Kleuren naar vrijheid

Page 1

KLEUREN NAAR VRIJHEID Creativiteit als levensbron Maryse Alen


Colofon Fotografen:

Filip Roefs en Ed Segers

Eindredactie:

Peter Vande Vyvere

Lay-out:

Lieve Lenaerts

Boekbegeleiding:

The Power of Books, Laurence Verwee www.thepowerofbooks.be

Druk:

Nevelland, Drongen

Uitgeverij:

Yin Books Laurence Verwee Jan Verspeyenstraat 7 9000 Gent www.yinbooks.be

Auteur:

Maryse Alen Vorsel 18, 2460 Kasterlee www.vedic-art.be maryse@vedic-art.be GSM Maryse Alen 0484/79 42 54

Depotnummer:D/2014/10.788/2 ISBN 9789491233142 Š Yin Books & Maryse Alen Niets uit deze uitgave mag door middel van elektronische of andere middelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen, worden gereproduceerd en/of openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Maryse Alen of Yin Books.


Dankwoord

Een boek schrijven is een heel proces, dat zonder steun en aanmoediging niet haalbaar zou zijn. Daarom mijn grote dank naar ieder die hieraan heeft deelgenomen. Linda Robben, voor haar sublieme idee om met Yin Books in zee te gaan. Al bij het eerste contact met mijn uitgever, Laurence Verwee, voelde ik dat ik op de juiste plaats was terecht gekomen. Haar enthousiasme, gaf me dadelijk het gevoel dat het eindelijk ‘echt’ ging gebeuren. Brenda Van Der Wijk voor haar duidelijke visie en voorstellen bij de eerste versie. Mayke Smit en Helena Mermans voor het nalezen van de tweede versie. Aag Vernelen voor de tips die ze me gaf waaruit de derde versie is ontstaan. Ivy Dillen, Etienne Matthys en Stan Michielsens voor het nalezen van de derde en laatste versie. Bernadette Drees voor haar onvoorwaardelijke steun en aanmoediging. Mijn zoon Rik, die me met zijn grappige verhalen, even alles kon doen vergeten als het wat moeilijker ging, zodat ik nadien met nieuwe moed verder kon gaan. Mijn moeder voor haar luisterend oor en de steun in wie ik ben. Mijn vader voor het ‘schrijversgevoel’ dat ik van hem heb geërfd. Eli Moss en Ron Goettinger voor hun gastvrijheid en generositeit. Leen Dauwen, voor het meevieren van elke stap in het proces. Filip Roefs en Ed Segers, voor de foto’s die ze met veel zorg van mijn werken hebben genomen. Verder wil ik graag alle mensen bedanken die mijn pad kruisten en me geïnspireerd hebben.

3


Als je binnenin een stem hoort die je zegt: ‘Je kan niet schilderen’. Schilder en die stem zal zwijgen!

4

Vincent van Gogh


Tijd voor verandering en nieuwe verbindingen Voorwoord Een man rijdt over straat en ziet een vrouw op handen en knieën onder een straatlantaarn kruipen. Hij denkt dat er iets mis is en stopt. ‘Wat is er?’ vraag hij, ‘U hebt hulp nodig, zo te zien.’ ‘Bedankt, ik zoek mijn sleutels’, zegt ze. Nadat ze een tijdje gezocht hebben, vraagt hij: ‘Hebt u enig idee waar u ze hebt laten vallen?’ ‘Ja hoor,’ antwoord ze, ‘een kilometer verderop.’ Natuurlijk is de man verbijsterd. ‘Waarom zoekt u dan hier?’ vraagt hij. En ze antwoordt: ‘Dit is bekend terrein en het licht is beter’. Susan Forward

5


Tijd voor verandering en nieuwe verbindingen Voorwoord Ik herkende me volledig in deze vrouw. Maar op een dag besloot ik dat ik op zoek zou gaan naar de sleutel, ook al zou die zich bevinden op onbekend terrein. Ik dacht bij mezelf: ‘Het kan anders. Ik wil uit deze patronen van angst en controle klimmen. Angst en controle hebben mijn oorspronkelijke verbindingen geblokkeerd. Ik wil de weg weer vrijmaken. Een eerste verbinding die ik wil openmaken is de verbinding met mijn hart. Mijn hart is gesloten doordat angst de boventoon speelt. Angst en controle moeten verdwijnen uit mijn levensverhaal om plaats te maken voor liefde en vrijheid. Een tweede verbinding die opnieuw tot stand dient te komen is de Yin-Yangverbinding. Ieder van ons heeft een vrouwelijke yin dimensie en een mannelijke yang dimensie. Ik heb veel vrouwelijke energie waardoor ik veel dromen en ideeën heb maar het blijft hierbij omdat de mannelijke energie van actie en handelen, veel minder aanwezig is. Dit wil ik in evenwicht brengen zodat mijn dromen en ideeën in handelingen kunnen worden omgezet. De derde verbinding is de verbinding met mijn innerlijke natuur. Ik weet niet meer wie ik ben en wat ik wil. Door deze verbinding opnieuw tot leven te roepen kan ik een nieuwe werkelijkheid creëren die volledig klopt met wie ik ben, diep van binnen. Ik wil leven met alles wat ik heb gekregen om te leven, volledig in contact met mezelf om vandaaruit mijn dromen waar te maken.’

Door middel van creativiteit zijn deze drie verbindingen opnieuw vrijgekomen en is mijn levenskwaliteit en het leven in al zijn aspecten verbeterd. Meer nog, ze hebben me de weg getoond naar mijn levenspad.

Maryse Alen

6


3 verbindingen openen de weg naar vrijheid, evenwicht en actie

1. Hartsverbinding

9

Hoofdstuk 1.

De smaak van vrijheid

11

Hoofdstuk 2.

De strijd gestaakt

17

Hoofdstuk 3.

Voorbij de angst

25

Hoofdstuk 4.

Durven dromen

35

Hoofdstuk 5.

Nieuwe wegen

43

Hoofdstuk 6.

Meegaan met de stroom

49

Hoofdstuk 7.

Herwonnen vrijheid

61

2. Yin-Yangverbinding

69

Hoofdstuk 8.

Verwondering

71

Hoofdstuk 9.

Jezelf ontstijgen

77

Hoofdstuk 10. Evenwicht

3. Verbinding met mijn innerlijke natuur Hoofdstuk 11. Loslaten en vertrouwen

91

97 99

Hoofdstuk 12. Transformeren

107

Hoofdstuk 13. Het onzichtbare zichtbaar

119

Hoofdstuk 14. Actie vanuit het hart

129

7



1. Hartsverbinding

Verbinding met mijn hart If we cannot love ourselves, we cannot fully open to our ability to love others or our potential to create. John Lennon

Mijn hart is gesloten en is enkel nog een bron van angst. Angst en controle moeten verdwijnen in mijn nieuwe levensverhaal om plaats te maken voor liefde en vrijheid. Als ik mezelf niet graag zie, hoe kan ik dan van anderen houden? Ik wil van anderen houden zonder mezelf te verliezen. Ik wil de weg terugvinden naar mijn hart om te kunnen creĂŤren vanuit mijn hart.

9



Hoofdstuk 1 De smaak van vrijheid De kleine ruimte vult zich met de geur van olieverf en een zachte melodie uit een oude radio. Een karretje met verftubes en penselen, staat als een trouwe metgezel naast de schildersezel. Door de jaren heen heeft hij alle kleuren aangenomen. Er staat een stoel voor waar de al even bontgekleurde schilderjas van mijn grootvader over hangt. Het atelier hangt vol schilderijen. Bloemen, landschappen en stillevens wisselen elkaar af en roepen elk hun aparte sfeer op. Eén muur is behangen met krantenknipsels en foto’s van tentoonstellingen. Kunstboeken liggen opgestapeld in een hoekje. Andere slingeren rond op de grond, wellicht in de haast neergegooid omdat er aan een nieuwe ingeving gehoor moest worden gegeven. Hij staat voor zijn schildersezel en kijkt lang en peinzend over de rand van zijn bril naar het resultaat op het doek. Ik observeer zowel hem als het schilderij. Dan gaat zijn blik weer door zijn bril en met een opgetrokken neus staart hij naar het palet dat lichtjes op zijn hand lijkt te zweven. Hij zoekt het antwoord in de kleuren. Dan lichten zijn ogen op en neemt hij een streepje oranje, dat hij met één kleine zwier op een welbepaalde plaats aanbrengt. Zijn voldane glimlach en zijn knipoog naar mij doen zowel mijn hart als de ruimte oplichten. Dit kleine streepje is het begin van een nieuwe actie. Hij neemt verschillende tubes, knijpt er één voor één kleur uit en begint ze met elkaar te mengen. Tijd en ruimte bestaan niet meer, de muziek is volledig naar de achtergrond verdwenen. Het is het uur van de magie. Gefascineerd kijk ik toe. Hier een streepje diep, donker rood, daar een streepje warm oranje, nog wat bruin en oker, wit. Voor mijn ogen wordt een prachtig herfstlandschap geboren. Ik stap mee door de bladeren die mijn grootvader schildert en verdwijn in de kleuren. Met een laatste penseelstreek is het doek klaar en ben ik deel geworden van een geheim, het geheim van de kunst, de magie van kleur en vorm. Mijn grootvader staat op. Hij gaat naar de kamer ernaast, waar hij zijn materialen bewaart, en scharrelt wat rond. Hij komt terug met een houten plankje en wat penselen en drukt alles in mijn handen. ‘Jouw beurt’, zegt hij simpel. Mijn hart springt op. Ik voel me op en top vereerd. Hier had ik zo naar verlangd! Elke keer dat ik hem gadesloeg en stilletjes deel was van de creatie op zijn doek, had ik hierop gehoopt.

11


Vrijheid in de kleuren Spelen met kleur in het atelier van mijn grootvader.


Ik kies kleuren, ze roepen me. Groen, rood, geel, blauw, wit, oranje. Heel even zit ik voor het doekje te staren maar dan gebeurt er iets in mij. Ik start met groen en vanaf dat moment ben ik me van niets meer bewust. Ik verdwijn in de kleuren, we spelen met elkaar. Dit is een wereld die ik ken. De wereld waar ik me thuis voel komen … Ik weet niet hoelang het heeft geduurd voor dat eerste schilderijtje klaar was. Het leek lang en kort tegelijk. Het lijkt in niets op de landschappen die mijn grootvader schildert. Het is een spel met licht, kleur en vorm, iets dat voor mij heel herkenbaar is maar zich tegelijk ver van mij verwijderd houdt. Ik toon het aan mijn grootvader. ‘Aha, mooie kleuren’ en hij steekt zijn duim omhoog. Ik ben vervuld van trots en tegelijkertijd geraakt door iets wat me vanbinnen diep gelukkig maakt. Met het schilderijtje in mijn handen huppel ik naar huis. In het parkje voel ik plots die bekende bons van mijn hart. Ik zet me neer op een bank en laat gebeuren wat moet gebeuren. Het wordt zwart, maar in dat zwarte komt geleidelijk aan een klein gaatje. Het gaatje wordt groter en vult zich met groen. Het neemt me mee. Ik zit in een groene draaikolk. Ik zit in de kern, maar ook rond de kern, in alle deeltjes. Ze trillen en pulseren. Het groen heeft een trilling, een vibratie en een geluid waar mijn hart volledig van opengaat. Het stroomt vol liefde, het barst gewoon van liefde. Dan gaat het groen over in purper. Ik hoor een hoog en zacht geluid. Het komt van heel ver. Purper vibreert anders dan groen. Ik word licht als een veertje. Ik ben zelf purper en heel in de verte hoor ik het licht roepen. Ik golf mee op de trillingen van dit purper dat steeds lichter wordt. Dan is er niets meer. Geen kleuren. Ook geen zwart of wit … Niets en alles. In die leegte ervaar ik een vol gevoel van rust, volledige overgave, diep weten en eeuwigheid. Met een schok kom ik terug in mijn lichaam. Mijn hart is op hol. Ik ben bang. Ik weet dat ik nu stilletjes moet blijven zitten. Ik probeer diep te ademen en niet in paniek te raken want dat zou het alleen maar erger maken. Wat voel ik me nu anders dan voor ik in het parkje kwam. Toen was ik zo gelukkig. Dat ellendige lijf van mij, dat me op de meest onvoorspelbare momenten in de steek laat, dat maakt dat ik zo bang ben voor alles en iedereen omdat alles en iedereen kan uitlokken wat er zonet gebeurd is. Maar als ik rustig blijf ademen overwin ik het, dat heb ik altijd al gedaan. Ik adem in en uit, in en uit.

13


De eerste keer zag ik geen kleuren. Toen zag ik dat licht. Ik was zes. We gingen zwemmen, mijn ouders, mijn zusje en ik. Mijn ouders zaten op het strand en mijn zus en ik deden een spelletje, om het langst onder water blijven. Daar, onder water, gebeurde het. Een bons van mijn hart en plots bevond ik me in een tunnel van licht. In de verte zag ik nog meer licht. In het licht bewogen zich schimmen. Ze straalden liefde uit. Intense liefde die ik op mij voelde stralen. Ik kwam dichterbij. Er kwam me nog meer liefde, nog meer warmte, vreugde, vrijheid, herinneringen en lichtheid tegemoet. Het was overweldigend. Het licht was heel nabij. Het gaf warmte af zoals de zon maar het was niet zo verblindend dat ik er niet in kon kijken. Ik was opgewonden, ik was alles, ik was één. Ik voelde zoveel zachtheid en er was herkenning, heel veel herkenning. Ik was er bijna … Ik kon niet wachten … En dan: PATS! … Niets meer. Zwart, alleen zwart … Mijn arm deed pijn … Wie trekt zo hard aan mijn arm? ‘Maryse, Maryse!’ De stem van mijn vader. Hij trok me uit het water, ik wilde niet. Ik wilde terug. Ik wilde terug naar het licht. Ik was er bijna. Ik was zes en vanaf dat moment wist ik dat er meer is dan wat we zien en dat we meer zijn dan wat we geloven te zijn. Ik probeerde mijn ouders te vertellen wat ik had gezien maar ze keken me vreemd aan. Het werd mijn geheime wereld. Ik adem in en uit, in en uit en herinner me. De volgende keer kwamen de kleuren. Het gebeurde tijdens een skivakantie met de school. Ik kende de bergen. Ik was er al vaak geweest met mijn familie. Daar voelde ik me goed en was er niet bang. Maar deze keer moesten we leren skiën. Dat maakte me wel bang, want het was koud en ik had hoogtevrees. Op een nacht werd ik wakker om naar het toilet te gaan. Daar was weer die bons van mijn hart, net zoals toen onder water. Daarna niets meer, geen hartslag. Alles werd zwart maar ik wist precies wat er gebeurde. Ik zat op de koude vloer in de gang van het pension en voelde hoe alles in mij ophield te functioneren. Mijn bloed stopte met stromen. Ik zonk steeds verder weg. Het zwarte werd nog zwarter. Vanuit dit zwarte gat kwamen de trillingen van kleuren binnenstromen, eerst groen, dan allerlei prachtige kleuren. Ze gingen door elkaar, mengden zich met elkaar, gingen uit elkaar en in elkaar in een pulserend ritme. Ik werd meegenomen in die prachtige wereld. Tot ik de trilling van het purper voelde.

14


Het purper nam me mee in een draaikolk. In de verte was het witte licht. Ik was vrij en licht en vol van een intense liefde die me omringde. Met een nieuwe bons begon mijn hart opnieuw te kloppen. Ik kwam bij maar mijn hart ging tekeer als een razende trein. Ik zat in het midden van de nacht ergens in Zwitserland, helemaal alleen op de koude grond in de gang van een pension. Deze keer was mijn vader er niet om me te komen redden. Na een poos probeerde ik recht te staan. Ik was doodmoe en duizelig, moest me overal vasthouden om niet te vallen. Ik strompelde tot aan mijn bed en ging liggen terwijl mijn hart verder raasde. Ik was verlamd van angst. Het kwam zelfs niet bij me op om iemand wakker te maken. Maar ik voelde dat dit razen niet lang meer moest blijven duren. Mijn lichaam zou het niet volhouden. Dan voelde ik weer een harde bons. Mijn hartritme herstelde zich. Mijn borstkas deed pijn maar die akelige, benauwende, versmachtende druk was weg. Ik durfde niet meer te slapen, bleef de hele nacht wakker uit angst dat het zou terugkomen. De volgende morgen vertelde ik de juf wat er gebeurd was. Maar ze zei dat ik me aanstelde en geloofde er niets van. Weer thuis reden mijn ouders nogmaals met me naar de dokter maar die vond niets dat niet normaal leek. Ik adem in en uit, in en uit. Het blijft maar voortduren. Mijn lijf wordt moe. Ik word duizelig. Ik kan niet meer. ‘Ga ik nu dood?’ vraag ik me af. Ik zie allemaal zwarte vlekjes. Het zijn veelhoekjes zoals de raten die bijen maken … alleen zijn ze niet goudkleurig … ‘Ga ik dood?’ Mijn hoofd staat op springen. ‘Ga ik dood?’ Mijn armen en mijn benen worden zwaar. Een bons … dan niets meer. Stilte. Alleen mijn oren suizen … En dan, bons, bons, bons, is alles weer normaal. Het is voorbij. Rustig probeer ik weer recht te staan, ik voel me nog wat duizelig en wankel op mijn benen.

15


Uiteindelijk wandel ik naar huis met het schilderijtje in mijn hand. Mijn moeder vindt het mooi. Ik zet het op mijn kamer en schrijf in mijn dagboek: ‘Weer gebeurd, ben moe, heel moe maar als ik naar mijn schilderij kijk, word ik blij vanbinnen. In de kleurenwereld is geen angst, ik ben daar vrij, zonder last te hebben van mijn lijf dat me altijd in de steek laat.’

16


Hoofdstuk 2 De strijd gestaakt Afspraak in het ziekenhuis, hartafdeling. Aan de balie worden een aantal formaliteiten afgehandeld, nadien moet ik de wachtzaal in. Ik kijk rond, de moed zinkt me in de schoenen. Het zijn enkel vermoeide, oude gezichten die me even aankijken en vervolgens weer voor zich uit staren. Ik voel me ongemakkelijk en zenuwachtig. ‘Mevrouw Alen, u mag meekomen.’ De verpleegster gaat geroutineerd aan de slag. Ze neemt mijn bloeddruk: 18 over 9. ‘Ben je nerveus?’ vraagt ze. Ik knik. Ze lacht en zegt dat ik in goede handen ben. Even wordt ze menselijk en dat maakt me rustiger. De onderzoeken verlopen verder in stilzwijgen. Nadien word ik verzocht opnieuw de wachtzaal in te gaan. Ik zit weer bij de seniorenclub. Hoewel ik maar 31 jaar ben voel ik me minstens even oud en moe als zij eruit zien. Ik voel me misselijk en de angst komt weer op. Diezelfde angst dat me nogmaals zal worden gezegd dat er dat ik altijd weer zeur dat ik moe ben… ‘Mevrouw Alen.’ Mijn benen willen niet echt mee. Ik slaag er toch weer in om recht te staan en de verpleegster te volgen. ‘Gaat u zitten.’ De arts geeft me een stevige handdruk die me vertrouwen geeft. Hij valt meteen met de deur in huis. ‘U heeft zonder twijfel het WPW-syndroom. Ik raad u aan om u zo snel mogelijk te laten opereren. Uw hart heeft een geleider te veel die moet weggebrand worden. Deze aandoening had u op vele momenten fataal kunnen zijn. U heeft heel veel geluk gehad.’ Ik zit als verdoofd naar hem te luisteren. Eerst dringt niet alles wat hij zegt tot me door. Dan beginnen de tranen over mijn wangen te stromen.

17


‘Mevrouw? Gaat het? Hoort u wat ik zeg?’ Ik kijk verschrikt op en knik. De tranen blijven stromen. Ik zoek verwoed naar een zakdoek. De dokter wacht even. ‘Kijk, u heeft een afwijking in het elektrisch systeem van uw hart. Tijdens een aanval klopt het hart zeer snel, vaak meer dan tweehonderd slagen per minuut. De pols is zwak, de bloedtoevoer naar de hersenen vermindert als de hartkamers zich zo

rondgepompt wat kan leiden tot plotse dood. U heeft veel geluk gehad. We gaan ervoor zorgen dat het niet weer gebeurt. Maar daarvoor moeten we wel zo snel mogelijk opereren.’

Er worden nog wat praktische zaken afgehandeld en de dokter zegt me waar ik een afspraak moet maken voor de operatie. Ik krijg weer die stevige handdruk, loop de gang door en ga langs het afsprakenbureau. Er wordt een datum geprikt. Over drie weken al. Ik wandel naar buiten en kijk naar de lucht, naar de bomen, hoor de vogels mijn hoofd. Moet ik nu blij zijn omdat er eindelijk iets gaat gebeuren om me van mijn probleem af te helpen? Of moet ik bang zijn?

Terwijl ik daar zit, denk ik aan de tijd toen ik net gescheiden was. Mijn zoontje Rik is precies één jaar oud en mag voor het eerst in het grote bad. Ik zet hem erin, geef hem zijn bad-eendjes en wil hem inzepen. Maar daar is weer die bekende bons. Ik raak in paniek. Ik voel mezelf wegglijden, maar kan nog net het handje van mijn zoontje grijpen. ‘Goed vasthouden Rik,’ kan ik nog net uitbrengen voor alles zwart wordt. Ik kom weer in de kleurenwereld terecht maar als ik bijkom zit zijn handje nog stevig vast in de mijne. Ik trek me recht aan de rand van het bad terwijl mijn hart raast. Met zijn vrije handje plonst Rik in het water om de eendjes te laten bewegen.

18


Ik neem een handdoek, bundel al mijn krachten, til hem uit het bad en wikkel hem in de handdoek. Ik haal het tot aan mijn bed. Ik druk mijn zoon stevig tegen me aan, probeer kalm te blijven en wrijf hem droog terwijl mijn hart zijn sneltreinvaart voortzet. Rik is rustig. Het is alsof hij aanvoelt dat alles stil moet blijven en valt in slaap. Pas dan kan ik me laten gaan. Ik huil zonder ophouden. Alle angst om mijn zoon, maar ook alle ellende van de voorbije maanden komt naar buiten. De scheiding, de pijn, het verdriet. De herinnering aan de scheiding doet zoveel pijn. Mijn mislukking toen de waarheid tot me doordrong.

Het geluid van de omgeving dringt weer tot me door. Ik heb een vreemd gevoel. Aan de ene kant wil ik aan iedereen vertellen dat er eindelijk een diagnose gesteld is, maar aan de andere kant wil ik voorlopig nog niemand iets vertellen over de operatie. En wat gebeurt er nu met mijn geheime wereld, met mijn kleurenwereld? Zal ik die nog terugzien of moet ik hem inruilen tegen de echte wereld? Is het een ruilhandel? Niemand weet van de geheime licht- en kleurenwereld waarin ik rondwervel als ik verbinding maak met de andere kant. Ik moet schilderen! Die gedachte geeft me de kracht om naar huis te gaan. Schilderen is, naast schrijven en muziek, een overlevingsmiddel, dat ik me in de loop van de jaren heb eigen gemaakt. Ik heb zoveel kleuren in mijn hoofd maar toch nemen mijn handen enkel zwart en wit. Met grote bewegingen begin ik cirkels te maken. Ik gebruik het zwart en wit door elkaar. De hele ruimte wordt een grijze massa. In die grijze massa verschijnt een vrouw. Ze heeft lang haar. Ze moet lang haar hebben, hoewel ik niet weet waarom. Ze wil zich vrij voelen maar weet niet hoe dat moet. De vrijheid maakt haar bang en ze kruipt diep weg in zichzelf. Dat is het nog niet helemaal. Ze is nog te kwetsbaar. Er moet nog een bescherming omheen. Ik maak een cocon rond de vrouw. Dat voelt beter. Klaar. Vermoeidheid overvalt me. Wordt dit nu mijn wereld? Grijs, wit en zwart? Hoe ziet een wereld eruit zonder het licht, zonder de kleuren, zonder vrijheid? Zal dan enkel de angst nog overblijven?

19


Vrouw in cocon Een grijze wereld zonder kleur, overschaduwd door angst.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.