aan om gezond te eten en daar – indien nodig – medicatie voor te nemen. Thee is goed voor de tanden. Juist. De antibacteriële werking van thee beschermt je tanden en behoedt je ook voor een slechte adem. Thee bevat bovendien fluoride die de tanden versterkt. Maar je mag hier – zoals vele dingen in het leven – ook niet mee overdrijven, want overvloedig theedrinken, kan er net voor zorgen dat je tanden verkleuren. Thee is goed voor je bloed. Juist. Meerdere studies hebben aangetoond dat de flavonoïden in thee een ontspannende werking hebben op de bloedvaten waardoor het bloed gemakkelijker kan doorstromen. En daardoor gaat het risico op hart- en vaatziektes ook omlaag.



VIER SAMEN MET JO VALLY ZIJN VERJAARDAG IN HUMBEEK Op 11 oktober viert Jo Vally zijn verjaardag met een live orkest én een retrofuif en daar kan jíj bij zijn. Het is dubbel feest, want het optreden sluit ook het jaar af waarin hij zijn 40-jarige zangcarrière vierde. Maar aan stoppen denkt de Vlaamse zanger gelukkig nog lang niet, meer nog: in Humbeek trakteert hij het publiek zelfs op nieuwe nummers! Wij spraken Jo Vally over zijn indrukwekkende carrière, van de beginjaren tot het Sportpaleis en wat het voor hem betekent om binnenkort 60 kaarsjes uit te blazen.

“Een liveoptreden is echt ambiance. De interactie met het publiek en appreciatie is een waar plezier”

WIEPER: JE STAAT AL 40 JAAR OP HET PODIUM, HOE BLIK JE TERUG OP DIE EERSTE JAREN? JO VALLY: “Als ik zie dat ik vandaag al 365 nummers heb opgenomen, meer dan een miljoen platen heb verkocht in Vlaanderen en 15 gouden albums, 8 platina en 4 dubbele platina op mijn naam heb staan, dan kan ik niet anders dan trots terugblikken. Maar het begin was zeker niet gemakkelijk, integendeel. Ik heb heel hard moeten vechten om mijn plek in de muziekwereld te veroveren. Het heeft toch ongeveer tien jaar geduurd tot mijn carrière écht van de grond ging, en dat kwam mede dankzij de oprichting van VTM en het programma ‘Tien Om Te Zien’. Ik vind het nog steeds jammer dat er geen gelijkaardig platform meer bestaat, want het heeft heel wat artiesten van eigen bodem gelanceerd. Toen dat programma mijn nummer ‘Neem mijn hart’ tot ‘Supertip’ bombardeerde, was ik vertrokken, maar de periode daarvoor heb ik echt zwarte sneeuw gezien.” WIEPER: HEB JE OOIT GEDACHT ERMEE TE STOPPEN? JO VALLY: “Voor die doorbraak leek het alsof de wereld me wou vertellen dat een leven als zanger niet weggelegd was voor mij. Ik werkte toen nog voor de stad Brussel en had besloten mijn pogingen te staken en me gewoon op mijn werk te focussen. Mijn omgeving overtuigde me echter dat ik absoluut niet mocht opgeven. Daar ben ik nog steeds bijzonder blij om, want dit jaar mocht mijn zangcarrière maar liefst veertig kaarsjes uitblazen! En we blijven doorgaan, al is het niet meer zoals in de hoogdagen van de jaren negentig natuurlijk. Misschien maar best ook, want het kon behoorlijk uitputtend zijn. Zo gaf ik vaak tot wel acht optredens per weekend. Dat waren echt heel bijzondere jaren!” WIEPER: WAT VIND JE HET MOOISTE AAN JE STIEL? JO VALLY: “De optredens, zonder twijfel. Het is geweldig mooi om rechtstreeks te kunnen zien wat je muziek teweegbrengt bij het publiek. Zeker als je mensen herkent die er al van in het prille begin bij zijn en er nu staan met hun kinderen. Een liveoptreden is echt ambiance. Het is een plezier om te kunnen interageren met de fans en appreciatie te krijgen voor iets waar je je hart en ziel in steekt. Die adrenaline is onevenaarbaar. Geloof het of niet, maar ik word ook nog altijd zenuwachtig voor een optreden. Net voor ik op het podium stap, sta ik nog als een leeuw in een kooi heen en weer te lopen. Is het geluid wel goed, staat de micro goed afgesteld, heeft het publiek er zin in? Het is pas als ik enkele minuten bezig ben, dat die zenuwen van me afvallen. Die spanning is ook goed, als je dat niet meer hebt, dan is er geen plezier meer aan.” WIEPER: WAT WAS HET ALLERMOOISTE MOMENT IN JE CARRIÈRE?

20

JO VALLY: “Het Sportpaleis, daar moet ik zelfs niet over nadenken. Er zijn weinig mensen die dat weten, maar ik was de allereerste Vlaamse artiest die het Sportpaleis in Antwerpen heeft uitverkocht! Op dat moment hingen er nog spandoeken op het Sportpaleis om de komende optredens aan te kondigen. Bovenaan stond er in grote letters: ‘Whitney Houston’, daaronder: ‘Jo Vally in symphony’ en onder mij ‘Julio Iglesias’. Onwezenlijk. Ik ben daar zonder overdrijven tien keer voorbijgereden. Het is een moment dat ik mijn hele leven zal meedragen. Al moet ik eerlijk zeggen dat ik nooit had gedacht dat ik erin zou slagen. Ik heb mijn platenbaas nog gek verklaard dat hij die zaal geboekt had, maar omdat ik al 125.000 cd’s had verkocht, was hij ervan overtuigd dat het een succes zou zijn. En toch was ik er zelfs de ochtend van het optreden nog zeker van dat ik zou afgaan. Werkelijk waar. De generale repetitie van de dag voordien was namelijk absoluut niet hoe het zou moeten zijn. Het geluid in mijn oortjes zat helemaal verkeerd, ik was mijn tel kwijt en kreeg het niet meer goed. Toen ik van die repetitie thuiskwam heb ik gehuild als een klein kind. Ik sloeg echt doodsangsten uit! De dag van het optreden klopte mijn hart in mijn keel toen ik het podium opging voor de allerlaatste soundcheck. En wat bleek? Het geluid was aangepast en alles klonk perfect!” WIEPER: HOE VOELDE HET OM HET PODIUM OP TE GAAN VOOR MEER DAN 12.000 TOESCHOUWERS? JO VALLY: “Allereerst is de gehele beleving vooraf al bijzonder uniek te noemen. Elke artiest geeft vooraf door wat hij graag backstage ter zijn beschikking wil hebben. Ik had toen gevraagd om wat water, koffie, een whisky voor de zenuwen en als het kon een fles champagne om achteraf te kunnen vieren. Maar toen ik daar binnenkwam, leek het wel alsof ze de ruimte al klaar hadden gemaakt voor Julio Iglesias. Een fruitmand, verschillende flessen wijn en champagne, hapjes, enzovoort. Je zit vervolgens neer op een zetel waar de grootste namen in de muziekwereld al hebben plaatsgenomen. Toen heb ik dikwijls gedacht aan het prille begin, wanneer ik al blij was als ik een parochiezaal halfvol kreeg. Enkele minuten voor aanvang gierden de zenuwen wel


weer door mijn lijf. Je hoort op dat moment het gehele publiek met hun voeten stampen en je krijgt de melding dat je nog maar vijf minuten hebt voor je op moet. Vervolgens word je door drie man begeleid naar het podium en hoor je tijdens die korte wandeling de violen spelen. Het optreden was werkelijk geweldig, ik heb er bijzonder hard van genoten. Het is iets dat ze me nooit meer kunnen afnemen.” WIEPER: OP 11 OKTOBER TREED JE OP IN HUMBEEK, WAT MOGEN WE VERWACHTEN? JO VALLY: “Met dat concert sluit ik het jaar af waarin ik mijn 40-jarige carrière vierde. De start werd gegeven in het Kursaal van Oostende en we eindigen met een live orkest in de mooie zaal van Eldorado in Humbeek. Na het optreden volgt nog een retrofuif met dj, omdat ik om middernacht mijn zestigste verjaardag vier. Al moet ik eerlijk zijn dat ik dat getal er niet graag bij zeg. Die zes vind ik toch wel moeilijk. Misschien omdat de generatie voor mij op die leeftijd ook echt oud was. Was je toen zestig, dan was je bejaard. Maar nu lijken leeftijdsgenoten nog de wereld te verzetten. Je bent eigenlijk maar zo oud als je je voelt. En als dat waar is, ben ik geen dag over veertig. Zelfs uiterlijk zou ik blijkbaar nog kunnen liegen (lacht).” WIEPER: DAAR KUNNEN WE JE GEEN ONGELIJK IN GEVEN. BEDANKT VOOR HET GESPREK! JO VALLY’S VERJAARDAGSPARTY – VRIJDAG 11 OKTOBER 2019 om 20u30 in Zaal Eldorado te Humbeek.


Fact check Zo laad je je smartphone het best op Voor veel mensen is het een automatisme: vlak voordat je naar bed gaat, verbind je je smartphone met de oplader. Dat doet tenslotte bijna iedereen. Het is dan ook handig dat je telefoon bij het ontwaken helemaal opgeladen is. Maar is het ook goed voor je smartphone? De batterij is namelijk een van de belangrijkste onderdelen van een smartphone. Die willen we dus zo lang mogelijk in topconditie houden. En dat doen we blijkbaar niet door de batterij tot 100% op te laden. Verbaasd? Dat waren wij ook. Hoog tijd om de fabels en feiten over het opladen van je smartphonebatterij eens op te lijsten. 3. Het is beter om je telefoon telkens tot 100% op te laden FABEL

1. Nieuwe telefoon? Eerst 12 uur opladen

Hoewel het leuk is om dat mooie afgeronde cijfer te zien op je telefoon, hou je het batterijpercentage best onder de 100%. Als die namelijk (voor een langere tijd) op 100% zit, komt er veel spanning op de batterij te staan. Dat genereert heel wat warmte, wat niet goed is voor een batterij. Kies je er toch voor om je batterij bijvoorbeeld ’s nachts op te laden – waardoor die langere tijd op 100% zit – haal het toestel dan uit het hoesje (als het daar in zit) en zorg voor een koele omgeving.

FABEL

4. Vaak kort opladen is goed voor je batterij

Een volkswijsheid is om je batterij de eerste keer helemaal leeg te laten lopen, om hem vervolgens helemaal op te laden. Maar is dat tegenwoordig nog wel zo? Het is advies dat nog stamt uit de tijd van voor de smartphone. Vroeger hadden mobiele telefoons namelijk een nikkel-cadmium-batterij. Dat soort batterijen had een ‘geheugen’. Hoe langer de accu de eerste keer werd opgeladen, hoe groter het geheugen en hoe beter de batterij het volhield. Smartphones vandaag de dag hebben een ander type accu, namelijk een lithium-­ ion- en lithium-polymeer batterij. Die hebben dat geheugen niet, waardoor je het toestel onmiddellijk kan gebruiken zonder dat je het eerst moet opladen.

FEIT

2. Je kan je telefoon aan de lader laten als die al helemaal opgeladen is FEIT Je kan je smartphone gerust de hele nacht aan de lader laten. Dat kan normaal gezien geen kwaad voor je batterij. De meeste opladers die meegeleverd worden bij je smartphone sluiten namelijk zelf de stroomtoevoer af bij 100%. Maar niet alle opladers beschikken over een automatische stop wanneer de accu volledig geladen is. De kans bestaat dat die opladers te warm worden en je telefoon beschadigen. Hoe weet je of je oplader wel of niet stopt? Dat is jammer genoeg moeilijk te achterhalen, maar de originele lader is meestal de beste keuze. Je mag er normaal wel van uitgaan dat de fabrikant daarover heeft nagedacht. Universele laders mogen dan wel overal te vinden zijn, maar dat betekent dus niet dat ze allemaal even goed zijn voor je telefoon. Maar je kan hoe dan ook je telefoon beter niet tot de volle 100% laden. 22

De meeste smartphones beschikken over een lithium-ion-batterij. Die werkt op basis van laadcycli. Eén laadcyclus is doorlopen wanneer 100% van de batterijcapaciteit is verbruikt, ongeacht het aantal keer dat je de batterij tussendoor

“Niet alle opladers beschikken over een automatische stop wanneer de accu volledig is geladen.” oplaadt. Het kan dus helemaal geen kwaad om je telefoon tussendoor in de oplader te steken, integendeel. Regelmatige korte laadbeurten zijn voor je batterij beter dan één lange laadbeurt. In theorie is het beter om je batterij tussen de 10 en 90% opgeladen te hebben, en je batterij even op te laden nadat je ongeveer 10% verbruikt hebt. Dat is in de praktijk bijna niet haalbaar natuurlijk, maar waar het op neerkomt is dat je batterij het langst zijn capaciteit behoudt als je hem niet helemaal tot 0% laat leeglopen en regelmatig kort oplaadt in plaats van een keer tot 100%.

5. Hoe je je telefoon het snelst oplaadt Moet je zo de deur uit en is je batterij nog maar op 10%? Hieronder lees je vier tips om het batterijpercentage van je telefoon zo snel mogelijk omhoog te krijgen. 1. Gebruik een betere adapter. Niet elke adapter waarmee je je telefoon oplaadt is dezelfde. Zo levert Apple met de iPhone een minder krachtige lader mee dan met de iPad of Macbook. De iPhone-lader laadt met 5 watt op, terwijl een iPad met 12 watt oplaadt. Daardoor is je telefoon sneller opgeladen dan met de telefoonlader. Maar doe dat zeker niet te lang, dat is dan weer niet goed voor je batterij. 2. Een goede USB-kabel kan het verschil maken. De kwaliteit van de USB-kabel heeft ook invloed op het snel opladen van je telefoon. Niet elke kabel is namelijk even goed. Het verschilt per kabel hoeveel energie onderweg van de adapter naar je smartphone verloren gaat. Meestal is de meegeleverde oplaadkabel van je smartphone beter dan universele kabels die je in de winkel koopt. Hoe je een goede USB-kabel herkent? Zoek er eentje uit met een ferrietkern. Dit is een magneet die om de kabel heen zit en de energieoverdracht verbetert. USB-kabels met een ferrietkern laden beter op dan kabels zonder. 3. Zet je telefoon in vliegtuigmodus. Je telefoon laadt sneller op in de vliegtuigmodus. Daardoor ga je offline, want functies als wifi en mobiel internet staan dan uit. Je telefoon laadt dus logischerwijs sneller op omdat hij minder energie verbruikt. 4. Moet je bereikbaar blijven? Zet je telefoon dan niet in vliegtuigmodus, maar schakel gewoon alle apps uit. Zo heeft de processor en het werkgeheugen minder werk. Ben je nog niet in de buurt van een lader? Door apps en functies als Bluetooth, GPS en mobiele data uit te schakelen, kan je heel wat besparen op de batterij.



Travel to Waarom ook jij japan moet bezoeken Op boekingsites als booking.com lijkt het altijd spitsuur. Als we de sites mogen geloven vliegen reizen Het idee om op vakantie te gaan naar Japan, voelt voor velen aan als reizen naar een andere planeet. En dat is eigenlijk ook wel zo. Japan wordt het land van contradicties genoemd, maar eigenlijk is dat gewoon omdat de mysterieuze archipel voor iedereen iets te bieden heeft. Het is een land waar oude goden en traditioneel vakmanschap wordt vermengd met hypermoderne technologie en futuristische mode. Waar alles met een glimlach wordt gedaan, zolang je hen tenminste maar geen fooi geeft. Waarom? Dat kom je in dit artikel te weten. Veel mensen weten niet dat Japan pas zo’n 140 jaar geleden voor het eerst zijn deuren opende voor buitenlanders. Dat lijkt lang maar in die tijd werd er in Europa al handel gedreven en flink heen en weer gereisd. De Japanse cultuur is mede daarom goed bewaard gebleven en leeft nog steeds voort in de moderne Japanners. Tegenwoordig is Japan een land dat veel exportproducten heeft zoals auto’s – denk maar aan Toyota, Nissan, Honda en Mitsubishi - die over de hele wereld bekend zijn. Ze hebben ook een vooruitstrevende hightechindustrie met grote bedrijven zoals Sony, Canon en andere multinationals. Het leuke van Japan is dat de cultuur totaal anders is dan in westerse landen maar het land geniet wel de moderne faciliteiten die wij hier in België gewoon zijn. Door de jaren heen heeft Japan zich ontwikkelt als een echt vakantieland en heeft het toeristen ook veel te bieden zoals architectuur, stranden, bergen, wintersporten en nog zoveel meer. FUN FACT De Japanse treinen (Shinkansen) rijden – in tegenstelling tot de NMBS – voor 99% op tijd. De overige 1% staat voor treinen die meer dan twee minuten vertraagd zijn. Over Japan Nippon of Nihon zoals de inwoners Japan noemen is het meest oostelijk gelegen Aziatische land ter wereld. Het heeft een oppervlakte van maar liefst 377.994 vierkante kilometer dat verspreid is over 6852 eilanden waarvan het eiland Honshu het grootste is. De andere grote Japanse eilanden zijn Hokkaido, Kyushu en Shikoku en natuurlijk de tropische Okinawa prefectuur. Het land is voor 72% bebost en

heeft grote temperatuurverschillen dankzij het diverse klimaat. Waar het in het noorden van Japan extreem koud kan zijn en er sneeuwpaleizen worden gebouwd, is het in Okinawa eigenlijk nooit kouder dan 15-20 graden en kan je er dus met gemak overwinteren. Het uiteenlopende klimaat is net zo verschillend als de talen die over het land worden gesproken. Er zijn namelijk 12 verschillende dialecten officieel erkend, waarvan er veel op de eilanden groep Okinawa zijn ontstaan. Sinds iets meer dan een eeuw is de hoofdstad van Japan Tokyo

“Japanners plaatsen de belangen van de groep steevast boven die van zichzelf.” geworden, maar dat is niet altijd zo geweest. Kyoto heeft namelijk veel langer de heerschappij uitgeoefend over het land. Doordat Japan jaren geïsoleerd is geweest van de buitenwereld heeft het een unieke cultuur ontwikkeld die je overal terugziet in het land. Denk maar eens aan de maaltijden die uniek zijn voor Japan zoals Sushi of Sashimi. FUN FACT De enige japanner die de Titanic ramp overleefd had, kreeg voortdurend te horen dat hij een lafaard was omdat hij niet dood was gegaan net als het overgrote deel van de passagiers.

3.

4.

5.

6.

7. FUN FACT Maar liefst 90% van de Japanse smartphones is waterproof. Japanners gebruiken hun telefoon namelijk graag onder de douche. Eerste keer op reis naar Japan? Reis je voor het eerst naar het land van de rijzende zon? Dan besparen deze 13 tips je een hoop kostbare vakantietijd én brengen ze je meteen in de juiste stemming. 1. Boek een vliegtickets naar Tokyo Narita International Airport (IATA: NRT) en terug naar België vanaf Osaka Kansai Airport (IATA: KIX). Dat is handig voor wanneer je een rondreis door Japan wil maken. Zo ver-

24

2.

lies je geen reistijd aan een terugreis naar Tokyo. Wissel geen geld in België. Op elke internationale luchthaven kan je meteen geld afhalen waardoor je geen dure wisselkoers hoeft te betalen. Bestel alvast in België een Japan Rail Pass. Die krijg je dan gewoon thuisbezorgd. Dat bespaart je heel wat tijd aan de loketten op het station, bovendien is het mogelijk om meteen treinen online te boeken. Vooral op drukke treinlijnen is dat belangrijk, anders kan je wel eens naast een plek grijpen. Met een pocket-wifi heb je onbeperkt internet in Japan. Die handige apparaatjes kan je gemakkelijk laten bezorgen bij je hotel of ophalen op elke internationale luchthaven. Terugbrengen is geen probleem: gewoon in de brievenbus gooien die op elke luchthaven staat. Met internet kan je gemakkelijk een reis plannen via Google Maps, de metro’s in Tokyo of andere grote steden zijn vaak nogal een warboel. Het is dus heel handig om een digitale gids te hebben. In Japan is cash koning. Zorg dus altijd voor voldoende contant geld op zak, het is namelijk vaak niet mogelijk om te betalen met de kaart. Een Visum voor Japan is niet nodig. Je mag er vrij reizen tot 90 dagen. Ga je een auto huren of karten in Tokyo dan is een internationaal rijbewijs wel nodig. Je kan met gemak zelf rondrijden in Japan, want Japanners zijn namelijk geen wegpiraten. De beste reistijd voor Japan is in maart, april, mei en begin juni. Tijdens die periode heb je het minste regen, de meeste zonuren en is de temperatuur niet te koud of te warm. Ga je later in de zomer dan is



Travel to het erg warm en vochtig. Vroeger in het jaar kan voor sneeuw en koude wind zorgen. Reis je in de lente naar Japan dan kan je de gekleurde bloesems in de prachtige Japanse tuinen niet overslaan, al kan je er ook moeilijk geen aandacht aan schenken. 8. Geef geen fooi bij het eten, taxi of waar dan ook. Dat is beledigend. Je schept hiermee namelijk de aanname dat de persoon niet genoeg verdient. 9. Rijden, fietsen, lopen, alles gebeurd in een omgekeerde richting. De Japanners rijden net als de Engelsen aan de linkerkant. Let daar dus op. 10. Wil je niet zelf rijden? Neem dan gewoon de taxi. Ze zijn goedkoop en altijd zeer beleefd. Hier hoef je niet bang te zijn dat iemand je oplicht of onnodige rondjes rijdt voor wat extra cash. 11. Er zijn overal openbare toiletten. Dus als de nood hoog is gewoon even rondvragen of Google Maps gebruiken want ze zijn nooit ver weg. Vind je publieke toiletten vies? In Japan is daar geen kans toe! 12. Japanners zijn verlegen maar willen heel graag met je spreken. Ga dus het gesprek zelf aan. Gewoon door hallo te zeggen of ‘Hello, can you help me?’ 13. Slapen en overnachten doe je in een Ryokan of capsule hotel, beide zijn traditionele slaapplaatsen om te overnachten in Japan. FUN FACT Er wonen meer dan 50.000 mensen in Japan die ouder zijn dan 100 jaar! FUN FACT Strips en comics – Manga, Hentai en Anime - zijn zo populair in Japan dat er daar meer papier voor gebruikt wordt dan voor WC-papier. Drie aspecten van de Japanse cultuur Vraag elke persoon die ooit naar Japan reisde wat het meeste opviel tijdens hun eerste bezoek en de kans is groot dat je de volgende drie antwoorden hoort: 14. Japanners zijn enorm vriendelijk 15. De treinen rijden er op tijd 16. Het is er druk, maar niet chaotisch

26

Daarom zijn Japanners zo vriendelijk De achterliggende reden hiervoor is religie. Niet het soort godsdienst dat aan de deur verkocht wordt, en ook niet het soort geloof waarvoor je elke zondag naar de kerk moet. Net zoals de normen en waarden in veel west-

“Met een fooi zeg je dat de persoon niet genoeg verdient.” erse landen zijn onderbouwd met christelijke principes. Zo viert bijvoorbeeld bijna iedereen kerst, ook al ben je niet religieus. Integraal ingebakken in de Japanse cultuur is de Shintoreligie. Vrij vertaald betekent het: ‘Weg der Goden’. Het mooie is dat – in tegenstelling tot het Christendom of de Islam – er geen doemscenario’s over het hiernamaals aan hangen die leiden tot angst. Het Shintoïsme gelooft dat er in alles een god zit. In elke boom en steen. Dat levert duizenden goden op die niet alleswetend zijn, maar wel hun eigen object beschermen. En dan doe je er uiteraard goed aan om alles om je heen met respect te behandelen. Die essentie van de religie is de ruggengraat van de Japanse cultuur. Verder is het Shintoïsme een heel vrijblijvende religie. Je hoeft er niet wekelijks voor naar een gebedshuis, en er wordt geen bijdrage van je verwacht. Maar omdat de belangrijkste gebruiken ingeweven zitten in de Japanse cultuur belijdt elke Japanner indirect die godsdienst. En zo komen we bij de enorme vriendelijkheid van de Japanners. Ze zijn zo omdat respect voor de omgeving essentieel bij hen ingebakken zit.

lander wel vreemd lijken, maar het zorgt ook wel voor een zekere discipline in de samenleving. Eigenlijk is die discipline een logisch gevolg van het respect waarmee het individu de samenleving behandelt. En dat zorgt er dus ook voor dat Japanse treinen op tijd rijden. Dat ligt zowel aan de discipline om exact volgens de dienstregeling te rijden als het nauwgezette productieproces van de treinen waardoor er hoogwaardig materieel geleverd wordt dat amper kapotgaat. Ook in het onderhoudsproces schuilt die immer aanwezige discipline. Daarom is het er ondanks de drukte nooit chaotisch Zoals al gezegd plaatsen Japanners de belangen van de groep boven die van zichzelf. Dat is ook te begrijpen als je naar de bevolkingsdichtheid kijkt. Als iedereen vooral bezorgd zou zijn om zichzelf, dan zou dat regelmatig tot discussies leiden. Het respect voor de samenleving en de discipline die een Japanner bezit, zorgt ervoor dat alles mooi in harmonie blijft. In drukke winkelstraten loopt iedereen die dezelfde richting uitwandelt, aan de linkerkant van de weg. Sta je te wachten om de trein op te stappen, dan sta je daar ook netjes voor in de rij. Er wordt niet gedrongen of geduwd. Zelfs op de drukste stations gaat het er vreedzaam aan toe. Hoewel het dus druk is, is het nergens chaotisch. Wat ook helpt is dat Japan ingesteld is op die drukte. De capaciteit om mensenstromen te beheren is er. In de drukke perioden rijdt er elke paar minuten een trein. Je staat dus wel in de rij maar je hoeft nooit lang te wachten. Omdat alles gewoon doorstroomt is het dus zeker doenbaar om met die drukte te leven.

Daarom zal je in Japan nooit te lang wachten op een trein

FUN FACT Door de vergrijzing zijn er meer huisdieren dan kinderen in Japan.

Het Shintoïsme zorgt dus voor respect. Als de omgeving zo belangrijk is, dan wegen de belangen van het individu relatief minder zwaar. Ook dat zie je terug in het dagelijks leven. In het belang van de groep cijferen veel Japanners zichzelf weg. Dat kan voor een buiten-

FUN FACT In Japan mag je nog steeds roken in bijna alle restaurants, bars en clubs. Maar níet in de openbare buitenlucht.



28



Centen Zo heb je zekerheid bij arbeidsongeschiktheid Een verzekering gewaarborgd inkomen dicht de kloof tussen de ziekte-uitkering en het laatste loon. Onderzoek wijst uit dat - hoewel we de verzekering op gelijke voet plaatsen met de hospitalisatieverzekering – slechts 17 procent van de werknemers hiertegen verzekerd is. Interessant is het nochtans wel. Verzekeringsexpert Bruno Baudewyns vertelt waarom. WIEPER: WAAROM IS HET INTERESSANT OM ALS WERKNEMER EEN VERZEKERING GEWAARBORGD INKOMEN TE NEMEN? WE HEBBEN TOCH DE SOCIALE ZEKERHEID? BRUNO BAUDEWYNS: “In onze sociale zekerheid valt een werknemer in de tweede maand arbeidsongeschiktheid terug op slechts 60%

“Een verzekering gewaarborgd inkomen is vooral interessant voor wie allerlei premies ontvangt bovenop zijn basisloon.” van zijn loon, met een plafond van 3.705,73 EUR bruto per maand. Ben je langer dan een jaar arbeidsongeschikt, dan kan die uitkering zakken tot 40%. Het is dus vooral interessant voor wie bij ziekte of een ongeval een groot deel van zijn loon verliest. Denk daarbij maar aan werknemers die een basisloon hebben dat aangevuld wordt met allerlei premies zoals voor nacht- en weekendwerk. Bij ziekte of werkloosheid wordt

de uitkering bijna uitsluitend berekend op het basisloon, waardoor die een groter loonverlies kent. Ook een bonus, een dertiende maand en vakantiegeld tellen vaak niet mee voor de berekening van de uitkering. Niet te vergeten dat extralegale voordelen zoals de bedrijfswagen en maaltijdcheques eveneens wegvallen bij arbeidsongeschiktheid.” WIEPER: HEEFT ENKEL EEN WERKNEMER BAAT BIJ DEZE VEZEKERING? BAUDEWYNS: “Neen, voor zelfstandigen is deze verzekering zelfs cruciaal. Zij kunnen namelijk de eerste week van de arbeidsongeschiktheid niet eens rekenen op een tussenkomst van het ziekenfonds. Daarna krijgen ze een vast bedrag per dag, afhankelijk van hun gezinssituatie. Voor startende zelfstandigen zou de verzekering gewaarborgd inkomen zelfs prioriteit moeten krijgen op de opbouw van een aanvullend pensioen. Voor zelfstandigen hangt de verzekeringspremie af van de instapleeftijd. Hoe langer ze wachten, hoe duurder het te verzekeren risico.”

Bruno Baudewyns

WIEPER: WAT IS DE KOSTPRIJS VAN DE VERZEKERING? BAUDEWYNS: “De kostprijs per polis ligt doorgaans iets hoger dan voor de hospitalisatieverzekering. Daar staat wel tegenover dat de uitkeringen ook veel hoger kunnen zijn. Een gemiddeld inkomen in België bedraagt 3.300 EUR bruto per maand. Als je ziek valt of een ongeval krijgt waardoor je nooit meer kan werken, betaalt de verzekeraar elke maand een uitkering tot aan je pensioenleeftijd. Zelfs als de verzekeraar slechts 10% van je loon bijpast bij arbeidsongeschiktheid, dan heb je na elf maanden toch al meer dan 3.600 EUR van de verzekeraar teruggekregen. En de kostprijs van die verzekering ligt voor een bedrijf niet per se hoger.” WIEPER: BEDANKT VOOR HET GESPREK! Voor vrijblijvend hypothecair, fiscaal of verzekeringsadvies of bij andere financiële vragen kan je steeds terecht bij Bruno Baudewyns, spaar-, beleggings- en verzekeringsspecialist.

Hoogstraat 35 A . 1861 Wolvertem www.baudewijns.be



enjoy your

TIMEOUT.

JUMA Tuinset bestaande uit tafel 220x100cm frame alu charcoal mat + lichtgrijs glas + 6 stapelbare armstoelen MALI frame alu charcoal mat + tex. zilvergrijs, ook verkrijgbaar in alu wit mat. PROMOPRIJS €1.349. PROMOPRIJS

€ 1.349

NIEUWE COLLECTIE 2019

VIRGINIA Loungeset bestaande uit 2-zit met zijtafel links + hoektafel teak + 2-zit met zijtafel rechts + salontafel met blad teak, incl. kussens in Sunbrella Cast Slate. PROMOPRIJS €2.599 i.p.v. €3.796

PROMOPRIJS

€ 2.599 Lounge bestaande uit 2-zit arm rechts, hoekelement, 2-zit arm links met kussens in all weather uitvoering, excl. salontafel. PROMOPRIJS €2.079.

GRATIS STOEL *BIJ AANKOOP 5 STOELEN

GRATIS ACCESSOIRES *T.W.V. 5% VAN UW AANKOOP

-20% OP TUINSETS *BIJ AANKOOP VAN EEN VOLLEDIG SET

FOLDER MET NOG MEER ACTIES EN PROMOTIES NU ONLINE !

*20% korting en gratis stoel enkel geldig op tal van geselecteerde sets en stoelen in de winkel. Gratis accessoires bij uw aankoop vanaf €500, in de vorm van een waardebon. Promosets niet cumuleerbaar met andere acties.

O U T D O O R

TEMSE Hoogkamerstraat 333 | 9140 Temse | T 03 771 15 51 | info.temse@verberckmoes.be | www.verberckmoes.be Elke dag open van 10u tot 18u | Zon- en feestdagen van 13u tot 18u | Gesloten op dinsdag


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.