Dit is een uitgave van Mediahuis Limburg Najaar 2023
r e v e i L r e g n a L s i u Th Patiënt regie geven
Levensloopbestendig wonen
Past u op de kleinkinderen?
Nederlandse zorginstellingen kijken vol belangstelling naar de Academie voor Patiënt en Mantelzorger in Maastricht.
Hoe maak je je woning levensloopbestendig en wanneer doe je dat?
Massaal reageerde u op onze lezersoproep. Een selectie van de inzendingen in deze bijlage.
Lees meer op pagina 3
Lees meer op pagina 6
Lees meer op pagina 10
1
Het werk van Humanitas doet er toe! Onze vrijwilligers helpen mensen om weer grip te krijgen op hun eigen leven en mee te doen in de samenleving. We werken met 6 verschillende thema’s: Eenzaamheid, Verlies, Opvoeden, Opgroeien, Detentie en Thuisadministratie. Onze hulp is gratis en er zijn ruim 80 afdelingen in het land. In Limburg zijn we georganiseerd in 5 afdelingen zodat we altijd overal kortbij zijn. Humanitas is er voor iedereen, ongeacht leeftijd, achtergrond of levensovertuiging. Ons streven is dat onze deelnemers kunnen zeggen: ‘Dankzij het contact met een Humanitas-vrijwilliger kan ik mijn leven weer zelf oppakken’.
Bij Humanitas doe je er als vrijwilliger toe Ben je goed met financiën en kun je orde in chaos scheppen, dan kun je als vrijwilliger aan de slag bij de Thuisadministratie of jongeren helpen binnen het project Jongeren en Geld. Latifa (vrijwilliger): “Een uurtje voor mij is 10 uur rust in haar hoofd.” Vind je het belangrijk dat kinderen opgroeien in contact met beide ouders als het na een scheiding even moeilijk is om een bezoekregeling af te spreken, dan kun je aan de slag binnen het project Begeleide Omgangsregeling (BOR). Melvin (deelnemer): “De allereerste keer dat ik haar weer zag was ik er stil van. Het gaat nu veel beter met onze dochter.”
Maastricht-Heuvelland maastricht@humanitas.nl 043-3560448
In de verschillende maatjesprojecten bied je vooral een luisterend oor en help je mensen op weg om uit sociaal isolement te komen. Zo kennen we het project jongerenmaatjes, maatjes voor mensen die even (tijdelijk) kwetsbaar zijn. Bij thuisbezoek en vriendschappelijk contact bezoeken we mensen thuis. Addy (deelnemer): “Ik had enorm behoefte aan een praatje.” Ben je iemand die graag mensen na een periode van verlies of rouw op weg wil helpen, dan kun je je melden als vrijwilliger voor het project Verlies en Rouw.” Harm (vrijwilliger): “Mensen voelen zich bij mij op hun gemak.” Ans (deelnemer): Harm was er, elke keer opnieuw.”
Westelijke Mijnstreek westelijkemijnstreek@humanitas.nl 06-17488368
Parkstad parkstad@humanitas.nl 06-17207317
Wil jij van betekenis zijn voor mensen die ‘huis en haard’ hebben moeten verlaten en in een vreemd land opnieuw moeten beginnen. Dan kun je als vrijwilliger bij Taalmaatjes of het project Taalwandelingen je energie kwijt. Frieda (vrijwilliger): “Ik heb iets met taal en andere culturen.” In het project maatjes voor ex-gedetineerden help je mensen hun leven na detentie weer opnieuw in te richten. Janine (vrijwilliger): “Hoe ingewikkelder de situatie, hoe groter de uitdaging om alles weer goed te laten lopen.”
Midden Limburg middenlimburg@humanitas.nl 06-10034873
Noord Limburg noordlimburg@humanitas.nl 077-3518158
Colofon Liever Langer Thuis informeert en inspireert de actieve en zelfstandig wonende senioren in Limburg over comfortabel en gelukkig ouder worden in de vertrouwde thuissituatie. Hoe houden zij de regie zo lang mogelijk in eigen hand? Liever Langer Thuis verschijnt als bijlage bij De Limburger in heel Limburg en digitaal bij de 28.000 leden van KBO Limburg. Eindredactie: Peter Eberson
Redactie: Karin Burhenne, Judith
Houben, Meyke Houben, John WELKOM Huijs, KBO Limburg, Pascal Panis
Liever Langer Thuis:
Wim Duisenbergplantsoen 1, 6221 SE Maastricht E-mail: els.spronk@mediahuislimburg.nl
Auteursrecht: Op de inhoud
OP LANDGOED EN NATUURBEGRAAFPLAATS WEVERSLO van deze bijlage rust auteursrecht. • Wandel vrij rond door het prachtige bos • Ontdek de voordelen van natuurbegraven • Reserveer een eeuwige grafplek in de natuur
Beeld: Nico Beckers, Wendy Niets uit deze uitgave mag worden Boon, Pim Ermers, Anne Jannes, Raoul Limpens, MUMC+, Mara van overgenomen zonder toestemming Ons Boshuis is dagelijks open 13.30 - 16.30 uur.Thuis van de van uitgever. Liever Langer den Oetelaar, MCM Productions, is een commerciële uitgave Kom gerust langs voor meer informatie of van Kim Roufs, Doret Schulkes, Moniek Mediahuis Limburg. een rondleiding. Wegdam Vormgeving: Gitta Orbons Coördinatie: Els Spronk Advertenties: Raymond van
Golde, Consultant zorg branche:
2
Natuurbegraafplaats Weverslo • Janslust 11 Heide • 0478 - 515721 06-308 • www.weverslo.nl • in deMedia Peel tussen Deurne en Venray 59 725 en Borgerpark
Carla van Montfort geeft instructie subcutaan (onder de huid) injecteren.
Landelijke interesse:
patiënt regie geven Nederlandse zorginstellingen kijken vol belangstelling naar de Academie voor Patiënt en Mantelzorger in Maastricht. Ze willen dolgraag net als in deze academie patiënten en mantelzorgers trainen om hun eigen regie te vergroten. Maar hoe doe je dat? Tekst Judith Houben Beeld MUMC+ Zelf steunkousen aantrekken, een spuit zetten of de ogen van je partner druppelen. Allemaal handelingen die patiënten en mantelzorgers aangeleerd kunnen krijgen bij de Academie voor Patiënt en Mantelzorger van het ziekenhuis in Maastricht, MUMC+. Daarnaast begeleidt de academie patiënten op het gebied van e-health en de trainers bieden educatieprogramma’s aan voor het leven met een chronische ziekte. Die trainers zijn verpleegkundigen met jarenlange ervaring. Soms trainen ze hun ‘leerlingen’ in groepjes, andere keren individueel (bij bijvoorbeeld een katheter). Een aanpak die veel voordelen heeft, vertellen onderzoeker Matthijs Bosveld en academiedirecteur Michel van Zandvoort. Bosveld onderzocht hoe patiënten, mantelzorgers en zorgmedewerkers deze aanpak vinden. Hij kreeg veel positieve reacties. “Mensen vinden het bijvoorbeeld fijn dat ze niet eerst ’s morgens een paar uur hoeven te wachten tot iemand van de thuiszorg hun steunkousen komt aantrekken. Door het zelf te doen, hebben ze meer vrijheid en eigen regie. Ook vinden ze het fijn dat ze geen ‘vreemde’ over de vloer krijgen. Van Zandvoort knikt: “Mensen zeggen wel eens dat we deze taken van de thuiszorg nu over de schutting gooien, maar zo is het niet. Tuurlijk zijn er te weinig mensen in de thuiszorg om de komende jaren al het extra werk door de vergrijzing op te vangen. Maar het is ons doel om vrijblijvend die eigen regie voor patiënten te vergroten. Dus alleen voor patiënten en mantelzorgers die dat ook echt zelf willen en kunnen. En bij ingewikkelde handelingen, zoals het toedienen van antibiotica via een infuus, moet sowieso elke week iemand van de thuiszorg komen
controleren of alles nog goed gaat.” De directeur geeft aan dat een bijkomend gevolg is dat er hierdoor sneller meer bedden vrij zullen komen in ziekenhuizen en verzorgingshuizen. Omgekeerd voorziet Van Zandvoort grote problemen als zorginstellingen hun patiënten en mantelzorgers niet gaan trainen. In een wereld waarin het personeel daalt en het aantal ouderen en chronisch zieken toeneemt, voorziet Van Zandvoort problemen: “Als we niks doen, kan het zomaar gebeuren dat patiënten over vijf jaar niet aan hun staar geopereerd kunnen worden omdat niemand daarna de ogen kan druppelen. Of het moet zo zijn dat een op de vier werknemers straks in de zorg gaat werken om het tekort aan te vullen. Dat gaat natuurlijk nooit gebeuren. Gelukkig hebben we nu nog de tijd om deze doemscenario’s te voorkomen.”
hebben gewekt. Zo’n twintig ziekenhuizen en verzorgingshuizen uit het hele land volgen daarom de komende maanden ook een training bij de academie in Maastricht. Van Zandvoort: “Zij hebben behoefte aan een blauwdruk zodat ze in hun regio ook een soortgelijke academie kunnen beginnen.” Kwaliteit is een belangrijke voorwaarde voor een geslaagde academie. “We bieden goed trainingsmateriaal en na afloop krijgen de patiënten heldere folders mee naar huis. Verder hebben we elke dag een spreekuur voor patiënten en mantelzorgers zodat ze altijd kunnen bellen met vragen of als het niet lukt”, vertelt Van Zandvoort. Tot nu toe is het zo dat het ziekenhuis patiënten en mantelzorgers doorverwijst naar de academie als verpleegkundigen inschatten dat mensen bepaalde handelingen zelf kunnen en willen uitvoeren. “In de toekomst hopen we dat ook huisartsen en thuiszorginstellingen patiënten doorverwijzen of dat patiënten zelf bij ons aankloppen voor een training”, zegt onderzoeker Bosveld. Maar de academie heeft nog een verrassend voordeel. “Mensen zeggen: ‘ik heb nu geleerd hoe ik mijn ziekte onder controle krijg, nu wil ik ook kijken hoe ik het kan voorkomen’. De juiste technologie kan hierbij goed van pas komen. Daarbij is het extra handig dat de ouderen van de toekomst sowieso beter om kunnen gaan met digitale applicaties.”
“De academie bestaat nu bijna vijf jaar en heeft zo’n 4000 ‘afgestudeerden’”
Maar leidt deze zelfredzaamheid niet tot overbelaste mantelzorgers? Die vraag krijgt Van Zandvoort regelmatig en hij denkt van niet. Hij vindt dat de academie hier wel heel alert op moet zijn. Op de eerste plaats willen we daarom ook dat de patiënt zelf bepaalde handelingen aanleert. Pas als dat echt niet gaat, kunnen we kijken of een mantelzorger het kan. Mocht iemand aanvankelijk denken, dat doe ik er wel even bij voordat ik naar mijn werk ga en het lukt toch niet, dan zoeken we samen naar een andere oplossing.” De academie bestaat nu bijna vijf jaar en heeft zo’n 4000 ‘afgestudeerden’. Patiënten en mantelzorgers. Dat zijn aantallen die landelijke belangstelling
Van Zandvoort ziet voor de toekomst ook een geheel andere functie weggelegd voor elke Academie voor Patiënt en Mantelzorger: eenzaamheid tegengaan. “De academie kan straks mensen aan elkaar koppelen en bijdragen aan lotgenotencontact. Daarnaast kunnen we trainingen meer in wijken en bij de mensen thuis gaan geven.” 3
Veilig wonen in een woonzorgzone
Eén: je wilt lekker zelfstandig thuis blijven wonen en zoveel mogelijk je eigen leven blijven leiden. Twee: je wilt vierentwintig uur per dag kunnen vertrouwen op goede zorg. Tel tot drie en je komt uit bij de nieuwe woonzorgzones van Envida. Tekst Pascal Panis Beeld MCM Productions
Ingrid van der Veld en Petra Lamberts
“Veel oude bomen willen best verplaatst worden” Petra: “Om onze woonzorgzones goed te laten functioneren, werken we nauw samen met gemeenten en woningcorporaties. Wij kijken naar plekken waar sprake is van toenemende vergrijzing en een toenemende zorgbehoefte. Veel ouderen wonen in een groot huis waar ze alleen nog gebruikmaken van de benedenverdieping. Samen met een woningcorporatie kunnen we dan zorgen voor een zelfstandige woning die beter bij hen past. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Ouderen maken de weg vrij voor jonge gezinnen die de woonomgeving een vitale impuls geven. En zelf hebben ze de zekerheid dat zorg aanwezig is op het moment dat ze die nodig hebben.” De twee Envida-directeuren vinden het persoonlijk een mooie uitdaging om een bijdrage te leveren aan een maatschappelijke opdracht die groter is dan alleen het zorgdeel. “Dat maakt ons werk nog leuker en interessanter.”
Het is inmiddels een bekend verhaal. Het aantal ouderen neemt toe, terwijl de beroepsbevolking afneemt. Hoe zorg je er dan toch voor dat iedereen de zorg en ondersteuning krijgt die nodig is? Door het ánders en door het sámen te doen, zeggen ze bij zorgorganisatie Envida. De nieuwe woonzorgzones vormen hierbij een belangrijke ontwikkeling. Directeur wijkzorg Ingrid van der Veld: “Woonzorgzones zijn geografisch afgebakende gebieden voor thuiswonende ouderen. Op het moment dat ze zorg nodig hebben, staat een medewerker van het wijkteam binnen tien minuten voor de deur. Onze woonzorgzones hebben één doel: ouderen helpen om zo lang mogelijk thuis te kunnen wonen. In hun eigen, veilige omgeving en te midden van hun eigen sociale netwerk.” “Wij geloven er ook echt in dat ouderen dat willen”, vertelt Petra Lamberts, directeur besturing en strategie. “Mensen willen zo lang mogelijk thuis blijven, niemand verhuist voor zijn plezier naar een verpleeghuis. Daarbij geldt: wat we binnen de muren van een verpleeghuis kunnen, kunnen we ook in een woonzorgzone. Of we komen daar
in elk geval dichtbij in de buurt.” Ingrid: “In woonzorgzones waar een Envida-verpleeghuis ligt, gebruiken we de faciliteiten van dat verpleeghuis. Betreft het een woonzorgzone waar we geen verpleeghuis hebben, zoals Daalhof of Vaals, dan organiseren en faciliteren we een optimaal netwerk door samen te werken met onze partners. De basisgedachte is dat de wijk zelf-regisserend is of wordt gemaakt door bewoners in hun kracht te zetten, waarbij Envida de 24/7 achterwacht voor zorg levert.”
Hoe zit het dan met de uitspraak dat je oude bomen niet moet verplaatsen? Petra: “Veel ouderen denken daar anders over. Alleen al in Maastricht zijn er honderden senioren die zich hebben aangemeld bij Envida voor een zorgwoning. We hebben niet alleen zelf zorgwoningen in Maastricht en het Heuvelland, maar wijzen die ook toe namens woningcorporaties.” Ingrid: “En verder, in zuidelijke landen maken ouderen meer dan in Nederland deel uit van de samenleving. Enerzijds omdat de zorg daar niet zo goed georganiseerd is als hier, anderzijds omdat mensen elkaar kennen, minder op zichzelf zijn. Wat ik wil zeggen: we hebben ook een sociale omslag nodig, en niet alleen omdat de zorgkosten de pan uitrijzen en het personeelstekort in de zorg blijft groeien.” Petra: “Tot slot. Envida kan het niet alleen. We willen en moeten samenwerken met partijen binnen en buiten de zorg om mensen die een dagje ouder worden voor te bereiden op hun toekomst. Onze woonzorgzones zijn daar een sprekend voorbeeld van.”
“Envida vervult een voortrekkersrol”
Hoe nieuw zijn woonzorgzones? Ingrid: “Er zijn veel initiatieven in Nederland op dit vlak. Je maakt het verschil als je je nek durft uit te steken. Als je snel leert van wat niet goed gaat om vervolgens even snel weer door te gaan op de weg waarvan jij denkt dat die tot succes leidt. Envida vervult daarin een voortrekkersrol.” Petra: “En of je het nu hebt over de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg: iedereen ontvangt zorg van Envida in een woonzorgzone. Wij zijn de verbindende schakel tussen de diverse financieringsvormen en willen dat de cliënten zo min mogelijk last hebben van ingewikkelde regelingen.”
Informatie
Heeft u vragen over mogelijkheden voor zorg en ondersteuning door Envida? Bel tijdens kantooruren naar 043 - 369 0470 of stuur een e-mail naar: zorgadvies@envida.nl Heeft u vragen over zorgwoningen in Maastricht en in het Heuvelland? Kijk op www.envida/zorgwoningen.nl of stuur een e-mail naar: zorgadvies@envida.nl
Vivantes Ouderenzorg: anders kijken is anders doen De ouderenzorg zoals we die kennen uit de tijd van de verzorgingsstaat, is ingehaald door de realiteit van vandaag de dag. Naast de kwaliteit van zorg is de kwaliteit van leven een bepalende factor geworden. Dat vraagt een andere manier van denken. Van zorgmedewerkers, van de ouderen zelf en van hun naasten of mantelzorgers. Tekst Meyke Houben Beeld Wendy Boon
“Ken je het mangomoment?”, vraagt Manon Goertz, bestuurder van Vivantes Ouderenzorg, halverwege het gesprek. “Dat begrip is een eigen leven gaan leiden naar aanleiding van een patiënt die na een ziekte lange tijd moest herstellen en daarbij heel veel medische zorg kreeg. Toen iemand een keer vroeg wat hij eigenlijk het liefste zou willen, was het antwoord: een mango.” De anekdote is exemplarisch voor de manier waarop Vivantes de ouderenzorg toekomstbestendig wil maken, legt Manon uit. “We hebben te maken met een krimpende beroepsbevolking en een vergrijzende samenleving. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de organisatie van de zorg, dus daar zullen we een antwoord op moeten bieden. Niet alles kan meer zoals we het altijd deden.” De missie van Vivantes is ‘ouder worden doe je samen’. “We moeten omdenken”, meent Manon. “In verpleeghuizen is kwaliteit synoniem voor goede zorg voor de bewoners. Maar behalve om de kwaliteit van zorg, gaat het ook om de kwaliteit van leven. Soms eet een bewoner bijvoorbeeld heel weinig. Vanuit de zorg is dan de heersende opvatting dat iemand bijvoeding krijgt. Maar misschien vindt de betrokkene het veel fijner om een extra toetje te eten, of helpt het om samen te koken en te eten. Om daarachter te komen, moeten we bestaande patronen doorbreken. Dat betekent vooral: praten met elkaar: met bewoners, met hun naasten en met medewerkers. Elkaars verwachtingen bespreekbaar maken. Wat betekent kwaliteit van
“Het gaat erom dat we het samen doen”
leven voor iemand? Vaak zit hem dat in kleine dingen; net dat beetje extra aandacht, iemand die een kop koffie met je drinkt of een wandelingetje maakt. Of dus een mango voor je haalt.” “De toekomstige manier van werken moet worden gerealiseerd met minder zorggeschoolde medewerkers”, aldus de bestuurder. Maar daarvoor is een oplossing bedacht. “Een dag telt heel veel ‘lege uren’, tijd om de zorgmomenten heen. We willen daarom ook gemotiveerde anders geschoolde medewerkers werven, zoals agogen, mensen uit de hospitality of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als zij de bewoners ondersteunen, kunnen de zorgmedewerkers blijven doen wat nodig is.”
Manon Goertz, gezellig praten met de bewoners.
Ook de naasten zullen ervan doordrongen moeten raken dat ‘anders kijken is anders doen’ hen gaat helpen, meent Manon. “Wij onderschatten soms het leed van naasten die een dierbare achterlaten in het verpleeghuis. Het vraagt een investering van onze medewerkers om een goede relatie op te bouwen met familie en mantelzorgers. Het kan zijn dat zij te hoge of andere verwachtingen hebben. Daar moeten we het samen over hebben. Wat helpt hen wel, wat niet?”
“Over drie jaar is het hier merkbaar anders” ‘Anders kijken is anders doen’, het motto van zorgvernieuwer Teun Toebes, is daarbij de leidraad. “Voor sommige zorgmedewerkers is het wennen als een aantal van hun taken wegvalt. Zij zijn gewend om alles zelf te doen. Het raakt aan hun identiteit als anderen een deel van hun werk overnemen. Maar het gaat erom dat we het samen doen. Daar praten we dus over met onze medewerkers. De kunst is om het zo in te richten dat zij trots blijven op hun vak en voldoening blijven halen uit hun werk.”
Vivantes werkt er hard aan om ‘ouder worden doe je samen’ te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Manon is ervan overtuigd dat dat gaat lukken. “Over drie jaar is het hier merkbaar anders. Dan is de focus meer dan nu op kwaliteit van leven van bewoners in plaats van kwaliteit van zorg en is het werk van onze medewerkers daarop aangepast. Het gaat om kleine veranderingen, zodat er een goede balans is tussen aandacht en aanwezigheid enerzijds en de benodigde zorgmomenten anderzijds. We moeten de tijd nemen om daarbij stil te staan en het er samen over te hebben wat dit betekent. En ons niet laten weerhouden door de hectiek van alledag.”
5
Levensloopbestendig wonen hoeft niet ongezellig te zijn De ouderenzorg staat in de aanloop naar de verkiezingen hoog op de politieke agenda. Om de zorg betaalbaar te houden is het duidelijk dat we (nog) langer thuis moeten wonen. Het best lukt dat in een ‘levensloopbestendige’ woning. Maar hoe maak je je woning levensloopbestendig en wanneer doe je dat? Tekst John Huijs Beeld Doret Schulkes en Mara van den Oetelaar
Eenmaal op middelbare leeftijd staan veel mensen op een gegeven moment voor een lastige keuze. Wat te doen met de gezinswoning waar je je kinderen in hebt opgevoed? Ga je op zoek naar een kleinere gelijkvloerse woning? Of blijf je in je vertrouwde omgeving en sla je aan het verbouwen om je bestaande (gezins)woning seniorenproof te maken? Wie voor dat laatste kiest maar geen idee heeft hoe je dat aanpakt zijn er genoeg websites met handige tips, bijvoorbeeld www.langerthuisinhuis. nl. Daar zie je hoe je je woning in zes stappen levensloopbestendig maakt: looproutes, keuken, badkamer, trap, tuin en het aanbrengen van technische oplossingen als een slimme thermostaat en een deurbel met camera; het komt allemaal aan bod.
Overwaarde
Het levensloopbestendig maken van je huis kan behoorlijk in de papieren lopen. Vooral het aanpassen van de keuken, het verplaatsen en/of verbouwen van de badkamer en het installeren van een (gebruikte) traplift zijn kostbare ingrepen. In veel gevallen kun je de overwaarde van de eigen woning gebruiken om hiervoor een lening bij je bank los te peuteren. Ook de Wet maatschappelijke ondersteuning en de zorgverzekering geven
6
volledig in te richten op beperkingen die misschien in een aantal gevallen een bijdrage voor een keer komen. Maar misschien ook niet. Wel gun woningaanpassingen en voor de aanschaf van ik mezelf en mijn man wat hulpmiddelen. Zeker meer luxe in huis en als je de moeite waard dus dat slim doet kan dat ook om met al die opties helpen als er beperkingen rekening te houden bij komen.” het opstellen van een Wat Doret daarom veel plan van aanpak. meer aanspreekt is een Maar de hamvraag huis dat haar helpt om blijft op welke leeftijd vitaal te blijven. Dat sluit je je huis het beste volgens haar ook aan bij seniorenproof kunt de huidige opvattingen (laten) maken en wat in de gezondheidszorg: wijsheid is: stap voor voorkomen dat je ziek stap te werk gaan of alles wordt. in één keer aanpakken. Interieurarchitect Doret Schulkes uit Wellnessruimte Asten spreekt de Maar hoe kan je huis je gangbare invulling van hierbij helpen? Doret: “In levensloopbestendig principe kun je van elk huis bouwen totaal niet aan. Doret Schulkes een heerlijk huis maken, als “Is dat als rietjes in huis je op een slimme manier hebben voor het geval je gebruik maakt van aspecten als licht, rust en ruimte. straks je eten niet meer kunt kauwen. Ga jij zitten Dat is heus geen hogere wiskunde; in mijn boek Hoe afwachten tot dit gebeurt? Of eet je gezond en krijg ik een heerlijk huis staat precies uitgelegd hoe je poets je dagelijks je tanden om zo lang mogelijk het aanpakt.” een gezond gebit te houden? Ik ben inmiddels 63 maar ik heb echt nog geen zin om mijn huis
“Ik raad mensen juist aan om je héle huis zo lang mogelijk te blijven gebruiken en ook de bovenverdieping zo gerieflijk mogelijk in te richten”
Waar Doret over het algemeen geen voorstander van is, is het creëren van een slaapkamer en de badkamer op de begane grond van een gezinswoning, zeker niet als je hiervoor substantieel woon- en/of tuinruimte voor moet opofferen. “Slapen en douchen op de begane grond geldt voor veel mensen als het summum van levensloopbestendigheid. Op de bovenste verdieping kom je dan praktisch niet meer, doodzonde. Ik raad mensen juist aan om je héle huis zo lang mogelijk te blijven gebruiken en ook de bovenverdieping zo gerieflijk mogelijk in te richten. Heb je een paar slaapkamers over? Realiseer daar dan bijvoorbeeld een hobbykamer en een ruime inloopkast, creëer ruimte in je slaapkamer en verander je badkamer in een praktische wellnessruimte. Investeer bijvoorbeeld in een sunshower. De warmte en het licht die je daarvan ervaart helpen je om je fit te blijven voelen. En een extra ruime douche met een bankje is nu vooral luxe, maar straks ook handig mocht je moeilijk ter been worden.”
Jan en Antoinette in ’t Zandt-Haanen
“Welke voorzieningen voor de oude dag je ook treft in je gezinswoning, blijf vooral zo lang mogelijk traplopen, want dat helpt je juist om fit te blijven. Maar houd wel wat geld achter de hand voor de installatie van een (gebruikte) traplift voor het geval traplopen je moeite gaat kosten. Op die manier kun je ook daarna je hele huis blijven gebruiken en heerlijk blijven wonen.’
Werkplaats
Amper vijftig was Antoinette in ’t Zandt-Haanen toen zij en haar man Jan besloten een volledig levensloopbestendige woning aan de Bernhardstraat in Velden te realiseren. “Jan is tien jaar ouder dan ik dus toen hij op zijn 59ste besloot om te stoppen met zijn bouwbedrijf en zijn werkplaats te verbouwen tot woning lag het gezien zijn leeftijd voor de hand om die woning duurzaam én levensloopbestendig te maken.” Dat Antoinette daar toen nog best jong voor was zag de Veldense in geen enkel opzicht als een probleem. “De verbouwing duurde ongeveer een jaar en al die tijd hebben Jan en ik op ons dooie gemak gezocht naar de keuken, badkamer, tegels en meubels die wij mooi vinden. Levensloopbestendig is heus niet per definitie hetzelfde als klinisch, saai of oubollig. Wij wonen hier intussen al vijftien jaar met heel veel plezier en genieten al die tijd vooral van de ruimte die we hebben.”
“Superfijn dat alles gelijkvloers is en dat we nergens drempels hebben” Jan in ‘t Zandt
Sinds dit voorjaar sukkelt Jan nogal met zijn gezondheid; met als gevolg dat hij momenteel met een rollator loopt en geregeld zuurstof moet bijtanken. “Superfijn dat alles gelijkvloers is en dat we nergens drempels hebben”, zegt Jan. “Als ik nu bij anderen op bezoek ben valt me extra op hoe vol de huizen van de meeste mensen zijn. Ik kan daar mijn kont niet keren met mijn rollator. Dan ben ik zó blij als ik weer thuis ben.”
Geruststelling
In zijn eigen huis zijn ook de inloopkast en zelfs de provisiekast zo ruim dat Jan overal makkelijk bij kan met zijn rollator. Antoinette: “Dat Jan zich hier ook prima in zijn eentje kan redden is ook voor mij een geruststelling. Daardoor is hij nu niet volledig afhankelijk van mijn hulp en kan ik ook mijn eigen gang gaan tot op zekere hoogte. Eigenlijk heel dubbel zo’n levensloopbestendig huis: aan de ene kant hoop je de voorzieningen voor de oudere dag nooit nodig te hebben maar ik zou nu voor geen geld in een conventioneel huis willen wonen. Al met al ben ik dolblij dat ik al op relatief jonge leeftijd de gelegenheid kreeg om levensloopbestendig te bouwen. Daar plukken Jan en ik al jaren de vruchten van, en nu al helemaal.’”
7
Zelfstandig wonen mét zorg door Bergweide In november 2023 opent Bergweide de deuren van een gloednieuwe locatie aan de Gasthuisstraat 21 in Heerlen: Clarahuys. In het voormalige Clara College, voor sommigen beter bekend als de hbs meisjesschool of het latere Coriovallum College, woont u zelfstandig in één van de 30 royale zorgappartementen met 24-uurs zorg door Bergweide.
Welzijn, zorg, ontmoeting
Wonen in Clarahuys betekent wonen met de vertrouwde en persoonlijke zorg van Bergweide. Er is aandacht voor welzijn, zorg en ontmoeting. Hebben we uw interesse? Dan maken we graag een afspraak met u voor een persoonlijk gesprek. We vertellen u meer en helpen u ook met de benodigde indicatie. Neemt u contact met ons op? Wij zijn telefonisch bereikbaar via (045) - 574 15 15. U kunt ons ook bereiken via info@bergweide.nl. Op onze website bergweide.nl vindt u tevens meer informatie.
Open Huys dagen
U bent van harte welkom om een kijkje te komen nemen. Aanmelding is niet nodig. Zaterdag 4 november van 11.00 tot 16.00 uur Zondag 5 november van 12.00 tot 15.00 uur Gasthuisstraat 21 Heerlen | T 045 - 574 15 15 | Bergweide.nl
Thuiszorg in de wijk houdt in dat onze zorgverleners van Zorg Groep Beek professionele en sociale zorg verlenen aan mensen die thuis wonen en hulp nodig hebben bij dagelijkse activiteiten, zoals persoonlijke verzorging, verpleging en huishoudelijke hulp. De zorgverlening is erop gericht om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en hun kwaliteit van leven te verbeteren of behouden. Wij bieden u elke dag dezelfde glimlach.
“Wij bieden u elke dag dezelfde glimlach”
Zorg Groep Beek is een regionale thuiszorgorganisatie in Zuid-Limburg die sinds 2005 verschillende vormen van thuiszorg aanbiedt in de wijk. Dit doen zij in de gemeentes Beek, Stein en Geleen.
Zorg Groep Beek biedt daarnaast ook gespecialiseerde zorg aan mensen met bijvoorbeeld Alzheimer of andere vormen van dementie, chronische aandoeningen maar ook terminale ziektes. De organisatie werkt samen met andere zorg- en hulpverleners in de wijk, zoals huisartsen, fysiotherapeuten en specialist Ouderenzorg om een zo breed mogelijk en kwalitatief goed zorgaanbod te kunnen bieden aan onze cliënten. Lukt thuis wonen niet meer in uw eigen huis, dan zorgt Zorg Groep Beek voor de beste thuiszorg beleving in onze Elsresidentie
locaties in Sittard en Margraten. Daar kunt u wonen zoals thuis en wordt de Elsresidentie letterlijk uw nieuwe thuis. “Alles wat we doen, doen we met zorg” is ons motto en dat blijkt ook door alle jaren heen zeer succesvol te zijn. Wij mogen trots zijn op de positieve resultaten zoals meerjarige contracten met zorgverzekeraars, gemeente en zorgkantoor. Onze interne en externe audits scoren zeer goed in kwaliteit en ook het laatste routinebezoek van de gezondheidsinspectie in oktober 2022 gaf een zeer goed resultaat. Wij zijn vooral trots op onze collega’s die elke dag zorg en aandacht geven aan onze cliënten. Zij worden dan ook hoog gewaardeerd in het clienttevredenheidsonderzoek. Tegelijkertijd waarderen onze collega’s Zorg Groep Beek - Elsresidentie met een hoge tevredenheidsscore. We mogen dan ook wel stellen dat uw zorg thuis bij ons in goede handen is. Heeft u vragen over zorg thuis, of zoek jij een nieuwe uitdaging in de thuiszorg? Neem dan contact met ons op! Dit kan via de website www.zorggroep-beek.nl of bel ons op 046-26 00 113.
Ramon Frissen en Pim Steerneman
Zorgcentrum als laagdrempelige ontmoetingsplek voor de wijk Hoe kun je de druk op de verpleeghuizen temperen, en er tegelijkertijd voor zorgen dat kwetsbare ouderen op een prettige manier langer thuis kunnen blijven wonen? Zorgorganisatie Sevagram nam het voortouw voor een nieuwe aanpak met het Community Care Concept. De kern: samenwerking. Tekst Meyke Houben Beeld Raoul Limpens Het moet anders. Daarvan zijn bestuursvoorzitter van Sevagram Pim Steerneman en directeur Zorg Ramon Frissen overtuigd. Verpleeghuizen lopen tegen de grenzen van de zorg aan, ouderen die thuis wonen zijn vaak eenzaam. “Er is niet één partij die dit kan oplossen”, meent Steerneman. “We moeten over grenzen kijken. Het Community Care Concept is erop gebaseerd dat we samenwerken met familie en mantelzorgers, met woningcorporaties, verenigingen, gemeenten, zorgaanbieders en welzijnswerk. In tegenstelling tot wat de overheid doet, proberen wij te ‘ontschotten’. Daarbij richten we ons in eerste instantie op de wijk: wat gebeurt daar, welke (welzijns)activiteiten zijn er, hoe kunnen we ouderen daarbij betrekken. En vice versa: hoe kunnen we onze verpleeghuizen toegankelijker en inclusiever maken voor de buurt.”
Jeu-de-boulesbaan
Blauwdruk
Om de kruisbestuiving tussen zorgcentra en de wijk zo laagdrempelig mogelijk te maken, heeft Sevagram een platform gebouwd, waarop alle initiatieven in de drie proeftuinen zichtbaar zijn. Het streven is om het platform samen met alle ketenpartners te verbreden, zodat uiteindelijk iedereen het kan gebruiken om te ontdekken welke activiteiten er in de wijk zijn. Steerneman: “Door samen te werken, kennis te delen en goede initiatieven gezamenlijk te financieren, moet er een blauwdruk ontstaan voor een nieuw landschap van de wijk. Per project kijken we met onze partners, waaronder de gemeente, wat een wijk nodig heeft en hoe we de buurt veilig en toegankelijk maken voor ouderen.”
“Om de kruisbestuiving tussen zorgcentra en de wijk zo laagdrempelig mogelijk te maken, heeft Sevagram een platform gebouwd, waarop alle initiatieven zichtbaar zijn”
Op Sevagramlocaties in Heerlen, Maastricht en Valkenburg loopt sinds vorig jaar een proef met het Community Care Concept. “In Valkenburg gaan we, in overleg met onder meer de seniorenraad en de woningcorporaties, het terrein van onze locatie Oosterbeemd herbouwen en vergroenen”, vertelt Frissen. “Het verpleeghuis moet een laagdrempelige ontmoetingsplek worden. Geen slagboom meer, we keren het gezicht naar de wijk. We hebben bijvoorbeeld een jeu-de-boulesbaan aangelegd, waar nu ook verenigingen uit Valkenburg spelen en na afloop wat drinken in onze Gasterie. Zo komen buurtgenoten op een spontane manier in contact met de bewoners.” In Maastricht komen een keer per maand basisschoolleerlingen naar zorgcentrum Scharwyerveld voor een spellenmiddag. Frissen: “We werken op die locatie ook samen met cliënten van Radar, voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Eén van de bewoners dreigde in een isolement te raken, omdat ze vanuit haar aanleunwoning niet met de lift durfde. Een Radar-medewerker helpt haar daar nu bij. Dat werkt naar twee kanten: de bewoonster komt meer in contact met andere mensen, de medewerker van Radar voelt zich door zijn hulp gezien en gewaardeerd.”
“Met dit initiatief verruimen we als zorgprofessionals onze blik, weg van het medisch model”, vult Frissen aan. “Dat doen we vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, waar community care bij hoort. Wij geloven in dit concept, maar om het te laten slagen hebben we wel het vertrouwen nodig van onze samenwerkingspartners. Het Community Care Concept is immers van ons allemaal, het is geen Sevagramfeestje. Wij zijn alleen de regisseur. Daarnaast hebben we bewegingsruimte nodig om fouten te mogen maken. Daar leren we van.”
Hogeschool Zuyd
“Aanjagen, stimuleren, regisseren en objectiveren.” Dat zijn volgens Steerneman de taken die Sevagram op zich neemt. “Voor dat laatste onderdeel is Hogeschool Zuyd betrokken bij het Community Care Concept. Vijf lectoren begeleiden de voortgang van het project en zorgen voor een wetenschappelijke onderbouwing.” De bestuursvoorzitter beseft dat niet iedereen zijn hele leven thuis kan blijven wonen en dat opname in een verpleeghuis soms onvermijdelijk is. “Maar we hebben goede hoop dat we dankzij het Community Care Concept uiteindelijk een verhuizing naar het verpleeghuis met acht tot twaalf maanden kunnen vertragen.” Kijk voor meer informatie over het Community Care Concept op https://strategie.sevagram.nl. 9
PL
“In de speeltuin volg ik haar van de schommel naar de wip naar de schommel naar de wip en til op en duw en til op en duw” Zo jammer dat we niet alle inzendingen op de lezersoproep ‘Past u op de kleinkinderen?’ kunnen plaatsen, maar het zijn er echt te veel. Wel allemaal even leuk en vertederend. Wat een rijkdom! Lees en geniet van de zeer moeizaam tot stand gekomen selectie…
DE MOOISTE TIJD UIT ONS LEVEN Als ik aan die periode in ons leven terugdenk, dan wordt het warm om mijn hart. Het was de mooiste tijd uit ons leven. Alles kon, overal hadden we tijd voor wat de kleinkinderen betrof. Niks was ons te veel. Naar school brengen en ophalen tussen de middag, pannenkoeken bakken en vriendjes en vriendinnetjes mee. Heerlijk! Je krijgt zo’n band met ze en bent overal bij betrokken. Ik denk vaak: wat waren wij bevoorrecht dat onze kinderen in de buurt wonen anders gaat het niet, dat oppassen. Mijn man werkte in het onderwijs, dus de tijd om ze op te halen uit school was perfect. Ik denk weleens: was de liefde voor mijn kleinkinderen groter dan voor onze eigen kinderen? En dan voel ik me daar haast schuldig over, maar dat is natuurlijk niet zo. Je hebt dan meer tijd en omdat je ouder bent misschien ook gevoeliger in je emoties. Ik had het voor geen goud willen missen die heerlijke tijd en nu ze volwassen zijn is het weer een andere periode. Je blijft er altijd bij betrokken omdat je ze zo goed kent. Dit was mijn verhaal en ik geniet weer bij het schrijven. Mijn man Herman is overleden maar ik weet zeker dat hij er ook zo van heeft genoten. Vooral omdat onze kleinzoon Bob ook voor de sport schermen had gekozen waar mijn man maître van was en dat Bob tweede van Nederland is geworden. Wat was mijn man trots op hem. Marietje Banser uit Heerlen
GELUK IN HET KWADRAAT Alhoewel onze kleindochters niet direct in de buurt wonen, passen wij om de 14 dagen op. We zitten dan geheel vrijwillig rond vijf uur in de ochtend in de auto om voor de files in Brabant te zijn. Af en toe komen ze een weekje logeren, dan is het echt feest. We hebben intens genoten tijdens het opgroeien van onze zonen, maar dit is toch echt geluk in het kwadraat. Samen liedjes zingen, koekjes bakken, knutselen en spelletjes doen. Om de wereld opnieuw te zien door de ogen van een kind leer je weer hoe betrekkelijk alles is, en hoe geluk verpakt zit in hele kleine dagelijkse dingen. Natuurlijk halen we ook ‘stoute’ of ondeugende dingen met ze uit. Voor iedereen een geweldige belevenis. Als je jonger bent MOET je nog zo veel. Nu komen we in een fase waar bij je alles aan de kant schuift voor de kleinkinderen. Dat hopen wij nog lang te mogen doen. Marij & Laurens Lem, oppasgrootouders van Sofie en Vivienne, uit Brunssum
ABBA EN BABBA De leukste woordjes zijn Abba en Babba… zo heten wij volgens onze kleinzoon. Naar boven klauteren via de keldertrap en kloppen op t kattenluikje… hij is er! Elke keer als hij bij ons is, vieren we feest. Het is een plezier voor iedereen, mama en papa zijn ontzorgd en opa en opa kunnen samen met het jonkie lekker spelen. Samen in de zon, in het badje spelen, oefenen met glijden in het speeltuintje en met z’n tweetjes op de grote ronde schommel, kijken naar de ruisende bladeren boven ons hoofd….en als de kleintjes van onze kinderen er allemaal zijn… dan is het samen bubbelen in de jacuzzi, spelen met de poppen of racen met de auto’s… ze zijn al een plezier om gewoon naar te kijken… opa en oma zijn…. Wij vinden het heerlijk! Aad en Becky Siemensma uit Landgraaf 10
FIJNE BAND Nadat mijn echtgenoot was overleden vroeg mijn dochter of ik op de kinderen wilde passen wanneer zij en haar man werkten. Nu zijn we 18 jaar verder en kan ik vertellen dat ik nog steeds naar de kleinkinderen ga wanneer zij werken. Mijn dochter heeft inmiddels vier kinderen .De oudsten zijn al zelfstandig, maar de jongsten van 10 en 12 jaar vinden het nog steeds gezellig en fijn als ik er ben. De jongste haal ik op van school en dan drinken we samen iets. Dan gaan we een spelletje doen of knutselen. Toen de kinderen klein waren hebben we heel veel gewandeld, kijken naar de dieren of naar het bos. In het bos zochten we naar spullen waar weer mee geknutseld werd. Bij slecht weer werd er een dansspel opgezet op de televisie en stonden wij samen in de kamer te dansen. Maar ik wil heel graag vertellen dat dit alles van twee kanten werkt: ik reed al om zes uur naar de kleinkinderen. Mijn dochter trok de deur achter zich dicht en wist dat alles gewoon doorging. Ik was alleen omdat mijn echtgenoot overleden was. Ik had dit op mij genomen en heb er altijd van genoten en geniet er nog steeds van. De keerzijde is dat zij mij ook hebben geholpen om het leven op te pakken na het overlijden. Op de kleinkinderen passen is iets heel moois waar je van geniet en een heel fijne band met de kinderen krijgt. Marlene Haan-Ringens uit Landgraaf
OPPASSEN IS GENIETEN Tien jaar geleden werd mijn oudste kleindochter Ayla geboren. Op dat moment kreeg ik de vrijdagen als vaste vrije dag van mijn werk. Ayla kwam elke vrijdag bij mij. Deze dagen waren inspannend maar tegelijkertijd heerlijk ontspannend. Ik kon afschakelen van andere dingen die me normaal bezighielden. Moest creatief zijn om Ayla te vermaken. Ontdekte zelf ook nieuwe dingen in speelgoed, tekenen, de natuur, enz. Op het moment dat Ayla de vrijdagen naar school moest, werden de twee kleindochters Selah en Yael geboren. Ze scheelden maar enkele weken in leeftijd. Dus als een tweeling kwamen zij nu de vrijdagen. Mijn vrouw Janny was nu ook in de gelegenheid om de vrijdagen thuis te zijn. Geweldig waren deze dagen. Van flesjes geven en veel wandelen met de tweelingwagen tot knutselen, de natuur in, dansen, muziek maken en zoveel meer dingen. Inmiddels gaan zij sinds kort ook weer op vrijdag naar school. Gelukkig komen zij na schooltijd weer direct naar ons toe en ontmoeten we ook weer Ayla en de twee grotere kleinzonen Jonathan en Gideon. Dan wordt er in een paar uur tijd alles weer uit de kast gehaald. Gerrit Hulshof uit Brunssum
GROTE OMAHART Naar aanleiding van jullie oproep appt een vriendin me al vroeg in de ochtend met de vraag: ‘echt iets voor jou, je verhaal al klaar?’ Ik maak een verhaal over welke leuke dingen we doen, vakanties, spelletjes, kokkerellen en vertelverhalen. Dat het een bewuste keuze was om bij het gezin van onze dochter op de kleinzoontjes te passen en aangezien we nog jong zijn we dat door hun zeker nog lang hopen te blijven. Het verhaal bevalt me niet en ik schuif het weg. ‘s Avonds belt onze dochter en zegt dat de oudste kleinzoon Dex (9) huilt en niet lekker is. We gaan even langs en terwijl hij op de bank tegen me aankruipt kroel ik door zijn nog natte haren en begint hij te genieten en te lachen. De jongste kleinzoon Ted (7) kruipt op mijn schoot en omdat ik nog een arm en hand vrij heb kan ook hij in de knuffelstand. En dan weet ik het: elk verhaal faalt want dit geluksgevoel is niet te omschrijven, zelfs niet te bevatten en ik bewaar het in mijn grote omahart. Yvonne Pierik-Daniels uit Brunssum
In 1997 sjrieëf ich ’t volgende gedich vuur mien kleindochter, noe mieë es 25 jaor later tèlt ‘tzelfde vuur häör dochter, mien achterkleindochter. Opa bliefs te ’t gans laeve lank.
OPA MIT KINGERWAGE De sjieëm van de blaar lik wie mozaiek op de kap van de kingerwage. Wat mót ich in mien besjtaon nog nao de vloere van Sienna gaon? En ónger jieëkere boum lacht ’t kiendje ’t dinkt zieëker dat de blaedjes vuur ‘m klappe want vier zint die gekke die dat neet sjnappe. Wat mót ich nog wied gaon es ich Botticelli vuur mich in de wage höb ligke. Colla Bemelmans uit Nuth
ONVOORWAARDELIJKE LIEFDE Oppassen op kleinkinderen? Echt niet! Eindelijk vrij en tijd voor mij zelf, dat ging het worden, al die opa’s en oma’s van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat oppassen. Naar Roermond crossen of nog veel verder, nee, echt niet, reken niet op mij. Tja, en toen kwam de eerste, een prachtig manneke vanaf dag een mijn hart gestolen. Jongens, in noodgevallen pas ik wel op, dat leek me te overzien. Als hij ziek is en niet naar opvang mag, kom ik wel. En geweldig dat we op goed tien min van elkaar wonen. Pa en ma uit eten, oma komt wel oppassen. Zo mocht ik ondervinden dat tijd doorbrengen met kleinkinderen heerlijk is. Je mag deel uitmaken van het leven van je kinderen en kleinkinderen, in lief en leed. Het gaat zo vlug, voor je het weet zijn ze groot, dus nu een vaste middag in de week ze van school halen en samen leuke dingen doen. Dat was al met twee schatten, toen met drie, samen bij oma logeren...Een groot feest, voor de kinderen en oma. Of om de beurt, eens extra aandacht bij oma alleen. Dat is genieten, onvoorwaardelijke liefde. Je herkent in hen dingen van hun ouders of van jezelf. Ze leren mij vanalles, zeker van telefoons, tablets en zo meer. En heel onverwacht, nu nummer vier erbij, wat een rijkdom, wat een geluk. Twee kinderen, twee schoonkinderen en vier kleinkinderen. En allemaal gezond....een dankbare oma ,die hoopt nog heel veel jaren te mogen genieten van elkaar. Maria Merken uit Heerlen
(OVERGROOT)OMA WISSELBEKER Het mooiste en dankbaarste is op je kleinkinderen letten. Ik doe het al 25 jaar . Nu nog op eentje maar in totaal op zes kleinkinderen. In begin deed ik het alleen, maar na zes jaar kwam mijn man ook thuis te zitten met de ziekte van Parkinson. Hij vond het ook fijn dat de kleinkinderen kwamen, dat gaf afleiding en je bouwt ook een band met ze op. We gingen in de vakantietijd als de ouders werken moesten met de trein naar pretparken of we gingen naar de speeltuin . Of lekker bij ons thuis spelletjes doen. In de vakantietijd had ik wel eens vijf kleinkinderen tegelijk. Dan deden we ook wel eens zeskamp spelen en diegene die eerste werd kreeg een wisselbeker. Dat was gewoon een mok waarop stond ‘wisselbeker’. Als je hem drie keer won, mocht je hem houden. Ook vond ik het fijn om ze naar school te brengen of de zwemles. Je blijft er vooral jong door en je helpt je eigen kinderen ook. Zij weten dan dat de kinderen veilig bij opa en oma zijn. Het gaf echt heel veel voldoening en nog steeds passen we op de jongste twee keer in de week na schooltijd. Miny Zaad uit Schinveld
Jaren heb ik met heel veel plezier op de kleinkinderen gepast. Toen ze oud genoeg waren bracht ik hen naar school en haalde hen voor de middagpauze op. We aten dan een boterhammetje en liepen daarna samen weer naar school. We deden vaak spelletjes of knutselden samen. Op woensdagmiddagen gingen we naar het bos of wandelen bij de Worm. In vakanties kwamen ze regelmatig logeren. De jongste doet dat nog steeds wel eens. Inmiddels zijn ze 25, 21 en 13 jaar. Ik had de quality time met hen voor geen goud willen missen. Vorig jaar werd ik overgrootoma. De oudste kleinzoon werd vader. Het was geweldig en al helemaal toen hij mij vroeg of ik op zijn kleintje wilde passen, omdat hij zo’n mooie herinneringen aan vroeger had. Ik vond het een hele eer en zei natuurlijk ja. Ik pas één dag in de week op. Sinds de komst van het tweede kleintje doe ik dat samen met mijn dochter. Het is de mooiste dag van de week. Ik ben 75 jaar en hoop dat ik het nog veel jaren kan doen. Ik ben trots op mijn (achter)kleinkinderen en dankbaar voor de fijne band die ik met hen heb. G. Frings uit Eygelshoven
VOOR GEEN GOUD WILLEN MISSEN
JOEP TOEP
Van onze schoondochter en zoon vernamen wij veertien jaar geleden dat er een kleinkind op komst was. Nou, wij waren blij verrast door dit nieuws en gaven dan ook enthousiast aan dat er op onze hulp, indien nodig, gerekend kon worden. Zelf dachten wij al aan oppas oma en opa. Mama en papa in spe stonden hier niet afwijzend tegenover. Met onze kleinzoon hebben wij twaalf jaar lang geweldig mooie oppasdagen beleefd. Wat werden er niet allemaal voor activiteiten ondernomen. Liedjes zingen, knutselen, fietsen, Lego bouwwerkjes maken, voetballen, tafelvoetbal en elektrische treinbaan bouwen. Zeker mag niet vergeten worden de bezoeken aan Gaia Zoo, speeltuin, minigolf en roeivijver. Ook de spannende en avontuurlijke boswandelingen waren een schot in de roos. Zelfs werden er in onze woonkamer carnavalsoptochten gehouden met muziek en strooigoed. Onze kleine man hielp ons om goed actief te blijven en hijzelf leek onvermoeibaar. Ook de verwenlogeerpartijen zijn onvergetelijk. Dit alles hadden wij voor geen goud willen missen. Nu is de tijd gekomen van de middelbare school, helaas voor oma en opa, einde oppastijd. Nu willen wij genieten van hem in de groei naar jongvolwassene. Gelukkige en trotse oma en opa.
Zelf vind ik dat ik best mijn best doe. Roodkapje lees ik voor de zeventiende keer voor. Ik doe alsof ik niet zie dat ze zich onder tafel verstopt. Onder mijn nagels zit bruine klei vanwege de knakworstjes die we maken. In de speeltuin volg ik haar van de schommel naar de wip naar de schommel naar de wip en til op en duw en til op en duw. Bij de kinderboerderij imiteer ik het snuffelen van de konijnen en het balken van de ezels. In de kamer is ze amazone op mijn rug. Of moet ik stil zijn omdat de barbies slapen. Of zeg ik haar dat ze dat puzzelstukje misschien beter kan draaien. Of poets ik haar kontje na de drol die van een volwassene kon zijn. Of kleurt ze als een mini Karel Appel. Of… “Ik heb honger”, zegt Lot. Het is pas kwart over tien. Te vroeg voor de boterham. Niet te vroeg voor mijn telefoon, vindt Lot. Want als ik de boterhammen smeer, mag zij op de telefoon. Vandaar de ‘honger’. Boterham is Joep Toep. Filmpje kijken. Op de hoek van de bank. Kussens in de rug. Driejarige vingertjes behendig over het scherm. Reclame overslaan. Niets mooier dan Joep Toep. Groot geluk. Hoezeer opi ook zijn best doet. Jo Demarteau uit Landgraaf
Mw. M. Sullot uit Kerkrade 11
Ben jij mantelzorger? Wij ondersteunen jou! Zorgen voor je vader, moeder, je kind of die oudere buur. We vinden het allemaal vanzelfsprekend. Zeker als hij of zij ziek is, of het zelf door beperkingen niet meer kan. Ineens ben je die mantelzorger die het allemaal gaat regelen. Het overkomt je. Maar wie kijkt er vervolgens om naar jou? Wie vraagt hoe het met jóu gaat? Gelukkig staan er binnen het Steunpunt voor Mantelzorgers Parkstad professionals voor jou klaar om je te ondersteunen. Tekst Karin Burhenne Beeld Anne Jannes Photography Veel mensen herkennen zichzelf niet in de term mantelzorger, terwijl ze het wel degelijk zijn. ‘Ja, ik zorg voor mijn moeder, maar dat doe ik met alle liefde’ , hoor je dan. Toch heb jij dan ook je eigen zorgen. Die kunnen van praktische aard zijn, zoals: waar kan ik terecht voor hulpmiddelen? Maar ook een luisterend oor is al fijn. Helaas komen de meeste mantelzorgers pas bij ons terecht als ze overbelast zijn. Daarom onze oproep: meld je tijdig. Wij kunnen dan samen kijken hoe we die overbelasting kunnen voorkomen. Als onderdeel van zorgorganisatie MeanderGroep zijn de lijntjes naar hulp heel kort. Rine Palsma (Mantelzorgconsulent): “We wijzen mantelzorgers op de mogelijkheden op het gebied van dagbesteding of het logeerhuis. Anderen zijn er weer bij gebaat als ze hulp krijgen in het huishouden of als ze af en toe ontlast worden door een vrijwilliger van Ruggesteun, dat een onderdeel is van ons steunpunt.” De vrijwilligers van Ruggesteun kunnen jou namelijk als mantelzorger tijdelijk ontlasten, of inspringen als er even geen mantelzorger is. Hierbij kan gedacht worden aan het meegaan naar een ziekenhuisafspraak, begeleiding in de laatste levensfase of voor sociaal contact. Al deze vormen van ondersteuning vinden plaats in de thuissituatie. Naast lichamelijke beperkingen, krijgen veel mantelzorgers ook te maken met de zorg voor iemand die dementie heeft. Marion van Duren: “We bieden bijvoorbeeld ook cursussen aan ‘omgaan met dementie’. Daarnaast werken we met zelfregiegroepen. Lotgenoten vinden hier herkenning bij elkaar en dat geeft veel steun.”
Rine Palsma (l) & Marion van Duren (r)
Dora (l) & Marita (r)
Wij hopen samen jouw draaglast te verminderen en de draagkracht te vergroten!
Bent u mantelzorger? Kijk dan op de website www.mantelzorgparkstad.nl voor meer informatie of bel: 045-211 40 00 (bereikbaarheid ma t/m do van 8.30-16.30 uur, vrijdag van 8.30-12.00 uur).
Wist je dat? Sommige gemeenten een financiële ondersteuning aanbieden in de vorm van een mantelzorgcompliment? Alleen daarom al is het goed te staan ingeschreven!
12
Ruggesteun en het Steunpunt voor Mantelzorgers Parkstad zijn aangesloten bij de landelijke organisaties VPTZ (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland) en MantelzorgNL. Wij maken deel uit van MeanderGroep Zuid-Limburg.
Liever langer thuis met de KBO! Seniorenorganisatie KBO Limburg heeft 28.000 leden, verdeeld over 113 afdelingen, waar omzien naar elkaar het vertrekpunt is. Allemaal senioren die graag zo lang, en zo goed mogelijk thuis willen blijven wonen. Maar vooral ook samen leuke dingen willen doen en plezier hebben. Belangrijke randvoorwaarden om zo goed en liefst ook zo lang mogelijk zelfstandig in het leven te staan. Tekst KBO Limburg Beeld KBO Heerlen Stad, Nico Beckers (Simone Gerono) en Pim Ermers (Geijsteren) Dat weet ook nieuwe KBO-directeur Simone Gerono-van Bun. Onlangs nam ze het stokje over van Hans Hollanders die na ruim 41 jaar gaat genieten van zijn pensioen. Simone gaat met veel energie aan de slag. Ze vertelt graag over haar drijfveren. Dat geldt ook voor de mensen van de KBO-afdelingen Heerlen Stad en Geijsteren.
Nieuwe KBO-directeur Simone Gerono - van Bun Beeld: Nico Beckers
“Aandacht voor wat senioren nodig hebben!”
Simone heeft een duidelijk doel voor ogen als directeur van KBO Limburg: kwaliteit toevoegen aan het leven van senioren. Ook haar uitgangspunten zijn helder: vitaliteit, gezondheid, erbij horen en aandacht voor wat senioren nodig hebben.
Simone Gerono-van Bun Als voormalig adviseur sport, bewegen en gezondheid bij Huis voor de Sport Limburg zette Simone zich al in voor een actieve en gezonde leefstijl voor senioren. Haar kennis, ervaringen en netwerk neemt ze mee naar KBO-Limburg. Als het aan haar ligt blijven senioren zo lang mogelijk zelfstandig functioneren op fysiek en sociaal vlak. “Tot voor kort was bewegen daarbij mijn vertrekpunt, nu is dat vooral het samen doen, het erbij horen. Lid zijn van een (senioren)vereniging biedt zoveel voordelen. Meedoen aan activiteiten, je talenten inzetten en iets voor elkaar betekenen. Kinderen wonen vaak steeds verder weg, daarom zijn sociale contacten in de buurt zo belangrijk. Ook voor de veiligheid in en om huis en in de buurt. Bij de KBO vind je heel eenvoudig, dichtbij huis nieuwe sociale contacten.” Daarnaast moet er aandacht zijn voor wat senioren nodig hebben. “We moeten als senioren laten zien dat we ertoe doen en dat de maatschappij niet om ons heen kan. Van de senioren tussen 65 en 75 jaar is bijna de helft ergens actief als vrijwilliger, ook bij onze 113 lokale KBO-verenigingen. De vrijwilligers zijn het kapitaal van KBO Limburg. Het ondersteunen van de verenigingen en vrijwilligers is dan ook een van mijn speerpunten!” Er is ook minder goed nieuws, zoals het dreigende zorginfarct. “Alleen al daarom moeten we werken aan zo positief gezond mogelijk ouder worden. Dat is niet zo ingewikkeld: genoeg bewegen, vooral spierkrachttraining, gezond eten en actief blijven op een manier die bij je past. Kijken wat er in je omgeving te doen is, nieuwe mensen leren kennen, en je aansluiten bij een KBO-afdeling! Neem vooral ook iemand mee. Geniet samen van wat er allemaal te beleven is, ook bij de KBO!”
Beeld: KBO Heerlen Stad
“KBO staat voor ontmoeting. Wij bieden onze leden een gevarieerd aanbod. We organiseren uitstapjes en bieden hulp bij talrijke onderwerpen. We zorgen voor heel veel mogelijkheden om elkaar te ontmoeten, waarbij we er ook zijn voor elkaar als het nodig is, dat is heel belangrijk.”
Jo Piefer voorzitter KBO Heerlen Stad kondigt Sterrelicht aan.
Aan het woord is Jo Piefer, bevlogen voorzitter van KBO Heerlen Stad. “We bieden ouderen een netwerk waar zij aandacht krijgen maar ook kunnen geven. Beide aspecten zijn een probaat middel tegen eenzaamheid. Met leden die de gezegende leeftijd van negentig jaar bereiken, gaan we samen uit eten en in mei organiseren we een Moederdagontbijt.” Van jongs af aan is Jo Piefer geïnteresseerd in het toneelspel. Hij is oprichter van het Volkstoneel Kerkrade en was daar ook 31 jaar voorzitter van. Alle opgedane ervaring nam hij mee naar KBO Heerlen Stad. Daar richtte hij al snel de toneelclub Senioren voor Senioren op. De repetities zijn in de aula van huize De Berg in Heerlen en zijn openbaar. Zo groeit de repetitie steevast uit tot een gezellige ontmoetingsplek voor veel ouderen.
Sterrelicht
“In Geijsteren doen we alles samen!”
KBO Geijsteren vierde deze zomer haar 60-jarig bestaan op de prachtige binnenplaats van het landgoed Geijsteren. Daar werd de afdeling opgericht door Barones de Weichs de Wenne. Het kleine dorp Geijsteren ligt aan de Maas en telt 410 inwoners, waarvan 120 mensen ouder zijn dan 65 jaar. De KBO-Geijsteren bestaat uit 90 leden, in deze verhouding een indrukwekkend aantal. De verbondenheid tussen de leden is sterk en elkaar helpen als het nodig is, spreekt vanzelf. Dat geldt ook voor het bestuur dat bestaat uit vijf enthousiaste en actieve vrouwen die eigenlijk alles samen doen. Ze organiseren het hele jaar door allerlei activiteiten, veelal in samenspraak met de leden. De vrijwilligers zijn bovendien ook voor anderen in Geijsteren actief!
Groenploeg en groentemarkt
KBO Heerlen Stad
“Toneelclub zorgt voor ontmoeting”
KBO Geijsteren
Een heel bijzondere productie is Sterrelicht een toneelvoorstelling over dementie en eenzaamheid. Jo Piefer zorgde voor de nodige financiën via o.a. het Interreg V-A Euregio Maas-Rijn programma en de gemeente Heerlen, zocht een goede zaal om in te spelen en voegde twee jeugdige spelers aan zijn groep toe. In juni werd het theaterstuk Sterrelicht, een productie van Luc Stevens, twee keer met succes uitgevoerd in het Parkstad Limburg Theater. Inmiddels is de productie op tour door Limburg met o.a. voorstellingen in Venray en Sittard-Geleen. De KBO-afdelingen kunnen de voorstelling nog een heel jaar boeken en zo dementie en eenzaamheid op een positieve manier bij hun leden bespreekbaar maken!
Er is een groenploeg, die grotendeels bestaat uit de heren van de kaartclub van de KBO. Samen onderhouden ze de groenperken in Geijsteren. Van april tot oktober wordt er gesnoeid en geschoffeld. Van de gemeente Venray ontvangt de ploeg daarvoor jaarlijks een bedrag dat gedeeltelijk in de kas van de KBO vloeit. Heel speciaal is ook de groentemarkt. In het laatste weekend van de maand verkopen leden van de afdeling hun eigen, met veel plezier en toewijding, geteelde groenten en verse eieren en soms ook bloemen. Zo levert ook deze KBO een bijdrage aan positief gezond leven. De opbrengst komt ten goede aan ‘hun’ vereniging en het omzien naar elkaar!
Kijk voor een KBO-afdeling in de buurt op:
www.kbolimburg.nl
“Kinderen wonen vaak steeds verder weg, daarom zijn sociale contacten in de buurt zo belangrijk” Simone Gerono-van Bun, directeur KBO Limburg.
13
Feiten over slaap
3 fabeltjes over slaap We hebben elke nacht acht uur slaap nodig om uit te rusten
Enkele slaapfeiten op een rij: Onze biologische klok regelt de timing van de slaap
Ons dag- en nachtritme wordt aangestuurd vanuit de hersenen. Dat gaat automatisch. Verstoor je dat ritme doordat je bijvoorbeeld in ploegendiensten werkt of door tijdzones heen vliegt, dan raakt die klok ontregeld. Dat kan op den duur tot slaapproblemen leiden. Daarom is het ’t beste je bedtijden niet meer dan anderhalf uur te verschuiven.
Een etmaal zou eigenlijk meer dan 24 uur moeten hebben
De biologische klok heeft van nature een omwenteltijd van iets meer dan 24 uur in plaats van de afgesproken 24 uur. Dat blijkt uit een onderzoek waarin mensen in een bunker zonder licht helemaal zelf mochten bepalen wanneer het dag of nacht was. Onze biologische klok heeft dus net iets meer tijd nodig om de ronde te maken en moet zich daardoor elke dag een beetje resetten. Bij de ene persoon doet de klok dat makkelijker dan bij de andere.
Hoe ouder, hoe meer verbrokkeld de slaap Oudere mensen slapen lichter en vaker in brokjes in plaats van langere tijd achter elkaar. Dat heeft te maken met de normale fysiologische veroudering (zoals mensen grijs worden en rimpels krijgen, veroudert het slaapsysteem ook). Ook spelen hormonale veranderingen, lichamelijke ongemakken, en vaak minder beweging overdag een rol. En omdat de senioren in de nacht wat vaker wakker liggen, kunnen ze overdag af en toe wel eens indutten.
Van te lang slapen word je moe wakker
In het laatste stuk van de nacht overheerst de droomslaap. Die vergt veel energie. Als je te lang slaapt, verbruik je in die laatste uren weer alle energie die je in het eerste gedeelte van de nacht – tijdens de diepe slaap – hebt opgedaan. Daardoor word je vaak moe wakker.
Slapen is werken
Je slaapt in fases die elk zo’n anderhalf uur duren. Samen vormen die fases een cyclus die zich een paar keer per nacht herhaalt. Je gaat van lichte naar diepe slaap, en daarna naar droomslaap. Deze volgorde wisselt telkens af, met in de eerste vijf uur van de nacht de meest diepe slaap en in de tweede helft de meest lichte en droomslaap. Ondertussen is je brein hard bezig om te herstellen, afvalstoffen af te voeren, het lijf weer van energie te voorzien en op te slaan wat je overdag hebt meegemaakt.
Tips voor een gezonde nachtrust Een kwart van de Nederlanders slaapt slecht. Te lang zonder slaap belast je immuunsysteem en je hersenen, en daardoor ga je slechter functioneren. Iedereen die een nacht niet heeft geslapen kan dit beamen. Wat je doet voor je gaat slapen, in welke omgeving en bij welke temperatuur, is allemaal van invloed op het wel of niet rustig inslapen. Zo slaap je lekker:
Tip 1. Slaap niet meer dan nodig is: te lang slapen leidt tot slecht slapen.
Tip 2.
Zorg voor regelmaat in opstaan en naar bed gaan.
Tip 3. Dagelijkse beweging in de
ochtend en vroege middag (niet te laat!) verbetert de slaap.
Tip 4.
Zorg dat de slaapkamer niet te koud en niet te warm is.
Mensen hebben gemiddeld tussen de zes en negen uur slaap nodig. De slaapbehoefte verschilt per leeftijd, maar ook per individu. Zelfs als het om grootpresteerders gaat, kunnen de verschillen groot zijn: Napoleon kon met vier uur toe, Einstein had behoefte aan meer dan tien uur slaap.
Wie ‘s nachts telkens wakker wordt, heeft last van een slaapstoornis
Het tegendeel is waar: een paar keer wakker worden en weer inslapen, hoort bij een gewone nacht slaap.
Vrouwen hebben veel vaker slaapstoornissen dan mannen
Dit is feitelijk onjuist. Vrouwen praten er alleen vaker en makkelijker over. Wel hebben vrouwen twee keer zo vaak stemmingsstoornissen dan mannen en daar komen vaak slaapklachten bij kijken.
Tip 5. Ga naar bed zonder honger, maar niet met een veel te volle maag.
Tip 6. Drink niet teveel voor het slapen,
dan moet je eruit om te plassen.
Tip 7.
Geen opwekkende stoffen voor het slapen. Dus geen koffie, thee, cola en sigaretten. Met alcohol slaap je misschien lekker in, maar in de tweede helft van de nacht krijg je juist slaapstoornissen;
Tip 8.
Mijd tot ongeveer één uur voor het slapen gaan alle apparaten met een scherm, waaronder mobiel, laptop en tv. Op die manier help je je biologische klok om je melatonine-levels op de juiste momenten op peil te houden. Zo kun je het risico op een verstoord slaappatroon aanzienlijk verkleinen.
Tip 9.
Kun je toch niet in slaap komen? Stap het bed uit en ga even heel wat anders doen. Wel iets rustigs. En ook niet een veel te spannende film kijken. BRON: MUMC GEZOND IDEE
14
Bert, Wilma en Michael Roumans bij de omgebouwde garage.
Garage voelt als warm thuis Eigenlijk zijn Bert en Wilma het zelf een beetje schuld. Doordat zij anderen altijd hebben geholpen, helpt hun zoon Michael hen nu. Bert en Wilma Roumans wonen sinds vier jaar in de omgebouwde garage achter het huis van hun zoon in Genhout. Daarvoor woonden ze veertig jaar in Elsloo. Tekst Judith Houben Beeld Moniek Wegdam Wilma Roumans (65) zit lachend aan tafel. Verderop in de kamer pompt een zuurstofapparaat verse zuurstof door een slangetje naar haar neus. Ze heeft het naar haar zin in Genhout. “Ik heb er geen seconde spijt van dat we nu bij onze zoon wonen. De buren zijn superaardig en komen altijd even een praatje maken.” Bert (71) knikt: “En er is elk weekend wel iets te beleven in het dorp. Dat was in Elsloo niet zo.” Tijdens hun eerste anderhalve jaar in Genhout sliepen Wilma en Bert bij Michael (44) in huis. Zo konden vader en zoon intussen de garage in de tuin ombouwen tot mantelzorgwoning.
zelfstandig woont. Daarom kon de gemeente toch toestemming geven voor een mantelzorgwoning. “Echt geweldig zoals ze ons hierbij hebben geholpen”, vindt Bert. Maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld de scootmobiel die Wilma in maart had aangevraagd: “Eind april stond hij al voor de deur. Zo fijn. Deze gemeente denkt echt met je mee.”
Al even tevreden zijn ze over de hulp van het Steunpunt Mantelzorg Westelijke Mijnstreek en het bijbehorende Knooppunt Informele Zorg. Bert staat bij beide instanties ingeschreven als eerste Het begon allemaal in mantelzorger voor Wilma 2018. Michael vroeg of en Michael als tweede. het niet makkelijker zou Maar wat als zij op enig zijn als zijn ouders bij moment alle twee niet voor hem kwamen wonen. haar kunnen zorgen? “Stel Michael: “Ik werk in de dat Bert zijn been breekt Michael Roumans bouw en reed elke dag na en dat Michael vanwege het werk naar Elsloo om zijn werk niet naar de te kijken hoe het met mijn moeder ging. Ze heeft winkel of apotheek kan gaan. Dan hoeven ze ons een longziekte (COPD, red.), borderline en ze heeft maar te bellen en springt een van de vrijwilligers een hartinfarct gehad.” Als hij in Elsloo was, at uit ons grote netwerk bij. Tenzij ze voor langere Michael altijd een hapje mee. “Maar zodra ik weer tijd hulp nodig hebben, dan kijken we met onze naar huis reed, voelde het soms alsof ik nog bij zorgpartners wat nodig is”, zegt Kizzy Rouwet mijn ouders nodig was.” Vandaar zijn voorstel. van het knooppunt. Dit is tot nu toe nog niet nodig Wilma twijfelde eerst over het verhuisplan. “Nu geweest. Bert en Michael kunnen het samen prima is Michael vrijgezel, maar wat als hij iemand aan. Ook Michaels’ zus, Joyce (42) was betrokken ontmoet.” Daarom hebben de drie goede afspraken bij de invulling van de mantelzorg en zij helpt mee gemaakt over ieders privacy. In de voormalige door de woning van haar ouders te poetsen. garage is alles aanwezig: keuken, badkamer, woonDat Michael zijn ouders onderdak geeft, heeft en slaapkamer. hij van geen vreemde. Vader Bert is in zijn jonge jaren ooit uit huis gezet door de oma van Michael Het viel nog niet mee om de garage tot woning en Joyce. “Ze had dat gedaan nadat ik ontslag te verbouwen vanwege het bestemmingsplan. had gekregen bij mijn eerste baantje. Mijn broers Tegelijk wil Den Haag dat iedereen langer wilden wel voor de kost zorgen, maar niet voor
mij nu ik ontslagen was.” Die winter bivakkeerde Bert maandenlang in het onverwarmde hok van zijn duiven. Zonder schone kleding of stromend water. Bij een tante kon hij eten en zich af en toe wassen. Uiteindelijk liet zijn moeder hem weer binnen en toen Bert Wilma leerde kennen, bood hij haar onderdak aan. Wilma heeft geen makkelijke jeugd gehad en Bert wist hoe het was om dakloos te zijn. Datzelfde liefdevolle begrip, die drang om Wilma een fijn thuis
“Mijn ouders hebben toch ook altijd voor mij gezorgd”
te bieden, ziet Bert nu terug bij zijn zoon. Michael haalt zijn schouders op: “Ik weet niet precies waarom ik zo ben. Mensen vragen regelmatig of ik er geen spijt van heb dat mijn ouders nu hier wonen. Ik begrijp dat niet goed. Mijn ouders hebben toch ook altijd voor mij gezorgd.” Dus wat dat betreft zijn Bert en Wilma het zelf schuld. Ze hebben Michael geleerd dat het niet meer dan normaal is om anderen te helpen. “Doordat mijn moeder borderline heeft, hielp ik als kind ook al veel mee in het huishouden. Misschien komt het ook doordat ik de oudste ben en het een beetje in mijn karakter zit.” De drie eten nog steeds elke avond samen. Vader en zoon vinden het heerlijk om grapjes te maken tijdens de afwas of te kletsen over hun gezamenlijke passie voor duiven. En als Wilma even alleen thuis is, houdt hond Elmo als trouwe derde mantelzorger de wacht. 15