Vlaanderen Morgen Vlaanderen is een van de productiefste en meest welvarende regio’s ter wereld. Dat mag ons niet zelfgenoegzaam maken. Het is evenmin een optie om ons terug te plooien op onszelf. Want Vlamingen hebben sinds de middeleeuwen een open blik op de wereld, en Vlaanderen is sindsdien een kruispunt waar mensen met diverse culturele achtergronden samen een nieuwe toekomst willen bouwen. Op kruispunten gebeuren spannende dingen en maken mensen keuzes. Ook vandaag denken Vlamingen na over hoe ze morgen vorm en inhoud willen geven aan wat hun leven in dit vlakke land bij de Noordzee zin geeft. Creatief getuigend van baanbrekend vakmanschap, bescheiden en koppig, maar altijd ‘met een hoek af’. In de publicatiereeks ‘Vlaanderen Morgen’ geven we het podium aan Vlamingen die denken over en bouwen aan onze samenleving van morgen. Zo voeden we het maatschappelijk debat voor een beter Vlaanderen.
Reizen naar morgen SEPT def.indd 2
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 3
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 4
8/09/2020 13:27
5
Inhoud
Ten geleide 8
1 / Covid-19 - Coronacrisis versnelt proces van Reizen naar Morgen
20
2 / Het traject naar een nieuw toerisme 30 3 / Florerende plekken als reisbestemming 44 4 / Toeristen en hun wensen 66 5 / Ondernemers en toerisme 82 6 / Reizen naar Morgen? Aan de slag! 104 7 / Beleidsmakers reizen mee naar morgen 122 Ten uitgeleide 156
Inhoud
Reizen naar morgen SEPT def.indd 5
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 6
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 7
8/09/2020 13:27
8
Ten geleide “Het diepste bewustzijn in de mens is als de wortel van een boom. Zoals aan het harde hout van een boom bladeren ontspruiten, zo groeien in onze ziel en geest de bladeren al naargelang de wortels.� Rumi (Perzisch dichter, 1207-1273)
Reizen naar morgen SEPT def.indd 8
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 9
8/09/2020 13:27
10
De lindeboom PETER DE WILDE
Op het kerkplein van het dorp waar ik opgroeide, aan de rand van de Scheldepolders, stond een oude lindeboom. Hij was een trefpunt voor de lokale bevolking. Tijdens het Jaar van het Dorp in 1978 feestten we onder zijn kruin, hij bepaalde mee de sfeer van alle kermissen en jaarmarkten. Pas later zou ik horen dat die boom daar was geplant in november 1919, om de vrede te vieren. Op foto’s van die dag zie je dat het hele dorp er toen bij was en zo dat moment en die plek oplaadde met betekenis.
Lieve-Vrouwekapelletjes vastgenageld aan hun stam. Mijn grootmoeder vertelde ons vaak hoe het wassende water van de grote overstroming van 1953 aan haar dorpel was gestopt dankzij de tussenkomst van zo’n beeldje in een boom. Haar huisje en moestuin lagen naast de Barbierbeek, op de overgang van de vruchtbare kouter naar het lagergelegen polderland. In prehistorische tijden was die Wase Cuesta een nat grensland bij een immer dreigende Schelde. Enkele jaren geleden vonden ze op nauwelijks honderd meter daar vandaan de tot nog toe oudste menselijke resten in Vlaanderen.
Van aan de boom vertrokken fietsers en wandelaars, meestal uit het Antwerpse, over een kasseibaantje voor een tocht door onze polders. Daar hielden op strategische plekken andere lindebomen de wacht tegen dijkbreuken, geholpen door Onze-
Reizen naar morgen SEPT def.indd 10
Wat toen die fietsers en wandelaars ‘van over ’t water’ bezielde om in de polders vertier te zoeken, was ons werkelijk een raadsel: polders waren het terrein van de boeren en de jagers, een handige voorraadkast, een gebied waar de akkers eigen namen hadden en de dieren vreemd en ongezien waren. Dat de polders, door de ogen van die wandelaars, ook mooi waren, ontging ons totaal. Ze waren er, ze waren nuttig en ze leken eeuwig.
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 11
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 12
8/09/2020 13:27
13
In de jaren 1970 begonnen ze te snijden in de ziel van die onveranderlijk gewaande plek. Stukken van het dorp werden verkaveld, ook de kouter moest eraan geloven. Vreemd genoeg herinner ik me het moment van de eerste snee in 1977. Woensdag 6 april, een koude en miezerige dag. Het had ’s nachts net niet gevroren, een dreigend wolkendek maakte die voorjaarsdag in de Goede Week nog somberder. Mijn zus en ik waren een dagje bij grootmoeder. Het donkere huis met de eeuwige sfeer van de jaren 1930, de desolate stallen en de uitgestrekte groentetuin waren ideaal terrein voor een klopjacht op onbekende voorwerpen en vreemde verhalen. Ook al moest ze op twee kinderen passen, onze grootmoeder was altijd bezig. De rug gekromd en met koppige verbetenheid ging ze ‘s ochtends het onkruid in haar moestuin te lijf: tijd om plaats te maken voor het planten van spruitjes, spinazie, wortelen en prei – op hun plaats zou daarna een bouwperceel of twee komen. Ik stond als bijna achtjarige op haar eeltige handen te kijken. In de verte galmde de vertrouwde spits van de kerktoren zijn bronzen taal.
Eén van die twee onverwachte gasten, een graatmagere slungel in coltrui, stapte op grootmoeder af met uitgestoken hand: “Dag madame, ik ben Rudi.” Terwijl hij bedachtzaam een sigaretje rolde, vertelde Rudi dat hij met zijn kompaan Lode het vrijwilligerswerk van de amateurarcheologen had overgenomen, ze voerden nu een noodonderzoek uit. Mijn grootmoeder keek gealarmeerd: welke nood? Iemand vermist in de polder? Een leiding gesprongen? Een nieuwe onderzoekstechniek van de pensioendienst? Gezonde typisch Vlaamse volksreflexen.
Twee ‘vreemden’ waadden door de hoog opgeschoten wildgroei van het belendende terrein. Daar stond tot voor kort het Oud Hof, een wankel hoevetje. Toen de laatste muren ervan waren geslecht, was de hele kouter verkaveld – “de beste grond van Bazel” had mijn grootmoeder nog gemopperd. Landbouwgrond, bedoelde ze als kind van generaties boeren. Verschillende nieuwsgierige dorpsgenoten hadden onlangs de handen uit de mouwen gestoken om na te gaan of in de grond geen fundamenten staken van gebouwen uit oudere tijden – nog gauw vooraleer nieuwe huizen het verleden definitief het zwijgen zouden opleggen. Diezelfde mensen hadden het jaar voordien een heemkundige kring opgericht, vernoemd naar het lokale kasteel Wissekerke.
“Dikke zever”, zei mijn grootmoeder later die dag terwijl ze naast de Leuvense stoof in het halfduister de aardappelen aan het schillen was. “Ik woon hier al mijn hele leven en heb nog nooit van die Bertram gehoord. En dat een vreemde mij dat dan moet komen vertellen.” Maar mijn jeugdige verbeelding was aangewakkerd, zeker nadat Rudi me, sigaretje achteloos tussen de lippen, had gezegd: “Het landschap kan spreken, jong. Alleen verstaan wij het niet meer.”
“Madame, dat Oud Hof waarover ze hier spreken, heeft er waarschijnlijk bijna duizend jaar lang gestaan. Niet die hoeve die u heeft gekend, maar de voorloper ervan. Daar woonde in de dertiende eeuw ridder Bertram van Bordebure.” Een korte trek aan de sigaret. “Ziet u die langgerekte verzakking daar? Dat was wellicht de plek waar de ridder zijn hof met een gracht heeft omgeven, zijn opvolgers bouwden er ook een muur met torentjes rond. Hier wat verder, mogelijk zelfs onder uw tuin, stond ooit een grotere toren.”
Ten geleide
Toen er onder haar moestuin een oude gevulde waterput bleek te zitten, sloeg de vertwijfeling toe bij grootmoeder. Zeker toen bleek dat in die put de wrakstukken van een verdwenen wereld zaten: restanten van aardewerken kookpotten en schotels,
Reizen naar morgen SEPT def.indd 13
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 14
8/09/2020 13:27
15
steengoedkruiken, stukken Venetiaans glas, een hoefijzer, een grendel, een spadevormig voorwerp, een lederen schoen, schakels van een ketting en een aantal mysterieuze metalen plaatjes. Als klap op de vuurpijl nog een 17de-eeuwse rekenpenning “geslagen te Nürnberg”, volgens Rudi. Wij wisten niet wat een rekenpenning was, laat staan waar Nürnberg lag en wie daar geslagen werd en waarom. Maar de plek gaf langzaamaan zijn geheimen prijs en begon opnieuw te spreken. Tot vandaag zie ik in mijn verbeelding Rudi, een glas Duvel in de hand in de oude dorpsherberg De Eenhoorn, nog uitweiden over waarom een boom op die bepaalde plek was geplant, wat een tot nu toe nooit opgemerkte verhoging of gracht in een weiland betekende, waarom de zichtas van de dreef bij onze school niet toevallig was, hoe het kwam dat de kerktoren lichtelijk scheef stond. Mijn wereld verzakte mee, mijn blik zocht plots verhalen achter vertrouwde plekken. Verhalen die iets zeggen over de ‘ziel’ van de plek en hoe die plakken aan ons diepste gevoel van ‘thuis’. “Weten waar we vandaan komen en waar we thuis horen, helpt ons meer aarding te vinden en ons veiliger te voelen”, aldus Michael Jones in The Soul of Place.
“Just as the acorn gives birth to the oak tree, the place we come from holds the code for what we are to become. As such, place orients us, giving us strength for our journey and an optimism for the possibilities the world holds for us as we venture forth.” ***
Het opnieuw leren spreken van die taal is een eerste stap om terug verbinding te zoeken met het volle potentieel van een plek. Een intens gebeuren, maar eentje waar je geen andere vaardigheid voor nodig hebt dan een open geest en zo min mogelijk vooroordelen. Wanneer je écht luistert, kunnen verhalen opnieuw beginnen te leven. Dat vraagt de rust van ‘in het moment’ zijn, niet de rush van ‘snel naar het volgende’. Opmerkzaam zijn, ervaren dat andermans’ blik ook voor jezelf iets kan toevoegen, of beter nog, iets kan naar boven halen, blootleggen en uitlichten. Dat leren kijken door de ogen van een ander, van een gast, brengt me terug naar die jonge jaren. Wij snapten bezoekers niet die onze plek zo mooi vonden. Hun ‘mooi’ en ons ‘nuttig’ kwamen elkaar niet tegen. Maar het kamp van ‘mooi’ groeide onmiskenbaar. Toen mijn ouders midden de jaren 1980 de uitbating van herberg De Eenhoorn overnamen, stelden we algauw vast dat ’s zomers ons terras nooit groot genoeg kon zijn om al die gulzige bezoekers te verwelkomen. Wandelend van op het veer in Kallebeek of fietsend door het Waasland, de polders werden een favoriet doelwit van hun aandacht. Zeker nu ze dreigden te verdwijnen voor de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied, de zogenaamde potpolder.
Ten geleide
Ik was nog te jong om het ten volle te beseffen, maar een zaadje was geplant en waar ik ook heen zou gaan, die fascinatie voor de verborgen taal van de plek zou verder mee gaan op mijn pad. Plekken
stellen vragen, zo begreep ik, en lang heb ik gedacht dat de antwoorden in boeken te vinden waren. Maar plekken kunnen ook zélf antwoorden zijn, en dat merken we pas wanneer ze verdwijnen of hun ziel verliezen. Dergelijk verlies gebeurt meestal achteloos, ogenschijnlijk zonder pijn. Want het is het moment waarop stilte valt en de taal van de plek een dode taal is geworden die niemand nog begrijpt. Een plek wordt dan een vormelijk fenomeen, bevroren in de tijd, zonder vraag naar het waarom maar enkel naar het hoe.
Reizen naar morgen SEPT def.indd 15
8/09/2020 13:27
16
Een woord dat ter plekke nog altijd opgepotte gevoelens aanboort. Voor velen een vloek omdat het de bemoeizucht van ‘Brussel’ symboliseerde, voor anderen daadwerkelijk broodroof, voor natuurliefhebbers aanvankelijk het equivalent van een atoombom: neen, die potpolder lustten we niet. Toch schoof de zwijgzame meerderheid stilaan op richting onverschilligheid (we kenden beter de Spaanse costa’s dan de eigen buurt), en evolueerde met de tijd de zienswijze van de ingenieurs. Waarom van de nood geen deugd maken en van het overstromingsgebied geen nieuwe natuurlijke habitat voor fauna en flora? En zo geschiedde: de polders die we kenden gedurende zeven eeuwen, het ruisen van de wind door de canadapopulieren, de akkers en weiden omgeven door groene coulissen, de zaaiende en oogstende boeren: allemaal weg. Het ‘nieuwe’ wildleven en soms onverwachte flora gedijen en trekken opnieuw bezoekers. De meeste lindes staan er nog, solitair. Weinige passanten verstaan nog hun taal. De ‘dikke boom’, een linde vlakbij het veer, ooit baken op een kruispunt van dijken en lommerrijke verpoosplek voor de landarbeiders, is nu ‘liefkesboom’ geworden. Vermoedelijk het gevolg van enkele hangsloten achtergelaten aan een hekwerkje. Nieuwe rituelen. Binnen honderd jaar zullen jongere generaties zich misschien afvragen waar die naam ‘liefkesboom’ vandaan komt. Het landschap spreekt een nieuwe taal die wortels heeft in het oude idioom, maar die ook veel toedekt. Ook de onverschilligheid. Zeker tijdens de corona-lockdown hebben de locals hun achtertuin herontdekt en in het hart gesloten. *** De plekken van mijn jeugd bleven bewaard in mijn geheugen en leidden daar een eigen leven. Als in een inmaakbokaal van
Reizen naar morgen SEPT def.indd 16
grootmoeder, veilig opgesloten tegen verval, diep in mezelf. Zo diep dat het idee van ‘mijn plek’ daar meer dan twee decennia heeft gesluimerd, gepatineerd door herinneringen. De jaren na mijn kindertijd waren jaren van jacht: vat krijgen op een studie, op een loopbaan, op een relatie, op een positie. Op een eigen plek in de wereld ook. Terwijl ‘mijn’ plek er al was, toegedekt in de vlucht van alledag. In een goed decennium tijd bezocht ik meer dan veertig landen. Altijd gedreven door de voor mij onverklaarbare drang om vragen te stellen naar waarom mensen zich een plek hebben toegeëigend, of dat nu de Taj Mahal was of een lichtelijk onderkomen kasteeltje op het Engelse platteland. Vaak deed de passie van lokale bewoners als ze over hun plek spraken, iets resoneren in mij dat ik moeilijk kon verklaren – of onbewust wegduwde, denk ik nu. Ik vertaalde die onbeschrijfelijke passies naar vormelijke gegevens, naar theorieën en bouwpraktijken, naar exploitatiemodellen en economische formules, naar typologieën en soorten. Veilig gesorteerd zonder restfractie. Maar in die restfractie van je leven schuilt meestal je diepere waarheid. En wortels veronachtzamen doe je niet ongestraft. Wanneer ik er nu op terugkijk, eiste dat ongedefinieerde gevoel van gemis zijn plaats op bij intense momenten of gebeurtenissen waarbij een plek plots extra betekenis krijgt door een intense ervaring. Een oprechte vraag aan een plek of aan diegenen die voor die plek zorg dragen, is in feite een engagement tot verbinding, of minstens de intentie ertoe. Het moment waarop je ontheemd wordt, de tijd neemt om te vertragen, op reis trekt en je dagelijkse remmingen op waakstand komen te staan: dat creëert soms de stilte waarin je onbevangen vraag aan een plek opnieuw taal kan geven.
8/09/2020 13:27
17
Dat voelde ik in talloze gesprekken. Met vrijwilligers die zich de zorg voor een plek eigen hadden gemaakt en zo, dankzij de aandacht van de bezoeker, weer het geloof in de gemeenschap hadden gevonden. Met een ingenieur die bij de herbestemming van een eeuwenoud klooster, het oorspronkelijke waarom ontdekte van die plek en er opnieuw taal aan gaf zodat het een antwoord kon zijn op vragen van vandaag. Met bezoekers aan de slagvelden van de Groote Oorlog die plots midden de graven door de waarom-vraag van het leven werden bevangen, en met vele gastheren- en vrouwen die zich begonnen te verdiepen in het waarom van hun gastvrijheid. *** Na tien jaar in de stad keerde ik in 2014 terug naar mijn wortels en herontdekte mijn plek. Door er weg te zijn geweest, keek ik met een nieuwe blik en stelde ik andere vragen, ook aan mezelf. Dankzij mijn frequent reizen, leerde ik opnieuw de waarde van de terugkeer en van thuis, maar zeker ook van reizen zelf. De overtuiging won terrein dat reizen, bewust leven tussen vertrek en terugkeer, een heilzaam effect kan hebben op je welbevinden als je daarbij openstaat voor verbinding met plekken, met mensen – een openheid die voor mij sterker werd nu ze kon bouwen op stabiele wortels. Impactvolle reiservaringen, of ze nu veroorzaakt worden door de intense beleving van een plek, een betekenisvolle ontmoeting of een inspirerende activiteit, gaan gepaard met sterke emoties. Mensen voelen zich overweldigd, verbonden, ontroerd, trots, geïnspireerd…
Als je je rekenschap geeft van de waarde van een plek voor bewoners én bezoekers, kan reizen niet een pure consumptiedaad zijn. De bewustwording groeide dat reizen, toerisme, geen doel op zich hoeft te zijn. Ook al dragen bezoekers onmiskenbaar bij tot economische groei en jobs, tot welvaart: de blik van de bezoeker en de diepere connectie met de lokale gemeenschap kunnen die gemeenschap ook opnieuw eigenwaarde en kracht verlenen. Die positieve, transformerende kracht van toerisme leek me een sterkere basis dan het eendimensionale economische verhaal van return on investment. *** Vanuit mijn positie bij Toerisme Vlaanderen had ik het voorrecht om dat geloof, gedeeld door een begeesterd groepje, en aangewakkerd door ontmoetingen met wijze mensen zoals Anna Pollock of Gervaise Bush, de grondslag te laten zijn van een nieuwe visie op de toekomst van toerisme. We doopten die visie Reizen naar Morgen.
Ten geleide
De onvermijdelijke conclusie van die gedachtegang was dat de ‘ziel van de plek’ dé belangrijkste katalysator is voor krachtige reiservaringen én voor oprecht en duurzaam gastheerschap. Die spirit of place, zoals ICOMOS het noemde, bestaat uit
zowel tastbare elementen (sites, gebouwen, landschappen, routes, objecten) als uit ontastbare elementen (herinneringen, verhalen, festivals, herdenkingen, rituelen, overgeleverde kennis, waarden, texturen, geuren, kleuren…) die alle in belangrijke mate bijdragen tot de essentie van een plek en er een ziel aan geven. De ontastbare elementen geven een rijkere en meer volledige betekenis aan de fysieke elementen. De ziel van een plek is daarenboven een continu proces van reconstructie, dat beantwoordt aan de noden tot verandering én continuïteit van gemeenschappen. Daarom kan die ziel variëren in de tijd en van de ene cultuur tot de andere. Een plek kan dus tegelijkertijd verschillende zielen hebben en door verschillende gemeenschappen worden gedeeld.
Reizen naar morgen SEPT def.indd 17
8/09/2020 13:27
18
Met talrijke reisgenoten binnen en buiten de toeristische sector gingen we vanaf 2017 op zoek naar wat juist die positieve kracht van toerisme is, en hoe die kracht de motor van ons handelen kan worden. We beluisterden talloze persoonlijke verhalen over bijzondere ervaringen wanneer mensen reizen. We luisterden ook naar hoe de bewoners van de kunststeden in Vlaanderen dachten over hun plek, over (te veel of genoeg) bezoekers en het belang van toerisme voor hun eigen omgeving en levenskwaliteit. Vanuit die verschillende luisteroefeningen formuleerden we inzichten over hoe toerisme positief kan bijdragen aan onze samenleving. Een eerste stap die fundamenteel was voor ons leerproces: dat toerisme geen doel op zich is, maar een middel om gemeenschappen te laten bloeien.
onderzoek en actie. En die ook aanleiding gaven tot het boek dat je nu in handen houdt en dat je hopelijk mee op weg kan helpen wanneer je wil reizen naar morgen.
In 2018 maakten we de synthese van dat proces: onze visie vond zijn neerslag in een magazine getiteld Reizen naar Morgen. Wat was begonnen als een ruimere en diepere reflectie over de ‘ziel van de plek’ en daar vervolgens diverse aspecten van duurzaamheid aan koppelde, ontpopte zich tot een nieuwe visie op de toekomst van toerisme. De bevindingen rond het belang van evenwicht voor mensen en plekken wijzigde immers diepgaand onze visie op ons métier. We kozen – niet toevallig weet ik nu – de linde als beeld voor die visie omdat het evenwicht tussen wat bewoners, bezoekers en ondernemers belangrijk vinden, en wat de ziel van een plek vraagt, organisch van aard is. Dat evenwicht kan, net als een boom, groeien of sterven, waardoor gemeenschappen bloeien of uiteenvallen. Uit heel wat verhalen van praktijkervaringen leerden we wat er gebeurt als mensen zich openstellen voor de positieve kracht van reizen en hoe die kracht gemeenschappen kan doen bloeien. Verhalen die inspireren en ook aanzetten tot
***
Reizen naar morgen SEPT def.indd 18
Wanneer een boom stevige wortels heeft, is hij gezonder en beter bestand tegen stormen. Gemeenschappen zijn geworteld in plekken. Wat niet wil zeggen dat ergens geboren zijn, je automatisch deel van een gemeenschap maakt, of een gemeenschap zich beperkt tot mensen wiens wieg op die plek stond. Wie je bent, hoe je naar je omgeving, je buur of je gast kijkt, heeft vooral te maken met de verbinding die je al dan niet bewust opzoekt. Die wil tot verbinding is sterker als er evenwicht is. En de wil tot verbinding helpt ook evenwicht groeien. Zodat een gemeenschap opnieuw in zijn kracht komt staan en kan bloeien.
Die cirkel was voor mij rond, toen in de nadagen van de herdenking van de Groote Oorlog, onze linde op het kerkplein stierf. Op 11 maart 2018 werd de terminaal zieke boom gekapt, onder het luiden van de kerkklokken en omringd door het hele dorp. Iedereen wilde afscheid nemen van die oude kameraad, menig dorpsgenoot liet een traantje toen hij om 15.04 uur neerviel. Zijn laatste bloeiende tak werd omhoog gehesen in het schip van de kerk, wie dat wilde kon een kaartje met een wens voor onze gemeenschap aan de twijgjes bevestigen. Er volgde een uitvaartmaal. Maar op 11 november van dat jaar hebben we op dezelfde plek de nieuwe vredesboom geplant: een zilverlinde van tien meter hoog en 4500 kilogram zwaar. Opnieuw was iedereen er bij en laadde het moment en de plek met betekenis. De ziel van de plek, van onze plek, leeft. Wie de tijd wil nemen om haar te ontdekken, is welkom.
8/09/2020 13:27
Reizen naar morgen SEPT def.indd 19
8/09/2020 13:27
156
Ten uitgeleide To Particularize is the Alone Distinction of Merit. William Blake (Engels kunstenaar en auteur, 1757-1827)
Reizen naar morgen SEPT def.indd 156
8/09/2020 13:29
Reizen naar morgen SEPT def.indd 157
8/09/2020 13:29
158
Reizen naar Morgen-verhaal is mijn beleid ZUHAL DEMIR, VLAAMS MINISTER VOOR TOERISME
Dit boek vertelt hoe een groeiende groep mensen in Vlaanderen en daarbuiten nadenkt over de toekomst van toerisme, de waarde van reizen, de bezieling van plekken, de creativiteit en de gastblijheid van ondernemers, de transformerende kracht van de ontmoeting met een andere plek, cultuur of medemens. Toerisme Vlaanderen en talrijke ‘reisgenoten’ gingen op zoek naar de positieve kracht van toerisme, en hoe deze kracht de motor van ons handelen kan worden.
Dit is geen boek dat je voorschrijft hoe je morgen je toeristische bedrijfsvoering of beleid op een duurzame manier kunt opzetten. Het dicteert je ook niet hoe je voortaan kunt reizen met respect voor het evenwicht van bestemmingen, hun bewoners en de ‘tijdelijke bewoners’ of bezoekers. Omdat we dat onbelangrijk vinden? Integendeel, maar daarvoor bestaan andere publicaties en talloze websites die focussen op duurzaamheid in ecologische en economische zin. Persoonlijke verhalen met particuliere ervaringen tonen hoe toerisme positief kan bijdragen aan onze samenleving. Uit onderzoeksvragen en -antwoorden werd informatie gedistilleerd om te toetsen of inzichten verder reiken dan een persoonlijke leefwereld. Praktijkervaringen laten je zien wat er gebeurt als mensen zich openstellen voor de positieve kracht van reizen. Hun verhalen inspireren en zetten hopelijk aan tot actie.
Reizen naar morgen SEPT def.indd 158
Gemeenschappen in evenwicht op bezielende plekken staan van nature open voor bezoekers, of ze nu tijdelijk (toeristen) of iets minder tijdelijk (bijvoorbeeld expats) zijn. Ik ben er vast van overtuigd dat gastvrijheid gedijt, daar waar de belangen van bewoners, bezoekers, ondernemers en de plek zelf in balans zijn. In onze wereld zien we vooral voorbeelden waar dat evenwicht is verstoord. Ik zie het in de overvolle straten van Venetië of Barcelona is, of bij de serieel geproduceerde ‘beleving’ na de lange wachtrij. Het evenwicht is ook zoek op de platgelopen sites van Angkor Wat of Taj Mahal en op de steeds maar massiever wordende cruiseschepen. Als ik zie hoe tussenplatformen zonder waarde(n) of schimmige circuits van de nieuwe huisjesmelkers van logeeradressen steeds meer winst afromen, lijkt het wel of die gedreven worden door een perverse interpretatie van de olympische leuze citius, altius, fortius (sneller, hoger, sterker): zo snel mogelijk zo hoog mogelijk winstbejag door steeds sterker wordende multinationals zonder échte meerwaardecreatie voor de lokale gemeenschap.
8/09/2020 13:29
159
Behalve het economisch belang van toerisme, dat uiteraard van tel blijft, wijs ik ook op andere criteria die niet enkel de welvaart, maar ook het welzijn van ons samenleven gestalte geven. Daarbij kan toerisme een positieve kracht zijn. Vanuit deze overtuiging heb ik, als minister van Toerisme, de positieve kracht van toerisme eind 2019 al tot de hoeksteen van mijn beleid gemaakt. Reizen naar Morgen is mijn beleid en meteen ook mijn antwoord op de uitdagingen waar Covid-19 ons voor plaatst. De corona-torpedo die het toerisme midscheeps heeft getroffen, stelt de probleemstelling nog eens op scherp en bevestigt onze analyse dat het voortaan anders moet, want wat betekent dat, ‘terugkeren naar hoe het was’ – en willen we dat eigenlijk wel zomaar?
Ten uitgeleide
Dit boek verzamelt als in een polyfone samenzang de verhalen van wie toerisme en reizen een warm hart toedraagt, en daarbij resoluut de blik op morgen gericht houdt. Het is aan al deze ‘positivo’s’ dat ik deze polyfonie op onze reis naar morgen graag opdraag.
Reizen naar morgen SEPT def.indd 159
8/09/2020 13:29
Toerisme Vlaanderen is al enkele jaren op reis naar morgen, op zoek naar een nieuwe vorm van toerisme, die voor alle betrokkenen meer te bieden heeft. Wie zijn die betrokkenen? In de eerste plaats de reiziger of bezoeker zelf, maar ook de bewoner, de plaatselijke ondernemer en de overheid. Ze vormen samen de ziel van de plek, waar de bezoeker zich naartoe begeeft. En die plek is vaak heel dichtbij. Reizen naar Morgen vertrekt van duurzaam toerisme, maar zet nog een stap extra. Het gaat veel breder en keert terug naar de basis van het toerisme: niet louter het commerciële, maar veeleer het kwalitatieve, het creatieve en de ontmoeting. “Reizen naar Morgen is, meer dan duurzaam toerisme, een verhaal met een gemeenschappelijk doel, waar iedereen beter van wordt”, klinkt het. De coronacrisis versnelt dit proces en dwingt de sector nog meer tot vernieuwing. Dit boek schetst de theorie van Reizen naar Morgen en hoe je in de praktijk aan de slag kunt gaan. Een positief verhaal waar velen zich al in zullen herkennen.
9 789040 304163 >