IN ROERMOND, VENLO, SITTARD, MAASTRICHT EN HEERLEN ARCHITECTUURSPECIAL BUREAU EUROPA \ SEPTEMBER 2022
WANDERLUSTARCHITECTONISCHE
Marc en Nicole Maurer geven in oktober persoonlijke rondleidingen door gerealiseerde projecten in ZuidLimburg. Aanmelden kan via onze vernieuwde website of via agency@maurerunited.com Maurer United is een bureau voor architectuur en omgeving. Onze ruimtelijke visies en innovaties bieden nieuwe perspectieven voor een gezamenlijke toekomst. In onze projecten dagen wij opdrachtgevers, gebruikers en professionals uit om gemeenschappelijke, gedeelde en duurzame waarden te creëren. Met een open houding ontwerpen wij gebouwen en omgevingen die identiteit geven aan locaties en opdrachtgevers wereldwijd. Onze multidisciplinaire, sectoroverschrijdende en internationale portfolio toont dit aan. Architectuur uit Zuid-Limburg #houtbouw #hybride #slowfood #NLjaarboekarchitectuur #boerderij #vakwerkbouw #slowarchitecture #rural #rijksmonument #localbeer #localfood #puurzaam #experience #gulpener #herbestemming #interieur #hoptuin #rijksmonument #herbestemming #NLjaarboekarchitectuur #renovatie #nieuwbouw #urban #music #rocknroll #nicole #marc #getunited #placebranding #circulairbouwen #zuidlimburg #international #maurerunited Hemels Vlees Farmhouse - Ransdaal, 2 okt 2022,15.00h Muziekgieterij Maastricht - Maastricht, 9 okt 2022,15.00h Gulpener Bierbrouwerij - Gulpen, 16 okt 2022,15.00h
E lke centimeter in Nederland is vormgegeven. Met de deskundige inbreng van ontwerpers, architecten en opleiders is er ongelofelijk veel te vertellen over vormgeving en architectuur - en hoe het zo is gekomen. Ik ben ervan overtuigd dat als wij de kennis over de ontworpen omgeving delen en het verhaal vertellen over de achtergronden ervan, we beter in staat zijn begrip te ontwikkelen en ideeën te genereren voor de toekomst.
Een jaar geleden, in onze eerste Bureau Europa Special die als bijlage verscheen bij ZOUT magazine, ging het over vrouwen in de architectuur. In deze tweede editie zijn we op pad gegaan om architecten aan het woord te laten over de stad waarin ze wonen en werken. We maakten stadswandelingen in Venlo, Roermond, Maastricht, Sittard en Heerlen die ons op plekken brachten waar gedachten en ontwikkelingen samenkomen, waar klassiekers te zien zijn, waar het stedelijk weefsel vraagt om verbetering.
INTRO
Kijk op www.bureau-europa.nl voor een nog uitgebreider programma met excursies, workshops en wandelingen! COLOFON Dit is een uitgave van Bodosz Uitgeverij, in opdracht van architectuurplatform Bureau Europa in Maastricht. De inhoud valt buiten de redactionele verantwoordelijkheid van ZOUT magazine.
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door Hogeschool Zuyd, Maurer United, Studio Stad en architectuurvereniging Topos; ook zij profileren zich hier, met, respectievelijk, portretten van pas afgestudeerde architecten, met Nozhan Aghaei, Osarieme Isokpan, Clementine Lumia, met het project Woonstroom en het Toposaanbod.Hetprogrammeren van architectuur en de ontworpen omgeving, zal dit najaar vorm krijgen in Reis Bureau Europa door reizen, verkennen en verwonderen centraal te stellen. Van 2 september t/m 20 november 2022 zetten we de spotlight op de reizende mens, van het stille reflecteren thuis tot de drukte van massatoerisme.
AGENDA 02.09 Opening Reis Bureau Europa, met muzikaal intermezzo door Ernst Jansz en Jos Wigman 15.09 Lezing ‘Disneyfication’ door fotograaf Theo Derksen 22.09 Lezing ‘Vliegen in de verbeelding’ door kunstenaars Anne Verhoijsen en George Mazari 28.09 Lezing ‘Limburgse Kwartieren: Het Nieuwe Thermenmuseum in Heerlen’ door Dirk Jan Postel (Kraaijvanger Architects) 01.10 Wandeling ‘Blind Spot’ door Jelena Kostic, in samenwerking met Nederlandse Dansdagen 19.10 Lezing ‘Limburgse Kwartieren: Het Arresthuis in Roermond’ door Maarten Engelman (Engelman Architecten) 09.11 Lezing ‘Limburgse Kwartieren: De Blauwe Loper in Maastricht’ door Franz Ziegler (Ziegler | Brandenhorst) 20.11 Finissage Reis Bureau Europa, met workshop door kunstenaar Sophie Nelissen Bureau Europa stippelt ook themaroutes uit door Maastricht en omgeving. Individueel of gebundeld, op eigen initiatief of met een gids. Kom naar het Reis Bureau en laat je adviseren. Wil je liever met een gids rondwandelen? Vanaf september kun je tours boeken via onze website. Informeer via info@bureau-europa.nl.
3
Natuurlijk zit er ook een uitgebreid aanbod aan wandelingen, excursies, lezingen en workshops in onze programmering - alles in het teken van het stilzitten in je eigen, al dan niet bekende omgeving versus het actief opzoeken van verre landen.
EXPEDITIE
Teksten: Floor van Spaendonck / Bureau Europa Eindredactie: Bodosz Uitgeverij Fotografie: Philip Driessen Vormgeving: Obidesign / Annebeth Nies
OP MET BUREAU EUROPA
Net als bij aan echt reisbureau doen we met de Bureau Europa Expeditie verschillende bestemmingen aan. We zien en horen u graag, dit najaar: ‘de paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas, met stralend oog en blijde zin!’ Floor van Spaendonck directeur Bureau Europa - platform voor architectuur en design
We starten bij het NS-station, een gebouw dat de Venlose aspiraties in de jaren zestig weerspiegelt, als onderdeel van de naoorlogse wederopbouw. Het station is ontworpen door architect Koen van der Gaast die voor de NS meer stations ontwierp, onder meer in Eindhoven en Tilburg. Zijn handtekening is te herkennen in de glazen pui en de dakconstructie. Wij lopen richting Keulsepoort, een plein waarvan de naam herinnert aan een van de vier toegangspoorten tot de vestingstad Venlo. We bewonderen, vastgeplakt aan het Limburgs Museum van architecte Jeanne Dekkers, het oudste nog bewaard gebleven tankstation van Nederland, uit 1933. Er is nu een ijscozaak. Aan het plein ligt ook het voormalige postkantoor waar vorig jaar Museum Van Bommel Van Dam zijn intrek nam. De reliëfs van Charles Vos bij de entree verwijzen naar de middeleeuwse stadspoorten. De renovatie en nieuwbouw van het gebouw is gedaan door architectenbureau BiermanHenket. Op het dak springt het kunstvenster, in de volksmond De duikbril, in het oog.
STOERE WACHTERS TEGEN AGRESSIE EN GEWELD
4 V enlo mag het verleden lange tijd tekort hebben gedaan, die situatie is nu toch wel ten goede gekeerd, zegt architect Sandor Marks bij het begin van onze stadswandeling. Door de ligging aan de Maas groeide Venlo, net als Roermond, uit tot Hanzestad. Al bestaan de Hanzesteden niet meer, die positie van toen, als knooppunt van handelswegen, wil Venlo weer terugwinnen.
Een groot deel van de geschiedenis van Venlo is uit het stadsbeeld verdwenen. Vestingwerken en stadsmuur zijn gesloopt. De geslagen gaten zijn inmiddels gevuld, zo blijkt uit de stadswandeling met architect Sandor Marks.
TEKST FLOOR VAN SPAENDONCK \ FOTO’S PHILIP DRIESSEN
Wij lopen naar de Keizersstraat waar we door het hek een oog werpen op een voormalige kloostertuin met daarin enkele minuscule stukken van de voormalige vestingwal, hier niet ver vandaan. De Keizersstraat dankt haar naam trouwens aan Napoleon wiens paard hier, zo wil althans het verhaal, in 1804 een hoefijzer verloor – ten bewijze van die actie is het kleinood ter plekke ingemetseld in de muur. Als architect heeft Sandor Marks de nodige ervaring met het transformeren van winkelpanden tot (deels) woningen. Het in 2018 gerenoveerde Handelshuis op Parade 26 is hiervan een sprekend voorbeeld. Achter de 19e-eeuws gevel kwam tijdens het verbouwen een huis uit 1385 tevoorschijn, inclusief de oorspronkelijke vakwerkconstructie. Door de glazen voordeur en scheidingswand met de winkel is een deel van de muur zichtbaar gemaakt. Het uit 1601 stammende Stadhuis op de Markt is gebouwd in renaissancestijl. Aanvankelijk fungeerde de begane grond van het gebouw als overdekte markt. De poorten stonden dan open, de ruimte was toegankelijk voor iedereen; het maakte het innen van de accijnzen door het erboven gelegen ‘huis van de stad’ een stuk makkelijker. Bij een recente renovatie is het open karakter van het gebouw letterlijk zichtbaar gemaakt door met centrale poorten in het hart de gevel weer open te maken. We lopen langs poppodium Grenswerk naar de oevers van de Maas. Sandor wijst erop dat het uit 2014 stammende gebouw van Van Dongen-Koschuch verwijst naar een verzonnen verleden van pakhuizen die er nooit stonden. Op de hoek kan je de overgebleven stadsmuur ‘bewonderen’. Links onder de Primark staat de zogenaamde luif, een restant van de stadsmuur die de binnenstad tot de 19e eeuw omsloot. Kort nadat Venlo in 1343 stadsrechten kreeg, werd begonnen met de bouw van de stadsmuur.
VENLO >>
Architect Sandor Marks bij een oude woning aan de achterkant van de Gasthuisstraat.
5
De Wachters (2007) van Shinkichi Tajiri op de Maasbrug (Venlo).
Sandor Marks , Baarlo 1981, werkt als architect bij ArchitectuurQMVHinVenlo. Marks begon in 2010 een bureau in Rotterdam en keerde in 2014 terug naar Venlo om met Barry van Ham samen een bureau te beginnen, inmiddels zijn zij samen met Max Markusse directeur van QMVH Architectuur. Behalve woningbouw doet het bureau veel transformatieprojecten waar monumentale panden in de Venlose binnenstad bij zijn betrokken. Een voorbeeld daarvan is ‘Wonen boven winkels’, waarbij winkelpanden worden gerenoveerd en (deels) geschikt gemaakt voor bewoning.
6 WOONSTROOM
Met een prototype voor de flexwoning als doel brengt Studio Stad de condities in kaart die ruimte creëren voor ieders eigen wooncultuur. Condities die ervoor zorgen dat je kan thuiskomen, deelhebben en dansen in de keuken. We willen plekken ontwerpen waar ruimte is voor ontmoeting, uitzondering, ontplooiing en toeval. En bovenal, waar je de kans krijgt om jouw woonomgeving, hoe tijdelijk deze soms ook is, eigen te Woonstroommaken.iseen pleidooi om de menselijke activiteit weer centraal te stellen in de woonopgave. Het biedt daartoe concrete handreikingen, gebaseerd op een analyse van het gebruik van internationale kunstenaarshuizen. Enerzijds door instructies te ontwerpen hoe woonculturen elkaar positief kunnen beïnvloeden. Anderzijds door een prototype voor de flexwoning te realiseren, waarin eigenaarschap en woonkwaliteit leidend zijn.
Ruimte creëren voor datgene wat je nog niet weet STADSTUDIOONDERZOEK
AtelierNL Bureau Europa Jan Van Eyck Academie RWTH Aachen, Gebäudelehre WonenViastoryStadvogelsLimburg
We worden gesteund door: Gemeente StimuleringsfondsMaastrichtvoor de Creatieve Industrie
Ben je geïnteresseerd of heb je ideeën, vind ons op Instagram van studio.stad #woonstroom ONZE PARTNERS
Met dit ontwerpend onderzoek schetst Studio Stad een alternatieve woontoekomst die ruimte biedt aan vele woonculturen. De fundamentele bouwsteen is de flexwoning die moeiteloos meebeweegt met onze dynamische, internationaal georiënteerde Desamenleving.roepommeer woningen leidt tot een onzorgvuldigheid in het ontwerpen ervan. Het is vooral bouwen voor doelgroepen en gebruik dat we kennen. Woonstroom is het tegenvoorstel van Studio Stad op deze tendens. Wonen is namelijk meer dan bouwen voor een massa en de Nederlandse gebruiker van vandaag. Het huisvesten van een dynamische en internationale samenleving betekent: ruimte creëren voor datgene wat je nog niet weet.
Terug aan de Venlose Maasoever ligt het met planten behangen duurzame Stadskantoor uit 2016, ontworpen door Kraaijvanger Architects. Venlo profileert zich als cradle-to-cradle stad, volgens welk principe alle producten uiteindelijk worden hergebruikt.
Achter het Stadskantoor staat het in de jaren tien gerenoveerde Nedinsco-gebouw (1923). Tot 1945 maakt Carl Zeiss Jena hier optische instrumenten voor oorlogsgebruik, zoals periscopen, seinlampen en afstandsmeters. Het gebouw werd ontworpen door een Bauhaus-architect en geldt in Nederland als een voorbeeld van het Nieuwe Bouwen. Sinds enkele jaren heeft de Nedinsco-toren een woon- en werkfunctie. We sluiten de wandeling af bij Automatic Picadilly aan de Kleine Beekstraat, een niet te versmaden Venlose icoon. Hier werd in 1959 door Toon en Mie Schreurs het frietei ontwikkeld, een delicatesse die bestaat uit een doormidden gesneden, met kerrieragout omhuld ei dat door het paneermeel is gehaald en vervolgens gefrituurd.
Museum van Bommel Van Dam, met duikbootbril, in het voormalige Postkantoor.
Dit 15e-eeuwse deel dankt zijn naam aan een houten luifel die tegen de buitenzijde van de stadsmuur was bevestigd waaronder vroeger de vismarkt werd gehouden. Hier lag ook de Maaspoort, nog zo’n stadspoort en de belangrijkste entree tot de stad aan de Maaszijde. Langs de Maasboulevard strekt zich ’t Bat uit, een door de van Burobol ontworpen buitendijks park waar het goed chillen is. Tot diep in de jaren negentig was het gebied in gebruik als lage loswal en parkeerplaats. Met een trappartij naar het centrum en promenade vormt het park de verbinding tussen stad en rivier. Ook aan de overzijde is goed te zien dat de uiterwaarden alle ruimte hebben gekregen, waardoor er behalve vergroening ook een geleidelijke overgang van water naar land met ondiepe delen is ontstaan. De stedelijke vernieuwing is goed te zien aan de herontwikkeling van het havengebied en de nieuwbouw langs de Maasoever waarvoor Jo Coenen de stedenbouwkundige plannen maakten. BIC zorgde voor de uitbreiding van schouwburg de Maaspoort, nu een van verre zichtbare blikvanger van de Maasboulevard. Aan de zuidkant ervan, aan de Maasbrug, is er het baken van de woontoren uit 2010 die Coenen zelf ontwierp, Via de groenstrook lopen we naar de Maasbrug met daarop de De wachters, vier gietijzeren verbeeldingen van krijgers van Shinkichie Tajiri (1923-2009). De invloedrijke Cobra-kunstenaar van Japans-Amerikaanse origine, die een groot deel van zijn leven in een kasteeltje in het naburige Baarlo woonde, maakte zijn eerst serie krijgers toen hij kort na de oorlog in Parijs in de leer ging bij Ossip Zadkine. De stoere wachters op de Maasbrug in Venlo waarschuwen blijvend tegen agressie, geweld en oorlog. We lopen over de brug naar stadsdeel Blerick, waar onder supervisie van West8 het voormalige kazernecomplex plaatsmaakt voor een nieuwe wijk, genaamd Kazernekwartier, die aan deze kant van de Maas voor nieuwe dynamiek moet zorgen. De locatie kent een lange geschiedenis van wonen en verdedigen: het was achtereenvolgens een Romeinse nederzetting, een fort en vanaf begin vorige eeuw de Frederik Hendrikkazerne, bekend om haar militaire rijopleidingen. Nadat het terrein twintig jaar ongebruikt bleef, keert de aloude woonfunctie weer terug.
landschapsarchitecten
Scan de QR code met uw telefoon en volg de route in Venlo online. Het nog te ontwikkelen Kazernekwartier.
7
ArchitectenEngelman bestaat sinds 1980 en profileert zich als een ervaren bureau waar opdrachtgevers worden betrokken in het ontwerpproces, en waar context en flexibiliteit een belangrijke rol spelen. Het bureau hecht grote waarde aan diversiteit en innovatie. In het kader van deze wandeling is het meest opvallend ontwerp van Maarten Engelman de stadsappartementen met commerciële ruimte tegenover het gemeentehuis op de historische Markt van Roermond. Architect Maarten Engelman in het door hem gerenoveerd Arresthuis. Een mix van stijlen in Voorstad St- Jacob 3.
8
Toen het bureau hier naartoe verhuisde, vertelt hij, was Roerdelta nog een braakliggend terrein. De oevers van de Roer en het industriële erfgoed van ECI bieden een mooi decor voor de strakke belijning van het kantoor. De waterkrachtcentrale van ECI staat op de plek waar vroeger oude watermolens stonden. Sinds 2000 wordt er weer in deze kleinschalige elektrische turbine groene stroom opgewekt. Om te voorkomen dat naar de bovenloop zwemmende vissen worden vermalen, zijn er in 2008 vistrappen aangelegd. Het voormalig industriële terrein rondom ECI moet uitgroeien tot een nieuwbouwwijk met een uitgestrekt stadspark. Maarten Engelman kijkt kritisch naar de ontwikkeling, vertelt over het belang van context en het ritme van het stratenpatroon. Zo kenmerkt de ruimtelijke structuur van Roermond zich door een vrij rechthoekig stedelijk weefsel, waarbij krommingen en verspringende kruisingen zorgen voor een soort natuurlijke ruggengraat. De vraag bij de ontwikkeling van de Roerdelta was hoe de nieuwbouw op de stad zou aansluiten. Zelf zou Engelman kiezen voor een herhaling van het Roermondse patroon, maar de door de stad ingehuurde stedenbouwkundige Frits Palmboom koos voor een patroon van cilinderachtige woonblokvormen met op elke ‘kop’ een kenmerkend pand. Jammer, vindt Engelman; de wijk ligt door die structuur nu ‘los’ van de binnenstad. We lopen Parc Akcros in met in de verte een serie door Engelman Architecten ontworpen urban villa’s met luxe appartementen en een buurtje met patiowoningen. In het midden van het ‘zuinig’ aangelegde stadspark staan monumentale gevels van het voormalige fabrieksgebouw uit 1869. Samen met de stalen frames, contouren van het oorspronkelijk bouwvolume, vormen ze een folly binnen het park. Vanuit het park lopen we naar Voorstad St. Jacob. De tussen Roer en Maas gelegen voorstad dankt haar naam aan de Jakobskapel die er tot 1580 stond, de voorstad was toen en nu een pleisterplaats op de route naar Santiago de Compostella. Vanuit Roermond is het nog 2.285 kilometer lopen. Los van de pelgrims was de 14de eeuwse verbinding voor Roermond belangrijk; alle verkeer van en naar de stad nam dezelfde route. Vanaf 1854 viel de drukte weg omdat de doorgangsfunctie werd overgenomen door de aanleg van de Maastrichterweg en de spoorwegverbinding Maastricht-Roermond. Engelman wijst op een opvallende kink in de straat in de vorm van het pleintje ter hoogte van nummer 32. Daar roepen de bomen, het terras van caférestaurant Toff en de jeu-de-boules baan de sfeer op van Franse zomeravonden.Westekende Roer over via de Stenen Brug, eigenlijk de Maria Theresiabrug, vernoemd naar de Habsburgse keizerin die in 1764 de middelen gaf om na een overstroming vernielde brug te herstellen. Vanaf de brug kijk je uit op de Roerkade met de SintChristoffelkathedraal op de achtergrond.
We starten in Roerdelta, een nog onvoltooide wijk tussen stadscentrum en de Roer, vlakbij ECI Cultuurfabriek. Pal naast ECI ligt het architectenbureau Engelman Architecten dat, architecten eigen, een neusje heeft voor interessante locaties in ontwikkeling.
DE GEVELS DEINEN MEE OP HET RITME VAN DE ROER
9 H et motto dat Maarten Engelman aan onze architectuurwandeling door Roermond hangt, luidt ‘samenhang in het bouwen’. In de oude bisschopsstad kan je de geschiedenis goed volgen aan de hand van de gebouwen: jugendstilgevels tref je naast middeleeuwse koopmanshuizen. De wandeling volgt de nieuwbouw en hoe deze wel (en soms niet) past in de historische context.
Architect Maarten Engelman vindt het een kwaliteit van de lokale architectuur dat de geschiedenis van Roermond in het stadsbeeld zichtbaar blijft.
TEKST FLOOR VAN SPAENDONCK \ FOTO’S PHILIP DRIESSEN
ROERMOND >>
22.106-Topos-Adv Zout 02.indd 1 26-07-2022 17:35
een grootscheepse reorganisatie van het com plex is hierin een nieuw filiaal van de Bijenkorf gevestigd. De hoofdentree van de Bijenkorf Brugstraat en is komend vanaf het station al van ver zichtbaar. Om de ligging aan deze belangrijke stedelijk as nog te benadrukken, is een glazen toren toegevoegd. Aan Achter het Vleeshuis is
Maastricht NEXT voert u langs 250 projecten op het gebied van stedenbouw, architectuur en interieur, die gedurende de laatste 25 jaar in Maastricht tot stand zijn gekomen! 400 rijk geïllustreerde pagina’s met pakkende achtergrondinformatie. bij de boekhandel of via www.toposmaastricht.com 30,-
10
De Architectuurgids
een ‘must’ voor elke architectuurliefhebber ... Te verkrijgen
nu €
Door de Hanegats lopen we naar de Markt, waar Engelman bij het zien van de toeters en bellen aan de horecagevels een vertwijfelde zucht slaakt. Al die uitbouwen, zegt hij, halen de pootjes onder een gebouw vandaan.
We lopen via de Munsterkerk terug naar waar we zijn gestart en groeten het beeld van de gerenommeerde 19de eeuwse architect Pierre Cuypers, een kind van de stad; de Munsterkerk is een van de talrijke kerken die hij restaureerde, meestal naar neogotische plooi. In zijn geboortestad wordt hij verder gevierd met het museale Cuypershuis en een stadswandeling die ook langs het woonhuis Cloquet leidt, Swalmerstraat 49, en het graf van Cuypers op het Oude Kerkhof. We laten de binnenstad achter ons en lopen terug naar de nieuwbouw van de Roerdelta, om op het terras van ECI Cultuurfabriek na te mijmeren over de Maarten Engelmanlessen over hoe met historische kennis te bouwen binnen de context van de omgeving.
Parc Akcros met restanten van de oude fabriek uit 1869.
11 Scan de QR code met uw telefoon en volg de route in online.Roermond
Oud en nieuw voegen zich rondom de Markt van Roermond. Het pand met de zinken gevel is ontworpen door Maarten Engelman. Op de voorgrond de ‘terraspoespas’ die volgens de architect ‘de pootjes van de panden’ weghalen.
Maarten Engelman wijst op twee projecten van zijn bureau die volgens hem in maatvoering en ritme meedeinen met de gevelrij op de oever. De eigentijdse gebouwen, waaronder Hotel Dux, mengen zich zonder moeite tussen de historische gebouwen in de gevelrij. Engelman vindt het een kwaliteit van de lokale architectuur dat de geschiedenis van de stad in het stadsbeeld zichtbaar is gebleven. Gaten werden en worden opgevuld met eigentijdse ontwerpen. Je komt er Jugendstil-gevels tegen naast middeleeuwse en hedendaagse gebouwen. Vanaf de brug kijk je ook uit op de Natalini Toren met twee scherpe spitsen, een blikvanger aan de Maas die vanaf het begin is vernoemd naar de Italiaanse architect. Even verderop, op de kop van de Maashaven, verrijst de wokkelvormige woontoren Manhattan, het consumentenparadijs Designer Outlet Roermond is nu niet ver meer. De balkons van Manhattan, een recent ontwerp van het Roermondse bureau Kernarchitecten, lijken te wervelen om de as van het gebouw. We lopen het centrum in en staan even stil voor Brugstraat 7, een van de oudste huizen in Roermond. Het is ook een monumentaal gotisch pand met een karakteristieke trapgevel. Op basis van de stijlkenmerken is het huis gedateerd rond 1500 maar aangezien de stadsbrand van 1554 de hele Brugstraat in de as legde, wordt aangenomen dat het een reconstructie is van na 1554. Aan het einde van de Brugstraat slaan we linksaf de Marktstraat in en we lopen door naar de Luifelstraat waar we net voor de Hanegats stoppen. De steeg (in het lokale dialect is een ‘gats’ een steeg) kent een knik, zoals ook de andere stegen niet haaks aansluiten op het stratenpatroon. Die knik zit erin voor de veiligheid, zodat het verkeer in de steeg op verantwoorde manier de hellingsgraad naar de Roer kon nemen.
Via de Varkensmarkt komen we bij het Arresthuis, de metamorfose van de oude stadsgevangenis annex rechtbank naar een hotel. Er ging een prijsvraag aan vooraf die Engelman wist te winnen van steeds drie cellen te clusteren tot één hotelkamer. Zijn ontwerp bracht de structuur terug van 1857 ; de aanpalende noodgebouwen konden plaatsmaken voor stadsappartementen.
Aan de Champs Elyseesweg 18-30 zien we vier dubbele huizen van architect Gerard Snelder uit 1952. De detaillering in de raam- en deurlijsten, de luiken en het overstekende lessenaarsdak maken de huizen bijzonder. Ook hier zijn alle kenmerken die typisch voor de ‘Maastrichtse stijl’ waren aanwezig. Later zullen we meer voorbeelden zien in het Enci-dorp op St. Pieter.
Aan de overkant kijken we naar Champs Elyseesweg 23 vanwege de bijzondere bouwvolumes en de indeling van de voor- en achtergevel. Woonhuis De Esch is van 1950 en ontworpen door architect Jean Huysmans. Het mozaïek in de voorgevel, de galerij in de achtergevel, stalen steunpilaren en de achterbouw maakt het huis bijzonder. Meteen ernaast, op nummer 25, ligt het woonhuis met atelier van Frans Dingemans, eveneens uit 1950. De locatie, details in de gevel, de betonnen omlijsting van het fronton en het kwartronde dak van het atelier maken dat we naar een wonderlijke combinatie van elementen kijken. Ook hier gaan moderniteit en traditie hand in hand met klassieke verwijzingen. De wandeling toont ons hoe deze uitbreidingswijken de binnenstad verbonden met het landschap. Dat blijkt opnieuw als we de Jeker oversteken en afslaan naar Plenkershoven, een wijk in Sint Pieter (een honderd jaar geleden door Maastricht opgeslokt dorp) en een geliefd woongebied.
Architecten Fred Humblé en Maikel Willems kennen Maastricht op hun duimpje. Zoals ze in hun werk de nadruk leggen op het samenspel van bebouwing en haar omgeving, kijken ze ook naar de stad. Bijvoorbeeld naar de stadsuitbreidingen uit de jaren vijftig, naar woningen, luiken, gevelstenen, heiligenbeelden en witgekalkte gevels die zorgen voor een vleugje Zuid-Frankrijk en een Maastrichts karakter.
Dat is de opdracht die de plaatselijke architecten Fred Humblé en Maikel Willems zich stelden bij het uitzetten van deze architectuurwandeling door Maastricht. We starten bij St. Gerlachus aan de Bieslanderweg 60 in het Jekerdal. Niet zozeer het voormalige zorgcentrum uit 1958 (ontworpen door architect A. Schwencke), maar het samengaan van de locatie en de inrichting van het landschap uit de jaren vijftig vormt de aanleiding voor dit startpunt. De Bieslanderweg vormde een nieuw stadsrand langs het natuurgebied Jekerdal en het grote zorgcomplex volmaakte de rand. Stadsarchitect Frans Dingemans markeerde met het bouwvolume het verlaten van de stad nog, gevolgd door een wijds perspectief op het landschap. Komend van de andere kant, vanuit Kanne, wordt het binnenkomen in de stad juist aangekondigd met een bomengroep om het poorteffect te bewerkstelligen. In de loop der tijd werd het groen dichter, maar het bedoelde effect is nog altijd waarneembaar. We lopen naar het Jekerpark en kijken naar zwembad Jekerdal dat sinds de jaren tachtig door buurtbewoners wordt beheerd. Het eveneens door Dingemans ontworpen, in 1950 aangelegde zwembad heeft een mooie halfronde ingang aan de zijde van het Bastion Waldeck; de rollen prikkeldraad en de geschilderde entree denken we even weg. We lopen iets terug om een drie straten tellend wijkje langs de Jeker met huurhuizen en villa’s te bekijken. Hier staan schoolvoorbeelden van de Maastrichtse 50-er architectuur die nimmer een echte lokale stijl werd maar herkenbaar is aan luiken langs de ramen, witte gesausde bakstenen en kleine reliëf sculpturen naast of boven de ingang. Fred Humblé geeft hiervoor de opkomende Mediterrane vakanties als mogelijke verklaring, maar ook de reisschetsen van Limburgse kunstenaars als Charles Eijck waar abstractie gepaard ging met naturalisme.
HET UITZICHT IS EEN GEWORDENSCHILDERIJ
MAASTRICHT >>
12 M aastricht is een ‘oude’ stad. Het centrum is een etalage van 17de, 18de en 19de eeuwse architectuur. De meer recente historie van de stad valt te ontleden aan de hand van de architectuur van de jaren vijftig, de periode van naoorlogse wederopbouw.
TEKST FLOOR VAN SPAENDONCK \ FOTO’S PHILIP DRIESSEN
13
Het Maastrichtse bureau
ArchitectenHumbléWillems &Martens hanteert niet een stijltype maar kenmerkt zich door adaptief werken waarbij de nadruk ligt op context, geschiedenis, ontwerp en onderzoek. Martens Willems & Humblé is als bureau in 1992 gestart met Fred Humblé (1954) en vanaf 2022 hebben Rik Martens (1977) en Maikel Willems (1980) het bureau overgenomen. Het bureau werkt aan gebouwen en gebieden in Maastricht, Limburg en Nederland. Hun activiteiten als mede-supervisor op en rond de Groene Loper springen in Maastricht in het oog; het woongebouw op de kop van de Voltastraat, de woningen in de Kolonel Millerstraat, het complex met sociale huurwoningen aan de Bauduinstraat en het zorggebouw aan de Akersteenweg. Verder werken ze aan de invulling van het Klevarie-terrein en realiseerden ze het CPO-project ‘Les Mouleurs’ aan de Maagdendries. Buiten Maastricht realiseerde het bureau werk in Ede, Vaals, Heerlen, Kerkrade en Breda.
Een voorbeeld van wat een ‘Maastrichtse stijl’ had kunnen worden: woningbouw in een Zuid-Franse sfeer, een gevelsteen, een ‘knik’ in de muur. De traditionele luiken ontbreken hier. Architecten Maikel Willems en Fred Humblé aan de Mergelweg bij een door Jean Huysmans ontworpen woning.
De halfronde entree van zwembad Jekerdal, ontworpen door architect Frans Dingemans (1950).
Stedenbouwkundige Jos Klijnen paste hier een briljante vondst toe, door de driehoek met de bestaande topografie mee te laten kantelen en op één oor te leggen. Het hoogteverschil in de wijk kan daardoor bijna ongemerkt overbrugd worden. Aan de hoge kant van de straat ontwierp Alphons Boosten onder andere het dubbele woonhuis op no 42-44 uit 1934, met een royaal overstekend dak. Een open veranda kijkt uit over de straat, onder een hoge bijna gelijkzijdige driehoekige kap. Op no 56 bouwde de Sittardse architect J. Wielders in 1938 eveneens een huis met een hoog en spits zadeldak. Hij voegt een extreem groot rond glas in lood raam toe als eigen signatuur. Het lijkt wel of er een regie van toepassing was, die de individuele ontwerpen met elkaar kon harmoniseren. Schreef Jos Klijnen het voor? We lopen door naar de Plateauweg en bij het passeren van de Observantenweg duikt de ‘Maastrichtse stijl’ weer op. Op de hoek met de Bergweg ontwierp Theo Boosten een huis dat uit parallelle schijven lijkt te bestaan. Bezienswaardig is Plateauweg nummer 1 waar Jean Huysmans een vrijstaand huis maakte in 1953 voor een musicus met een oefenruimte in een opgetilde en opengewerkte plint. Het huis heeft een op de flanken van de Sint-Pieter gerichte uitkijk, door de architect bewust gekaderd in één raam, het zogenaamde bloemenraam dat met 30 cm uit de achtergevel steekt. Het uitzicht is een schilderij geworden. Op naar een laatste karakteristiek pand aan Sint Rochusweg 5, in 1953 ontworpen door architect San Claessens, met alle kenmerken van het Nieuwe Bouwen. Met rechts van de portiek een rode betonnen wand, een andere zijde is geel. De maatvoering is geïnspireerd op het modulensysteem van Le Corbusier, alle modulen meten 86 cm. Met Claessens’ nieuwe zakelijkheid zetten we een vrolijk uitroepteken bij deze wandeling.
Scan de QR code met uw telefoon en volg de route in Maaastricht online. Nog een woning van Jean Huysmans, gebouwd voor een musicus, dus met oefenruimte in het souterrain. De uitkijk op de Sint Pietersberg is gekaderd in één raam: het uitzicht is een steeds veranderend schilderij.
14 De veelal kleine woningen zijn ontworpen met oog voor detail en afwisseling. Bij de bouw van deze woningen was Frans Dingemans als stadsbouwmeester betrokken. Maikel en Fred geven aan dat het stratenplan de stedenbouwkundige ideeën van Dingemans weerspiegelt, waarbij groene tussenstroken breder uitlopen met zicht naar het landschap. In de buitenwijken van Maastricht-West zal hij dit op grote schaal uitwerken. We lopen verder langs de stadszoom die overgaat in de Laan van Brunswijk en stoppen op de hoek met de Jekerschans. Daar waar ooit een grote bouwondernemer op de ene en de directeur openbare werken op de andere hoek woonden. Uniek is de aanleg van een interparochiale weg, die de wijken in één doorgaande beweging met elkaar verbindt. Op de hoek Laan van Bruswijk en Mergelweg ontwierp een aannemer zelf een verrassend nieuw-zakelijk opgezet dubbel woonhuis. Daartegenover bij Mergelweg 107 staat een villa uit 1947 van architect Huysmans geplaatst tegen de mergelwand en als het ware gebouwd rondom de boom in de tuin. Een verborgen monument om even te stoppen. Vanwege de fraaie inbedding van dit landhuis in het terrein en het genereuze gebaar waarmee het binnenkomen en het overdekte buiten-zitten geregeld zijn. Niet enkel de representatie maar vooral het wonen wordt hier gevierd. Via Sint-Pieter lopen we naar het villapark, deze buurt werd deels gerealiseerd in de jaren 30 en 50 voor employees van cementfabriek Enci waardoor het ook Enci-dorp werd genoemd. Wij starten bij de Observantenweg op de driesprong met de Henry Govaertsweg.
15 I n het keurig gerestaureerde centrum van Sittard vallen vooral de grote kloostercomplexen in het oog. Eeuwenlang woonden hier Ursulinen, Dominicanen, Jezuïeten en Franciscanen. Ook opvallend: het winkelgebied bevindt zich vooral op en rond de Nieuwstraat, die het NS-station verbindt met de Markt. We starten op de Markt van Sittard, het oudste gedeelte van de binnenstad. Toen de stad omstreeks 1300 fors uitbreidde, werd het bestaande marktplein vergroot. Het stadhuis lag, net als in Maastricht, midden op de Markt, tot de stad tijdens de FransNederlandse Oorlog in 1766 grotendeels werd verwoest. Het nieuwe stadhuis stond tot 1966 op de plaats waar nu V&D staat. De al jaren leegstaande betonnen winkelkolos is een hoofdpijndossier in de stad; er moet iets voor in de plaats komen, maar wat? Enkele plannen liepen al stuk. Oudere inwoners herinneren zich het (kleine) stadhuis van weleer, en zouden het graag terug willen; anderen willen op die plaats juist groots en meeslepend bouwen.
SITTARD >>
Transformaties in oude steden hebben vooral tijd nodig, zegt architect Harold Janssen. Zo ook in Sittard, waar hij meer dan twintig jaar bezig was met de renovatie van de oude kloosters in de binnenstad. Ook een hoofdpijndossier als de leegstaande V&D-kolos aan de Markt is gebaat bij geduld. Geef het de tijd, zegt Janssen, er biedt zich vanzelf een oplossing aan. FLOOR VAN SPAENDONCK DRIESSEN
TEKST
\ FOTO’S PHILIP
Harold Janssen waarschuwt voor te veel haast, hij gaat ervan uit dat er in de tijd heus een goede oplossing zal komen. We slaan de hoek om en belanden in het rijke Roomse verleden van Sittard: de Basiliek van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart In 1866 werd Sittard ineens een bedevaartsoord toen er in het klooster van de zusters Ursulinen een wonderbaarlijke genezing plaatsvond. De zusters bouwden een speciale bedevaartskerk bij het klooster om de grote stromen bedevaartgangers een plek te geven. In deze neogotische kerk, een ontwerp van architect Johannes Kayser, duizelen de gebedstegeltjes je tegemoet. Ze zijn nog steeds te koop, trouwens, voor het luttele bedrag van 500 euro. De tegel der tegels is afkomstig uit de Catacomben van Sint-Calixtus in Rome, het is een schenking van de paus bij de eerstesteenlegging in 1875. We lopen door het Kloosterkwartier, een ensemble van zeven Rijksmonumenten dat ooit bestond uit twee aparte kloosters: het Dominicanenklooster en het Ursulinenklooster, gelegen aan weerszijden van de Basiliek. In de loop der eeuwen zijn de gebouwen steeds uitgebreid, waardoor het nu een aaneengesloten complex is. Het Dominicanenklooster werd in de 17de eeuw gebouwd door de paters Dominicanen, in later jaren woonden er Jezuïeten en Franciscanen, ze verzorgden onderwijs voor leerlingen tot ver buiten Sittard. De laatste onderwijsinstelling die er zat was de Fontys Hogeschool; inmiddels biedt het complex onderdak aan appartementen en aan kloosterhotel Merici. De transformatie werd vormgegeven door SATIJNPlus Architecten, met Harold Janssen als projectarchitect. De negen luxe appartementen zijn voorzien van balkons en daktuinen die, volgens Harold, zo zijn gemonteerd dat ze eer doen aan de monumentale status van de gebouwen. Vanuit de oude binnenstad lopen we over de stadswallen richting Schootsveld, het gebied waar in vroeger tijden niet mocht worden gebouwd; het vrije uitzicht gaf de artillerie de ruimte om raak te schieten bij dreigende aanvallen van buiten.
SITTARD VOOR EN ACHTER STADSWALLENDE
JanssenHarold , Schinnen 1963, is directielid bij SATIJNplus Architecten, een architectenbureau met een omvangrijk portfolio met daarin onder meer transformatie van vastgoed, wonen en zorg. Het adagium van het bureau, ‘Bouwen in balans’, verwijst naar liefde voor erfgoed. Harold Janssen houdt zich vooral bezig met technische restauraties en transformaties van monumenten, waarbij klimaatdoelstellingen en energietransitie onderdeel zijn van een integrale aanpak.
Harold Janssen met op de achtergrond de gotische elementen van het Mariapark, waar de bedevaart gangers samenkwamen. De Basiliek van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart is beroemd om de 1400 votief-tegels met spreuken en dankbeden van gelovigen.
Harold Janssen voor ‘zijn’ kloosterhotel Merici.
17
Na de verwoesting van Sittard in 1677 werden in de schootsvelden volkstuinen aangelegd, later werden ze deels bebouwd. Inmiddels zijn de meeste gebouwen gesloopt en is de historische situatie in ere hersteld; de velden fungeren nu als park. Het schootsveld loopt tot een nieuwe wijk met gemengde functies, La ligne. Hogeschool Zuyd vond er onderdak, net als de bibliotheek, Museum De Domijnen en het filmhuis. Er zijn woningen en winkels - die vrijwel allemaal leeg staan. La ligne, naar een ontwerp van Jeanne Dekkers, ligt tussen het Schootsveld en Rijksweg-Noord en is gebouwd rondom een centraal plein; de vierde wand van het plein is open gelaten, om zicht te houden op het oude centrum en de kerk. In Museum De Domijnen is tot eind oktober de expositie Uit het leven van een vlinder te zien van Stefan Cools, een aanrader. We wandelen over het schootsveld naar de Stadstuin, in 1993 ontstaan uit de voormalige tuinen van het Ursulinenklooster. Naast de nog aanwezige begraafplaats van de Ursulinen staat er een monument voor de vermoorde joden uit Sittard en omgeving. De Stadstuin omvat ook een stuk van de stadsgracht, enkele rozenperken, een perenlaantje en een speeltuintje. Sinds de restauratie van het Kloosterkwartier is de oude doorgang door de wal weer hersteld. In de Stadswal bevindt zich bijna zeker nog een groot deel van de oude stadsmuren die vermoedelijk kort voor of rond 1300 zijn gebouwd. De muren werden later ‘aangeaard’ om de kanonskogels in het zand te laten smoren. De wal is van oudsher met linden beplant, de oudsten daarvan zijn ca 200 jaar oud. In de muren van de wal zijn bijzondere en soms zeldzame planten zichtbaar. Meer groen is te vinden in de diverse tuinen die verderop zijn aangelegd. Wij sluiten af met een bezoek aan kloosterhotel Merici waar Harold Janssen met een voorbereidingstijd van maar liefst 24 jaar aan heeft gewerkt. De restauratie en herontwikkeling heeft geresulteerd in een luxueus hotel met brasserie, wellness en restaurant in de ‘catacomben’ van de stadswal. Voorlopig houden we het op een mooi gelegen terras om de wandeling af te sluiten.
Scan de QR code met uw telefoon en volg de route in Sittard online. Het nieuwe Ligne-complex van architecte Jeannen Dekkers met onder meer Hogeschool Zuyd, de bibliotheek, Museum De Domijnen en het filmhuis.
Er stond een ladder die naar de binnenruimte van de brug wees zonder er een verbinding mee te maken. Ik legde een bal op de top van de brug en liet die naar beneden rollen, wachtend op iemand. En daar was het dan, het moment.’
interieurarchitect ben ik altijd geïnteresseerd geweest in de verbinding tussen mens en ruimtelijke omgeving, in datgene wat ons laat voelen wat we voelen.
VOOR DE GEEST
18
‘HET MOMENT van spelen is het moment van vrijheid. Speelsheid is een gemoedstoestand. Ik kom uit Iran, een islamitisch land met een strikte interpretatie van de islamitische wet. Een land waar respect voor tradities, overtuigingen en religie gewoon zijn en je voorzichtig leeft om anderen niet in verlegenheid te brengen. Voor mij was Maastricht als een nieuw begin, een nieuw leven in een andere wereld. Waar mensen druk zijn, soms gestresst, met afspraken en deadlines. Maastricht is een warme en gezellige stad waarbij ik soms voel dat mensen opgesloten zitten in hun comfortzone, en vergeten zijn hoe ze vrij en speels kunnen zijn. Maar ben ik zelf speels? Ik was niet vrij daar, en ik voel me hier niet vrij. Die verschillen in vrijheid was de grootste uitdaging toen ik begon aan de Academie van Bouwkunst. Aanvankelijk werd ik geïnspireerd door de film Wings of Desire. Die laat zien dat vrijheid niet alleen voor mensen maar ook voor engelen een obsessie is. Mijn bedoeling was om van de stedelijke gebieden in Maastricht een speeltuin te maken, waarbij een circus als model diende voor de samenleving van de homo ludens, de spelende mens. In dat spel stellen architecturale interventies eerder een vraag dan dat ze een antwoord geven. Bruce Nauman, de Amerikaanse kunstenaar die voortdurend speelt met verwachtingen en percepties, inspireerde mij in dat proces. De locatie die ik heb gekozen, is een half gesloopte afslag van een brug. Het restant is een perfect vertrekpunt om de speelsheid
NIEUWE ARCHITECTEN IN BEELD
‘ALSBLOEMWINKELALSFRANS-ZWITSERSE
Architectuurstudenten in Maastricht behalen in vier jaar tijd de titel Master of Science. In het eerste jaar maken ze kennis met de balans tussen artistieke en technische inzichten, in het tweede jaar wordt gewerkt aan het bouwkundig ontwerpend vermogen. In het derde jaar krijgen ze ruimte voor het eigen onderzoekend vermogen waarbij aan de studenten wordt gevraagd om een scriptie te schrijven over een thema dat de basis vormt voor het afstudeerproject. In het vierde jaar wordt dat verder uitgewerkt in een bouwontwerp of bouwvoorstel. Na afronding van de opleiding kunnen de studenten zich inschrijven in het Architectenregister. Op deze pagina’s presenteren we drie architectuurstudenten van onze opleiding.
CLÉMENTINE LUMIA DE STAD
De Master of Arts-opleiding aan de Academie van Bouwkunst Maastricht bood mij de mogelijkheid om onderzoek te doen naar de rol van emoties en empathie in kunst en architectuur; pretentieloos
als een virus in de stad te verspreiden. Voor de eindpresentatie heb ik een tent op de locatie gezet om het project te presenteren en een oogje in het zeil te houden.
NOZHAN SPEELTUINAGHAEI
19 ontwerpen heeft me geleerd mensgerichte concepten te ontwikkelen. Door tijdens de pandemie naar Maastricht te komen, voelde ik me losgekoppeld van anderen en mezelf, waardoor ik op zoek ging naar wat ik weer normaal kon voelen. Geïnspireerd door kunstenaars, architecten en schrijvers als Lewerentz, Blossfeldt en Baudelaire wilde ik menselijke verbindingen terugbrengen in stedelijke omgevingen.
‘MIJNTOEKOMSTVANALSINEENSTORTINGDEBEGINONZEPASSIE
Het project bracht me het besef dat de Westerse systemen op instorten staan, en dat we ons daar op moeten voorbereiden. Pandemieën, financiële crises, oorlog en klimaatverandering zijn slechts enkele scenario’s binnen dit instortende systeem.
OSARIEME ISOKPAN
voor ontwerpen ontstond meer dan 16 jaar geleden toen ik experimenteerde met tekenen, schilderen, tie-dye/batik en fotografie als verbinding tussen mijzelf en de wereld. Architectuur werd de brug die mijn passie voor kunst/ creativiteit verbond met mijn interesse in systematische benaderingen. Tijdens de pandemie begon ik aan mijn master aan de Academie van Bouwkunst. Door de beperkingen kon ik geen diepe menselijke verbindingen maken; ik verbond me vooral met de gebouwde omgeving. Elke hoek van de stad had een element dat mijn interesse wekte. Het viel me op hoe de gebouwde vormen verschillen met Lagos en Brighton, de steden waar ik opgroeide. Ik streef ernaar dat mijn werk een verhaal vertelt dat voortkomt uit persoonlijke ervaringen; deze scenario’s probeer ik te delen met zorgvuldig geïllustreerde tekeningen en samengestelde teksten. Geboren in Nigeria ben ik geïnspireerd door mijn liefde voor de Afrikaanse cultuur. Haar levendigheid en rijkdom aan materialiteit en geschiedenis is voor mij een bron van inspiratie. In het essay bij mijn afstudeerscriptie Learning from Slums; the New Vernacular definieer ik sloppenwijken als lokale architectuur. Mijn case study is Makoko, een op water georiënteerde gemeenschap in Lagos. In mijn onderzoek streef ik ernaar de negatieve connotaties bij dit soort gebieden te zien als nieuwe bronnen van ontwerpinspiratie. Ik besloot van deze gebieden te ‘leren’ en ze in de Europese context te brengen.
Door het verlies van identiteit in grootstedelijke steden door gebrek aan natuur groeide bij mij, na de zware covidjaren, het concept van eenheid en delen. Vergelijk het met een bloemenwinkel, waar het kopen van bloemen een belichaamde ervaring is die een verbinding vormt tussen ons, de winkel en de omgeving. Een bloemenwinkel is gebaseerd op de dualiteit van emoties en het gebrek eraan, op het vertrouwen in de bloem zelf, haar cultuur en betekenis, als een eerlijke pool van groei, verval en werkelijkheid, in een industriële en culturele omgeving zoals het stadscentrum van Maastricht. De stad is als een boeket bloemen: de gebouwen tonen hun visuele persoonlijkheid en hun functies: de winkel, de werkplaats, de kas. De morfologie en materialiteit hebben als doel te resoneren met de groei en expansie van de bloem. De groeiende pijpen, de bloeiende ramen, de botanische tuinmist en de bewegende gordijnen hebben allemaal gevoel voor industriële compositie en delicatesse, waardoor de bloem zich met zijn kleur, vorm en structuur laat zien als een kunstwerk. De structuur, het golvende beton, de blootstelling aan de zon, het spel van licht en schaduw laten het gebouw bewegen door tijd, weer en seizoenen. Zo creëert de winkel een levendige spanning tussen de schoonheid van bloemen en de banaliteit van functionaliteit in het dagelijks leven.
Mijn project concentreerde zich op overstromingen; de concepten zijn ook van toepassing op andere acute crisissituaties. Onderdeel daarvan is een gids die aangeeft hoe je als individu moet reageren. Zo verandert de rol van de architect. Ik wil de onvermijdelijke ineenstorting omarmen, omdat het niet het einde is, maar het begin van onze toekomst.’
Het Maankwartier van kunstenaar Michel Huisman uit 2019 rijst voor ons op en vanuit de aanlooproute zien we meteen hoe grootschalig dit stationscomplex is. Hier zijn winkels, kantoren, woningen, een hotel, twee parkeergarages en het nieuwe station van Heerlen gerealiseerd in een mediterrane stijl met loggia’s. Het oogt als een opera-decor. De citadelopzet maakt met haar hoge wanden een eigen wereld, losgekoppeld van de Heerlense binnenstad.Overeensteile hellingbaan lopen we de winkelstraat in. Beneden worden we opgewacht door Bioscoop Royal (1937) van architect Peutz. Ga naar binnen en loop het trappenhuis op om te genieten van dit prachtige gebouw. Het was bioscoopexploitant Max van Bergen die Frits Peutz indertijd de opdracht gaf om een bioscoop te ontwerpen; het met beton en glas gebouwde complex was in 100 dagen klaar. Het theater had 1100 stoelen en kent een rijke geschiedenis. Door de komst van het Maankwartier is de ligging van de bioscoop veranderd; door de maatvoering in de omgeving is het Peutz-icoon een beetje weggevallen. We lopen de winkelstraat in richting Bongerd. Ivo wijst ons op het opknappen van de gevels en andere manieren waarop de leegstand in de binnenstad wordt aangepakt. Waar Heerlen ten tijde van de bloeiende mijnbouw de grootste warenhuisdichtheid van Nederland kende en de nieuwe zakelijkheid zegevierde, werd dat allengs minder toen de mijnen eenmaal dicht waren. Het architectuurprogramma IBA-Parkstad moet Heerlen en omgeving voorzien van nieuwe impulsen. De Internationale Bauausstellung (IBA) is een Duits concept dat in 1901 begon als een tentoonstelling voor eigentijdse stedenbouw. Ruim 120 jaar later is IBA een formule die stad en regio nieuwe impulsen moet geven op het gebied van economie, ruimte en samenleving.
Architect, musicus en boekenmaker Ivo Rosbeek is een geboren en getogen Heerlenaar. Hij leidt ons door een stad die zich laat lezen door het rijke, 20ste eeuwse mijnbouwverleden. Een stad ook die in die periode opvallend veel goede architecten voortbracht. ‘Het is te veel om op te noemen.’
TEKST FLOOR VAN SPAENDONCK \ FOTO’S PHILIP DRIESSEN
HEERLEN >>
STAD VAN MIJNEN EN ARCHITECTEN
20 W e vertrekken bij het voormalig CBS-gebouw, nu Carbon6 genaamd, een creatief werkgebouw waar Ivo Rosbeek zijn architectuurbureau heeft. Zowel gebouw als locatie is symbolisch voor Heerlen, omdat het Centraal Bureau voor de Statistiek zich hier vestigde ter compensatie van de mijnsluitingen in de jaren zeventig. In augustus 1976 werden hier, na de sluiting van de OranjeNassaumijn, de 135 meter lange schoorstenen Lange Jan en Lange Lies gesloopt.
Architect Gerard Snelder ontwierp het CBS-complex met een rechthoekig grid van zestien gelijkvormige hallen waarbij de omsloten binnenplaats een voortzetting is van de binnenruimte bij de entree. De structuur van het gebouw kent dezelfde opzet als het Gouvernement in Maastricht, eveneens van Snelder, en sluit qua stijl aan bij het structuralisme. We lopen over de parkeerplaats met de door Maurer United ontwikkelde zonnepanelen en langs de twee overgebleven schachtgebouwen van de Oranje Nassau Mijn; ze horen tot de weinige fysieke restanten van het Heerlens mijnverleden en huisvesten het Mijnmuseum. Als we langs het spoor lopen zien we links een groen gebouw, het voormalige hoofdkantoor van de Oranje-Nassau Mijn, ontworpen door architect Dirk Roosenburg, de grootvader van Rem Koolhaas. Het is een van de eerste kantoorgebouwen waarbij de wanden verplaatsbaar waren en flexibel werken mogelijk werd.
21
Ivo Rosbeek, architect, muzikant, docent en boekenmaker (Heerlen, 1976) groeide op in een artistieke familie met een drukkerij van hoogwaardige kunst- en architectuurboeken. Hij studeerde aan de TU in Eindhoven en werkte mee aan het boek The Eye Embodied, over de Mexicaanse architect Luis Barragàn, van Wim van den Bergh. Hij werkte tien jaar bij Jo Janssen Architecten in Maastricht, waar hij één van de projectarchitecten was van het gelauwerde sociale zijnTreebeek.woningbouwprojectIn2017begonhijeigenarchitectuurstudio
waar sinds 2003 ook muziek wordt gecomponeerd en geproduceerd. Rosbeek werkt twee dagen per week als docent aan de Architectuur Academie Maastricht.
Restant van de mijn Oranje-Nassau.
Zicht op het Maankwartier, de nieuwe, door kunstenaar Michel Huisman ontworpen stationswijk in Heerlen.
De plaatsing van de ramen (typisch Peutz) is gedaan volgens de verhouding van de gulden snede. Momenteel wordt het Raadhuis verbonden met het nieuwe, door Mecanoo ontworpen Stadskantoor We lopen naar het door Jan Stuyt in 1912 ontworpen Tempsplein. De bouwstijl van de woningen heeft expressionistische invloeden van de Amsterdamse School, onder meer zichtbaar bij de witgeschilderde houten kozijnen in de zijlichten naast voordeuren. Ivo wijst op de kwaliteit en luxe van de panden, een weerspiegeling van het rijke mijnverleden van Heerlen.
We slaan de hoek om naar de Oude Lindestraat 1 om het woonhuis en kantoor (1931) van Frits Peutz, gedurende een groot deel van de 20ste eeuw een beeldbepalende architect in Heerlen, te bekijken. Hier woonde hij met het gezin van veertien kinderen. Opvallend is de luifel, een terugkerend element in zijn ontwerpen. Een trap leidt naar de voordeur met in het midden van het langgerekte raam een kleine ronde opening waar opgerolde bouwtekeningen doorheen konden. Het hoge stalen raam aan de zijgevel kennen we van de toepassing aan de achterzijde van het Glaspaleis; aan de zijgevel is het beeld De bokkenrijder van Charles Vos te zien. Op de andere hoek, Kruisstraat 80, staat het kantoorpand dat Peutz in 1954 liet bouwen toen zijn kantoor aan huis te klein werd.
Ivo wijst ons op een volgend kruispunt, met drie gebouwen van architect Theo Boosten. Aan de overzijde staat het kantoor van een andere spraakmakende Heerlense architect, Laurens Bisscheroux –alweer een pand dat de moeite waard is om meer van te gaan zien. Heerlen is een stad die zich laat lezen door het rijke, 20ste eeuwse mijnbouwverleden, een stad ook die in die periode opvallend veel goede architecten voortbracht. De architecturale rijkdom is te veel om op te noemen – en dan hebben we het nog niet eens over de talrijke muurschilderingen waarmee Heerlen in deze eeuw enige faam heeft opgebouwd. Zo blijft er genoeg over om een volgende architectuurwandeling te maken.
22 We stoppen bij Bongerd 2, het pand van Apotheek Claessens, ontworpen door architect Jos Klijnen in de sfeer van De Stijl, een favoriete bouwstijl van Ivo. Vanuit de Bongerd kun je ook Schunck zien, in de volksmond het Glaspaleis, door Frits Peutz ontworpen als een gestapelde marktplaats. Het gebouw, een vierkante glazen doos, herbergt nu het Heerlense cultuurhuis Schunck. We lopen door naar het eveneens door Peutz ontworpen Raadhuis (1948). Het gebouw heeft een iets naar buiten wijkende dakrand en een bijzondere grote glaspartij aan de Raadhuisstraatzijde. De zuidgevel heeft een balkon, de westgevel heeft zuilen die verwijzen naar de Romeinse tijd, de noordgevel heeft het beeld van Pancratius met het wapenschild van Heerlen en de oostgevel heeft een ronde erker – hier bevindt zich de burgemeesterskamer.
Woonhuis en kantoor (1931) van architect Frits Peutz.
Raadhuis van Heerlen, ontworpen door Fritz Peutz (1948).
23
Architect Ivo Rosbeel bij de door Jos Kleinen ontworpen Apotheek Claessens aan de Bongerd.
Scan de QR code met uw telefoon en volg de route in online.Heerlen Voormalig hoofdkantoor van de Oranje-Nassau, ontworpen door architect Dirk Roosenburg.
NOV 2022 02 SEP 9Boschstraat — MaastrichtAS6211 BEU2022-001 WTK POSTER_A2.indd 1 29-07-2022 09:08