3 minute read

Stellige stelling

Next Article
Jong Maastricht

Jong Maastricht

Stellige stelling:

‘Toekomstbestendigheid moet prioriteit nummer één zijn, maar we doen er nog te weinig aan’

Toekomstbestendigheid staat hoog op de agenda. Niet voor niets, want met een zonnige toekomst moeten we actief bezig zijn. Maar doen we dat eigenlijk wel genoeg? We leggen het voor aan drie afdelingen door het land.

Evert Jan Wijers

Regiovoorzitter Zuid-West Brabant, ad-interim voorzitter regio Roosendaal

“Sterker nog: als we er nu geen serieus werk van maken, kunnen we over vijf jaar het licht uitdraaien. Althans, dat is hoe confronterend ik de stelling formuleerde toen ik hem enkele maanden geleden voorlegde tijdens de regiovergadering. Nogal zwart-wit, maar met het bewuste doel een schokeffect teweeg te brengen. In mijn presentatie aan alle afdelingen uit de regio onderbouwde ik het met cijfers: de gemiddelde leeftijd van onze deelnemers is 86,6 jaar, de gemiddelde leeftijd van onze vrijwilligers en bestuurders 67, en het aantal openstaande vacatures op afdelingsniveau 30. Ietwat grove getallen, maar ze zeggen genoeg.”

“De reacties vanuit de afdelingen waren gemengd. Een deel is blij dat we het er eindelijk eens serieus over hebben. Een ander deel is wat afwachtend en benieuwd wat het voor hun afdeling gaat betekenen. En je hebt de afdelingen die het prima op orde hebben en geen reden zien om actie te ondernemen. Om continuïteit te realiseren, moeten we met de hele regio in beweging komen: meer regionale zichtbaarheid creëren, vrijwilligers en bestuurders werven, kennis in de regio mobiliseren en zorgen dat we onze vrijwilligers voor de afdelingen behouden. Want de uitstroom van vrijwilligers is ook een stevig aandachtspunt. Alles om te voorkomen dat onze deelnemers in de kou komen te staan. Ik denk dat we nog doelmatiger moeten sturen op toekomstbestendigheid en die dus vooral meer meetbaar moeten maken. Alleen dan krijg je goed zicht op of we op de goede weg zijn of dat er bijgestuurd moet worden.”

Ria Vilier

Afdelingsvoorzitter Erp-Keldonk-Boerdonk

“Binnen onze afdeling was het nooit aan de orde. We hadden altijd vrijwilligers genoeg. Als een vrijwilliger stopt, ga ik persoonlijk langs om een bloemetje te overhandigen. Dat heb ik de laatste tijd stiekem wel erg vaak gedaan, nu ik er zo op terugkijk. Onze grootste bedreiging is de vergrijzing van onze vrijwilligers. Als een vrijwilliger na tientallen jaren trouwe dienst stopt, geeft dat niks. Zij hebben hun dienst bewezen. Maar dan moeten er wel andere, jongere vrijwilligers opstaan. Die jongeren erbij betrekken - en dan heb ik het over vijftigers - dat is het moeilijkste.”

“Ik kom zelf uit Boerdonk, het kleinste plaatsje van onze afdeling. In het dorp zie ik wel mensen waarvan ik denk: dat zou een goede zijn voor de Zonnebloem. Maar die werken dan al in het verzorgingshuis of ze passen op de kleinkinderen. Misschien moeten we ze toch actiever gaan aanspreken. Nieuwe vrijwilligers werven gaat bij ons meestal mond-tot-mond. Momenteel is de balans met 33 vrijwilligers en 63 deelnemers nog goed. Ook het bestuur is voldoende toekomstbestendig. Maar toch moeten we het thema nadrukkelijker op de agenda gaan zetten, binnen onze afdeling en tijdens de regiovergaderingen. Zodat we straks niet te laat zijn.”

Mireille Balster

Bestuurder afdeling Kampen

“Plaatselijk zijn we er heel bewust mee bezig. Toekomstbestendigheid maakt een belangrijk onderdeel uit van ons jaarplan, we werken aan onze naamsbekendheid, werven nieuwe vrijwilligers, vullen ons deelnemersbestand aan en organiseren bewust ook andersoortige, kleinschalige activiteiten. Als ik dan uitzoom, vind ik dat de Zonnebloem landelijk wel wat meer aandacht op de plaatselijke kracht mag leggen, in tv- en radiocommercials. Als we ons nu in Kampen en omgeving willen tonen, moeten we het nationaal bureau betalen voor promotiematerialen. Dat gaat dan weer van ons afdelingsbudget af, wat het gecompliceerder maakt om actief aan onze toekomstbestendigheid te werken.”

“Zelf ben ik ook druk met onze jongerenafdeling. Dat is een prachtig voorbeeld van toekomstbestendigheid. De Zonnebloem heeft nog steeds het imago van ‘het schip’ en ‘iets voor oude mensen’. Natuurlijk zijn wij er ook voor die mensen, maar we zijn er voor iedere volwassen Nederlander met een lichamelijke beperking. Dát aan de wereld laten zien, dat is belangrijk. Zelf ben ik 44 jaar en haal ik de gemiddelde leeftijd op onze afdeling redelijk omlaag. Als ik met generatiegenoten spreek, vinden ze het knap wat ik doe, maar zeggen ze daar zelf geen tijd voor te hebben naast hun drukke baan en gezin. Gelukkig hebben we met de Facebookactie weer een hoop nieuwe, ook jongere mensen weten te werven!”

This article is from: