3de jaargang nummero 9 1 januari 2014 Redactie-adres Buizemontstraat 19
Giesbaergske
9500 Geraardsbergen
Giesbaergen
koleuren gazette giesbaergske gazette vordat de koleuren goe zoan vermingen
Giesbaergske
de wereld af reist -ook na zijn dood. De fotograaf-kunstenaar ademde ook de titel van de documentaire over zijn leven, ‘In no great hurry’. In zijn eigen woorden: “Veel dingen waar mensen zich zorgen om maken, zijn het niet waard om er zich zorgen over te maken.’ n Malala Yousafzai heeft in Straatsburg de Sacharov-prijs voor de vrijheid van denken van het Europees Parlement gekregen. De 16-jarige Pakistaanse die een aanslag van de taliban overleefde, strijdt in haar thuisland voor het recht op onderwijs voor meisjes. Sinds haar elfde ijvert ze daarvoor op haar blog. Ze draagt de boodschap ook uit in haar boek ‘Ik ben Malala’. n Op 4 decem-
koleuren gazette
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Wat een wereld! Vanmiddag bij het thuiskomen zie ik een Marokkaanse jongen de straat in fietsen. Omdat ik ook per fiets ben en een motorloze tweewieler socialer is dan gedacht (zie verderop in dit nummer, in een bijdrage van De Fietsersbond), spreken we elkaar spontaan aan. Over de regen die rijkelijk uit de lucht valt. En over de euro die hij ontbrak om een speeltje te
giesbaergske gazette vordat de koleuren goe zoan vermingen
In november 2013 verliet Newyorkse fotograaf Saul Leiter deze wereld op 89-jarige leeftijd. Zijn hele oeuvre is een ware kroniek van the Big Apple, die als een expo
Schrever Wim Buizemontstraat 19 9500 Geraardsbergen
Intussen in de wereld
Naam Voornaam Straat + Nr Post + Plaats
1 Voorwoord van de redactie Licht op de stad Intussen in de wereld 2 Korte inhoud 3 Jessy Wyffels: Thuis 4 Filip De Bodt: Climaxi 5 Stampmedia: Slow-tv 6 Boeddhistische Blik: Catherine Genno Roshi 8 Jozef De Witte: Een bewogen spreker 10 Lets Geraardsbergen viert 12 Laura Burella: WWOOF 14 Zen Sangha Geraardsbergen 15 Geert De Vleeschouwer: Complementaire munten 16 Nadine De Grootte: Expo 17 Bertjan Oosterbeek: Zij zijn arm omdat wij rijk zijn 18 Nahid Mohammadi: Verhalen uit Iran 20 Jan Van Raemdonck: hoge nood aan spiritualiteit 22 BUB: iEngage 23 ‘We Cycle this City’ 27 Walter Aelvoet: Fietsverhaal 28 De Fietsersbond: Sociale kracht van de fiets 29 Chandra, Erik & kids; Suriname 30 Evy Duville: Uganda 32 Paeleman & Beernaert: Oxfam 33 Sam Poelaert: Klasverslag 35 Wim Schrever: Formidable 36 Dafna Rotschild, Israël 37 Jan Van Raemdonck: Israël 38 Wintertenen - Vaderman Dana-principe 40 Fotocollage - Colofon Citaat Dalai Lama
perskaart - Giesbaergske Koleuren Gazette
In hou d sta fe l Licht op de stad E d i ti e Wint e r ‘ 14
kopen in de speelgoedwinkel waar hij net vandaan komt. Hij kijkt wat ongelukkig boos. Niet begrepen. ‘Hier’ stop ik ‘m een cent toe. De jongen klaart uit. De regen kan hem nu niet meer deren. We praten nog wat verder, over Kerstmis. ‘Maar dat vieren wij niet’, voegt hij snel toe. ‘Wij noemen dat nieuwjaar’. Daarop ga ik in op hun Suikerfeest dat zij net vierden. De
ber, om 20u.50 lokale tijd, overleed de 95-jarige icoon van de anti-Apartheidsbeweging in zijn huis in Johannesburg. “Laten we diepste dankbaarheid tonen voor een leven dat in dienst stond voor de mensen van dit land en voor de menselijkheid”, bevestigde president van ZuidAfrika Zuma Mandela’s heengaan. Nelson Mandela werd in 1994 de eerste donkere president van het nieuwe Zuid-Afrika, dat de racistische apartheid achter zich liet. Hij zat vanwege zijn strijd tegen de apartheid 27 jaar in de gevangenis. Hij oogste veel bewondering voor de manier waarop hij blank en zwart met elkaar probeerde te verzoenen, en de zwarte be-
pagina 1
© Studio Schrever
Onafhankelijk multicultureel gazetje ter verdubbeling van de integratie die niet enkelvoudig kan werken. Giesbaergske koleuren gazette is een realisatie en uitgave van Studio Schrever en Uitg. Eigenbegeer
jongen merkt dat ik de moslim-gebruiken ken en ziet de zon nu echt stralen. Dromerig geniet hij na van hun pas voorbije cultuurfeest. Hij fietst blij terug de straat uit, naar de speelgoedzaak. Warmhartig kijk ik hem na. Wat een wereld. (WiSch)
volkingsgroepen onderling. Hij ontving daarvoor in 1993 de Nobelprijs voor de vrede. n In Den Haag had op 18 december 2013 het Groot Dictee der Nederlandse Taal plaats. De tekst was geschreven door auteur Kees Van Kooten die ook een nieuwe spelregel invoerde: de deelnemers dienden ook taalfouten te onderlijnen. Alsof het dictee van Van Kooten nog niet moeilijk genoeg was! (Bron: Digi-media) www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
V o o r w o o r d Voor deze negende editie die de derde jaargang van de vrijwillige, onafhankelijke en interculturele Giesbaergske Koleuren Gazette inluidt, ontmoetten we weer mensen met een boodschap. Vaak horen we daarin dezelfde ondertoon, nl. het belang van en de (hernieuwde) zoektocht naar zingeving. Nederlands auteur en columnist, Bas Heyne, had het daar onlangs ook over, in een interview, waarin hij uitging van de betovering die we nodig hebben. Hij stelde dat wij mensen nu wel al grote delen van het mysterie dat het leven is hebben kunnen uitgelegd krijgen door wetenschappelijke betogen en studies, die ons beslist ook wijzer maken in de wereld, maar dat we niettemin nood hebben aan verhalen die het leven vorm geven. Verhalen die ons kunnen helpen, wanneer we het mystieke van het leven niet begrijpen. Een mooie boodschap om het nieuwe jaar mee in te gaan. De redactie van de vrijwillige, onafhankelijke en interculturele Giesbaergske Koleuren Gazette wenst alle lezers en lezeressen vooreerst te bedanken voor de interesse in en sympathie voor deze kleurrijke Gazette en tegelijk en niet in het minst een gezond, gelukkig, hoop- en zinvol 2014! Veel lees-, kijk- & bladerplezier in deze negende editie van de Giesbaergske Koleuren Gazette! Eindredacteur Wim Schrever (nagenietend van wat was, twee jaargangen van de Giesbaergske Koleuren Gazette, en hoopvol kijkend naar wat komt, de derde jaargang die begint met de krant in uw hand/op uw tablet - want vooruitgang hoeft niet gestopt..).
Zen-lerares Cathérine Genno Pagès Roshi was op bezoek bij Zen Sangha. We hadden een gesprek met haar over het leven zoals het is: p. 4 Jozef De Witte is directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Een bewogen spreker: p. 6 Italiaans-Belgische Laura Burella is voorzitter van WWOOF Belgium. Daar wilden we meer over weten: p. 8 In een vorig leven zat hij in de IT-wereld. Nu bekijkt hij de wereld met een kritische bril en ziet kansen in complementaire munten: p. 11 All-round kunstenares Nadine De Grootte exposeerde in Het Ideeënhuis. Een indruk van haar artistieke leven: p. 12 Filip De Bodt van o. a. ‘t Uilekot (Herzele) is een geboren actievoerder. Hij schuimt de zeven wereldzeeën af met Climaxi: p. 13 Lets Geraardsbergen vierde feest voor éénjarig bestaan. Daar waren we graag bij: p. 14. Onze medewerkster literatuur, Nahid Mohammadi, maakt ons wijzer in verhalen uit haar vaderland Iran: p. 17 Jan Van Raemdonck verlaat als deken en kerkhoofd voldaan de Oudenbergstad: p. 20 Frans Paeleman en Lieven Beernaert engageren zich sinds vele jaren in de lokale Oxfam-Wereldwinkel: p. 30 Evy Duville heeft een hart voor Afrika. Op haar rondreis door het continent verhaalt ze over haar verblijf in Uganda: p. 34 Wintersfeerbeelden om de Gazette mee af te sluiten en u allen een fijn jaarbegin toe te wensen! p.40
www.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 2
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Englishman in New York Jessy Wyffels
“Iedereen spreekt je spontaan aan” Jessy is een migrante, hoewel je dat niet ziet op het eerste zicht. Toch migreerde ze van haar geboortestad Poperinge over Gent naar Geraardsbergen. Ze kwam niet per boot en is verder net als u en ik op zoek naar de gewone dingen des levens, met een open blik op de wereld, waarin soms verrassende dingen gebeuren.
Jessy Wyffels
Van de Westhoek naar ‘hier’ Een Gentse West-Vlaamse die naar Geraardsbergen verhuist? Voor velen geen logische stap, voor mijn portemonnee een goede zaak. Goedkopere woonprijzen zijn soms doorslaggevend. Vrienden vertel ik vaak dat West-Vlamingen als enige doel hebben om bij hun verhuis de autochtone inwoners voor eens en altijd West-Vlaams te leren. In Gent is het dé hoofdtaal, binnenkort een wereldtaal in Geraardsbergen en ver erbuiten… (graptje..) Eerlijkheidshalve moet ik wel bekennen dat ik geen snars begrijp van het echte zingerige Giesbaergs. Gelukkig is de Giesbaergske Koleuren Gazette in het Nederlands! Maar het is niet enkel de taal die om aanpassing vraagt wanneer je ‘new in town’ bent, ook het soort praatjes in diezelfde taal is streekeigen. Waar je in Gent volledig anoniem bent, spreekt iedereen je hier zo vaak mogelijk aan. Over het weer, over het lange wachten, …. Zelfs in mijn geboortestad aan de Westhoek (Poperinge) lijdt men niet aan deze smalltalkbehoefte. Daar was het, net zoals in elke andere stad, elk voor zich, elk huisje met zijn kruisje. Als ik hier iemand leer kennen word ik door de hele stad geloodst: naar het buurthuis dat belangrijk is, naar nog andere mensen die ik zeker moet leren kennen. Wanneer ik iemand voor de tweede keer ontmoet word ik uitgebreid begroet en al gauw mag ik op de koffie of thee. Ook al heb ik nog niet veel van de wereld gezien, zoveel gastvrijheid als hier heb ik nog maar zelden meegemaakt. Zo ken ik ondertussen al heel wat mensen,
groeien er nieuwe vrienschappen en renoveer ik intussen naarstig verder in mijn huisje. Dat ik dan af en toe een bouwvakker die in mijn huis werkt om een vertaling vraag neem ik er graag bij. Want zoals je weet, we zijn ondertussen al met heel wat van die Westvloeten, die overal aanspoelen dus het is een kwestie van tijd voordat de hele wereld onze taal overneemt (graptje..) Toen ik vannacht om 1 uur aankwam in mijn straat en met mijn sleutelbos aan het deurslot van mijn woning stond te friemelen werd ik even bang. Een onguur type stond enkele huizen verderop voor een venster naar binnen te staren. Hij klopte vastberaden op het vensterglas. Ik voelde me niet veilig. De zoektocht naar mijn sleutel leek een eeuwigheid te duren. Op dat uur, na middernacht komt het gespuis naar buiten. ‘Misschien een drugsverslaafde die elk moment dichterbij komt om mijn handtas los te rukken en bij verweer mijn hals doorsnijdt voor een luttele 4 euro 67 cent’. Mijn hart ging sneller op en neer. Mijn fantasie bleef als een razende sneltrein doemscenario’s voor de geest halen. En die godverdomse toegangssleutel naar de veiligheid vond ik maar niet. Ik stond te trillen als een herfstblad meegevoerd in een storm. Ik beefde van schrik. En toen ineens hoorde ik hem in het West-Vlaams roepen tegen die ene deur: “t is ikke, doet ekki die deure open” en ik moest lachen. Taalherkenning: ik ben niet de enige West-Vlaming in de Weverijstraat, we zijn met meerdere Westvloeten die Giesbaergen komen bezetten... Ik ben thuis. (JeWy)
Fietscampagne van de Giesbaergske Koleuren Gazette
‘We Cycle this City’ De volledige campagne op www. giesbaergskekoleurengazette.be
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
pagina 3
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
‘t Uilekot - Climaxi Filip De Bodt
Ecologisch, lokaal en sociaal Filip De Bodt is een geboren activist. In zijn geboortestad Geraardsbergen was hij o.m. van bij de start betrokken bij de toen revolutionaire Oxfam-Wereldwinkel. Later wonend in Herzele, engageerde hij zich in socio-culturele vereniging ‘t Uilekot. Vanuit die werking startte hij in 2010 samen met enkele andere milieubewuste verenigingen Climaxi op, een beweging voor klimaat en sociale rechtvaardigheid. In ‘t Uilekot kwam hij voor ‘t eerst terecht na zijn burgerdienst. De werking sprak hem meteen aan. ‘‘t Uilekot zoals we het nu nog steeds kennen, is begonnen in 1974. Sindsdien is het al op vier lokaties gevestigd geweest. Het heeft ook al verschillende keren op de rand van stopzetting gestaan, door gebrek aan subsidies. Maar tot nog toe kwam er altijd een oplossing uit de bus.’ Op de huidige lokatie van ‘t Uilekot, in een voormalig tramstation bij de Markt van Herzele, kan je drie activiteiten terugvinden: er is de winkel waar je fair-trade producten en bio-voeding kan kopen, op de bovenste verdieping zijn de burelen waar ook de vergaderingen plaatsvinden en in het café worden socio-culturele activiteiten georganiseerd. De lokatie in Herzele zorgt enerzijds voor een kleiner bezoekersaantal van de diverse acitiveiten rond de vier hoofdthema’s (milieu, solidariteit, cultuur, jeugdwerking). Anderzijds biedt het dorp een enig actieterrein dat ze niet moeten delen met soortgelijke organisaties, zoals dat wel het geval is in grotere steden zoals Gent en Brussel. www.giesbaergskekoleurengazette.be
Filip is reeds langer begaan om het milieu en met Climaxi dat hij met o. a. Friends of the Earth startte, wil hij de aandacht vragen voor klimaat en sociale rechtvaardigheid. Vanuit dat thema werd een eerste film gerealiseerd als grondslag van Climaxi, die als enige de relatie tussen deze twee benadrukte. ‘In de ongebreidelde vrije markteconomie waarin we leven zijn veel van die milieudoelstellingen eigenlijk niet haalbaar: niet alle gezinnen in Vlaanderen kunnen zich zonnepanelen veroorloven. Ook de manier waarop de CO2handel werkt, waarbij bedrijven simpelweg quota kunnen opkopen en intussen verder blijven vervuilen willen we via onze werking van Climaxi aankaarten. Het is een handelssysteem geworden.’ De crisis is daarmee totaal, volgens Filip: ‘We zitten niet enkel in economische en ecologische crisis maar ook in een morele crisis. Die drie moeten samen aangepakt worden. Filososfen Jaap Kruithof en Leo Apostel haalden dat al aan, en dat zindert nu nog na.’ Film Naast de acties op het terrein maakt Climaxi ook documentairefilms over de ecologische (wan)toestanden. Eens de realisatie achter de rug, gaan ze ermee op tournee door Vlaanderen. ‘We gaan van onderuit te werk wat ons een directe samenwerking oplevert met de betrokken bevolkingsgroepen.’ In het najaar van 2013 werd ‘Fish& Run 2’ afgewerkt (Fish&Run 2: trailer: http://www.youtube.com/ watch?v=tAVQ-2vg8zg),
Met die documentaire over de visserij kaart Climaxi oneerlijke toestanden in de visserij aan, waarbij vaak ecologische normen worden vooropgesteld die de kleinerer vissers doen ten onder gaan. De actiegroep wijst erop dat de toekomst van een duurzame economie ligt in het opzetten van zo kort mogelijke ketens: rechtstreekse verkoop, lokale producten enz… Dat houdt dikwijls een betere kwaliteit en versheid in en garandeert een beter inkomen voor de boer/ visser. Voor Climaxi kan een ecologische oplossing alleen werken als ze ook sociaal én lokaal is.
daarvan kan beter geopteerd worden om duurzame energievormen verder uit te bouwen. Het is zinloos om te proberen om die olie-economie te doen overleven, die uiteindelijk toch zal uitsterven.’ Structuur ‘In Herzele is de enige lokale afdeling. Het is de bedoeling om verder lokale themagroepen op te richten, zoals nu al bijvoorbeeld in Vlaams Brabant het geval is: een van onze medewerkers startte een themagroep over energiearmoede: hij wil de aandacht richten op de schrijnende situaties waarbij minderbedeelden enkel nog elektriciteit kunnnen aankopen met een soort aankoopkaart waarbij ze de aangekochte elektriciteit eerst moeten betalen aan duurdere prijzen. Waardoor ze nog verder in de spiraal van de armoede zakken.’ (WiSch)
ECO Climaxi stelde eerder al de ecologische labels ter discussie: ook hier draait het om de macht van het geld want als instapkost voor je eerste onderzoek betaal je als producent al gauw tienduizend euro. Wat maakt dat het weeral en- Alle info en agenda van Clikel haalbaar is voor de grote maxi: www.climaxi.be bedrijven die over enorme Filip De Bodt budgetten beschikken. Over die eco-labelling voegt hij toe: ‘Eigenlijk is dat meer ecologische greenwashing: bedrijven die zichzelf willen voorstellen als ecologisch maar als je dan wat nauwer gaat kijken, kom je op andere dingen uit.’ In die labels geldt de enige uitzondering voor de biologische labels die sterke lastenboeken en een degelijke inspectie vereisen. Steenkoolgas Het volgende project van Climaxi speelt zich af in Limburg waar de actiegroep willen opkomen tegen het aanboren van steenkoolgas. ‘In de plaats
pagina 4
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Jongeren in de pers Stampmedia
Slow tv in Noorwegen, baanbrekend of goedkoop? C.H.I.P.S. StampMedia is het eerste persagentschap in Vlaanderen – erkend als ‘algemeen nieuwsmedium’ door de Vlaamse Vereniging van Journalisten – dat een stem geeft aan alle jongeren in de media. En dat niet alleen. StampMedia wil de berichtgeving over jongeren corrigeren en hen vooral zelf aan het woord laten. Zeker daar waar hun mening van belang is en weinig gehoor vindt in de mainstream kanalen. Kortom: StampMedia is een persagentschap door jongeren met nieuws voor iedereen die het wil horen. Slow tv op NRK2
Slow tv is een term die gebruikt wordt voor een live marathonuitzending van een gewone gebeurtenis. Deze term is geïnspireerd op Andy Warhols slow movie Sleep, waarin hij gedurende zes uur een slapende John Giorno toonde. Tijdens deze urenlange tvuitzendingen, die in Noorwegen ontzettend populair zijn geworden, worden ordinaire momenten getoond: een treinreis, bootreis of een houtvuur. De kijker krijgt de eerste tot en met de laatste seconde te zien. In Noorwegen heeft NRK2 (de Noorse openbare omroep) al een zeven uur durende treinreis naar Bergen en een honderdvierendertig uur durende bootreis uitgezonden. Het laatste project was een marathonuitzending van een negen uur durende breiwedstrijd. Het concept wordt gefilmd met camera’s die onafgebroken één evenement filmen, zonder te bewegen. Deze ontwikkeling is verre van nieuw, maar 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
waarom worden zulke uitzen- len. Noorwegen wordt echdingen gemaakt en wat maakt ter maar weinig geraakt door ze zo populair? de financiële crisis in Europa. Desondanks kiezen ze er toch Crisistijden voor zulke uitzendingen te maHet eerste wat in je hoofd op- ken. komt, zijn budgettaire redenen. Eén van die uitzendin- Populariteit bij het publiek gen kost tussen de 110 tot Tijdens de eerste Slow tv-uit150.000 euro. Goedkoop dus. zending keken maar liefst 1,2 Een concept zoals dit heeft miljoen kijkers van de 5 miljoen dus veel minder personeel no- inwoners die Noorwegen telt dig, want de camera’s kunnen naar de uitzending. Een mooi in principe onbemand gelaten cijfer mogen we wel zeggen. worden. Eén cameraman is in NRK2 maakt deze uitzendinzo’n situatie voldoende. Ook gen dus vooral voor haar kijvoor geluid en editing is er veel kers. Maar waarin ligt de charminder personeel nodig. In tij- me van eindeloze uren tv, waar den van crisis misschien wel weinig tot niets in gebeurt? de ideale reden om de talloze Een van de belangrijkste troeontslagen te verantwoorden. ven is waarschijnlijk de diepe Door een grotere automatise- band met de Noorse cultuur. ring en meer programma’ zo- Zo zagen de Noren ook al de als de slow tv-uitzendingen zalmvangst en de opbouw van kunnen de media bijna zonder een groot vuur. In wintertijden personeel overleven. Boven- is tv kijken bovendien het idedien nemen deze uitzendingen ale tijdverdrijf, tijdens de lange, door hun duur de plaats in van donkere nachten. Bovendien andere mogelijke program- breken zulke uitzendingen de ma’s, die waarschijnlijk veel gejaagdheid van het alledaagduurder zouden zijn uitgeval- se leven. Back to basics. pagina 5
Een nieuw verhaal Een revolutie voor het tv landschap? Niet echt, maar de combinatie van de goedkope productie en de hoge populariteit garanderen dat er aan deze evolutie zeker nog een staartje zal gebreid worden. Noorwegen en Scandinavië zijn alvast verkocht, nu de rest van de wereld nog. Als een toekomstige journalist wil ik hieraan toch nog even toevoegen dat, hoewel de mediamaatschappijen hiermee misschien wel uit de crisis kunnen klimmen, dit voor mediaprofessionals maar weinig goeds betekent. Het begin van het einde van een tijdperk? (© 2013 – Erasmix – Kim De Fooz)
C.H.I.P.S. StampMedia – jongerenmedia-agentschap p/a Mediahuis voor jongeren Prekersstraat 25 – 2000 Antwerpen [t] +32 (0)3 294 68 38 www.stampmedia.be www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Boeddhistische Blik Cathérine Genno Roshi
“Boeddhisme heeft onze samenleving veel te bieden” Cathérine Genno Pagès Roshi en haar echtgenoot Michel Genko Sensei
Op zondag 8 december j.l. had er een Jukai-ceremonie plaats bij Zen Sangha (Gent), waarbij vier zen-studenten de geloften aflegden. Dat gebeurde in aanwezigheid van Cathérine Genno Pagès Roshi en haar echtgenoot Michel Genko Sensei. Ze waren opgetogen om zulke motivatie te zien in de zen-gemeenschap van Zen Sangha, rond Frank Sensei De Waele. Genno Roshi had Frank Sensei de transmissie toevertrouwd in 2005, nadat hij acht jaar bij haar in opleiding was geweest, temidden haar Dana Zen Center in een voorstad van Parijs (Montreuil). Wij hadden een gesprek met Genno Roshi die ons benadrukte dat de boeddhistische boodschap tegelijk persoonlijk en universeel is. ‘Wanneer ik zie dat onze zen-boeddhistische gemeenschap in zulke grote getale samenkomt is dat echt hartverwarmend: het is net een groot familiefeest! Het doet me heel wat om zulke ceremonie te mogen meemaken, temidden van zo’n vriendschappelijke groep mensen met goede intenties. Voor mij is het ook een bevestiging, een bewijs dat de Dharma, de leer van de Boeddha, doorgegeven wordt en zichzelf www.giesbaergskekoleurengazette.be
blijft herhalen. Ik zie hier ook veel van mijn eigen leerlingen. Het spreekt voor zich dat dat telkens fijne ontmoetingen zijn. Je kan zien dat er hier sprake is van een echte motivatie bij al die mensen die zich vrijwillig inzetten om er een fijne bijeenkomst van te maken. En dat doet me plezier. Frank Sensei is ook de geschikte leraar om mensen daartoe aan te zetten: hij inspireert hen daartoe. Hij kan die intenties bij mensen in gang zetten. Dat heb ik zo bij hem aangevoeld vanaf het begin dat hij als zen-leraar werkt. Bovendien geeft deze bijeenkomst me ook een duidelijk aanvoelen dat het niet alleen de aanwezigen zijn, die deze ceremonie belichamen, maar ook al diegene die ons zijn vooraf gegaan én ook zij die nog zullen volgen. Cela dépasse complètement.’ Hoe gaat het met uw eigen Sangha in Montreuil, bij Parijs? Zijn er in Frankrijk soortgelijke boeddhistisch geïnspireerde gemeenschappen met zulke motivatie? ‘Net als hier in België zijn er in Frankrijk meerdere kleine verenigingen die ook op dat vlak goed werk leveren. En dat is belangrijk, dat er vele kleine groeperingen zijn, waar de mensen elkaar goed kennen pagina 6
en die alle samen een grote familie vormen. Ikzelf ben nu sinds lange tijd al lerares en ik heb reeds vele leerlingen gekend, waarmee ik samen op weg ging voor een bepaalde tijd. Drie transmissies heb ik ook al mogen geven; in de lente van volgend jaar volgt nog een vierde overdracht. Voor mij overheerst nu het gevoel dat mijn werk er op zit en dat het moment gekomen is voor verdieping, om mijn persoonlijke zen-praktijk intenser te beleven. Het zou me ook goed doen om wat langer dezelfde mensen om me heen te weten. Door de transmissies die ik heb kunnen geven, zien we de dharma ook in onze contreien wel degelijk verspreid: dat gaat van België over Duitsland, Frankrijk en Portugal, en met de volgende overdracht ook in Nederland.’ U heeft vertrouwen in de toekomst? (ze raakt op een heel attente manier mijn arm en kijkt dwars door me heen) ‘Wanneer ik transmissie geef, heb ik vertrouwen op voorhand. Het proces van transmissie, het doorgeven van de leer van de Boeddha, is een teken van vertrouwen: het is voor de ontvanger een teken om de dharma te bevestigen op zijn of haar eigen manier. De leraar geeft ermee aan: tot nu toe zijn we één geweest, vanaf dit moment zijn we twee.’ Kan het boeddhisme onze samenleving vooruit helpen? ‘Het boeddhisme kan ons veel aanbrengen. In de eerste plaats verdraagzaamheid. Dat is heel belangrijk. En niet vanuit een dogmatisch denken maar vanuit een diepe beleving en appreciatie van wat het leven werkelijk is, zoals we dat in onze zen-lijn beoefenen. We moeten het leven aanvaarden zoals het is, we moeten ons eigen leven omarmen. Hoe meer we dat doen, hoe meer we zijn wat we écht zijn; hoe dichter we bij ons eigen zelf zijn en tegelijk verbonden met al die andere levens. Het bevestigt opnieuw de filosofie van het boeddhisme dat enerzijds het persoonlijke aanspreekt en tegelijkertijd het universele. 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Jukai-ceremonie Jukai is een ceremoniële initiatie tot het Boeddhisme. Feitelijk erken je in deze ceremonie dat jijzelf de drie juwelen (Boeddha, Dharma en Sangha) bent en dat je daarnaar zult leven. Na deze inwijding mag je je formeel boeddhist noemen. Het woord “Kai” wordt meestal vertaald als ‘voorschriften of geloften’ en ook ‘discipline’ is een uitleg. Maar het is eigenlijk veel meer bedoeld als een ‘way of being’ of een ‘way of living your life’, een manier om je leven te manifesteren als een groot geschenk. Vaak nemen we ons leven voor lief en zien we niet meer hoe speciaal dit leven is. Met het onvangen van Jukai nemen we ons voor het leven wat meer te waarderen en er zoveel mogelijk van te genieten. Genpo Roshi zei ooit: “Not to enjoy life, not to appreciate it is what we call killing the life of the Buddha”. Jukai is zo oud als de Boeddha zelf. Voor bikkhu’s (Boeddhistische monniken) was dit het moment om het kleed en de bedelkom aan te nemen en uit te spreken: “Ik neem toevlucht tot de boeddha, de dharma en de sangha.” De oudste zegswijze is te vinden in de Platform Sutra, waar jukai ‘de initiatie tot de bodhisattvaweg’ heet.
Cathérine Genno Pagès Roshi
Als je kijkt naar al die rampen die vandaag de dag in de wereld gebeuren, van de financiële crisis in New York tot de natuurramp in de Filipijnen en de vreselijke oorlog in Syrië, dan spreekt daaruit de onderlinge verbondenheid die we als mensen met elkaar hebben: het belangt ons aan en beïnvloedt ons allen. Het raakt ons. En daaruit blijkt eens te meer en telkens opnieuw die onderlinge verbondenheid die we als mensen hebben.’ Vanaf het begin heeft u het boeddhistisch pad samen met uw echtgenoot Michel Genko Sensei afgelegd. Was dat een extra motivatie voor u om ver3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
In de Jukai ceremonie beloof je de Boeddha in jezelf te realiseren, te actualiseren en te manifesteren in je dagelijks leven. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de zestien voorschriften, waaronder ‘het leven te waarderen’, ‘respect te hebben voor andermans goed’, ‘genereus te zijn’, ‘jezelf niet boven de ander te verheffen’, ‘liefdevol te zijn naar alle levende wezens’, etc. Het is niet bedoeld als een lijst van geboden en verboden, maar het is een expressie van ons diepste verlangen om geen kwaad te veroorzaken, maar juist goed te doen en dienstbaar te zijn door anderen te helpen. Als we ons realiseren wie we werkelijk zijn, dan zien we de geloften veel meer als een natuurlijke expressie van die realisatie. Het effect ervan is meer compassie en vriendelijkheid, iets waar de wereld veel behoefte aan heeft. der te gaan in de zenboeddhistische (Bron: Kanzeon Zen Center, www.zenlife.nl) spiritualiteit? ‘Dat is inderdaad een goede steun voor mij geweest. Mijn echtgenoot Michel Jukai-ceremonie bij Zen Sangha (Gent) heeft me steeds bijgestaan en geholpen. We zijn ook al dertig jaar een koppel, wat vandaag een uitzondering mag heten. (ze glimlacht) Dertig jaar is heus een lange periode.’ ‘Het is waar, ik heb het geluk dat ik mijn spirituele praktijk en boeddhistisch pad samen met mijn man kan beoefenen. En dat is zo geweest vanaf het begin. Hé oui, j’ ai de la chance.’ Merci beaucoup pour cet entretien. (WiSch) pagina 7
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Een bewogen spreker Jozef De Witte
“We mogen geen tijd meer verliezen” Op een winterse novemberavond was Jozef De Witte te gast bij de KWB Nederboelare, om er te spreken over zijn werk en leven als directeur van het Centrum voor Gelijke Kansen en voor Racismebestrijding: een functie die hij sinds 2004 met hart en ziel uitvoert, zoals is gebleken uit zijn voordracht. Houston ‘Migratie en integratie zijn wel degelijk een probleem’ opent hij. ‘Maar net als met de ruimtevlucht van Apollo 13, in juli 1969, is het enige mogelijke antwoord: ‘Failure is no option’.’ Het ruimtetuig was onderweg buiten de dampkring toen er een technisch probleem bleek en de commandant via de radio liet weten ‘Houston, we have a problem’. Het controlecentrum antwoordde daarop: ‘Failure is no option’. ‘Wel, ook voor migratie en integratie is dat’, herneemt De Witte zijn openingszin, ‘‘failure is no option’. Er is geen toverkunstje om dat op te lossen. Maar we moeten het wel opgelost krijgen. Zoals in die ruimtecapsule in 1969 er geen andere oplossing was: Failure is -ook hier- no option.’ Het is geen toeval dat De Witte vanuit dat jaartal zijn relaas begint: naast het jaar van de landing op de maan, was het ook het het jaar van Merckx’ eerste Tourwinst, het jaar van de hippiebeweging en de studentenrevolutie. Maar bovenal was er toen nog geen sprake van een multiculturele samenleving. Er was wel al -zoals dat altijd het geval is geweest op deze aardbol- migratie. Uiteraard. Maar dat vormde nog geen probleem, men stelde er zich nog geen vragen over in onze contreien. Want het was een gewenste migratie: arbeidskrachten uit andere landen waren sinds 1945 meer dan welkom in het na-oorlogse Europa. Er was werk genoeg. De toekomst kon enkel groeien. De Witte maakt even een sprong terug in de tijd en gaat nog even verder om aan te tonen dat migratie van alle tijden is: de oudste ons gekende migrant was Julius Caesar, vóór onze tijdrekening nog. Dat stemt tot inzicht hoe algemeen en van alle tijden migratie wel is. No doubt. www.giesbaergskekoleurengazette.be
Onze postmoderne gedachte, nl. dat het een uniek probleem in ons tijdsgewricht zou zijn, is daarmee meteen van de baan. In zijn toelichting over de migratie van de laatste zeventig jaar, besluit De Witte dat migratie wel degelijk een feit is, dat België beslist een migratieland is en dat ons land helemaal geen migratiebeleid heeft. We hebben te maken met een scheefgegroeide migratie waarin de Europese Unie ook nog ‘s extra armoede produceert en daarbij migratie oogst. Door steunmaatregelen in Europa aan bv. de productie van diepvrieskippen werden in Senegal tonnen van zulke ingevroren kippen geïmporteerd, die snel en goedkoop werden verhandeld aan de bewoners van het Afrikaanse land. Waardoor de lokale kippenboer zijn waren niet meer kwijt kon aan een eerlijke prijs, hij snel tegen het faillissement van zijn activiteit aankeek en als gevolg daarvan beslissen moest om te emigreren naar Europa. Een ander voorbeeld daarvan zijn de subsidies in Europa voor bietsuiker, waartegen de producenten van rietsuiker -die bovendien veel gezonder is- niet opgewassen zijn. Ook zij moeten hun goederen ondermaats verhandelen en kijken sneller tegen een faling aan. Waarna ze eveneens gedwongen worden om te emigreren, in de hoop op werk en een beter leven voor henzelf en hun kinderen. Open debat Jozef De Witte is een boeiende spreker, met een klare kijk en een gedegen kennis. Hij kent de problematiek van de migratie als geen ander. Vanuit zijn vorige functies, eerst bij het TweedeKansOnderwijs, dan bij Unicef en later nog bij 11.11.11, nam hij heel wat ervaring mee naar zijn huidige job in het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding. Het was in opvolging van Johan Leman, die sinds de oprichting van het Centrum in 1993 aan het hoofd stond van deze onafhankelijke overheidsdienst, dat De Witte in 2004 de functie opnam. Onze streekgenote Paula Dhondt die op vraag van Koning Boudewijn Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid was, stond mee aan de wieg van het Centrum. De taak van het Centrum is om in een kripagina 8
tische houding naar de overheid te kijken. Wat een heel democratisch gegeven is. Discriminatie en Migratie zijn de twee pijlers van het Centrum, dat daarin drie duidelijke taken heeft. De eerste is om inbreuken te melden. Informatie, sensibilisering en vorming is een tweede taak. De derde is het om daarin adviezen te geven aan de beleidsmensen. ‘Sinds de opstart is het een kenniscentrum, dat niets wegheeft van een ivoren toren: het debat is open, we moeten blijven nadenken over diversiteit.’ Om volledig te zijn, onderstreept hij dat het bij bestrijding van discriminatie niet enkel om racisme gaat: ook uitsluiting om reden van geloofsovertuiging, handicap, leeftijd, sexuele geaardheid of nog andere zoals sociale afkomst behoort evenzeer tot hun werkterrein. ‘Rascisme is trouwens een uitvindsel van de mens. Bij mensen kan er niet zoiets als racisme bestaan: alle mensen behoren per definitie tot hetzelfde ras. Bij sommige diersoorten bestaat dat onderscheid wel en kunnen we gemakshalve spreken over een Amerikaanse Shetlander, een Franse draver of een Arabische volbloed. Maar mensen kunnen we niet opdelen: we zijn allen hetzelfde mensenras’. De huidige directeur van het Centrum zegt de dingen zoals ze zijn, theoretisch onderbouwd en correct. Toch kunnen we er zijn persoonlijke toedracht uit opmaken: hij is een warmhartig mens die steeds bereid is tot het debat. Hij schuwt het gesprek niet: Enkel met weerspraak kan er sprake zijn van een ware discussie waaruit we lessen kunnen halen voor de toekomst. De Witte herhaalt zijn openingsgedachte: ‘Failure is no option’. Hij voegt toe dat migratie een werk van lange adem is, maar dat we al een heel eind hebben afgelegd. Deelnemen Iedere nieuwkomer zou meteen moeten ingeschakeld worden. Dat zou er toe leiden dat die persoon bijdraagt aan de samenleving en ook een meerwaarde levert. Door participatie zal ook geluk kunnen toenemen. En daar kunnen we allemaal wel bij varen. 3de jaargang, 2de jaargang, nummer nummer 9, 1 7, januari 1 juli 2013 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
besloot dan om van hieruit naar Canada te verhuizen, waar meteen gepeild werd naar haar dromen en ambities. Daarop kon ze snel beginnen te studeren. Ze was gelukkig om de kansen die ze kreeg en participeerde daardoor meteen ten volle in de samenleving. Na haar studies kon ze aan de slag, om haar leven verder vorm te geven. De Witte concludeert dat we er moeten voor gaan, in ons eigen belang. En dat integratie beter participatie zou noemen. We mogen niet meer bang zijn voor de verschillen. ‘Ons beleid is soms teveel bezig met wetten en regels, maar zou ook meer moeten stimuleren, ondersteunen. En het is echt nodig om te leren omgaan met verschillen. Dat kan een grote meerwaarde betekenen in onze maatschappij.’ ‘Het zou goed zijn om andere
Jozef De Witte
Enerzijds/Anderzijds - Jozef De Witte
systemen te bedenken, die elke mens kansen geeft. We moeten mensen ook durven uitdagen, hen laten dromen, hun kinderen aanzetten om kansen te grijpen. Ook ons onderwijs is daar soms wat blind in, terwijl het net de scholen zijn die de diversiteit moeten stimuleren: geef die kinderen kansen, geef die kinderen goesting om verder te gaan in het leven dat voor hen ligt.’ Hij vervolledigt zijn voordracht met te onderstrepen dat hij bovenal een optimist is: er is vandaag niet meer racisme dan vroeger en we beginnen als maatschappij heus wel te beseffen dat het anders kan. We mogen evenwel geen tijd meer verliezen. Vanavond maakte Jozef De Witte tijd om zijn verhaal uit de doeken te doen. Daar kunnen we alleen maar blij om zijn: met zijn adviezen kan elk van ons aan de slag, to make this a better place, for me and for you and the entire human race. (WiSch)
Boekentip
De Witte haalt het verhaal aan van een jonge migrante die een tiental jaar geleden in België aankwam om er een leven op te bouwen. Hier raakte ze volledig geblokkeerd in het administratieve kluwen, dat log en traag is, zonder dat ze haar talenten kon ontplooien of dromen waarmaken. En dat is net de reden waarvoor ze haar hebben en houden in het thuisland achterliet. Ze
Over omgaan met discriminatie, diversiteit en migratie ‘Ik pleit voor confrontatie. Vermijden is immers geen oplossing, maar enkel uitstel. Een uitstel dat we ons niet langer kunnen veroorloven. Ik pleit voor een confrontatie tussen de legitieme belangen van verschillende partijen, vanuit een sterk geloof dat elke partij daar beter van wordt. Omdat wie de confrontatie uit de weg gaat, onrecht doet aan de democratie.’ In Enerzijds / Anderzijds vraagt Jozef De
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Witte met klem om het debat niet langer uit de weg te gaan. Om wél bezorgd, maar niet bang te zijn voor de toekomst. Om na te denken over het welbegrepen eigenbelang. Het boek wil een antwoord bieden op vragen zoals: Als je geen onderscheid mag maken, waar staan we dan met het recht op verschil? Is diversiteit wel een haalbare kaart? Hoeveel migratie kunnen we aan? Wat met mensenhandel?
pagina 9
Technische info EAN 9789401400381 Formaat: 14cm x 22cm Verschijningsdatum: 27/09/2012 Afwerking: Paperback Druk: 1 Aantal pagina’ s: 164 NUR Omschrijving: Minderheden, racisme, vluchtelingen Uitgever: LannooCampus
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Reportage
“(k)Letsen is gewoonweg leuk!” Bent u al bekend met het Local Exchange and Trade System? De Letsvereniging Geraardsbergen vierde haar eenjarig bestaan met een Lets-feest in Het Ideeënhuis. Momenteel zijn er een tachtigtal leden en bestaat het zeskoppige Lets-team uit enthousiaste, gedreven mensen. De motivator en inspirator achter dit Lets-initiatief in Geraardsbergen is Nadine De Grootte, die samen met andere vrijwilligers de lokale Lets-groep opstartte in november 2012. Recent heeft Koen Walraevens zich ook bij het Lets-team gevoegd. Dus stellen we hem onmiddellijk de vraag: Waarom wou hij precies deel uitmaken van de kernleden van het team? Koen die ook betrokken is bij de vzw Voedselteams Geraardsbergen kiest vooral voor sociale projecten, met de nadruk op ‘eerlijk’. Waarin iedereen gelijkgestemd is, vanuit een eerlijke en sociale cultuur. ‘Initiatieven zoals Lets-en, voedstelteams, cowww.giesbaergskekoleurengazette.be
housing, e.d. richten zich op de sociale mens en niet op de economische mens. Dat is een belangrijke en noodzakelijke evolutie. Dit maakt mensen pas echt gelukkig.’ Aan twee andere Lets-ers van het eerste uur, Eric en Suzanne, vroegen we enkele ‘statistieken en leuke weetjes’ over het voorbije Lets-jaar: ‘In totaal zijn er zo’n 400 uitwisselingen via het Lets-en gebeurd. Dat maakt zo’n twee uitwisselingen per dag, wat best goed is. Er is niet uitgesproken iets wat meer ge-Lets-t wordt dan andere zaken. We merken wel dat gedurende de zomer er veel vraag is naar tuinwerk en aanbod van zelfgekweekte groenten, aangezien we in een landelijke omgeving wonen. Maar om echt van een trend te spreken, dat is wat sterk. Er worden ook veel ‘tips’ ver-Lets-t alsook dringende hulp bij kleine huishoudelijke ingrepen (verstopte leiding, druppende kraan.....). We zouden misschien graag nog een paar meer arpagina 10
tistieke of minder voor de hand liggende zaken zien maar die komen er nu al meer en meer, aangezien de leden elkaar ook echt beginnen kennen.’ (Eric) Dat het Lets-team dynamisch is, blijkt uit hun betrokkenheid als vrijwillige vzw. Wat gebeurt er zoal achter de schermen van de Lets-groep? Hoe zorgen jullie ervoor dat de vereniging blijft groeien? Suzanne: ‘Maandelijks organiseren we een (k)Letsavond, zodat leden een moment hebben om elkaar te ontmoeten, maar ook geïnteresseerden even kunnen kennismaken en een infomoment krijgen. Het sociale aspect is binnen het Lets-en heel fijn en ondersteunend. Met z’n allen houden we ons met verschillende taken bezig die het vlotte verloop van het Letsen kunnen verzekeren. We vergaderen maandelijks en houden ons ook bezig met administratie, contacten leggen, ITondersteuning van de website, de ombudsdienst, het organiseren van specifieke Lets-activiteiten zoals een Lets-markt 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Reportage
of Lets-feest. Dagelijks ontvangen we gemiddeld een tot twee mails van leden met uiteenlopende vragen. We trachten ook hier de communicatie zo vlot en snel mogelijk te laten verlopen.’ Nog niet overtuigd dat Lets-en iets voor jou is? Spontaan vertellen een aantal Letsleden over hun ervaringen met Lets-en. ‘Op een (k)Lets-avond sprak ik met iemand die nood had aan juridisch advies. Ik hoorde haar verhaal en verdiepte me in de zaak. Meerdere avonden heb ik me met dat dossier beziggehouden. Ik heb dus met andere woorden even voor advocaat gespeeld en meer nog, ik heb de zaak zelfs gewonnen. Dit is toch wel een primeur.’ (Wilfried) ‘Fatboy vervoeren met fietskar? Wie kan me helpen?’ Dat was mijn concrete Letsvraag. Ik kreeg het antwoord: ‘Ik wil je wel helpen, maar wat is nu in godsnaam een ‘fatboy’?’ Grappend werd via mail een foto van een ‘fat boy’, in letterlijke betekenis opgestuurd.’ Dankzij de Lets weet Judith nu dat een fatboy een groot zitkussen is. (Judith) 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
‘Ik heb via het Lets-en al eens een reisje naar Den Haag kunnen maken. In ruil voor transportkosten mocht ik gratis gebruik maken van het huisje en konden we samen wat in Den Haag vertoeven. Samen vertrekken en samen terugkeren was de afspraak. Ik heb een heerlijke vakantieweek gehad en iemand fijn leren kennen.’ (Jessy) ‘Mijn beste Lets-ervaring was het helpen op het ‘Koleurenfeest’. Er waren heel wat vrijwilligers en Lets-ers betrokken bij de voorbereiding van het interculturele buurtfeest en ik heb daarin ook mijn steentje kunnen bijdragen. Het was ook weer een gelegenheid om nieuwe mensen te leren kennen.’ (Lieve) ‘Ik heb mijn oude, versleten broek kunnen laten retoucheren in een coole, hippe broek. Ik krijg nu heel veel positieve reacties op mijn broek. Thanks, Nadine!’ (Karel) ‘Ik had ‘s het idee om te experimenteren. Ik wou cider maken, maar het lukte niet zonder de nodige materialen. Ik stelde de vraag aan de Lets-ers en heel snel kreeg ik alle materialen bij elkaar verzameld. Een idee dat ik heel snel, door hulp pagina 11
van andere Lets-ers kon uitvoeren. Leuk toch?! En ‘t was nog lekker ook!’ (Lander) ‘Als stadsmeid drie uur onkruid gaan wieden op den buiten. Op een gastvrije manier ontvangen worden met een tasje soep en een omeletje. Met de handen in de aarde, ondertussen gezellig babbelen met twee nieuwe Lets-ers. Een combinatie van natuur, werk en vriendschap! Ik kwam als herboren terug. Wat onkruid wieden toch met je kan doen!’ (Nele) ‘Ik vond de Lets-markt heel leuk. In onze oude schuur hielden we een Lets-markt waar kledij en boeken konden ver-Letst worden. Ook werden lekkere taarten voorzien door Lets-ers. Het was alweer een gelegenheid om nieuwe en gelijkgestemde mensen te leren kennen.’ (Leen) Kortom: Lets-en is leuk. Iets doen voor andere mensen maakt je gewoonweg blij en gelukkig. Je kan leuke dingen delen met mensen. Maar ook dingen die je zelf niet graag uitvoert door Lets-ers laten doen. Lets-en is jezelf helpen door anderen te helpen. Tot Lets! (NeW) Alle info: www.letsgeraardsbergen.org. www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Reportage WWOOF Belgium
“Waar het voedsel vandaan komt”
Judith Postelmans
Laura Burella
Deze twee dames doen aan WWOOFing. U kent het niet? Wij ook niet. We gingen op interview bij de Iers-Italiaans-Belgische Laura, voorzitster van WWOOF Belgium, om een en ander voor u en onszelf uit te klaren.
vinden dat niet erg, zo’n aangepast agenda: zij leven volgens het ritme van de natuur en het licht van de dag. Daar kunnen wij alleen maar van dromen -voorlopig, want vorige zomer werd WWOOF Belgium opgericht: het concept ligt nu ook in ons land binnen handbereik. Mijn interDie vrijdagmiddag in november zou ik viewee, de Iers-Italiaans-Belgische Laura rond drieën op bezoek gaan bij Laura, die is voorzitster van WWOOF Belgium, en momenteel in Hof ter Wilgen (Viane) ver- maakt er ons graag wegwijs in. blijft. Doordat de dingen niet altijd gaan zoals voorzien, herschikte mijn voorne- Met een Ierse moeder en een vader uit men in de planning en arriveerde ik net Italiaanse ouders die in de jolige jaren ‘70 voor de middag in het pittoreske Hof ter naar België kwamen wonen om er te werWilgen, in de Maroiestraat. WWOOF-ers ken, geboren in België om dan vanaf haar www.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 12
vijfde in Ierland te gaan wonen waarna ze terug naar België kwam om te studeren en te werken, is Laura meteen van veel culturen thuis. De cultuur waarin ze zich meest thuis voelt is echter de natuur. Daarom gaf ze de brui aan haar job in de bank-sector, zegde haar appartement in Brussel op en trok sindsdien als fulltime WWOOF-er de wijde wereld in. Natuurbewust ‘Two years ago’, begint ze ons gesprek in haar moedertaal, ‘was er een collega van me die een jaar tijdskrediet had genomen 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
en die had me verteld over het concept van WWOOF en dat hij naar Australië ging WWOOF-en.’ WWOOF werd al in 1971 opgericht als ‘Working Weekends on Organic Farms’, door Sue Coppard die samen met enkele Londonse vrienden graag ging helpen bij bio-boeren in East-Sussex en er in ruil voor hun arbeid kost en inwoon kregen op de boerderij. Vandaag staat WWOOF voor ‘World Wide Opportunities on Organic Farms’ en is een wereldwijde organisatie die mensen wil bewust maken, van biologische landbouw en duurzame levensvormen. De filosofie wil ook gelijkgestemden bij elkaar brengen, om samen het verschil te maken. ‘Het sprak me meteen aan: dit was wat ik ook wilde en een jaar later deed ik hetzelfde. Ik nam een jaar vrij van mijn job in een grote bank in de Europese hoofdstad en ging reizen in de wereld. What a relief! Dit sloot volledig aan bij mijn ware passie om de natuur te kunnen beleven. Al van toen ik nog studeerde in Brussel, ging ik elk vrij moment rondtrekken -’hiking’- in de natuur. Spontaan zocht ik ernaar om me te verbinden met de natuur, met de dieren, om volledig te kunnen opgaan in de natuur. En daar ook de kracht en de werkelijke vreugde van te ervaren. En dat is iets heel anders dan wat ik zag in de bank-wereld waarin ik werkte, waar mensen móeten gaan werken om hun rekeningen te betalen van al hun bezittingen, in een dagtaak waar ze niet van houden. Die job is ook élke dag dezelfde, ongeacht het seizoen: in de natuur kan dat niet, omdat niet alle dagen dezelfde zijn. Je leert leven volgens een schema, dat elke dag anders is. In mijn vrije tijd ging ik naar boerderijen, om me er in te leven in het werk met de dieren. Ik wilde daarmee nog meer verbonden raken met de natuur, contact maken met dat leven op de boerderij en daar heel bewust mee omgaan. Tegelijk vroeg ik me af hoe het échte leven op de boerderij verloopt. Ik was daar heel nieuwsgierig naar. Het trok me enorm aan om dat zelf te kunnen beleven.’ Laura is een aangename prater. Haar relaas kabbelt als een rivier. ‘So, I took free from my job, for one year’, droomt ze even weg, ‘van februari 2012 tot februari van het daarop volgende jaar en startte als WWOOF-er. Mijn wereldreis begon dichtbij, in Oostkamp, waar ik voor het eerst in contact kwam met WWOOF, maar daarna bracht mijn tocht mij ook naar Noorwegen, Finland, Senegal, Ijsland, ook even in California. Ik merkte meteen wat een contrast dit leven was met hoe ik dat daarvoor had gedaan. Door mee te werken in boerderijen 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
werd ik nog meer bewust van het leven en van onze manier om voedsel te produceren en te vergaren.’ In haar traject van dat jaar loopbaanonderbreking zag ze ook nog meer in hoe mensen vandaag de dag geen enkel contact meer hebben met de bronnen van hun voedsel: warenhuizen bieden het hele jaar door alle voedingswaren uit de hele wereld aan, wat tegen de gang van de natuur indruist. ‘Na dat jaar vrij te zijn van die dagdagelijkse job in de bank, besloot ik die dagtaak volledig op te geven. Ik gaf mijn werk en mijn appartement in Brussel op, stockeerde enkele meubels en vertrok opnieuw, nu als fulltime WWOOF-er. Met het motto van WWOOF in gedachten: ‘WWOOF-en verbindt je met de aarde en met degene die ermee werken’. Sindsdien heb ik geen inkomen meer. Ik hoef ook geen huur of hypotheek te betalen. Een eigen woonplaats heb ik dus niet en ik verblijf bij de bio-boeren waar ik kom meewerken op de boerderij. Ik ben met andere woorden volledig vrij: ‘Free, free at last!’ (ze lacht). Ik leef volledig volgens de natuur en het weer: in de winter werken we minder, omdat dat de gang van de natuur is. Het is anders in de zomer: dan is er veel arbeid op de boerderij.’ Haar verhaal is uitdagend en maakt beslist nieuwsgierig. De meeste WWOOFers gebruiken het concept echter om te kunnen rondreizen in de wereld, zonder hun werk en leven achter te laten. Vandaar ook dat het WWOOF-en meest gebeurt in de zomer -ook door studenten-, wanneer de meeste mensen vrij kunnen nemen. In die zomermaanden is er ook meest werk op de boerderijen. Met de mensen Naast de innige connectie met de natuur, werkt WWOOF-en ook het samenleven tussen mensen in de hand. Het is vast een sociaal gegeven van gelijkgestemden rond een bewustzijn over voedsel. Want achter al het voedsel dat we eten, zitten mensen. Dat laatste kan
beslist als een spirituele gedachte gezien worden, die we trouwens ook in de meeste spirituele tradities terugvinden. Bovendien helpt het concept ook om jezelf en anderen beter te leren kennen. Tenslotte maken wij mensen deel uit van die natuur. Dat zijn we intussen allang vergeten. ‘Door WWOOF willen we mensen ook met elkaar in verbinding brengen, in een netwerk van bewuste burgers die er gaan over nadenken wat de rol is van de landbouw. We willen mensen weer aanzetten om hun voedsel in de boerderij te gaan kopen i.p.v. in warenhuizen, zodat ze zelf gaan inzien waar het voedsel vandaan komt. Op die manier worden ook de bioboeren ondersteund om gezonde producten te verbouwen aan een eerlijke prijs. Ik denk dat dat onze samenleving ten goede zou komen: als mensen bewuster gaan leven, kunnen ze ook meer solidair zijn.’ Ook in België leeft die filosofie. Daarom werd enkele maanden geleden ook WWOOF Belgium opgericht. Dat gebeurde in de Universiteit van Louvain-LaNeuve. Het is een geheel vrijwillige en onafhankelijke organisatie, waarvan Laura voorzitter is. Op de website kan je hun evenementen terugvinden. WHOST Aangesproken door het idee van werkelijke vrijheid, wilden we nog weten hoe het WWOOF-en juist in z’n werk gaat. Gastvrouw van Hof ter Wilgen, Judith Postelmans, waar Laura sinds enkele weken verblijft, legt het ons uit. ‘Iemand die wil WWOOF-en, een WWOOFer, neemt contact met een gastheer of -vrouw, een WHOST. Dat is iemand die
Laura in de permacultuur-tuin van Hof ter Wilgen
pagina 13
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
werkzaam is in een bio-boerderij of tuiniert op organische manier. Meestal gebeurt dat eerste contact via email, waarin de WWOOF-er dan vraagt of hij of zij voor twee of drie weken kan komen WWOOFen. Vaak is dat voor minstens drie weken, want vooraleer alles is uitgelegd hoe het werk op de boerderij of in de tuin ver-
loopt, is al snel een week voorbij. WWOOF-ers en WHOST-s kunnen elkaar vinden op de website die daarvoor een platform aanbiedt.’ Judith heeft een grote tuin waarin ze de permacultuur toepast: ze verbouwt er fruit en groenten in een eco-systeem dat zichzelf in stand houdt.
‘Het vraag veel werk, maar het geeft een enorme voldoening. Ook dat inter-menselijke aspect dat er door WWOOF-en bijkomt, is een grote meerwaarde. Voor de vele arbeid in de tuin, doe ik ook vaak beroep op leden van de lokale LETsgroep, die met een complementaire munt werkt om mensen elkaar te laten helpen zonder dat er euro’s aan te pas komen. En dat werkt ook weer de solidariteit tussen mensen in de hand.’ Daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Tempted by this thoughts of real freedom, neem ik afscheid van twee boeiende dames, die me weer wat wijzer in de wereld maakten. (WiSch)
‘Pano met drie’, V. Erfborstel
Looking for you I have been looking for you, my child, since the time when rivers and mountains still lay in obscurity. I was looking for you when you were still in a deep sleep although the conch had many times echoed in the ten directions. without leaving our ancient mountain, I look at distant lands and recognize your footprint on so many different paths.
© Studio Schrever
~Thích Nhãt Hanh
www.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 14
Zen Sangha Geraardsbergen is een zitgroep die wekelijks samenkomt om te mediteren volgens de zenboeddhistische traditie zoals die in de Zen Sangha beoefend wordt. We mediteren in stilte, zittend op een kussen, bankje of stoel. Voorkennis van zen of meditatie is niet vereist. Nieuwkomers krijgen een korte instructie over de zenmeditatie. Kom een kwartier voor het begin. We starten stipt om 19.30u. Draag comfortabele, ruimzittende kledij, liefst in ingetogen kleuren. Zitkussens en matjes zijn ter plaatse beschikbaar, maar je kan ook je eigen kussen of zitbankje meebrengen. Waar & Wanneer? Kerk Sint-Bavo, Hoge Buizemont 165, Geraardsbergen, wekelijks op donderdag van 19.30u. tot 21.30u. In het eerste deel van 2014 is de groep nog open op donderdagen 9, 16, 23, 30 januari; 6, 13, 20, 27; 13, 20, 27 maart; 3, 24 april; 8, 15, 22 mei; 5, 12, 19, 26 juni. Gesloten tijdens schoolvakanties. Alle info op www.zensangha.be en www.zengaardsbergen.be 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Complementaire munten Geert De Vleeschouwer
Lokale en particuliere dienstverlening Er is niets mis met geld op zichzelf. Het is van nature neutraal en het middel bij uitstek om de economie draaiende te houden. Echter, door geld als een product te zien dat kan verkocht worden, loopt het helemaal mis. Een inkijk in de financiële wereld, door medewerker Geert De Vleeschouwer. Bovendien werd het recht om geld te scheppen geprivatiseerd waardoor een kleine groep mensen op Aarde nu een vergaande macht verkregen hebben over de rest van de wereldbevolking. Er wordt beroep gedaan op ons bewustzijn en het loslaten van onze conditioneringen inzake geld om het tij te doen keren… Er is een gigantische hoeveelheid aan geld in de wereld. En elke maand wordt er massaal geld “bijgeprint”, om het systeem in stand te houden. Een fractie daarvan wordt aangewend in de reële economie voor het verhandelen van een brood, een auto of een huis. Het overgrote deel van de Geert De Vleeschouwer
geldbezitters zoekt voortdurend naar de beste belegging om winst te maken. Dat onmetelijke kapitaal is in handen van een relatief kleine groep mensen waardoor vandaag 98% van de mensheid in de schuld staat bij hooguit 2%. Het huidige financiële stelsel heeft zijn wortels in het feodale tijdperk, waarin de adel en geestelijkheid grote sommen geld nodig hadden voor het voeren van oorlogen en geldverslindende levensstijlen. Vanaf de oudheid waren het de burgers en de boeren die de adel en clerus moesten voorzien van de benodigde middelen. Vanaf de 17de eeuw begon het moderne bankwezen zich te ontwikkelen als instrument om direct geld ter beschikking te hebben zonder eerst een belasting te hoeven innen. Het begint met de oprichting van een centrale bank die het alleenrecht kreeg om geld in circulatie te brengen. Willem III van Oranje gaf in 1694 toestemming om de Bank of England op te richten (in ruil om aan de macht te komen). Deze bank kreeg het alleenrecht om geld te scheppen. Tegenover dit geld stond slechts een fractie aan goud. De Bank of England was (en is nog steeds) een private onderneming met als aandeelhouders de nobelen uit die tijd. In Europese steden vonden vergelijkbare ontwikkelingen plaats. De banken van Hamburg, Frankfurt, Stockholm, Amsterdam, Parijs, Madrid, Milaan en Napels werden op dezelfde leest geschoeid. Steeds waren het koningen, keurvorsten, kardinalen en keizers die hun honger naar
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
geld bevredigden bij de banken. Met als onderpand hun burgers en boeren die als belastingkoeien gemolken werden.Het systeem zou echter al lange tijd geleden door hebzucht en onkunde ten onder zijn gegaan, als er niet een generatie van gewiekste bankiers zou zijn opgekomen in de 18de eeuw. Deze elite kreeg in korte tijd het Europese bankensysteem stevig in zijn greep. De heer Rothchild is als één van deze bankiers berucht om zijn uitspraak “Geef mij het recht om geld te scheppen en het maakt mij niet uit wie de wetten van een land bepaalt”. Het huidige financiële systeem wankelt op zijn grondvesten. Olie wordt liever verhandeld met goud dan met dollars. China eist de vervanging van de dollar als wereldreservemunt door een nieuwe. Het ligt geheel in de lijn der verwachtingen dat de BIS Bank (de centrale bank der centrale banken) deze nieuwe munt zal gaan uitgeven. Of deze munt de Bancor, de SDR (Special Drawing Rights, wordt nu gebruikt tussen centrale banken) of iets anders gaat heten is een kwestie van smaak. Naar goede (?) gewoonte devalueert de oude munt uiteindelijk naar waarde nul, verdwijnt en kan men opnieuw een tijdlang verder met de nieuwe. Het valt dus niet te verwachten dat het financiële systeem, zelfs met positieve hervormingen, ethischer zal worden dan voorheen. Hoe vreemd het echter ook mag klinken, toch is er hoop op werkelijke verandering. De mens wordt uitgenodigd om bewust te worden over deze toestand en in een veranderingsproces te stappen. We
pagina 15
dienen ons los te maken van de huidige opvattingen en conditioneringen. Hoe vaak heeft u niet gedacht “Als ik maar genoeg geld had, dan zou ik…”. Het is echter niet het geld, maar wij zelf die waarde vertegenwoordigen. Als we van onze eigen waarde uitgaan, is het niet langer het geld dat bepaalt of wij iets in ons leven wel of niet kunnen realiseren. Geld wordt uit het niets gecreëerd. Diegenen die het creëren zijn daarom nog niet eigenaar van de waarde die het vertegenwoordigt. Er bestaan op dit ogenblik duizenden complementaire munten wereldwijd die de rol van geld als ruilmiddel overnemen. We noemen ze complementair omdat het huidige geldsysteem niet kan weggevaagd worden. Zo hebben we LETS (Local Exchange Trading System) dat ook in onze regio enorm aan het groeien is (zie het artikel in deze Gazette over ‘Lets Geraardsbergen viert een jaar’, red.). Het geeft waarde via een puntensysteem aan lokale particuliere dienstverlening. Zo kunnen diensten tussen “Lets-ers” uitgewisseld worden zonder dat er geld aan te pas komt. Onlangs kwam de Bitcoin volop in de media omdat deze in Amerika door Justitie nu als een volwaardig betaalmiddel aanzien wordt. De Bitcoin is een virtuele munt op het internet en is nu een wettelijk betaalmiddel geworden. Ook onze minister van Financiën Geens erkent dat de Bitcoin in België kan gebruikt worden in de economie. Het systeem is op een virtuoze manier uitgedokterd. Er kan geen ongebreidelde geldschepping gebeuren, er komen geen banken aan te pas, het systeem www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
kan niet worden uitgeschakeld (tenzij het internet zou verdwijnen) en er zit geen organisatie achter die dit orkestreert of die kan worden gemanipuleerd. Het is een open-source softwareprogramma wat wil zeggen dat niemand er eigenaar van is en iedereen (met controle door vele anderen) toegang heeft tot de code en deze kan aanpassen. Voor u nu dus al verhalen gaat geloven over een aantrekkende economie, moet u zich afvragen of de huidige economie, onder het huidige geldsysteem, nog wel echt kan herstellen. Van banken en politici hoeven we geen oplossing te verwachten, het zou niets minder betekenen dan het inleveren van hun macht. Op het invoeren van een Jubeljaar, waarbij eens om de 49 jaar alle schulden werden weggeveegd (zoals tijdens de Sumerische beschaving en later de Babylonische, de Assyrische en de Hebreeuwse) hoeven we al evenmin te rekenen. Het zal allicht aan bewustwording en creativiteit van de mensheid te danken zijn om een kentering teweeg te brengen. Complementaire munten zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Het zou best mogelijk kunnen zijn dat de Bitcoin een nog grotere aardverschuiving gaat betekenen dan wat het internet heeft betekend voor de wereld. Ik kan het alleen maar hopen. (GeDeV)
Boek “Geld komt uit het niets”, Ad Broere
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Bij het begin van de herfst exposeerde Nadine De Groote haar werken in het Ideeënhuis (Vredestraat 20, Geraardsbergen). Nadine is een creatieve dame die van alle kunsten thuis is. Als échte Gentse geboren -in de wijk die vroeger ‘Sint-Koleta’ noemde, naar de naam van de parochiekerk- groeide ze er op met nog vier broers en een zus. Vader was ‘voyageur’ (handelsreiziger) voor deegwaren ‘Remy’, in heel Vlaanderen. Hij was een handige man die kon lassen, zelf aan de auto werken, verbouwen etc.. Op vrije momenten speelde hij graag een stukje muziek met zijn mondharmonica en accordeon. Moeder was huisvrouw en het bindmiddel voor het achtkoppige gezin. Ze maakte er ook werk van om alle kleren voor haar kinderen zelf te maken, wat beslist een invloed heeft gehad op Nadine’s latere creativiteit met textiel. Het kinderleven van Nadine was heel gewoon, zonder ‘tralala’: er was de school en er was het leven thuis. Dat was het. Er was geen vakantie. Ook voor cultuur was niet veel plaats. Dat kon Nadine enkel opnemen uit de plakboeken van Artis-Historia. Nadine had wel een heel goede band met haar grootvader, die ze altijd als weduwnaar heeft gekend. Ze was heel gelukkig wanneer ze bij hem mocht gaan, in Drongen, waar hij op
‘den buiten’ woonde. Hij was haar grote voorbeeld: de manier waarop hij alles op een bijna rituele manier deed, zelfs de kleinste huistaken, daar keek Nadine naar op. Hoe hij zijn zondagskostuum klaarmaakte, de manier waarop hij eten bereidde, de strijk deed. Alles was er ook zo netjes. Terwijl er bij Nadine thuis, in het kindrijke gezin, vooral chaos was. Grootvader leerde haar de kleine dingen des levens: hoe ze frietjes moest snijden, hoe mossels worden klaargemaakt, de tafel zetten. Hij was de rust in haar leven. Nadine weet haar grootvader ook altijd in een steenbakkerij gewerkt hebben, in frans Vlaanderen, net over de grens. Hij stierf op z’n 76ste. Nadine was toen achttien. Ze heeft nog steeds een beeldje dat ze van ‘m heeft bewaard: het is een heel sierlijk beeld van een vrouw -wat in haar latere kunstparcours geen toeval zal blijken-, in artdeco stijl. De naam van het beeldje is ‘Echo’. Op haar 22ste leerde ze de prille fotografie kennen en was meteen verkocht: hoe het fotografisch beeld tot stand kwam in zo’n ontwikkelbad, vond ze werkelijk fantastisch. In die periode leerde ze ook kunstenaar Mark Hoflack kennen, die toen ook veel met foto bezig was. Het werd een intense en leerrijke samenwerking, in en rond Gent. Tegelijk liep haar creatieve zoektocht door en ze experi-
pagina 16
menteerde ook al met textiel. Ze gaat dan ook nog een opleiding keramiek volgen, met ook nog wat beeldhouwkunst -haar ware passie. In die periode leerde ze ook ons aller keramist/artist Marnic De Lange kennen, die toen al heel bedreven was in de kera-kunst en met een heuse houtoven werkte. En net dat vuur heeft Nadine echt doen ontvlammen in de keramiek. Ze is altijd een vuurliefhebber geweest -alsof we dat niet wisten. Nadine reisde met Marnic verschillende keren naar de houtoven van La Borne, in Frankrijk. Ze voelde dat keramiek het was waarin alles samenkwam en ondernam nog een extra studiereis in La Borne, om zich nog meer te verdiepen. Drie jaar geleden gaat Nadine in Geraardsbergen wonen, in een huisje onder aan de Oudenberg, in de schaduw -of het schitterend zonlicht- van de Onze-Lieve-Vrouwekapel. Hier komt alles samen: ze gaat weer les volgen aan de kunstacademie, er is een sociale beweging die hier op gang komt met o.a. de Lets-groep, er zijn biowinkels, er zijn veel geëngageerde mensen. En het is net in die Oudenbergstad dat ze haar eerste solo-expo realiseerde, in Het Ideeënhuis. Nadine sloot het interviewgesprek af als een koningin: ‘Ik ben zoals de natuur: ik ben mild, maar ook wild.’ Hierover is het laatste woord nog niet gezegd...”. (WiSch) 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Cursief Bertjan Oosterbeek
“In wat voor wereld wil ik leven?”
Bertjan Oosterbeek
Bertjan Oosterbeek schrijft reflecties en ervaringen neer in -vaak grappige- verhalen uit het leven van een zenmonnik. ‘Zij zijn arm, omdat wij rijk zijn …’ Soms duurt het even, maar dan ineens dringt de werkelijke betekenis van iets wat je gelezen, gehoord of gezien hebt pas goed tot je door. Bij mij gebeurde dat midden in de nacht. Ineens zat ik rechtop in mijn bed en begreep ik het: ‘Zij zijn arm, omdat wij rijk zijn…’ Die regel is van de Vietnamese zenmeester Thich Nhat Hanh, uit zijn commentaar op de Hartsoetra. Ik had zijn prachtige boekje daarover – Vorm is leegte, leegte is vorm – weer eens uit de kast gehaald om een les over de Hartsoetra voor te bereiden. Thây noemt het inter-zijn: ‘Dit is als dit, omdat dat is als dat.’ Eerder die dag had ik op het kleine winkelcentrum bij ons in de wijk gezien, dat ineens de dierenwinkel weg was. Er komt nu een ‘Trekpleister’. Daarmee hebben we nu
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
– behalve twee supermarkten en drie kappers – dan eindelijk óók twee drogisterijen. Net wat we nodig hadden… Het zat er natuurlijk wel aan te komen. Als je er op een gewone, doordeweekse dag langsliep, dan was er daar altijd wel iemand aan het stofzuigen of opruimen, maar klanten, ho maar. En een paar maanden daarvoor was ook de slager al van de ene op de andere dag ‘wegens omstandigheden’ gesloten. Met een enorme schuld, zo werd gefluisterd. En daarvoor al de warme bakker. Natuurlijk, de supermarkt is goedkoper. Maar iemand betaalt de prijs voor die goedkope boodschappen. De kleine middenstander die zijn winkel moet sluiten, de aanleverende bedrijven bij wie de supermarkt bodemprijzen afdwingt. En de boeren, die hun producten soms zelfs onder de kostprijs moeten verkopen. Kun je het hun dan kwalijk nemen, dat ze geen enkel oog meer hebben voor milieu of dierenwelzijn? En dus betalen ook de varkens en kippen in de bio-industrie de prijs. En de koeien, die nooit meer buiten komen… en moeder Aarde, die gebukt gaat onder een stortvloed van mest en bestrijdingsmiddelen. En zo is dan de cirkel weer rond. Uiteindelijk betalen we zelf de prijs. In de vorm van vervuild water, een vervuilde bodem, vervuilde lucht… en ook een slecht geweten allicht. En dat allemaal om een paar dubbeltjes goedkoper uit te zijn. Is dat het nou werkelijk waard? Toen ik in het Japanse zenklooster Sogenji was, begon Harada Roshi
pagina 17
na de lunch eens over de enorme kernramp met de kerncentrale in Fukushima. Met een grote grijns op zijn gezicht vertelde hij, dat alle radioactiviteit die in de oceaan gelekt was, nu met de golfstroom mee weer terug naar de Verenigde Staten stroomde. En eerlijk gezegd: ik was behoorlijk geschokt! Hoe kon je in hemelsnaam om zoiets lachen? Pas later ben ik het gaan begrijpen. Want waren het niet de Amerikanen geweest, die na de oorlog in een hoog tempo Japan weer opgebouwd hadden? En zo één van de meest aardbevingsgevoelige gebieden ter wereld vol met kerncentrales hadden gezet? De risico’ s waren ook toen al bekend. Maar ja, Japan was héél ver weg… Ik denk niet dat het plezier of leedvermaak was, dat de Roshi deed grijnzen. Maar wat kun je – geconfronteerd met het resultaat van zoveel kortzichtigheid – anders doen? Misschien kun je er inderdaad maar beter om lachen. Die nacht zag ik ineens in, dat Thây ’s uitspraak ‘Zij zijn arm, omdat wij rijk zijn …’ niet alleen over Vietnamese kinderprostituees ging, maar ook over het winkelcentrum bij mij om de hoek. En over de kernramp in Japan. En dus ook over de vluchtelingen uit Syrië, het geweld in Afrika etc. etc. etc. Makkelijke oplossingen zijn er niet. En misschien moeten ook wij maar liever lachen om onze kortzichtigheid. Als we ons maar wel blijven realiseren, dat het óó k ons aangaat. Dat ook wij verantwoordelijk zijn. En de vraag die we onszelf moeten stellen is: ‘In wat voor wereld wil ik eigenlijk leven?’ (BeOost)
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Literatuur Nahid Mohammadi
Verhalen uit ‘Het boek der Koningen’ In de rubriek ‘Literatuur’ werpen we onze blik op taal- en verhaalkunde doorheen verschillende culturen. Onze literatuur-medewerkster, Nahid Mohammadi, maakt ons in deze bijdrage wat wijzer in verhalen uit het oude Iran. Als men aan het Midden-Oosten en Centraal-Azië denkt, roept dit bij vele mensen in de eerste plaats vooral een beeld op van moslims, moskeeën en islam. In wezen is de realiteit veel meer gelaagd en is deze regio onderhevig aan tal van verschillende invloeden, talen, culturen en religies. Een van de voornaamste vormen van de klassieke literatuur en theater is in Iran, bijvoorbeeld geënt op de Shahname, vertaald als “Het Boek der Koningen”. Ook moderne kunst inspireert zich vaak op deze oude verhalen, zoals u bijvoorbeeld kan zien in volgende choreografie van Shahrokh Moshkin Ghalam, die het verhaal van Sohrab en Gordafarid uitbeeldt: http://www.youtube.com/ watch?v=BXumObPQ90w . Abolqasem Ferdowsi
Toen in de 11de eeuw de islam zich verspreidde over het Midden-Oosten en Centraal-Azië, leidde dit niet enkel tot een religieuze, maar ook tot een culturele, taalkundige en bovendien ook een staatskundige ommekeer. In die periode werd Abolqasem Ferdowsi (ca. 935ca. 1020) door de Samaniedische koningen gevraagd om de pré-islamitische geschiedenis van Iran te beschrijven. En zo werd de Shahname hét epos over het oude Iran. Ferdowsi beschreef de geschiedenis vanaf het ontstaan van de aarde tot en met de val van de Sassaniden en de komst van de Arabieren en de islam halverwege de 7de eeuw. Hij beschreef de verschillende koningshuizen, maar legde de nadruk niet zozeer op deze koningen zelf, maar op de adellijke ridders die ten dienste van deze koningen stonden. Ferdowsi schreef de Shahname bewust zoveel als mogelijk met woorden die ontleend waren aan het Farsi, en niet aan het Arabisch, en dat in een bijna krampachtige poging om de Perzische taal te conserveren. Toen eeuwen later de Arabische invloeden verminderden, werd de Shahname dan ook dé basis van het moderne Farsi. De verhalen van de Shahname zijn niet enkel in het huidige Iran gekend. Het “Iran” van de Shahname was een land met een veel grotere oppervlakte, en omvatte ook regio’s die nu buurlanden van het huidige Iran zijn. De huidige literaire impact strekt zich uit tot andere Farsi-talige volkeren zoals de Tadzjieken en de Afghanen, maar de invloeden gaan ook verder tot in Turkmenistan,
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Kazachstan, Oezbekistan, Azerbeidzjan en Georgië. De verhalen worden ook verteld in de regio’s die vroeger behoorden tot het Ottomaanse en het Mogolrijk (aangezien ook hun koningen het Farsi als administratieve taal hadden). De Shahname gaat niet enkel over machtige koningen, wapenfeiten van trotse helden te paard met lans en boog, het loyaliteitsconflict met hun geweten en hun koning, maar ook over de koningshoven vol muziek en feestgedruis, dappere amazones en knappe hofdames, slank als cipressen en met gezichten zo mooi als de maan. Naast ridderverhalen over adellijke helden, zoals verhalen over Rostam en Esfandiyar, Rostam en Sohrab, enz…, bevat de Shahname ook tal van liefdesverhalen, zoals die over Zal en Rudabeh, Sohrab en Gordafarid, Shirin en Farhad, enz… De personages van de Shahname zijn niet zwart-wit: de grootste held heeft zijn zwakheden, zelfs de grootste slechterik heeft zijn momenten van grootmoedigheid en inzicht. De betekenis van de Shahname is niet enkel literair, maar het heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij de unificatie van de taal, bij het aanreiken van morele gedragspatronen en bij het instandhouden van een gevoel van Iraanse identiteit dat teruggreep naar tijden van vóór de islam. Het bevat een schat aan culturele informatie over het pré-islamitische verleden, de vroegere godsdiensten en het beschrijft myhthen en sagen, die zonder het belangrijke meesterwerk van Ferdowsi volledig verloren
pagina 18
Nahid Mohammadi
zouden zijn geraakt. Tot op de dag van vandaag is, om hommage te verlenen aan Ferdowsi, één van de voornaamste pleinen van Teheran naar hem genoemd. Uitgeverij Bulaaq, publiceerde een Nederlandse prozavertelling die een selectie uit het eerste deel van dit epos bevat, onder de titel “Het Boek der Koningen, de verhalen van Rostam”. Rostam is misschien wel dé belangrijkste held uit de Shahname. Hij is de zoon van Zal, legerleider van Iran en vorst van Zabolestan (op de grens van het huidige Iran en Afghanistan), en Rudabeh, de prinses van Kabul. Hij heeft in opdracht van de Iraanse koning tal van veldslagen gewonnen, maar behoudt steeds een opstandig kantje tegenover zijn eigen koning. Wanneer hij reeds een oudere man is, wordt hij uitgedaagd door Esfandiyar, de kroonprins van Iran, die hem in opdracht van zijn vader wil geboeid uitleveren aan de koning. 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Hoewel Esfandiyar de kroonprins is, zelf een grote held is én bovendien ook door de Zoroastrische god Ahura Mazda himself is aangeduid om het geloof te verspreiden, is Rostam te trots om zich aan hem over te geven. Hij kiest er liever voor om hun beide legers er niet bij te betrekken, maar om met Esfandiyar zelf het gevecht aan te gaan. Nu moet u weten dat Esfandiyar een bovennatuurlijk trekje heeft; namelijk geen enkele pijl kan hem kwetsen. Bovendien is ook geweten dat diegene die hem zou doden, zelf een verschrikkelijk lot zal ondergaan, op een pijnlijke manier zal sterven en in de hel zal terecht komen. Alle personen uit de omgeving van Rostam raden hem dan ook ten stelligste af om het gevecht met Esfandiyar aan te gaan. Rostam, wil in sé ook Esfandiyar niet doden, hij doet tal van compromissen om hem op andere gedachten te brengen, maar Esfandiyar, vervuld van jeugdige ambitie, wil van geen wijken weten. Zijn vader heeft hem immers de troon beloofd, als hij Rostam geboeid tot bij hem zou kunnen brengen. Rostam en Esfandiyar strijden verschillende dagen na elkaar. Uiteindelijk worden Rostam en zijn paard Rakhsh zwaargewond… Zal, de vader van Rostam, vraagt de hulp van de Simorgh, een grote vogel, die Zal als baby had opgevoegd. De Simorgh raadt Rostam ook aan om zich te verzoenen met Esfandiyar. Enkel voor het geval
dit niet zou lukken, onthult hij hem de “achillespees” van Esfandiyar: hij kan enkel sterven als zijn ogen geraakt worden door een pijl, gemaakt van een tak van een tamariskboom. “De Simorgh zei ‘Uit liefde voor jou zal ik een geheim van de hemel vertellen: hij die het bloed van Esdandiyar vergiet, zal ten prooi vallen aan het noodlot. Hij zal, zolang hij leeft, geen verlossing vinden van zijn kwellingen en geen van zijn rijkdommen behouden. Hij zal op deze wereld geen voorspoed kennen en wanneer hij heengaat, worden ellende en ontberingen zijn deel. Als jij het eens bent met mijn voorstel, zul je je vijand kunnen verslaan. Ik zal je vanavond iets wonderbaarlijks tonen en je lippen verzegelen tegen slechte uitspraken. Ga, stijg op de schitterende Rakhsh en kies een fonkelend zwaard uit.’ Toen Rostam dit hoorde, omgordde hij zich en steeg direct op Rakhsh. Hij reed tot hij de zee bereikte, terwijl de lucht werd verduisterd door de Simorgh. Toen ze bij de zee waren aangekomen, streek de verheven vogel neer. Ze toonde Rostam daar de weg over het droge land, terwijl ze de geur van muskus verspreidde. Ze streek met haar vleugel over zijn kruin en zei Rostam dichterbij te komen. Hij zag een tamariskboom in de aarde staan, met toppen in de hemel. De soevereine vogel vloog naar een tak en zei tegen hem: ‘Zoek de rechtste tak uit, die het langste uiteinde heeft en het dunste begin. In deze
tamarisktak zit Esfandiyar’s dood, dus geringschat dit hout niet. Buig de tak in het vuur recht en zoek een grote oude pijlpunt uit. Maak er een veer aan vast en zet de pijlpunten er stevig op. Zo heb ik je laten zien hoe je hem schade kunt berokkenen.’ Nadat Rostam de tamarisktak bij het uiteinde had afgesneden, keerde hij van de zee naar zijn paleis en wijngaard terug. De Simorgh diende onderweg als zijn gids door boven zijn kruin te vliegen. Hij zei tegen hem: ‘Wanneer Esfandiyar straks komt en je uitdaagt voor het gevecht, moet je pleiten en rechtvaardigheid van hem vragen. Klopt zeker niet op de deur van het bedrog! Misschien laat hij zich door je zoete woorden ompraten en herinnert hij zich vroegere tijden, toen je de wereld in ging en ellende en ontberingen doorstond in dienst van je heersers. Maar wanneer je behoorlijk je verontschuldigingen hebt gemaakt en hij ze niet van je aanneemt en je tot de laaggeplaatsten blijft rekenen, span dan deze tamarisktak, die je vooraf in druivennat hebt gedrenkt op je boog. Richt met beide handen op zijn ogen en onderwerp je aan de werking van de tamariskpijl. Het noodlot zal de pijl recht naar zijn ogen leiden, want als jij nog niet genoeg woede voelt, het lot voelt die wel’.“
Zijn vader had hem namelijk de opdracht gegeven om Rostam geboeid voor hem te laten verschijnen, terwijl hij wist dat het de dood van zijn eigen zoon zou betekenen; dit had een orakel hem voorspeld. Net voordat hij sterft, vraagt Esfandiyar aan Rostam zelfs om de opvoeding van zijn zoon op zich te nemen… (NaMo)
FERDOWSI, Het boek der Koningen (Shahname), de verhalen van Rostam. Uitgeverij Bulaaq, 2002, 461 blz.
Het boek der Koningen (Shahname)
Net voor Esfandiyar sterft, sluit hij weer vrede met Rostam, omdat hij inziet dat Rostam en de Simorgh niet zijn dood hebben veroorzaakt, maar enkel het middel daartoe waren.
Gazetteproat
Ook viel op hoe handig daklozen zijn in het hergebruiken van wat wij weggooien; Zo kwam er een heertje in een pardessus schoffelend voorbij met een kromgelegen aktentas in de hand, waar hij blij over waakte. Die scheve tas was hem zeer dierbaar. Hij zag er zo gelukkig uit, in kleine pasjes verder schuivend. Die tas en hijzelf, ze hadden wat van mekaar. (Prof. Drs. S. Traatpraat)
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
pagina 19
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Interview Jan Van Raemdonck
“Hoge nood aan spiritualiteit” zowel tussen partners als tussen gezinsleden alsook in elke andere verhouding waarbij de ene boven de andere gesteld wordt. En in feite is dat niets meer dan het niet opnemen van de eigen verantwoordelijkheid en die volledig en dan ook totaal af te wenden op die andere. Zodoende gaan mensen vaak op twee manieren kijken. Ze zien hun eigen tekortkomingen niet, en gaan des te meer die van de ander uitvergroten: partners die elkaar niet begrijpen, in een werksituatie waarin de ene boven de andere wordt gesteld, in gezinsverhoudingen waarin het ene kind boven het andere verkozen wordt... Daardoor ontstaat er een voortdurend onevenwicht waarbij men geen volwaardige partners meer kan zijn, maar waarbij de ene constant boven de andere wordt gehouden. En dat veroorzaakt zoveel spanningen dat mensen er ziek van worden.’ Jan Van Raemdocnk in de hoofdkerk van Geraardsbergen
Een interview met afscheidnemend kerkhoofd en Deken van parochie Geraardsbergen willen we u in deze nadagen van Oud&Nieuw niet onthouden. We gingen bij hem langs om ‘s te horen wat hem zoal bezighoudt. En wat blijkt? Hij is bovenal begaan met de mens. Of daar een God, of welke god ook, bijhoort laat hij volstrekt in het midden. In het gesprek zal hij ons glashelder duidelijk maken wat spiritualiteit juist is en hoe het eenieder van ons kan helpen in deze kwelling die het leven tenslotte slechts is. De dekenij waarin hij nog enkele maanden huist, op een steenworp van de hoofdkerk van Geraardsbergen, praalt majestatisch boven het Marktplein uit. De trappen naar de ingang zijn als een opstap naar een meer helder deel van de stad, die er op deze dinsdagochtend op het eind van de maand november slapend bijligt -alsof in afwachtende houding voor het feestgedruis dat in de maand december het grijze winterweer het hoofd moet bieden. Deken Jan, zoals hij graag wordt aangesproken, weet wel zeker dat die feesten ons geenszins kunnen helpen om gelukwww.giesbaergskekoleurengazette.be
kig te worden. Net integendeel. In februari 2014 verlaat hij de parochie waarvan hij sinds 2008 Deken was om zich toe te wijden aan zijn volgende missie: de dekenij van Zele. ‘Ik schrijf momenteel aan een nieuw boek, het zevende al, dat handelt over allerlei vormen van discriminatie die aan de basis liggen van onhoudbare spanningen in ons leven, zowel in gezinssituaties als in andere relaties.’ Als deken bekent hij meer dan voldoening te hebben aan zijn dagtaak om de organisatie van de Kerk in goede banen te leiden. Hij voegt er enthousiast aan toe dat hij door het schrijven van boeken mensen een leidraad wil aanbieden. In een eerder boek haalde hij bijvoorbeeld de levenssituatie aan van een autistische jongen. Als minzaam man en voormalig leraar hoopt Deken Jan andere mensen te kunnen helpen, door zijn inzichten neer te schrijven en aan te bieden in boekvorm. In het schrijfproject waarover hij ons zonet informeert en dat hij eind 2014 op de boekenmarkt hoopt, gaat hij in op de ziekte van onze moderne tijd: ‘Op een onopvallende manier wordt er veel leed veroorzaakt in allerlei relaties, pagina 20
Zou een spirituele oefening onze maatschappij daarin kunnen helpen? ‘Wel, een spiritueel leven heeft meestal te maken met het proberen volgen van voorbeeldfuncties van mensen die al veel verder geraakt zijn op spiritueel niveau en die daardoor andere mensen ook kunnen helpen om te evolueren. Precies zoals een trainer in een sport, zoals voetbal of wielrennen, zijn leerlingen helpt door net die spieren te trainen en tot ontwikkeling te laten komen, die nodig zijn om een stap verder te zetten in die specifieke sport. Spiritualiteit is in feite niets meer of minder dan een geestelijke training.’ Is het dan van belang welke traditie daarin wordt gevolgd? Zolang het een vredelievende traditie is, is het goed. Een traditie die een gewelddadige houding voorhoudt, helpt de mens enkel verder weg van zijn ware zelf en verknecht de mens, ook diegene die juist denkt dat hij daardoor gered zou kunnen worden. Het is inderdaad heel erg nodig om tot een hoger spiritueel niveau te komen, zowel als persoon en als maatschappij, en in de stilte daarvan onszelf te leren kennen om niet steeds weer dezelfde fouten te maken en elkaars vrijheden te ontnemen. 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Zien we als samenleving al in dat spiritualiteit een oplossing kan bieden? We zitten momenteel nog steeds in een neerwaartse spiraal, die ons blijft bevestigen in een materiële wereld en ons voorhoudt dat die materiële zaken ons kunnen gelukkig maken. Het enige gevolg is dat we onszelf daardoor nog meer verliezen: we raken steeds verder af van onszelf. Bovendien zitten we met het bijkomend probleem dat de armoede drastisch toeneemt, in alle werelddelen, en dus ook in onze contreien. Dat maakt dat het volhouden van die luxueuze status steeds moeilijker wordt: de afbetaling van een hypotheek is een steeds grotere last, zeker als alleenstaande. Het materialisme zorgt er enkel voor om de gedachte in stand te houden dat we zonder al die dingen niet zouden kunnen leven: het geeft ons de indruk van een onveranderbare afhankelijkheid van al die nutteloze materialen waarmee we ons omgeven. Terwijl we eigenlijk elkaar aan het verliezen zijn: er is geen gemeenschapsleven meer. Niemand wil nog zijn of haar verantwoordelijkheid ten volle opnemen. Als ik op een doordeweekse avond door de straten van deze provinciestad wandel, dan zie ik hier niemand meer: iedereen zit apathisch voor een beeldscherm, waarmee ik zowel de televisie als het computerscherm als een smartphone bedoel. We hebben geen enkel contact meer met elkaar en leven in een waan dat we die televisie- en computerprogramma’s moeten beleven om gelukkig te kunnen zijn. Maar niets is minder waar: er is daardoor net veel eenzaamheid. We zijn aan het ‘ver-TV-ën’. Is daarin dan een evolutie merkbaar de laatste jaren? ‘De focus komt wat meer te liggen op computer: en dat is nog veel erger. Daardoor ook wordt de kloof tussen de oudere generaties en de kinderen steeds groter: kijk zelf ‘s rond en dan zie je dat wanneer jonge mensen op bezoek gaan bij ouderen, ze meteen grijpen naar hun smartphone of tablet. En dan is er van een echt gesprek van mens tot mens niet veel sprake meer. Dat gaat allemaal verloren in die virtuele wereld. Zelfs bij jonge mensen onder elkaar zie je dat gebeuren: ze praten niet meer met elkaar, maar met hun i-phone!’ Dus het inzicht is nog veraf? Ik vrees het: we dalen nog steeds verder af naar een individualistische maatschappij die mensen altijd verder vernauwt, door een gebrek aan sociaal contact.’ Misschien kan een financiële crisis ons 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
daarin helpen zoals we dat nu zien in Spanje en Griekenland, waar mensen spontaan en zonder winstbejag elkaar gaan helpen? ‘In crisissituaties kan het gebeuren dat de solidariteit tussen mensen opnieuw toeneemt, dat is waar. En met een financiële crisis kan dat best ook gebeuren. Maar dat valt nog af te wachten. Het individualisme is nu zo groot dat iedereen denkt volledig over zijn eigen leven te kunnen beslissen, dat men de grote stromingen van de spirituele tradities niet meer als relevant beschouwt en dreigt te verliezen. Als we enkel de laatste vijftig jaar als referentie gaan gebruiken en daarbij dan de hele cultuur die daarvoor ligt, verloren laten gaan, dreigen we ons hele mensbeeld, de levenswijsheid die daarmee gepaard gaat, te verliezen. Wie weet nog wat er in het Evangelie staat? Wie kent nog de Griekse en Latijnse schrijvers? Of de mythologieën, zowel van de Kelten en de Germanen als van de Franse cultuur die het wat meer romantisch is gaan omschrijven: al die verhalen staan voor een diepere waarheid en betekenis van het leven.’ Voormalige thuisstad ‘Voor het schrijven van boeken kan ik ideeën en inspiratie vinden in de situaties die ik dagdagelijks om me heen zie: het leven zoals het is (hij lacht). En gezien mijn menslievende en behulpzame houding naar de mensen toe, vraagt het me geen enkele inspanning om dat uit te schrijven. Bovendien kan ik even snel typen als denken (hij lacht); Als voormalig leraar geschiedenis ben ik er ook wel handig in om complexe patronen neer te schrijven.’ Dat doet er ons aan denken: u kwam als ‘s eerder in Geraardsbergen wonen, als leraar-priester in het St.-Catharinacollege. ‘Ja, dat klopt, van 1986 tot 1992 heb ik die taak graag uitgevoerd. Na die periode werd ik als priester naar Lokeren gestuurd. Dat was tot 2008. En toen vroeg pagina 21
Mgr. Van Looy (bisschop van het bisdom Gent, red.) me of ik Deken wilde worden. Daar hoort ook een leuke anekdote bij: midden 2008 had de bisschop me dat gevraagd, zonder aan te geven in welke parochie dat dan wel zou zijn. Ik wist evenwel dat de functie in Geraardsbergen zou vrijkomen. Los daarvan had ik allang iemand beloofd om hem nog ‘s te komen opzoeken in de Oudenbergstad. Toen ik die belofte volbracht en naar Geraardsbergen onderweg was in de zomer van 2008, belde Mgr. Van Looy me op, om me te laten weten dat ik als deken naar Geraardsbergen zou worden gestuurd. Ik antwoordde hem naar waarheid: ‘Ik ben al onderweg, Monseigneur’!’’. (hij lacht) ‘Het was heel aangenaam om opnieuw in mijn vroegere thuisstad aan te komen en al die oud-leerlingen van me terug te zien. Het waren telkens weer bijzonder leuke ontmoetingen, niet in het minst omdat die mensen intussen ook een heel leven hadden uitgebouwd. En dat heeft het vele werk als deken van de kerk hier zeker bijzonder gemaakt. Met de bewoners en de werkgroepen heb ik steeds een goed contact gehad. Dat maakte dat we de vele projecten goed Jan Van Raemdocnk
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
konden uitwerken. Naast de activiteiten in en om de Kerk, mocht ik ook graag meehelpen aan meer sociale verenigingen. Zo was ik er graag bij om een groepje op te richten van mensen die plots alleen kwamen te staan in het leven en die maandelijks ‘s uit eten gaan, als een gezellig uitstapje in eigen stad (Alle info op deze website www.gezelligsamenzijnvooralleenstaanden.be, red.). Ook voor het inrichten van een gedenkplaats voor ouders van verongelukte kinderen, in de kerk Sint-Bavo (Hoge Buizemont 165, red.), nam ik graag de tijd. Om er maar twee te noemen die niet zo direct bij het organiseren van kerkdiensten horen. Geraardsbergen is bovendien een heel mooie regio, waar het goed leven is: ik had hier elke dag de indruk op reis te zijn in een land met een onovertroffen natuur.’
Toch kiest u ervoor om in februari 2014 een andere parochie te gaan leiden, eveneens als Deken? ‘Wel, ik heb daar niet zelf voor gekozen. Liefst van al was ik hier gebleven. Maar de vraag werd me opnieuw gesteld vanuit het bisdom om de parochie van Zele onder mijn hoede te nemen. Er is ginds nood aan een goede organisatie om de kerkploeg nieuw leven in te blazen. En dat spreekt me wel aan, om een nieuw project uit te bouwen, zoals ik dat hier in Geraardsbergen gedaan heb. Want toen ik hier aankwam, stond me eveneens een heel pak organisatiewerk te wachten. Ik geef ook toe dat het me tevens aanspreekt opnieuw dichter bij mijn familie te wonen (grotendeels verspreid in het Waasland, red.): ik heb nog zeven broers en zussen en als we hun kinderen erbij tellen is dat een familie van zevenenvijftig
personen die me nauw aan het hart ligt en waarmee ik een intens contact onderhoud.’ Ondanks uw vertrek in februari 2014 draagt u Geraardsbergen in uw hart? ‘Zeer zeker. Ik zal jullie heel erg missen.’ Op deze emotionele noot nemen we afscheid van een warmhartig man. Op de drempel van de dekenij, merken we dat de winter nu echt voor de deur staat en trekken onze sjaal wat strakker aan. (WiSch)
Alle info over de boeken van Jan Van Raemdonck op deze website: http://www.janvanraemdonck.com
Actie Boeddhistische Unie van België
Geëngageerd boeddhisme Op zondag 15 december j.l. had in de gebouwen van boeddhistische vereniging Soka Gakai (Grisarstraat 46, Brussel) de eerste bijeenkomst ‘iEngage‘ plaats, een organisatie van de Boeddhistische Unie van België (BUB).
Na overleg, brachten de vier werkgroepen thanasie een duidelijk standpunt te uirond een bepaald thema, een samenvat- ten. Vervolgens zouden Boeddhistische ting als leidraad voor verdere actie: begeleiders ook kunnen ingeschakeld worden in palliatieve zorg. En als derde In de werkgroep over gelijkheid komt het punt werd aangestipt dat de opleiding als erop aan om verschillen te blijven weg- boeddhistisch begeleider ook zou kunwerken, om op alle domeinen blijvend te nen uitgebreid worden naar gevangenen In een eerdere fase werden de lijnen uit- benadrukken dat we allen gelijk zijn. en gehandicapten. gestippeld van geëngageerd boeddhisme. De bedoeling van deze bijeenkomst In de tweede werkgroep, over economie In de vierde werkgroep over ecologie was om zich actief in te zetten: hoe kan je kwam een heel concreet voorstel, nl. om werden eveneens drie lijnen uitgezet: ten als boeddhist een steentje bijdragen in de een projectwinkel op te richten waar le- eerste kan er over het belang van ecoloeconomie, de ecologie, de zorgsector en vens- en voedingsmiddelen in grotere gie best zoveel mogelijk geïnformeerd en op het vlak van gelijkheid om zodoende hoeveelheden worden aangekocht, waar- gesensibiliseerd worden. Ten tweede ligt mee te werken aan een betere wereld? door ze goedkoper kunnen worden aan- de nadruk op verenigen en deelnemen: er geboden aan de menen. Er werd een ver- zijn al veel lokale acties die bekend diegelijk gemaakt met een bestaande winkel nen gemaakt te worden op lokaal vlak in Gent, ‘De Blauwe maar ook naar de instellingen toe. Hieruit Bloem’, die werkt spreekt een waar engangement. volgens zulk prin- Als derde punt wil de werkgroep nadruk cipe. Het plan is om leggen op blijvende actie en verandering. soortgelijke winkel te kunnen opstarten Alle verdere info en activiteiten op de in een andere stad. website van de Boeddhistische Unie van België: www.buddhism.be (NeW) De derde werkgroep ging over de zorgsector. Hier werden drie standpunten naar voor gebracht: als boeddhistische unie zou het goed zijn om inzake euwww.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 22
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
© Fotostudio & Reclameburo Studio Schrever
Betrap uzelf! Fietscampagne ‘We Cycle this City’ is een Fietscampagne van Giesbaergske Koleuren Gazette i.s.m. Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde. Alle info op www.giesbaergskekoleurengazette.be Fietscampagne ‘We Cycle this City’ is ook op Facebook.
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
pagina 23
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Hoe ziet u eruit vóór u in uw wagen stapt?
Hoe ziet u eruit tijdens de rit met uw wagen?
Grmbl, Grmbl, waar zullen er nu weer files en wegenwerken zijn?!
Grmbl, Grmbl, kan die daar nu echt niet wat beter rijden?!
Hoe ziet u eruit wanneer uw wagen u eindelijk op uw bestemming bracht?
Grmbl, Grmbl, wat een gedoe weer onderweg met al die auto’s?! www.giesbaergskekoleurengazette.be
Hoe ziet u eruit wanneer u opnieuw per auto wil vertrekken?
Grmbl, Grmbl, hoe en wanneer zal ik in godsnaam nu weer thuisraken?! pagina 24
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Hoe ziet u eruit v贸贸r u op uw fiets stapt?
Hoe ziet u eruit tijdens de rit met uw fiets?
Pompompom, sebiet gezwind de fiets op, tralala!
Tralala, heerlijk die zachte wind in mijn haar... hahaha!
Hoe ziet u eruit wanneer u fietsend uw bestemming hebt bereikt?
Hoe ziet u eruit wanneer u opnieuw per fiets wil vertrekken?
Joepsa, dat was fijn fietsen! Zalig onderweg! 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Haha, seffes weer lekker op de fiets! Hoera! pagina 25
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Probeer wat vaker de fiets te gebruiken om brood te halen, een krant te gaan kopen, vrienden te bezoeken, naar een afspraak in de stad te gaan, te ontspannen, inspiratie op te doen, gezellig te kletsen met andere fietsers, naar het werk te gaan, de natuur te voelen, een koffie te gaan drinken -of een pintje.., de vogels in de ochtend te horen, naar de bioscoop te gaan, contacten te leggen, een date te versieren, een grotere weerstand op te bouwen, solidair te zijn, het anders te doen, meer ruimte te ervaren, je vrij te voelen, mee te werken aan het milieu, plaats te maken in je hoofd, het verschil te maken voor jezelf en de anderen. Fietscampagne ‘We Cycle this City’ is een Fietscampagne van Giesbaergske Koleuren Gazette i.s.m. Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde. Alle info op www.giesbaergskekoleurengazette.be www.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 26
© Fotostudio & Reclameburo Studio Schrever
Met deze vrijwillige, onafhankelijke en intermenselijke Fietscampagne ‘We Cycle this City’ willen we aantonen dat fietsen heus een oplossing biedt voor het verplaatsingsprobleem in onze samenleving.
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Fietspraat Walter Aelvoet
“Je kan er zelf veel aan doen!” In ‘Fietspraat’ brengt Walter Aelvoet, voorzitter van de Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde, een stukje met zijn ervaringen als fervent fietser in het dagdagelijkse leven. In dit nummer van de Gazette dat op 1 januari verschijnt, voegt hij er graag ook meteen zijn wensen voor een Nieuw Fietsjaar aan toe.
scherpt de honger, het ontbijt smaakt twee keer zo heerlijk, en daarna is er zowaar nog wat tijd voor de krant. Voordeel van een feestdag is dat je twee dagen krijgt om ze te lezen. Het Kerstpamflet van Tom Lanoye stemt tot nadenken. Je kan het artikel nalezen op www.destandaard.be/kerstessays, waar je trouwens die van de vorige jaren eveneens kan terugvinden. Ik licht er een kort stukje uit, dat ik je Het onbijt smaakt twee keer zo lekker! graag laat meelezen… De kortste dagen en langste nachten doen velen naar de lente verlangen. En toch heeft ook de winter zijn charmes, al zijn we misschien verleerd die naar waarde te schatten. Maar als we op wintersport vertrekken weten we het weer. Natuurkrachten blijven fascineren. Ook een onstuimige winddag kan mij bekoren, wel de radar opzetten om rondvliegende stukken en omvallende bomen te ontwijken, en vergeet de paraplu want die kan niet zo goed om met felle windstoten. Gelukkig is de storm gaan liggen op deze kerstmorgen, ook het verkeer slaapt nog. De straat is van iedereen, maar nu toch een beetje voor mij alleen. Een aangenaam fietsritje om broodjes en ontbijtkoeken te gaan halen, een afgewaaide tak probeert nog stokken in de wielen te steken, sterke spaken echter maken er gewoon aanmaakhout van. Op de terugweg langs de Moorhofstraat staan de weiden blank en even verderop heeft de Molenbeek de Vloerzegemstraat over een vijftigtal meter onder water gezet. Zou het regelsysteem van het nieuw aangelegde spaarbekken dan toch niet goed afgesteld zijn? Het ritje
“Daar- zo dachten we vroeger- kon een mens hooguit vertrekken van verveling, onderuitgezakt achter het stuur van zijn gezinswagen, met een stationair draaiende motor en voor eeuwig gevangen in de files die dagelijks de slagader van de dorpskom doen dichtslibben. Die files zijn de enige claim op faam van het hedendaagse Mortsel. Misschien moeten ze er maar een betalende attractie van maken. Komt dat zien! De meest betrouwbare files van het land! Eindelijk zekerheid over iets: stabiele stilstand, elke dag weer!” Mortsel, een andere stad of gemeente hetzelfde verhaal, en Geraardsbergen vormt hier geen uitzondering op. Je kan er zelf veel aan doen, zeker in een kleine stad, al was het maar om die paar honderd meter te wandelen vanaf de parking naar het centrum in plaats van pardoes de winkel binnen te rijden om de tijd goed te maken die je in de file verloor. Leedvermaak staat niet netjes, maar het is sterker dan mezelf als ik neuriënd het ter plaatse stampende blitse blik achter mij laat. Zo bollen we het oude jaar uit en rollen het nieuwe in, nieuwsgierig wat het ons brengen zal. Als ik iets mag wensen voor het nieuwe jaar, is het een verkeersvrij centrum waar de straat weer de kuierende, stappende of fietsende mens toebehoort . (WaAe)
Fietsersbond Oude Graanmarkt 63 1000 Brussel Tel. 02 502 68 51 www.fietsersbond.be 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
pagina 27
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Fietscultuur
Fietsen schept een band De sociale kracht van de fiets
Het zit hem in de meest eenvoudige dingen. Al fietsend naar de winkel een kennis tegenkomen en een babbeltje slaan. Een mooi meisje helpen met haar ketting en misschien een telefoonnummer scoren. Op het perron aan de praat geraken over een nieuw model vouwfiets. Wie niet in een metalen cocon zit noch met 100 decibel door de straten scheurt, is nu eenmaal erg aanspreekbaar.
F
ietsreizigers kunnen ervan meespreken. Waar ze ook komen, altijd worden ze met nieuwsgierigheid en zelfs een beetje bewondering bejegend. Vaak duurt het niet lang voor iemand je komt vragen waar je vandaan komt, of je honger hebt en al weet waar je zult slapen.
FIETSPOOL
Tussen fietsen onderling is de band nog duidelijker. Veel wielrenners en Brompton-gebruikers begroeten mekaar net als motorrijders. Of neem de fietspools. Fietspendelaars tussen Leuven en Brussel koppelen het nuttige aan het aangename en maken de rit van ruim 60 km zo gezellig mogelijk. Voor schoolkinderen zijn fietspools niet alleen handig om veilig op school te raken, maar ook ideaal om vrienden te maken. Een vader getuigt: “Het is leuk om te zien hoe de kinderen vrienden geworden zijn, ook al verschilt hun leeftijd. Maarten en Sebastiaan hebben zo oudere kinderen leren kennen waar ze iets van kunnen leren. En voor de papa’s is het natuurlijk ook gezellig om samen te fietsen.”
i
Fietsavonturen tussen Leuven en Brussel: gefietst.blogspot.be Fietspoolen met kinderen naar school / judo / muziekles: fietspoolen.be
> Als fietser ben je aanspreekbaar. De basis van een succesvolle datingformule!
VRIJGEVIG NETWERK
De kracht van de fiets als sociaal bindmiddel is ook goede doelen niet ontgaan. Vredeseilanden Classic rekent elk jaar op fietsers om geld in te zamelen voor hun boerenprojecten. Wie wil deelnemen aan de fietstochten in o.a. Nicaragua en Benin, moet zich engageren om 3000 euro in te zamelen.
Fietspools zijn “ ideaal om vrienden te maken
”
Een fors bedrag, maar elk jaar halen tientallen fietsers dit bedrag en meer, eens ze hun netwerk in beweging brengen. Je mag dus op weerklank rekenen als je een leuke actie organiseert voor Music for Life (zie p. 7)
FIETSFEEST
Met fietsen - en fietsevenementen - kun je je netwerk uitbouwen. Marché Vélo was bijv. veel meer dan een tweedehandsmarkt met fietsherstelplaats. Hier verenigden zich materiaal, techniek, kunst, muziek en actie tot een waar feest van fietscultuur. Gelegenheid te over om gelijkgestemden te ontmoeten terwijl je je fiets pimpt, een fietspad schildert of de beentjes strekt op de aansluitende Brussels Bike Party.
DATEN
Grote kans dat je op zo’n fietsfuif een lief vindt. De tijd dat je vooral touche had door te showen met je vele pk’s en gechromeerde velgen, is definitief voorbij. Tegenwoordig maakt een mooie fiets meer indruk. In Chicago hebben ze dat goed begrepen: Datingbureau Fixup en de lokale Blue Bikes hebben er de handen in elkaar geslagen, en daten per fiets blijkt een succesformule.
REHABILITATIE
Samen fietsen kan zelfs jonge misdadigers terug op het rechte pad brengen. Dat bewijst de Israëlische professor Shimon Shocken met zijn project ‘Rides of Hope’. Sinds 2008 gaat Shocken elke week mountainbiken met een tiental jeugdige delinquenten. De vaak moeilijke ritten doorheen het ruige landschap rond Tel Aviv bevorderen de teamgeest bij de jongeren en zijn een belangrijke stap in hun rehabilitatie. De fiets kan je netwerk vergroten, je aan een lief helpen, jongeren op het rechte pad brengen, fondsen werven voor het goede doel,... Qua maatschappelijke kracht kan dat tellen. Je kan ongetwijfeld nog meer voorbeelden bedenken, want hoe sterk de eenzame fietser ook is, lang eenzaam blijft hij nooit.
Uit Nieuwsbrief nr. 76 van Fietsersbond
6
www.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 28
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Roots in Zaïre, Suriname en België Erik, Chandra & the kids
“Thuis in de wereld” Eric en Chandra zijn van veel culturen thuis, met hun respectievelijke roots in Zaïre (het actuele Congo) en Suriname, en bovendien voorouders uit Indonesië en België. Met een tussenstop in Gent, is het jonge gezin zich enkele jaren geleden komen vestigen in Deftinge, waar ze thuis zijn. Een intercultureel gesprek, waaruit de fotograaf van dienst dan nog een gezamelijke ‘tante Rita’ blijkt te hebben. Of hoe klein is deze grote mensenwereld? Verrassend multicultureel De roots van Chandra Algoe en Erik Delvoye zijn ver van eenduidig. Chandra is geboren in Suriname. Haar over- en betovergrootouders zijn als gastarbeiders vanuit Indië overgekomen. Vandaag is er nog steeds verwarring over Chandra’s nationaliteit en wordt er wel eens gedacht dat ze Indische is. Erik heeft daarentegen een blanke huidkleur en zijn vader en grootouders zijn afkomstig uit Geraardsbergen. Nietsvermoedend is Erik geboren en getogen in Centraal Afrika. Pas na achttien jaar, in
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
1991, is de familie uit Congo en Burundi vertrokken. Erik studeerde in België en dacht altijd terug te keren naar Afrika. Hij belandde echter in Zuid Amerika waar hij werkte, woonde en uiteindelijk ook Chandra heeft leren kennen. Tot vijf jaar na hun huwelijk hebben ze in Suriname gewoond. Toen hun zoon, Gyan, twee jaar was zijn ze naar België verhuisd. Ondertussen woont het gezin al zes jaar in het Geraadsbergse. (strikt genomen hoort Deftinge bij Lierde, maar op veel vlakken vloeien de gemeentes in elkaar, red.) Of hij van hier is?... “Wel, al enige generaties...” Anders? Wonen en werken in Suriname is anders dan in België, maar moeilijk vergelijkbaar, vertelt Erik. “Paramaribo, de hoofdstad van Suriname ligt op twintig kilometer van het tropisch regenwoud. Je hebt veel ruimte en vrije tijd vul je gewoonweg helemaal anders in. Je hebt een bal en je kan spelen.” Chandra: “Hier is vrije tijd een ‘cultuur’. Zo gaat bijna elk kind naar de muziekschool vanaf het derde leerjaar. Alles is
Vader Erik, zoon Gian en moeder Chandra
meer ingekaderd.” Dit combineren met werk vindt Chandra druk en stresserend. Ik hoor Chandra twijfelen: “Is het dan beter om het rustiger aan te doen of moeten we dan toch de activiteiten blijven aanmoedigen die we onze twee kinderen willen meegeven?” Erik: “Het ritme van leven is anders. Het is daar rustig, alles is minder gehaast. En je wordt geconfronteerd met andere problemen.” Chandra toont nog een verschil aan: “Het heeft hier lang geduurd om contact te hebben met ouders van vriendjes van onze kinderen. In Suriname is dat veel gemakkelijker, mensen zijn opener”. Over het onderwijs in België zijn Chandra en Erik dan wel weer enthousiast. Ze hebben veel bewondering voor wat Gyan op school doet. In Suriname is onderwijs niet evident en de Europese school onbetaalbaar.
pagina 29
Een vredige mengelmoes van culturen Suriname is bekend met immigratie: de Nederlandse kolonisatie, geïmporteerde slaven uit Afrika, gastarbeiders uit Indië en Indonesië. Vandaag heb je een blijvende immigratie van hoofdzakelijk Brazilianen en Chinezen. Chandra en Erik vertellen uitgebreid over de verschillende culturen, gemeenschappen, talen en religies. “In Suriname vind je daarvan een mooie mengelmoes. Een van de mooiste die ik gezien heb omdat ze vredig met elkaar samen leven”, beklemtoont Erik . “Dat is van hieruit soms moeilijk in te beelden.” (HiM)
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Het leven zoals het is in...
Uganda
Evy Duville
Na 6 maanden in Zanzibar gewerkt te heben als hostess bij Jetair, was het vrij duidelijk: Evy zou en wou meer van Afrika zien, maar dan op haar eigen manier. Begin mei 2013 vertrok ze naar Ethiopië, met enkel een rugzak van twaalf kilogram met wat spullen. ‘Ethiopie??Ben je helemaal gek??’ Dat was de eerste reactie die Evy van zowat iedereen kreeg. Maar na drie maanden in Afrika reizen, kan ze oprecht zeggen: ‘Ja, ik ben helemaal gek... gek op Afrika!’ Een laatste tussenstap in Uganda. Drie maand was ik aan het backpacken door Afrika, en na Ethiopië en een maandje bij de weeskinderen in Kenia, was Uganda aan de beurt. Nog zo een hartverwarmend land. Eerste stop was Bwindi National Park, waar je de berggorilla’s kan opzoeken. Een ervaring die het ‘ommetje’ meer dan waard was. De wandeling zelf was zwaar maar adembenemend en na twee uur stappen liepen we tegen een groep gorilla’s aan, twee silverbacks, een kindje en enkele vrouwtjes. Indrukwekkend hoe mijn benen tot een week na de trekking nog pijn deden van de bergtocht. Terwijl diezelfde bergen www.giesbaergskekoleurengazette.be
door kindjes van zeven à acht jaar elke ochtend worden getrotseerd om water te gaan halen in de rivier om zodoende het ganse dorp van water te voorzien. Wij kunnen het ons in Europa alweer niet voorstellen. Tijdens mijn vijf weken in dit prachtige land, ben ik meermaals in Kampala gestrand, de hoofdstad van Uganda: mijn god, van alle Afrikaanse steden was dit wel de drukste! Overal lopen, liggen, hangen, rijden en fietsen mensen. Voeg daar een ‘overload’ van auto’s en bromfietsen aan toe en je kan je een beetje voorstellen hoe die stad eruit ziet. Bovendien werd ik er een keertje ziek, op twee dagen tijd moest ik naar twee verschillende ziekenhuizen en bleek het heel moeilijk om een simpele bacteriële infectie in de darmen vast te stellen. En hoe mooi de reis dan ook is, en hoe behulpzaam de mensen dan ook zijn, op zo een moment denk je wel ‘s ‘Wat doe ik in hemelsnaam in Afrika?’ Gelukkig was ik na een weekje weer helemaal de oude! In Kampala ontmoette ik de Belgische Eline en twee Amerikaanse meiden, Amber en Alena, die daar ook vrijwilligerswerk deden. Na samen het mooie Murchison Falls park in het noorden van Uganda bezocht te hebben, werd ik door Alena uitgenodigd op hun seminarie over ‘HIV/ Aids, voeding en pagina 30
familieplanning’. In het begin kwam er niemand opdagen tot we een paar mensen aanspraken in het dorp: plots zat de zaal vol nieuwsgierigen en al snel bleek uit hun vragen dat de mensen hier gewoonweg niet voldoende informatie hebben over Aids. Hoe krijg je dat? Hoe kunnen we het vermijden? Hoe kunnen we er mee leven? Ik vond het zowiezo al verrassend dat je overal in Afrika grote reclameborden ziet, ‘laat je testen’, ‘test je liefde’, ‘gratis condooms’, maar er wordt gewoon niet genoeg informatie gegeven. Mensen zijn bang, beschaamd of hebben niet de middelen om voorbehoedsmiddelen te kopen of een test te laten doen. Ze zijn op de goede weg, maar er is nog heel veel werk aan de winkel. Er werden tijdens het seminarie vijftig gratis testen gedaan en de vrouwen kregen raad hoe ze aan familieplanning konden doen. Toen ze te horen kregen dat ze daarvoor moesten betalen, was de interesse al veel minder. En dan kregen ze eigenlijk nog een speciale deal, voor twee jaar betaalden ze minder dan vijf Euro. Toch een normale reactie als je elke dag moet uitrekenen hoe een gans gezin te onderhouden! Na het seminarie gingen we met ons drietjes naar Sipi Falls, de mooiste natuur in Uganda en het Harrie Lemon eiland, een eiland zonder electriciteit, telefoon, internet. Gewoon relaxen en niets doen. Mag ook eens na al het reizen van hier naar daar.
Foto r.r.
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Uganda Toen we weggingen van het eiland Harrie Lemon, en dus drie dagen gewoon onder elkaar doorgebracht hadden, werd de harde realiteit alweer snel duidelijk. Snel ging het weer van “Jambo, mambo mzungu?” (‘hallo, hoe gaat het blanke?’) naar “I’m hungry, buy me some food” (‘ik heb honger, koop me eten’). Door mijn lange verblijf in Afrika heb ik geleerd me daar niet meer druk in te maken. Ze hebben hier wel al genoeg blanken zien passeren en hun logische redenering is dat blank gelijk staat aan geld. Ik doe er niet aan mee want het mag geen evidentie worden, maar ik neem het hen zeker niet kwalijk. We komen hier met massa’s toeristen hun land bezoeken, en halen de nieuwste elektronische snufjes boven, die zij by far niet kunnen betalen. Maar wat ze in Afrika wel hebben, is veel meer waard dan de fake materiële wereld waarin wij leven. Ik ben namelijk zelf nogal een hightech-foob en ben van mening dat iedereen wel eens een bezoekje aan Afrika zou moeten brengen. Niet alleen om het lekkere eten te proeven, de cultuur op te snuiven, de warme mensen te leren kennen en de bezienswaardigheden te bezoeken. Maar ook om te leren dat sommige dingen niet zo evident zijn zoals we dat in Europa ervaren, zoals stromend water, constante electriciteit, propere kleren, medische zorg. En vooral dat we met (veel) minder veel gelukkiger kunnen zijn! Europa kan nog heel veel leren van Afrika!
Foto r.r.
(Evy Duville)
Natuurschoon in Uganda
Foto r.r.
Foto r.r.
Foto r.r. de 33de jaargang, jaargang, nummer nummer 9, 9, 11 januari januari 2014 2014
pagina pagina 31 31
www.giesbaergskekoleurengazette.be www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Eerlijke handel Oxfam Wereldwinkel
“Speciale acties rond hele assortiment” In tijden waarin bewustwording als het ware een modewoord geworden is, namen we een kijkje bij een organisatie die daar al sinds de jaren ‘60 van de vorige eeuw actief mee bezig is. Op bezoek in de lokale Oxfam-Wereldwinkel, zoals we die in de meeste steden sinds jaar en dag weten. Voorzitter van de Geraardsbergse Oxfam-Wereldwinkel Frans Paeleman staat ons te woord, samen met de vrijwilligers die op maandagochtend de winkel langs een toegangsweg van de provinciestad runnen. Hij opent met een nadruk op de enthousiaste medewerking: ‘Hier zijn we allen vrijwilliger. Ook ik als voorzitter ben dat. Voorzitter is een groot woord’, gebaart Frans, ‘ik zie dat meer als iemand die de werking aanstuurt en organiseert. Meer is dat niet’. Het begin Het was zijn voorganger, Guido Cock, die sinds de verre jaren ‘70 meteen mee aan de wieg stond van de plaatselijke afdeling van Oxfam Wereldwinkel. ‘Oxfam bestaat al veel langer, gaat Frans verder, ‘want het kent zijn ontstaan al tijdens de Tweede Wereldoorlog, in het Britse Oxford, waar de grondleggers in 1942 eerst hulp wilden bieden aan de bevolking van Griekenland dat door hongersnood getroffen was.’ Uit dat eerste initiatief, in Oxford ontstaan om de hongersnood (‘famine’ in het Engels) in Griekenland aan te pakken, ontstond de naam van organisatie, Oxfam, die in 1947 haar doelstellingen verbreedde om hulp te bieden aan oorlogsslachtoffers en ook om andere wereldproblemen aan te pakken. In 1964 werd Oxfam België opgericht en zo’ n kleine tien jaar later werd de eerste Wereldwinkel in Geraardsbergen opgestart. ‘Onze eerste winkel in Geraardsbergen was in de Adamstraat, waar we nu nog steeds café Boogie Woogie weten. Dat was op initiatief van de werkgroep rond het toenmalige Jeugdhuis ‘Stuif in’ dat er zijn intrek had genomen. En daar werd dan een apart lokaal voorzien voor de producten van de Oxfam Wereldwinkel. www.giesbaergskekoleurengazette.be
Enkele medewerkers van het winkelteam van Oxfam Geraardsbergen
Die winkel was in feite niet veel meer dan een enkel winkelraam.’ Koffie uit Tanzania was het eerste product dat er te koop aangeboden werd. Al gauw werd het aanbod uitgebreid met Cubaanse rietsuiker, aardewerk uit Mexico, houtwerk uit Haïti en zo meer. Er werd ook een bibliotheek uitgebouwd met literatuur over de vredes- en ontwikkelingsproblematiek, die in die jaren ‘70 aan een opmars begon. Uit de populariteit van de wereldwinkel en bijhorende boekenkast bleek dat progressieve jongeren in de Oudenbergstad wel degelijk begaan waren met de onrechtvaardigheid in de Derde Wereld. De Wereldwinkel groeide al snel uit tot een actie- en ontmoetingscentrum. Maar dat was tegen de zin van het heersend stadsbestuur dat het jongereninitiatief stokken in de wielen stak en het hele Jeugdhuis, inclusief de Wereldwinkel, liet sluiten. ‘Een jaar later al, in de herfst van 1974, namen we onze intrek in een smal winkelhuis in de Brugstraat, waar ook een stapelplaats van de Bouworde was. In die jaren was een wereldwinkel tevens nog een nieuwe verschijning in Vlaanderen.’ pagina 32
Wekelijkse rondes Tijdens de volgende jaren groeide het winkeltje uit tot het hoofdkwartier van een geëngageerde beweging, met onder meer leraar-priester Michel De Beer. Het gerenoveerde winkelpand ademde die typische jaren ‘70. Menig jongere heeft er zich in die jaren geïnspireerd geweten door de geest van die tijd. Twaalf jaar later, in 1986, verhuisde de lokale Oxfam-winkel naar het huis van Filip De Bodt, die als geboren activist zijn woonhuis ter beschikking stelde, aan de Grote Weg in Overboelare. Het depot werd er gevestigd en de vele vergaderingen vonden er plaats, soms tot in de late uurtjes zoals de legende gaat. ‘Van daaruit organiseerden we ook op vrijdagmiddag de wekelijkse rondes om met bananen en sinaasappels in de gemeente rond te gaan. We gingen die huis aan huis verkopen, zoals dat in de beginjaren van Oxfam België gebeurde. Met de bananen hebben we langst uitgereden, maar uiteindelijk verliet Oxfam de verkoop van verse groenten en fruit en breidde het assortiment producten-klaar-voor-gebruik intussen verder uit.’ Over die bananen voegt Frans nog toe: 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
‘Ondanks die bewuste koerswijziging om geen vers exotisch fruit meer te verkopen, voerde Oxfam in de jaren ‘80 opnieuw druk uit tegen de foute en te laag verloonde bananenproductie. Daarmee onderstreepten we nog ‘s onze bezorgdheid voor een eerlijkere handel in het Zuiden. En een van de gevolgen was dat de meeste grootwarenhuizen sindsdien ook bananen aanbieden die afkomstig zijn uit een eerlijke handel.’ Uit zijn gelaat maken we een betrokkenheid op: Frans mag een bezielde Oxfam-er heten. Verhuis en aanbod ‘Ook politiek is Oxfam een drukkingsgroep vanuit Brussel, waar een viertal mensen voor zorgen. Zo ‘n twee jaar geleden werkten ze bijvoorbeeld nog een actie uit tegen de kinderslavernij, die later ook Europees werd opgevolgd. En die
Europese drukkingsgroep tegen de tewerkstelling van kinderen heeft toch wel degelijk effect gehad op wereldschaal.’ Na zeven jaar in Filip’s huis migreerde het depot van de Oxfam-winkel van 1993 tot 1998 naar Everbeek, in de woonst van de oudste medewerkster, Mimi Borremans. Om dan daarna weer te verhuizen naar de voormalige pottenbakkerij ‘’t Kleipotje’, in de Voldersstraat (Onkerzele). De winkeldeuren werden er geopend in januari 1998 onder de behoedzame vleugels van bewoners Luc en Lieve, die trouwens nog steeds deel uitmaken van de betrokken ploeg vrijwilligers. Het aanbod Oxfam-producten bleef intussen gestaag groeien, van chocolade tot wijn en koffie. ‘Het was een zeer aangename lokatie en een goede samenwerking in het voormalige keramiek-atelier, waarnaar enkel de bushalte nog steeds verwijst. Maar als verkoopspunt was het een beetje te afgelegen. En toen we een gebouw van Stad Geraardsbergen ter beschikking kregen, op een drukke toegangsweg naar de stad, besloten we de winkel nog ‘s te verkasten naar onze huidige lokatie, op de hoek van de Boelarestraat en de Weverijstraat.’
dag 1 oktober 2011 feestelijk geopend. ‘Hier lopen we meer in de kijker voor wie het stadscentrum inrijdt, zijn we beslist ook beter bereikbaar en hebben we ruime parkeergelegenheid. Dat laatste is zeker geen onbelangrijk punt.’ Frans kijkt goedkeurend naar medewerker van het eerste uur Lieven Beernaert, die er is komen bijzitten. ‘Jawel’, bevestigt deze, ‘en samen met die betere bereikbaarheid zorgt het voor een grotere naambekendheid waardoor mensen die ons nog niet kennen al ‘s vlugger langslopen.’
Bewuste winkeliers Op het nieuwe winkeladres zijn de openingsuren ook uitgebreid om de klanten nog beter van dienst te kunnen zijn. Tegelijk trekt deze nieuwe lokatie, met de stad op wandelafstand, ook meer vrijwilligers aan om ‘s een handje te komen toesteken. ‘Maar nieuwe vrijwilligers zijn altijd welkom’, voegt Frans snel toe. De vrijwilligerswerking is opgedeeld in verschillende werkgroepen: ‘We kunnen rekenen op vrijwilligers om de winkel open te houden, een ander team vrijwilligers zorgt voor de organisatie en volgt de vergaderingen op regionaal en nationaal vlak; nog anderen zorgen voor de inrichting van de winkel. Voor dat laatste Uitgebreide winkeluren De huidige Oxfam-shop werd er op zater- kunnen we ook beroep doen op de techni
Oxfam - Wereldwinkel Met de klas van 5 STW (St.-Catharinacollege, Boelarestraat 1, Geraardsbergen) brachten Sam Poelaert en zijn klasgenoten een bezoek aan de Oxfam Wereldwinkel. Samen schreven ze er een verslag over. “Hallo, Wij zijn de leerlingen van 5 STW van het Sint-Catharina College, we bezochten de Oxfam-wereldwinkel te Geraardsbergen naar aanleiding van onze integrale opdracht: “De wereld op je bord”. Sam en klasgenoten
We werden hartelijk ontvangen door Marleen en haar team. We hebben geproefd van de heerlijke “quinoabiscuits” en de “worldshake” en kregen een rondleiding doorheen de winkel. We kregen de leuke opdracht om een feestje te organiseren met ingrediënten en decoratief materiaal uit de winkel, deze ingrediënten moesten we aanduiden op een wereldkaart. Nadien kregen we ook de gelegenheid enkele dingen aan te kopen. Het heeft ons zeer geïnspireerd om zelf een Oxfam-standje op school te openen met verschillende tussendoortjes en fruitsappen uit hun assortiment. Op deze manier willen wij een steentje bijdragen om Fairtrade te steunen.
Sam Poelaert
Hartelijke dank voor het warme onthaal. Vriendelijke groeten, De leerlingen uit 5 STW”
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
pagina 33
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
sche scholen van de stad, die er dan een klas-project van maken om ons bijvoorbeeld te voorzien van nieuwe ramen.’ De volledige groep rond Oxfam Geraardsbergen kan beroepen op zo’n dertigtal vrijwilligers: de jongste telt vijftien lentes; bezieler van het eerste ogenblik, Guido (Cock, red.), en Gaston Kentane zijn de nestors, waarmee alle leeftijden uit zowel de actieve als de gepensioneerde bevolking zijn vertegenwoordigd. Naast de werking van de winkel, organiseert het Oxfam-team nog andere activiteiten zoals het opzetten van stands op beurzen bij 11-11-11. Of ook ‘s bij een speciale gelegenheid op de wekelijkse maandagmarkt in het centrum van de stad. En scholen komen er ook graag op bezoek: op die manier kunnen leerlingen meteen de meerwaarde van de Oxfamproducten leren kennen. Ze maken graag een praatje met de bewuste winkeliers en kunnen tegelijk ‘s proeven van enkele producten die hen aangeboden worden. Oxfam’ers van het eerste uur Frans Paeleman en Lieven Beernaert
ken. Zo was er vorige maand nog een gesmaakte actie, ‘De Pot Op’, om de chocopasta (die uit pure chocolade gemaakt wordt -wat we als grage gebruikers persoonlijk kunnen bevestigen, red.) te promoten. Bij inlevering van een lege chocopot van eender welk merk, ontving elke bezoeker een volle pot van de Oxfamchocopasta. ‘Door zo’n actie bieden we mensen die ons assortiment nog niet kennen de kans om ‘s langs te komen. Dan kunnen ze meteen ons hele gamma van meer dan tweehonderd voedingsproducten, waarvan de helft bio-producten zijn, leren kennen. En dan merken ze ook dat onze producten niet duurder zijn dan in andere winkels.’ Naast het uitgebreide gamma voedingsproducten, kan je bij Oxfam ook je gading zoeken in het artisanaat, een hele verzameling artisanale producten van over de hele wereld: van halssnoeren en oorringen tot koffietassen en boekensteunen. Met de feestdagen een goed advies om geschikte geschenken voor u en uw geliefden te vinden. (NeW)
Acties Oxfam Vlaanderen zet ook regelmatig acties op om nieuwe klanten aan te trek- Alle info op www.oxfamwereldwinkels.be
Fietscampagne We Cycle this City
‘Cycle’ in twee betekenissen De redactie van de Giesbaergske Koleuren Gazette werkte ook een eigen Fietscampagne ‘We Cycle this City’ uit. Het conceptidee is om aan te tonen dat je beter niet met de auto in de stad rijdt: je neemt (veel te veel) plaats in, je stoort je medemens met lawaai, gevaar, overlast, vervuiling en bovendien stoor je ook jezelf, want je raakt je auto niet kwijt, je moet veel betalen voor een parkeerplaats, je staat heel vaak in de file temidden van andere automobielen en je wordt er heus niet blijgezind
www.giesbaergskekoleurengazette.be
van, van dat autogedrag. ‘Cycle’ staat voor de cyclus die we moeten maken om onze (im)mobiele maatschappij weer leefbaar te maken en natuurlijk ook voor ‘cycling’, het Engelse woord voor ‘fietsen’. In de Giesbaergske Koleuren Gazette verschijnen regelmatig nieuwe campagnefoto’s om het fietsen te promoten. Het bedenken en uitwerken van de campagne zijn het werk van fotograaf en reclamemaker Wim Schrever. De volledige campagne staat te kijk op http://www.giesbaergskekoleurengazette.be/ fietscampagne.htm
pagina 34
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Cursief Wim Schrever
Vraiment formidable Een druk kruispunt in de provinciehoofdstad. Al van ver zie ik een minderbedeelde van autoraam tot autoraam gaan, in de hoop wat muntjes bij mekaar te bedelen. Het is een jonge vader zie ik nu, op zijn tweetalige bedelbrief, de ruit wagenwijd open al, om hem centen toe te stoppen. Op voorhand is hij dankbaar en knikt. Hij ziet eruit zoals ik, wat meer: hij ís ik. ‘Ca va avec toi?’, vraag ik er bezorgd bij. Hij schrikt verbaasd: ‘Vous parlez français?!’ ‘Bien sûr’, stel ik hem gerust. Of ik hem niet aan wat werk kan helpen, ‘N’ importe quoi’. Radeloos kan ik hem daarmee niet helpen: ‘Non, désolé’, zoek ik tegelijk. Hij kijkt ontmoedigd. ‘Courage’, getuig ik hem. Hij blikt helder, en met z’n rechterhand op het hart zoals dat in Arabische kringen gangbaar is: ‘Que Dieu te bénit, ta famille et tes enfants’, zegt hij trots. Mocht hier nu ter plekke brand uitbreken, weet ik hem voor me door het vuur gaan. Zijn blik is weergaloos echt. En puur. Hij gaat verder het rijtje af. Zonder veel succes. Het verkeerslicht springt op groen en terwijl de file zich op gang trekt, zie ik hem gedogen terugstappen naar het kruispunt, het hoofd neergebogen, z’n blik op schaamte. In de achterruit van m’n auto zie ik het kruispunt afstand nemen. Ik overdenk wat ik net zag. Een ongemakkelijk gevoel bekruipt me en ik wil terugrijden om hem meer geld te geven. Maar de wereld draait door, zonder weg terug. Met m’n hoofd wat dieper in m’n kraag, schaam ik me diep, in welke klassenmaatschappij we het hier zo goed hebben. We zijn formidable. De thuisstad binnenrijdend zie ik ook hier een man bedelend langs de straatkant. Oui, on est formidable, vraiment formidable.
Wim Schrever
(WiSch)
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
pagina 35
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Roots in Israël Dafna Rotschild
“Joodse tradities in feesten en gerechten” Dafna werd geboren in Israël (1962) en kwam als twintigjarige in Brussel wonen, toen haar vader voor z’n werk veel reizen maakte en Brussel als uitvalsbasis koos.
Als Joodse geboren is ze in haar opvoeding steeds vrij geweest in het kiezen van zowel cultuur als religie. ‘Ook in de omgang met anderen heb ik nooit enig verbod gekend. Je moet weten dat in de strikt Joodse families dat wel een Opvoeding vereiste is: een kind mag er Daardoor leefde Dafna al in enkel omgaan met gelijken.’ een multiculturele wereld, avant la lettre: haar vader reis- Traditioneel Lichtfeest de de wereld af en dat bracht Niettemin die vrijheid in keuveel nieuwe invloeden en cul- ze en levensstijl, houdt Dafna turen met zich mee. Als jong steeds aan de typische tradiDafna Rotschild
meisje reisde ze vaak ook mee met haar vader, waardoor ze meteen kans zag om enkele talen bij te leren. ‘Uiteraard is er een groot verschil tussen de Israëlische en de Europese cultuur’, voegt ze meteen toe. Maar daar heeft ze nooit nadelen van gezien, ‘bien au contraire’, zegt ze. www.giesbaergskekoleurengazette.be
tionele feesten van de Israëlische cultuur. Het Lichtfeest, dat plaatsvindt net voor 25 december, is daarvan een sprekend voorbeeld. ‘Hannuka’ is een feest voor de kinderen waarbij men de vernieling van de tempel van Jerusalem door de Grieken herdenkt. Het Lichtfeest dat acht dagen
duurt, draagt ook een mooi verhaal met zich mee: door de vernieling van het heilig gebouw was er geen licht meer in de tempel. Maar een kleine jongen slaagde er toch in om een kleine oliepot opnieuw aan te steken en door een mirakel is de vlam acht dagen lang blijven branden. Ook de traditionele kinderliedjes blijven in ere gehouden: voor elk van die feesten zijn er vele kinderliedjes geschreven die nog steeds gebruikt worden. Naast die typische kinderliedjes die alle Israëlische families gebruiken zijn er ook nog de kinderboeken die gebruikt worden om samen met de tradities ook de Hebreeuwse taal verder te zetten en aan te leren aan de kinderen. Sterke familieband Na de jaren in Brussel kwam Dafna met haar gezin in het landelijke Bever wonen. ‘Ondanks de afstand en de vele jaren die ik al in België woon, verlies ik het contact met mijn familie en cultuur niet, vooral door de muziek en de culturele gebruiken. Niettemin besef ik met de jaren hoe zeer ik mijn land wel mis...’. Dafna kijkt even dromerig voor zich uit en vertelt dan verder. Haar tweede kind, een dochtertje van acht, adopteerden zij en haar man in China. ‘Dat correspondeerde prima met de interculturele levensstijl die ik van mijn ouders als kind al meekreeg en die ik aan onze kinderen tracht door te geven: een volledige verdraagzaamheid van de anderen is primordiaal in de samenleving. Het is de enige manier om je eigen geluk te kunnen vinden’, vervolledigt ze. Door zijn geboorte van een
pagina 36
Joodse moeder is haar twintigjarige zoon eveneens Joods en dat is een belangrijke binding met de familie in Israël, ondanks dat hij -net als zijn moeder- in totale vrijheid wordt opgevoed. Werreldkeuken De eetgewoonten in Israël zijn heel divers, gezien de Joodse gemeenschap ook verspreid is over de gehele wereld. Langs de ene kant heb je de ‘Hashkenáz’, waarbij ingredienten uit West- en Oost-Europa worden gebruikt, en langs de andere kant heb je ook de ‘Sefarad’, waarbij veel ingredienten uit Noord-Afrika worden gebruikt. ‘Zo is bijvoorbeeld de falafel die je in de straat aan een kraam kan kopen, een typisch Arabische invloed in de Joodse keuken’, legt Dafna ons uit. ‘Een specifiek Hasjkenáz schotel is ‘Tsjold’, een schotel op basis van vlees, aardapppelen, eieren en bloem die een hele nacht lang gebakken wordt. Het is een typisch winter-gerecht. ‘Gefilte fish’ is nog zo’n Hasjkenáz-gerecht: karper gevuld met traditionele groenten.’ Honing is een ander overvloedig gebruikt ingredient in de Nieuwjaarstraditie, opdat het komende jaar zoet en welvarend zou zijn. Stukjes appel worden ondergedompeld in honing om elkaar de beste wensen over te maken. ‘Ook een honingtaart hoort bij dat gebruik.’ ‘Bij feestmaaltijden is het ook de gewoonte om met hele familie aan tafel te gaan, van de maaltijden te genieten en ook alle samen de traditionele liederen te zingen’. Een prima interview-einde om het begin van het nieuwe jaar mee in te zingen. (WiSch) 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Leven in Israël Jan Van Raemdonck
“Heilig Land, verdeeld land”
Zicht op het meer van Tiberias
Jan Van Raemdonck, deken van de Geraardsbergse Kerk (tot februari 2014; cfr. interview in dit nummer, red.) reist en schrijft graag. Beslist een goede keuze voor iemand die een kerkgemeenschap leiden mag: reizen houdt je jong en open-minded, zoals kan blijken uit zijn reisverslag. Hij brengt een relaas van zijn recente reis naar Israël. Jezus’ ultieme herdenkingsplaats, de H. Grafbasiliek Half oktober 2013 ging ik samen met vierendertig andere bedevaarders op stap naar het H. Land voor een pelgrimstocht van tien dagen. Wat mij van deze voor mij tweede pelgrimage naar Israël het sterkste trof was de H. Grafbasiliek in Jeruzalem. Al sinds vroege tijden werd op Golgotha, de steengroeve buiten de muren van Jeruzalem -die op een schedel geleek en daarom Schedelplaats genoemd werdde plaats van Jezus’ kruisiging herdacht. Zo’n twintig meter verderop herdenkt men dat Jezus in het graf van Jozef van Arimatea is gelegd. Boven beide gedenkplaatsen werden grote basilieken gebouwd, 3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
eerst door keizer Constantijn in de vierde eeuw, later door de k r u i s v a a rders. De kerk wordt gezien als de meest heilige plaats van het Christendom, want de kruisiging, zalving, graflegging en verrijzenis van Jezus vonden er plaats. Nu is het merkwaardige aan de huidige toestand, dat wel zes verschillende christelijke kerken er een deel van bewaren, er diensten houden en er de andere christelijke gemeenschappen nauwlettend in het oog houden. Niet zelden verstoorden de christenen van de ene kerk de diensten van de andere, uit jaloersheid of om elkaar te beconcurreren. Elke avond, -ik heb dat zelf tweemaal kunnen meemaken-, worden leden van zes christelijke kerkgemeenschappen in de basiliek opgesloten, zodat ze hun eigen kapel of plaats van gebed kunnen bewaken. En het is al generaties lang dezelfde moslimfamilie die de poorten sluit, als een soort scheidsrechter tussen de vechtende partijen. Er is
nog een hele weg af te leggen vooraleer christenen zullen verstaan dat ze dezelfde Christus, zoon van de ene God, aanbidden. Dat ze dus ook kinderen van de dezelfde Vader zijn, broers en zusters van elkaar. Interieur van het achthoekig koepelkerkje
Zalige rust op de berg van de Zaligsprekingen Een heel ander gevoel had ik aan het Meer van Tiberias, niet zo ver van Nazareth, waar Jezus een groot deel van zijn openbaar leven als predikant en genezer heeft doorgebracht. Hier wordt ook de plaats gesitueerd, waar Jezus de Bergrede zou uitgesproken hebben. De Italiaanse architect Barluzzi heeft er een achthoekig koepelkerkje gebouwd, waarin een merkwaardige, meditatieve sfeer heerst. De acht zaligsprekingen van Jezus komen er tot hun recht. Mensen worden bij het zien van het stemmige kerkje en het wijdse uitzicht op het zon-
pagina 37
overgoten meer rustig en kalm. Onze groep was diep onder de indruk van de sfeer en we zagen ook vele andere mensen in stilte bidden. Je vraagt je af hoe lang het nog gaat duren vooraleer christenen, joden en moslims evengoed als ongelovigen in dit verdeelde Israël, traditioneel (inclusief met delen van Jordanië, Palestina, Libanon en Syrië erbij) het Heilig Land genoemd, een sfeer van eenheid zullen opbouwen waardoor God zichzelf mag zijn en mensen tot hun recht mogen komen. (JaVaRa)
Achthoekig koepelkerkje
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Sinds mijn verblijf als (zelfgekozen en tijdelijke) dakloze in de Brusselse straten, maak ik er werk van om in elk station waar ik kom, een bedelaar iets toe te steken: een muntje, een blik, een babbel soms. Vooral die laatste zijn belangrijk, zowel voor de dakloze als voor mezelf. Het geeft telkens weer een warme gloed van vloeibare energie, waar geen groene stroom tegen opkan -zonder daarmee op ‘n politiek te willen duiden. Ik wil het ook geen ‘rode warmte’
noemen, omdat dat eveneens teveel naar een politieke mening wil klinken. Ik noem het warmte van mens tot mens. Waar vindt ge dat nog, dezer dagen? Wel, in de stations. Een warme tip voor uw komende wintertenen: eens staan praten met hem of haar die de ladder niet meer opraakt. Met een koffie erbij, die u hen aanbiedt. Doen! U zal merken wat het met u doet. En met uw wintertenen. (WiSch)
Dana-principe
Volgens het aloude boeddhistische danaprincipe (Dana betekent vrijgevigheid, één van de hoogste deugden in het Boeddhisme) kunnen degene die dat zouden willen een vrijwillige gift schenken aan Giesbaergske Koleuren Gazette. De redactie van de Giesbaergske Koleuren Gazette koos ervoor om dat door te schenken aan een goed doel, nl. Zen Sangha, die ook een lokale zitgroep in Geraardsbergen heeft.
www.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 38
Schenkingen en giften aan Zen Sangha zijn welkom op volgende rekening, met de vermelding ‘Giesbaergske Koleuren Gazette’: Rekeningnummer BNP Paribas Fortis: 001-3822549-49 van Zen Sangha vzw, Elyzeese Velden 10 B, 9000 Gent (België) Gegevens voor betalingen uit het buitenland: IBAN-nummer: BE97 0013 8225 4949 BIC-code: GEBABEBB Bank: BNP Paribas Fortis, Warandeberg 3, 1000 Brussel, België
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Giesbaergske Koleuren Gazette
Vanmorgen sprak iemand me aan met m’n vaders voornaam - ook omdat pa en ik steeds elkaar druppel waren, en nog steeds zijn, zo blijkt. Hartverwarmend, ondanks het al heenzijn van m’n pa. Dingen uit het gewone leven, met kleine letters, zonder retoriek. ‘Doe maar gewoon, da’ s al moeilijk genoeg’ citeerde mon père Noël me wel vaker. Zijn gestalte was veeleer klein. Hij was een groot man. (WiSch)
Winterlucht, Ko. Leurpalet
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
pagina 39
www.giesbaergskekoleurengazette.be
Giesbaergske Koleuren Gazette
Giesbaergen multiculturèl
Colofon
Hoofdredactie: Wim Schrever Eindredactie: Wim Schrever
Fotografie & Vormgeving: © Studio Schrever All rights reserved Tekst: Wim Schrever Nele De Winde Nahid Mohammadi Hilke Muyldermans Walter Aelvoet Jessy Wyffels Evy Duville Bertjan Oosterbeek Jan Van Raemdonck Geert De Vleeschouwer Sam Poelaert Productie: Studio Schrever MD Webdesign Uitgeverij: Uitg. Eigenbegeer Redactie-adres: Buizemontstraat 19 9500 Geraardsbergen Werkten mee aan dit nummer: Bonniface Agboka Koku
© Studio Schrever
Website: www.giesbaergskekoleurengazette.be Gratis inschrijven op de nieuwsbrief van de Giesbaergske Koleuren Gazette kan door op de website op ‘inschrijven’ te klikken: u ontvangt dan de meest recente editie van de Gazette in uw mailbox.
“We all have the potential to show others love and affection, but as we progress in our materialistic world, these values tend to remain dormant. We can develop them on the basis of common sense, common experience and scientific findings. The response to the recent tragedy in the Philippines is an example of how such values are awakened; people helped simply because others are suffering and in need of support.”
H. H. Dalai Lama
www.giesbaergskekoleurengazette.be
pagina 40
3de jaargang, nummer 9, 1 januari 2014
Het is niet toegelaten de Giesbaergske Koleuren Gazette te gebruiken voor publicitaire of commerciële doeleinden. De Gazette mag niet verkocht worden.
Redactie: Wim Schrever Nele De Winde Nahid Mohammadi Hilke Muyldermans