4 minute read

Museum W is een sieraad voor de binnenstad

Museum W is een sieraad voor de stad

Het door Maurice Mentjens ontworpen gouden 'achterhuis' van Museum W in Weert, in het voormalige stadhuis. Op de achtergrond de Martinuskerk. foto Arjen Schmitz

Advertisement

Na vijf jaar is het gerenoveerde Museum W - ook de naam is nieuw - in Weert open voor het publiek. WIDO SMEETS sprak met Maurice Mentjens, verantwoordelijk voor de spectaculaire gevel en het ingetogen, op de collectie gericht interieur. ‘Het was de eerste én de laatste keer.’

Op de gevel van het pas opgeleverde goudkleurige ‘achterhuis’ van het al even nieuwe Museum W in Weert zitten groenige corrosievlekken. Het werk van plassende honden, concludeert ontwerper Maurice Mentjens, verantwoordelijk voor renovatie en inrichting van het museum.

Even verderop, om de hoek, hetzelfde beeld. Of toch niet? Job Smeets, de kunstenaar die de eerste solo-expositie in het nieuwe museum voor zijn rekening neemt, komt net naar buiten om een sigaret te roken. Ook hij heeft de ‘plasschade’ opgemerkt. Hij schudt het hoofd, dit is niet het werk van honden, ‘die komen niet zo hoog. Dit is mensenwerk.’

Mentjens reageert vrij laconiek op de van weinig respect getuigende urinesporen. Hij is wel wat gewend. Toen zijn plannen vijf jaar geleden bekend werden gemaakt, kreeg vooral de goudkleurige gevel die zich om het ’achterhuis’ van het gebouw vouwt er op de sociale media flink van langs. De toenmalige cultuurwethouder Geert Gabriëls, initiator van de renovatie, kreeg het Spaans benauwd. ‘Mensen vroegen zich af welke zakkenvuller de stad nu weer had binnengehaald’, kijkt Mentjens, een gelauwerd ontwerper die al wat jaartjes meedraait, terug. ‘Gelukkig kwam er, ook op de sociale media, gauw een tegenbeweging op gang met mensen die het wél een mooi ontwerp vinden.’ Vorige maand ging het museum open, en nog steeds lijkt Weert verdeeld in voor- en tegenstanders. ‘Het heeft tijd nodig’, zegt Mentjens, ‘de mensen gaan er heus wel aan wennen.’ Misschien gaat die gewenning wel sneller dan verwacht nu het gebouw met de komst van de lente met grote regelmaat staat te stralen. Zowel voor passanten die vanaf de Markt, bij de Martinuskerk, komen als voor degenen die vanuit de Muntpassage het centrum inlopen biedt de goudkleurige achterbouw een spectaculair gezicht. Een oppepper die Weert, met zijn saaie centrum, wel kan gebruiken. In een vergaderzaaltje op de eerste verdieping vertelt Maurice Mentjens (Sittard, 1964) in de van hem bekende wijdlopige stijl over de opdracht om het museum aanvankelijk van binnen, maar daarna ook van buiten een nieuw aanzien te geven. Hij vroeg zich af welke betekenissen de musea in deze tijd nog in zich dragen. ‘Het zijn de heilige plaatsen van een intussen geseculariseerde samenleving; kunstwerken worden er bewaard als relikwieën.’ Zo ontstond het idee om de achterste deel van het museum, inclusief het dak, vorm te geven als een met goud beklede schrijn. Niet alleen de matglanzende gouden huid is een blikvanger in een weinig tot de verbeelding sprekende omgeving, ook de grote, gastvrijheid uitstralende entree en de gigantische openstaande luiken waarvan de vensters fungeren als etalage voor kunstwerken, ogen spectaculair. Hier diende de klassieke Adventskalender, met zijn tot dagelijkse opening uitnodigende vakjes, als bron van inspiratie. De openstaande luiken verwijzen ook naar de collectie, zijnde het echte goud van een museum. De focus op de collectie verraadt de manier van werken van Mentjens. Zoals hij bij de inrichting van een winkel denkt vanuit de producten die er worden aangeboden, is hij bij Museum W uitgegaan van de collectie die er wordt getoond. De gouden schil is gemaakt van TecuGold, een flinterdunne legering van aluminium en koper. Om die 1 millimeter dikke huid de benodigde stijfheid te geven is er aan de achterkant een 20 mm dikke isolatieplaat tegenaan gezet. De religieuze connotaties in deze hedendaagse geveltoepassing verwijzen naar de grotendeels uit kerkelijke parafernalia bestaande collectie van het museum. Met de renovatie wil Museum W een nieuw, kunstminnend publiek trekken, vooral op de begane grond waar elk jaar twee wisselexposities worden getoond. In de wetenschap dat Weert een relatief kleine stad is, gelegen in een plattelandsregio binnen de driehoek Eindhoven-VenloRoermond, houdt conservator John van Cauteren van Museum W de ambities beperkt. ‘Je kunt wel voor minderheden gaan programmeren, maar die komen hier toch niet.’ De doelgroep voor Museum W bestaat naar zijn zeggen uit in de regionale geschiedenis geïnteresseerden, scholen en kunstliefhebbers; die laatste categorie kan tot begin oktober terecht in de expositie Forever Endeavour van de in Weert geboren Job Smeets. Maar ook over de beoogde bezoekersaantallen houdt Van Cauteren zich op de vlakte. ‘De periode voor de sluiting waren het er enkele duizenden per

MUSEUM W IN CIJFERS

Museum W is gevestigd in het voormalige stadhuis van Weert dat in 1550 werd voltooid. In 1826 was er een fikse verbouwing en kreeg het pand een nieuwe, neorenaissancistische gevel.

In oktober 2017 stelde de gemeenteraad 4,1 miljoen euro beschikbaar voor de renovatie van het Gemeentemuseum, dat inmiddels in het pand zat. Uiteindelijk bleek 5,6 miljoen nodig om het project te kunnen afronden.

Museum W heeft 640 m2 aan zaaloppervlak, inclusief de educatieruimte op zolder. Op de begane grond zijn de zalen voor wisselexposities, op de eerste verdieping is de vaste collectie te zien.

This article is from: