Special 'You Know I Am Not There'

Page 1

+ EXPO

HOOGTEPUNTEN VAN HET NEDERLANDSE REALISME TE GAST IN STEDELIJK MUSEUM BREDA


DICHTER BIJ DRAKE In de expositie You Know I Am Not There over Nick Drake is de jonggestorven musicus even afwezig als aanwezig. De Eindhovense kunstenares Danielle Lemaire woont door middel van haar tekeningen en verzamelde archivalia en objecten als het ware tijdelijk met hem samen. DOOR AD HIMMELREICH

De autotocht naar de atelierwoning van Danielle Lemaire in het Eindhovense stadsdeel Tongelre leidt over brede stadswegen, langs oneindige rijen woningen en voortuintjes en allerhande bedrijfjes. Achter een tankstation sla ik af naar een half verborgen smalle weg langs een spoorwegtalud. Het is een verstild oord, een plek waar aangeplante bomen en onkruid een gelukkig leven lijken te leiden, een ‘vouwlijn’ in het stedelijke patroon: precies daar waar het onverwachte zich het beste zou kunnen openbaren. Stadsnatuur is tenslotte ook natuur, een omsloten tuin waarin men zich kan afzonderen.

You Know I Am Not There

2

Lemaire serveert thee met een lichte dropsmaak. Zij spreekt met een levendigheid die allerminst op een introvert karakter wijst en overweldigt met de resem activiteiten die ze tot stand brengt. Die opgewekte gedrevenheid zou je niet direct associëren met het dromerige, bijna oplosbare universum van Nick Drake, het onderwerp van haar expositie You Know I Am Not There in Stedelijk Museum Breda. Danielle Lemaire (Prinsenbeek, 1967) bracht haar jeugd grotendeels door in Breda en werkte er als zelfstandig kunstenaar van 1990 tot en met 2018. Het kunstenaarschap heeft ze niet van vreemden. Komend vanuit Indonesië (toen Nederlands-Indië) vestigde haar vader zich midden jaren vijftig in Breda, waar hij na een opleiding aan de Academie Sint Joost een carrière opbouwde als illustrator en graficus. Dochter Danielle wilde aanvankelijk kunstdocent worden, beschouwde tegelijk de kunst als ultieme vrijplaats voor existentiële vragen. Voor haar is kunst integraal onderdeel van het leven en vervult daarin een dienende rol. Het werken in verschillende disciplines is voor Lemaire het meest natuurlijk. Ze maakt tekeningen, schilderijen, boeken, geluidsdragers, films en geluidsperformances en beheert het eigen label Inner Landscapes. Daarnaast werkt ze als programmeur en curator bij podium en productiehuis Extrapool in Nijmegen. Ook stencildrukkerij Knust Press is deel van Extrapool - bij deze ‘pioniers op risostencilgebied’ laat zij regelmatig haar drukwerk uitvoeren. Terwijl ze doorpraat bekijk ik tekeningen in verschillende formaten,

een enkele meer dan manshoog. Zo in het echt voor mijn ogen begrijp ik Lemaires taal beter. In fijne lijntekeningen omcirkelt zij reële en vermeende elementen uit de wereld van Nick Drake. Nick Drake: een musicerende dichter De jonggestorven Engelse singer-songwriter Nick Drake (1948-1974) liet geen omvangrijk oeuvre na. Zijn bijna onwereldse, verstilde muziek werd door Ashley Hutchings van Fairport Convention ontdekt, die Joe Boyd tipte om met deze veelbelovende jonge muzikant te gaan werken. Maar de poëtische intensiteit van zijn muziek was bepaald geen garantie voor goede verkoopcijfers. Pas na zijn dood groeide een brede schare fans. Gelet op de grote hoeveelheid covers van zijn songs leeft Drakes muzikale nalatenschap gestaag voort. Tel daarbij een zekere mythevorming op rondom zijn persoon die mede is ingegeven door zijn klinkende kwetsbaarheid en vroege overlijden, en je hebt de nodige ingrediënten voor een cultus. In het werk van singer-songwriters ligt de nadruk doorgaans op de tekst. Inspiratie vond Nick Drake zeker in de Engelse romantische poëzie, zoals van Wordsworth en wellicht Coleridge, bevriende dichters die begin negentiende eeuw een poos verbleven in het ruige Lake District. Het lezen van romantische literatuur is nog steeds onderdeel van de opvoeding in gegoede Britse milieus, die ook Drake had ondergaan. We vinden een vergelijkbare achtergrond terug bij de tien jaar jongere Kate Bush, die er met haar hit Wuthering Heights uit 1978 een uitbundig gothic gestileerde vorm aan gaf. Ook haar werk komt deels voort uit een beweging die de innerlijke beleving vooropstelt boven analytische lezing van literaire teksten. Net als veel generatiegenoten vond Nick Drake inspiratie in het visionaire oeuvre van dichter, schilder en graficus William Blake (17571827). Meer nog dan bij de Lake Poets vinden we in Blakes teksten en verbeeldingen een uitgesproken afkeer van de heersende systemen en de opkomende industrialisatie als van het daarmee gegroeide materialisme en egoïsme. Het werk van Blake staat ook vandaag de dag weer in de


Beyond Our Shadows, 2020, potlood op papier, 222 × 150 cm

You Know I Am Not There

3


Molly’s Universe, 2019, conté en acrylverf op papier, 50 × 65 cm

Albion Boy, 2019, potlood en acrylverf op papier, 50 × 65 cm

Strange Meeting, 2019, conté en acrylverf op papier, 150 x 113 cm

belangstelling, zoals in de onlangs vertaalde roman Jaag je ploeg over de botten van de doden van de Poolse Olga Tokarczuk.

You Know I Am Not There

4

Het pad achter het huis ‘De werken voor de expositie zijn net opgehaald’, merkt Lemaire terloops op. Ze zijn tot en met 7 november te zien in Stedelijk Museum Breda. Die expositie bestaat onder meer uit tekeningen van verschillende afmetingen. Overal is Nick Drake aanwezig. De contétekening Did Nick Walk Here? uit 2019 is met 95 x 210 cm één van de grootste: een landschap waar Drake zou kunnen of wel moet hebben rondgelopen. Lemaire heeft er het pad achter Drakes huis afgebeeld, dat aan de einder lijkt op te lossen in een psychedelische lijnenwolk. Zelfs de door het perspectief van het pad gesuggereerde horizon, de enige schijnbare rechte die lijkt te zijn toegestaan, lost uiteindelijk op in wilde rondingen. Eronder staat ‘Sweet Pain’, geciteerd uit een brief over Drake, die Lemaire ontving van de in Berlijn werkende singersongwriter Lulu Kallinen.

In andere tekeningen is Drake in persona aanwezig achter zijn lange haren, die Lemaire in lange zwarte contélijnen als het ware heeft uitgekamd, even zorgvuldig als de psychedelisch kringelende uitlopers. Lemaire presenteert in de expositie ook haar eigen muziek, een korte film en een blog met onder meer interviews met cruciale kenners van Nick Drakes muziek. Voor diens songs zelf moeten wij thuis zelf op zoek gaan. Misschien is het juist die zachte stem van Drake die bij een kunstenaar van nu appelleert aan een zinnelijke, intuïtieve wijze van kijken naar de wereld. Zou dit ook te maken hebben met de steeds belangrijkere stem van vrouwelijke kunstenaars in het kunstlandschap? Het gevoel voor onderling corresponderende werkelijkheden en de toepassing van verschillende kunstdisciplines lijken bij hen vanzelfsprekender te zijn. Los hiervan is er al een tijdje veel aandacht voor het verschijnsel singer-songwriter. Lemaire noemt als voorbeelden Bob Dylan, Donovan, Judy Collins, Joan Baez, Joni Mitchell, Vashti Bunyan. Ver van de vele


foto Studio Tromp Phototgraphy

Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie die Danielle Lemaires tekeningen en haar onderzoek naar Nick Drake samenbrengt. De beelden zijn omlijst met essays van Leonor Faber-Jonker, Lieneke Hulshof en Adam Scovell over het kunstenaarschap van Danielle Lemaire, de aantrekkingskracht van Nick Drake en het fascinerende fandom dat deze muzikant omgeeft. Uitgegeven bij The Eriskay Connection, verkrijgbaar in de museumshop In aanvulling op de tentoonstelling heeft Stedelijk Museum Breda in samenwerking met schrijver Daphne Rieken een blog ontwikkeld waarop het onderzoek naar de mysterieuze Nick Drake doorgaat. Het blog wordt regelmatig aangevuld met verhalen, filmpjes, muziek, interviews, en items uit het onderzoek van Danielle Lemaire. Iedereen kan reageren en eigen verhalen in relatie tot Nick Drake of de tentoonstelling delen. www.youknowiamnotthere.nl

The Dead Poet, 2019, potlood op papier, 74,5 × 105 cm

Nooit weggeweest Volgens de geschiedschrijving zouden een overdosis antidepressiva in Drakes lichaam en het naast zijn bed aangetroffen Mythe van Sisyfus van Albert Camus wijzen op zelfmoord. Door zijn entourage wordt deels tegengesproken, deels geloofd dat hij niet langer wilde leven. Lemaire is tijdens het bestuderen van Drakes leven en werk, het wetenschappelijk klinkende woord ‘onderzoek’ dat tegenwoordig veel door kunstenaars gebruikt wordt, vermijdt ze, ook gestoten op lieden, die ten onrechte beweerden dichtbij Nick Drake te hebben gestaan

en het derhalve menen beter te weten. Familie en vrienden, die als Vestaalse Maagden zijn nalatenschap beschermen, benadrukken juist dat kunstenaarschap, waar anderen weer zijn veronderstelde doodsverlangen benadrukken. De vraag is of dat er eigenlijk wel toe doet. Nick Drake leefde zo intens dat hij van de wereld vervreemdde. Ter illustratie noemt Lemaire de lange vingernagels die je tegen het einde van zijn leven bij hem zag. Wellicht is het kunstenaarschap zelf de belichaming van het absurde, dat Camus beschrijft: het besef van onze eindigheid en de onvermijdelijke dood. Wie Drakes breekbare stem zo lang na dato hoort, waant zich in een geologische tijd, die zich uitstrekt voorbij de grens van ieders eigen leven. Hij lijkt nooit te zijn weggeweest, maar hooguit overstemd door de stelligheid van luidere muziekstromingen die sindsdien de revue zijn gepasseerd

.

DANIELLE LEMAIRE - You Know I Am Not There. T/m 7 november.

5 You Know I Am Not There

matig getalenteerde zingende-m/v/x-met-gitaar op Youtube spits je je oren bij hedendaagse singer-songwriters als Bill Calahan, Kimya Dawson of Eerie Wanda, Johanna Warren. De twee laatstgenoemden maken deel uit van het zijprogramma bij de tentoonstelling. Dit deel van de muziekwereld vormt een oneindig vertakte familie, die een vrijplaats wil zijn tegen commercie en controle, tegen fysieke macht en meetbaarheid.


EEN HERONTDEKKING

Jan Mankes, Zelfportret met uil, 1911. Collectie Museum Arnhem, foto Peter Cox

Nola Hatterman, Stilleven met borstplaat, 1929. Collectie Museum Arnhem. foto Peter Cox

You Know I Am Not There

6

Ali Goubitz, Portret van Wil Gronert, 1937-1942. Collectie Museum Arnhem. foto Marc Pluim


VAN DE REALISTEN

+ EXPO

Sinds de grote expositie Les Réalismes in 1980 in Parijs hebben de Nederlandse Realisten definitief hun plek in de Europese kunstgeschiedenis. Stedelijk Museum Breda presenteert een belangrijke selectie Realisten uit Museum Arnhem. ‘In principe zijn alle tijden onzeker, alleen wordt in bepaalde periodes onzekerheid zelf een vooraanstaand onderwerp.’ DOOR AD HIMMELREICH

Behalve een keuze uit de collectie realistische schilders uit het Arnhemse museum worden in Breda werken getoond uit eigen collectie van Toon van de Muysenberg, en bruiklenen uit particulier bezit van Carel Willink en Herbert von Reyl. Hiermee plaatst het museum een eigen stempel op de tentoonstelling Realisten. Correcter is het trouwens te spreken van Neorealisten, bij enkele schilders van Magisch realisten. Het ‘neo’ dient ter onderscheiding van de negentiende-eeuwse Realisten vanaf Courbet, via Corot en Barbizon tot de Haagse School. De Neorealisten uit het Arnhems museum stammen vooral uit de jaren tussen de beide wereldoorlogen, het zogeheten Interbellum. Of en in hoeverre de schilderijen die tijdgeest weerspiegelen, ligt deels aan onze huidige blik. Elk van de kunstenaars gaven, in hun eentje in het atelier, op het doek vorm aan hun ideeën en fantasieën. Maar een zekere beklemming hebben hun werken wel gemeen. Het bewijs vertoont zich vanzelf wanneer we de meer monumentale schilderijen bekijken van Carel Willink en Pyke Koch, de stillevens van Raoul Hynckes en Johan Mekkink, het gelaat van de zieke Dick Ket. En minstens even grote contrasten kunnen we waarnemen tussen het werk van Jan Mankes en dat van Charley Toorop of dat van de ‘Meester van het grijs’ Wim Schuhmacher. Tezamen vormen ze een belangrijk smaldeel in de Nederlandse schilderkunst uit het Interbellum. Mogen deze kunstenaars inmiddels behoren tot de canon van het Nederlandse realisme, minder bekend zijn de frisse kleurrijke landschappen van Ali Goubitz. Ook een Nola Hatterman krijgt hier terechte aandacht. Als vrouwelijke kunstenaars zijn ze pas later in de Arnhemse collectie opgenomen. Hattermans portretten van Surinaamse personen ademen een natuurlijke elegantie, die alleen kan komen van iemand die met dat land vertrouwd is. Opmerkelijk in deze tentoonstelling is het werk van de in Breda geboren graveur en schilder Toon van de Muysenberg. Hij valt op door zijn naturalistische, wat naïef geschilderde landschappen en dorpse taferelen. Deze kunstenaar vond overigens dat kunst in dienst van het volk hoorde te staan. Een interessant contrapunt vormen de werken van de Oostenrijkse kunstenaar Herbert von Reyl-Hanisch. Deze schilder is in ons land vrijwel

onbekend, wellicht omdat wij weinig binding hebben met de MiddenEuropese kunst en cultuur. Von Reyl schilderde naakten, portretten en landschappen geschilderd vanuit zijn woning in Vorarlberg, waar hij zich uiteindelijk vestigde. Het Neorealisme beschouwde hij als een terugkeer naar de orde van de natuur. Zijn landschappen zijn ‘Seelenlandschaften’ (landschappen van de ziel) vol menselijke emoties en gevoelens. Naast portretten van figuren uit de gegoede burgerij, schilderde hij beelden van oorlog, geweld en revolutie. Het is verleidelijk de hier getoonde schilderijen in verband te brengen met de huidige onzekere tijden. In principe zijn alle tijden onzeker, alleen wordt in bepaalde periodes die onzekerheid zelf een vooraanstaand onderwerp. Over realistische schilderkunst is in de vorige eeuw het nodige te doen geweest. Na de Tweede Wereldoorlog werd de kunstopvatting in verband gebracht met de artistieke voorkeuren van totalitaire regimes als NaziDuitsland en de Sovjet-Unie. Enkele realistische schilders sympathiseerden daadwerkelijk met het fascisme. Pyke Koch bewonderde Mussolini. Maar onwelkome ideeën of gedragingen hoeven de artistieke kwaliteit niet in de weg te staan, integendeel; helaas zien wij ook in onze tijd dat velen dit onderscheid niet kunnen maken. Realistische kunst heeft altijd kunnen rekenen op een grotere populariteit dan de kunst van de avant-garde. Na de oorlog gold met name de abstract-expressionistische kunst als ‘goed’. Een expositie in Arnhem in 1960 getiteld De bange jaren dertig bracht de Neorealisten voor het eerst samen. Hun schilderijen kunnen in verband worden gebracht met angst en onzekerheid over de crisis en de oorlogsdreiging. Met argwaan tegen de moderne kunst ook. Vanaf de jaren 70-80 verdween de tegenstelling ‘abstract versus realisme’. De grote expositie Les Réalismes 1919-1939 in 1980-81 in het Parijse Centre Pompidou plaatste de Nederlandse Neorealisten als regionale tak in een veel bredere, Europese samenhang. De huidige jongere generaties staan niet meer in de slagschaduw van de Tweede Wereldoorlog of de Koude Oorlog. Onze tijd stelt ons voor andere problemen en uitdagingen zoals de identiteitspolitiek, met haar aandacht voor minderheden. Met Realisten nodigt Stedelijk Museum Breda ons uit om een als bekend veronderstelde collectie uit eigen land met nieuwe ogen te ontdekken

.

REALISTEN - Meesterwerken uit Museum Arnhem. T/m 30 mei in Stedelijk Museum Breda. Ook te bekijken als 3D tour op stedelijkmuseumbreda.nl

7 You Know I Am Not There

Soms wordt de verbouwing van een museum een win-win situatie voor twee. Zoals in het geval van Museum Arnhem. Het museum wordt momenteel verbouwd en uitgebreid naar een ontwerp van Benthem Crouwel Architecten. Ondertussen is een deel van de collectie op bezoek in Stedelijk Museum Breda, het jongste stadsmuseum van Nederland.


STEDELIJK MUSEUM BREDA

Boschstraat 22 4811 GH Breda +31 (0)76 529 9900 info@stedelijkmuseumbreda.nl stedelijkmuseumbreda.nl

Stedelijk Museum Breda is een ideaal vertrekpunt voor iedereen die de geschiedenis en de kunst van Breda en omgeving wil beleven en ontdekken. Naast een overzicht uit de vaste collectie toont het museum wisselende tentoonstellingen waarin kunstenaars, actuele thema’s of historische onderwerpen centraal staan. Ook besteedt het museum aandacht aan digitale cultuur. Start je bezoek aan de stad dus bij Stedelijk Museum Breda, bijvoorbeeld met een drankje in de Espressobar (zodra deze weer open mag), een bezoek aan de tentoonstellingen en een kijkje in projectruimte NEXT. Wat speelt er in de stad? Dat zie je in NEXT. Het museum werkt doorlopend samen met maatschappelijke of culturele organisaties en verenigingen en draagt bij aan verschillende initiatieven.

You Know I Am Not There

8

Daarna loop je vanuit het museum zo de eeuwenoude binnenstad in. Rond het museum zijn volop mooie winkels en sfeervolle cafés en restaurants te vinden. De oude verdedigingswerken kun je lopend óf met een bootje verkennen en de stad van boven bekijken als je de toren van de eeuwenoude Grote Kerk beklimt. Of bezoek het Begijnhof dat al meer dan 750 jaar bestaat. Ook op loopafstand van het museum: De expositieruimte van Club Solo, een kunstenaarsinitiatief voor Nederlandse en Belgische beeldend kunstenaars, en het Chassé Theater.

foto René de Wit

AGENDA

t/m 16 mei ZIEK & GEZOND #2 In CollectieLab t/m 30 mei REALISTEN - Meesterwerken uit Museum Arnhem t/m 31 oktober HELEN VERGOUWEN Evenwicht in Cortenstaal t/m 7 november DANIELLE LEMAIRE You Know I Am Not There

OPENINGSTIJDEN Maandag gesloten Dinsdag t/m vrijdag geopend van 11.00 – 17.00 uur Zaterdag en zondag geopend van 10.00 – 17.00 uur

BEREIKBAARHEID TICKETS Het museum ligt op tien minuten lopen van station Breda, net voorbij stadspark Valkenberg. Volg de bewegwijzering naar de centrumzijde van het station. Voor je zie je stadspark Valkenberg. Loop het park helemaal door en houd links aan, richting Vlaszak. Je nadert nu een kruispunt. Steek dit over richting de Boschstraat. Aan je rechterzijde vind je het museum. Ben je rolstoelgebonden of slecht ter been? Stedelijk Museum Breda is geheel toegankelijk voor alle bezoekers. Openbaar vervoer Pak stadsbus 2, 4, 5, 6, 7, 115, 119, 132, 311, 312, 316, 325, 326 of 327 richting centrum. Stap uit bij halte Vlaszak, de eerste stop vanaf het station. Plan je reis via bravo.info Parkeren Parkeerplaats Beyerd Vlaszak, (mobiel) betaald parkeren: ma t/m za 07.00 - 20.00 uur, koopzondag 13.00 - 18.00u. Parkeergarage Het Turfschip, 24/7 (mobiel) betaald parkeren. Je fiets parkeren kan kosteloos in de bewaakte fietsenstallingen Oude Vest en Het Turfschip, of onbewaakt tegenover het museum.

Koop je e-ticket vooraf online en reserveer een tijdslot via stedelijkmuseumbreda.nl

MUSEUMSHOP

De museumwinkel biedt prachtige kunstboeken, bijzondere items voor je interieur, ansichtkaarten en leuke cadeautjes voor kinderen. Tip: Bij de tentoonstelling Danielle Lemaire – You Know I Am Not There is een set ansichtkaarten en een speciale publicatie uitgebracht.

foto Levi Trommelen

MEESTERWERK

In het museumcafé hangt een levensgrote kopie van een wereldberoemd schilderij met Breda in de hoofdrol: De overgave van Breda van de Spaanse schilder Diego Velázquez. Als je goed kijkt, zie je de schilder zelf staan, rechts van het paard.

Colofon Dit is een uitgave van Bodosz, in opdracht van Stedelijk Museum Breda bij de exposities Danielle Lemaire - You Know I Am Not Here en Realisten – Meesterwerken uit Museum Arnhem. De inhoud valt buiten de redactionele verantwoordelijkheid van Zuiderlucht. / Coördinatie: Bodosz, Christiane Gronenberg / Teksten: Ad Himmelreich / Cover: The Walk Away / Vormgeving: Obidesign, Annebeth Nies / Verspreiding: Zuiderlucht (bijlage bij ZL2/3 2021), Stedelijk Museum Breda


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.