
2 minute read
Amarone della Valpolicella DOCG
Veneto kent een grote verscheidenheid aan druivenrassen. De belangrijkste witte druivenrassen zijn garganega, glera, trebbiano di Soave (verdicchio), pinot bianco en pinot grigio. Als belangrijkste blauwe druivenrassen gelden corvina, corvinone, rondinella, molinara en merlot. Tot de minder voorkomende lokale rassen behoren bianchetta trevigiana (w), cavrara (b), durella (w), oseleta (b), raboso (b), tai bianco of friulano (w) en vespaiola (w).
Hieronder worden de belangrijkste herkomstgebieden van Veneto behandeld.
Advertisement
Amarone della Valpolicella DOCG Amarone della Valpolicella werd in 2010 tot DOCG gepromoveerd. Aanvankelijk werd een Amarone vooral gezien als een ‘mislukte’ of ‘ontsnapte’ Recioto, een wijn waarvan de gisting niet stopte en dus resulteerde in een droge wijn in plaats van de beoogde zoete. Het eerste commerciële succes ontstond pas eind jaren vijftig van de vorige eeuw. In de jaren negentig steeg de populariteit van Amarone enorm en werd het zelfs de belangrijkste wijn van Veneto. De noodzaak om een Amarone te maken is soms groot: reguliere Valpolicella’s verkopen nauwelijks en met Amarone is geld te verdienen. Niet iedereen is echter in staat om topkwaliteit te leveren en het lukt lang niet iedereen zijn wijn te verkopen. Daarom zien we naast flessen van honderden euro’s ook Amarones met een fantasienaam, voor een tientje gedumpt via twijfelachtige websites of in grote supermarkten.
Het klimaat in Valpolicella is redelijk mild. Het gebied wordt beschermd door de Monti Lessini ten noorden en het Gardameer ten westen van Verona. De gemiddelde neerslag per jaar varieert van 850 mm op de vlakten tot 1.200 mm in de heuvels (op een hoogte van 500 à 700 meter). Diverse riviertjes uit het Lessinigebergte monden uit in de Adige, die het gebied doorkruist. De winters zijn koud en droog met veel wind uit het noordoosten. De lente en herfst zijn uiterst variabel met een groot risico op hagel. De invloeden van enerzijds het Lessinigebergte en anderzijds het Gardameer kunnen aanzienlijk zijn, net als de bodemverschillen. Bodems variëren van vulkanisch gesteente en leisteen op de heuvels tot alluviale bodems in de dalen.
Minstens zo belangrijk als de druiven en oogstjaren zijn de terroirverschillen van de valleien die hun namen ontlenen aan de riviertjes Negrar, Marano en Fumane. Deze riviertjes voeren het water uit het Lessinigebergte naar de Adige. Het Classico-gebied wordt gevormd door de gemeenten San Pietro in Cariano, Negrar, Marano di Valpolicella, Fumane en Sant’Ambrogio in het westen van de regio. Het subgebied Valpantena ligt ten noorden van Verona, op de uitlopers van de Monti Lessini. Ook de vlakten ten oosten van Verona behoren tot het productiegebied van Amarone della Valpolicella.
Amarone is een krachtige, intense rode wijn, die wordt gemaakt van ingedroogde druiven. Bij een Amarone (ook in de versies Classico, Riserva en Valpantena) bestaat de basis uit 45 tot 95 procent corvina veronese, waarvan niet meer dan de helft mag worden vervangen door corvinone. Daarnaast zijn 5 tot 30 procent rondinella en maximaal 25 procent andere druivenrassen toegestaan, waaronder internationale (zoals merlot). In tegenstelling tot druiven voor Recioto, die meestal van