4de jaargang nummero 14 1 april 2015 Redactie-adres Buizemontstraat 19
Giesbaergske
9500 Geraardsbergen
Giesbaergen
koleuren gazette giesbaergske gazette vordat de koleuren goe zoan vermingen
Onafhankelijk multicultureel gazetje ter verdubbeling van de integratie die niet enkelvoudig kan werken. Giesbaergske Koleuren Gazette is een realisatie en uitgave van Studio Schrever en Uitg. Eigenbegeer
1 Licht op de stad Intussen in de wereld 2 Voorwoord Korte inhoud 3 Stadsfietsers 4 Zelfplukboerderij: Erwtjes&Knollen 6 Steven Vromman: Stop met Klagen 10 Bioboeren in Hof ten Muizenhole 11 Stefan Mintiens: Free-Go 12 Frans Goetghebeur: opinie 15 Fietscampagne ‘We Cycle this City’ 16 Amir Hussein Jafari: Afghaans hart 19 Frans De Clerck: Triodos Bank België 23 Jessy Wyffels’ visie 24 Kruidenhoekje: St.-Janskruid 26 Zen Sangha 27 Bertjan Oosterbeek 28 30 dagen Autovrij 29 Veggie recept 30 Think global, act local 32 Dirk Holemans: Transitie 34 Maarten Olthof: Vajra Academy 36 Nele De Winde: Fietspraat 37 Delphine Eeckhout: Mobiliteit 38 Fietscampagne 40 Superdiversiteitsdebat Colofon Dalai Lama
Licht op de stad
© Studio Schrever
I nhou dst a f e l Edit ie L e n t e ‘ 15
Op een zaterdag in de kermisweek, had ik een mooi momentje kermis: in een volkscafé uit de duizend -met een sportieve naam bovendien, uit de tijd dat sport nog een hechte teamspirit kende en mannen écht wisten waarom- had ik de finale gezien van de wielerwedstrijd van de dag, toen een bevriende zeventiger aanschoof. Zonder partijdig te zijn werd het een gesprek dat werelds mag heten in een eenheid van het moment dat alles omvatte. Intussen bleven we gewoon zitten op de oude stoeltjes die al sinds heugnis
Intussen in de wereld Talus Taylor, de Amerikaanse bedenker van de kinderserie Barbapapa, is in Parijs op 82-jarige leeftijd overleden. De naam van de stripfiguur komt van het frans voor suikerspin, barbe à papa. Het eerste boek verscheen in 1970, in 25.000 exemplaren en in vier talen. In 1973 kwam er ook een tekenfilmserie van Barbapapa, die over de hele
bij de cafétafel horen. Oude mannen kunnen dat nog, grappen maken zonder cynisch te zijn. Het zijn gewoon grappen. Zonder meer. Grappen over het leven, die er bovendien een glans aan geven. Die je even uit alle protserig gedrag halen en een gloed van eenheid in zich dragen. wereld is uitgezonden. In totaal verschenen 143 afleveringen van telkens vijf minuten met avonturen van de familie, bestaande uit Barbapapa (roze), Barbamama (zwart) en hun zeven kinderen in allerlei pastelkleuren. Het gezin lost elk probleem op doordat ze allemaal van vorm kunnen veranderen. Opmerkelijk is ook dat de moeder, vader en de kinderen vredelievende, natuurminnende wezens zijn, die waarden als liefde, verdraagzaamheid en ecologisch bewustzijn bewustzijn overbrengen op een moment dat zoiets nog geen gemeengoed was. Volvo – de Zweedse autofabrikant, jawel – lanceerde deze week samen met de design-
Het was een mooie reis in de tijd. Jonge ouden weten veel beter dan oude jongen, waarom. Een goede reden om een cafétafel te delen, met René, de krasse knar. (WiSch) firma’s Grey London en Albedo100, en speciaal voor fietsers, een spray die licht geeft in het donker. De “LifePaint” is doorzichtig – en dus onzichtbaar -, op waterbasis – en dus afwasbaar – en blijft ongeveer tien dagen actief. Overdag is de spray niet te zien, maar na zonsondergang reflecteert hij licht van bijvoorbeeld auto’s of straatlantaarns waardoor je fiets, helm, kledij, schoenen of alles wat je maar wil in de oogleden van onoplettende chauffeurs gaan schitteren. De Deense netwerkorganisatie Sustainia heeft de “Sustainia 100” gepubliceerd: een gids met 100 oplossingen die onze economieën versneld kunnen helpen verduurzamen. Het is een handige gids doorheen de bekendste duurzame oplossingen van dit moment. (Bron: Zeronaut, Velotariër, De Morgen)
V o o r w o o r d Deze veertiende editite van de Giesbaergske Koleuren Gazette wil opnieuw een positieve noot voeren. Ondanks het misnoegen zijn er wel degelijk hoopvolle tekenen waar te nemen in alle geledingen van de maatschappij. Dat is natuurlijk niet nieuw. Er zijn altijd al mensen geweest die met een andere blik kijken naar de problemen en daar dan oplossingen voor weten te bedenken. Voor dit nummer spraken we met enkele van die pioniers, zoals Steven Vromman die de eerste Low Impact Man van Vlaanderen is, Frans De Clerck die mede-oprichter is van Triodos Bank België en Stefan Mintiens, de bedenker van de eerste Free-Go. De verhalen van deze mensen kunnen zeker ook een aanzet zijn voor anderen die een oplossing zoeken. Maar de Gazette sluit de ogen niet voor wat er omgaat in de wereld. We hadden een beklijvend gesprek met een jonge Belg met een Afghaans hart, Amir Hussein. Om het met de woorden van Ghandi te zeggen: “One of the objects of a newspaper is to understand popular feeling and to give expression to it; another is to arouse among the people certain desirable sentiments; and the third is fearlessly to expose popular defects.” Veel lees-, kijk- & bladerplezier in de veertiende editie van de Giesbaergske Koleuren Gazette! Wim Schrever, hoofdredacteur.
Niel Staes’ opinie: Fietser maken de stad In Zandbergen is een Zelfplukboerderij ‘Erwtjes & Knollen’ opgestart, p 5. Interview met Low Impact Man, Steven Vromman: ‘Stop met Klagen’, p. 7 Frans Goetghebeur bekijkt de situatie in de maatschappij, p. 12 Free-Go is een frigo op wieltjes: gesprek met de bedenker Stef Mintiens, p. 13 Amir Hussein is een jonge Belg met een Afghaans hart, p. 16 Frans De Clerck is mede-oprichter van Triodos Bank België, p. 19 De nieuwe rubriek ‘Johanna’s Kruidenhoekje’ over het Sint-Janskruid, p. 25 Alle info over de lokale zitgroep van Zen Sangha in Geraardsbergen p. 26 Cursiefje van Nederlandse zenboeddhist Bertjan Oosterbeek, p. 27 Een Veggie recept van EVA vzw, uit hun eigen kookboek, p. 29 Maarten Olthof over zijn project in Tibet: Vajra Academy, p. 32
Jessy Wyffels over haar thuisstad, het nieuwe Gent, p. 5
2
Opinie Fietsersbond
Fietsers maken de stad Een fietsverhaal uit de stad der Meer fietsers, meer koffiebars“ steden, Antwerpen-aan-de-Schel- Zonder auto’s knijp je de stad dood,” de. klonk het op ‘t Schoon Verdiep tijdens het zoveelste parkeerdebat. Mijn kijk is net omgekeerd. Zonder mensen knijp n mijn stad, Antwerpen, laten fietsers je de stad dood! Onlangs hoorde ik een steeds luider hun stem horen. Zo komt journalist zeggen: er almaar meer volk naar de Critical “Het aantal trendy koffiebars stijgt volMass Bike Ride. Tijdens deze maande- gens mij recht evenredig met het aantal lijkse fietstocht doorheen de avondspits fietsers.” roepen de deelnemers: “Antwerpen Ik denk dat hij gelijk heeft. Fietsers zijn doen we met de fiets, rijden met de auto locals. Ze kennen de stad door en door. zegt ons niets.” Een duidelijke strijd- Ze leven met minder of zonder auto, kreet voor meer mensen in het straat- wat hen iets meer budgettaire adembeeld. Als je een samenleving beoor- ruimte geeft. En die extra centjes pomdeelt op basis van hoe ze omgaat met pen ze in de lokale economie. Zo stond haar kwetsbare burgers, dan geldt voor ik vorige week nog met mijn vriendin steden eenzelfde maatstaf: kijk naar de voor een rood licht aan de Antwerpse ruimte die kwetsbare weggebruikers Leien. Even later zaten we ongepland in krijgen. We hebben duidelijk nog een de Caffènation voor een gezellige timelange weg af te leggen. out. Een ondenkbaar scenario waren we met de wagen geweest.
Kaart dingen aan! Mondig zijn betekent ook dat je concrete situaties moet aankaarten. En dat werkt! Ik denk aan een vaak gedeeld filmpje van me over de gevaarlijke situatie in de Isabellalei, dat leidde tot een snelle ingreep. Of mijn mailtje naar de stadsdiensten over een gat in het wegdek. De dag nadien was de put gedempt. Dus
“Het aantal trendy koffiebars stijgt volgens mij recht evenredig met het aantal fietsers” stop met klagen, spring op de fiets en laat van je horen. Elke omwenteling is een stevige trap in de goede richting. (tekst: Niel Staes) Deze column verscheen voor het eerst in het magazine van de Fietsersbond.
Fietsers in de stad - Foto © Studio Schrever
3
Eco&Logisch Zelfplukboerderij Erwtjes & Knollen
Terug naar de oerprei Met het paard als rode draad werd in juni 2014 de zelfplukboerderij ‘Erwtjes & Knollen’ opgestart in de hoeve van het grafelijk domein de Lalaing. Even boven de dorpskom van Zandbergen voorziet het Hof van Lier in stallen voor de paarden en 1,5 hectare akkers voor bio-landbouw. ‘We hopen volgend jaar in de lente ook de B&B te kunnen opstarten’. Bioboer Henk van Rechem was in zijn vorig leven consultant in Brussel. Het fileleed was hij kotsbeu en na een gesprek met graaf De Lalaing over biolandbouw, beslisten de twee om zich volop in te zetten voor dit nieuwe ecologische concept. Graaf De Lalaing wil met het initiatief inzetten op gemeenschapsvorming in en rond Zandbergen. Naast het ecologische, is hij ook begaan met het sociale aspect van het vooruitstrevend project. ‘We bouwen een kleine paardenmanège waarin we diervriendelijk omgaan met de paarden. Trainingen voor wedstrijden komen hier niet aan bod.’ Het grootste paard, Odiff genaamd, wordt ingeschakeld voor het werk op de akker. Doordat het om kleinere akkers gaat is dat perfect haalbaar. De stal zal nog uitgebreid worden. Bijkomende bedoeling van de manège is om leren om te gaan met de dieren, vooral naar kinderen toe. ‘Ruiters zullen kunnen gebruikmaken van het kasteelpark en de omliggende bossen. Door te paard de natuur in te gaan, kan je meer toegang krijgen: andere dieren worden er niet zozeer door afgeschrikt.’ Vandaag en morgen ‘Met paarden ben ik al 30 jaar actief. En voor bio heb ik het altijd gehad. Toen leerde ik CSA, Community Supported Agriculture, kennen en voilà: ik was vertrokken. Ook mijn rebelse creativiteit heeft me daartoe aangezet’ (hij schuddebuikt van het lachen). CSA staat voor landbouw gedragen door de gemeenschap. Deelnemers
dragen bij tot de werkingskosten van het ecologisch landbouwbedrijf en krijgen in ruil hun deel in de oogst. Tegelijk krijgen ze voeling met de natuur en gezonde voeding. Een bewuste keuze voor de huidige en latere generaties. ‘We vervangen de tractor door het paard -zoals dat vroeger gebeurde. Daardoor dragen we actief zorg voor landbouw en milieu.’
De zelfplukboerderij - Foto © Studio Schrever
de prei en de ajuin zoals wij die nu kennen. In totaal zal het Hof voorzien in 65 verschillende soorten groenten en kruiden per jaar. Over ruim drie weken (afhankelijk van het weer) kunnen de eerste slaplanten geoogst worden. Er komen geen pesticiden of sproeistoffen aan te pas. ‘De enige bestrijding gebeurt met netten om de vogels weg te houden en schoffelen met paard Odiff Versgeplukt tegen het onkruid, zoals dat vroeger de ‘Met de zelfplukboerderij leggen we de gewoonte was.’ nadruk op de korte keten: je komt de groenten plukken om meteen te verwerken. Verser kan het niet. Dus hebben we Lekkerder ook geen frigo’s nodig en zijn we niet Op vraag wordt er ook een tunnelserre afhankelijk van de veilingen waar de aangebouwd. ‘Daar zullen we tomaten prijs bepaald wordt door de supermark- en paprika’s kweken zodat we nog lanten.’ Vroeger kon je als leverancier nog ger in verse groenten kunnen voorzien. voorwaarden stellen aan deze winkel- In de serre zullen we insecten enkel met tempels. Heden ten dage heet het dat insecten bestrijden, om eveneens vollede winkelkeizers dat gewoonweg op- dig bio te zijn.’ leggen aan wie aanlevert. De doodsteek ‘Via de website geven we aan wat voor veel bioboeren die niet meer kun- oogstbaar is en dan kunnen deelnemers nen concurreren met groothandelaren in zelf komen plukken. Maar alleen al door groenten. dat contact met de natuur smaken de De Zandbergse bioboeren willen inzet- groenten op je bord anders (hij lacht).’ ten op uitzonderlijke en ook uitgestor- Als instapcadeau ontvangen inschrijven groenten, zoals de oerprei. Als heel vers een potje zelfgemaakte pesto van oud groentenras is dat de voorloper van daslook. ‘Graaf De Lalaing is de das4
Wat is CSA? CSA staat voor Community Supported Agriculture. Landbouw gedragen door een gemeenschap. Als deelnemer neem je echt verantwoordelijkheden op: Je kiest voor ecologische landbouw. Landbouw die zorg draagt voor bodem en milieu, voor onze gezondheid en die van de volgende generaties. Je betaalt niet zozeer voor landbouwproducten maar draagt bij om de werkingskosten van het bedrijf en de loonkosten van de boer voor te schieten. Je deelt dus ook mee in het landbouwrisico. In ruil ontvang je doorheen het teeltseizoen een aandeel van de vruchten en heb je inspraak in het reilen en zeilen van het bedrijf. Bovendien is er ook de voldoening verbonden te zijn met je voeding, met de landbouw en met de boer zelf. Het CSA-bedrijf creërt ontmoetingskansen voor de deelnemers via educatieve momenten, boerderijfeesten en meewerkdagen. Het werkt zo actief aan lokale gemeenschapsvorming. Er zijn verschillende concepten: Zelfoogst: De deelnemers oogsten zélf op het veld hun groenten en/of fruit. Verser kan echt niet. Het maximum aan smaak en vitaminen. Je ervaart hoe alles groeit en bloeit en eet met de seizoenen mee. Pakketten: De boer oogst de groenten en zet pakketten klaar op de boerderij of in een afhaalpunt. Dit concept is ook mogelijk voor zuivel, eieren en vlees. (bron: www.csa-netwerk.be)
look zelf gaan plukken op zijn domein. Hij zocht er het juiste recept voor en nu kunnen we een eerste bio-gerecht meegeven aan mensen die inschrijven. En pesto van daslook, dat smaakt helemaal anders dan wat je in de supermarkt koopt!’. Door in te schrijven op de zelfplukboerderij kan je een heel jaar genieten van zelfgeplukte biogroenten. ‘Om de prijs te bepalen, hebben we onze dagelijkse bio-inkopen opgeteld, wat neerkomt op ongeveer 19,25 euro per week. Daarom hebben wij onze prijs zo gesteld dat je voor 15 euro per week elke dag verse biogroenten op je bord hebt.’ (WiSch) Alle info over de zelfplukboerderij op www.erwtjesenknollen.be Akker; daslook; paard Odiff; bio-boer Henk Foto’s © Studio Schrever
5
6
Eco&Logisch Steven Vromman
Stop met klagen Een man die ervoor kiest om ecologisch te gaan leven, het kan een streng en nogal saai spartaans beeld oproepen. In uw verbeelding dan want de échte Low Impact Man van Vlaanderen heeft beslist ook een teddybeer-gehalte. Voor de foto’s bij het interview wilde hij zelfs wel een boom knuffelen. Kwestie van aaibaarheidsfactor kon dat tellen. In het achtste jaar als Low Impact Man is zijn visie wat bijgeschaafd. ’Met enkel de lijstjes hoe beter om te gaan met het milieu gaan we er niet komen’, zegt hij. ’Er is ook een nieuw bewustzijn nodig’. En dat vind je ook terug in zijn nieuwste boek, ’Stop met klagen’, dat de lezers daartoe wil aanzetten. Het leest bovendien als een trein. Gesprek met de man die van ecologie zijn leven maakte. In 2008 liep op Canvas de televisiedocu ‘Low Impact Man’ waarin je wilde aantonen hoe de ecologische voetafdruk in het dagelijks leven kan verkleind worden. Hoe ben je daartoe gekomen? Vanwaar dat idee? ‘Op dat moment was ik directeur bij milieu-organisatie Ecolife dat vooral werkt rond de impact van de ecologische voetafdruk. En op de duur beperkte dat werk zich als het ware tot het invullen van statistieken en lijsten. Dat was ik een beetje beu geworden en ik wou ook minder werken om een kwaliteitsvoller leven te kunnen leiden . Daarom besliste ik om zes maand loopbaanonderbreking te nemen. Ik wou de kans aangrijpen om iets te doen waar ik niet toe kwam: de lijstjes om anders en ecologischer te gaan leven, die ik maar al te goed kende, ’s volledig toepassen in mijn leven. En toen Canvas hoorde van mijn experiment, contacteerden ze mij om er een format van te maken. Zo is de bal aan het rollen gegaan. Het idee had ik opgepikt van een journalist in New York, Colin Beavan, die eerder dat jaar begonnen was als ‘No Impact Man’. No Impact, dat vond ik niet haalbaar. Dan mag je eigenlijk niet meer ademen. Vandaar kwam ik op Steven Vromman - Foto © Studio Schrever
Low Impact. Dat klinkt goed en is niet te extreem is zodat het project niet meteen zou geklasseerd worden als een naïef idee van groene jongens.’ Werd het concept opgepikt door de media? ‘Absoluut. De eerste week dat het project liep had ik meteen meer mediaaandacht dan de zeven jaar dat ik voor Ecolife gewerkt had. Als milieu-organisatie is het heel moeilijk om berichten in de pers te krijgen. Wat me ook verbaasde is hoe die mallemolen van de pers werkt: als je vandaag in de ene krant staat, heb je morgen de twee volgende aan de lijn. En dan volgt de radio daarop, waarna de televisie er ook nog wat van wil. Dat was eigenlijk een beetje gek om mee te maken.’ Terwijl er vooraf niet echt een mediaplan was om mee uit te pakken... Ja, dat klopt. Misschien is dat ook wel een boeddhistische wijsheid: als je iets helemaal loslaat, komt het vanzelf naar je toe!’ (hij lacht).
Boshutten Uit je experiment is een eerste boek ontstaan? ‘Aangezien er een televisieprogramma van werd gemaakt, was er meteen een uitgeverij bereid om er een boek van uit te geven. Het boek was een neerslag van mijn ervaringen in het dagdagelijkse leven. Over de dingen die me meevielen, over de moeilijkheden ook en over dingen die me niet gelukt waren. Ik wilde een boek maken dat makkelijk leesbaar en niet te belerend is, met voldoende humor. Dat is meteen ook een beetje zelfrelativerend. Het was ook de bedoeling dat ik na die zes maand loopbaanonderbreking, ik de levensstijl zou verderzetten in mijn “normale” leven, als werkende mens. Want de opmerking dat het niet moeilijk is ecologisch te leven zonder voltijdse baan, hing al op voorhand in de lucht natuurlijk. Een terechte opmerking ook. Maar daar hadden we dus op voorhand rekening mee gehouden.’ 7
Wat viel je moeilijkst in het dagelijkse leven als Low Impact Man? ‘De grootste impact -ook wat betreft de voetafdruk- was beslist de woning. Dat was een van de grootste uitdagingen, hoe dat aan te pakken. Want ik woonde toen -en nu nog steeds- in een huurhuis, dat bovendien slecht geïsoleerd was. Als huurder kon ik niet veel aan het huis veranderen natuurlijk. Het was meteen een interessante oefening, want ik wilde bv. de verwarming wel een heel stuk lager. Voor de kinderen lag dat wat moeilijk. En ik moet toegeven dat het soms op het randje was... Maar we hebben daar dan een eenvoudige oplossing voor gevonden. Zoals dat vroeger ook de gewoonte was gebruikten we in de winter maar een deel van het huis. Onze winterliving was het enige deel van het huis dat we verwarmden; en dat doen we nu nog steeds in het winterseizoen.’ En wat met de voeding? ‘Dat was niet zo’n aanpassing. Ik was al geen grote vleeseter. Dus overschakelen op volledig vegetarisch en meer seizoensgebonden groenten eten, dat ging eigenlijk heel vlot. Bovendien is er in een stad als Gent een groot aanbod van alternatieven zoals voedselteams, boerenmarkten en biowinkels. Op vakantie gaan vroeg dan weer wel een serieuze aanpassing. Want ik wilde met onze kinderen natuurlijk wel een leuke reis maken. Maar als vliegtuig en auto niet kunnen, is er meteen heel wat minder mogelijk. Met wat zoekwerk vond ik een bootreis naar Zweden, met een vrachtschip dat wekelijks uitvaart en slechts een tiental passagiersplaatsen telt. Heel avontuurlijk was het! En in Zweden logeerden we dan in wat aangekondigd was als het meest primitieve hotel. Dat waren eigenlijk hutten temidden van de bossen, zonder elektriciteit en stromend water. We moesten er eerst hout gaan sprokkelen om thee te kunnen zetten. Het was een van de tofste reizen die we ooit maakten!’
Stop met Klagen: Doe-het-zelfgids voor een vrolijke nieuwe wereld Genoeg geklaagd, genoeg geanalyseerd, genoeg gewikt en gewogen. Het is nu wel duidelijk wat er mis loopt. Het wordt stilaan tijd om onze hulpeloosheid af te schudden en de wereld die we echt willen vorm te geven. Dit boekje biedt recepten voor activisten en wereldverbeteraars, voor dromers en doeners, voor twijfelaars en sceptici, voor iedereen die de fase van de spaarlampen voorbij is. Het boek staat vol concrete voorbeelden van wat je zelf kan doen, achtergrondinformatie, tussendoor wat peptalk en hier en daar een concrete oefening. Het boek start met een zeer kort (maar wel deprimerend) overzichtje van wat er mis loopt. Daarna gaat het vooral over het komende nieuwe tijdperk en de manier hoe we daar kunnen geraken. Daarbij komt onze rol als consument en burger aan bod, maar blijkt tevens dat veel verandering begint in ons hoofd. Tussendoor lees je een paar verhalen en mijmeringen over mijn persoonlijke zoektocht en ervaringen. Als uitsmijter is er een start-to-action stappenplan. In de bijlagen een lijst met praktische 100 tips, een hele reeks inspirerende sites en filmpjes en 40 belangwekkende boeken voor jou gelezen en kort samengevat. Op algemeen verzoek (van toch zeker van twee fans) ook de liedjesteksten van de voorstelling ‘stop met klagen’.
Van geboorte tot dood In je eerste boek ‘Ecologische leven van wieg tot kist’ geef je ecologische tips in alle facetten van het leven. ‘Het was de bedoeling om een naslagwerk te maken waaruit lezers dan zelf konden kiezen welke veranderingen ze in hun leven wilden toepassen. Want inderdaad, vanaf onze geboorte hebben we daarmee te maken, hoe met onze afval om te gaan. En kunnen we keuzes maken hoe dat aan te pakken. Zelfs voor het sterven kunnen we kiezen voor ecologisch.’ Is crematie al geen goede evolutie daarin? ‘Dat is zeker zo. Daarmee beperken we in ieder geval de afvalstoffen. En het klinkt misschien een beetje luguber maar daar is het besluit dat het nog ecologischer zou kunnen met groepscrematies. Dan zou bv. de energie die nodig is voor een crematie nog efficiënter kunnen gebruikt worden. Maar dat ligt natuurlijk een beetje gevoelig (hij glimlacht). Natuurlijk kan je dat ook anders aanpakken en op de koffietafel kiezen voor Fairtrade-koffie. Dat is ook al beter voor het milieu. Of dan zou je kunnen afspreken om per fiets naar de dienst te gaan i.p.v. met een kolonne voertuigen.’ Wat is je drijfveer om zo voor ecologisch leven te kiezen? Had je dat al toen je jong was? ‘Als jong kind al voelde ik de drang om ecologisch te gaan leven. Het was voor mij ook een eerste teken dat het leven ongelijk verdeeld is. Toen ik als elfjarige op het televisienieuws de staatsgreep in Chili zag (afzetting van president Alliende door staatsgreep in 1971, red.), voelde dat voor mij aan hoe onrechtvaardig dat is. Van dan af wist ik dat ik de wereld wilde verbeteren. Dat was heel naïef, ik weet het wel. Maar dat was mijn reactie op die ongelijkheid. Ik heb daar toen op school nog een spreekbeurt over gemaakt. Terwijl klasgenoten iets kwamen vertellen over hun huisdier, wat de normale gang van zaken was. Maar net zo toen ik de beelden zag van de hongersnood in Soedan, had de onrechtvaardigheid daarin mij enorm geraakt. Ook in de verschillende jobs die ik gedaan heb was dat altijd blijven doorklinken: ik wou kunnen bijdragen aan een betere wereld. Ik geef toe, met mijn engagement voor de ecologische voetafdruk heb ik ook wel iets van een priester die de boodschap gaat verkondigen. Tja, ik heb wel zo’n karaktertrekje in mij... (hij glim8
lacht). En ik ben bovendien ook wel een nogal koppige doorzetter, ook als het niet meteen lukt.’
Anders gaan lezen Voor jouw nieuwste boek ’Stop met klagen’ heb je het anders aangepakt/ Het nieuwe boek ’Stop met klagen’ is anders aangepakt. Hoezo? ‘De tips om beter om te gaan met het milieu zijn natuurlijk gebleven. Maar alleen daarmee gaan we er niet geraken. Zo gaan we de wereld niet redden. Het is ook nodig om tot een ander bewustzijn te komen. Bovendien is het heel belangrijk dat we niet in ons eentje actie voeren maar dat we bondgenoten zoeken. Ik geloof steeds meer dat de veranderingen enkel kunnen gebeuren als mensen het samen aanpakken. Ook in de transitiebeweging is dat zo. Dat is een van de nieuwe lijnen in het boek, dat gezamelijk engagement heel belangrijk is. Een andere lijn is dus die bewustwording, met thema’s als dankbaarheid en verbondenheid. Het geeft ook aan om je eigen leven ‘s in vraag te durven stellen. En dat gaat dan in tegen de ons bijna aangeboren strijd in ambitie en competitie, die we met de paplepel van de neoliberale maatschappij meegekregen hebben. We kunnen beter weer kiezen voor kwaliteit i.p.v. kwantiteit. Ons hele leven wordt te veel beheerst door cijfers en economische voorwaarden. Dat is ook waar Paul Verhaeghe het over heeft in zijn discours (zie verderop in deze Gazette, red.). Spiritualiteit is een derde punt dat meer aan bod komt in het boek. Het is beslist goed om met meer liefde en mededogen naar de ander te kijken. Met een verdere opdeling in wij/zij-denken raken we nergens. Want ook in ecologische kringen komt dat voor, mensen die ervan uit gaan dat zij de enige juiste visie hebben. Sommige gaan daar zo ver in dat ze hun eigen leven en gezin zelfs verwaarlozen. Dat zouden we moeten proberen te vermijden. Daarom vind ik dat spirituele element belangrijk: het kan ervoor zorgen dat we onszelf terug openstellen voor de mensen rondom ons. Ook als je buurman bv. met een glimmende, veel te grote auto rijdt. Als we met elkaar gaan praten op een mededogende manier kunnen we misschien gaan begrijpen waarom die milieu-onvriendelijke wagen voor de buurman zo belangrijk is,
Steven Vromman - Foto © Studio Schrever
misschien is dat een opvulling voor een gemis. Verwondering is nog zo’n element dat we uit die spiritualiteit kunnen halen. We kunnen die eigenschappen terugvinden in de meeste tradities en levensbeschouwingen. En boeddhisme vind ik daarin wel interessant.’ Vanwaar die interesse voor spiritualiteit? ‘Het is een evolutie die ik in mijn eigen leven ervaar. Maar ook rondom mij voel ik daarin een verandering. Uit reacties van lezers maak ik op dat wel meer mensen op zoek zijn. Misschien kan een spirituele kijk daarbij helpen. Materiële dingen kunnen ons niet ten volle vervullen, zoals we onszelf dat vele jaren hebben voorgehouden in de technologische evolutie. En het is wel duidelijk dat meer en meer mensen dat beginnen inzien. En ook die evolutie is wel boeiend. Het is ook wat we nodig hebben in een burgerbeweging. We kunnen niet blijven hameren op de uitstoot van fijn stof. Uiteindelijk hebben we nood aan zingeving.’ Een mooie zin om mee af te sluiten. Daar zijn we even zoet mee, op de trein terug naar huis! (WiSch)
Low Impact Man Driedelige eco-docuserie De wereld gaat eraan, en met een ontstellende snelheid. Hittegolven, overstromingen, hevige stormen en massaal veel ozon, dàt staat ons te wachten. Boven onze hoofden discussieren believers en non-believers over de schuld van de mensheid aan de teloorgang van de planeet. Steven Vromman zit niet op het resultaat van die discussie te wachten. Hij wil iets doén, namelijk de wereld redden in Dertig Stappen. Elke stap verlaagt zijn impact op de planeet. Tot hij een ecologische voetafdruk van 1,6 hectare overhoudt, dat is de oppervlakte waar iedere aardbewoner recht op heeft. Zo wordt hij de Low Impact Man.
In de 1ste aflevering dumpt Steven zijn overbodige elektrische toestellen, draait hij zijn gas- en waterkraan dicht, en eet hij geen chocolade meer. In Aflevering 2 vecht Steven tegen zijn ingebakken gewoontes. Een warme douche hoeft niet, met een teiltje regenwater kan je je ook wassen. Ook zijn eetpatroon wordt afgeslankt. In Aflevering 3 gaat hij zijn energieverslindende huis te lijf met wijnkurken en gordijnen, en levert intussen een verbale veldslag met de consumerende m e d e m e n s , en zijn High Impact tegenpool.
9
Eco&Logisch Hof ten Muizenhole
Landbouw van vandaag Het Hof Ten Muizenhole is aan een derde generatie toe. Eigenlijk aan een vierde, als we er de overgrootvader in Oudenaarde bij tellen. Damien is dus vierde generatie landsbouwer. Het was zijn grootvader geweest die het Hof ten Muizenhole begon in .... Vader Guy zette de landbouw verder, op traditionele manier. Als vierde generatie zette Fabien de stap naar biolandbouw. Dat is zo’n vier jaar geleden. ‘Omdat het mij altijd geïnteresseerd heeft om op een andere manier aan landbouw te kunnen doen’. Damien leidt me rond op het grote hof. Het ademt het echte boerenleven. Met een onafscheidelijke hond die de laarzen van z’n baasje volgt. Heerlijk hondenleven. Op een (h)eerlijke boerderij. ‘Ik moet ook toegeven dat het bio-boeren veel meer voldoening geeft. Je kan er als teler een meerprijs voor vragen. Want voor de gangbare landbouw - zoals dat genoemd wordt- zijn het moeilijke tijden geworden.’ Als landbouwer moet je mee met de tijd. De interesse groeit om meer te kiezen voor bio. Het Hof levert aan warenhuizen en voorziet ook in particuliere verkoop, in de automaat aan de straatkant. De moderne koeienstal - Foto © Studio Schrever
Blondes Vader Guy werkt mee in het bedrijf. Zijn ervaring is een extra troef. Hij verzorgt ook het papierwerk. Met 100 hectare landbouwgrond, betekende hun overschakeling naar bio landbouw een verdubbeling ervan in Oost-Vlaanderen. ‘We hebben 75 hectare akkers, voor de groenten, en 25 hectare weiden waar we Blondes op kunnen laten grazen. Het is een koeienras dat veel beter ge-
“Als landbouwer moet je mee met de tijd.” schikt is voor bio vleesproductie. Ze hebben een betere weerstand en kunnen ook makkelijker kalven, zonder keizersnede.’ Bij het vroegere traditionele ras, Belgisch Witblauw, is dat anders: een kalf wordt er zowat altijd ter wereld gebracht met een keizersnede.
Bio-boer Damien - Foto © Studio Schrever
de in z’n soort in België. In totaal zijn er nog maar een tachtigtal van gebouwd.’ De contructie oogt tegelijk eenvoudig Postmodern De koeienstal valt van ver op. Het lijkt en imposant, met een brede stalen kowel een circustent, met grauw dekzeil. lom centraal in de postmoderne koeien‘Het is een Engels concept en de twee- stal. ‘De dieren zijn veel rustiger, omdat ze altijd in de buitenlucht zijn. Ze kunnen elkaar ook altijd zien door de transparante structuur. En voor ons is het ook veel practischer: we hoeven de dieren niet doorheen smalle gangen de stallen in en uit te leiden. We kunnen ze veel makkelijker het land op sturen. Bovendien zorgt het concept ervoor dat er geen verloren ruimte is.’(WiSch)
10
Samenleving Free-Go
Frigo op wieltjes Omdat hij begaan is met mensen en hun gezondheid, bedeelt hij sinds enkele jaren soep aan daklozen en minderbedeelden. Met een grote kom op zijn fietskar gaat hij bij hen langs. De tijd ontbrak hem om dat per fiets te blijven doen en dus knutselde hij de eerste FreeGo in elkaar, een gerecupereerde frigo op wieltjes. Dagelijks plaatst hij die op de stoep van zijn huis waarin hij gezond lekkers aanbiedt aan passanten. Dat smaakt naar meer. De Wereld Draait Door Het idee van de soepbedeling haalde hij bij vrienden die daarmee hun geefpleinen opstartten in Antwerpen. ‘Jeroen en ... zijn daar allang mee bezig. Toen ik in Gent kwam wonen wou ik mijn ruimte ook aanbieden aan om daklozen op te vangen. Zo kwam ik in contact met CAW en OCMW. Daaruit vloeiden andere initiatieven zoals de soepbedeling -die ik zelf maak met verse groenten van bij De Kollebloem- en het jaarlijks kerstfeest voor 150 kindjes uit arme gezinnen dat Stef Mintiens - Foto © Studio Schrever
we jaarlijks in Hotel NH organiseren, Spiegel aan de wand met circusacts en pannenkoeken enz.’ Het gaat hem daarbij niet enkel om het gebaar van mededogen: met zijn actie wil hij er ook voor zorgen dat mensen “Iedereen die hier langseten. Want dat bepaalt hun eikomt mag iets uit de Free- gezond gen gezondheid. Go te halen” ‘Als je ziet wat er te koop is aan eetwaren in de warenhuizen, dan is het toch wel hallucinant dat er zoveel ongezonDoor tijdsgebrek kwam hij er dus toe de voedingsmiddelen mits een label van om zijn zelfgemaakte soep en ander Europese Unie mogen verkocht worgezonde voeding aan te bieden in zijn den. Mijn bomma maakte de beste en mobiele frigo. ‘Bij de renovatie van een meest gezonde groentensoep, maar die hotel in de binnenstad kon ik enkele zou nooit zo’n label kunnen verkrijgen.’ kleine frigo’s op de kop tikken. Et voila, Eens begonnen is hij niet meer te stopzo kwam ik erop om die te gaan gebrui- pen over de disproportie in de voedingsken voor mijn voedselbedelingen.’ industrie. Hij geeft er ook vaak lezingen Als bij toeval kwam alles in een stroomversnelling: een cameraploeg van de “Er zijn zoveel ongezonde VRT kon twee mannen die de free-go in z’n geheel wilden meenemen op he- voedingsmiddelen die te terdaad filmen, waarna het fragment als koop aangeboden worden een Belgenmop werd uitgezonden op in warenhuizen” De Wereld Draait Door (Nederlands televisieprogramma, red.). Het werd een ware mediahetze op zowat alle zenders. over. ‘Ik daag de mensen graag ‘s uit: Vanaf dan stromen de aanbiedingen op zo’n lezing, vraag ik hen wel ‘s wie vlot binnen: ‘Restauranthouders of ca- ‘s morgens yoghurt eet, want ‘dat heet teringbedrijven bieden me hun resten aan. Pas op, het uitgangspunt blijft dat De Free-Go - Foto © Studio Schrever het zelfgemaakte en gezonde maaltijden moet zijn. Ik bied geen industrieel voedsel aan in mijn Free-Go.’ ‘Elke passant is vrij om gratis iets uit de koelkast te halen. Al blijft het hoofdzaak om daar vooral hulpbehoevenden mee te voorzien: minderbedeelden, bejaarden, daklozen. Maar ook studenten kunnen er voorzien in hun dagelijks potje gezond.’ Het concept werd intussen opgepikt in andere steden, ook buiten België. En in Gent zijn er plannen om in elke wijk een Free-Go te voorzien.
11
zo gezond’. Er gaan dan veel vingers omhoog. En dan vraag ik hoeveel lactobacillen ze wel denken dat ze daarmee innemen. Dan kijken ze verwonderd als ik hen uitleg dat het antwoord geen is. Want dat kan natuurlijk niet in een gepasteuriseerde yoghurt, waarin geen extra’ s meer te vinden is.’ Hij noemt het verbazend dat er niet meer mensen ziek worden van de ongezonde voeding die in warenhuizen te koop is. ‘De Duitse prof voedingsleer, Werner Kola, voorspelde in 1941 al, dat we zouden te maken krijgen met veel meer allergiën en afwijkingen als we ons voedsel uit fabrieken zouden halen i.p.v. bij de boer.’
Natuurlijk Ondanks dat hij nu de geschiedenis ingaat als ‘die man met zijn frigo op de stoep’ is hij al vele jaren actief is als ‘alternatieve’ dokter. ‘In België is elke geneeswijze die afwijkt van de traditionele, een alternatieve. Terwijl er in Duitsland, waar ik mijn opleiding tot natuurgenezer volgde, zelfs geen woord voor bestaat. En de zogezegde ‘klassieke’ geneeskunde bestaat pas sinds 1923! Dus daar zit een hele marketingmachine rond die daarvoor gezorgd heeft. Natuurlijke geneeswijzen bestaan sinds mensenheugnis, maar die worden in België dus als ‘alternatief’ afgedaan. Alsof een geneesmiddel ervoor kan zorgen dat je geneest! Genezen kan je enkel vanuit jezelf.’(WiSch)
De Free-Go - Foto © Studio Schrever
Boeddhistische Blik Frans Goetghebeur
Van TINA naar TAPA Frans Goetghebeur is een referentie als het op boeddhisme in België aankomt: hij richtte een Boeddhistisch Centrum op in Antwerpen, was lange tijd actief betrokken in het Tibetaans Instituut in Hoei en voorzitter van zowel de Boeddhistische Unie van België (B.U.B.) als van de Europese Boeddhistische Unie (E.B.U.). Sinds enkele jaren bekijkt hij die eerder vanaf de zijlijn. Niettemin kijkt hij met veel belangstelling naar de evoluties in de samenleving, waarin steeds meer positieve alternatieven opduiken die sterk verbonden zijn met de Oosterse levenshouding van meditatie en mededogen. Hij wordt nog vaak als spreker uitgenodigd om uitleg te geven over die evolutie in een veranderende wereld. Op woensdag 18 maart was hij gastspreker bij de Brusselse Club of Rome. Club of Rome is een onafhankelijke non-profit organisatie die bruggen wil bouwen tussen de Europese instellingen en de burgers. Als een denktank die reflecteert over duurzaamheid in de Europese Unie en daarbuiten wil het daartoe bijdragen. De voordracht stond in het teken van zingeving, met drie sprekers ter zake. De eerste was Laurent Ledoux, actief in Filosofie & Management. Terwijl hij de invloed van religies die vaak neerkomen op een voorkeur voor de eigen kring op de korrel nam, noemde hij Einstein als religieuze in zijn werkgebied,
de fysica. Conclusie was dat religie zich ook manifesteert buiten de beleving van godsdiensten of levensbeschouwingen. Als afsluiter noemde hij ook Jaap Kruithof die als notoir atheïst opriep tot meer religie. Vervolgens nam Joël Van Cauter het woord. Bij deze filosoof ging de denkoefening erover dat we het probleem, het gebrek aan zingeving door een overdreven nadruk op de materialisme, ook kunnen zien als een oplossing. Hij vervolgde met de noodzaak een leegte, een stilte te kunnen beleven om van daaruit iets nieuw te kunnen opstarten. Als filosoof rondde hij af met de woorden van Woody Allen: ‘The answer is yes, but what was the question?’. Tenslotte gaf Frans Goetghebeur zijn visie op de transitie van de laatste jaren. Hij stelde meteen dat de tekens van échte verandering duiden op een constructieve actie ten voordele van een duurzame samenleving. En dat er bij zowat alle tradities een opvallende interesse is waar te nemen voor meditatie als een bevrijdende praktijk (wanneer het regelmatig wordt toegepast in het dagelijks leven). Zijn conclusie was dat we als samenleving aan het evolueren zijn van TINA (‘there is no alternative’, naar de uitspraak van Margeret Thatcher) naar TAPA: ‘there are plenty of alternatives’. Als insteek voor de aanwezigen gaf Goetghebeur nog mee dat het (spreekwoordelijke) menselijke hart de bron is van alle spirituele leven. Er volgde nog een interactie met het publiek. Hieruit kon blijken dat er ook in het hart van Europa stilaan verandering ten goede aan de gang is. (WiSch)
Binnenplaats van Tibetaans Centrum Yeunten Ling, Hoei
12
Maatschappij Frans Goetghebeur
Geef ons wapens of geef ons waarden Hoewel alles in een stroomversnelling geraakt, is het toch de moeite om, vooraleer we door de maalstroom aan gebeurtenissen meegesleurd worden in een niet te voorziene toekomst, al was het maar heel even, stil te staan bij bovenvermeldde vraag. Het antwoord op die vraag kan immers helpen om in extremis duidelijk te zien waar we wel moeten ingrijpen en wat we zeker niet moeten toelaten.
l De eerste kreet is een uitdrukking van solidariteit met de slachtoffers en een duidelijk ‘neen’ aan wie last heeft met de vrije meningsuiting. Nuances zoals die door de Paus werden verwoord niet te na gesproken. l De tweede kreet gaat al in de richting van strijdvaardigheid. Natuurlijk is de situatie angstaanjagend. We weten ook welk gevaar er schuilt als mensen beweren niet terug te deinzen voor gevaar. Onze angst bekijken en integreren lijkt me verstandiger, kwestie van niet in strijdformaties te eindigen. l De vraag aan de Europese instanties om de eigen bevolkingsgroep door bewapening te beschermen is teleurstellend vanwege een spirituele traditie. Vooral gezien het feit dat nu juist deze traditie verwikkeld is in het meest gepolariseerde conflict ter wereld. Met alle begrip voor een gevoelen van veiligheid waarop Joden, zoals alle andere burgers, recht hebben. Bewapening heeft nergens en nooit bijgedragen tot oplossing van conflicten. De opdracht is hier niet alleen of vooreerst zichzelf (de Westerse wereld, de Joodse gemeenschap) te beschermen, dan wel van op een constructieve manier rekening te houden met het antwoord op de vraag die in de titel van dit briefje gesteld wordt, en van nadien met gezond verstand en de nodige moed na te gaan welke conclusies best uit dit antwoord getrokken worden.
Wat wel en wat niet ? Je suis Charlie roepen en schrijven is te begrijpen en in de gegeven context ook juist. Wij hebben geen angst is al wat anders. De vraag van de Brusselse rabbijn Menachem Margolin, voorzitter van de Europese Joodse Vereniging (EJA) is duidelijk over de schreef. Even iets over deze drie zaken:
Frans Goetghebeur - Foto © Studio Schrever
Waar gaat het niet over? Er wordt in de media nogal veel geschreven en gesproken over l Wie de aanslag in Parijs bedacht heeft: Al Qaeda of IS? l Wat je moet doen met teruggekeerde Syriëstrijders? l Waar het verschil ligt tussen provoceren en kwetsen? l Of het leger politietaken op zich moet en kan nemen? l Of we door overal militairen over het land uit te zaaien de rust herstellen en bewaren? en allerlei andere aanverwante thema’s. Het zijn a posteriori commentaren over de gevolgen van een situatie die veroorzaakt is. De vraag die ik mij, ten persoonlijke titel (ik spreek dus in naam van geen enkele groep, organisatie of instelling), stel is: hoe is het zover kunnen komen ? Sommige chroniqueurs hebben daar al uitvoerig op geantwoord. Ik wil een antwoord in mijn eigen simpele bewoordingen formuleren omdat hun grondige analyses misschien meteen als linkse of rechtse geschriften gecatalogeerd worden. Hoewel de situatie uiterst complex is en ik zeker niet de waarheid in pacht heb, daarom toch even dit. Drie schuldigen 1. Eerst en vooral de huichelachtige politiek van Saoedi-Arabië en enkele andere landen van dezelfde obediëntie. Lan13
den waar sinds enkele decennia op een actieve manier de anti-Westerse haat in scholen en moskees systematisch gevoed wordt. Niet voor niets wordt Raif Badawi, een blogger voor democratische vrijheden, deze dagen openlijk bestraft met zweepslagen. Laat ons niet vergeten dat al tien mensen in dit land dit jaar onthoofd werden, vanuit een strikte toepassing van de sharia. Deze Arabische landen steunen autoritaire regimes die het leger op hun eigen bevolking afsturen. Paramilitaire groeperingen worden door hen bewapend en een middeleeuwse lectuur van de Koran wordt met immense geldmiddelen overal ter wereld ondersteund. En tegelijkertijd doet men zich voor als grote bondgenoten van het Westen !
het Westen is ontstaan. Ik vermeld hier ook even twee zaken: de Franse regering heeft in 1970 zelf een wet uitgevaardigd waarbij Hara-Kiri, de voorloper van Charlie Hebdo, verboden werd omdat met de dood van De Gaulle gespot werd ! Een Turkse Minister liep wel vooraan mee in de stoet in Parijs, terwijl in zijn eigen land talloze journalisten vervolgd worden. l Als vertegenwoordigers van alle grote spirituele tradities blijven beweren dat een universele ethiek gebaseerd op geweldloosheid, mededogen met de zwakken (l’abbé Pierre zei indertijd al “Wij strijden tegen de armoede !”) en een gezonde verdraagzaamheid de enige weg naar een duurzame vrede is. Er is maar één kracht die sterker is dan haat en geweld en dat is liefde en wederzijds begrip. Ook al klinkt dat hier vals en flauw, toch blijkt dat een betere inspiratiebron dan andere impulsieve reacties te zijn.
2. De destructieve woekermachine van de as USA-GB en haar satellieten (de agro- en de wapenindustrie) die sinds 2008 een achttal musulmaanse landen zijn binnengevallen en een puinhoop hebben achtergelaten. Zonder de misdaden van jihadstrijders te minimaliseren kunnen we niet voorbijgaan aan het feit dat, in het oog van deze strijders, de misdaden (tegen de menselijkheid) van de legers uit het Westen en hun inmenging onbegrijpelijk en onaanvaardbaar zijn. Zonder nog te spreken over de ontmenselijking van het economisch systeem dat zij voorstaan en overal willen installeren.
Hoe kunnen we ons terdege verdedigen tegen een dreigend en reëel gevaar en tegelijkertijd toch op een kordate manier blijven ijveren voor een veilige toekomst, niet alleen voor onze eigen groep en onze eigen beschaving, maar voor de hele mensenfamilie ? Wat zijn de strategieën die ons in de huidige conflictsituatie niet misleiden en alles van kwaad naar erger voeren ? Hoe geraken we uit de donkere wolken van gehechtheid aan onze eigen principes ? Hoe kunnen we anderen ook hieruit helpen ? Hoe kunnen zwakke jonge medeburgers opgevangen worden en geholpen worden in hun zelfontplooiing en vermeden worden dat ze zonder te beseffen wat hen te wachten staat op een goedgelovige manier in de armen van boosdoeners terechtkomen ? Het is mijn hoop dat de opbouwende en verenigende krachten die vooral in de spirituele tradities zouden moeten te vinden zijn aan het woord komen. Dat zij gedegen initiatieven nemen. Als ze tenminste hun onafhankelijkheid bewaren van de politiek die hen maar al te dikwijls instrumentaliseert. En vooral als ze eindelijk de gewoonte van het grote gelijk opgeven en zich samen inzetten voor een hemel op aarde in plaats van borg te willen staan voor een ideaal in het hiernamaals. De maatschappelijke relevantie van authentieke spiritualiteit zal hierin geïllustreerd worden. Zo niet is het gevaar groot dat korte termijn politiek, reactieve antwoorden en nog dommere initiatieven dan deze de plaats innemen. (tekst: Frans Goetghebeur)
3. De derde schuldige is God. Het lijkt misschien wat belachelijk om dit zo te stellen. Mijn redenering is namelijk de volgende: ofwel bestaat God niet, en is hij gewoon een uitvinding van mensen die niet willen instaan voor de verantwoordelijkheid van hun daden en die beweren deze daden te stellen als een dienst aan hun God. Dan is God, hoewel hij niet bestaat, uiteindelijk toch verantwoordelijk. Ofwel bestaat God wel, en dan is Hij blijkbaar er niet in geslaagd om in de harten van alle mensen aanwezig te zijn. En dan zit hij er dus ook duidelijk voor iets tussen. Geweld, hardvochtigheid en uitbuiting zijn het gevolg van een ontbreken van elke spirituele dimensie in de beleving van diegenen die aan de zegen God’s ontsnapten. Voorbij het Grote Gelijk Er valt natuurlijk niets te zeggen op initiatieven als het organiseren van internationale conferenties ter bestrijding van het terrorisme: de tijd is er rijp voor, om niet te zeggen dat het hoog tijd is. Dankbaarheid is ook verschuldigd aan alle diensten die in stilte en met grote nauwgezetheid het terrein in het oog houden. Tegelijkertijd voelt iedereen de gulzige blikken van de wapenindustrie die zo graag zou willen toeslaan en van Europa een even gevaarlijk land als de Verenigde Staten maken door iedereen wapens aan te smeren, zoals ze zonder aarzelen overal ter wereld aan alle partijen wapens verkopen. Mijn bescheiden verzoek zou zijn om de stemmen die juiste zaken zeggen wat duidelijker op de voorgrond te plaatsen, ze ernstig te beschouwen en ze ook beter kenbaar te maken. l Als de Iraanse president zegt dat de Koran niet over wraak maar over gerechtigheid spreekt bijvoorbeeld. l Of als vooraanstaande islamitische intellectuelen begrip vragen voor een grondige misvatting die is ontstaan omdat het koloniale Westen in het verleden met geweld een onbegrijpbare laïcisering heeft opgelegd, dictators steunt en de eigen waarden zelf niet toepast, en dat daardoor een grote argwaan onder de islamitische bevolking ten overstaan van 14
Stap
uw auto
en help uw kinderen
op de fiets.
veili ger
maakt het voor fietsers.
‘We Cycle this City’ is een fietscampagne van Giesbaergske Koleuren Gazette 15 Omdat fietsen meer uitspaart dan brandstof
© studio schrever
Want elke auto
Superdiversiteit Amir Hussein Jafari
Afghaanse hart in België Wie ‘De Vliegeraar’ van Khaled Hosseini heeft gelezen weet hoe mooi Afghanistan is. Of beter was: de natuur heeft nog niet veel van haar pracht verloren, maar oorlogen en gewapende conflicten hebben er het leven van de burgers tot een hel gemaakt. Het kan de vluchtelingenstroom van veel Afghanen naar het Westen verklaren. In 2010 zag ook het gezin Jafari kans om uit hun levensbedreigend bestaan te ontsnappen. Hussein is zestien. Hij is de oudste zoon in het zeskoppig Afghaans gezin Jafari dat zo’n vier jaar geleden in België kwam wonen. ‘Het was 25 december toen we hier aankwamen, ik herinner het me nog goed. Ik was toen 12.’ Eerst waren hij en zijn vader Asef in België aangekomen. Nadien volgden nog zijn moeder, jongere broer en zus. Vader Asef was kleermaker in de Afghaanse stad Herat maar omdat het er toen al te gevaarlijk leven was, verhuisde het gezin enkele jaren na Hussein’s geboorte noodgedwongen naar Iran. Hussein herinnert zich nog wel hoe het in Afghanistan was. ‘Het is een prachtig land waar het goed leven was.’
“Het is een prachtig land waar het goed leven was” Toen het leven van burgers ook in Mashhad meer en meer in gevaar kwam, besloot het gezin een betere toekomst te zoeken in het Westen. Vooruit Bij aankomst in België werden ze in het opvangcentrum van Genk geplaatst. ‘Het was er vreselijk, met zoveel mensen samen, in kleine kamers. Het was niet leuk om daar als tiener te moeten verbljiven. Je kon er de spanning en het on-
gemak voelen. En toen we de mogelijkheid kregen om naar Geraardsbergen te verhuizen, in een huis in de Molenstraat, hebben we niet getwijfeld. Hoewel we niet wisten waar we heen gingen, hebben we die kans meteen gegrepen. Alles was beter dan het opvangcentrum.’
vanuit Geraardsbergen naar Brussel om de problemen met onze verblijfsvergunning bekend te maken. In Brussel zijn we toen ontvangen door minister De Block. Terzelfdertijd stond een hele groep Afghaanse vluchtelingen in de straat om op te komen voor onze rechten.’
Hoe noemde gij? In Geraardsbergen werden ze goed ontvangen. Hussein, z’n jongere broer Muhammad en zus Mohadissa konden meteen naar school in de OKAN-klas, om er verder Nederlands te leren. Sommige mensen kwamen bij hen thuis om te helpen met huistaken en lessen. ’Intussen had ik wel al wel wat Nederlands geleerd. Maar toen ik hier op school in Geraardsbergen werd aangesproken met ‘Hoe noemde gij?’ begreep ik er niets van! Het dialect klonk zo raar.’ Stilaan maakte hij vrienden. ’Toen zij mij voor het eerst ‘dikken’ noemden (het is een soort Geraardsbergs slang om je vrienden met ‘dikken’ aan te spreken dat staat voor ‘dikke vriend’; red.) wist
Kids Vanuit hun gezamelijke acties is het Kids Parlement opgestart, waarmee ze de situatie van de Afghaanse vluchtelingen in het licht blijven stellen. ’Met het Kids Parlement willen we proberen de wereld beter te maken, met allerhande kleine acties. Zo hebben we rond de Kerstperiode in de winkelstraten van Gent ballonnen en kaartjes uitgedeeld om de mensen te bedanken. Gewoon om hen te bedanken om even naar ons te luisteren’. ’Nu onze papieren in orde zijn en we niet meer kunnen uitgewezen worden voel ik me een Belg maar ook nog steeds een Afghaan. Daarom hebben we met Vluchtelingenwerk Vlaanderen nu ook de groep ‘Altochtonen van de toekomst’ opgericht.’ Hussein wil beslist zijn engagement voor een betere toekomst tonen. Hij is daarin alvast heel gedreven en dat kan ook zijn interesse in de politiek verklaren.
“Toen ze me voor ‘t eerst aanspraken met “Hoenoemde-gij?”, begreep ik er niets van” ik niet waar ik het had! Ik was toch niet dik! Nu gebruik ik dat ook natuurlijk, maar die eerste keer, dat was schrikken, ‘dikken’!’. Ondanks dat het hele gezin intussen goed geïntegreerd heette in de Oudenbergstad waren de problemen echter nog niet van de baan. Hun verblijfsvergunning werd telkens weer geweigerd. ’Toen kwamen we in contact met een Brusselse advocaat die ons wilde helpen. Samen met andere Afghaanse vluchtelingen startte hij onze verdediging op. Wijzelf ondernamen ook acties en we organiseerden o.m. een voettocht
President ’Ondanks ons leven in België wil ik me toch blijven engageren voor de situatie in Afghanistan. Ik droom ervan om er president te worden en het bestaan van de Afghaanse bevolking te verbeteren.’ Het leven als jonge Belg met andersculturele roots laat Hussein ook niet onbewogen. De recente terreurdaden in Parijs (de aanslagen op de redactie van Charlie Hebdo op 7 januari l.l., red.) hebben het leven voor migranten geenszins verbeterd. ‘Sindsdien worden we als allochtonen nog meer geviseerd’, weet ook Hussein. Amir Hussein Jafari - Foto © Studio Schrever
16
17
’Het is heel spijtig dat onze religie, de Islam, daardoor door het slijk wordt gehaald. Die terreuraanslagen kunnen niet door echte moslims gepleegd zijn. Als moslim kies je voor een vredevol leven en dat strookt niet met die ronduit misdadige acties.’ Hij wil graag openlijk aan de kaak stellen hoe het is om een leven op te bouwen in een nieuw land. ‘Ik heb een idee om daar een korte film over te maken. Daarin zou ik willen tonen hoe het aanvoelt als je voortdurend wordt nagekeken, omdat je huid een beetje donkerder is en je verondersteld moslim bent.’ ‘Ik ben inderdaad moslim en ik kom daar graag voor uit. Met imams in Afghanistan heb ik nog regelmatig contact. En ondanks de grote afstand blijven zij mij steeds goed advies geven hoe in het leven te staan op een positieve manier’. Met jonge kerels als Hussein ligt de superdiverse toekomst voor ons uit. (WiSch)
Amir Hussein Jafari - Foto © Studio Schrever
‘Met een videoclip zou ik willen aantonen hoe het aanvoelt als je voortdurend wordt nagekeken omdat je huid een beetje donkerder is en je verondersteld moslim bent’
18
Transitie Frans De Clerck
Gesprek met een pionier Onlangs werd hij zeventig. In ons gesprek zou blijken dat hij zich daardoor wel ‘s afvraagt welke bijdrage hij nog kan leveren -als jonge zeventiger. Hij is een pionier geweest in de bankwereld. Niet enkel in België: op internationaal vlak is hij nog steeds actief in de Stichting Administratiekantoor Aandelen Triodos Bank (1). Hij volgt ook nog de Global Alliance for Banking on Values (2), een wereldwijd netwerk van duurzame banken dat hij in 2009 mee oprichtte. Kwestie van bijdrage kan dat tellen. Een overzicht van zijn pionierswerk. Na een halve studie Germaanse filologie, met een aanvulling van Pers & Communicatiewetenschappen, wou hij journalist worden. Het was zijn intentie om als een kuifjesfiguur de wereld te gaan verkennen. Door een toevallige ontmoeting zou hij echter in de bankwereld terechtkomen. ‘Het wisselkantoor De Maertelaere -toen nog in de Mageleinstraat in de Gentse binnenstad- wilde me graag aan boord, om de communicatie te verzorgen op internationaal vlak voor vermogende klanten.’ De Clerck zou er vier jaar aan de slag gaan. ‘Eigenlijk kende ik niets van geld, maar omdat ik zeer nieuwsgierig ben, was mijn interesse gewekt en wilde ik daar meer over weten. Het werden vier bijzonder leerrijke jaren, bij een werkgever uit de duizend: een zeer intelligent man met een enorme kennis van zaken, die mij bovendien de vrijheid gaf zelf initiatief te nemen.’ Maar het betekende ook een schok voor u om de beurs en beleggingswereld te leren kennen. Hoe bedoelt u? ‘Het was verbijsterend om te zien hoe die casino-wereld, met grote sommen geld, die zomaar heen en weer worden geflitst, en voornamelijk bedacht op maximalisatie van de winst, in elkaar zat. Je moet weten dat ik uit een heel bescheiden nest afkomstig ben: doordat mijn vader erg vroeg overleed, moest mijn moeder het rooien met een zeer klein weduwenpensioen. En ik was terecht gekomen in een milieu waar met
geld gespeeld wordt! Dat maakte veel vragen bij mij los. Wat is geld? Wat zijn aandelen? Wat willen de aandeelhouders bereiken? Hoe denken zij? Interesseren zij zich voor de ondernemingen waarin zij aandelen hebben? Maar ik zag snel in dat winst bijna het enige was dat hen interesseerde. Dat kon ik niet begrijpen, dat aandeelhouders als mede-eigenaars van de bedrijven enkel daarin geïnteresseerd waren. En dus wilde ik de bedrijfsleiders die de risico’s nemen om iets op te bouwen beter leren kennen via de bankwereld: hoe denken zij? Over welke capaciteiten beschikken zij dat zij met risico’s kunnen omgaan? En wat zit daar dan achter? Waarom kunnen zij dat aan en anderen niet? Ik wilde dat ontdekken.’ Had u daarvoor dan de juiste studies gedaan? ‘Neen, eigenlijk niet. Ik had wel al veel bijgeleerd in mijn dagelijkse job, maar bij mijn overstap naar het bankwezen besloot ik die toen te combineren met een extra studie aan de Vlerick Business School.’ Ridders ‘Intussen werkte ik me in als bankier bij de Bank IPPA en later ook bij andere banken waar ik verschillende management functies uitoefende. Als bankier was het belangrijk om via gesprekken bedrijfsklanten met een kredietvraag, beter te leren kennen en op die manier te kunnen inschatten of het financieel risico aanvaardbaar was. Cijfers waren natuurlijk even belangrijk, maar oorspronkelijk zegde mij dat niet zo veel. Later was dat wel anders! Tijdens een middagpauze vond ik in boekhandel De Slegte een boek met als titel ‘Coöperation, Co-ownership and Control’, over hoe ondernemingen ook op een andere manier kunnen bestuurd worden. En dat was voor mij een eerste eye-opener: aandeelhouderschap kon ook anders.’ Hoe kon u dat dan gaan toepassen? ‘In die periode liepen onze kinderen school in de pas opgerichte Steiner19
school. En wat bleek? Een aantal ouders van de kinderen op die school zaten ook in de bankwereld. Omdat die school nog niet gesubsidieerd was, moesten we zelf middelen voorzien voor een gebouw, voor het loon van de leraars en zo verder. Dat bracht ons als ouders eigenlijk al samen om er over na te denken hoe we dat konden doen. Onze interesse was gewekt voor de visie van Rudolf Steiner op het sociaal weefsel van de maatschappij, de economie en hoe om te gaan met geld. Om ons daarin te verdiepen startten we in 1981 op initiatief van Chris Maryns met een groep mensen rond die school een studiegroep op, waaruit we in 1983 de coöperatieve vennootschap Mercurius oprichtten. Die diende om kleinschalige initiatieven die maatschappelijk relevant waren, te helpen financieren. Dus zonder een bank te zijn, bracht onze coöperatie mensen met geld in contact met mensen die vernieuwende initiatieven wilden opstarten en uitbouwen. Het ging om projecten die zorgden voor verandering in de zin van meer menselijkheid, meer respect voor de wereld en de planeet. En met tevens bijzondere belangstelling voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. We hadden lang zitten filosoferen hoe we anders kunnen omgaan met geld en wilden het nu ‘s in de praktijk brengen.’ Was dat de start voor een alternatieve bank? ‘Wel, het werk voor Mercurius deden we in het begin enkel op zaterdag en zondag, want in ons dagdagelijks leven waren we nog aan het bankieren op een klassieke manier (hij lacht). En omdat onze kleinschalige coöperatieve echt wel werkte, wilde ik dat ook op professioneel vlak brengen: ik wilde die diensten voor iedereen toegankelijk maken door een nieuw soort bank op te richten. Maar de tijd was er toen (begin van de jaren ’80) niet rijp voor in België, hoewel de tijdsgeest aan het veranderen was.’ Waaruit kon dat dan blijken? ‘In die jaren was er in Duitsland de GLS Bank en in Nederland de Triodos Bank -waarmee we samenwerkten voor onze coöperatieve- die met dezelfde ideeën
20
al aan de slag waren, nl. bankieren op een ethische manier. Pas tien jaar later, in 1992, ontmoette ik Karel Teck, een Belgische bankier die net als ik een Triodos Bank in België wilde opstarten. Karel en ik hadden dus dezelfde plannen, Triodos bracht ons in contact met elkaar en we schreven er samen een businessplan voor uit. En in september 1993 werd de Triodos Bank België opgericht, met een feest voor vierhonderd mensen in de Ridderzaal van het Gravensteen in Gent. Ik zeg dat er graag bij want dat is zo’n zaal zonder franjes (hij lacht). Het was echt een sfeer van “Waw, we beginnen met iets nieuw!”, inclusief interviews voor het televisienieuws en alle andere media. Dat was nogal wat. Toen telde de Nederlandse Triodos Bank maar 29 medewerkers (nu internationaal meer dan 1.000), maar het was het begin van een boeiend verhaal.’ Kon de Triodos Bank in België meteen een plaats opeisen? ‘Het heeft toch wel jaren geduurd eer het project echt van de grond kwam. In de beginjaren was dat in een huurhuis, met meubelen uit Ikea die we met ons viertjes -Karel, ik en onze echtgenotesin elkaar knutselden. Maar van bij het begin, hoe klein het ook was, wisten we dat het goed zat.’ Avant la lettre Het was een verhaal van creatie, vertelt hij ons verder. Creatie en samenwerking in een sfeer die daarnaar op zoek was. Want er moest natuurlijk eerst een nood zijn om iets op te richten. En in de tijdsgeest van toen, met biologische bedrijven die opkwamen, alternatieve scholen zoals Steiner en Freinet, nieuwe culturele initiatieven waarvoor de banken als het ware de neus ophaalden, was dat het juiste moment om met een nieuw concept voor de dag te komen. ‘Van dat streven naar grootsheid bij de klassieke banken had ik ingezien dat dat niet kon blijven duren. Het bleef er klinken van ‘the sky is the limit’, met veel geld en veel winst. Naar mijn gevoel was dat niet in overeenstemming met een gezonde ontwikkeling van de maatschappij, want het ging veelal enkel om geld, zonder daarmee reëele dingen te doen die de maatschappij wat konden bijbrengen. Vooral het bankiersego telde, met een grote berg geld
die niets voorstelt. Pas op, ik stel het een beetje te scherp. Er zijn in de bankwereld heus wel mensen die heel hard werken op een bewuste manier, maar die zitten tegelijk ook gevangen in mechanismes die door de bank zijn opgezet. En dat was voor mij ook een reden om niet het bankwezen van binnenin te willen gaan veranderen, maar wel om een ander concept op gang te brengen. Het was dat of een ander beroep kiezen. Maar ik koos ervoor om een andere bank op te richten.’ Hoe waren de reacties in de bankwereld? En hoe reageerden uw familie en vrienden daarop? ‘Die verklaarden me gek. Ja, echt waar. Ze snapten niet waar ik mee bezig was en waarom ik dat dan zo graag wilde. Tja, ik kan alleen maar zeggen dat het mogelijk is het onmogelijke te doen.’ Waar het u om ging, de eindigheid van geld om geld en de toenemende ongelijkheid, is wat ook Thomas Piketty in zijn boek ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’ aanhaalt. U had dat al veel eerder aangevoeld. ‘De Franse econoom Piketty heeft daar nu wetenschappelijke, economische bewijzen voor op tafel gelegd. Maar bij veel mensen in alternatieve bewegingen was dat gevoel er inderdaad al veel langer. Het gaat eigenlijk om een bewustwording. Mensen zijn in staat om tot een serieus bewustzijn te komen en verder te kijken dan hoe de dingen zich voordoen. Dat is een heel interessante ontwikkeling maar het is een heel traag proces dat je moeilijk kan aansturen. Maar er zijn natuurlijk wel methodes om dat te stimuleren. Dat kan in een methodiek van geconcentreerd te bezinnen. Als je dat dan gezamenlijk gaat doen zodanig dat je in dezelfde energie naar de dingen kijkt, dan ontstaat er een krachtenveld en dat is zeer belangrijk om tot een resultaat te komen. Dus dat is het eerste punt: als je in alle vrijheid samen geconcentreerd doordenkt, dan kan er gezamenlijk gewerkt worden aan een resultaat. Bovendien kunnen we als persoon veel, maar in samenwerken kunnen we nog veel meer -zeker in de economie want in dat gebied liggen de meeste mogelijkheden van samenwerking. Dat moet dus altijd in balans zijn: mensen moeten zich persoonlijk kunnen ontwikkelen, maar moeten ook gezamen-
Frans De Clerck - Foto © Studio Schrever 21
lijk dingen kunnen aanpakken. Er is een tijd geweest, in de jaren ‘60, dat de nadruk werd gelegd op het gezamenlijke; maar als dat zich enkel daarop focust, kan dat ook niet goed zijn. Er is nood om daarin een balans te vinden. Dat heb ik ook in het zoeken naar een andere manier van omgaan met geld kunnen ervaren.’ Het leven zelf ‘Op economisch vlak hangen we allemaal van elkaar af en dus is samenwerken het beste mechanisme. En niet de ultieme competitie zoals dat de regel is in de huidige economie. Met gevolgen als overconsumptie en overproductie. In dat samenwerken is het belangrijk om te kunnen werken rond een basisgedachte: je kan proberen om iets te veranderen in de wereld maar als je daarrond geen fundament hebt, dan is dat moeilijk. Om daarvan een voorbeeld te geven: nog voor ik Triodos wilde opstarten in België, belde ik naar Jo Colruyt (van warenhuisketen Colruyt, red.) omdat ik gezien had dat die ook met een ander concept voor een warenhuis wilde werken. En toen ik hem vertelde van mijn plannen om een ander soort bank op te richten, volgde een lange stilte en zei hij dan resoluut ‘Doen!’. Ondanks dat we allebei in een andere sector actief waren, deelden we eenzelfde uitgangspunt.’ Hoe komt men tot een basis om een maatschappelijk waardevol concept uit te bouwen? Volgens mij zijn daarin drie factoren belangrijk: naast het denken, is er ook voelen en willen. Eerst is er het denken, een gedachte. Rationaliteit staat zeer hoog aangeschreven, maar zonder gevoel sta je nergens, dan is dat koud. Dus is wat je daarbij voelt even belangrijk. Als je dan een gedachte hebt, waarbij je een goed gevoel hebt, dan is er nog de wil nodig om dingen ook effectief te doen. Anders blijft het toch maar zweverig. Dus: denken, voelen en willen als drie principes van menselijke ontwikkeling. En dat vormt feitelijk ook een basis bij Triodos Bank. In tegenstelling tot andere banken hebben wij bij Triodos statuten en principes waarin een aantal waarden staan beschreven, waarin mensen zich herkennen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook een aantal voorwaarden waaraan moet voldaan worden, anders raak je er niet als bank. Maar die herkenning van
waarden is zeer belangrijk en vandaag de dag zijn er steeds meer mensen die zich daarin weten te vinden. Bij welke traditie of levensbeschouwing kon u die filosofische gedachte terugvinden? Was dat in een Oosterse benadering? Of kon u dat linken aan de antroposofie van Rudolf Steiner? Dat komt niet uit één bepaalde levenshouding of traditie. Ik denk dat het leven mij daar gebracht heeft. Ik ben geboren begin 1945, in een kelder, terwijl het bommen regende op Antwerpen en af en toe ook mijn geboortedorp Arendonk troffen. Dat moet toch wel een heel angstige periode geweest zijn voor mijn moeder, natuurlijk. Bovendien waren mijn vader en grootvader voordien al opgepakt door de Gestapo en in Buchenwald omgebracht. Dus ik heb mijn vader nooit gekend. Ik vraag mij tot vandaag nog steeds af wie mijn vader was en dus stel ik mij ook de vraag ‘wie ben ik?’. Dat is een grote zoektocht in mijn leven. Een andere zoektocht was die naar de zin van het leven zelf, waarbij de Kerk, het Humanisme, en o.a. ook Oosterse filosofieën de revue passeerden. En een derde grote invloed was zeker ook de Steinerschool, waarin denken, voelen en willen in een balans naast elkaar bestaan als de drie grote aspecten in alle lessen van het educatief programma. De sociale impuls van de antroposofie: vrijheid op het vlak van het denken, gelijkheid op het vlak van recht en politiek en broederschap op het economische vlak is dan weer een interessante basis voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. Maar nogmaals, dat kom niet uit één bepaalde filosofie of levenswijze: je kan die principes terugvinden in hele verschillende strekkingen, zowel in bv. humanistische, christelijke als in boeddhistische. Onderweg Triodos is als een Nederlandse Stichting begonnen, in 1970. De naam komt van het Griekse ‘τρὶ ὁδος - tri hodos’, wat betekent drie wegen tot ontwikkeling. In de naam zit dus al de filosofie van de bank: planet, people, prosperity. Pas in 1980 is het een bank geworden. Eerst enkel in Nederland. Na een kantoor in België, volgden ook Engeland, Spanje, Duitsland en een vertegenwoordigingskantoor in Parijs. ‘Het is de bedoeling om Triodos organisch te laten groeien en niet met geweld. Helemaal volgens de uitdrukking
van Goethe: ‘In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister’ (in de eigen beperking ligt het meesterschap). En dat klinkt helemaal anders dan ‘the sky is the limit’. Door een exponentiële groei zou Triodos kunnen verliezen aan authenticiteit en essentie.’ Maar toch belangrijk als tegengewicht dat het anders kan? ‘Absoluut. Het geeft aan dat men zich niet zomaar moet neerleggen bij gevestigde waarden. Als ik een advies kan geven aan mensen die met iets nieuw willen beginnen, dan is het: doe het! Laat je niet omverblazen door wat dan ook van blijkbare onmogelijkheden.’ Genoeg zijn Heeft u ooit overwogen om in politiek te gaan? ‘Wel, ik moet toegeven dat ik lang getwijfeld heb om een studie Politieke Wetenschappen te gaan volgen i.p.v. letteren. En internationale politiek heeft me wel altijd geïnteresseerd. Maar om in een partij-apparaat te werken, dat zou mij niet liggen. Hoewel ik het geprobeerd heb! In Gavere heb ik op een lijst gestaan van sp.a die toen in een coalitie was met Groen. De resultaten bleven echter uit: ik had net geen 100 stemmen, 99 om precies te zijn.’ Wat was het verschil om aan de maatschappelijke weg te timmeren vanuit een politieke partij? ‘In zo’n structuur kan je eigenlijk niet vrij voor je mening uitkomen. Het beste uit verschillende partijprogramma’s halen is politiek niet aanvaardbaar. Als vrije burger die concreet met maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de slag is gegaan, kan ik zeggen wat ik denk, aan wie ik wil. Ook aan politici. En misschien kan ik daardoor ook wat invloed uitoefenen voor het algemeen belang. Al ben ik er me bewust van dat dat maar heel beperkt is. Ik ben een mensenmens. Ik praat graag met mensen en ik hoor graag wat hun input is. Als ik dat kan doen, ben ik tevreden. Ik heb natuurlijk mijn ervaring en kennis -en misschien zit daar ook een klein beetje wijsheid in- en als ik die kan gebruiken om kansen te geven 22
Frans De Clerck - Foto © Studio Schrever
aan jonge mensen en hen te stimuleren, dan is dat voor mij voldoende. Dus als ik nu gewoon ben, dan is dat genoeg. Ach, het enige wat een mens moet kunnen is loslaten en nog ‘s loslaten, tot je uiteindelijk alles loslaat bij het heengaan. Dat is een heel moeilijke oefening, ook omdat we leven in een wereld die er op gericht is om zo veel mogelijk te hebben i.p.v. te zijn. Dus als ik een beweging zie waarin jonge mensen dingen beginnen te delen en niet enkel te hebben -zoals met autodelen dat heel populair aan het worden is- dan juich ik in mezelf. Ook wij juichen na zo’n verhelderend gesprek. Dankuwel om uw inzichten met ons te delen. (WiSch)
Voetnoten: 1. meer info over Stichting Administratiekantoor Triodos Bank op www. triodos.be 2. meer info over Global Alliance for Banking on Values op www.gabv. org.
English(wo)man in New York Jessy Wyffels
Yes, we can! traag, maar energiek rolt… Er is wilskracht en vooral wat altijd altijd aan de wieg staat van elke vooruitgang, nl. dromen (en de invasie van de Westvlamingen natuurlijk...-grapje). Er groeien initiatieven van onderuit zoals Fietscampagne ‘We Cycle this City (zie pag. 15 en 38), de Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde die in ledenaantal stijgt, de Oxfam Wereldwinkel en binnenkort zijn er ook in onze stad acties van Hart boven Hard. Mijn persoonlijke favoriet is de leefbaarheid. Openbaar, makkelijk toegankelijk groen in de stad, schommels, speeltuigen zodat mensen met gezinnen niet naar de deelgemeenten moeten gaan voor wat ontspanning met de kinderen. Ondertussen zijn steeds meer mensen verbouJessy Wyffels - Foto © Studio Schrever wereerd dat dè stad, waar alles zou moeten gebeuren, geen centrumraad Jessy is een migrante, hoewel je dat heeft. Ook hiervoor bundelen mensen de krachten om een stem te krijgen. niet ziet op het eerste zicht. Toch migreerde ze van haar geboor- De facebookpagina’s ‘We Cycle this testad Poperinge over Gent naar Ge- City’, Automeerijparty Groot-Geraardsraardsbergen. Ze kwam niet per boot en is verder net als u en ik op zoek naar de gewone dingen des levens, “Eén ding weet ik zeker: er met een open blik op de wereld, is hier iets op gang” waarin soms verrassende dingen gebeuren.
Ik weet dat er mensen zullen proesten van het lachen. Maar als je t mij vraagt wordt Geraardsbergen het nieuwe Gent. Dus proest het maar verder uit van het lachen… Eén ding weet ik zeker : er is iets op gang. Een klein sneeuwballetje dat
bergen Lierde, Rebus vzw, Natuurpunt, Lets Geraardsbergen, deze eigenste multiculturele Gazette: allemaal zijn het initiatieven die bloeien. Vergeef me, want ik weet zeker dat ik er nog héél wat vergeet. Maar het allerfijnst zijn de mensen. De ingeweken Brusselse buurman die me tijdens de verbouwingen zijn badkamer 23
aanbiedt, de tips èn hulp die ik krijg van buurvrouw R. en haar zoon voor het opvoeden van een hondje, de buren die me helpen gyprocplaten naar boven te sleuren, de lekkere Afrikaanse beignets die ik kado krijg, de buurvrouw die me
“In ‘mijn tijd’ liep er in het Gentse Citadelpark ook geen kat rond” een kleerkast aanbiedt, zomaar. Twintig jaar geleden -vóór de invasie van West-Vlamingen- stelde Gent ook niet veel voor. Er was een minicentrum van elite en verder nogal wat marginaliteit. In ‘mijn tijd’ liep er in het Gentse Citadelpark ook geen kat rond. De urban legend deed de ronde dat het er volliep met junks en homofielen. Ooit was de Brugse Poort de meest marginale buurt om te wonen. Tegenwoordig is de Gentse buurt zodanig opgewaardeerd dat het er aangenamer vertoeven is
“Het staat hier allemaal te gebeuren, dat weet ik zeker” (ondanks de zaken die zeker nog beter kunnen, zoals sluikstorten, iets waarvan ook wij in onze stad problemen ondervinden…). Alles kan beter, maar dat kan enkel als wij, de bevolking, onze stem laten horen en luidop blijven dromen van ons ideale Geraardsbergen. Want verdorie, als er één iets ontbreekt in deze stad dan is het chauvinisme! Laten we allemaal fier zijn op onze stad. Terwijl ik dit schrijf zie ik blaadjes ontspruiten aan mijn frambozenstruik: zie je wel, hert is vruchtbare grond in Geraardsbergen! In Gent is er al zovéél, hier staat het allemaal nog te gebeuren, dat weet ik zeker. (JeWy)
Eco&Logisch Johanna
Johanna’s
Kruidenh
In ‘Johanna’s kruidenhoekje’ schrijft Johanna over een tuinkruid van het seizoen. In deze Lente-editie van de Giesbaergske Koleuren Gazette vertelt ze ons wat meer over Sint-Janskruid.
Zonsopgang in de kruidentuin Foto © Studio Schrever
Ja lap, mijn goeie voornemen van dit jaar ligt alweer aan diggelen. Ik wou nu eens super op tijd mijn stukje schrijven ipv te wachten tot ik weer als een rasechte stresskip achter mijn pc zit en de deadline wel heel erg dichtbij komt. Mooi niet dus, maar tja, ik heb echt wel een excuus, nl. de winter. Wat heeft dat nu te zien, hoor ik sommigen al denken, met het op tijd schrijven van een stukje? Veel, heel veel zelfs. De donkerste en de koudste maanden van het jaar. Te donker en te koud in mijn geval. Sneeuw en ijs hebben mijn goeie humeur, mijn moed en vooral ook mijn inspiratie bevroren. Telkens weer ploe-
ter ik door die eerste ijzige maanden van het jaar. Salie thee slurpend tegen de keelpijn, en eucalyptus inhalerend voor mijn arme luchtwegen en met zout water mijn neus spoelen om toch maar geen sinusitis te krijgen. Noodgedwongen heb ik enkele weken overwegend
binnenshuis doorgebracht vechtend tegen een griepaal syndroom. Tja dat doet wat met een mens. Dus op een gegeven moment heb ik dan toch maar besloten om niet alleen mijn lieve lijf te ondersteunen met wat kruiden maar ook mijn humeur. Na enig zoeken in mijn voorraadkast vond ik nog een potje van die wonderlijke pilletjes. Een potje gevangen zonlicht. Elke dag één pilletje en na een goeie week begon ik het verschil al te voelen. De grauwe koude mist in mijn hoofd begon stilletjes aan op te trekken. Oef. Hypericum Perforatum ofwel Sint Janskruid. Dit prachtige, krachtige kruid heeft schitterende bloempjes, geel als de zon zelf. En als je de fijne blaadjes tegen het licht houdt lijkt het wel alsof ze vele gaatjes hebben . Vandaar het tweede deel van de Latijnse naam, Perforatum. Hypericum 24
is waarschijnlijk afgeleid van het Griekse “hyper” wat zo veel betekent als “boven”, “machtig” en het “Eikon” ofte “beeld, geestverschijning”. De blaadjes zijn helemaal niet geperforeerd maar de “gaatjes” zijn eigenlijk olierijke kliertjes. De naam Sint Jankskruid dankt dit plantje waarschijnlijk aan het feit dat het op de naamdag van deze heilige in volle bloei staat. Maar er zijn ook bronnen die vermelden dat het de ridders van Sint Jan zijn die tijdens de kruistochten deze plant gebruikten om wonden mee te verzorgen. Eigenlijk kent dit wonderlijke plantje vele namen, zoals “Jaagtden-duivel, heksenkruid, Wonderkruid”. En mijn favoriete benaming is die die de oude Germanen gaven namelijk “het bloed van Baldur, de zonnegod”. Daar heb je dus weer de verwijzing naar de zon. Echt dit plantje is tastbaar zonlicht. Zalig toch? Dat bloed van Baldur komt vrij als je een halfopen bloempje tussen duim en wijsvinger verwrijft. De toepassingen van dit kruid zijn talrijk. Omwille van de rode kleur van het sap werd het toegepast bij bloedarmoede en het verzorgen van wonden (weet je nog de kruisvaarders?) De Grieken en de Romeinen die gebruikten dit kruid om gal en urine af te drijven, bij ischias en jicht, huidproblemen en ja, ook wonden. Maar ook toen al had men begrepen dat dit een schitterende remedie is bij zware gemoedstoestanden. Naast deze medicinale toepassingen zou hij ook zeer effectief zijn om boze geesten op afstand te houden . Als je deze plant boven je deur hing was je huis niet alleen beschermd tegen duivelse krachten maar ook tegen brand en ander onheil; kortom een brandverzekering avant la lettre. Deze zomer eens uitproberen. Misschien kan ik er wel een
hoekje
mooie krans van vlechten, dan is het nog extra mooi ook. Mijn vingers beginnen al te jeuken om een zaaibedje gereed te maken. Gelukkig is die deadline nog niet inzicht. Zaaien kan in volle grond immers vanaf mei tot eind juni. Lijkt me ook heerlijk om dan thee te kunnen trekken van mijn eigen plantjes. Maar nu nog even verder de pilletjes nemen. Wel even opletten als je dit zelf ook wil uitproberen bij een flinke dip. Als je klassieke medicatie neemt, welke dan ook, eerst even overleggen met je huisarts. Het is immers zo dat Hypericum de werking van een aantal geneesmiddelen kan beĂŻnvloeden. Ook als je al gevoelig bent voor het zonnetje even opletten, want Hypericum werkt fotosensibiliteit in de hand waardoor je sneller verbrandt. HĂŠhĂŠ, en nu ga ik volop genieten van het zalige lentezonnetje. (Johanna) 25
Zen Sangha Geraardsbergen is een zitgroep die wekelijks samenkomt om te mediteren volgens de zenboeddhistische traditie zoals die in de Zen Sangha beoefend wordt. We mediteren in stilte, zittend op een kussen, bankje of stoel. Voorkennis van zen of meditatie is niet vereist. Nieuwkomers krijgen een korte instructie over de zenmeditatie. Kom een kwartier voor het begin. We starten stipt om 19.30u. Draag comfortabele, ruimzittende kledij, liefst in ingetogen kleuren. Zitkussens en matjes zijn ter plaatse beschikbaar, maar je kan ook je eigen kussen of zitbankje meebrengen. Elke laatste donderdag van de maand is er bij Zen Sangha Geraardsbergen een info-avond, waarbij we even tijd nemen om samen the te drinken en wat bij te praten. Het is een ideaal moment voor nieuwkomers om ‘s een kijkje te komen nemen in onze Zendo en onze werking te leren kennen. Iedereen is welkom. Waar? Hunnegem, Gasthuisstraat 100, Geraardsbergen
© Studio Schrever
Wanneer? Wekelijks op donderdag van 19.30u. tot 21.30u. In het voorjaar van 2015 is de zitgroep open op donderdagen 8, 15, 22 en 29 januari; 5, 12 en 26 februari; 5, 12, 19 en 26 maart; 2, 23 en 30 april; 7, 21 en 28 mei; 4, 11, 18 en 25 juni. Gesloten tijdens schoolvakanties.
Giesbaergske Koleuren Gazette maakt deel uit van Zen Peacemakers, waarvan zen-leraar Bernie Glassman de geestelijke vader is. Bernie Glassman Roshi geeft al jarenlang zenonderricht en is actief in het Sociaal Geëngageerd Boeddhisme. Bernie is stichter en bezieler van de Zen Peacemakers. De Zen Peacemakers gemeenschap gaat uit van het samengaan van spirituele beoefening met sociale actie. Zen Peacemakers eren hun eigen leven door een instrument te zijn voor het bevorderen van vrede.
26
Alle info op de websites: www.zensangha.be en www.zengaardsbergen.be Zen Sangha vzw en Zen Sangha Geraardsbergen zijn ook op Facebook.
Cursief Bertjan Oosterbeek
Toch nog onverwacht Bertjan Oosterbeek schrijft reflecties en ervaringen neer in -vaak grappige- verhalen uit het leven van een zenmonnik. Pas geleden kreeg ik van mijn moeder een mooi setje gouden pennen cadeau. Een vulpen en een balpen – samen in een zwartleren etuitje – die nog van mijn opa waren geweest. Bijna stiekem schoof ze ze me toe, net zoals zij ze zelf ook bijna stiekem van mijn opa gekregen zal hebben. “Hier meisje, neem jij die maar mee…” Stiekem, niet omdat niemand het mocht weten, maar wel omdat het onderdeel was van die laatste grote opruiming die je aan het eind van je leven houdt. Als voorbereiding op het naderende afscheid. En dat gaat natuurlijk niemand wat aan.
ling, integendeel. Zijn moeder was lang ziek geweest en had enorm veel pijn moeten doorstaan. En na een uitzichtloos lange, soms ondraaglijke procedure werd haar uiteindelijk een euthanasie gegund. De laatste keer dat ik Patrick er daarvóór nog over gesproken had, verwachtte hij dat het ergens in de loop van de volgende week zou gaan gebeuren. Maar op woensdag belde hij om te vertellen, dat ineens besloten was dat het die komende vrijdag al zou zijn. “Ik ben nu even helemaal van de kaart,” zei hij.
Ik was verbaasd, of beter: verwonderd. Zeker niet, omdat ik het me niet kon voorstellen. Maar je zou denken – hopen wellicht – dat juist iemand in zo’n situatie, helemaal al na die ellenlange procedure, er toch enigszins op voorbereid zou zijn. Alles wat er nog gezegd Maar wat moet je eigenlijk verder nog moest worden, is dan toch wel gezegd? doen om je voor te bereiden? Op je ei- En – zo vroeg ik me af – wat maken dan gen dood, maar zeker ook op de dood die paar dagen nog uit? van degenen die je liefhebt? Kun je je daarop wel voorbereiden? Die vraag Als het eenmaal zover is, dan komt het heeft me flink bezig gehouden, toen blijkbaar toch nog onverwacht. Eigenlijk laatst de moeder van mijn collega zenle- hoop ik dat het zou gaan, zoals bij al raar Patrick overleed. Niet eens plotse- die grote zenmeesters. Die voorspellen niet alleen het moment van hun eigen Bertjan Oosterbeek dood, maar vallen dan ook nog eens precies op dat moment om. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Zo zou zenmeester Tanzan op de laatste dag van zijn leven nog zestig briefkaarten hebben geschreven, met daarin de boodschap: ‘Ik vertrek van deze wereld. Dit is het laatste bericht dat u van mij ontvangt.’ En nadat hij iemand gevraagd had om de kaarten voor hem te posten, stierf hij.
soort test was, of misschien zelfs wel een grap. Maar toch pakte één van hen uiteindelijk de kwast op en schreef in sierlijke karakters neer wat Hoshin hem dicteerde: Ik ben uit schittering geboren en keer tot schittering terug. Wat is dát? “Heb je dat opgeschreven?” vroeg Hoshin aan de leerling met de kwast. “Jawel meester, maar het is toch gebruikelijk dat dit soort gedichten vier regels heeft? Mist er nog niet een regel?” Daarop schreeuwde Hoshin triomfantelijk nog één keer heel hard “KAAAAA”, en viel toen dood neer… Zo lijkt mij het ook wel wat. Dat ik op een ochtend in de brievenbus een kaartje van mijn moeder vind, en dat daar dan op staat: ‘Volgende week is het zover, hoor. Houd je er alvast rekening mee?’ En dat ze dan precies een week later triomfantelijk, met een laatste, goed getimede grap deze wereld verlaat. Op die manier is het bijna ‘cool’ om te sterven. Maar ik herinner me ook nog een heel ander zenverhaaltje. Dat gaat over een zenmeester die z’n hele leven lang tegen zijn leerlingen dingen gezegd had als “Het wezenlijk van de geest is niet geboren, en het zal dus nooit sterven…” en “Er is niks dat vergankelijk is… dus waarom zou je de dood vrezen!?!” Maar op z’n sterfbed was er van al die wijsheid niets meer over. Aan een stuk door lag hij te jammeren: “Ik wil nog niet dood. Waarom moet ik nu al sterven!?!” Ontdaan stonden zijn leerlingen om hem heen. “Meester,” vroegen ze, “hoe zit het dan met alles wat u ons altijd over de dood geleerd hebt?” Waarop de meester antwoordde: “Wat geloven jullie nou? Wat ik toen zei, of wat ik jullie nu zeg?”
Of zoals zenmeester Hoshin, die tegen zijn leerlingen zei: “Precies over een week ga ik dood…” De leerlingen geloofden er niks van, maar na een week riep Hoshin ze bijeen en zei: “Het is de gewoonte om voor het sterven nog een afscheidsgedicht te schrijven. Maar het kalligraferen gaat me niet meer zo goed Ook dat is natuurlijk heel Zen. De dinaf, dus zou één van jullie mijn laatste gen niet mooier willen maken dan dat ze woorden willen optekenen?” zijn. (BeJaO) Zijn leerlingen dachten dat het een 27
Eco&Logisch 30 dagen autovrij
“Niet alleen voor biobitchen en sojaseuten” Met de oproep “30 dagen geen vlees “ is een trend gestart. Het concept wordt nu ook ingezet om 30 dagen de auto niet te gerbuiken. Een prima aanzet naar écht duurzame en ecologische mobiliteit. Enkele B.V.’s zetten zich mee voor in voor de campagne van beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie. Na de aftrap van Dagen Zonder Vlees, schieten andere milieubewuste projecten als paddenstoelen uit de grond. Zo spoort ‘30 dagen autovrij’ de mensen aan om een maand lang vaker te kiezen voor een ander vervoermiddel dan de auto. 30 dagen autovrij is een campagne van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie. De actie is een oproep om zo vaak mogelijk voor een ander vervoermiddel dan de auto te kiezen. «Het is een soort spel dat mensen bewust moet maken dat bij een bepaalde afstand een bepaald manier van vervoer hoort. Want nu nemen we maar al te vaak de auto, ook als dit niet nodig is», legt woordvoerster Liesbeth Baeten uit aan Metro. «We willen de mensen niet ontrieven, maar zoveel mogelijk kilometers anders doen», klinkt het. Met andere woorden, laat je auto indien mogelijk links staan en ga te voet, neem het openbaar vervoer, schaf jezelf een plooifiets aan of wees avontuurlijk en ga met de step of skeelers. «Het doel is om zoveel mogelijk mensen te mobiliseren, om collectief te werken naar minder fijn stof, minder lawaaioverlast, minder files en meer rust.» Stand-up comedian Veerle Malschaert neemt alvast deel aan het initiatief. «Ecologie is niet alleen voor biobitchen en sojaseuten. Het is voor iedereen», zegt ze. Tegelijkertijd geeft ze toe dat het voor heel wat verplaatsingen «verdomd moeilijk is» om het zonder auto te stellen. Ook voor kleinere afstanden grijpt ze wel eens naar de autosleutels, om vervolgens in de file te staan of langer dan nodig naar parkeerplaats te zoeken. «Net voor die tochtjes waar de auto meer een automatisme is
dan het geschikte vervoersmiddel, is het ideaal om eens 30 dagen je auto in de garage te laten staan.» De actie gaat 1 april van start en loopt tot en met 30 april. (ldc; bron: www.metrotime.be) 28
Culinair Emily De Padt
Koken met
Medewerkster van EVA vzw, Emily De Bereiding Padt, heeft het voor veggie. Ze bezorgt Kook de ravioli 1 minuut in gezouten, ons een lekker vegetarisch recept. kokend water. Schep ze voorzichtig uit de pan en laat ze uitlekken. Spoel IngrediÍnten voor 4 personen ze af met koud water om te verhinde500 g ravioli ren dat ze aan elkaar kleven. 500 g champignons Reinig de champignons en snijd ze in 250 g spinazie schijfjes. Was en droog de spinazie en 1 doosje kerstomaatjes hak ze grof. Snijd de kerstomaatjes 4 tl mosterd doormidden en hak de lente-uitjes in 4 el koolzaadolie kleine stukjes. 1 bosje lente-uitjes Vermeng de zonnebloemolie en de olijfolie mosterd. Meng alle groenten en roer er de mosterdolie door. Kruid met peper en zout. Verhit olie in twee grote bakpannen, verdeel de ravioli over de twee pannen en bak ze. Roer ze tijdens het bakken af en toe om. Verdeel de groentesalade over de borden en schep er de raviolikoekjes op. Emily De Padt - Foto Š Studio Schrever
29
Think globa In deze rubriek ‘Think global! Act local!’ van de Giesbaergske Koleurern Gazette kunnen lokale verenigingen en ondernemers adverteren.
‘t Uilekot vzw Groenlaan 39 9550 Herzele
AGENDA CONCERTEN BRUGGENHUIS 3/04: LUIZ MARQUEZ QUARTET 8/04: LIONEL BEUVENS INVITEERT 17/04: BRAM WEIJTERS QUARTET 29/04: LIONEL BEUVENS INVITEERT 13/05: DUO WOUTER VANDENABEELE & SARA SALVÉRIUS 20/05: LIONEL BEUVENS INVITEERT 30
al! Act local! Fietsersbond Geraardsbergen-Lierde Gentsestraat 226 9500 Geraardsbergen www.fietsersbond.be
Oxfam Wereldwinkel Geraardsbergen Weverijstraat 123, 9500 Geraardsbergen Telefoon:054 41 52 83
Kringwinkel ‘t Vierkant
Herenveld 4 9506 Geraardsbergen www.repaircafe.be
Jobim brasserie maandag donderdag vrijdag zaterdag zondag
11.30u. - 14u en 18u. - 22u. De menukaart is voornamelijk Belgische11.30u. - 14u en 18u. - 22u. Frans, maar er zijn toch een aantal Brazi11.30u. - 14u en 18u. - 22u. liaanse accenten toegevoegd. Zo is er 18u. - 22u. bijvoorbeeld de overheerlijk “Braziliaanse 11.30u. - 14u en 18u. - 22u. Steak”, bestaande uit een steak aange-
vuld met enkele Braziliaanse specialiteiten zoals farofa. Om van te smullen....
Gesloten op dinsdag en woensdag Olha que coisa mais linda Mais cheia de graça É ela menina Que vem e que passa Num doce balanço, a caminho do mar Moça do corpo dourado Do sol de Ipanema O seu balançado é mais que um poema É a coisa mais linda que eu já vi passar
Jobim Brasserie Plaats 62 1547 Bever 054/50 11 50 www.jobim.be 31
Transitie Gesprek met Dirk Holemans
Belangrijke stap in identiteitsopbouw Veel mensen voelen zich machteloos. Onterecht, vindt Dirk Holemans. Hij legt uit hoe ze de toekomst kunnen heroveren. Denktank Oikos, die streeft naar sociaalecologische verandering, bestaat vijf jaar. Dat vierde de organisatie met een feestcongres. Naar aanleiding daarvan spraken we met Oikos’ coördinator Dirk Holemans.
Dirk Holemans
U hecht een grote waarde aan ‘autonomie’. Wat verstaat u daaronder? Dirk Holemans: Het verwijst naar de ecologische denkers van het eerste uur, zoals André Gorz. Zij schreven geen boeken over: ‘Hoe gaan we die milieu-
problemen technisch oplossen?’ Nee; wat zij centraal stelden, was de greep van mensen op hun leefomgeving, op hun eigen leven, op hun toekomst. Autonomie betekent dus voor mij dat wij, als mensen samen, onze toekomst kunnen bepalen. Naast André Gorz was, in de jaren zeventig, ook Ivan Illich een belangrijke denker. Hij omschreef autonomie als ‘het vreugdevolle potentieel om dingen samen te realiseren’. Dat is iets dat ik herken vandaag: mensen die initiatieven nemen zoals autodelen of stadslandbouw. Ze ervaren dat als zeer zinvol en leuk. Of cohousing. Dirk Holemans: Ja, en repaircafés organiseren en dergelijke. Dus, je hebt veel mensen die terug aan het ontdekken zijn dat dingen samen doen vreugde brengt in hun leven. En die dingen dragen ook bij tot de opbouw van andere systemen. Kijk bijvoorbeeld naar Duitsland. Intussen is de helft van alle hernieuwbare energie-installaties er in handen van burgers of hun coöperatieven. Dat gaat niet langer om enkele kleine initiatieven in de marge. Hoe ziet het nieuwe maatschappelijke model, dat u voor ogen heeft, er uit? Dirk Holemans: Niemand heeft een blauwdruk, en da’s maar goed ook. 32
Want je kan de toekomst niet voorspellen. Desondanks is er een redelijke duidelijkheid waar we heen moeten. Vandaag leven we in een ‘doorholsamenleving’. Alles moet sneller, alles moet groter. Dat overschrijdt de draagkracht van de mens, maar ook van de planeet. De voorbeelden zijn bekend: meer en meer mensen hebben een burn-out. En kijk naar de productie van auto’s. Ten tijde van mijn grootouders had je twee uur nodig om een auto te maken. En vandaag? Eén minuut. Maar al die goederen moeten wel geproduceerd worden, verkocht, er moeten nieuwe bronnen van energie en nieuwe voorraden grondstoffen voor worden gezocht. We moeten dus naar een samenleving waar we met z’n allen onthaasten, kiezen voor meer kwaliteit van leven, minder werken, minder consumeren. Zodat we tijd krijgen zorg voor mekaar te dragen. U pleit voor ‘ontmarkten’ om ‘ontgroeien’ mogelijk te maken. U pleit voor de ‘commons’. Dirk Holemans: Ja. Je kan het in een historisch perspectief plaatsen. Na de tweede wereldoorlog heeft de overheid een grote rol gespeeld. Met succes: denk aan de uitbouw van de welvaartstaat. In de jaren zeventig hadden we de grootste gelijkheid in onze samenleving ooit! Daarna is het geloof in de overheid weggetaand en is men hard gaan inzetten op marktwerking. Maar marktwerking zonder overheidssturing heeft geleid tot de financieel-economische crisis die ons sedert 2009 in de greep houdt. Ik denk dat we vandaag aan het ontdekken zijn dat er, naast overheid en markt, nog een derde manier is van dingen organiseren. Namelijk: burgers die zelf het heft in handen nemen. Om het met een ander woord te zeggen: de commons. Ik heb al het voorbeeld gegeven van energiecoöperatieven. Maar denk ook aan Wikipedia: die heeft de commerciële encyclopedie uit de markt gedreven. We zien hetzelfde op het vlak van softwareontwikkeling. Bijvoorbeeld het
open source systeem Linux dat systemen opleverde die beter bleken dan die van IBM. De commons: op dat vlak is Michel Bauwens een expert. Dirk Holemans: Hij is de oprichter van de Peer to Peer Foundation. ‘Peer’ betekent: ‘gelijken’. En eigenlijk kan je het woord ‘peer to peer’ vervangen door ‘door burgers’. Bauwens toonde aan hoe het principe van ‘vrijwillig samenwerken,’ zoals bij Wikipedia, perfect toepasbaar is op andere economische terreinen. Zoals die van de productie. Door middel van nieuwe technologische ontwikkelingen, ik denk aan 3D-printers, kunnen we in de toekomst in elke stad heel veel microfabriekjes hebben, georganiseerd door burgers. Wij, de burgers, zullen er enkel die zaken maken die we nodig hebben. Dat is trouwens een klassiek voorbeeld van autonomie: dat je de dingen die je nodig hebt, zelf kan maken. En dat dingen die kapot zijn ook opnieuw hersteld raken. U meldt dat Harald Welzer het heeft over ‘een sociale beweging die nog niet weet dat ze bestaat’. Dirk Holemans: Daarmee verwijst hij naar de transitie-initiatieven die we net hebben genoemd: stadlandbouw, energiecoöperaties, autodelen, cohousing, repaircafé’s,..... Hij zegt dat je, wereldwijd, heel veel zo’n initiatieven ziet ontstaan. Ze zijn nog niet met mekaar verbonden in een nieuwe sociale beweging. Maar hij ziet dat de komende jaren wel gebeuren. Zelf zou ik daar nog dit aan toevoegen: ik voorzie dat in de eenentwintigste eeuw belangrijke zaken steeds meer op niveau van de stad zullen gebeuren. Daarbij zullen we ‘stadsbonden’ nodig hebben. Het gaat over een nieuwe sociale beweging, complementair aan vakbonden. Een beweging die op het niveau van de stad een maatschappelijk programma van de toekomst ontwikkelt. De steden die daarmee het verst staan, zijn deze waar de lokale overheid die burgerinitiatieven ondersteunt. De voorbije twintig, dertig jaar werd vanuit de overheid vooral PPS gestimuleerd: Publiek-Private Samenwerking. Dus een samenwerking van overheden met privébedrijven. Ik denk dat we nu PCS moeten stimuleren: Publiek-Civiele Samenwerking. In dat geval ondersteunen overheden - als een soort partnerstaat - de inspanningen van de burgers. Ik denk dat in België Gent het verst staat op dat vlak. Zo gebeurt hier veel
met stadslandbouw. Er is ook een voedselraad opgericht. Andere mooie voorbeelden zijn Kopenhagen en enkele andere Scandinavische steden. Of nog: Toronto, Rotterdam, Freiburg, Milaan,... Eveneens interessant is Hamburg. Die stad had het stroomnet geprivatiseerd. Maar onder impuls van haar burgers heeft ze het onlangs teruggekocht. Met de achterliggende filosofie: als we qua energievoorziening autonoom willen zijn, moeten we ook eigenaar zijn van die netten. In de Verenigde Staten is er het voorbeeld van Seattle. Daar is op stedelijk niveau beslist dat de laagste lonen er fors hoger moeten. Dirk Holemans: Dat is een passend voorbeeld. Want de transitie naar een nieuwe samenleving moet ook nieuwe vormen van solidariteit inhouden. Het gaat opnieuw over autonomie, want dat staat ook voor: iedereen toegang geven tot voldoende levenskansen. De voorbije jaren zijn in steden heel wat initiatieven gegroeid. Sommige hebben intussen een bepaalde grootte bereikt en zijn zich nu aan het verbinden. Een hoopvolle, sterke structurering in Vlaanderen, bijvoorbeeld, is dat de verschillende energiecoöperatieven zich georganiseerd hebben in een koepelfederatie: REScoop. En ondertussen bestaat er ook een Europese overkoepelende energiecoöperatie. Je ziet dus dat die nieuwe organisaties zich aan het structureren zijn. In het kader van ‘machtsverwerving’ is dat heel belangrijk. De dominante stroming van het beleid dat de voorbije decennia is ontwikkeld, voert nog altijd de hoofdtoon. Maar al die initiatieven die ik noemde, zijn een tegenstroom aan het ontwikkelen. En die wordt elk jaar sterker. We gaan ook de komende jaren in een Tweestromenland leven. Daarin is er een Hoofdstroom die denkt dat de voortzetting van het oude beleid het juiste is. De Tegenstroom zal daartegen moeten vechten. Denk aan hernieuwbare energie: naarmate die groter wordt, zullen oliemaatschappijen zich in het nauw gebracht voelen en weerwerk bieden. Tot daar mijn vragen. Zijn er anders nog zaken die u wenst mee te geven? Dirk Holemans: Ja. In verband met Paul Verhaege. Hij heeft in zijn boek ‘Identiteit’ getoond hoe mensen ziek worden van het concurrentieprincipe op het werk, in de vriendensfeer,... Hij betrekt nu ook het ecologische thema bij. Daar 33
ben ik heel benieuwd naar. Is dat dan in verband met de manier waarop mensen hun identiteit beginnen te zien aan de hand van producten? Zo noemt u het voorbeeld van de Millet-jassen in de jaren ´80. U trekt de lijn door tot vandaag, waarbij mensen pronken met hun iPhone enzo. Dirk Holemans: Dat is inderdaad waar ik op doel. Paul Verhaeghe heeft beschreven hoe mensen hun identiteit in onze huidige consumptiesamenleving anders opbouwen. Je kan dat naadloos verbinden met de manier waarop we waarde hechten aan de spullen die we kopen. Destijds waren de Millet vesten daarvan een frappant voorbeeld. Ze waren een teken van een relatief nieuwe, maatschappelijke trend die zich tot vandaag heeft doorgezet. Mensen kopen geen kleren meer, geen telefoons. Nee, ze kopen merken. Die merken worden deel van hun communicatie naar de wereld om hen heen. Dat betekent ook dat we, voor onze identiteitsopbouw, in grote mate afhankelijk zijn geworden van het kopen van die merken. Dat creëert onzekerheid en angst: want hoe weet je dat je de juiste keuzes maakt? Als we naar een duurzame samenleving willen gaan, moeten we ons daarvan bevrijden. Neem mensen die doen aan autodelen. Dat zijn niet gewoon mensen die, ja, waarschijnlijk wel wat geld uitsparen. Maar ze zeggen daarmee ook: een dikke auto voor de deur waarmee ik status communiceer? Ik heb daar lak aan. Dat is een heel belangrijke stap in een nieuwe identiteitsopbouw. Ze hebben geen nood aan bepaalde statussymbolen. Ik vermoed dat het in die richting is dat Paul Verhaeghe het ecologische in zijn denken integreert. De toekomst zal het uitwijzen. (tekst: Koen Vandepopuliere; Bron: http://www.argusactueel.be)
Op 2 april 2015 ontving Koen Vandepopuliere een Persprijs van de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling. (zie: http://www.demorgen.be/…/demorgen-wint-persprijs-federale…/)
Boeddhisme Maarten Olthof
Niet helpen, maar dienen Op zijn zevende had Maarten Olthof een heftige droom . Hij zag hoe wereldwijd mensen leden en van de honger omkwamen. Een overweldigend gevoel van machteloosheid overviel hem. Na zijn droom zwoer de kleine Maarten dat hij iets aan deze verstoorde balans in de wereld zou gaan doen. Olthof: ‘Nu ik als boeddhist terugkijk, is dat mijn bodhisatvagelofte geweest: de intentie om het leed te verzachten’
Maarten Olthof - Foto Lucie Lambriex
How much is your shoes? Olthof groeit op en ontdekt dat lijden, ongelijkheid en onrecht overal in de wereld aanwezig zijn. Zoals de meeste mensen leert hij hiermee omgaan en besluit hij zich te concentreren op zijn eigen leven. Totdat hij begin jaren negentig als reisgids in Nepal is. Daar wordt hij aangesproken door een ’klein, bru-
taal schoffie’. Olthof: ‘Hij vroeg: “How much is your shoes?”, terwiil hij naar mijn Meindls wees. Het huisje waarin de jongen woonde was goedkoper dan die bergschoenen! Dat is het moment waarop er iets in hem knapt en Olthof zich zijn gelofte uit zijn kinderjaren herinnert. Hij neemt zich voor om iets te gaan ondernemen tegen de extreme ongelijkheid tussen Nederland en de landen waar hij groepen begeleidt. In Nepal wordt Olthof, van huis uit kathoIiek, ook geraakt door het boeddhis-
me. ’lk ontdekte dat de Boeddha in de kern dingen had gezien en doorgegeven die ik zelf tijdens mijn studie ecologie had geleerd. Hoe alles met alles samenhangt en ook wederkerig aÍhankelijk is van elkaar. Toen heb ik besloten: van die man wil ik alles te weten komen. Dat was voor mij het begin van het boeddhistische pad’.
34
Grootste zonneoven Project ter wereld Halverwege de jaren negentig begint hij in Nepal kleinschalig met het sponsoren van een school. Al snel groeit het aantal projecten. Hij ondersteunt in Nepal een ingenieur die werkt aan een manier om met zonne-energie te koken. De introductie van de ovens in Bhutaanse vluchtelingenkampen in Oost-Nepal gaat met vallen en opstaan. Olthof: ‘ln het eerste model, de solar box, zat een glazen spiegel. Maar met al die spelende kinderen gingen deze telkens kapot. Of mensen begrepen niet hoe ze ermee moesten werken’. Toch bliift Olthof erin geloven: ‘Met de ovens zouden mensen goedkoop kunnen koken. Er hoefde geen hout te worden gekapt en de uitstoot van enorme hoeveelheden CO2, zou hiermee kunnen worden voorkomen’. Olthof ontdekt en verbetert het principe van de parabolische zonneoven. Het project wordt een groot succes. Olthof: ‘Op een gegeven moment kookten er 85.000 mensen met onze zonneovens. Ik denk nog steeds: hoe hebben we het voor elkaar gekregen?’ We hebben zeven trainingshallen gebouwd en duizenden vluchtelingen opgeleid. Het project werd zo’n succes dat uiteindelijk de VN het overnam’. Eerste ecologische school in Nepal Na het overlijden van zijn vader besluit Olthof om minder te gaan werken en zijn tijd anders te besteden. ‘Ik was veertig en realiseerde me opeens hoe kort het leven is. Mijn vader heeft veel betekend voor de samenleving en ik vroeg me af: wat doe ik met míjn leven? Doe ik wel wat ik wil, volg ik mijn hart?’. Zijn besluit leidt in 1997 tot de oprichting van een stichting met het ANBIkeurmerk: Stichting Vajra (vajra is Sanskriet voor ‘bliksemschicht, diamant’). Er worden acht scholen, een ziekenhuis en gezondheidsposten gebouwd. Tienduizenden patiënten worden behandeld. In 2007 realiseert de stichting een droomproject: de Vajra Academy, een
lagere en middelbare school voor kwaliteitsonderwijs - en met zijn zonnekeuken, biogasinstallatie en biologische tuinen de eerste ecologische school in Nepal. Naast de successen waren er ook de nodige tegenslagen. Toch waren die niet voor niets. Olthof: ‘Als we niet hadden geleerd van het verkeerde type zonneoven, dan hadden we nooit zoveel vluchtelingen kunnen bijstaan. We kwamen ook corruptie tegen. De directeur van de eerste school waarmee we samenwerkten bleek geld in eigen zak te steken. De stichting heeft toen even gewankeld op haar grondvesten. Hoe moeilijk dit ook was, we hebben onze donateurs er eerlijk over bericht met het aanbod om hun het misbruikte geld terug te betalen. Maar het tegenovergestelde is gebeurd: we kregen juist veel steunbetuigingen!’ Alle projecten van Stichting Vajra worden uiteindeliik overgedragen aan de Iokale bevolking. Het gevaar bij ontwikkelingshulp is paternalisme, zo erkent Olthof. ‘Er is een groot verschil tussen helpen en dienen. Helpen is bedacht vanuit de helper met het idee: dit is goed voor de ander. Dienen is werkelijk luisteren naar de ander, vragen naar wat die nodig heeft. Zo’n nederige houding is gepast in ontwikkelingswerk. Een van de grote valkuilen is denken: ik doe goed werk. Dat moet nog maar blijken. Daarom moet je goed bliiven kijken en luisteren naar wat er gebeurt. En bijsturen als het de verkeerde richting op gaat. Uiteindelijk is je intentie het belangrijkste. Die moet zuiver zijn’. Luister naar je hart ‘Wanneer mensen vanuit hun hart werken, kan er veel tot stand komen’, zegt Olthof. ‘De inspiratie die je vroeger in je leven hebt ervaren moet je serieus nemen. Ook de Boeddha heeft zijn verlichting te danken gehad aan een ervaring in zijn jeugd. Bij de meeste mensen
Boven: het zonneovenproject Onder: Vajra Academy
raakt de inspiratie ondergesneeuwd. Luister dus naar je hart. En neem de tijd om uit je hoofd te stappen. Je hoofd bedenkt allerlei dingen waar het hart niet in gelooft’. Maarten Olthof heeft van mei tot augustus vrij genomen om van Utrecht naar Assisi te lopen. Hij hoopt hiermee geld in te zamelen voor de uitbreiding van de Vajra Academy. 35
Kijk voor meer informatie op de website www.vajra.nl (tekst: Erik van den Berg; bron: boeddhamagazine nr. 79) Op zijn wandeltocht komt Maarten langs in Geraardsbergen. Wij zorgen voor een interview ter plaatse, in de volgende editie van de Giesbaergske Koleuren Gazette (online leesbaar op 1 juli).
Fietspraat Nele De WInde
Het uur Blauw In ‘Fietspraat’ deze keer een verhaal van dagelijkse fietser Nele De Winde, over hoe haar fietsrit doorgaans verliep in de winter. Iedere ochtend maak ik me klaar voor een winterse fietstocht naar het werk. Thermisch ondergoed, waterdichte sokken, waterdichte schoenen, fleece, windstopper, regenjas, fluovest, helm, wanten en soms ook nog een regenbroek. En uiteraard de nodige verlichting op de fiets. Op alles voorzien zijn is natuurlijk de boodschap in deze koude, wisselvallige winterdagen. Wanneer mijn man en ik over ‘het uur Blauw’ spreken, dan kleurt de ochtend of de avond het typische blauw dat je kan terugvinden in de schilderijen van Van Gogh. Zo’n heerlijk, doordringend, diep blauw, dat maar even zichtbaar is. Op zulke ochtend beklom ik vanuit onze straat de Dierkost, richting de Vesten en dan groetend naar ‘den olifant’, een lichte beklimming tot op de Guilleminlaan. Daar kon ik onze lichtstad Geraardsbergen overschouwen. Ik kon het uur Blauw zien met een oranje volle maan. Bijna aan te raken. Ik waande me in een schilderij van Van Gogh. Het was stil op de weg. Een aantal automobilisten die geen tijd hadden voor dit ‘uur Blauw’ raasden me voorbij. Maar ik bleef gewoon even staan en zag hoe de stad in de verte langzaam wakker werd. Maar dan toch maar weer aanzettend richting mijn eerste bestemming, als logopediste op schoolbezoek. Bij mijn eerste schoolbezoek begroeten de spelende kinderen me. Sommige kleuters gapend en met de vraag van vandaag: ‘Wie ben jij?’. Waarop ik soms ludiek antwoord: ‘Ik ben Mega Mindy op de fiets’. Het gapende gezichtje wordt dan gapender.’ De juf begroet me en vraagt of het niet te koud is om te fietsen?’ De kinderen vatten het niet zo, maar zijn wel gefascineerd door mijn winterse fietsuitrusting. Dan weer op weg naar mijn volgende schoolbezoek, zo’n 7 kilometer verder. Mijn ochtendvermoeidheid is weg. De morgen wordt gevuld met meer licht en ik prijs me als een ‘queen’. Ik word
beloond met een prachtig, uitgestrekt kleurlandschap. Iedere dag neem ik ongeveer dezelfde fietsroutes en toch is elk fietsmoment anders. Zoveel factoren die elk fietsmoment uniek maken: de temperatuur, de windsterkte, de vochtigheidsgraad, (winterse) neerslag, de aanwezigheid van de zon, de kleur van de lucht, de aanwezigheid van wolken,... De natuur verrast me telkens weer opnieuw. Ik voel ruimte en dat geeft me vooral ook mentale ruimte. Ik fiets stevig door, maar toch in gevoel met mijn omgeving. Volgende bestemming. Alweer een gesprek over het fietsen met de zorgjuf. Het kindje waarvoor ik kom is er niet. Spontaan komt het antwoord in me op: ‘Geen erg, ik heb net een fantastische fietsrit gehad!’. Afscheid nemend, zet ik aan naar weer een volgende bestemming. Alweer zo’n 5 kilometer verder. Wat hou ik toch van mijn fiets. Hij brengt me van A naar B, naar C. Soms wil ik wel het hele alfabet uitfietsen. Waar zou ‘Z’ me dan brengen, in welke dorp of welke situatie zou ik dan uitkomen? Wat geeft het fietsen mij ’n levensvreugde! Soms vraagt het fietsen van mij oplettendheid en concentratie, zeker wanneer het fietspad er glad bij ligt. Dan weer kan ik wegdromend genieten van de natuur die mij omarmt. Wat een uitgestrektheid, wat een schoonheid. ‘Een soort eenheidsgevoel, maar vooral verwondering kan me dan overvallen’. Thuiskomend na een lange werkdag vraagt mijn echtgenoot: ‘En hoe was jouw werkdag?’. ‘Goed schat, het was weer een heerlijke rit vandaag!’. (NeWi)
Per fiets door het uur Blauw Foto © Studio Schrever
36
In de reeks Spraakmakers maakte Koen Vandepopuliere een interview met Delphine Eeckhout, over mobiliteit. Mobiliteitsexperte Delphine Eeckhout helpt organisaties, zoals bedrijven en overheden, op weg naar een betere mobiliteit. Hard nodig in België? Traject NV is een studie- en adviesbureau gespecialiseerd in mobiliteitsmanagement. Het grote raam van het kantoor ziet uit op station Gent Sint-Pieters. Ik zie, gebiologeerd, hoe daar constant fietsen, bussen, trams en treinen af- en aanrijden. Auto’s zie ik nauwelijks. Een verdieping lager, in hetzelfde gebouw, bevinden zich de duurzame vervoersorganisaties Cambio, Autopia en Taxistop. Bij Traject is Delphine Eeckhout actief. Ze behoorde in 2009 tot de eerste lichting verkeerdeskundigen die in Vlaanderen is afgestudeerd. In een gesprek geeft ze haar visie over mobiliteit. Over de noodzaak te investeren in infrastructuur die het ‘zwakke’ weggebruikers, zoals fietsers, mogelijk maakt zich comfortabel en veilig te verplaatsen. Over hoe investeringen daarin, vreemd genoeg, veel minder evident worden beschouwd dan deze in infrastructuur die het autogebruik ten goede komen. En over... … Mensen wonen graag in autovrije straten. Nietwaar? Delphine Eeckhout: “Kijk naar initiatieven zoals autoluwe zondag. Daaruit blijkt duidelijk dat ze dat appreciëren. Leefbaarheid is sowieso een belangrijke topic de laatste jaren. Vooral in steden. En dan is er nog het ruimtegebruik. De auto neemt veel plaats in. Als hij rijdt, bezet hij straten, en zorgt hij voor een onaangename omgeving met uitlaatgassen en lawaai. Maar ook als hij stilstaat, neemt hij veel plaats in. Plaats die eigenlijk zou kunnen worden gebruikt voor meer groen en meer speelruimte.” “Ook speelt mobiliteit een rol wat betreft gezondheid. Dat is eveneens iets waarmee steden steeds vaker uitpakken. In België staan we zo ver nog niet. Elders
Spraakmakers Koen Vandepopuliere
“De grootste uitdaging is niet technologie, maar gedrag” wel. In Kopenhagen, bijvoorbeeld, is berekend dat iemand die fietst naar het werk gemiddeld vijf jaar langer leeft. Stel eens dat een farmaceutische gigant een pil ontdekt die je leven met zoveel jaar verlengt? Die zou op slag multimiljonair zijn, denk ik. En dan is er nog dat recent onderzoek bij Deense kinderen. Het wilde nagaan welke impact wel of niet ontbijten had op hun schoolprestaties. Het bleek dat wel of niet ontbijten geen significant verschil gaf. Maar, heel verrassend, wees het onderzoek uit dat kinderen die op een actieve manier naar school kwamen te voet of met fiets - wél merkelijk beter scoorden.” En de bedrijven? Delphine Eeckhout: “De loonlasten zijn hier zo hoog dat werkgevers hun werknemers op een andere manier belonen. Vaak met bedrijfswagens. Ondertussen is ongeveer één op tien auto’s er een! En meestal mag de werknemer die ook voor private verplaatsingen gebruiken.” “Maar tegelijk zien steeds meer bedrijven in dat duurzame mobiliteit voordelen heeft. Zoals minder parkeerproblemen en stress. En ze voorkomen ermee dat ze geen mensen vinden omdat ze op een locatie gelegen zijn die enkel met de auto bereikbaar is. Ook kan het hen een kostenbesparing opleveren. Als je als bedrijf durft uitrekenen wat alleen al een autoparking kost, qua aanleggen, onderhoud en dergelijke... veel.” “Een modelbedrijf wat betreft mobiliteit is Eandis. Die firma geeft aan haar medewerkers de kans elektrische fietsen uit te testen. Ze stellen pendelfietsen ter beschikking aan stations voor wie met de trein naar het werk komt. Ze hebben elektrische wagens, voor wie wil carpoolen. En regelmatig doen ze campagnes. Zoals een mobiliteitsloterij waarbij om de twee weken iemand in de bloemetjes wordt gezet die die dag op een duurzame manier naar het werk is gekomen.” “Ook hebben ze een regel ingevoerd dat werknemers twee dagen per week mogen werken in een kantoor dichter bij huis. Dat mag vanaf een woon-
werkafstand van 25 kilometer. In 2012 hebben de diverse vestigingen zelfs een streefdoel vooropgesteld wat betreft het aantal duurzame kilometers. Dus deze afgelegd met fiets, openbaar vervoer en carpoolen. Wie het doel haalde, kreeg een ‘award’. En onder de deelnemers werden twee elektrische fietsen verloot. Met dergelijke maatregelen slaagde Eandis er in om haar duurzame mobiliteit te verdubbelen.” “Maar vergeet de overheden niet. Ze moeten ook zelf moeten het goede voorbeeld geven. Zodat hun stadspersoneel geen onnodige wagenverplaatsingen doet. Net zomin als de lokale politie, ocmw’s,...” Zijn er technologische vernieuwingen op komst? Delphine Eeckhout: “Elektrische fietsen, ook de elektrische bak-, plooifietsen en dergelijke, hebben veel potentieel. Dat ze elektrisch zijn, vergroot namelijk de fietsradius. Stel dat mensen bereid zijn een verplaatsing met een gewone fiets af te leggen tot een afstand van vijf kilometer. Wel, met de elektrische fiets wordt die tot driemaal groter.” “Maar mijn verwachtingen omtrent innovaties zoals auto’s op elektriciteit, op waterstof en dergelijke? Tja, de autolobby is sterk... We moeten er niet teveel van verwachten. Vergeet niet: de grootste uitdaging is niet technologie, maar gedrag. Ook verbeteren die innovatieve types de leefkwaliteit in de stad nauwelijks. Het blijven auto’s. Ze nemen ruimte in beslag. En er blijven files. Let op, er zit wel iéts van muziek in. Maar ik denk dat ze het geld dan beter investeren in elektrische fietsen. En in park & bike’s... : dan parkeer je je auto aan de rand van de stad en neem je je fiets. In Brugge, bijvoorbeeld, zetten ze daarop in door fietskluizen te voorzien, zodat je fiets op een veilige plaats staat. “Ik geloof ook in vernieuwingen wat betreft communicatietechnologie. Die zaken als carpoolen en het delen van ritten makkelijker maakt. Zoals Carpoolplaza, Djengo en Karzoo. En in het ‘nieuwe werken’: werken vanop afstand. Van thuis uit, of vanaf satel37
lietkantoren. Want de meest duurzame verplaatsing is de verplaatsing die je niet maakt. Sommige stations zetten hierop in. Bijvoorbeeld dat in BrusselZuid. Het biedt comfortabele werkplekken aan. Zo kan je werken terwijl je wacht op je trein of tussen twee vergaderingen door.” Hopelijk brengt het soelaas... Volgens verkeersinformatieplatform Inrix is België in 2014 opnieuw het land met de meeste files, en behoren Antwerpen en Brussel tot ‘s werelds filehoofdsteden. Bedankt voor het gesprek. (tekst: Koen Vandepopuliere; Bron: http://www.argusactueel.be)
Op 2 april 2015 ontving Koen Vandepopuliere een Persprijs van de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling. (zie: http://www.demorgen.be/…/demorgen-wint-persprijs-federale…/)
Delphine Eeckhout
38 ‘We Cycle this City’ is een fietscampagne van Giesbaergske Koleuren Gazette
Mobiliteit Bewust per fiets
Fietscampagne “We Cycle this City” De milieubewuste redactie van de Giesbaergske Koleuren Gazette werkt een eigen Fietscampagne uit onder de klinkende naam ‘We Cycle this City’.
in de stad rijdt: je neemt (veel te veel) plaats in, je stoort je medemens met lawaai, gevaar, overlast, vervuiling en bovendien stoor je ook jezelf, want je raakt je auto niet kwijt’, vertelt de fotograaf en ‘Het conceptidee van onze maker van de campagne Wim campagne is om aan te tonen Schrever. ‘Bovendien sta je dat je beter niet met de auto met de auto voortdurend in
de file temidden van andere automobielen en word je er heus niet blijgezind van, van dat autogedrag’, gaat hij nog verder. De fietscampagne van de k(l)eurige krant wil meer mensen aanzetten om vaker de fiets te gebruiken. ‘Zeker voor korte afstanden is de fiets vaak
39
een betere oplossing’, rondt Schrever af. De volledige campagne op de website van de Gazette en op de Facebookpagina van Fietscampagne ‘We Cycle this City’. (F.I. Ets)
Giesbaergske
Colofon
Hoofdredactie: Wim Schrever Eindredactie: Wim Schrever
koleuren gazette
organiseren
m.m.v. Cult�urdienst & Integ�atiedienst Geraardsbergen
Superdiversiteitsdebat op vrijdag 24 april,
Redactie: Wim Schrever Nele De Winde Nahid Mohammadi Jessy Wyffels Fotografie & Vormgeving: © Studio Schrever All rights reserved Tekst: Wim Schrever Nele De Winde Koen Vandepopuliere Nahid Mohammadi Mieke Herregodts Jessy Wyffels Armand Matthijs Rob Meijer Van Putten Jolien Meijer Van Putten Petra Hubbeling Walter Aelvoet Ilse Demuyt Bertjan Oosterbeek
om 19.30u. in de Kunstacademie Geraardsbergen (Grotestraat 20a, Geraardsbergen)
met gastsprekers
Bleri Lleshi
Productie: Studio Schrever Uitgeverij: Uitg. Eigenbegeer
-auteur, filosoof, activist-
Redactie-adres: Buizemontstraat 19 9500 Geraardsbergen
Rachida Lamrabet La frite, c’ est la fête Friet, dat is feest Een film van ‘t Uilekot,
Europees democratieproject, met de steun van Europese gemeenschap JINT - Youth in Action
Inkom: 5 euro (vrije bijdrage voor kansengroepen) Een initiatief van Giesbaergske Koleuren Gazette en ‘t Uilekot in het kader van ‘Lezen in de Lente’ van ‘t Uilekot vzw.
Programma op www.lezenindelente.be
Alle info op www.giesbaergskekoleurengazette.be “Because past environmental destruction was the result of ignorance, we can easily forgive it. Today, we are better informed. Therefore, it’s essential that we make an ethical examination of what we have inherited, what we are responsible for, and what we will pass on to coming generations. Ours is clearly a pivotal generation. We have global communication and yet confrontation is more common than dialogue.”
H. H. Dalai Lama 40
Ontwerp: Studio Schrever - Verantw. uitgever: W. Schrever, Buizemontstraat 19, 9500 Geraardsbergen
en filmvoorstelling
U kan de werking van de vrijwillige, onafhankelijke en interculturele Giesbaergske Koleuren Gazette ondersteunen via een vrijwillige bijdrage: alle bijdragen zijn welkom op rekeningnummer BE25 7370 1096 4982 van Uitg. Eigenbegeer, Buizemontstraat 19, 9500 Geraardsbergen, met vermelding ‘bijdrage Gazette’.
Verantw. uitgever: Wim Schrever, Buizemontstraat 19, 9500 Geraardsbergen
-Vlaamse schrijfster en juriste-