EMO - Emogedoe, Emotica, Emotics

Page 1

EMO

Emogedoe, Emotica, Emotics

Wim Schrever Uitgeverij Eigenbegeer, Geraardsbergen.



Wanneer ik ik ben omdat ik ik ben, en jij jij bent omdat jij jij bent, dan ben ik ik en jij jij. Maar wanneer ik ik ben omdàt jij jij bent en wanneer jij jij bent omdàt ik ik ben, dan ben ik niet ik en jij niet jij. Menachem Mendel van Kotzk

1


2


Š Wim Schrever, 2002. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgegeven door uitgeverij Eigenbegeer, Geraardsbergen. Fotografie & vormgeving: Studio Schrever, Geraardsbergen. Druk: Jules Senior, Geraardsbergen. Lettertype: Optima, Adobe Bembo.

3


4


I n h o u d

Emogedoe Wimwaai HemEls Paralise Panorama Geduld gespiegeld Verslingerd -the melody haunts my revery Relativitijd EvenEls Lieglijn Emotica Broekje Milieudebat Abstract denken doen Oke Rome Puurvuur Floep Gedacht Sterk Rode haren Bloedmooi jong Tangamagie Zee Koel Over Emotics Kind Rood Brusselwas Gegokt Oneindig Alleen Fijn Niemand kijkt naar me Dieper Bitch Laaizaam Ouder Wat? Geweest Zon Succettes PoEmma 18 Ge-weten

5

8 9 16 19 20 21 23 24 28 33 34 37 41 42 44 46 47 49 50 53 54 56 57 58 61 62 63 64 65 66 67 68 69 71 73 74 75 77 78 79 80 84 87


6


Emogedoe Schrever schrijft

7


Wimwaai onrust rugpijn onrust kom niet tot rust, wil niet blijkbaar of is het zij die mij, durf ik dromen, of wordt het wachten weet niet onrust rugpijn glimlach wacht ik weet ik wil ik -wil zij?? loslatenwaaien vooral geen wringing mezelf zijzelf lentebloesemblij

wim

8


HemEls zondag laat radio zacht op ĂŠĂŠn verkeersinfo kan me niet zit nu heerlijk rijkelijk dobberend in een zeilschip, een prachtboot wat een bestaan nu nog mooier: vind hier ontkurker en open flesje wit -petit chablis, zoals ikzelf wim le petit heureux (ken je die franse film nog, "alexandre le bienheureux", over een franse bonvivant die goed leeft op zijn boerenhof) radio nog zachter nu een lichte avondbries tikkelt de mastgarnituur en dan die zwoele radiostem van hilde, hilde walschaerts het geheel herleidt me tot mijn ware zelf en ik overloop die vragen die ik al beantwoord weet: is dit niet top? hebben we het hier niet opper? moet er nog zand zijn? of zoals mijn grootvader zaliger -maar dan bij weer een erge tragiek in het mensdom-: "welwelwel, wor moet dat nortoe? in dit tranendal? in hac vale lacrimarum?" achteruitleunend in z'n krakende fauteuil met z'n blik op oneindig veel tranen. gelijk had-ie. ouderen hebben dat altijd.

9


is het dan dat ik een oude geest ben dat ik weet dat ik die vorige vragen ook juist heb? de kleine chablis vindt van wel en een dramatische negermens heft een muzikale tragiek aan, en dรกt, dat brengt me bij haar: onze tweede date, bij me thuis -de eerste was een resto, vrij klassiek, beetje verkennend, wel heel leukze was een beetje laat nu dan en ik dacht al liegend 'heb ik de avond lekker aan mezelf' maar zag ze even later toch schuchter mijn hoekje naderen, langs de steile straat dus ik keek recht in haar gelaat, ik zag ze weifelend, onzeker; trok m'n pull scheef, wat nonchalante blik vlug nog in de spiegel voor ik in een laatste zucht naar de voordeur gleed: ik gerustte haar, zij mij ook d'er was meteen een gespannen zekerheid: ze had het al beslist, ik had alleen nog te leiden naar haar koers (gek toch hoe wij sexedieren zulks verzinnen)

10


"zin in ...?" ze knikte besloten en ik ontstak haar eerste sigaar, echt waar. we smaakten, praatten ze trof me, echt, 't was niet fysiek (ook wel later), en ik dacht ik haar ook de spanning raakte gelijk gespannen, ontspannen, 'tiens, wat een mooie ogen' - in feite was dat het eerste dat ik al weken voordien had gespot; eigenlijk een sine-qua-non voor me, want zijn de ogen geen spiegel? ik had daarin een glimp van een glans van mezelf gezien toen, en dan ben ik beginnen spinnen. ik raakte haar nu eerst pas aan toen ik vroeg of ze die witte lustte en haar heerlijkheid seinde dat het goed was. na het schenken raakte ik opnieuw onexpress haar knie en dacht nog even onwennig niet wetend, beetje hoofdschuddend, keerde nu dan naar haar toe, raakte haar een derde keer aan de arm, dan haar lippen. stemloos stond ze toe. we zoenden. als altijd hield ik mijn kijkers wijd en zag haar zinken. ik genoot en droomde weg

11


tast lik zoen hou hals hels om weet niet hoelang wel dat we dit beiden wilden. haar fragiele lijfje knoopte zich even vast aan mijn zware romp. mijn brede mast doorkliefde de zilte zeelucht beslist, het was vast een thuiskomen voor me, zag het al zo, zoals in m'n dagdromen die ik ondanks alle onwil nog steeds blijf bouwen zachtzoet af en toe een glimmend open ooglid met daarin gehouwen de regenboogspectra van haar bruine oogsteppen. fijne haartjes van der streepjes wenkbrauw. met m'n lippen tastte ik blind naar haar huidprikkels. haar blote boven -had ik zelf voor gezorgd, doch wilde niets forcerenonbehouwen in mijn rauwe bast

12


het leek dagen na zo'n halve week zuchtte ze dan diep, ik zag ze zoekend: ze wist niet hoe, zei ze, en -door mijn vissen zeker?dobberde het eruit: d'er was een ander al twee jaar, maar zonder iets bijzonder. mijn goed gevoel trachtte zwalpend niet slagzij te raken en hoewel ik al verloren wist hoopte ik nog even koers te kunnen houden hoewel ik al eerder zei niets forceren te willen, koelde haar klerenzoeken me toch en ik startte in mezelf te keren dat ze eerst maar zeker zijn moest was mijn gekoelde goederaad en ijzig al liet ik d'er uit. haar droomzachtmaar(nog)niettehardvanmij-kus trof me, later pas nadien des te meer en ik gooide fors alle toegangen dicht vastbesloten deze keer niet, nee, deze keer niet.

13


14


het was intussen 3 en ik dwong me in slaap want straks wou ik varen. en hier zit ik nu nog, in die kloteboot -is het dat niet allemaal als je je Grote Levensdroom (weer 's) aan je ziet voorbijgaan? toen ik gister lopend het strand herploegde, riep ik luid -welke Grote Griek was het ook alweer die de golven leerde schreeuwen?in de golven: kreeg geen weerwoord, had ik ook niet verwacht; wel in mezelf: mijn trachten was goed, en zo ook bedoeld: ik wenste niet fors te keren. maar wil wel beslist haar mijn mijn verjouwen. ik ben blij, maar daarna ben ik weer triestig (van raymond), en zo wil ik dat ook ik voel de energiebol van het geheel in mijn alles en besef bewust welk een gelukkig genot ik weeral eens heb mogen hebben.

wim

15


Paralise

geparaliseerd als ik ben tril ik van spannende onzekerheid; ik brand om je te zien als de kop van een smeulende sigaar; geduld had ik een hele dag lang maar nu de stilte van de nacht nadert weet ik niet dit te kunnen inlossen. ik memoriseer die paar lieve zinnen die je mij mailde -in 't echt en zie voor me opnieuw die scène: hoe ik verwonderd toekeek terwijl je deed wat je ook gezegd had dat je het liefst zou doen: jezelf knusjesweg in mezelf inmetselen zonder meer. ik mis je ik mis je ik mis je lichtjes woest word ik nu, omdat ik besef dat enkel die dromen mijn nachtzwalpen zullen vullen.

16


doch geniet ik van het stille kraken van mijn stoel, in de leegte die mijn huis nu is, alsof ik die al accepteer als hetgeen we spontaan samen zullen delen. mijn verlangen vermeerdert vrijelijk, mijn wenswordingen omgekeerd evenredig: ik zit nog steeds alleen hier en tracht teloor je schim van vorige keer te vatten in mijn netvlies. ik wist niet dat mij dit zou overkomen (van raymond)

wim

17


18


Panorama de hemel valt neer in grijze regenvlagen; in mijn hart druppelt het zwart: je bent er niet en ik voel me los draaiend op een vlottend voetstuk ik besef nu eerst -precies of ik het gister nog niet wist!?dat ik mezelf met je deel je vroeg me geduld; alsof je wist dat ik de diepte van mijn lege hart daarvan vol voor je heb. "weet je wat ik nu liefst zou willen?" ik schudde lichtjes mijn hoofd en jij, je nam je voorbehouden plaats in mijn armen in we knuffelden ons ineen, het knijpen van je zachte vingers in mijn dikke buik, de neusbewegingen die je langzaam slowt over mijn aangezicht terwijl rakelings onze levensluchten -op nanometers- zich verstrikken; de diepste lievigheid je gesculpteerde lippenpartijen voelen zacht; ik panoramiseer je aangezicht, van helemaal links tot gelegans de andere kant en geniet met gapende ogen. bezonnen geborgenheid schreeuwt onhoorbaar. mijn gevoelens strekken zich voor je uit als een niet te overschouwen landschapsvlakte wim

19


Geduld gespiegeld je vroeg me geduld iets waarvan ik weinig heb de woordelijke omschrijving staat in spiegel -zodat ik het van hieruit leesbaar zieop m'n front geprint als een constante lippen mijn mondranden om de zoveel het woord opnieuw dan "geduld, geduld, geduld" alsof ik het anders vergeten zou het is meteen zeker: met mijn persoontje zal je het ook moeten reserveren, veel, veel geduld.

wim

20


Verslingerd - the melody haunts my revery

schroomvallig, onder het motto ijverig te zijn (op dit uur van de nacht!), vermijd ik mijn kingsizebed, het donkerte kortom, om niet te moeten gaan liggen en peinzen hunkeren verlangen wijdopenstarend dromen, je missen kortom en een manier liggen te bedenken om die verdomde tijdsslinger te versnellen

wim

21


22


Relativitijd eerlang heb ik gezworen niets meer te begrijpen willen van die feminiteiten noch van strakke of hobbeligere tietjes; ik was huichelend daarin vastbesloten het vrouwenkind dat nu mijn geest stal deed me mijn voornemen hernemen; ik verlang nu naar nog meer van haar het geduldig tijd vergaren dat ze me vroeg valt vederlicht, alleen zend ik frequente seinen om haar te tonen dat ik die heb, alle tijd, om des te meer samen dan daarna oneindige eeuwigheidsspannes lang elkanders levenslucht te herademen alle tijd

wim

23


EvenEls

zondag Gevoel Gemis Gebrek Hunker om je te zien, voelen, horen normaal toch?, na zo'n passiebad: je zachte vingers grepen naar het parfum op m'n nachtkast; geconcentreerd verwonderd nam je het in je op met je handpalm probeerde je plagend mijn gezang te stoppen. ik lach, jij ook en geniet, Tomeloos je was zo lief en voederde mij stukjes brood, alsof ik een vogeltje was als een sfinx zwijg je mysterieus en zoent zoetjesweg mijn mondhoek, je tong tikt mijn bovenlip je zei mijn moeder heeft een neus daarvoor dat je dat nu, toen, nog niet wist blies je zacht naar me, op mijn of je d'er klaar voor was

24


toen ik de vorige avond op het terras starend stond, begleed je me stilzwijgend, in m'n handen eerst, die ruggelings rustten, moe van het strelen en minnen je zachtheid beklom me, je veroverde mijn mond, we vergleden ineen als bloemen en bijen dat doen als de nacht viel dan stond je op uit ons innig zetelzoenen en greep mijn zoekende handen: met slechts twee van je vragende vingers zweefde je me achter je aan, zoals een priesteres naar haar ultieme altaar; de sereniteit van het geheel straalde. je hoefde geen pyjama, alleen maar onszelf we kneedden ons ineen voor een diepe rust nachtelijk gestreel, omarmen, ombuiken, omruggen de nacht was helder en nieuwe sterren vulden het hemels kleurenpallet ondoordacht instinctief en heel lief op zoek naar m'n warme body&mind draaide je minuscuul op de nog kleinere plek van het kingsize bed die we hadden uitgekozen om voor 't eerst echt te samenslapen

25


het helle licht en het gesnavel van de meesjes in het hokje buiten meldden ons de dag "of ik krwassantjes lust?", je gleed uit bed, op zoek naar de kleren die we vakkundig hadden verspreid over de gehele ruimte en plaatste gracieus je wonderlijke benen in je broekje. het omsloot de billen van je poep als terwijl je door het gordijn opzij te schuiven de wachtende dag binnenliet, nog krap kusje aan de man in bed, die je stiekem had bewonderd terwijl je het beschrevene deed, "welke thee?" nog en onbijtmaken was je het was heerlijk, all the way, die twee dagen, als in een droom, ĂŠĂŠn die ik allang heb en herheb

26


nu zit ik hier, jij daar, tot morgen nog. misschien, misschien zien we ons de dag nadien, gerust ik me "mijn gevoelens strekken zich voor je uit als een niet te overschouwen landschapsvlakte" citeer ik mezelf mijn wens om dit anders te laten zijn, en te laten doen slagen is diep ik overloop je bezonnen liefdesboodschappenlijstje en analyseer, keer op keer, als een stripverhaalfiguur die blikkeloos een madelief leegplukt "wel, niet, wel, niet, wel,‌" en kom steeds tot dezelfde synthese: verholen vaste verklaringen tot liefde, dat wel, -m'n onzekere geest blijft zoekend naar die ene klaar&duidelijke verward pen ik alles neer, mezelf herhalend dat dit voor jou even is als voor mij. nah!

wim

27


Lieglijn De zegen van haar lippen losjes en zacht op de mijne was waarlijk Ên bezonnen, 't was een genot met niks in vergelijk. als een schim in een droom stond ze naast m'n bed in 't donker "ik ben weg, want‌" de rest hoorde ik niet en ze forceerde zich te gaan, kustte me, ik vroeg niets, zegde paar banale strofen, en genoot: haar zijdezacht lichaamsdeel dat schriel het mijne raakte trilde naar me toe als om te zeggen "je bent fijn" ik dacht ik droom, ze ging, stil, enkel nog de voordeur die dichtsloeg. In gedachten volgde ik haar passen naar de auto, hoe ze de motor aansloeg en verliefd of verward, beide misschien, wegreed

28


ze was mijn luchtbel opnieuw binnengegleden -haar eigen verzoeken dat voelde zoals iets nog nooit eerder was. Ik had gedacht ik trek een lijn, hieronder: na 2 van haar zoenen wist ik het was gelogen.

wim

29


30


Emotica

31


32


broekje ze kijkt me aan haar ogenkleuren breken mijn gedachten doen me in haar irissen willen kruipen als in een tornado zuigt mijn lichaam zich verstrikt tussen het hakenwerk van haar bh mijn vingertippen sluizen naar de rand van haar broekje tot ik met mijn handpalm haar nootje bebolster

wim

33


Milieudebat

de rekkerrandjes van haar muizenbroekje priemen door de zwarte stof van haar strekbroek. de pruilmond die ze pretendeert als ik en zijzelf in elkaars diepte staren lijkt me een heuse octopus- of inktviszuignap. wat moet het heerlijk zijn om zulk een fysica te bezitten! lustig lonkend staart ze om d'er heen alsof ze weet dat ik mijn wapen draag en schietklaar ben. door de openframebuizenstructuur van de stoel waarop ze zit, hier vlak voor me, kan ik haar hele letterlijk achterlijke landschapsvlakte overschouwen. haar halflange kastanjeharen vallen geschrankt op en over en rond haar frele schoudertjes. ze is attent, schroomvol op haar hoede want die man die op de stoel hier achter me zit, zo denkt ze, kan wel iets meer willen kunnen dan enkel ogenschijn op m'n poep te stralen, dan enkel ogenschijnlijk de tippen van z'n vingers te scrollen over de zachte vleesmassa van mijn bips en de prikkel van mijn huid af te scannen naar de juiste windowsversie. al van de tel dat ze de ruimte binnentrad en al die als het ware opeiste had ik haar direct gespot, als was het opgezet spel waarbij ze haar rol perfekt uitvoerde en zichtbaar naar me loog gelukkig te zijn met die krulleknul die haar vergezelde -in feite vergezelde hij alleen zichzelf, leek me-

34


de nauwelijks zichtbare weemoed in haar ogen-blik vertelde me onmiddellijk dat ze het geluk niet kende om door een vent op haar eigen kruis genageld te worden en blootweg met wijd opengestrekte ledematen zijn priem dan nog gulzig te ontvangen en naar z'n top-punt te verlangen, luid te schreeuwen van heerlijke pijn als hij woest oraal van haar borsten snoept terwijl zijn 8-delige handenpartij op diepteonderzoek in haar oceaan afwisselend verdwijnt en verschijnt daar waar haar flukse billen samensmelten en kroezelige fijne haartjes het begin vormen van haar continent, haar kuststreek eerder gelijk, als de laatste zonnestralen het trillend schuim van de golven die het strand oprollen, heel subtieltjes oplichten en die dan ook het begin aankondigen van het vasteland dat daar in zee ligt. het milieudebat, want om die reden waren we hier, vatte me geen zier. enkel nog belust op haar brute naaktheid en vol zin om die zinvol te zoenen schakelde ik over op mijn automatische piloot en verliet enkel voor haar hoorbaar de gladgelikte gedimde aula. pas wanneer de zware getemperdglazen deur achter me dichtfluisterde hernam ik even mijn zinnen, heel even maar, want een tel later woei de deur weer open -ze was me gevolgd- het was gelukt, ze hád me horen weggaanen terwijl ze haar grijpgrage armen naar mijn stevige romp strekte scheen haar wulpse wellust in mijn volle gelaat. gelukkig, zijn er nog échte professoren die jarenlange studies uitvoeren over de leefbaarheid van de sterfelijkheid, om dan intense debatten daarover te voeren waar geen mens wat aan heeft. ik heb háár gehad tijdens zo'n debat. fijn. leefbaar. wim

35


36


abstract denken doen abstract denken doen om het neer te kunnen pennen: - ik breng je wel - ja?! - Jaja hevig zonlicht bange durf op het marktplein gesteun dan zoeneprikkel zonder meer lippen diep blind binnenschommelen waggelziek, oei kom, daar, kraan - zo breng ik je niet weg; liefweg beddeval slaap, verre telefoon "weet niet weet niet weet niet" lipt haar jonge stem mijn harde hartstoten duwen me naar d'er toe dwingen m'n handen naar haar billen we lepelen. los dan wakker en ik, verhalenverteller de dag dat het zonlicht weer scheen. ze zegt drie, ik zeg ik zie een cosmisch kleurspel; ik vertel vanwaar haar haar en sproeten we krunkelen opnieuw ineen en ik, verhalenverteller weer wandelen we dan als in museum en ik, verhalenverteller

37


om de pure kunst omhels ik haar opnieuw zij vervalt in verwonderd verliefd zijn. innig kussen. we "moven" naar het donker slaapkamergangetje schriel elektries licht siloewetteert haar wimpers, kaken, hals, borsten eindeloos ein-de-loos zoenen af en toe kijkt ze bang of is het driest ik glim dan en ze lacht valt in m'n hals wil niet los terwijl ze "ik moet weg" zegt "zoenkampioenschap" verzin ik en maak het waar snuivend, ruikend, lippend, strelend, neuzend, proevend zoenzoek ik haar. halfbloot aai ik haar dat volledig te doen enkel haar broekje blijft spannend aan d'er billen tastspel met vingers, haartjes, randjes, zuchtjes haar hals opent voor me haar ferme borsten alsof haar hele lichaam niets anders is ze schrikt hoe gevoelig ik haar tepel zich nog meer aan me vasthakend -ik besef plots dat dit Kunst is, de vierde dimensiesmeekt ze me haar weg te dwingen

38


"toe, nog 's" ik fluister nog een slaapvoorstel -ze weet dat ze dat niet mag, van mamaen dwing haar opnieuw ze smeekt nog 's ik dwing haar nu weg "toe nou", zij nog 's opnieuw doe ik wat ze vraagt en ze wil we zoenen "dag" bij de deur. dit is Kunst, de vierde dimensie hoger dan andere en ik, de verhalenverteller. en zoenkampioen.

wim

39


40


oke "OKE!" het meer de bomen de klank echo oke ke e mijn tong de jouwe onze billen smaakpapillen aardbei neus ooglid tintel van je zachte tetjes halsplooi oorlel putteke in je wang zoenen likken ruiken snuiven! aaien zwijgen muze-n

wim

41


Rome "Rome" she said "i live in Rome" "que cosa bella" was de enige volzin die voor de rest van de avond nog in mijn hersenpan nazinderde hoewel ik ze eerst bewust ontweek zocht ik nu steeds vaker haar italiaans porselein: haar kijkers, donker zuiders, en groot, heel groot, dreven in de mijne dat was ik zeker, maar wilde dit niet geloven ik stelde me vast haar lichaam voor als onmetelijk Romeins, en zocht al imaginaire latijnse termen voor elk stukje lijf. tussendoor begluurde ik haar buik&belly die door haar verdraaid draaien van haar wondere zijn even bloot kwam, soms

42


ze speelde het spel perfekt ik wist dat ze me innig kussen zou als ik eerst afscheid nam geen 2, maar zelfs op haar uitdrukzoek, 3 warme zoenen waarbij ze met d'er handen greep naar m'n vragende torso "hope to see you" "i'll be there than" que bella. que bella. Olala.

wim

43


Puurvuur 4 u. Nacht. De deurbel. Verdwaald zie ik uit het raam: welwel, zie daar, de jonge nimf, met rood doorlopen ogen op de stoep. Mijn stem weergalmt stil in de dode straat.Verschrikt kijkt ze op, dan blij bang. Ik grijp een nachtjas en spoei me naar beneden. "hey" zeg ik zacht met gewollen pretogen. Ze kijkt even van 'wat doe ik hier?' en fluistert binnen. Het zuchtje wind zuigt onze lippen naar elkaar en gekoppeld al probeer ik de deur vlug te sluiten. We armen de trap op dan. Woordeloos kijken we elkaar aan. Ik wenk haar naar waar het licht in het slaapvertrek, met het kingsizebed -zo voel ik me nu alvast, een King. Zonder woorden gaat ze zitten op het bed, en ik buk me om haar schoenen los te doen. Ze gaat wat dieper in het grote bed zitten, ik schuif enkel in boxer ernaast. Als een honingbij op een nieuwe bloem, tast ik lippend naar haar smachtende mondhoeken. Haar lippen proeven zout van de traantjes. Mijn streelzachte vingers vinden haar hals, ze deint weg. Als ik haar bloes dan losknoop opent ze nog even haar diepe kijkers: een groot verlangen straalt me toe. Haar sproetjes lonken één voor één. Ik betast het behaatje dat haar rijke jonge borsten behelst en overvinger vast haar buikje. Vlot vind ik de code van voornoemd kledingstuk en laat haar hemelse kronen vrij. Ze voelen fris in mijn immer warme handen en haar tepels tepelen, terwijl ik zacht het geheel liefheb. Ze spint. Onze lippen lostten nog niet en we zoenen verder. Ze betast mijn prikkelende wangen en hals, oren, neus. Intussen haal ik uit met mijn onuitputtelijke screentest van "zoenkampioenschap". En zij genieten. Eindeloos.

44


Dan vind ik de sleutel van haar Groot Geheim en ik pruts haar zomershort los. Vlot helpt ze zich eruit kronkelen. Door haar broekje heen voel ik al haar natte sex en ze rilt daarbij even. De billen van haar poep passen perfekt in mijn palmen en ik rekker haar broekje omlaag. Haar warm poesje gloeit als lava en gelijk een gedreven vulkanoloog glijd ik in de slipstroom van haar uitbarsting. Geparaliseerd ondergaat ze dit alles, ze vertrouwt blind mijn gidsing. Mijn vingertoppen glijden over haar prille zijn. Ze is nu geheel aan me overgelaten -overgeladen beter- en ik schuif mijn tasters diep in haar. Ze zucht nog dieper, als om plaats te maken voor me in haar lichaam. Ze drupt over me heen, de benen wijd gespreid in het grote bed, haar armen rond me, af en toe de mijne volgend, dan weer vasthakend aan m'n schouders. Mijn prins houdt het niet meer in de slaapshort en gehoorzamend strip ik eruit. Haar Maagdenvingers omknellen mijn lid als was het een stuurknuppel. Kreunend lonkt ze me dan ook naar binnen terwijl ze mijn forse torso naar haar midden dwingt. Als een stoomtrein tunnelt mijn Schoon Gerief in het Hare. Een ijl gilletje. Ik pomp nog iets dieper en ik voel haar breken; het is nu zeker: dit is niet enkel lekkere sex voor haar, maar het begin van een lange hechte Liefde, met een Majuskuul‌ Met de mijne duw ik haar dijen omhoog zodat ik nog dieper kan, terwijl ik rijkelijk haar hals overkus. Haar ferme borsten drukken op m'n gespierd bovenlichaam. Met de voelspriet die mijn lid nu is overtast ik haar binnenste naar gevoelige plekjes. Ze spartelt maar niet tegen. Geilweg zuchten we in elkaars gezicht. Zweet parelt. Haar fijne handjes in m'n lenden, dankbaar. Mijn handen tasten naar haar bips. We klemmen vast in elkaar. Bewegen nog slechts millimeters. Onze monden intussen allang versmolten. We kreunen. Happen bloedheet naar lucht. Trillen in elkaar, verstarren even, en vallen dan resoluut als engelen uit de hemel zij in mij en ik in haar. Dieu est un fumeur de havanes.

wim

45


Floep haar borsten snijden de lucht. 't is puur design waar haar ronde vrienden een curve maken; ik wilde dan ook zo snel mogelijk tot de ware actie overgaan; de gedroomde scène. ze kleedde zich gewillig uit, beetje doen alsof het haar niet zint; maar de zwier waarmee die tetjes vanonder het katoen sprongen verrieden alles; "floep, nu is het aan jou" zegden ze; intussen liep de tijd wel door en was de job nog niet rond- "floep koel houden", mimde ik. ik dirigeerde haar in de juiste en dus mijn di-rectie. ze bewoog naar mijn vingers, pruilde een beetje als ze zag dat ik het zag, maar dat kon mij niet deren, i'm a professional y' know; ik vroeg haar om ze af te schermen met haar kleine handjes, ochot; d'er zwiepte een tepel vantussen, in die lekker roze gebruinde kleur -zo was heur hele lijf - en ze kneedde ze zelf verder , en weer een andere tepel sprong in mijn richting. ik sloot mijn ogen want die ronde toeters van haar benamen mij mijn mijn. terwijl mijn oogleden opnieuw werden opgerold schoof die tepeltempel dichterbij, haar handjes brachten dat schone roze naar mijn lippen, ik omsloot ze in mijn mond alsof ik die warme gloed wilde bewaren voor als het terug winter werd. mijn tongtip eerst en dan alle smaakpapillen d'ervan smaakten de voorknopjes, dan de ware harde jongen; ik zuigde en zuigde en likte ze, wilde ze liefst samen in mijn lippenhuis brengen maar daarvoor was mijn mond te klein, dan maar elk apart; heerlijk, koel en zwoel tegelijk; hier rijpt den Duvel, en nergens anders! intussen stond de kruisscene op het appèl; het was al helemaal bloot en ze begon met haar achterkant, kwestie dat ze mijn verbondenheid met mij nieuwe vrienden wilde beproeven; haar poep, zacht en rond, trilde en schoof zonder stoten in mijn schoot, mijn handen gingen over de ronden van haar bips, en haar floerse buik en navel, dieper naar haar ware ik tot mijn vingers verdwenen in haar kale poesje. we krulden in elkaar, haar lange bruine haren inktvisten mij. 't was er heerlijk toeven in haar cocoon, en ze kreeg maar niet genoeg van mijn bezoek; langer en meer en diepêêêêr; de ronde jongens dreunden tegen mijn ribben, en schoven verder over mijn buik terwijl ze op weg was om mijn benedenpartij 's flink te boenen; jaaa, 't is fijn thuiskomen in een proper huis.

wim

46


Gedacht ik denk ze weet wel: 'wat wil die?!' ik denk ze denkt .. maar dan denk ik 'dat kan ze toch niet denken' ik denk ik ben gek, en zij ook ik bedoel, dat ze dat ook denkt van denken word je gek, denk ik, misschien, misschien, denk ik, denkt zĂ­j 'dat hij nu maar 's stopt met denken, want hij moet niet denken dat je met zo hard denken iets bedacht krijgt' denk ik ... waar zijn mijn gedachten!? bij haar verdomme! dat moet ik niet denken, dat weet ik en zij zou dat ook, moeten weten dan maar hoe? dat weet ik niet wim

47


48


sterk alle meisjes zijn fragiel als ze je hun kuiltje hebben laten nemen ik denk soms "da's een sterke", blijkt achteraf toch altijd van niet en altijd weer na dat met dat kuiltje ik geef niet op blijf zoeken en wil nog vaak verkeerd kuiltjes kutten

wim

49


Rode haren Ze was groot, had van die lange benen, in een strakke rok gestopt, haar rosse haren staken schril af op de bleke teint van haar wangen, die wel al wat blos hadden, puur natuur. De jongeman, een puberale jongen eerder, liep verborgen verveeld achter haar aan, beetje verlegen zelfs, zo van bang om "wat wil ze nu nog méér van me?". Ze vonden twee plaatsjes in het hoekje aan de bar, passeerden ons , die daar al de hele avond een vaste stek hadden, wij drieën, aan de bar, waarbij zij me niet echt de kans gaf a closer insight te nemen, maar 'k had allang gezien: die meid weet wat ze wil; ze zag ook dat ik het gezien had maar dat wist ik nu nog niet. Bon, hun drankjes arriveren, beetje pallaveren over koetjes enzo, hoe gaat dat, zag er wel gezellig uit, zo onder hun tweetjes. Nu, terwijl zíj even haar neus poederen was in de toiletten - dat wás zo, want ze nam haar valsekoelederen handtas mee- schoof de jongen onrustig met zijn barkruk heen en weer, stond op en besloot toch maar op die andere bar-kruk te gaan zitten, zodat hij face à face in mijn figuur keek. Zijn zet was tactisch want zodoende keerde zij mij haar rug toe, nu ze opgesmukt opnieuw hun hoekje aan de bar opzocht. Ze koetjes-en-kalfden verder. Op een bepaald moment greep ze zijn beide knieën, en liet hierbij de volledige spanwijdte van haar geile borsten ostentatief overhangen -ik zag het van de achterzijde maar het gebaar was mij overduidelijk- naar zijn verbaasd aangezicht toe. Hij voelde zich duidelijk in de val, een val die klaarstond om dicht te klappen, eenmaal ze volledig was geopend -straks dan als ze haar ranke ledematen zou strekken en spreiden om hem z'n vogel de vrije vlucht te geven. De blik in zijn bange ogen verraadde zijn onbereidheid, zijn onkunde om dat beestje voluit te laten gaan en hij leunde nog een beetje meer naar achteren in zijn barstoel, weg van haar. Ik had alles duideljk gescreend. Even later zag hij kans alles nog een beetje uit te stellen en vluchtte naar de plee. Dit was een uitgelezen moment om een zuster-in-nood ter hulp te snellen -ook om van de broeders waarmee ik al de hele avond in oever- en bodemloze oersaaie gesprekken was verzeild geraakt te ontsnappen. Ik greep mijn bolle blondeleffe en trad resoluut op haar af. Haar blik kruispuntte de mijne en zoog me dicht bij haar. Woordeloos wisten we wat we van elkaar wilden, doch wisselden eerst wat klichees, kwestie niet brutaal over te komen -"'t is hier leuk" "koud buiten" "kom je hier vaak?". Intussen hadden de lange vingers van haar bleke handjes allang de mijne gevonden en speelden we een vingerspelletje met elkaar. Ze kronkelde haar gezicht naar het mijne, haar krolse lippen krulden, en terwijl zij mijn rechterhand onder haar bloesje dwong, manouvreerde ze haar knie in mijn stomend kruis. Het leek of niemand in het kaffee ons valse spelletje had opgemerkt.

50


Onder haar blouse zat een schriel topje zonder bijhorend behaatje zodat ik al snel haar harde jongens vatte, en van daaruit heur hele borstenkast bepotelde - ik bevingerde zacht eerst het tepelhuis om dan met mijn holle handpalm en uitgestrekte vingers teder haar volzachte vrouwentieten te strelen. Ze droeg zo'n lange rechte rok waarmee het mij niet mogelijk leek mijn warme handen eronder te glippen. Maar ze had zelf al voor een vlotte doorgang gezorgd, en knop en rits-sluiting acheraan geopend, waarlangs mijn tasters binnenglipten. Mijn tastzin voelde eerst het friswitte lycra van haar broekje dat haar bips omsloot. Oja, intussen hadden de smaak-papillen van mijn tong allang de hare grondig afgetast. Mijn vingertoppen gleden langs haar poep naar benee tot ik haar natte poes voelde. Ze strekte haar lichaam even alsof ik een pijnlijke wonde had geraakt, kreunde daarbij kort met gesloten ogen -dat zag ik omdat ik de mijne bij zulke kolonisaties wijdopensper- en drukte dan haar kruispartij nog harder tegen de mijne aan. next thing i know, duwde ik mijn gezwollen penis diep bij haar binnen, ze sloeg haar gezicht naar achter en hijgde diep. Ik trok haar lange rode haren langs haar rug omlaag en kustte rijkelijk haar smachtende hals. Ze duwde haar borsten omhoog en mijn lippen overlaadden ze met goeds. We beukten verder op elkaar in en kreunden luid. Nog even heel diep en dan, dan kwam ik samen met haar op die climax, we verstijfden een fractie, en zakten dan weer als pudding in elkaars armen en geslacht, we zuchten, glimlachten, dan luid en zoenden. 't Was heerlijk zalig fijn. En niemand had iets opgemerkt want het kaffee was intussen allang gesloten.

wim

51


52


bloedmooi jong of andersom she moves me elk sproetje schreeuwt we kusten hard en diep straks niet dan is alles weer gewoon ik ook, en niet meer dronken denk wel nog aan haar diepe schoonzijn assepoes ik ben het muiltje, verbeeld ik me, alles is een zeepbel en straks weg. weg. weg. intussen beelden bloedmooie borsten in mijn bed. energiegeheelal.

wim

53


Tangamagie Wijdstarend zag ik dat ze voor de kachel ging staan en haar armen op de muurkast errond spreidde. Ze glimde sluiks achteromkijkend onder haar brilletje, zo van "wel waar blijf je?", en duwde haar ronde poep in tanga -zag ik zĂł, zelfs met haar broek nog aan- in mijn richting. Magnetisch aangetrokken door dat laatste, trad ik er gehypnotyseerd op af. M'n vingertippen gleden over de zwarte leggingbillen, naar de rand ervan om eerst de toppen dan mijn hele handen onder te schuiven. Door die tanga kwam ik direct, direct, bij haar naakte gladde halveronden. Heerlijk zacht gleed ik mijn tasters over en weer, dan opnieuw, en schoof intussen die broek omlaag, dan ook die kanten string die al behoorlijk nat aanvoelde -was waarschijnlijk niet in de droogkast gepasseerd. De kachel vulde de lucht in mijn living, terwijl ze daar zo stond schoon bloot te zijn, met haar broeken op d'er enkels en nog enkel de bovenstukken op hun plaats -die zuiderse sandaalschoenen had ze allang zelf weggegooid. Ik nam een stap achteruit om het beeld te vatten: hete kachel polariseert met natte naakte. Ze genoot, spinde en bewoog zacht haar achterstuk, zachtjes, om de magie niet te beschudden. Met gesloten ogen, wat wel een gek gezicht was, zo met die bril nog op haar neus, en die ik nu wel wegnam omdat ik het zoenen bij haar ogen wilde beginnen, om zo, stilzwijgend, met enkel het lippenploppen van me, haar hele gezicht- en halsstreek te overlopen. Terwijl ze nu zelf uit haar bloese kroop, leidden haar zoete handen mijn gezicht naar haar grote ronde borsten, die warm aanvoelden, en mij als het ware smeekten "haal ons hieruit" en dus klikte ik onverdroten het verdomde behaslot open om in volle vrij- en slagvaardig-heid mijn neus en andere gezichtstentakels tussen het grof geschut te begeven. Haar tepels plopten uit, ik smaakte de koelte ervan op mijn tongtip. Ze was nu helemaal naakt en met haar rug naar de kachel, nog steeds haar armen gespreid op het faĂŻencen muurtje dat mijn verwarmingsapparaat omsloot. Haar geilheid drupte resoluut omlaag. Nog altijd had ze haar ogen gesloten zodat ik zonder dat ze het zag mijn gezicht onder haar kruis begaf en tussen het schaamharenschild flink met mijn tong op zoek ging naar haar ware aarding. Ze schrok. Ik vond wat ik zocht en zij smolt over mijn smaakpapillen heen. Haar borsten deinden zachtjes heen en weer. Heerlijk. Ik smaakte de zuring van haar natte sex. Omdat mijn kachel mij in deze positie recht in het gelaat vuurde, kreeg ik het warm, te, en rukte mij het hemd van mijn gloeiend lijf, dan ook stroopte ik mijn pantalon omlaag. Mijn grote jongen ging rechtop in positie staan, en beval me mijn blauwe sloggi te ontdoen. Als onmiddellijk besprong de hare mijn overladen geslacht; ik drukte hem rechtopstaand diep bij haar binnen. ze kraste haar nagels diep in mijn rugvel, terwijl haar scherpe snijtanden in mijn nek beten, en ze haar beide benen om de mijne sloeg. Ik strompelde achteruit, omdat ze zo diep in me zat kon ze niet anders dan volgen, en we vielen samen in de italiaanse-designzetel, ik lag nu onder haar. Ze

54


richte zich op en probeerde mijn lid nog dat ietsje dieper in haar midden te nemen, golfde dan lichtjes op en neer, en links en rechts. Het was alsof ze een microscopische studie verrichte en geen minuscuul detail wou missen in haar kijker, maar dan nu eerder in haar voeler. We voelden vrij en verschrikkelijk opgewonden. met haar scherpe nagelranden tinkelde ze mijn zaadzakje, als om het sein te geven. Dat was mij welgekomen want ik hield het niet veel langer, en terwijl haar borsten nog steeds mijn handen controleerden, ging ze heviger op mijn knuppel te keer. Mijn ogen verstarden in een bange blik, ik duwde mijn kruispartij nog een laatste maal XL stevig in de hare, en spoot mijn hele lijf in haar leeg. Ze kraspte mijn borstkas, en gilde luid. Zweetdruppels barstten uit onze poriĂŤn.

wim

55


Zee de zee is liefde lucht naar vrijheid zicht op ver

wim

56


Koel de koude van de nacht het ijs van de rijm de ogen van die vrouw het bier in mijn glas shit, waarom zeggen we niets. 't is van de kloten, ik ben roekoekoe zo moe. de rest van de nacht zal het zonder mij moeten doen dada

wim

57


Over haar vingers die de mijne omklemmen hardt ze grijpt naar m'n horloge 't is tijd zeggen haar tietjes ze kleed zich aan het spel is over

wim

58


Emotics

59


60


Kind ik droomde kindjes uit mezelf rond me knussen - papa, we vervelen ons - o, zullen we een tekening maken dan, en mama verrassen met ons verveel? - jaaaa!!, gezaam driftig poog ik het kind in me niet te zien, wel die twee daarbuiten fanatiek fervend met kleurpotten en potloden ikzelf verheug me welk een tienerbranie ik nog heb -papa, kijk! -oja, mooi, schatje, en dan zal ik 's hierzo ... en ik stuntel verf in een zonnetje, zichtbaar peinzend mijn tong stuk bijtend; een "Oooh"-canon, en gegiechel de radio zingt uit onze harten als mama dan de voordeur haalt, en onze troep ziet op de keukentafel houdt ze afgekeurd haar hoofd behemeld, maar vergeet dat snel en glimt om de grote fresco waarmee de kinderkliek de koelkast heeft bezet, apetrots en alledrie in de gepaste voorschoot dan gaat dat weer over en verdrijf ik in m'n ĂŠĂŠnzitbootje naar een volgend verlangen naar vervulling wim

61


Rood rode wolken drijven naar de horizon met blauw d'ertussen, "van alle rode razernijen is liefde dat het meest" weet ik mijn vingertippen reiken naar wat komt handpalmen hamsteren E=mc2 starende blik focust eind-er voorwaar, dit zal mij lukken, schoner zal ze zijn dan het diepste rood in die hemel daar rood is ik zal haar zeggen wat ik niet heb te vertellen ze kamt mijn kale kop ik aai haar huisdier achtpotig oneindig heerlijk saai passeren we de zondag we zijn gewoon elkaar "zal mij lukken" ik klem mijn tanden op de vullingen

wim

62


Brusselwas even word ik ĂŠĂŠn met het geheel en ik mijmer hoe ik vroeger deel uitmaakte van het avondbeeld voor me. de skyline van de stad. hoe alles toen leek zoals het nu niet meer is -sindsdien nooit meer opnieuw was.

wim

63


Gegokt rollend door de weggetjes van het dorp ik herinner regendruppels op de ruiten van papa's auto, onze winterjassen, haar poezevingers, mijn hete adem, blond krullend haar, reebruine ogen daarin verscholen dat ik van haar hield, gokte en alles inzette zij deed hetzelfde -voor even dan, als 5 jaar even is in een eeuwigheid puis les jeux sont faits, adieu son dĂŠsir, pour toujours dat ik het niet weet: waarom? dat dat soms nog spookt in mijn hoofd, dat...

wim

64


Oneindig met haar oneindige ogen in mijn hart gericht en haar hoofdje warm in een kussen als was het mijn buik - de geur van haar huid prikkelt mij en met neus en lippen slurp ik langs haar pols-

ik voel mij het misplaatste middelpunt; alle vingers wijzen in mijn richting - terecht. nog even met gesloten ogen probeer ik weg te komen

"ziedegijmij eigenlijk welgraag" alles wordt nacht en koud, de laatste bus is weg en niemand kijkt om

als rotsblokken donderen mijn tranen neer en bijten in mijn gezicht mijn tranen met kleine stukjes ik erin storten in haar zachte handen wim

65


Alleen alleen zou ik nu nog willen haar zien uitkleden zonder meer zij mij plannend voor morgen wanneer ik de koffie klaarmoet, terwijl ze kletst over wat vandaag en hoe laat de wekker ze stelt op koude tenen, knort d'erom, nog vlug gepoetste tanden, glundert dan glimmend tussen het dekbed en mezelf zachtjes beitelt ze m'n voorhoofd: 'ik wil jouw wilde zinnen hier vanbinnen' buiten is het koud, en winter liefst wou ik nu sterven, als ik wist dat dit niet meer zou, ooit hier

wim

66


Fijn een warme stem wil ik nu horen haar blinkende tanden zien als ze praat -ik hoor niet wat ze zegt, ik wil enkel kijken, en dan knijpen alleen de stem van een gratis infonummer al brengt me warm: ik geef, ik voel dat ze neemt, de erren die ze rolt tuimelen mijn hoofd binnen, ik hoor ze denken "wat een fijne vent" ik overweeg wat alleen in films, besluit enkel nog te zenden dat ik dat ben, een fijne vent, en dat ik hier nog fijner in m'n zetel zit. fijn, maar fijn is ook scherp, als een mesrand ik twijfel vooral aan mezelf vooral.

wim

67


Niemand kijkt naar me luister naar me bewonder en bewierook me, stil aandachtig om te horen wat ik zeg -of net niet zeg, aanbid me, zie me, hoor me, snuif me, voel me! voel mijn vel, en wat eronder, begrijp, versta, aanvaard me, geef me de ruimte en neem ze in, zonder duwen, kijk! kijk dan! en geniet, zonder ophouden, doe het nu begrijp me, be-grijp me, pak me vast om niet te lossen, ik ben een boei die een wal zoekt, zet je ogen in de mijne, wees stil even om mij!! ik geef geen krimp.

wim

68


Dieper heb alles op een rijtje zomaar gekregen van het leven soms ook teruggegeven voor onderhandeld maar toch gekregen heb diep liefgehad heel diep wat drijft mij zo? liefde tout court, ego-gedoe, com-passie, sentiment? -daarop heb ik een abonnement, zoveel is zekerheb ik daar al een deeltje van teruggekregen, denk het niet

wim

69


70


Bitch ik wacht elke dag op een teken van je leven om het mijne met je te delen. getwee weer ĂŠĂŠn te maken, meisje/jongen, om op zondagavond, haar brood- en boekendoos op tafel (voor een nieuwe week in haar elfenwereld), de dreumes nog, om achten, een verzinning te vertellen, terwijl die grote glazen bollen me aanzien, warme kleine handjes met fijne kleine vingertjes over het katoen van m'n broek botsen; ze verbaasd verwonderd vermoeid indommelt in een pas ontworpen holte in mijn dikke buik, en ik mijn koningskind dan vereerd naar haar bedje troon en met een nachtzoen lekker in mag stoppen. je bent een bitch als ik blijf wachten.

wim

71


72


Laaizaam

met het mes doorboor ik m'n middenrif tot ik het hart raak, draai dan het staal rond, het bloed gutst uit m'n romp ik barst in tranen en verzink rollend in het onheil langzaam dooft het laaiend vuur

wim

73


ouder zie mezelf als koppel maar dan eerder ouder ongedwongen zonder zuchten gelaten grijs -hoop ik word snel grijs

wim

74


Wat? komt er ooit een eind aan heerlijkheid, aan zelfverheerlijking, aan wentelen in het in zichzelf nestelen? valt er ooit een vliegtuig in de hoogste toren van de grote stad? wie weet wat?

wim

75


76


Geweest gisteren zag ik iemand die d'er bij was toen ik er bijna geweest was hij reed vlak achter me die dag, op de fiets -we waren tieners. "heb ik hem geraakt?" zei hij me dat hij zich toen bevroeg hij had zich al vaak die vraag gesteld maar dan zonder mijn oren d'erbij hij schrok van zijn eigen lapsus uitte snel de emoties van die dag alsof het pas was. een zwarte dag, heb ik van horen zeggen waarom ik hier nog, en niet al geweest? omarmen, om het leven te omarmen godverdarmen.

wim

77


zon ik wilde alles voor je, nu blijkt het of niets daarvan nog is dat laatste dat is schijn

wim

78


Sucettes Mettant des sucettes dans ma poche de chemise " comme ça tu pènsera à moi " avec son accent du sud-e même sans mais il est vrai que les sucettes me font penser encore plus à cette belle c'est pas ses seins énormes ni son cul bouleversant ni ses jambes nues c'est plutôt son son qui m'attire elle a cette cette " t'es sérieux ? " avec ses yeux " bien sûr je le suis " rien qu'avec ses yeux ... je rêve -c'est sérieuxque son appart ne soit pas prêt et qu'elle prenne avec moi son p'tit-déj. wim

79


PoEmma j'ai souvent senti l'impossible ne pas sachant bien exprimer ces sentiments; je me sentais drôle, un peu con parfois, de me laisser remplir à chaque fois de cet esprit étrange, qui ne cessait pas de me changer de petit romantique en grand dramaturgue. J'avais senti le même, mais d'autre façon, avec cette belle, qui me demandait "à quoi tu penses?" lorsq' une silence tombait, ou "pourquoi tu dis plus rien?" c'était certain: elle m'avait volé le coeur depuis depuis le début, en fait je croyais ne plus savoir quoi faire, comment réagir, sentait-elle le même que moi? je l'estimais puisqu' aucune aussi belle m'a jamais écrit une telle poème. mais je m'en doutais au même instant; mon entourage, même plus que ça, voyait que la flêche de Cupide m'avait blessé; leur conseil général: "attends-la; ne le lui dis certainement

80


pas" alors, j'essaie, mais cette attitude m'est pas familier. Beaucouop plus, je voudrais l'embrasser tendrement -comme vendredi dernier, après mon vernissage -j' étais content comme un enfant qu' elle était làet qu'elle glisse sa main contre le mien, en me quittant, comme pour me dire tant de choses ou encore, poser mes lèvres gentillement contre sa joue, après avoir lu sa poésie, mettant un petit bisou, et qu' elle rit comme une fille de 18 de tout coeur, et que je suis sûr qu' elle vit un instant de bonheur profond suis-je fou?

81


82


un con? ou drôlement amoureux? les trois, je crois peut-être, il faut mieux pas, mais j' irai la voir -l' avoir?et lui exprimer quel drôle de garçon je suis, me montrer telle quelle, et certainement pas me cacher derrière cette façade contrepied; je lui dirai que je l'aime - non pas que je suis amoureux, c' est un sentiment éphémère, qui passera, me dirait-elle,qu' aucune femme m'a fait équilibrer ma tête tournante, comme elle l'a fait. wim

83


18 pourquoi toujours puis plus rien mar j'en ai waarom blijf ik mezelf dit aandoen ellende grote bak vol 18 jaar scheiden me van de dag zonder zon 3 weken lang zalig zwart geluidloos vage schimmen en huilen, huilen niet te begrijpen waarom ik terugmoest toch niet voor deze ellende?, 18 jaar alweer voel me gevallen maar dan niet alleen die dag eerder over heel de lijn, de pijnlijn

84


weet niet meer wat ik zoek in feite of wie?, mezelf?, in verbeterde uitgave zonder bugs?, weet niet ben ik het wat ik wil?, of net niet?, zoek ik troost, comfort, deling, heling (van drugs dan-word je rijk van) onbestaand geluk in een ander? sukkel idioot imbeciel con loezer wel geniaal genitaal briljant besproken en uitgelezen uitgekookt

wim

85


86


Ge-weten Mist zet op. De Hemel sluit zich. Hoewel de zonnegloed nog zichtbaar erachter, valt koelte in nekken. Vele ongeantwoorde liefdes haasten voor verschuiling. Waarom zoveel goede doelen mismikken? Weerom, weerom voel ik kunst in me opwellen. Kunst, ja, Kunst. Wetenschappers kiezen voor zekerheid -ook als blijkt van niet. Mensen kiezen voor een ander.Vaak verkeerd. Dat is ook een wetenschap. Zonder uitleg. Een wetenschap zonder weten.

wim

87




Wim Schrever (° 7/03/1970, Geraardsbergen) is fotograaf, schrijver en publicist. Hij bundelde zijn gedichten en kortverhalen in EMO, een boek dat diep graaft in de emoties van de auteur.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.