5 minute read

 Chianti DOCG

Next Article
 Siracusa DOC

 Siracusa DOC

 Chianti DOCG Het gebied van Chianti DOCG strekt zich tegenwoordig uit over vrijwel de hele streek tussen Florence en Montalcino, maar het was in 1716 (zie kadertekst) veel kleiner. Vooral in de jaren dertig van de twintigste eeuw is het wijngebied dat recht had op de naam Chianti flink uitgebreid. De 15.500 ha die het nu telt, levert jaarlijks ongeveer 800.000 hl wijn op. Het spreekt voor zich dat bij zulke volumes grote kwaliteitsverschillen optreden. Dat is ook de reden dat menigeen stelt dat Chianti in 1984 de DOCG-status niet had moeten krijgen. De variatie aan stijlen en kwaliteiten zal de gemoederen vermoedelijk nog lang bezighouden. Sommige wijndrinkers associëren Chianti nog steeds met goedkope, wrange hoofdpijnwijn in een met stro omvlochten buikfles (fiasco). Overigens zijn bij de DOCG-erkenning in 1984 ingrijpende veranderingen doorgevoerd ten opzichte van de DOC-regels uit 1963, onder andere op het gebied van rendement, sangioveseklonen en druivensamenstelling.

De wijngaarden voor Chianti liggen op een hoogte van maximaal 700 meter boven de zeespiegel. Het belangrijkste druivenras is sangiovese, die minimaal 70 procent van de wijn moet uitmaken. Als aanvullende rassen mogen Italiaanse rassen zoals colorino, canaiolo en malvasia nera worden gebruikt, maar ook internationale rassen zoals cabernet franc, cabernet sauvignon, merlot en syrah. Voor cabernet sauvignon en cabernet franc geldt een maximum van 15 procent in totaal. Maximaal 10 procent van de blend mag bestaan uit witte druivenrassen, waarvan malvasia en trebbiano de meestgebruikte zijn. De witte druiven maken de wijn lichter en makkelijker drinkbaar. Een uitzondering vormt Chianti uit de subzone Colli Senesi: deze moet minimaal 75 procent sangiovese bevatten, aangevuld met maximaal 25 procent andere druivenrassen (met een maximum van 10 procent cabernet franc en/of cabernet sauvignon) en maximaal 10 procent trebbiano toscano en/of malvasia. De minimale plantdichtheid voor Chianti DOCG is vastgesteld op 2.500 druivenstokken per hectare (voor Chianti Classico is dat 4.000). Het maximumrendement voor ‘gewone’ Chianti is 63 hl/ha. Voor Chianti Superiore en Chianti met vermelding van een subzone ligt dat wat lager.

Advertisement

De traditionele governo-techniek is voor Chianti nog steeds toegestaan, maar voor Chianti Classico niet. In het verleden stond op het etiket van een Chianti of Chianti Classico die minimaal 2 jaar houtrijping had gehad de term Vecchio. Sinds de DOCG-erkenning in 1984 is deze term verboden. Voor alle wijnen van Chianti DOCG geldt een minimale flesrijping van 4 maanden. Een reguliere Chianti mag pas na 1 maart van het jaar na de oogst in de handel worden gebracht en een Chianti Superiore vanaf 1 september van het jaar na de oogst. Chianti Riserva rijpt ten minste 2 jaar. Voor Chianti Riserva uit de subzones Rufina en Colli Fiorentini geldt een verplichte houtrijping van minimaal 6 maanden en voor Chianti Riserva uit de subzone Colli Senesi een houtrijping van minimaal 8 maanden en een flesrijping van minimaal 4 maanden. Voor Chianti Superiore en Chianti die de naam van een subzone draagt, gelden strengere regels op het gebied van rendement, minimaal natuurlijk alcoholpercentage en (hout)lagering.

Governo

Governo, ook wel governo all’uso toscano of governo alla toscana genoemd, is een ouderwetse vinificatiemethode. Bij het governo-systeem werd in de Chianti-streek van oudsher 10 à 15 procent van de druiven (meestal colorino) na de oogst gedroogd om eind november of begin december aan de bijna uitgegiste most van de jonge wijn te worden toegevoegd. Door de toevoeging van de onvergiste, zoete druiven (of de most daarvan) werd de gisting opnieuw in gang gezet. Ook de gewenste malolactische omzetting kwam zo beter op gang. De wijn werd daardoor wat donkerder en rijker in alcoholische kracht, maar ook zachter en sneller op dronk als gevolg van vaak wat restzoet en een mildere zuurgraad. Een bijeffect was een hoger gehalte aan koolzuur, dat vaak in flessen jonge Chianti achterbleef. In de Marken werd de techniek in het verleden gebruikt om Verdicchio een lichte pareling en een licht zoetje te geven. Moderne vinificatiemethoden hebben deze methode om wijnen sneller drinkbaar of aangenamer te maken overbodig gemaakt, maar er zijn nog enkele traditionalisten die de governo-methode toepassen. De methode is te vergelijken met de ripasso-techniek uit Veneto.

Chianti DOCG kent zeven subzones, waarvan de naam op het etiket kan voorkomen en waarvoor strengere regels gelden dan voor Chianti zonder vermelding van een subgebied: • Chianti Colli Aretini: Dit is een tamelijk grote subzone rondom de stad Arezzo, in het oosten van het gebied. Wijnen uit dit gebied zijn tamelijk licht en hebben een opvallende zuurgraad met doorgaans een gemiddelde structuur en complexiteit. • Chianti Colli Fiorentini: Deze grote subzone ligt tussen de zuidelijke bebouwing van Florence en het noorden van het Chianti Classico-gebied. De wijnen lijken op die uit het noordelijke deel van

Chianti Classico. Ze zijn over het algemeen iets lichter en frisser, soms ook minder complex, maar er zijn vele fraaie uitzonderingen, die deze subregio een goede reputatie geven. • Chianti Colli Senesi: Deze grootste en belangrijkste subdenominazione omvat een aanzienlijk deel van de provincie Siena. We vinden dit gebied ten zuiden en zuidwesten van Chianti Classico. Hier zijn heel wat prima producenten en de wijnen hebben een goede prijs-kwaliteitverhouding. • Chianti Colline Pisane: Dit wat kleinere district ligt in de heuvels ten zuiden van Pisa, achter de kust bij Livorno, geheel geïsoleerd van de andere productiezones. Het wordt beschouwd als een gebied met veel potentieel. Het streven naar een eigen identiteit leidde in 2011 tot de erkenning van de DOC Terre di Pisa voor wijnen met een ander karakter en een hogere kwaliteit dan wijnen van Chianti Colline Pisane. • Chianti Montalbano: Deze subzone ligt ver verwijderd van de kern van het Chianti-gebied, ten zuidwesten van de stad Prato en ten zuiden van Pistoia. Chianti Montalbano is relatief onbekend buiten Italië, maar de zone behoort tot de klassiekers. Het is hier relatief koel, wat lichte, jong drinkbare wijnen oplevert met frisse zuren. De historische wijn uit Carmignano (die nu een eigen DOCG heeft) was tot 1975 onderdeel van Chianti Montalbano DOC. • Chianti Montespertoli: Dit in 1997 onderscheiden district ligt ten zuidwesten van Florence. Het is de kleinste subzone van Chianti en was ooit deel van Chianti Colli Fiorentini.

This article is from: