14 minute read
TRIMCLUB WIJCKEL BESTAAT 50 JAAR
TEKST LOTTE VAN DER MEIJ // FOTO’S TRIMCLUB WIJCKEL
COBI WALSTRA BEGELEIDT AL DERTIG JAAR DE TRIMCLUB WIJCKEL “Het moet wel héél slecht weer zijn, willen we niet gaan”
Advertisement
Vijftig jaar bestaat de ‘trimclub’ dit jaar in Wijckel. Inmiddels bestaat de groep uit zo’n twintig vrouwen die samen genieten van bewegen, de natuur en het buitenzijn. Dat alles al dertig jaar onder de begeleiding van Cobi Walstra. Zij bedenkt de oefeningen en bepaalt de routes, maar doet vooral gezellig mee. We spreken met Cobi af bij het Wikelerbosk en zij laat ons zien wat de trimclub inhoudt en zo bijzonder maakt.
Het is een zonnige herfstige dag in september wanneer ik met Cobi Walstra (1953) afspreek bij de ingang van het Wikelerbosk, ook wel het Van Coehoornbos genoemd. Het is de statige poort van het voormalige erf van Menno van Coehoorn, zo vertelt Cobi mij. We gaan het bos in terwijl Cobi mij al lopende over het ontstaan van de trimclub vertelt en ondertussen van alles laat zien.
HOE HET BEGON…
Cobi vertelt: “Het is vijftig jaar geleden toen de nu 91-jarige Japke Schotanus in 1972 tegen de toenmalige turntrainer en oud-dorpsgenoot Bertus Bult zei: ‘Nu de bern nei skoalle goang, wollen we wol wat buten doan.’ Bertus zei tegen Japke: ‘Als jij een een groep bij elkaar verzamelt, dan leid ik jullie wel rond.’”
Zo gezegd zo gedaan. Japke verzamelt uit het dorp en de omgeving een groep vrouwen bij elkaar die samen iets actiefs wilen ondernemen in de buitenlucht. Ze komen steevast op de dinsdag om negen uur bij elkaar in het Wikelerbosk. Twintig jaar lang stuurt Bertus de groep met veel plezier door het bos. Als na zijn overlijden de leiding wordt overgenomen door Alex Kaspers is dat maar tijdelijk, want hij benadert algauw Cobi Walstra om die taak over te nemen. Aangezien Cobi een zeer actieve en sportieve vrouw is, heeft zij hier wel oren naar, en die taak verricht ze nu alweer dertig jaar.
DE DINSDAGOCHTEND IS HEILIG
Cobi woont met haar man in Oudemirdum en heeft twee volwassen zonen en vijf kleinkinderen. Ze is jarenlang gymnastiekjuf geweest bij verenigingen en is nu nog steeds werkzaam in de zorg waar ze zich vooral bezighoudt met ‘meer bewegen voor ouderen’. Dit doet ze met name in verschillende verzorgingstehuizen. Al dertig jaar is het uurtje op de dinsdagochtend van september tot en met eind juni heilig voor haar. Ze mist het in principe nooit. Haar vakanties plant ze eromheen. Ze bedenkt van tevoren wat ze gaan doen en neemt gepast materiaal mee. Door haar werk heeft ze zelf allerlei materiaal in huis. Denk bijvoorbeeld aan stokjes en ballen. Naast de trimclub volgt ze zelf ook nog steplessen. Ze is zeer actief en denkt nog lang niet aan stoppen.
DE BULT OP
De focus bij de groep ligt niet op veel en hard draven. Cobi omschrijft het eerder als een ‘beweegclub’. “De ene keer doen we een estafette, de andere keer rennen we heen en weer of de bult op, want dát is goed voor de benen”, legt ze uit. Soms bewegen ze ook op muziek. De vrouwen die tot de groep behoren zijn tussen de 55 en 75 jaar. Ze komen niet alleen uit Wijckel maar uit de hele omgeving van Gaasterland en zijn een afspiegeling van de samenleving. Voor hen is het een vorm van bewegen, plezier maken en lief en leed delen. “Als je al zo’n lange tijd lid bent van een groep, ontstaan er vanzelf dierbare vriendschappen”, vertelt Cobi.
We lopen verder en Cobi laat mij zien welke paden ze gebruiken om hun activiteiten uit te voeren. Paadjes waar heel goed estafette in een driehoek gelopen kan worden. Wij ‘beklimmen’ de bult en Cobi vertelt over de natuur. “We lopen in alle seizoenen, het moet wel héél slecht weer zijn, willen we niet gaan”, zegt ze. Als het regent schuilen ze onder een boom of in het prieeltje. “Één keer dacht ik: ‘Nu is het héél slecht weer, ik ga niet.’ Bleken er achteraf vijf te zijn geweest. Toen baalde ik dat ik er niet bij was.” Cobi lacht er nu om. Met de komst van de WhatsApp-groep zal dat niet zo snel meer gebeuren, denkt ze.
GEMOEDELIJK
Het vijftigjarig bestaan van de Trimclub Wijckel hebben de dames al samen gevierd met een bezoek aan de Keukenhof in mei. Verder hebben ze jaarlijks uitjes zoals een fietstocht of wandeltocht met een kopje koffie en een broodje onderweg. Wanneer iemand een ‘jubileum-verjaardag’ heeft, dan drinken ze na het trimuurtje samen koffie met wat lekkers erbij, bij de jarige thuis. De leden betalen contributie in de vorm van een lief-en-leedpot. Hier stoppen ze een kleine bijdrage in waar ze elkaar cadeaus uit kunnen geven en onkosten kunnen vergoeden. Onlangs kwam er nog een nieuw lid bij en dat gaat allemaal heel gemoedelijk en vanzelf.
“En als er tijdens het lopen teveel gekletst wordt, dan laat ik even zien wie de leidster is, en dan is het direct stil in het kippenhok”, grapt Cobi.
Een intensieve zorgvraag is nooit eenvoudig...
De cliëntondersteuners van Mantelzorgzaken helpen u op weg!
TEKST EN BEELD: AMANDA DE VRIES
RENÉ BAURITIUS ZOEKT EEN DONORNIER
Sinds maart 2017 kampt René Bauritius (37) uit Achlum met een nierziekte. Hierdoor verloor hij zijn baan, kan hij zijn wens om muziekproducer te worden niet realiseren en moet hij zeven nachten per week dialyseren. Een zoektocht naar een donornier in zijn familie-, vrienden- en kennissenkring leverde geen resultaat op. Aan GrootdeFryskeMarren vertelt Bauritius zijn indrukwekkende verhaal en doet hij een oproep voor een donornier.
Het is zo’n zomerdag waarop de mussen dood van het dak vallen. Geen zuchtje wind en een zon die strak aan de hemel staat. In Achlum zijn de straten uitgestorven. Mensen zijn met vakantie of zitten binnen vanwege de warmte. Maar René Bauritius is thuis en houdt het hoofd koel. Hij heeft ruim vijf jaar een nierziekte en woont daarom nog bij zijn ouders thuis.
“Hier in deze slaapkamer dialyseer ik elke nacht”, zegt hij. “Dit is het dialyseapparaat dat nogal lawaai maakt. Ik slaap er wel om, maar word ook wel vaak wakker erdoor.” Bauritius was machinaal houtbewerker in Harlingen. Daarvoor werkte hij een aantal jaren bij een grote bouwmarkt, maar zijn ambitie was én is om – als groot muziekliefhebber – een opleiding tot muziekproducer te volgen. Hiervoor spaarde hij een aanzienlijk bedrag. Maar helaas zette zijn ziekte in 2017 een dikke streep door zijn mooie plannen. Aan de keukentafel vertelt hij dapper hoe zijn leven er sindsdien uitziet.
ERFELIJKE NIERZIEKTE
“In december 2016 belandde ik op de spoedeisende hulp vanwege een te hoog glucosegehalte in mijn bloed. Eerder had ik in april van dat jaar al een klapvoet gehad en was ik langs de neuroloog geweest, omdat ik last had van mijn knieën. Ik kwam onder controle bij de nefroloog te staan want mijn nieren bleken niet in orde. Dit was trouwens niet meteen duidelijk; tijdens een eerdere nier-punctie kwam er niets uit.
Voorwaarden goede levende donornier
• Je hebt een gezonde BMI • Je hebt geen medische problemen • Je beschikt over een goede geestelijke gezondheid • Je hebt bloedgroep ‘O’ (eventueel) • Je bent jonger dan 65 jaar, het liefst tussen de 40 – 50 jaar • Je hebt een goede conditie
droom van Alport heb, een erfelijke nierziekte. Mijn opa leed ook aan een nierziekte, maar we weten niet of hij ook het syndroom van Alport had. In eerste instantie leefde ik gewoon verder met deze diagnose, maar in maart dit jaar moest ik toch geopereerd worden. Er werd een katheter bij me aangebracht om overtollige eiwitten af te voeren en sindsdien moet ik ook elke nacht dialyseren.”
LEVEN OP DE KOP
Het ‘schoonspoelen’ van de nieren trekt een flinke wissel op het leven van de inwoner van Achlum. “Het dialyseren is zwaar. Het tast ook mijn andere organen aan en ik kan het geen enkele keer overslaan. ’s Avonds om acht uur koppel ik het dialyseapparaat aan, ’s nachts om vier uur ga ik naar het toilet en koppel ik het weer af. Dan kan ik pas echt rustig slapen. Het liefst wil ik een donornier; sinds 2019 kom ik in aanmerking voor een niertransplantatie. Iedereen heeft twee nieren, maar met één nier valt goed te leven.
Een zoektocht naar een ‘levende donor’ in mijn naaste omgeving heeft tot nu toe niets opgeleverd. Dat vind ik heel jammer, want met een nieuwe nier zou ik meer energie hebben. Dan is de opleiding tot muziekproducent weer bereikbaar voor mij. En als ik die opleiding gevolgd heb, dan kan ik weer gaan werken en ben ik niet langer afhankelijk van een uitkering.”
MUZIEK PRODUCEREN
Het lijkt hem fantastisch om muziek te produceren, het uit te brengen op een label en op festivals op te treden. “Ik heb hiervoor al wel de nodige apparatuur staan, maar kan er nog niet mee overweg. De opleiding kost veel geld, mijn spaarcenten hiervoor moest ik inleveren vanwege mijn uitkering. Ik zou de opleiding eventueel online kunnen volgen, maar als ik een goede donornier heb kan ik misschien wel naar Hilversum toe en hem fysiek volgen.”
LANGERE WACHTLIJST
“Een nieuwe nier kan mijn kwaliteit van leven flink verbeteren. Maar het is echt heel moeilijk om een goede nier te vinden. De coronapandemie zorgt voor een langere wachtlijst voor niertransplantaties. Dit komt doordat ziekenhuizen en doktoren veel transplantatieoperaties moeten uitstellen ten gunste van de zorg voor Covid-patiënten.”
Eelke’s vinger op de zere plek
Ferkrommelje
Op giele buorden lâns de diken stean de iennige oerheidsteksten dy’t minsken wól lêze, al bin se somtiden sa logysk dat je se wol oerslaan kinne soenen. By Snits stiet bygelyks op sa’n giel buordsje: ‘P-centrum volg P-centrum’ (…)
Al in jier as fjouwer, fiif, stean der yn de omkriten fan Spannenburg grutte giele buorden. At je yn in frachtwein, swierder as fyftich ton, ride: net oer dy brêge!!! At je mei sa’n frachtwein fan Hoekstra fan Jiskenhuzen nei Tsjerkgaast moatte, dan moat je omride oer De Lemmer, Balk en Wâldsein. Of oer Sint Nyk, de A6, De Jouwer, Snits en Hommerts. Dan kom je yn Hommerts in stik as fyftich frachtweinen fan Feenstra-Heech tsjin, dy’t ek oan it omriden binne.
Omride moat je oeral wolris. Fryslân stiet optheden fol giele buorden. Lêstich, dat wol. Al dy lju dy’t fan en nei Langwar moasten, ha in tiidlang omride moatten oer de net op kaarten te finen Legemarsterwei. Dat kin net. Elk moat hieltyd fier de berm yn. En at der in trekker oankomt: sykje in sydpaadsje. Want ien of oare idioat hat tastien dat dy dingen breder wêze meie as sa’n hiele dyk, wêrfan de kanten ek noch ferkrommele binne troch dy trekkers.
Ferkrommeljen fan diken is foar de oerheid in swarte blêdside, dy’t je gau ûnder yn in laad donderje. Ja, der moat wat oan dien wurde, mar der is gjin jild foar. Lykas dy ferkrommele brêge by Spannenburg. Ik wit bêst dat de gemeente dêr neat mei te krijen hat. Mar wy wurde hiel wurch fan at der dan sein wurdt: ja, it kanaal is fan it Ryk, en de dyk is fan de provinsje, wy ha der neat mei te krijen.
En dan sizze Ryk en provinsje dat se earst goed mei de gemeente, en de minsken dy’t dêr wenje, prate wolle. Fertaald betsjut dat: at der ek noch fytsen oer moatte, moat de gemeente ek mar meibetelje. Dat wol de gemeente net omt se de Legemarsterwei ek noch opknappe moatte.
Se ha allegear gelyk. Mar dan ha wy ek gelyk: it soe goed wêze, dat de oerheid ris in kear gearwurket.
Eelke Lok. Als journalist van Omrop Fryslân draait hij al veertig jaar mee en is hij met name bekend van zijn verslagen van het skûtsjesilen, maar je zou hem tekort doen door hem het stempel sportjournalist te geven, want Lok is allround. Door zijn originele no-nonsense kijk op de wereld weet hij ogenschijnlijk ingewikkelde zaken vaak te relativeren en tot de essentie te herleiden. En dat is ook wat u in de columns van Eelke kunt verwachten.
De vinger op de zere plek….
24/7 goede zorg thuis of in het ziekenhuis Gepland of ongepland bezoek in de nacht
Bij Antonius ben je aan het juiste adres voor ziekenhuiszorg én thuiszorg. We komen met onze passende zorg bij u thuis als het kan en u komt bij ons in het ziekenhuis als het moet.
Onze zorgprofessionals van de ruim dertig thuiszorgteams in Zuidwest-Friesland helpen u thuis met verpleging, persoonlijke verzorging, nachtzorg én gespecialiseerde zorg. We maken hierbij gebruik van hedendaagse technieken om u ook thuis de zorg te kunnen bieden die u vroeger alleen in het ziekenhuis vond. Hiervoor werken we goed samen met ziekenhuizen en andere zorgpartners in onze omgeving.
Ambulante en intensieve nachtzorg
Tijdens de nacht zijn er twee soorten zorg: de ambulante nachtzorg (ANZ) en de intensieve nachtzorg (INZ). De ambulante nachtzorg heeft een route met vaste zorgmomenten. Wanneer een cliënt het nodig heeft, dan wordt er zorg gepland en komt de verzorgende of verpleegkundige in de nacht één of meerdere keren langs. Naast de geplande zorg is er de ongeplande zorg, die tussendoor komt. Deze oproepen komen binnen via de personenalarmering op momenten wanneer een cliënt onverwacht hulp nodig heeft.
Margje Reijenga is wijkverpleegkundige in de nachtzorg. Margje werkt al een flink aantal jaren in de thuiszorg van Antonius. Sinds dit voorjaar werkt ze als wijkverpleegkundige bij de teams ambulante nachtzorg en de intensieve nachtzorg. Regelmatig is Margje op de nachtroute te vinden. Margje werkt graag in de nacht. Waarom?
Margje vertelt: “Deze ongeplande zorg maakt het werk erg leuk en uitdagend, juist omdat het zo onverwacht is. Het is altijd een ontdekking van: wat ga ik deze nacht beleven?; bij wie zal ik binnen stappen?; wat is de hulpvraag en kan ik deze hulp bieden of moet ik een andere professional inzetten?” De Dokterswacht kan ook contact opnemen met de nachtverpleegkundige en vraagt dan bijvoorbeeld aan haar om een kijkje te nemen bij een cliënt voordat er een arts naartoe gaat. Vaak kan de verpleegkundige het dan oplossen. De verpleegkundige neemt regelmatig ook de katheterzorg van de Dokterswacht over.
De nachtroute begint om 23.00 uur voor Margje en haar collega’s, dus zorgt ze ervoor dat ze op dat moment in haar werkgebied is en leest ze in de digitale overdracht wat de laatste stand van zaken is. Vervolgens begint ze aan haar route. Natuurlijk zijn er altijd meer collega’s onderweg in de nacht. Margje heeft regelmatig telefonisch contact met haar collega’s, om kort te overleggen over een zorgsituatie of gewoon even te checken hoe het gaat.
Terminale zorg
Als er een hele nacht een deskundige zorgmedewerker nodig is noemen we dit intensieve nachtzorg. Intensieve nachtzorg is bedoeld ter overbrugging in een crisissituatie, ter ontlasting van de mantelzorger en/of voor terminale zorg. Terminale zorg is zorg in de laatste levensfase. Margje: “Ik vind het erg belangrijk dat je in het laatste stukje van je leven comfortzorg krijgt, dat er warme en goede zorg wordt gegeven.” Tijdens deze laatste korte periode is er een deskundige nachtmedewerker in de nacht bij de cliënt van het nachtteam en overdag komt er een dagteam om de zorg aansluitend overdag te verlenen. Ook voor de naasten is het fijn dat er dan altijd een deskundige medewerker in de nacht aanwezig is.
Het werken in de nachtzorg brengt mooie herinneringen mee. Zo kwam Margje tijdens haar eerste nacht op een woonboot terecht, waar ze terminale zorg verleende. De waardering van de familie was groot. Margje zegt: “Het is zo mooi dat je de laatste periode van iemands leven zoveel rust kunt brengen, doordat je de juiste zorg kunt geven.” Zo heeft Margje jaren nadien nog een kerstkaartje van deze familie gekregen. Dit maakt het werk erg bijzonder.
Het werken in de nachtzorg levert ook wel eens hilarische momenten op. Margje vertelt: “Zo reed ik een keer op de zeedijk; meestal liggen daar schapen, maar nu liepen er koeien. De koeien waren niet onder de indruk van mij en mijn auto. Het duurde even voordat ik er weer door kon. Een lachwekkende situatie.
Margje Reijenga, wijkverpleegkundige Nachtzorg, aan het werk
Werken in de nacht ook iets voor jou?
Als je flexibel bent en goed overdag kunt slapen, is het werken in de nacht erg leuk. Het is uitdagend, geeft voldoening, je krijgt vaak grote waardering en je werkt zelfstandig en je hebt veel vrijheid.
Ben jij verpleegkundige en zie jij nachtzorg als uitdaging? Margje Reijenga, wijkverpleegkundige Nachtzorg, vertelt je graag bij een lekkere kop koffie waarom nachtzorg voor jou de perfecte werkplek kan zijn. Bel haar via 0515 – 46 12 00 of stuur een bericht via ANZ@mijnantonius.nl.