3 minute read
‘Buiten leven, dat hebben we hier altijd gedaan’
De Muntel bestaat 100 jaar!
De arbeidersbuurt van vroeger is vandaag de dag een hippe wijk voor alle leeftijden en culturen. De huizen gaan er als warme broodjes over de toonbank, maar de sfeer blijft behouden. Een buurt met een rijke historie.
Advertisement
Ieder zijn plek
Begin van de 20e eeuw was de behoefte aan woonruimte groot in Den Bosch. De gemeente startte met uitbreidingsplannen voor nieuwe wijken ten noordoosten van de stad. Hier verrees rond 1920 de eerste sociale woningbouw. Vier woningbouwverenigingen bouwden er grote, gesloten wooncomplexen rondom binnenterreinen – elk met een of meer toegangspoorten voor hun eigen leden. Zo gaven onder meer katholieken, protestanten, PTT-beambten en onderofficieren de pleinen en straten ieder hun eigen karakter. Het poortgebouw van Woningbouwvereniging Eigen Bezit aan de Pelssingel is een begrip voor elke Bosschenaar.
Kunstenaar Monique Broekman woonde in 2007 aan het Gheert van Calcarplein. Juist in die tijd werden de oude woningen aan het plein en de Pelssingel gesloopt. “Langzaam maar zeker trokken de mensen weg, er gingen steeds meer lichtjes uit, en ik begon mij af te vragen: wie woonden hier, wat waren hun verhalen, hoe zag het leven er uit?” Monique raakte geboeid door de historie van de wijk en nodige tien kunstenaars uit voor een bijzonder project. Vanuit de oude slagerij van de Gezusters Van Eerd – door Monique omgedoopt tot Slagerij ’t Pelske – verzamelde zij verhalen, die de kunstenaars tot leven lieten komen in de leegstaande huizen.
Amateurhistoricus Henk Bruggeman, inmiddels helaas overleden, was een belangrijke inspiratiebron voor Monique: “Hij was een brug naar het verleden, een wandelend geschiedenisboek.” Honderden (oud)-bewoners en bezoekers bezochten de expositie waar heden en verleden samen kwamen. Zeven jaar later keerde zij terug naar het vernieuwde Gheert van Calcarplein met zijn nieuwe bewoners voor haar boek ‘In Tussentijd’.
‘Buiten leven, dat hebben we hier altijd gedaan’
Van de dikke eeuw dat De Muntel nu bestaat, maakte Laurenzo Limburg (54) ruim de helft mee. Hij werd er geboren, groeide er op, ging er naar school en huurt er met zijn vrouw Lottie Schuurmans al jaren een huis van Zayaz. Uit liefde voor zijn wijk liet hij er zelfs een tattoo van zetten, maar die hoeft niemand te zien: “Nee joh, ik ga hier niet in mijn blote buik lopen.”
Laurenzo is drie keer in zijn leven verhuisd, maar de Muntel verlaten – dat was uitgesloten. Hij werd geboren aan het Rietpolderplein, verhuisde daarna met zijn ouders naar het Muntelplein en woont inmiddels ruim 25 jaar met zijn vrouw in de Van Ysselsteinstraat. “Ons huisje is bijna honderd jaar oud en dat merk je, de muren zijn nog enkelsteens. Lottie zou best graag iets groters willen, maar ik heb altijd gezegd: ik blijf hier. Als het mooi weer is, zetten we de tuinstoelen in de voortuin. We kijken prachtig weg over het Taxandriaplein en speluitleen De Hobbel waar ik beheerder van ben. Ik heb ruimte zat.”
Muntelse warmte
Buiten zijn – het was én is volgens Laurenzo typisch voor de Muntel. “Ik speelde vroeger altijd op straat, mede dankzij de speluitleen zie je hier nog altijd veel kinderen buiten. Bij mooi weer zitten ook veel volwassenen voor hun huis. Daardoor kent iedereen elkaar, dat maakt echt een groot verschil. Bij problemen lopen we even naar elkaar toe en dan wordt het meteen opgelost. Tijdens de lockdown zorgden we extra goed voor elkaar: eten koken, boodschappen doen, de hond uitlaten – dat is hier normaal. Je zou willen dat het in alle wijken zo gaat.” Laurenzo hoopt dat de Muntelse warmte ook de komende honderd jaar overleeft. “Als er hier een huis wordt verkocht, hoop ik altijd maar dat de nieuwe bewoners beseffen hoe bijzonder de Muntel is. De historische pandjes zijn natuurlijk prachtig, maar de mensen zijn nog mooier.””