3 minute read

Uit een oude doos

Je gaat opruimen en in een oude doos vind je mooie foto’s van docenten aan het werk met cursisten. Maar wie zijn het en wat was hun werk?

Guus Huysman tijdens een van zijn lessen.

Guus Huysman uit Limbricht, zat zelf op de ambachtsschool. Hij ontwikkelde zich later tot leraar op de L.T.S. en later de M.T.S. ’s Avonds gaf hij les aan Marokkaanse gastarbeiders.

Zijn moeder was in Eckelrade geboren dus kwam Guus daar graag. Tijdens een feestje in Diligentia kwam Guus in contact met een vrijwilliger van WereldWijd. Hij ging er naartoe en bleef er hangen. Het fijnste vond hij dat hij zijn vakkennis nog kon overdragen. Het was echt een leraar. Een hele sociale man dus ging hij ook graag met jongeren om. Hij had in zijn eigen leven ook van alles meegemaakt en was dus ook erg betrokken bij de deelnemers die het minder getroffen hadden. Hij vond de cursisten erg gemotiveerd en prettig in de omgang. Voor Guus was motivatie van de cursisten het belangrijkste: “Zonder motivatie kom je nergens”. Voor de cursisten was het moeilijk om bepaalde vragen in het Nederlands te begrijpen. Dat kon hij met behulp van formules of figuren uitleggen. Aan het eind van de cursus kwam er wat meer contact. Maar het praten over persoonlijke problemen met de cursisten was moeilijk. Hij hield rekening in de cursus met cursisten die het moeilijk hadden. Hij merkte dat vaak aan hun geslotenheid.

Zijn motivatie was dus vooral het zelf graag les geven. Hij gaf elektrisch lassen en lastheorie. Daar was WereldWijd al mee bezig, maar Guus heeft het verder mee ontwikkeld. Hij maakte er zijn eigen programmaatje van, deed het op zijn manier. Wat hij goed deed was proberen er ook theorie bij te geven bv. over Veiligheid. Zonder dat het hoogdravend werd, heel basaal. Als een deelnemer de cursus haalde dan had hij Lasniveau 1, de Basiscursus Lassen. Dan kon hij huis-tuin- en keuken constructies aan elkaar lassen bv. een hekwerk.

Voor de betere deelnemers, de handige was dat zeker een opstap naar de arbeidsmarkt, maar er waren er ook die weinig technisch achtergrond hadden. Voor hen was de cursus meer een vorm van activering, om tenminste iets te leren. WereldWijd heeft zijn opleidingen nooit gepresenteerd als beroepsmatig. Het was meer activering, zingeving, uit het opvangcentrum weg en contact leggen met elkaar. Het sociale gebeuren was zeker zo belangrijk als het vaktechnische. Maar er zijn zeker cursisten geweest die een baan kregen, ook omdat ze bij WereldWijd de taal goed geleerd hadden en daarnaast hun technische kwaliteiten hadden opgekrikt. De cursussen waren altijd individueel maatwerk. In iedere groep van 6 of 7 man zaten altijd mensen van heel verschillend niveau. Dat was heel lastig voor een docent vandaar dat het kleine groepen waren. Het was heel individueel kijken wat men een deelnemer kon leren en hoever men hem kon brengen. Daar was Guus heel goed in.

Hij deed ook aan andere activiteiten mee bv. in de constructie of bij bankwerken en tekeningen lezen. Vooral als het nodig was omdat een andere docent verhinderd was. Guus was een heel aardige man, hij werd nooit kwaad. Hij werd dan ook echt gewaardeerd door de cursisten maar ook door zijn collega’s. Guus had veel geduld en was bereid in te springen waar nodig. Voor WereldWijd werd Guus onmisbaar, je kon op hem bouwen. Hij kwam zijn afspraken altijd na. Een goed docent, altijd rustig, ook naar de cursisten. Hij ging nooit jagen. Hij was ook geen hoog draver. Zo van: “We moeten dat en dat bereiken !”. Hij was meer van: “We doen wat we kunnen met ze”. Hij deed zijn ding en dat deed hij prima.

“De cursisten doen mij een plezier, in plaats dat ik hun een plezier doe”. Chrit Leenders •

This article is from: