3 minute read

“Geloof me: Sjeng blijft nog heel lang ‘aon de geng’!”

Zijn nieuwste hit ‘Iech goon nog neet nao hoes’ wordt massaal meegezongen door de Limburgse jeugd. Onlangs ontving hij de Gouden Narrenkap, de hoogste onderscheiding voor een artiest, uit handen van de Samenwerkende Limburgse Vastelaovesverenigingen. L1 maakt een lange documentaire over hem en binnenkort gaat een grote wens van hem in vervulling. Frans Theunisz is ‘hot’!

Frans Theunisz, nog altijd landelijk bekend van ‘Sjeng aon de geng’, wordt binnenkort 77. Dat viert hij met een groot concert samen met die andere grote Maastrichtse vedette: Beppie Kraft. “Zij wordt ook 77. We waren buurkinderen in de Maastrichtse binnenstad. Op zaterdag 3 juni staan we samen in Fun Valley in Eijsden. Andere Limburgse artiesten zijn er ook en zullen bekende nummers van ons op hun wijzen vertolken.”

Hij is trots op zijn huidige populariteit bij de jeugd. “Ik ben een artiest die voor iedereen wat over heeft. Ik sta niet boven de mensen, maar ertussen, De jeugd heeft mij in de armen gesloten. Ze amuseren zich. Ik ben daar trots op. Er zijn volgens mij minder vechtpartijen onder jongeren dan vroeger. Zeker hier in Limburg is de tolerantie groter. Dat is veel waard. Ach, wat is ’t leve sjoen!”

Sjeng aon de geng

Het is alweer 28 jaar geleden dat het lokale carnavalssucces ‘Sjeng aon de Geng’ uitgroeide tot een nationale zomerhit. Een jeugddroom kwam uit, op 49-jarige leeftijd behaalde

Frans met zijn Nachraove de vijfde plaats op de nationale hitparade, nog altijd een ongeëvenaard record voor een lied in een Limburgs dialect. Misschien had Frans liever als popartiest succes gehad, de Maastrichtse Sjeng was echter net zo welkom.

Begonnen als kind in de drumband van harmonie De Gele Rijders werd Frans Theunisz slagwerker bij de popgroepen Opus en The Sharons. Hij maakte platen, trad nog op op de voorganger van Pinkpop, maar de hits bleven uit. Na vijf jaar als beroepsartiest zocht hij toch maar een baan. Bij Cox-Geelen werkte hij 37 jaar onder een baas die flexibel kon omgaan met het artiestenbestaan van Frans.

“Natuurlijk, na Sjeng had ik gemakkelijk beroeps kunnen worden. Maar dat vond ik niet ideaal. Een vaste baan bood me houvast. Dat was veiliger. Ik had van de muziek kunnen leven, maar kon nu af en toe afschakelen. Je draait wat gemakkelijker de knop om.”

Gele Rijders

Frans is een verenigingsmens. “Ik ben nog vele jaren tamboer-maitre geweest van De Gele Rijders, liep acht keer met mijn stok voorop in de optocht op Rosenmontag in Keulen. Dat was fascinerend.” Op achtjarige leeftijd verdeelde hij zijn tijd tussen voetballen en trommelen. “Eigenlijk wilde ik beroeps-voetballer worden. Ik bracht het tot het tweede elftal van MVV, maar koos 21 jaar oud voor de muziek.”

De overstap van pop- naar dialectmuziek maakte Frans in De Sträötzengers, samen met onder andere Raymonde Quaedflieg van Fietsefreem en De Bananenboxer. Toen het aantal optredens minder werd, legde Frans met een aantal vrienden het clublied van de nu niet meer bestaande eredivisie-volleybalclub Sutherland op de plaat. Erg veel indruk moet de hymne van de VV Sutherland niet hebben gemaakt, want nauwelijks iemand kan zich de titel van het lied herinneren. Wel van de achterkant van de vinyl-single: op de melodie van ‘Specie Tresie’ schreef Frans de woorden ‘Sjoggel sjoggel’, de eerste uitnodiging tot meedeinen.

Wachten op het moment dat een Belgische vinylperserij de 500 plaatjes zou afleveren kon de op dat moment nog naamloze formatie niet. Er werd al opgetreden, de eerste try-out was in Kanne. Na afloop verdrongen carnavalsverenigingen en andere feestorganisatoren zich rondom Frans om het ensemble vast te leggen.

Agenda’s werden volgeschreven, maar welke naam moesten de organisatoren noteren? Daar wilde Frans nog even over brainstormen. “Godmil.... We zijn als het zo doorgaat elke nacht op touw. We konden wel nachtraven zijn” , mompelde een van de leden bij het inzien van Frans' agenda. Dat was het dus: ‘De Nachraove’. Er werd een verzameling Maastrichts repertoire ingestudeerd en ‘De Nachraove’ togen op pad.

Solo

Tot de landelijke doorbraak kwam. Frans: “Iedereen had een baan, ik was de enige die zich flexibel vrij kon maken voor tv-optredens. Dus trad ik op met een showballet uit het noorden van ons land. De volgende platen verschenen dan ook als ‘Frans Theunisz & de Nachraove’ en ‘Nachraof Frans Theunisz’. In 1997 werd de landelijke hitparade voor het laatst aangestipt.

Frans is thuis in Nederlands- en Belgisch-Limburg. Meer hoeft voor hem niet. “Ik neem drie liedjes op per jaar. Dat is nodig om in de running te blijven. Platen worden er niet meer geperst, je kunt de liedjes streamen. De opnames, ook van de videoclips, betaal ik zelf. Er komen veel reacties, vooral op Facebook, van locaties waar mensen los gaan op mijn repertoire, zelfs in het buitenland. Ik zing ook wel met anderen, op hun verzoek. Geloof me, ik heb een mooi leven, toch wel mede dankzij ‘Sjeng aon de geng’. En die blijft nog heel lang aan de gang!”

This article is from: