8 minute read

FEUILLETON

f e u i l l e t o n

Met bijdragen van Sarah Neutkens, Rob Schoonen en Wido Smeets

Advertisement

Bezoekers in het nieuwe Evoluon in Eindhoven

De toekomst van gisteren

In Eindhoven en omstreken klonk 25 september gejuich; op die dag ging eindelijk het geliefde Evoluon weer open. Dat gejuich heeft met sentiment van doen, want de Eindhovenaren – vooral zij die een binding hebben of hadden met Philips, en dat zijn er véél – zijn openlijk verliefd op hun Evoluon, dat op een vliegende schotel lijkende gebouw, in 1966 ontworpen door Philips-hoofdontwerper Louis Kalff samen met de Eindhovense architect Leo de Bever. Zelfs Theo Maassen greep er in zijn openingstoespraakje op terug: hoe hij als knaap het Evoluon bezocht en daar met open mond de nieuwste technologieën had bewonderd. Dat hij, met honderdduizenden anderen, aan knopjes kon draaien en voor het eerst werd geconfronteerd met zoiets als zwaartekracht. Toch besloot Philips in 1989 om ermee te stoppen. Het Evoluon verloor zijn publieksfunctie en werd een conferentieoord. Tot 25 september, toen ging het Evoluon weer open voor publiek. Nu huist Next Nature Network (NNN) er, met Retro Future als eerste presentatie. Waar, en hier komt dat sentiment om de hoek kijken, de bezoeker weer op knopjes kan drukken, net als vroeger, want Retro Future is een interactieve tentoonstelling. Aan de hand van tien thema’s, zoals ‘Luchtkastelen bouwen’, ‘Nooit meer werken’ en ‘Reizen naar het onbekende’, wordt een beeld geschetst van wat ons, klootjesvolk op een wegkwijnende aarde, allemaal te wachten staat. Of beter gezegd: wat ons mógelijk te wachten staat, want ook NNN en de deelnemende kunstenaars en wetenschappers hebben geen antwoord op alle vragen.

Het begin van die reis in de toekomst is veelbelovend: onder die enorme koepel staat een DeLorean te blinken, inderdaad, dat heerlijke voertuig uit de film Back tot the Future. Waarna het de trappen op gaat naar een kunstig vormgegeven presentatie waar je wordt ondergedompeld in lapjes geschiedenis en stukjes toekomst. Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd, schreef de Deense filosoof Søren Kierkegaard (1813-1855) ooit – het is precies waar Retro Future om draait. De presentatie pendelt tussen het Wichita House uit 1930 van de visionaire Amerikaanse architect Richard Buckminster Fuller tot de wens: wat zou jij graag in een glazen bol willen zien? En veel, heel veel daartussenin. (RS) Next Nature Network, Retro Future. Van 29.9 t/m 23.3 in het Evoluon, Eindhoven. nextnature.net

Van een bijna vergeten puurheid

Over de vloer van het Hedge House, een drietal meter onder het maaiveld, strekt zich een rivierbedding uit die de ruimte in tweeën deelt. Het is een in gefreesd piepschuim uitgevoerde 3D-reproductie van de Mississippi, een werk van Maud van den Beuken. Wie de recente geschiedenis van het Hedge House kent, vermoedt hier een statement, of op zijn minst een verwijzing naar de overstroming in de zomer 2021, toen het uit beton en glas opgetrokken kunstpaviljoen onder water liep. De schade aan gebouw en kunstwerken was groot. Ruim een jaar later, tijdens een nazomerse plensbui, ging het Hedge House, onderdeel van Buitenplaats Kasteel Wijlre, weer open voor publiek, met de tentoonstelling Trouble Wandering (to Eternity). Het paviljoen was weer in de oude luister hersteld, al maakte de stichter, kunstverzamelaar Jo Eyck, het niet meer mee. Hij overleed eind vorig jaar, hij werd 92. Kort daarop maakte directeur Brigitte Bloksma haar vertrek bekend. Aan haar in juli aangetreden opvolger Xander Karskens (Breda, 1973) om het intussen opknapte Hedge House terug te geven aan het publiek. De voorbereidingstijd van de openingsexpositie was extreem kort; voor Trouble Wandering (to Eternity) bracht Karskens werken uit de Collectie Eyck (van Jean-Marc Bustamante, Joëlle Teurlinckx en Carel Visser) samen met bruiklenen van elders. Karskens, die eerder werkte bij galerie Fons Welters, De Hallen, het Cobra Museum en De Ateliers, heeft een uitgebreid netwerk. Hedge House is onderdeel van Buitenplaats Kasteel Wijlre, in het hart van het Limburgse heuvelland; in de kasteeltuin staan tal van door Jo en Marlies Eyck verworven sculpturen. Karskens wil die genius loci gebruiken om artistieke vragen op te werpen over de invloed van klimaatverandering op het landschap, en ons bestaan. De overstroming van vorig jaar ziet hij, als een speling van het lot, als het vertrekpunt van zijn opdracht. In de inleiding bij Trouble Wandering (to Eternity) stelt hij vragen over het inzicht dat kunst kan verschaffen in onze relatie tot de wereld, de natuur, de dingen om ons heen – en over de verbetering van die relatie. Ze doen vermoeden dat hij een activistischer route zal kiezen dan zijn voorganger. Een stap in die richting is alvast de in Hedge House getoonde video

f e u i l l e t o n

The Undercurrent (2019) van Rory Pilgrim. De deels in Friesland wonende Pilgrim filmde een groep jonge klimaatactivisten, waarbij ze interviews, reportages en filmische beelden vloeiend met elkaar verbindt. Gemeenschapsvorming valt samen met nieuwsgierigheid, kwetsbaarheid met strijdbaarheid, bedachtzaamheid met idealisme. Het is van een puurheid waarvan we het bestaan in deze gepolariseerde tijd bijna waren vergeten. (WS) Trouble Wandering (to Eternity). Van 21.9 t/m 8.1 in Buitenplaats Kasteel Wijlre.

Werk van Manu van Engelen

De rauwe randjes van PONTI

Sinds vorig jaar staat zo nu en dan de Antwerpse Wolstraat op stelten. Dan klinkt er trompetgeschal, het geluid van klingelende glazen, van chaos en verbroedering. Het is op nummer 23, bij galerie Ponti, de deur staat open. Soms is het zo druk dat de politie komt om de mensen van de trambaan af te houden. Wat er aan de hand is? Er wordt een nieuwe tentoonstelling geopend. Zo gaat dat nu eenmaal. Ponti is het galerieproject van Yoeri Vanlangendonck (de helft van Callewaert Vanlangedonck in de Sint-Jacobstraat), David Vermeiren, Thor Salden en Beau Stollenwerk dat volledig gefocust is op hedendaagse kunst. Er zijn geen grenzen. De jonge kunstenaars die er hun werk tentoonstellen, hoeven zich niet te beperken tot één medium voor het uiten van hun artistieke drang. Oké, dat soort galeries zijn er wel meer. Maar wat maakt Ponti nu zo bijzonder dat elke opening zo stormloopt? De galeriewereld is vaak wat gelikt. Het draait om handen schudden met de juiste mensen, om goede etiquette, om stilte, serieus zijn. Dat zijn doorgaans niet de kwaliteiten die horen bij de kunstenaars die in de galeries exposeren. Ponti heeft een rauwer randje, net zoals de kunstenaars, zonder expliciet punk te willen zijn. Integriteit naar de kunstenaar: dat is Ponti’s punk. Momenteel exposeren er twee kunstenaars die goed passen bij het idioom van de galerie: Manu Engelen en Niels Vaes. Van Manu Engelen (1984) moet je geen pure, kille abstractie verwachten: zijn schilderijen zijn geworteld in dagelijkse observaties en vervolgens vertaald in opvallende kleuren en bekende vormen die een gevoel van nostalgie bij de beschouwer opwekken. Denk bij Engelen aan plastische algengroene vormen, Star Wars-achtige lichtstrepen en landschappen die niet in het echt kunnen bestaan. De andere jonge kunstenaar van Belgische bodem in Ponti is de in Brussel gevestigde Niels Vaes (1987). Zijn werk bestaat uit ingrepen in de ruimte die uit onverwachte hoek komen, zoals een groot grasveld dat gebrandmerkt is met Louis Vuittonlogo’s. Ook zijn er experimentele schilderijen met vaak rauwe en getormenteerde vormen. Vaes schuwt de symbolische, historische en psychologische thema’s. Zo laat Ponti zien dat de leus ‘Don’t believe the hype’ achterhaald is. Do believe the hype. (SN) Manu Engelen en Niels Vaes, STAARMODUS. Van 13.10 t/m 19.11 in Ponti, Antwerpen. pontispace.com

Marie Zolamian in droomland Genk

In het Emile van Dorenmuseum in Genk maakte de Luikse kunstenares Marie Zolamian kennis met de status van ‘station des artistes’ die het Kempenstadje vanaf eind 19e eeuw had voor landschapsschilders. In een oude toeristenfolder zag ze een advertentie met als titel Bezoekt droomland Genk. Voor er in 1914 steenkool werd aangetroffen stond het tussen venen en vennen gelegen Genk te boek als toeristische attractie. Door mijnbouw en industrialisering is er van het imponerende heidelandschap van weleer weinig over. Resteert de fantasie en de verbeelding ervan, moet Marie Zolamian (Beiroet, 1975) hebben gedacht toen ze van het nieuwe kunstpodium Jester de opdracht kreeg om in C-mine, gevestigd in een voormalig mijncomplex, nieuw werk te komen maken. Zolamian, die net een mozaïek voor het heropende Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen had voltooid, schilderde in enkele weken Symbiocene, een werk van zo’n veertig vierkante meter - ruim twee keer Rembrandts Nachtwacht. Het hangt, lekker dwars, midden in de ruimte van het voormalige Energiegebouw, en doet denken aan de heroïsche wandtapijten waarmee de Vlaamse steden in de late middeleeuwen hun publieke ruimtes van grandeur voorzagen. Aanvankelijk denk je te kijken naar een ode aan het landschap – zeer wel passend in deze tijd. Zolamian presenteert in Symbiocene een sprookjeswereld, met de heroïsche natuur en de uitbundige kleuren die daarbij passen als hoofdpersoon. Je kunt veraf gaan staan, om het totaalbeeld te vatten, je kunt er, met de neus erop, langs lopen, je loopt er nog net niet in, om de planten aan te raken, de vogels te horen fluiten, het water te voelen dat je omsluit. Wie je in Symbiocene niet tegenkomt, zijn mensen. De aarde, het is de laatste tijd al vaker gezegd, kan makkelijk zonder; onze afwezigheid doet de natuur zichtbaar goed. Of wacht, ze zijn er toch, de mensen, op de paneelschilderijtjes die Zolamian op het doek heeft geplakt. Als vage miniatuurtjes, en het loopt niet goed met ze af. Ze worden bedreigd door een roodgekleurd woud of bevinden zich halverwege de vreetgrage mond van een vis. Het is alsof de op het doek gemonteerde schilderijtjes anticiperen op hoe het afloopt, met ons. Dat zou, net als in sprookjes, slecht kunnen uitpakken. (WS) Marie Zolamian, Droomland. Van 10.09 t/m 11.12 in Jester, in C-mine Genk. jester.be

This article is from: