CALLA - De eerste Zantedeschiaglossy van Nederland - Mei 2021

Page 1

CALLA MEI 2021

MET SPRONGEN VOORUIT

1

Wát een jaar!

Voorzitter Ruud Berbee over de kracht & veerkracht van de teelt in crisistijd

Slimme seizoensaanraders Uitgebreide en up-to-date teeltadviezen

Veredelen met visie Anita de Haan over een bloeiende toekomst

DE EERSTE ZANTEDESCHIAGLOSSY VAN NEDERLAND

RUUD BERBEE - TON KORTEKAAS - RENE VAN MARREWIJK- PETER VAN NIEUWKOOP- PRISCA KLEIJN- PETER BOSKAMP- PAUL VAN LEEUWENANITA DE HAAN EN VELE ANDEREN


CALLA

CALLA | Aan dit nummer werkten mee: Ruud Berbee, Prisca Kleijn, Arie Dwarswaard, Sakia Bodegom, Roderick Bouman, René van Marrewijk, Anita de Haan, Peter van Nieuwkoop, Nanda de Block, Barry Looman, Bas Apeldoorn, Peter Koopman, Tim Kapiteijn, Mark Teeuwen, René Kistemaker, Bas Zwerver, Bram Breugem, Paul van Leeuwen, Stan van Oers, Elaine Vlaming, Monique Kemperman, Peter Boskamp, Erwin Bruschgens en René Faas. Redactie & eindredactie: Rianne van der Hulst, Arie Dwarswaard en Annika Versloot Vormgeving: Annika Versloot


inhoud nieuws, verhalen & achtergronden 4 10 12 14 19 27 31 35 47 51 59 66 70 84

Voorwoord Registraties & ontwikkelingen Zantedeschia Kleur, kleur en nog een kleur! CNB: René van Marrewijk Dümmen Orange: Anita de Haan BKD: keuringen, resultaten & nieuws Vitale Teelt: de systeemsprong Rabobank Noord-Holland-Noord in gesprek met kwekers Bloemenbureau Holland: Calla in de spotlight Bram Breugem over BB Plant Overzicht van onderzoek naar Zantedeschia TTW: alles over verzoling Delphy: bent u er klaar voor? Tussen Kunst & Calla

columns 4 Prisca Kleijn 7 Arie Dwarswaard 24 Peter van Nieuwkoop


VOORWOORD BESTE LEZERS, WAT EEN JAAR! Op het moment van schrijven aan dit voorwoord is het een jaar geleden dat de grote onzekerheid als een deken over ons bollenvak is neergedaald. De coronapandemie legde het sociale leven, scholen, werkverkeer en de handel totaal plat. Onzekerheid kreeg de overhand en juist dat is een schadelijke factor voor de economie. We zijn nu een jaar verder en corona beheerst nog steeds een groot deel van ons leven. Gelukkig lijkt er op de bloemen- en pottenhandel op dit moment geen rem te zitten. De consument heeft nu meer aandacht gekregen voor de beleving in en rondom het huis met als gevolg dat bloemen, bloembollen en -knollen weer helemaal hip zijn en door jongere mensen nu ook ontdekt worden. Deze crisis heeft ook laten zien om anders na te denken over tal van zaken die vóór de pandemie niet bespreekbaar waren of misschien wel onmogelijk leken, en juist nu de nieuwe standaard gaan worden uit oogpunt van efficiëntie of milieu. Ook wij als Zantedeschiavak zijn innovatief en dynamisch genoeg om de nieuwe uitdagingen aan te gaan, zolang we maar de handen ineen blijven slaan en gezamenlijk bereid zijn te investeren. Wij, als bestuur van de KAVB-productgroep Zantedeschia, moesten ook nadenken over een alternatief voor de jaarvergadering en vonden het wel mooi om het dit keer via deze glossy te doen. Het is weliswaar geen bijeenkomst, maar wel informatief én coronaproof! Ik wens u als voorzitter van de Productgroep Zantedeschia heel veel leesplezier en hoop u in 2022 weer te verwelkomen tijdens een jaarvergadering op locatie. Namens het voltallige bestuur tot ziens en: stay safe!

Ruud Berbee Voorzitter KAVB-Productgroep Zantedeschia


PRISCA

HET JAAR 2020 begon net als andere jaren met de nieuwjaarsreceptie op de Keukenhof. En, alhoewel er al wat verontrustende berichten uit China kwamen, waren wij druk bezig met het organiseren van de Ledendag van de KAVB, de Tulpendag en de Leliedag. Allemaal bijeenkomsten waar we elk jaar veel vakgenoten spreken en nieuws uitwisselen. Gelukkig konden deze bijeenkomsten nog gehouden worden. Tot 16 maart toen, net voor het planten van de lelies en Zantedeschia, de coronacrisis ons land en onze sector overspoelde. Opeens waren er geen bijeenkomsten meer en was er paniek door het wegvallen van de vraag naar bolbloemen, het vastlopen van de logistiek en zorgen over arbeidsmigranten. Van de ene op de andere dag kwamen we bij de KAVB midden in het crisismanagement terecht. Met heel veel onzekerheid, vragen van leden en media-aandacht. Gelukkig hebben we voor onze leden veel kunnen betekenen door in te zetten op een steunfonds voor de sierteelt, het aanpassen van generieke financiële regelingen als de NOW en het openhouden van de Europese binnengrenzen voor sierteeltproducten en arbeidsmigranten. CALLA|5


PRISCA

Helaas kunnen we op dit moment nog niet met grote groepen bij elkaar komen. Vandaar dat we besloten hebben om ook voor Zantedeschia een glossy te maken. Ook hier is immers veel gebeurd het afgelopen jaar. Via deze glossy heeft u dan ook een prachtig overzicht in -digitale- handen. Zo ziet u in één oogopslag dat uw Productgroep stevig aan de weg timmert. Problemen worden aangepakt door onderzoek te laten doen en zien we een verdere professionalisering van de kwaliteitskeuring. Samen gaat het ons lukken om oplossingen te vinden en te zorgen voor een bloeiende toekomst voor dit mooie gewas! Ik wens u veel plezier met het lezen van deze glossy en hopelijk snel tot ziens.

Prisca Kleijn Directeur KAVB

CALLA|6


Parels uit Zuid-Afrika


ARIE ZUID-AFRIKAANSE JONGELING Waar tulp, lelie en narcis al eeuwen in Nederland bekend zijn als siergewas, geldt dat voor Zantedeschia veel minder. Alleen de zeer algemene Zantedeschia aethiopica kwam al in de 17e eeuw naar Nederland. In 1686 nam Paul Hermann het knolgewas mee uit Zuid-Afrika naar Leiden, waar hij directeur was. De overige zes soorten werden pas in de tweede helft van de 19e eeuw ontdekt. Dat is niet zo verwonderlijk, omdat de meeste soorten in het oostelijk deel van Zuid-Afrika voorkomen. De kolonisatie van Zuid-Afrika is begonnen in het meest westelijke deel. Lange tijd kwamen ontdekkingsreizigers ook niet veel verder dan de westkant van het onmetelijke land. In dat westelijke deel kwam Z. aethopica volop voor. Soorten die in het oosten van Zuid-Afrika voorkomen, zijn onder meer de gele Z. elliotiana, de roze Z. rehmanii de roomwit tot koraalkleurige Z. albomaculata, de roomwitte Z. pentlandii en de gele Z. jucunda. Zantedeschia is dus een jonge loot aan de stam van in Nederland geteelde bolgewassen. In de 20e eeuw kwam er een zeer beperkt aantal selecties op de markt, vaak aangeduid met de Latijnse naam Richardia.

CALLA|8


ARIE Pas eind jaren tachtig van de vorige eeuw begon er in ons land interesse te komen in dit knolgewas. Op dat moment werd er elders in de wereld al wel aan dit gewas veredeld, zoals door de Nieuw-Zeelander Trevor Brljevich die hiervoor de Dixpenning van de KAVB kreeg. Van zijn hand zijn onder meer ‘Black Magic’ en ‘Black Eyed Beauty’, die zeker de eerste jaren erg populair waren in de Nederlandse teelt.

De Zantedeschia aethiopica kwam al in de 17e eeuw naar Nederland Ook Golden State Bulb Growers in de Verenigde Staten introduceerde nieuwe selecties, waarvan de witte ‘Crystal Blush’ vele jaren een van de meest geteelde cultivars was. Begin jaren negentig werd in Nederland de veredeling ter hand genomen en namen door de jaren heen steeds meer Nederlandse cultivars de teelt en handel over van de cultivars uit Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten.

Arie Dwarswaard

CALLA|9


REGISTRATIE&ONTWIKKELINGEN ZANTEDESCHIA De KAVB is de internationale registratieautoriteit (ICRA) voor vele bolgewassen waaronder Zantedeschia Sinds 2001 zijn er meer dan 400 Zantedeschiacultivars geregistreerd Ze komen uit verschillende werelddelen, zoals Amerika, Nieuw-Zeeland en natuurlijk Nederland Inmiddels kent Nederland een forse veredelingssector In de loop der jaren is Zantedeschia steeds meer een bloemisterijgewas geworden Tien jaar geleden kreeg de KAVB regelmatig aanmeldingen voor de opplant in de kassen, maar tegenwoordig registreert de KAVB vooral cultivars die kwekersrecht hebben gekregen

De kwekersrechtbeschrijving kan dan worden omgezet naar een KAVB registratie en een nieuwe opplant is niet nodig. Na de registratie staat de cultivar in het ketenregister

Als er (nog) geen kwekersrecht aangevraagd wordt voor een cultivar, dan kan deze nog altijd ingestuurd worden voor registratie-opplant bij de KAVB. De opplant wordt beoordeeld en komt met een uitgebreide beschrijving en foto in de database van de KAVB. Aanmelden kan ieder jaar tot 1 april

MET DANK AAN SASKIA BODEGOM & RODERICK BOUMAN

CALLA|10


REGISTRATIE&ONTWIKKELINGEN ZANTEDESCHIA

Captain Chelsea


Waar het in het voorjaar de hyacinten, tulpen en narcissen zijn, die rond Voorhout de velden magisch inkleuren, zijn het in de zomer niet alleen dahlia’s, maar ook calla’s die kleur brengen. Kwekerij Kallaland van Ton en Jan Kortekaas uit Voorhout produceert in de periode juni tot en met oktober een indrukwekkend aantal stelen in alle gangbare kleuren van dit knolgewas. Dagelijks zorgt ruim dertig man personeel voor het plukken op het veld, het transport naar de modern ingerichte verwerkingsruimte, de verwerking en het veilingklaar maken en het vervoer naar de veiling. Aanvankelijk kozen de broers in 2003 alleen voor de teelt van knollen, maar het combineren met de bloementeelt bleek een betere zet te zijn. Inmiddels telen ze zo’n vijftien cultivars voor de vermeerdering en de bloementeelt. Goed sortiment is iets om zuinig op te zijn, vinden de broers. Dat betekent dat er niet al te snel wordt gewisseld van cultivars. Wel houden ze de sortimentsvernieuwing goed in de gaten. Want beter kan het altijd. Tekst: Arie Dwarswaard Fotografie: René Faas, Greenity


kleur kleur en nog eens kleur


Canon van de Calla In de jaren negentig van de 20e eeuw kwamen de eerste cultivars van Zantedeschia uit Nieuw-Zeeland. Het sortiment vernieuwt nog steeds. René van Marrewijk neemt u mee in het toen en nu van zijn ervaringen als calla-vertegenwoordiger bij CNB Lisse.


In de jaren negentig van de 20e eeuw kwamen de eerste cultivars van Zantedeschia (calla) uit Nieuw-Zeeland. Knollen werden toen nog vermeerderd door het in stukken snijden van de knol (grof parteren). Ook werd er al materiaal gemaakt in het lab. Er waren toen ook exporteurs die dachten dat ze calla op dezelfde manier konden gebruiken als de freesia. Dus als broeier een T1 bij een exporteur/preparateur kopen en die een jaar telen. Je krijgt dan ongeveer één tak per knol. Die knol laat je uitgroeien. Je rooit de knol en brengt hem terug naar de preparateur die hem vervolgens weer prepareert, waarna je hem weer terug ontvangt voor de volgende cyclus. Dat bleek uiteindelijk toch niet zo’n goed systeem. De callaknol kan, als hij verzwakt is, makkelijk ziek worden. Daar komt dan bijna altijd Erwinia bij kijken en dan is de knol helemaal weg. CNB-commissionair Rein Wijnker is in die tijd ook begonnen met het verhandelen van callaknollen. Dat was in het begin echt pionieren. Er ging meer fout dan goed bij het telen van de knollen. Maar mede door het doorzettingsvermogen van Rein is de callateelt uitgegroeid tot een interessant product voor teler, broeier en exporteur. In de begin tijd waren er al kwekers in Noord-Holland die het materiaal van T1 naar T2 teelden en dan verkochten. Vaak zat er dan ook een terugkoopclausule bij van de knollen die dan teruggeleverd moesten worden om vermeerderd te worden. Er zijn voorbeelden dat er knollen van de cultivar ‘Schwarzwalder’ teruggeleverd zijn voor 7,00 gulden per stuk. Ook dat was niet makkelijk. Later bleek, dat wanneer de knollen worden behandeld met gibbereline, ze verouderden en daardoor verzwakten, waardoor ze vatbaarder werden voor ziektes. Gelukkig waren de bloemenprijzen toen nog astronomisch hoog, waardoor de broeiers die de knol min of meer gezond konden houden best geld verdienden aan dit product.

CALLA|15


René van Marrewijk: 'Calla is een topproduct dat nog in de kinderschoenen staat’


Toen ik ruim tien jaar geleden begon als vertegenwoordiger calla bij CNB werden er nog steeds soms partijen teruggekocht. De kwekers waren toen ook begonnen met snipperen. Iemand was op het idee gekomen om een knol door een broodsnijmachine te halen en de partjes op een bed te strooien om plantgoed te maken. Dat bleek goed te werken. Vanaf die tijd is het hard gegaan. Waar we in de eerste jaren eigenlijk alleen maar snijsoorten gebruikten, kwamen er langzamerhand steeds meer potsoorten bij. Op dit moment is minder dan 20% van de productie puur snijsoorten. Er zijn daarnaast ook soorten die voor zowel de pot als de snij gebruikt worden. Het rendement op die soorten is voor de kwekerij beter, omdat er meer maten te verkopen zijn. De pottenhandel in calla is het grootst in Nederland, hoewel China en de USA ook goed meedoen. De handel in Nederland is de afgelopen tien jaar gegroeid van zo’n 3.000.000 potten naar meer dan 12.500.000 potten in het afgelopen jaar. De snijbloemenproductie daarentegen krimpt al jaren. Kwekers stoppen noodgedwongen en er zijn geen nieuwe kwekers die erbij komen. Dat is een zorgelijke ontwikkeling.

'Voor de toekomst zie ik de kwaliteit van calla's nog steeds verbeteren' In de jaren negentig van de 20e eeuw kwamen de eerste cultivars van Zantedeschia (calla) uit Nieuw-Zeeland. Bovendien worden de soorten steeds beter. Voor de potten geldt dat met name de kleinere ziftmaten nodig zijn. Waar de laatste tijd een knol maat 20 (of groter) maar beperkt bruikbaar is, worden er steeds meer 14/16 en in sommige nieuwe soorten zelfs 12/14 gebuikt voor de broeierij. Door de grote vraag in het afgelopen jaar zijn er ook meer potcalla’s op patio’s en balkons terecht gekomen. Dat was een deel van de markt die wij tot vorig jaar niet bereikten.

CALLA|17


Voor de toekomst zie ik de kwaliteit van het product calla nog sterk verbeteren. Daardoor zal de Nederlandse pottenmarkt nog verder uitbreiden. Ook de buitenlandse pottenmarkt zal zeker doorgroeien, omdat de kwaliteit van de knollen steeds beter wordt. De markt voor snijcalla zal in Nederland stabiliseren op het niveau waar het nu staat. In het buitenland, en dan met name in Latijns-Amerika, zal de snijmarkt verder ontwikkelen. Daar worden dan voornamelijk bloemen gemaakt voor de boeketmarkt, waarvoor veelal de semi pot/snijsoorten worden gebruikt. Al met al is calla een topproduct dat pas in de kinderschoenen staat. Hier gaan de kwekers, broeiers en de handel nog veel plezier aan beleven.

René van Marrewijk Vertegenwoordiger Calla CNB

CALLA|18


VEREDELEN MET VISIE 'De toekomst ligt bij uit zaad vermeerderde rassen' Niet veel langer dan 25 jaar vindt er in Nederland veredeling in Zantedeschia plaats. In andere landen, zoals de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland, was al eerder kennis en ervaring opgedaan. Enkele jaren geleden kreeg Dümmen Orange materiaal van drie herkomsten. Hoofd veredeling Anita de Haan legt uit hoe met dit materiaal wordt gewerkt.


Ineens was Dümmen Orange een belangrijke speler in Zantedeschia. Met de overname van drie veredelingskramen in de zomer van 2017 kreeg het bedrijf de beschikking over heel veel basismateriaal waarmee het bedrijf aan de slag kon. De veredelingskramen van Sande, Golden State Bulb Growers (GSBG) en Bloomz kwamen onder beheer van het sierteeltbedrijf in De Lier om van daaruit een nieuwe start te maken.

Anita de Haan, hoofd veredeling bij Dümmen Orange in het lab.

Een flinke klus De Haan besefte dat ze voor een flinke klus stond. “We werden door deze drie overnames een grote speler in dit gewas. De drie bedrijven hadden echter wel elk een andere manier van werken. Sande werkte, net als Bloomz met klonaal vermeerderde rassen, terwijl Golden State Bulbgrowers zaad vermeerderde inteeltlijnen ontwikkelde en dat is een hele andere manier van werken. De programma’s vullen elkaar heel goed aan. Voormalig Sandemateriaal was al geselecteerd voor jaarrond bewaring, terwijl GSBG-materiaal in California vanuit zaad een langere teeltcyclus kon maken en door kon groeien tot leverbare knol. Het kon zo verse knollen leveren voor de voorjaarsbroei. Doordat kraam bestond uit inteeltlijnen over meerdere generaties, was dit goed start materiaal voor de veredeling.” De vraag was, wat wijsheid was. Waar kies je als veredelingsbedrijf voor: rassen ontwikkelen die geschikt zijn voor klonale of voor zaadvermeerdering? “Wij leggen de focus op zaadrassen." CALLA|20


Gold Label CALLA|21


Orange Pride CALLA|22


"Die manier van telen heeft twee voordelen. In de eerste plaats is de productie van knollen goedkoper. Ten tweede staat het gewas maar twee seizoenen op het veld, waardoor de kans op virusinfecties veel kleiner is. Bij deze manier van werken is het wel belangrijk om inteeltlijnen te ontwikkelen die uniform zijn. Naast de ontwikkeling van zaadvaste inteeltlijnen, richten we ons ook op hybride zaadrassen. Werken met hybride rassen is in de bloembollenwereld niet gangbaar, maar wel in de groenteteelt en landbouwgewassen, zoals mais.” Inmiddels is De Haan drie jaar verder en zijn de drie programma’s volledig geïntegreerd. “Het draait zoals wij dat willen. In de ontwikkeling van de zaadrassen, kunnen we als spin-off klonaal vermeerderde rassen selecteren. Daardoor komen er genoeg nieuwe selecties op de markt. Deze zullen we deels zelf produceren, maar we geven ook teeltlicenties uit.” Knolkwaliteit De criteria waaraan een succesvolle selectie moet voldoen, zijn helder. Sierwaarde staat hoog genoteerd, maar dat houdt meer in dan een mooie bloem. “Wat we ook belangrijk vinden, is dat de bloemkleur ook bij een lage lichtintensiteit goed moet blijven. Dat is nu niet altijd het geval. We testen die eigenschap uit in de kas.” De kwaliteit van de nieuwe rassen moet beter zijn dan de bestaande rassen in de markt, of deze nu klonaal of via zaad vermeerderd worden. Ook de bewaarbaarheid van de knollen is van belang, evenals het aspect van de jaarrond bruikbaarheid. “Selecties die niet jaarrond zijn te gebruiken houden we niet aan; de kwaliteit van de knol staat voorop.” Ziekteresistentie is binnen Dümmen Orange hoog genoteerd. “Daar zijn we in gespecialiseerd, maar bij Zantedeschia valt het nog niet mee om daar resultaten mee te boeken. Fusarium is niet het grootste probleem en op het veld valt de aantasting door Erwinia ook mee. Uitval door Erwina manifesteert zich meer in de broei op de potten. Er lijkt sprake te zijn van rasverschillen en we ontwikkelen selectiemethodes hiervoor. Wat virussen betreft: die verspreiden zich zeker in Zantedeschia en ze maken dat de kwaliteit van de knollen achteruit gaat. Een voordeel van de door ons ingezette zaadrassenveredeling is dat virussen vrijwel niet via zaad overgaan en we steeds van schoon uitgangsmateriaal kunnen uitgaan.” De ingezette koers op hybride zaadvermeerdering zal niet direct zijn vruchten afwerpen, stelt De Haan. “Ik verwacht dat we zeker nog tien jaar ook nog klonale rassen in de markt gaan zetten. Tegelijkertijd bouwen we wel aan zaadvermeerderde rassen. Deze moeten aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen als de klonaal vermeerderde rassen. Alles wat goed presteert in de kas, gaat verder via (hybride)zaadvermeerdering.” Voor de komende jaren verwacht De Haan dat er in de markt ruimte blijft voor bijzonderheden in kleur. “Als we iets speciaals zien, dan pakken we het op. Dat geldt bijvoorbeeld voor een mooie tweekleurige, ook voor specialties blijft een markt.”

CALLA|23


PETER

INMIDDELS

duurt de coronapandemie al meer dan een jaar. De maatregelen van het kabinet, de impact hiervan en de noodzaak om ons aan te passen aan de veranderende situatie zijn nog steeds dagelijks onderwerp van gesprek. Dat geldt ook voor BKD. Met de juiste maatregelen zetten wij ons in om het werk zo goed mogelijk door te laten gaan. Op deze manier garanderen we, ondanks corona, maximale waarborgen voor de kwaliteit van bloembollen en continuering van de handel. We zijn blij met ons nieuwe laboratorium, dat ons meer en ruimere mogelijkheden biedt om de toetsen zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Het was ook een zeer welkome aanwinst in deze tijden. In het nieuwe laboratorium hebben we de ruimte (gehad) om het werkaanbod tijdig uit te voeren, ondanks alle coronamaatregelen. We zijn er trots op dat alle keuringen en toetsingen geen vertraging hebben opgelopen. In 2020 is samen met het bestuur van de productgroep Zantedeschia en Anthos gesproken over de noodzaak van een plantgoedtoets voor KoMV en DsMV. Het idee hierbij is dat een negatieve toetsuitslag van een plantgoedtoets, in combinatie met een visuele 0-norm voor zichtbaar virus, voldoende fytosanitaire waarborg biedt voor derde landen. Op dit moment is er echter geen geschikte plantgoedtoets beschikbaar. Hiernaar wordt dit jaar door BKD een onderzoek uitgevoerd. CALLA|24


PETER

Daarnaast is met het bestuur van de Productgroep gesproken over de normen voor de veldkeuring. Eén van de uitkomsten hiervan is de optie om de norm ‘’zichtbaar virus’’ voor Klasse I op 0% te zetten. De impact hiervan wordt in kaart gebracht. Ik vind dit een belangrijke stap. Dit geeft een duidelijker onderscheid voor Klasse I en het beloont kwekers die al langer werken met een 0-norm. Als gevolg van de invoering van de Plantgezondheidsverordening is het afgelopen jaar strenger toegezien op een juist gebruik van het Plantenpaspoort. We hebben gezien dat de meeste bedrijven tijdig gereageerd hebben op de veranderingen en de juiste wijzigingen tijdig hebben doorgevoerd. Dat is een mooi resultaat en complimenten waard!

'WE ZIJN ER TROTS OP DAT ALLE KEURINGEN EN TOETSINGEN GEEN VERTRAGING HEBBEN OPGELOPEN.'

Sinds begin dit jaar is de Brexit een feit. BKD is actief betrokken geweest bij alle voorbereidingen. Samen met het ministerie van LNV, de NVWA en andere ketenpartijen hebben we de gevolgen van de Brexit zo goed mogelijk gevolgd en ingeschat, om ons hierop voor te kunnen bereiden. Ook hebben we ons ingezet, en doen we dat nog steeds, om bedrijven bij de overgang naar de nieuwe situatie te ondersteunen.

CALLA|25


PETER

Met het Vlaamse departement voor Landbouw is een overeenkomst gesloten om de kwaliteitskeuring te verzorgen voor bloembollentelers die in Nederland gevestigd zijn, maar ook percelen in België hebben. Bedrijven die hierin interesse hebben, kunnen zich melden bij BKD. Tenslotte is een terugkerend agendapunt onze ambitie om processen te digitaliseren. Wij zijn ervan overtuigd dat dit voor de keten voordelen oplevert. Minder fouten, betere tracering van partijen en besparing van administratieve lasten zijn hierbij de belangrijkste voordelen. In deze glossy staat een bericht over de mogelijkheden voor het gebruik van het digitaal leveringsbericht. Ik ben blij dat er onder regie van het Sectorplatform gezamenlijk een Plan van Aanpak wordt opgesteld om digitale berichtenuitwisseling binnen de bloembollenketen te verbeteren. Doet u mee?

Ir. P. (Peter) van Nieuwkoop Hoofd keuring & kwaliteit en laboratorium

CALLA|26


Resultaten keuringsseizoen 2020


RESULTATEN KEURINGSSEIZOEN 2020

Areaalontwikkelingen In 2020 bedroeg het totale areaal Zantedeschia 333 ha. Na een gestage groei in de afgelopen jaren is het areaal in 2020 met 20 ha afgenomen. Daarentegen neemt het aantal partijen dat door BKD gekeurd wordt nog steeds toe. Veruit het grootste deel van deze partijen krijgt na certificatie, Klasse I.

CALLA|28


RESULTATEN KEURINGSSEIZOEN 2020

Resultaten bladtoets Voor export naar een aantal derde-landen (waaronder in het bijzonder Colombia) is de bladtoets op Dasheen mozaïek virus (DsMV) en Konjac mozaïek virus (KoMV) een belangrijke factor. In 2020 zijn 239 monsters getoetst m.b.v. de ELISA-toets. Het aantal partijen met een toetsuitslag van 0% KoMV laten een sterk wisselend beeld zien. Uit de toetsresultaten van DsMV blijkt dat het aandeel monsters met 0%-virus een licht dalende trend vertoont, van 93% in 2018 naar 87% in 2020.

Voor Zantedeschia is het mogelijk een ‘’perceelmonster’’ te laten nemen. Dit betekent dat de uitslag van dit ‘’perceelmonster’’ voor alle onderliggende partijen geldt. Een opvallende ontwikkeling is het aantal partijen dat aan 1 monsteruitslag wordt gekoppeld. Dit is in 2020 toegenomen naar 3,8. Ter vergelijking: in 2018 was dit 1,8.

CALLA|29


BKD LANCEERT MOBIELE APP Altijd toegang tot informatie over partijen en percelen BKD heeft de meest belangrijke informatie uit het MijnBKD portaal beschikbaar gemaakt in een app voor de mobiele telefoon. Het MijnBKD portaal is het in 2019 door BKD geïntroduceerde nieuwe online klantportaal voor de teeltregistratie. Met de MijnBKD app kan informatie over partijen en percelen op ieder moment opgezocht worden. Hiermee wil BKD de informatie makkelijk toegankelijk maken voor de gebruiker tijdens de werkzaamheden op het veld of in de schuur. De app is een versimpelde versie van het MijnBKD portaal, waarin op elk moment en op elke plek de meest belangrijke informatie over partijen en percelen geraadpleegd kan worden. Dit kan van pas komen als in het veld snel iets opgezocht moet worden, zoals gegevens over toetsen en keuringen. De app heeft tevens een scanmogelijkheid, waarmee een label met barcode van de partij kan worden gescand (zoals bijvoorbeeld van het steeklatetiket). Vervolgens gaat de app direct naar de betreffende partij. Bij een partij worden in de app de perceelaanduiding getoond en het locatienummer op het steeklatetiket. Dit kan van pas komen tijdens het plaatsen van de steeklatetiketten.

De MijnBKD-app is beschikbaar voor alle MijnBKDgebruikers en is gekoppeld aan het MijnBKDportaalaccount. De app laat direct ‘live’ de gegevens zien. De app is geschikt voor de mobiele telefoon, met IOS of Android. De app is beschikbaar in zowel de Apple Appstore (IOS), als de Google Playstore (Android).


Sprong in het diepe? De PPS Fundamentele systeemsprong richt zich op het schoner en duurzaam telen van tulp, narcis, zantedeschia en hippeastrum. Door het telkens hergebruiken van eigen plantmateriaal als uitgangsmateriaal worden veel ziekten en plagen steeds meegenomen in de vervolgteelt. Het idee van de systeemsprong is om deze cirkel fundamenteel te doorbreken. Tekst en beeld: Barry Looman


De Fundamentele Systeemsprong

Fundamenteel onderzoek Zantedeschia Het onderzoek naar Zantedeschia richt zich binnen dit project op twee aspecten: de vermeerdering en de teelt in de kas. Het is de bedoeling om meer onder beschermde omstandigheden te gaan telen, waarmee de teeltkosten hoger dan nu zullen zijn. Om de teelt rendabel te houden, zijn er twee mogelijkheden: de vermeerderinscapaciteit verhogen of de teelt versnellen. Dat zijn dan ook de zaken waar het onderzoek zich op richt. Voor Zantedeschia zijn Aad Prins Leliecultures B.V. en Kapiteyn B.V. intensief betrokken bij dit onderzoek.

Werkpakket 1: Vermeerdering Zantedeschia Gekeken wordt hoe efficiënter geparteerd kan worden en hoe ervoor gezorgd kan worden dat er meer knoppen uitgroeien. Alles met als doel: meer nakomelingen per knol. Verschillende proeven zijn uitgevoerd om de volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - Waar komen de nieuwe scheuten vandaan na parteren, de novo-regeneratie (nieuwe) of meristeem (bestaande) uitgroei? - Wat is het effect van het verwijdering van de apicale dominantie op de knop na parteren? - Kunnen een aantal groeiregulatoren de novo-regeneratie induceren na parteren?

Afbeelding 1 en 2: Groeiregulatoren worden toegevoegd aan knolpartjes om vermeerdering te stimuleren.

CALLA|32


De Fundamentele Systeemsprong

Afbeelding 3: Zantedeschiaknol uit weefselkweek na een jaar teelt onder LED (T1). De groeipunten groen gemarkeerd.

Werkpakket 2: Versnelde teelt Zantedeschia Voor het versnellen van de teelt wordt er vooral onderzoek gedaan naar het effect van diverse kleuren Ledverlichting en de invloed van EC op de knolgroei. De verwachting is dat hiermee de versnelde groei kan worden gerealiseerd. Dit wordt gedaan in de kas met weefselkweekmateriaal en partjes. Verschillende proeven zijn opgezet om de volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - Wat is het effect van hoog blauw (HB) en ver rood (VR) op knolvorming? - Wat is het effect van hoge EC in knolvorming bij verschillende teeltfases? - Wat is de voedingsopname van Zantedeschia?

Afbeelding 4 en 5: Zantedeschias geteeld onder hoog blauw (links) en hoog EC (rechts) om het effect in knolvorming te testen.

CALLA|33


De Fundamentele Systeemsprong

De uitvoering van deze Publiek-Private Samenwerking ligt bij een consortium van dertien partners. Dit zijn: KAVB, Anthos, Wageningen University & Research (WUR), Hobaho, Kapiteyn, Prins, Iribov, stichting Dunamo, Agrifirm-GMN, BQ Support, Greenport Duin & Bollenstreek, Bollenacademie en Rabobank Nederland. Een korte toelichting over deze PPS vindt u op www.vitaleteelt.nl bij 'lopende projecten'. Contactpersoon voor dit onderzoek is mevrouw Barry Looman: barry.looman@wur.nl

CALLA|34


Rabobank en telers gaan samen voor gezonde toekomst van de sector

De Zantedeschia: uiterst kleurrijk en steeds ‘groener’

Accountmanagers Food & Agri Bas Apeldoorn en Peter Koopman van Rabobank kring Noord-Holland-Noord, in gesprek met Zantedeschiakwekers Tim Kapiteijn en Mark Teeuwen uit Breezand. Een vruchtbaar gesprek over een bijzonder, sierlijk product dat de hele wereld verovert. Tekst: René Kistemaker | Foto’s: Bas Zwerver


Rabobank en telers gaan samen voor gezonde toekomst van de sector

Duurzaamheid heeft de toekomst De Zantedeschia is een fraai, kleurrijke, sterke en duurzame plant. ‘Duurzaamheid speelt binnen de sector en dus ook binnen ons bedrijf een grote rol,’ zegt Tim Kapiteijn. ‘Het veredelen van resistente soorten, het opwekken van groene energie, het overgaan op ledverlichting, het hergebruik van restmateriaal: bij alles wat we doen, denken we ‘groen’. Als het gaat om duurzaamheid komt er veel op ons af, vanuit de wet- en regelgeving en op maatschappelijk gebied. Afnemers, klanten en consumenten gaan ervan uit dat producten duurzaam zijn. Duurzaamheid heeft de toekomst, daar zullen we met elkaar blijvend op inspelen.’ Peter Koopman beaamt dat: ‘Bedrijven die meegaan met veranderingen in de wereld, hebben een langere levensverwachting. Aandacht voor duurzaamheid is cruciaal. Samen kunnen we zorgen voor een toekomstbestendige land- en tuinbouw.’

Kijken naar de toekomst aan de hand van zes transities En dat zijn zeker geen loze woorden. Rabobank publiceerde onlangs de Visie Land- en Tuinbouw 2030. Met zes transities wil de bank richting geven aan veranderingen in de agrarische sector. Peter Koopman: ’Eén van die transities is ‘de vraaggestuurde ketens’: hoe ga je om met de veranderende vraag van de consument? Die toenemende vraag naar duurzaam gekweekte Zantedeschiasoorten is daar een mooi voorbeeld van.’ Bas Apeldoorn: ‘Alle zes transities kunnen, op welke manier dan ook, worden vertaald naar een onderneming. We gaan daar met ondernemers over in gesprek. We kijken naar bewegingen in de sector en over de gehele wereld en trekken dat door naar de betreffende ondernemer. Hoe acteert de ondernemer, hoe is de afzet geregeld, wat is het onderscheidend vermogen en vooral ook: waar liggen de kansen? We willen gesprekspartner, adviseur en inspirator zijn.’

CALLA|36


Rabobank en telers gaan samen voor gezonde toekomst van de sector

Dat laatste wordt door ondernemers gewaardeerd, beaamt ook Tim Kapiteijn: ‘Er gebeurt steeds meer binnen onze handelsonderneming. We hebben te maken met veel facetten, van marktbewerking, internationale eisen tot valutaschommelingen. Het hebben van een goede sparringpartner wordt steeds belangrijker.’ ‘Eén van de transities is ‘versterkt ondernemerschap’, zegt Bas Apeldoorn. ‘Door het volgen van sectorontwikkelingen en het uitwisselen van kennis en kunde kunnen we samen ver komen.’ ‘Samen gaan voor hetzelfde doel’ Dat geldt zeker ook voor de teelt van de Zantedeschia, zo ondervinden telers Tim en Mark. ‘De Nederlandse Zantedeschiateelt centreert zich voor het overgrote deel hier, in de Kop van Noord-Holland,’ zegt Mark Teeuwen. ‘We hebben veel contact met lokale telers en er zijn telersgroepen geformeerd. Het betreft een intensieve teelt, die de nodige aandacht vraagt. We kunnen veel van elkaar leren. Er heerst onderling een enorme openheid, want we gaan met elkaar voor hetzelfde doel. Zo organiseren we open dagen voor kwekers, afnemers en consumenten. Op die manier willen we de bekendheid van het product vergroten.’

'Met het uitwisselen van kennis en kunde komen we samen ver' ‘Ook de samenwerking met onze afnemers is van groot belang,’ vult Tim Kapiteijn aan. ‘Zo kopen wij de opbrengst terug van bijvoorbeeld beginnende kwekers. Ook slaan wij producten op, zodat er op elk gewenst moment kan worden afgenomen. Dit geeft afnemers meer lucht en daar is uiteindelijk de hele sector bij gebaat.’ ‘Ook wij doen er alles aan om afnemers te ontzorgen,’ zegt Mark Teeuwen.

CALLA|37


Mark Teeuwen


Tim Kapiteijn


Rabobank en telers gaan samen voor gezonde toekomst van de sector

‘Ook wij doen er alles aan om afnemers te ontzorgen,’ zegt Mark Teeuwen. ‘Wij bewaren afgenomen producten en leveren op het moment dat het de afnemer uitkomt.’ ‘Een uitdagend plantje, dat hier optimaal floreert’ Dat de karakteristieke knolplant in de Noordkop optimaal floreert, is volgens de telers niet zo verwonderlijk. ‘We hebben hier de beschikking over goede zandgronden, goed water en het klimaat is gunstig. Zo is de luis- en virusdruk relatief laag,’ zegt Tim Kapiteijn, die daaraan toevoegt dat de Zantedeschia een uitdagend plantje blijft: ‘We zijn ruim 25 jaar geleden met deze teelt begonnen, hebben veel moeten leren en hebben veel meegemaakt. Inmiddels zijn we op een punt gekomen dat we weten wat deze teelt vraagt.’ Eén van de uitdagingen is een duurzaam middelengebruik. Dat kan worden bereikt door het veredelen van resistente soorten en door nog nauwkeuriger te bestrijden. ‘Dit laatste, ‘de preciesieland- en tuinbouw’, is ook één van de transities die wij benoemen,’ stelt Bas Apeldoorn. ‘Deze transitie is veelomvattend. Hoe kunnen we op termijn zorgen voor een optimale bodemkwaliteit en biodiversiteit? De telers van de Zantedeschia zijn op dat vlak overigens al goed bezig, bijvoorbeeld door de toepassing van efficiënte beregening.’ Ook wordt binnen de teelt inmiddels gewerkt met sensoren, weerpalen en uiteraard GPS. Mark Teeuwen: ‘De Zantedeschia is een relatieve nieuwkomer in de bloembollensector, dus op het gebied van de precisielandbouw valt nog winst te behalen.’ We kunnen de consument blijven verrassen met dit plantje Kansen liggen er ook in het vergroten van de afzetmarkt, stelt Tim: ‘We hebben de afgelopen jaren een flinke groei doorgemaakt en hopen die trend voort te zetten. We blijven zoeken naar nieuwe, betere rassen. Het veredelen is een continuproces. De focus ligt daarbij zeker niet alleen op de kleur, vorm en het aantal bloemen per plant. Ook de groeikracht en de gezondheid van de knol krijgen veel aandacht. Daarnaast focussen we op de vermeerdering en het genetisch kort houden.’ CALLA|40


Rabobank en telers gaan samen voor gezonde toekomst van de sector

Jarenlang veredelen zorgde voor een uitgebreide collectie van de kleurrijke Calla. Mark Teeuwen: ‘Het einde is nog lang niet in zicht. We kunnen de consument voorlopig blijven verrassen met dit plantje.’ En een fleurige verrassing past zelfs door de brievenbus, weet Bas Apeldoorn: ‘De bloemen zijn eenvoudig in een cadeauverpakking te verpakken: er gaan veel bloemen in een doos.’ En daarmee hebben we volgens hem alle voordelen van de Zantedeschia zeker nog niet gehad. ‘De pot vraagt een relatief korte teeltduur in de kas, heeft een lange houdbaarheid, een grote sierwaarde én het product is er in vele kleurstellingen. Ook niet onbelangrijk: het plantje is een ware CO2binder.'

VISIE TOT 2030: Samen verantwoordelijkheid nemen In de visie 'Waardering voor jouw onderneming & kwaliteit van leven voor de maatschappij – Toekomstbestendige land- en tuinbouw in 2030' maakt de Rabobank een verkenning tot 2030. De bank wil hiermee een beeld krijgen van de aanpassingen die dit decennium nodig zijn om de land- en tuinbouwsector toekomstbestendig te houden. ‘Wij willen onze verantwoordelijkheid nemen naar de politiek, brancheorganisaties en de sector. Als adviseur, kennisdeler en sparringpartner. Ook willen we als bank een nadrukkelijke rol spelen in het maatschappelijke debat en financieringsoplossingen ontwikkelen voor circulaire landbouw.’ De zes transities die de bank ziet in de agrarische sector zijn: vraaggestuurde ketens, gebiedsgerichte aanpak, kringlooplandbouw, klimaattransitie, preciesieland- en tuinbouw en versterkt ondernemerschap. Om in deze transities te faciliteren wil de Rabobank de meetbaarheid en inzichtelijkheid van milieuprestaties vergroten.

CALLA|41


Rabobank en telers gaan samen voor gezonde toekomst van de sector

Samen gaan voor minder afval en hergebruik restmateriaal Als het gaat om CO2-reductie zijn het verminderen van afval en het hergebruik van restmaterialen eveneens opties. ‘Ook ‘de kringlooplandbouw’ is een door Rabobank benoemde transitie,’ stelt Peter Koopman. ‘We zien dat telers er alles aan doen om afval te minimaliseren en restmateriaal te hergebruiken. Afval wordt gebruikt als compost of krijgt een heel nieuw leven.’ Dat laatste houdt ondernemers Tim en Mark overduidelijk bezig. Teeuwen ontwikkelde het tulpenbollenpapier, dat voor 25% uit over- en uitschot van tulpenbollen bestaat. ‘Dit soort duurzame initiatieven zouden we met elkaar kunnen uitrollen naar de teelt van de Zantedeschia,’ zeggen de telers. ‘Ook op dit duurzame vlak liggen er dus veel kansen.’

KAPITEYN GROUP: Van zand tot de klant De Kapiteyn Group uit Breezand houdt zich al vier generaties lang bezig met het ontwikkelen, telen en vermarkten van bloembollen. Het bedrijf richt zich vooral op de productie van de Zantedeschia. Kapiteyn richt zich op de veredeling, vermeerdering in de eigen kwekerij en het verpakken en verhandelen van het product voor de retail en levering aan telers. ‘De eerste drie stappen in de keten managen we zelf, dat is onze kracht. Bloembollen, dat is onze natuur!’ De producten van Kapiteyn Group gaan de wijde wereld over. Een deel van de knollen, bloemen op pot en snijbloemen is bestemd voor de Nederlandse markt.

TEEUWEN & ZN: Exclusief in eigen land Het familiebedrijf Teeuwen & Zonen uit Breezand legt zich voornamelijk toe op het kweken van de Zantedeschia (pottenteelt). Hierbij ligt de focus op de Nederlandse markt. Een deel (20 procent) van het product is bedoeld voor de export. Het nieuwe uitgangsmateriaal wordt onder meer geleverd door Kapiteyn, die Teeuwen voorziet van enkele zeer exclusieve rassen. Beide bedrijven dragen kwaliteit hoog in het vaandel. ‘Samen gaan we voor het beste en meest duurzame resultaat,’ aldus Mark Teeuwen.

CALLA|42



-advertorial-

Kennis is pracht Nieuwe ziekten en plagen bij Zantedeschia

Bij de update van het boek Ziekten en plagen bij Bloembollen in 2018 bleek dat in de oude versie uit 1995 slechts drie afwijkingen waren vermeld bij Zantedeschia. Sinds die tijd heeft het gewas een grote ontwikkeling doorgemaakt van een klein bijzonder bolgewas tot een gewas dat geen bijzonder bolgewas meer genoemd kan worden. En als een gewas op grotere schaal wordt geteeld en verhandeld, dan komen in de loop van de tijd ook meer ziekten en plagen aan het licht. In de herziene versie van het boek komen nu verschillende schimmelziekten, bacteriën, diverse virussen maar ook mijten, aaltjes en verzoling aan de orde. Hoe zien de afwijkingen er uit, wat is de levenswijze of verspreiding en hoe kunnen we een aantasting voorkomen. Zeer bruikbare informatie, zeker ook in combinatie met andere gewassen. www.bollenacademie.nl



-advertorial-

Kennis is pracht Maar weet u van Zantedeschia? Er zijn op dit moment slechts enkele tientallen personen die de teelt van Zantedeschia echt in de vingers hebben. Het is topsport om uitgangsmateriaal op te kweken tot een kant-en-klaar product, of dat nu een knol voor opplant in de tuin is, een snijbloem of een bloeiende potplant. De ondernemers leren iedere dag weer over hun producten en staan steeds weer voor nieuwe uitdagingen. De teelt en broei van Zantedeschia is een uitgave van de Bollenacademie om de kennis op het gebied van de teelt en het in bloei trekken van Zantedeschia vast te leggen en beschikbaar te maken. De teelt en broei van Zantedeschia is bedoeld voor ondernemers en werknemers in de bloembollensector, docenten en studenten in het groen onderwijs en voor overige geïnteresseerden en liefhebbers. In het boek staat informatie over alle zaken die betrekking hebben op de veredeling van bloembollen. Naast de technische aspecten gaat het dan onder meer ook over het bepalen van een veredelingsdoel en over een succesvolle marktintroductie. Het boek wordt gedrukt ‘on demand’ en is verkrijgbaar voor € 59,- (inclusief verzendkosten) via het Ontwikkelcentrum.

www.bollenacademie.nl


Calla in de spotlight

Tekst: Rianne van der Hulst


Woonplant in de spotlight Bloemenbureau Holland stelde tot dit jaar de 'woonplant van de maand' en de bloemenagenda samen. In overleg met productspecialisten van Royal Flora Holland bekeek Bloemenbureau Holland welke plant in welke maand in de media komt. De maand juni van 2020 stond in het teken van de Zantedeschia ofwel calla. Bloemenbureau Holland heeft door deze promotie de calla als woonplant in vier Europese landen onder de aandacht gebracht: Nederland, Engeland, Frankrijk en Duitsland.

De calla was niet zomaar gekozen als woonplant van de maand. Aan deze keuze zaten heel veel criteria aan vast, vertelt Monique Kemperman, campagnemanager bij Bloemenbureau Holland. “De plant moest in voldoende aantallen verkrijgbaar zijn in Nederland en in de Europese landen waar het product onder de aandacht komt. De plant moet daar ook minimaal drie maanden per jaar aangevoerd worden, verkrijgbaar zijn binnen de handel.” Maar dat was niet alles, geeft Monique aan. “De plant moest daarnaast ook bij minimaal vier kwekers verkrijgbaar zijn, waarbij het aandeel van de grootste kweker binnen de productgroep niet groter is dan 50%. Dit om een gezonde marktwerking te houden.” Bloemenbureau Holland stelde naast deze criteria ook algemene voorwaarden op waardoor er een gevarieerde mix van woonplanten van de maand ontstond. Zo hielden ze rekening met een goede verhouding tussen de top20-producten en producten die niet in de top-20 staan. Ook werd er gelet op een goede balans tussen groene en bloeiende planten en herhaling van de selecties van de drie voorgaande jaren, liefst zelfs vier om te voorkomen dat berichten door de consumentenmedia niet meer werden opgenomen.

CALLA|48


Sfeerbeeld Calla


Monique geeft aan dat ze met deze campagne consumenten wilden interesseren in groen. Door één product iets meer in de spotlight te brengen, hoopte ze dat er meer planten werden verkocht. De gedachte erachter was: “De consument brengt een bezoekje bij een retailer en wordt daar bedwelmt door al het groen. Zien doet kopen, de consument heeft de gedachte om één callaplant te kopen, maar loopt de winkel uit met een volle kar”. Nieuwe campagne Na een succesvolle reeks van ruim 15 jaar gaat Bloemenbureau Holland in 2021 verder met een prikkelende nieuwe campagne, de Trend Collectie. Monique is hierover enthousiast, want de promotie krijgt hierdoor een andere lading. Planten worden met deze actie niet aan een maand gekoppeld maar aan een trend. “Net als interieur of kleding willen we de trend door de gehele keten trekken. Doordat de promotie anders is opgezet, willen we meer mediaaandacht creëren. Voor de ontwikkeling van de campagne nemen we een afvaardiging van kwekers mee in afstemming met Royal Flora Holland. Per collectie voeren we drie weken uitgebreid online campagne en een half jaar lang wordt de collectie via PR onder de aandacht gebracht in de vier Europese landen. Dit gebeurt door middel van PR samenwerkingen maar ook door inzet van influencers.” Calla is dit jaar geselecteerd voor de trendcollectie. Monique vertelt dat de Trend Collectie lente/zomer 2021 gebaseerd is op de stijltrend “Crazy Illusions”. Ze vertelt enthousiast verder. “De calla past als opvallende verschijning perfect in deze sprookjesachtige Trend Collectie. Stelen, eindigend in een kelk, rijzen statig op uit een bed van zacht blad. En niet alleen de vorm betovert je, de calla steelt de show ook qua kleur. Denk wit, geel, roze, paars, rood oranje en dramatisch bijna-zwart.” Verdere informatie over de trends van nu en afgelopen jaren kun je vinden op de website van Bloemenbureau Holland.

CALLA|50


'Alles moet kloppen’ In gesprek met BB Plant's Bram Breugem


Sinds 2000 is de potcalla de hoofdteelt van kwekerij BB Plant in Bleiswijk. Eigenaar Bram Breugem vindt het een mooie teelt, maar benadrukt tegelijkertijd dat de teelt niet gemakkelijk is. “Er hoeft maar iets niet te kloppen, en je ziet dat terug in de kas.” tekst: Arie Dwarswaard Fotografie: René Faas

Lopend door het middenpad van de kweekkas staat Bram Breugem even stil bij de potten waar het gewas net boven de potgrond uitsteekt. “Dit is telkens weer het meest spannende moment voor ons. Komt het gewas op en komt het vooral ook gelijkmatig op? Als dat in orde is, dan ligt er een goede basis voor het vervolg van de pottenteelt.” Half april is het druk in het bedrijf. De aanloop naar Moederdag ziet er goed uit. Orders genoeg en ook voor Franse Moederdag komen de bestellingen binnen. Groen is populair en dat geldt ook voor de Zantedeschia-op-pot ofwel de potcalla. Het is voor BB Plant de hoofdteelt. Per jaar verlaten een miljoen potten het Bleiswijkse bedrijf. Ze komen vooral terecht bij tuincentra en cashand-carry’s in heel Europa. Met een potmaat van 14 cm heeft Breugem gekozen voor het meest gangbare segment. “Een kleinere potmaat ernaast kan wel, maar dat is voor ons bedrijf logistiek lastig en het is ook niet het marktsegment waar we willen zitten.” Van groente naar groen Het tuindersbloed kruipt al een tijd lang door de aderen van de familie Breugem. In 1952 startte zijn vader met platglas en groente, waarna er kassen kwamen voor tomaten en sla. In de jaren tachtig werden die teelten ingewisseld voor paprika. CALLA|52


Die paprika's maakten plaats voor de kamerplant Anthurium en in 2000 volgde een nieuwe stap. “We kwamen via via in contact met Zantedeschia ofwel calla. We zijn overgestapt van Anthurium naar potcalla. Dat was toen een nieuw gewas. Er was maar een beperkt sortiment beschikbaar en ervaring met de teelt van dit product was er ook nog maar nauwelijks. We hebben de afgelopen twintig jaar heel veel uit moeten zoeken. En we leren nog steeds.” Het potcallaseizoen begint half oktober met het opplanten van de eerste knollen, die vanaf begin januari klaar zijn om te worden uitgeleverd. Eind september is dat seizoen klaar. In het najaar levert BB Plant kerststerren uit, die eind juni in het teeltschema komen. Nieuw is de teelt van groene kamerplanten. “We zien dat de zomers steeds heter worden en daar houdt potcalla niet van. Groene kamerplanten zijn steeds populairder en passen goed in ons teeltschema. We proberen een aantal soorten uit en kijken wat ons past.” Eigen sortiment Het sortiment potcalla dat BB Plant voert, is breed. In de hoofdkleuren wit, roze en geel zijn een of meer cultivars te vinden, zoals de witte ‘White Flirt’, de roze ‘Halifax’ en de gele ‘Dutch Gold’. Ook minder gangbare kleuren als oranje en rood zijn goed vertegenwoordigd, waaronder de oranje ‘Morning Sun’ en de donkerrode ‘Red Charm’. Een groot deel van dit sortiment komt uit de veredelingscombinatie United Calla, waarin BB Plant participeert, evenals snijcallakweker G. den Boef uit Pouderoijen en knollenkwekerij J. van Dijk uit Breezand.

CALLA|53


De basis voor deze in 2011 opgerichte combinatie ligt bij Andrew Wearmouth uit Nieuw-Zeeland, die zijn materiaal aanbood voor de verkoop. De drie partijen gingen aan de slag en brachten het onder bij Hobaho. Voor Breugem is dit een mooie manier om het sortiment in zijn bedrijf op peil te houden. De drie partijen selecteren samen en kijken naar knolproductie, bloemproductie, bijzondere bloemvormen en als het om pottypen gaat om genetisch kort materiaal. “Nu hebben de meeste cultivars om kort te blijven nog paclobutrazol nodig. Daar moeten we minder afhankelijk van worden en dat kan op termijn ook.” Lopend door de kas laat Breugem een paar selecties zien die van nature een veel compactere plant produceren. Omdat veredelen gemakkelijk een flinke omvang kan krijgen, hebben de partners in het project heldere afspraken gemaakt. “We houden het kleinschalig. Per jaar maken we een maximaal aantal kruisingen en houden ook niet meer dan een vast aantal selecties aan.” Als producent van potcalla die dicht tegen de eindklant aanzit, vindt hij het leuk om juist ook bij de ontwikkeling van nieuw sortiment actief betrokken te zijn. Meest bijzondere product in de teelt is ‘Frozen Queen’. Een toevalstreffer noemt Breugem het, die hij in de selecties aantrof. Het blad is doorschijnend wit met een fijne groene rand, de bloem dieproodpaars. “Een intense bloem, die vooral door echte liefhebbers wordt gekocht.” Foutgevoelig Het aantal bedrijven dat potcalla teelt, is niet groot. Breugem kan prima uitleggen waarom dat zo is. “Dit is nog steeds geen gemakkelijke teelt. We maken elk jaar nog fouten. Zoals voor elke teelt heb je hier ook water, licht en warmte nodig. Maar wat zijn de ideale verhoudingen? En zonnig weer is erg mooi, maar als daardoor de temperatuur in de kas te hoog wordt, treeft veel sneller bloemveroudering en –verkleuring op. CALLA|54


Zoon Stijn Breugem in de kas


Een medewerker van BB Plant in de weer met potcalla's


Er hoeft maar iets niet te kloppen, en je ziet het terug in de kas. Het is topsport. Er zijn zoveel facetten die in deze teelt van belang zijn. Voor een geslaagde teelt van potcalla moet alles kloppen.” Een belangrijke rol voor het slagen van de pottenteelt is de preparatie. “We werken met één bedrijf samen dat voor ons de preparatie doet. Die ondernemer koopt voor ons in. Hij weet waar zijn leveranciers hun partijen kweken en houdt goed in de gaten welke kwaliteit hij geleverd krijgt. Dat is voor mij heel belangrijk. Hij is mijn stel ogen op afstand. Dat is ook echt nodig, want in elke pot gaat een knol die al gauw een euro kost.” Grillige tijd Het afgelopen jaar is voor BB Plant zeer grillig verlopen. De aanloop naar Pasen van 2020 bracht vooral veel teleurstelling, omdat ineens alles op slot ging vanwege de coronapandemie. Veel potten waren klaar voor de handel. Koeler bewaren was geen optie, want het is een natuurproduct dat op enig moment klaar is om af te leveren. “We hebben toen veel moeten weggooien. Dat is erg, ook al hebben we wel wat vergoeding gekregen.”. De rest van het jaar ging het beter, totdat half december tuincentra in Europa dichtgingen. Dat duurde tot voor de Valentijn. “Gelukkig ging het daarna weer beter en nu is de vraag prima. Iedereen wil wel potcalla’s kopen.” De potten kunnen op wens van de koper worden afgeleverd. Zelf vindt hij een gemengde tray met een gekleurde kartonnen ompot en folie het mooiste om te verkopen. “Dat ziet er echt aantrekkelijk uit.”

CALLA|57


Nieuwe generatie Na veertig jaar actief te zijn geweest in het bedrijf, kan Breugem langzaam gaan denken aan een iets rustiger bestaan. Zijn bedrijfsleider Nico Plasmeijer en zoon Stijn Breugem willen op termijn een deel van de aandelen overnemen. En dochter Caroline Breugem is een dag in de week actief in de marketing en verkoop. Hij hoopt nog wel een tijd voor het bedrijf actief te kunnen zijn. Net als zijn 92-jarige vader, die nog regelmatig op de heftruck zit.

over... BB Plant Het in Bleiswijk gevestigde bedrijf BB Plant is sinds 2000 actief in de kwekerij van potcalla. Jaarlijks produceert BB Plants zo’n miljoen potten. Daarnaast kweekt het bedrijf kerststerren (Euphorbia pulcherimma) en groene kamerplanten. Eigenaar Bram Breugem is partner in veredelingscombinatie United Calla, dat zich richt op de sortimentsvernieuwing van pot- en snijselecties van Zantedeschia.


Overzicht van onderzoek naar Zantedeschia Tekst: Paul van Leeuwen WUR Glastuinbouw & Bloembollen


Hoewel Zantedeschia al meer dan tachtig jaar in Nederland wordt geteeld, is het gewas vanaf circa 1985 in omvang gaan groeien. Vanaf die tijd werden nieuwe kleuren vanuit NieuwZeeland geïntroduceerd. In die beginjaren was er weinig informatie beschikbaar over de teelt van het gewas. Er was enig onderzoek gedaan in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten, maar was dat wel toepasbaar onder Nederlandse omstandigheden? Op verzoek van de Nederlandse telers en handelaren en met financiering vanuit het Productschap Tuinbouw is veel baanbrekend onderzoek gedaan.

Bewaring In eerste instantie waren er veel problemen met uitval van knollen tijdens de bewaring. Er werden mooie knollen gerooid, maar tijdens de bewaring werden ze rot of verkalkten ze. In de begin jaren werd de teelt opgepakt door onder andere lelietelers die de knollen na het rooien vrij koel bewaarde. Ook in Zuid-Afrika, waar het gewas van nature groeit, gaat het gedurende de koele winter in rust. Er is daarom eind jaren negentig onderzoek gestart naar de invloed van drogen en de bewaartemperatuur op uitval tijdens de bewaring. Na het rooien zijn knollen een week bij 17°C met of zonder ventilatie gedroogd en daarna bewaard bij diverse temperaturen van 9 tot 20°C. Uit dit onderzoek bleek dat het drogen van de knollen gedurende een week bij 17°C met ventilatie erg belangrijk is om uitval te voorkomen. Als de knollen de eerste week na rooien niet droogden, dan ontstond er veel rot en uitval. De bewaartemperatuur na die eerste week drogen had geen invloed op de uitval als de temperatuur lag tussen de 13 en 20°C.

CALLA|60


Als de bollen na het drogen gelijk bij 9°C werden bewaard, dan leidde dit tot enorm veel uitval. De oorzaak daarvan is dat de knol bij 9°C na het rooien geen huid vormt. Daardoor blijft de knol tijdens de bewaring vocht verliezen, waardoor de knol uiteindelijk versteend of na het planten niet meer opkomt. Zantedeschia moet je eerst goed drogen en een huid laten vormen. Later kunnen de knollen wel koel langdurig worden bewaard. Dit onderzoek heeft er toe geleid dat vanaf dat moment de uitval tijdens de bewaring sterk verminderd is. Vermeerdering Tijdens het begin van de Zantedeschiateelt was er een groot tekort aan knollen. Er kwamen mooie nieuwe cultivars op de markt vanuit Nieuw-Zeeland en van Nederlandse veredelaars. Het gewas leent zich goed om te vermeerderen via weefselkweek. Maar als snel waren er ook vele afwijkingen zichtbaar zoals chimeren (genetische afwijkingen), olifantsoren (enkel blad dat zeer groot is) en ruw blad. Eind jaren negentig zijn gesprekken gevoerd met weefselkweeklaboratoria over de vermeerderingsprotocollen en is er ook onderzoek uitgevoerd. Daarbij werd duidelijk dat een aantal factoren van invloed is op het ontstaan van deze afwijkingen. Hoe lang blijft je doorvermeerderen als een partij in de buis zit, of welke concentratie groeistof gebruik je om meer scheutjes te ontwikkelen. Dit zijn factoren waarmee het aantal plantjes die je kan produceren kan verhogen, maar die de kans op afwijkingen vergroten. Door aanpassingen van de protocollen zijn de afwijkingen nu minimaal. Hoewel de effecten bekend waren, moeten de grenzen bij een nieuw gewas weer opnieuw worden vastgesteld.

CALLA|61


Een andere optie voor snelle vermeerdering is parteren. Ook deze optie is onderzocht met onder meer variatie van het tijdstip van parteren, bewaring van de partjes en bewaartemperatuur. Het bleek dat Zantedeschia goed te parteren is. Een knol in wat grotere stukken snijden kan na één jaar telen al een hoog percentage leverbare knollen geven. In de praktijk is parteren nu een gangbare methode. De praktijk heeft echter gekozen voor het fijn parteren, ook wel snipperen genoemd, waarbij van één knol vele kleine partjes worden gemaakt. Daarbij vormen niet alle partjes een knol maar is de vermeerderingssnelheid dermate groot dat men daar goed mee uit de voeten kan. De meeste partijen worden tegenwoordig eerst via weefselkweek vermeerderd en na twee jaren telen nog een keer geparteerd. Virus Een probleem dat al vrij snel zichtbaar werd bij Zantedeschia was virus. Een virusaantasting leidt al snel van lichte tot zware symptomen, van mozaïekpatronen in het blad tot zware misvorming of zelfs extreem smal (veter) blad. Ook in de bloem zijn sterke verkleuringen zichtbaar tot totale misvorming. De meeste virussen in Zantedeschia zijn potyvirussen (onder andere Dasheen Mozaïek Virus en Konjac Mozaïek Virus) en worden door luizen overgebracht. In het onderzoek tussen 2000 en 2006 zijn vele aspecten onderzocht. Hoelang duurt het voordat je virussymptomen ziet na besmetting, wanneer is de virusbesmetting via een toets aantoonbaar, over welke afstand wordt het virus verspreidt, hoe is virusverspreiding te voorkomen, gaat het virus over met parteren? Er is veel kennis opgebouwd die we vandaag nog steeds toepassen. CALLA|62


De kennis heeft er helaas niet toe geleidt dat we van het virusprobleem af zijn. Wel bleek dat als virus besmette en virusvrije planten naast elkaar staan een strak bespuitingsschema overdracht nauwelijks kan stoppen. Dit gaf toen al aan dat starten met een virusvrije partij en die apart telen van besmette partijen de beste optie is om problemen met virus te voorkomen. Ook bleek uit dit onderzoek dat het gebruik van minerale olie om virusverspreiding te voorkomen de schimmel Alternaria de kans geeft om het gewas aan te tasten. Voor het gebruik van minerale olie is deze schimmel niet waargenomen als veroorzaker van bladvlekken maar daarna wel. Dit heeft alles te maken met het verzwakken van de waslaag van het blad. Rooitijdstip Op een zeker moment werden de knollen steeds later in november tot zelfs december gerooid omdat het gewas nog groen was en het volgens de telers er nog niet aan toe was om te rooien. Vanuit buitenlands onderzoek was bekend geworden dat Zantedeschia een gewas is dat na een bepaald aantal graaddagen afsterft. Dat wil zeggen dat als het gewas warmer wordt geteeld, de teeltduur korter is. Maar dat betekent onder Nederlandse omstandigheden dat er in november nog nauwelijks graaddagen bij komen omdat de temperatuur laag is. Met andere woorden: het heeft geen zin om het gewas nog veel langer op het veld te laten staan in de kou en nattigheid. Onderzoek kort na de eeuwwisseling met rooitijdstippen gaf inderdaad aan dat in april geplante knollen vanaf oktober kunnen worden gerooid zonder nadelige gevolgen in de bewaring of nateelt. Als begin oktober wordt gerooid dan gaat het natuurlijk wel ten koste van een stukje opbrengst. CALLA|63


Extreem laat rooien komt nu vaak niet meer voor, maar een groen gewas rooien wordt niet graag gedaan. Daardoor ontstaat wel de vraag of er niet eerder gestopt moet worden met bemesten en vuurbestrijding om het gewas eerder te laten afsterven. Als het laat in het najaar erg nat is, of het gewas is aangetast door Alternaria, dan is het beter om het gewas te rooien. Belichting voor jaarronde bloei Bij het toenemen van de snijbloementeelt in de kas en de spreiding van de bloemproductie viel het op dat de bloei aan het eind van het jaar stopte. Een kweker die lampen boven een gedeelte van het gewas hing, zag dat daar de bloemproductie wel door ging. Naar aanleiding daarvan is in 2008 onderzoek gestart om vast te stellen of je met belichting jaarrond bloei kan realiseren. Dat bleek het geval te zijn. Met verschillende hoeveelheden licht en verschillende kastemperaturen is onderzocht wat de mogelijkheden zijn. Uit dit onderzoek bleek dat met voldoende licht een Zantedeschia bloemen produceert midden in de winter. Een voldoende lage kastemperatuur is dan echter wel nodig om een goede kleur op de bloemen te krijgen en een stevige tak. Daarmee is aangetoond dat technisch jaarrond bloei mogelijk is. De markt en energieprijzen bepalen in hoeverre dit ook werkelijk wordt toegepast. Het huidige onderzoek dat in de PPS Fundamentele systeemsprong wordt uitgevoerd wordt elders in deze glossy beschreven. De verwachting is dat dit onderzoek resultaten oplevert waar de telers de komende jaren mee vooruit kunnen.

CALLA|64



Alles over Verzoling In samenwerking met het Zantedeschia Onderzoeksfonds van de KAVB, doet TTW uit Oud Tonge sinds 2016 onderzoek naar de oorzaken van verzoling én hoe de uitval door verzoling te verminderen is. Adviseur Peter Boskamp praat u bij. Tekst: Peter Boskamp Beelden: TTW


Verzoling Knollen met verzoling hebben bij het verwerken een harde, leerachtige huid aan de onderkant van de knol. Onder de verharde buitenkant zit dan een harde, droge, wit verkalkte laag. Bij verder prepareren krimpt het knolweefsel onder deze verkalkte laag steeds verder. Ernstig verzoolde knollen leiden tot uitval en broeien slecht. Op het veld en bij rooien is deze afwijking niet te herkennen. Pas na drogen, prepareren en verwerken wordt verzoling steeds meer zichtbaar.

Knol met verzoling

TTW-onderzoek In het onderzoek zijn vanaf 2016 meerdere partijen en meerdere cultivars gevolgd, dit gebeurde steeds bij dezelfde telers. Elk jaar is een aantal percelen intensief gemonitord, bij de overige deelnemers zijn alleen data verzameld, zoals bijvoorbeeld bodemanalyses, bemesting, drogestofanalyses en opbrengsten. Uit de partijen die intensief zijn gevolgd zijn eindeteeltmonsters genomen die zijn gesorteerd op het aantal verzoolde knollen. Ook alle andere uitval en afwijkingen zijn geregistreerd. Jaarlijks wordt de meest verzoolde partij vergeleken met de minst verzoolde. Op deze manier worden de verschillen in teelt en groei in kaart gebracht.

CALLA|67


Verstoring van de groei Duidelijk is dat er meer verzoling optreedt bij partijen die laat veel loof produceren. Dit gebeurt vooral als er geteeld wordt op stikstofrijke grond, waarbij de standaarddoseringen van langzaam werkende kunstmest en mestkorrels worden gebruikt. Explosieve groei in het tweede deel van de teelt leidt tot meer verzoling. Ook komt naar voren dat na het drogen, tijdens het prepareren bij gebruikelijke temperaturen en lage RV, verzoling sterker tot uiting komt.

Afwijkende plantbalans bij verzoolde partijen

Andere factoren Verder is gebleken dat onvoldoende fosfaat- en kalibeschikbaarheid van invloed zijn op groeiafwijkingen en aanleg tot verzoling. Bij partijen die vroeger de top van hun loofmassa bereiken en langer afrijpen, komt verzoling minder vaak voor dan bij partijen die laat de top bereiken. Uit de drogestofanalyses van het plantgoed blijkt dat het percentage drogestof en de gehalten van onder meer nitraat, de verhouding van kalium en calcium en ijzer van invloed zijn op de gevoeligheid voor het ontstaan van verzoling.

CALLA|68


Teeltbegeleiding Bij alle deelnemers aan het onderzoek worden de resultaten uit het onderzoek toegepast. Op basis van bodemanalyse, voorvruchten, groenbemesters en organische bemesting wordt een PSO (Perceel Selectie Onderzoek) opgesteld. De sterke en zwakke eigenschappen van percelen zijn daarmee in kaart gebracht en de adviezen voor basisbemesting worden specifiek op het perceel afgestemd. De adviezen voor bijmesten worden ook op perceelsniveau gegeven. De eerste resultaten van deze gewijzigde strategie laten een duidelijke afname van verzoling zien.

Verloop van verzoling

Onderzoek in plantgoed Omdat de gevoeligheid voor verzoling voor een deel in het plantgoed wordt aangelegd, is het onderzoek verbreed met het volgen van de preparatie en teelt van plantgoed. Er wordt gewerkt aan uniformere plantgoedmaten met een betere knolinhoud. De aandacht ligt op het verbeteren van de vermeerdering uit zowel snippers, patat als gelepeld.

CALLA|69


Bent u klaar voor komend jaar?


GESPECIALISEERD ADVIES OVER TEELT EN BROEIERIJ Delphy verzorgt gespecialiseerd advies over de teelt en broeierij van niet alleen de bekende bloembollen, maar ook de kleinere, bijzondere gewassen waaronder Zantedeschia. Een teelt met veel uitdagingen die zeker niet iedereen onder de knie heeft. Momenteel maakt men zich alweer op voor een nieuw teeltseizoen. Een goed moment om op het vorige teeltseizoen te reflecteren en dingen die opvielen te gebruiken voor het nieuwe seizoen. We nemen u dan ook graag mee in onze ervaringen van afgelopen seizoen en zullen adviezen geven die aankomend jaar van pas komen. Tekst: Delphy Team Bloembollen & Bolbloemen

De start van de meteorologische lente was er één van de vroegste ooit. Het voorjaar 2020 bood dan ook gunstige omstandigheden voor het planten. Het droge voorjaar, de hitte in de zomer en het natte voorjaar zorgden afgelopen jaar voor uitdagende teeltomstandigheden. Het rooien ging in 2020 moeizaam als gevolg van de natte oktober- en novembermaanden. Een relatief vochtige bodem maakte het moeilijk om zonder beschadiging de knollen te rooien. Zorgvuldigheid tijdens het rooien was afgelopen jaar dus van groot belang. Ondanks een zwaar jaar verloopt de handel van de knollen in de broeierij en droogverkoop gelukkig goed. Er worden momenteel prima prijzen betaald. Dit geeft weer frisse moed voor komend jaar. Knelpunten Zoals in alle teelten spelen de voorkomende ziekten en plagen een grote rol. Het kunnen herkennen en weten welke maatregelen er getroffen moeten worden is dus van essentieel belang. Hieronder bespreken wij de meest voorkomende ziekten en plagen in Zantedeschia inclusief beeldmateriaal.

CALLA|71


Verzoling Dit is nog altijd een groot probleem in de Zantedeschiateelt voor zowel de bollentelers als de broeiers. Er is sprake van verzoling als de onderkant van de knol grijsbruin en leerachtig is verdroogd. Als de knol een harde bodem heeft, dan is het niet mogelijk om een goed gewas te krijgen. Lastig is dat de verzoling vaak pas begint of nog doorgaat tijdens de bewaring of na levering. Helaas heeft men tot op heden nog geen duidelijke oorzaak van verzoling kunnen vaststellen. Uit onderzoek is wel gebleken dat drogen bij 17°C resulteerde in meer uitval door verzoling, kraterkoppen en Erwinia. Door een paar graden omhoog te gaan, werd de uitval door verzoling minder, maar de uitval door kraterkoppen en Erwinia meer. Ook werd minder verzoling gezien als het schonen van de knollen in januari wordt gedaan, maar dit resulteerde ook in iets meer kraterkoppen. Om verzoling zo veel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk om op het juiste moment te rooien. Uit onderzoek is gebleken dat vroeg rooien leidde tot meer verzoling en minder Erwinia, terwijl later rooien weer ongunstig bleek in verband met Erwinia. Ook wordt aangeraden om de knollen te drogen bij minimaal 17°C en een RV van 65% voor 2-4 weken. Bladvlekkenziekte Bladvlekken worden veroorzaakt door Alternaria-soorten. Alternaria is een zeer algemeen voorkomende schimmel waarvan de sporen zich via de lucht verspreiden. In Zantedeschia zijn drie soorten gevonden en geïdentificeerd, te weten: Alternaria alternata, Alternaria tenuissima en Alternaria infectoria. A.alternata is in Zantedeschia de belangrijkste oorzaak van bladvlekken. Het is een zwakteparasiet die alleen verouderd en beschadigd blad aantast.

CALLA|72


Bladvlekkenziekte


Bladvlekkenziekte


Het is een zwakteparasiet die alleen verouderd en beschadigd blad aantast. Aantasting treedt vooral op in perioden met warm weer afgewisseld met buien. Bladvlekkenziekte is herkenbaar aan kleine ronde bladvlekken op het blad welke later groter worden. Deze zijn eerst grijsbruin maar worden later donkerbruin tot zwartbruin. In het centrum van de vlekken zijn vaak concentrische ringen aanwezig van donker schimmelpluis. Later worden de vlekken ‘beroet’ met donkere sporen. De vlekken kunnen uitgroeien tot grotere vlekken en met andere vlekken samengroeien, waardoor het gehele blad kan afsterven. Aangetast weefsel kan ook uit het blad vallen waardoor gaten ontstaan. Knollen van aangetaste planten groeien minder goed en zijn ook extra vatbaar voor aantasting door Pectobacterium (Erwinia).

Erwinia Maatregelen die de kweker kan nemen zijn: het gewas gezond en aan de groei houden, evenals het gewas preventief beschermen door middel van gewasbespuitingen met schimmelbestrijdingsmiddelen.

CALLA|75


Kraterkoppen (Pythium) Deze schimmel komt voor in de grond en kan soms voor het rooien een afstervende scheut infecteren waarna de schimmel doorgroeit de knol in. In de meeste gevallen is de schimmel aan de buitenkant van de knol aanwezig en groeit onder vochtige koele omstandigheden naar binnen, vooral via beschadigingen of afstervend weefsel. Tijdens het begin van de bewaring zakt het weefsel rond de centrale spruit in, waardoor een krater in de knol ontstaat. Soms worden knollen al met een kraterkop gerooid. Bij doorsnijden zijn deze knollen veelal grijsbruin maar soms ook blank. In het knolweefsel wordt een Pythium sp. aangetroffen die de oorzaak is. Indien knollen na het rooien bij 9 en 13°C worden gedroogd ontstaan er veel meer kraterkoppen dan wanneer er bij 17°C wordt gedroogd. Het aantal kraterkoppen neemt sterk af als de knollen goed worden gedroogd en droog worden bewaard bij 17 tot 23°C met een lage RV van circa 65%.

Pythium

CALLA|76


Slijmstelen Een warme en goed doorlatende grond is gunstig voor de groei. Zantedeschia groeit goed op een vochtige grond. Echter, warme en vochtige omstandigheden zijn ideaal voor het optreden van de meest geduchte ziekte in de teelt, namelijk stinkend zachtrot Pectobacterium carotovorum subsp carotovorum (voorheen Erwinia carotovora) Bij storingen in de groei is het gewas dan ook gevoeliger voor deze bacterie. Te droog telen leidt tot meer zachtrot dan op zijn tijd beregenen. Het blijkt dat een overmatige stikstofgift (200 kg N/ha en meer over het gehele groeiseizoen) leidt tot extra uitval door Pectobacterium. Bij een aantasting rot het onderste deel van de bloemsteel slijmerig weg. Het slijmerige zachtrot verspreidt zich erg snel naar boven. De bloemen zakken in. Vooral de bacteriesoort Pectobacterium carotovorum subsp. carotovorum (voorheen Erwinia) maar soms ook Pseudomonassoorten zijn hiervoor verantwoordelijk. Beide bacteriesoorten produceren zogenaamde pectolytische enzymen die de celwanden oplossen. Slijmstelen kunnen binnen enkele dagen ontstaan. Botrytis Botrytis cinerea veroorzaakt ronde grijsgroene vlekjes op bloem en blad met in het centrum daarvan een spetter. Dit beeld moet niet verward worden met het beginstadium van bladvlekken als gevolg van Alternaria. Een aantasting van Botrytis op het blad blijft meestal beperkt tot een klein vlekje en zal geen grote problemen veroorzaken. Voor de bloementeelt zijn deze vlekjes wel bezwaarlijk. Een aantasting wordt bevorderd door warm en vochtig weer. Frequent uitvoeren van gewasbespuitingen met vuurmiddelen kan de aantasting van Botrytis in sommige gevallen voorkomen.

CALLA|77


Virussen Er zijn ruim twintig verschillende soorten virussen die kunnen voorkomen in Zantedeschia. In Nederland zijn dit voornamelijk potyvirussen, overgedragen op non-persistente wijze door bladluis. Het betreft voornamelijk Zantedeschia-mildmozaïekvirus (ZaMMV) en Callalelie latent virus (CLLV) maar ook, Konjac-mozaïekvirus (KoMV) en Dieffenbachia-mozaïekvirus en af en toe knollenmozaïekvirus (TuMV). De virusbesmettingen zijn voornamelijk te herkennen aan mozaïekbeelden, necrotische vlekken, lichtgekleurde vlekken of ronde halo-achtige kringvlekken met donkere kern in de bloemen. Een enkele keer zie je het beeld van een veterblad, waarbij het blad heel smal groeit. Echter verschillen de symptomen tussen de cultivars en zijn ze afhankelijk van het seizoen. Het is zeer belangrijk om virusvrij en virusziek materiaal uit elkaar te houden. Er is waargenomen dat bij een afstand van tien meter tussen virusziek en virusvrij materiaal minder dan 1% van de planten virusziek werd. Bij een afstand van vijftig meter werd de virusoverdracht zelfs geheel voorkomen. Bovendien moeten viruszieke planten zo snel mogelijk worden verwijderd door middel van wekelijkse selectie om verdere verspreiding te voorkomen. Regelmatig spuiten met pyrethroïden tegen virusverspreiding is niet afdoende gebleken. Daarom wordt aangeraden dit te doen in combinatie met 6,25 l Olie-H per hectare. Het nadeel hiervan is dat er wordt gezien dat Zantedeschia gevoeliger wordt voor Alternaria wanneer er frequent wordt gespoten met Olie-H. Hier dient dus rekening mee gehouden te worden. Om dit probleem voor te zijn, kan de hoeveelheid Olie-H per hectare verminderd worden en wordt het interval tussen de bespuitingen korter gemaakt.

CALLA|78


Fusarium


Vermeerdering Tijdens de vermeerdering is het van groot belang om met virusvrij uitgangsmateriaal te beginnen. Zowel weefselkweek als parteren zijn hiervoor geschikte technieken om een nieuwe, gezonde partij op te bouwen. Materiaal afkomstig van weefselkweek is niet goedkoop. Bovendien kan, voornamelijk in het tweede teeltjaar, in materiaal afkomstig van weefselkweek afwijkingen voorkomen zoals bossigheid, bont en extreem smal blad en bladverruwing. Parteren is een methode die zelf uitgevoerd kan worden tussen maart en mei. Voordeel van parteren is dat in een korte periode veel gezond materiaal kan opkweken. Het is hierbij van groot belang dat alleen het allerbeste materiaal van de partij gebruikt wordt, waarvan bekend is dat het virusvrij is (recente weefselkweek). Dit kan worden gecontroleerd door middel van toetsing. Bovendien moeten de knollen die geparteerd worden in principe rijp genoeg zijn om geplant te kunnen worden. Kijk rond april even wat de weersomstandigheden zijn. Indien er warm weer op komst is, kan het parteren van start gaan. Ontsmet de zojuist geparteerde schijfjes gelijk. Bij gunstige omstandigheden zullen de schijfjes in de grond direct wortelen met een laag uitvalspercentage tot positief gevolg. Grotere schijfjes zullen resulteren in minder uitval én meer leverbare knollen na een jaar. Een andere mogelijkheid is om de schijfjes ongeveer twee weken bij 20-25°C te bewaren in tuinturf/vulstof en daarna buiten uit te planten. Deze methode is echter een stuk bewerkelijker en wordt daarom minder toegepast.

CALLA|80


Onderzoek Sinds 2018 doet Delphy Bloembollen al onderzoek in de volgende gewassen: tulp, narcis, hyacint, lelie, dahlia en gladiool en Delphy wil komend jaar het onderzoek in het gewas Zantedeschia verder uitbreiden. In 2020 is Delphy begonnen met een demonstratieproef om aan te tonen dat compost van reststromen uit de bollen- en knollenteelt veilig kan worden toegepast. Hierin zijn afvalreststromen van onder meer de Zantedeschiateelt meegenomen. Deze reststromen uit de Zantedeschiateelt zijn voor en na compostering geanalyseerd op diverse Zantedeschia-specifieke ziekten. Hieruit is gebleken dat de bacteriën die vooraf aan compostering nog konden worden aangetoond, niet meer terug te vinden waren in de gecomposteerde Zantedeschiaresten. Bovendien is de compost van bollen- en knollenresten toegepast op proefvelden waar hyacint en tulp op zijn geplant. In 2021 zullen de resultaten hiervan volgen. Ook de WUR zal zich komende jaren bezighouden met onderzoek naar dit gewas. Zo menen zij dat met een schone start en sneller teeltschema, ziekten minder de kans zullen krijgen waardoor er uiteindelijk minder chemie gebruikt hoeft te worden. In een vierjarig project zullen ze kijken naar de mogelijkheid om de eerste twee jaar in de kas te telen. De kans op virus is namelijk groter wanneer de knollen buiten groeien. Door een groter deel van de teelt naar binnen te verplaatsen, hoeven er minder kosten gemaakt worden in het ziekzoeken en ziektevrij houden. Wanneer dit resulteert in grotere knollen, duurt de laatste fase nog maar één jaar. De hogere kosten van de tweejarige teelt in de kas, kunnen uiteindelijk worden terugverdiend door een kortere teeltcyclus.

CALLA|81


Proeven in de kas TULP.|77


Teeltadviezen voor komend seizoen In het schuurstof van de vorige oogst van bijvoorbeeld tulpen kunnen nog veel levende bollenmijten aanwezig zijn. Deze overgebleven mijten zullen de knollen weer infecteren. Verwijder daarom al het stof op richels en vloeren goed met een stofzuiger of hogedrukreiniger. De lucht in de lege cel opstoken werkt overigens ook prima. De richtlijn hiervoor is twee dagen 45°C om alle bollenmijten te doden. Zorg ook voor een goede luchtcirculatie in de lege cel. Boven de vloer kan het soms 10 graden kouder zijn. We raden aan om de knollen de tweede helft van oktober te rooien in verband met kraterkoppen. Haksel van tevoren het gewas af, zodat tijdens het rooien de oude neuzen niet uit de knol breken. Is er kans op (nacht)vorst? Laat de knollen dan niet buiten staan. Laat de knollen drogen met veel lucht, verwarmd tot ongeveer 17-23°C. Hiermee kan een aantasting door Erwinia en/of Penicillium en vroegtijdig uitlopen worden voorkomen. Bewaar de knollen vervolgen minimaal vier weken bij 17°C bij een RV van 60-70%. Nadat de knollen zijn gedroogd en geschoond, gaan ze in de cel met een klein beetje circulatielucht. Een goede bewaartemperatuur en luchtvochtigheid is 13°C en 70%. Indien de knollen nodig zijn voor vroege bloei onder glas, bewaar de knollen dan 6 weken voor het planten bij 18-20°C. De spruiten zullen hierdoor vast iets uitgroeien en hierdoor zal de groei in de kas iets vlotter zijn. Bij een langere bewaring is het beter om de knollen na het drogen en schonen bij 9°C te bewaren. De spruit blijft zo beter in rust. Het gevolg van een lange bewaring en late plantdatum is dat de eerste bloem vrij snel komt en kort blijft.

CALLA|83


Tussen Kunst & Calla Dat de Zantedeschia tot veel verwondering en inspiratie leidt, spreekt voor zich. Maar toch: waarschijnlijk zag u de Zantedeschia nooit eerder op déze wijze geportretteerd. Fotokunstenaar Pelucco maakt een bijzondere reeks moderne portretten onder de noemer:

'STILL LIFE OF CALLA'


'STILL LIFE OF CALLA'

CALLA|85


'STILL LIFE OF CALLA'

CALLA|86


'STILL LIFE OF CALLA'

CALLA|87


'STILL LIFE OF CALLA'

CALLA|88


Namens iedereen die heeft bijgedragen aan deze glossy: dank voor het lezen, en tot volgend jaar in goede gezondheid!

CALLA 2021


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.