7 minute read

Paco Raphael

Next Article
De kast van

De kast van

PACO

RAPHAEL

Advertisement

“Ik ben een echte stadsjongen, dus dat rauwe urban gevoel komt eigenlijk overal in terug.”

Voor het eerst in de geschiedenis van magazine ZOZ – Zie Oud Zuid geen bekende Nederlander maar een kunstwerk op de cover! Met Amsterdam-Zuid als canvas heeft kunstenaar Paco Raphael zijn kenmerkende stijl van fotografie, gelaagdheid en nabewerking erop losgelaten. Met als resultaat een uniek werk waar je naar wilt blijven kijken.

We spreken de man van de urban vibes op één van de hoogste torens van Amsterdam-Zuid: nhow Amsterdam RAI. Terwijl Amsterdam-Zuid letterlijk aan onze voeten ligt, vertelt Paco hoe hij zijn weg tot kunstenaar heeft afgelegd, wat hem inspireert en hoe hij deze cover heeft gecreëerd.

Zat het creatieve er altijd al in bij jou? “Ik heb als kind altijd geëxperimenteerd met spuitbussen en pennen. Ik heb veel getekend en mijn vader is van origine grafisch vormgever. Hij heeft ervoor gekozen om niks met zijn opleiding te doen en zijn hele leven als ambtenaar te slijten omdat hij op jonge leeftijd kinderen kreeg. Maar ik dacht: dat ga ik niet doen, ik ga mijn passie volgen! Het creatieve zat er altijd al wel in, alleen heb ik niet het reguliere pad gevolgd. Ik had een wilde kant en werd van veel scholen getrapt. Ik was een beetje rebels. Een vriend van mij kwam uit het leger en zei: ‘We moeten nu toch echt wat gaan doen, Paco.’ Ik was toen tweeëntwintig en werkte in de horeca. Ik heb vervolgens de havo in één jaar afgemaakt zodat we een basis hadden. Toen zijn we HBO gaan doen. IT was toentertijd in opmars en het was een brede opleiding. Uiteindelijk kwam de vormgeving toch naar boven doordat ik dit bij veel projecten voor mijn rekening nam, dat vond ik supertof! Achteraf was ik liever direct naar de kunstacademie of iets in die richting gegaan, maar nu ben ik met een omweg toch op mijn plek beland. Soms moet je ook niet te vroeg pieken en komt het wel op zijn pootjes terecht. Bij mij duurde het iets langer, maar dat is niet erg want ik doe nu wel wat ik echt leuk vind.”

Van designer naar kunstenaar is ook weer een stap, hoe is dat gegaan? “Ik ging als vormgever van MTV naar een reclamebureau. Dat was allemaal online, dus alles wat er gebeurde was tijdelijk. Dat deed mij wel een beetje pijn, want dan had je zeven weken aan een project gewerkt en dan was de campagne klaar en was alles weer weg. Ik wilde iets blijvends maken. Dat zat altijd in mijn achterhoofd en daarnaast wilde ik weer voor mijzelf werken. Zo gezegd, zo gedaan en in de tussentijd illustreerde ik veel met foto’s. Dat vonden mensen heel vet en het werd weleens opgepikt door internationale magazines. Een galerie vroeg mij op

“Ik zie het als een soort blender waar ik allerlei ingrediënten in gooi, en dan komt er een lekkere shake uit.”

een gegeven moment of ik samen met hen wilde proberen om er een schilderij van te maken en het tentoon te stellen op de Affordable Art Fair in 2008. Tijdens die beurs was driekwart van de kunstwerken verkocht, dat was heel tof! Het is heel gaaf dat jouw werk bij mensen thuis hangt. En het was een vrij nieuwe techniek die ik gebruikte. Zo is het balletje gaan rollen.”

Hoe zou je jouw stijl omschrijven? “Ik werk met thema’s: urban, een vleugje erotiek, typografie en popart. Die kernwoorden zitten er altijd wel een beetje in verweven. Ik zie het als een soort blender waar ik allerlei ingrediënten in gooi, en dan komt er een lekkere shake uit. Ik heb natuurlijk een achtergrond als grafisch vormgever, dus er komen ook vaak grafische elementen in terug. Ik fotografeer, maak er collages van, laat het hoogwaardig printen en bewerk het met de hand na voor meer dynamiek. In tien jaar tijd heeft het zich steeds verder ontwikkeld, ik ben er steeds dieper op ingegaan. Eerder werkte ik bijvoorbeeld met collages van vijftig foto’s en nu weleens met tweehonderd foto’s.”

Waar komt jouw handelsmerk in terug? “Ik ben een echte stadsjongen, dus urban, dat rauwe stadsgevoel, komt eigenlijk overal in terug. Ik heb vroeger veel geskateboard, deed aan graffiti, werd getrokken door hiphop- en rapinvloeden, heb nog even geDJd en was fietskoerier voor een tijdje. Die straatculturen zitten in mij verweven. Dat in combinatie met mijn grafische achtergrond maakt mijn werk heel eigen. Overal zit wel iets persoonlijks in, het is een soort uitlaatklep. Ik ben van nature vrij rustig, maar mijn werk moet mij vertalen naar de buitenwereld. Het is heel persoonlijk. Ik heb dan ook liever dat een

select groepje uit zijn dak gaat over mijn werk, dan dat iedereen denkt: het is wel oké. Ik ga niet voor het midden. Of je vindt het gaaf of je vindt het niks.”

Je hebt natuurlijk ook onze cover gemaakt! Hoe ziet zo’n proces eruit? “Het begint met het maken van de foto’s. Ik ga met de camera op pad en eigenlijk ga je op zoek naar één goede basisfoto. Voor het hoofdbeeld heb je een beeld nodig waar je zelf achterstaat en die je stijl bekrachtigd. Als kunstenaar hou ik van hoogbouw en gelaagdheid. In dat opzicht werkt Zuid goed, omdat er verschillende wijken zijn met veel dynamiek. Naast het fotograferen, ga ik ook altijd op zoek naar elementen van het stadsdeel. Naambordjes, mensen, winkels… Die details zijn ontzettend belangrijk, omdat het nog meer dynamiek genereert. Dat zit ‘m ook in de nabewerking, dat maakt het weer een stukje analoger. Als ik een schilderij heb verkocht en het bij de mensen thuis hangt, krijg ik vaak mailtjes waarin staat dat ze weer een nieuw detail hebben gespot! Je wil eigenlijk dat mensen de hele tijd weer wat nieuws in mijn kunstwerk zien.”

Wat staat er nog op je wishlist? “Ik wil elke keer weer iets nieuws maken en mezelf heruitvinden. In december stond ik met een aantal werken op de kunstbeurs Art Miami en daar worden kunstwerken tentoongesteld die heel groots, interessant en vernieuwend zijn. Daar is wel tijd voor nodig om te maken, dat is een lang proces. Daarin zou ik nog stappen kunnen maken, om bijvoorbeeld hele speciale grote objecten of metershoge sculpturen te maken. Ik zou ook wel meer in het buitenland willen doen. De wereld is te groot om alleen in Nederland te blijven!”

Ode aan Zuid

Sebastiaan Capel – voormalig stadsdeelvoorzitter én trots bewoner van Amsterdam-Zuid – kent ons stadsdeel op zijn duimpje. Hij neemt ons in zijn maandelijkse column op ZUID.nl mee naar de plekken waar hij enthousiast van wordt.

Zuid heeft zo ongelooflijk veel mooie plekken, je zou er bijna keuzestress van krijgen. Vaak gaat de aandacht dan direct naar de parels in de buurten van ons mooie stadsdeel. Het Concertgebouw, Olympisch Stadion, Vondelpark, de Albert Cuyp, het Museumplein. En al die mooie musea, de winkelstraten in allerlei soorten en maten, architectuur van de Amsterdamse School in Rivierenbuurt en Diamantbuurt tot de statige panden in het Museumkwartier en de moderne architectuur van de Zuidas. Om er zo maar een paar te noemen.

Ik kom soms ogen tekort als ik door de buurten van Zuid wandel of fiets. Ik fiets meestal heel langzaam en probeer niet altijd maar dezelfde routes te nemen. In de tram vind ik het heerlijk om uit het raam te turen en laat ik mijn mobiel bewust met rust. Er is zoveel te zien, als je maar kijkt! Daarom mijn oproep in deze columns om vooral om je heen te kijken. Ik voorspel je dat je altijd wel iets nieuws of verrassends ziet. Of hou het toch bij de bekende parels van Zuid, want die blijven natuurlijk prachtig. Maar ook bij die parels kan je altijd iets nieuws zien. Zoals de gouden lier bovenop het Concertgebouw, die begint te schitteren in de zon. Of het plateau in het Vondelpark, met het kortste gedicht dat ik ken: ‘U, nu!’ van Joost van den Vondel. Ga op zoek naar de mooiste gevelsteen of kijk naar de vele beelden van Hildo Krop op de bruggen van de Rivierenbuurt. En let bij het slenteren op de Albert Cuyp op de verlichte boog aan de van Woustraat met afdrukken van alles wat er te koop is op de markt.

En dan komen er ook steeds nieuwe parels bij. Zoals de woontoren Quartz in Buitenveldert, de gerenoveerde Citroën garages bij het Stadionplein, The Valley op de Zuidas, het verbouwde Asscher complex in De Pijp, het nieuwe onderkomen van het Concertgebouworkest in de Gabriël Metsustraat, de beeldentuin op het Emmaplein, de tot school verbouwde gevangenis bij het Haarlemmermeerplantsoen en nog zoveel meer.

Alleen het schrijven erover zorgt al voor de eerdergenoemde keuzestress! En lukt het niet om al het moois van Zuid, groot en klein, zelf te bekijken, lees dan gewoon dit buurtmagazine ZOZ – Zie Oud Zuid. Een maandelijkse ode aan Amsterdam-Zuid in al haar diversiteit, al 150 edities lang!

Sebastiaan Capel

This article is from: