ACADEMIE BEELDENDE KUNSTEN MAASTRICHT
FINE ARTS AND DESIGN MAFAD
FINE ART AND DESIGN IN EDUCATION FADE
ARCHITECTURE MAA
MEDIA DESIGN AND TECHNOLOGY MAMDT
NIEUWE START In deze special presenteren wij veertien afstudeerders aan de zogenaamde bachelor-opleidingen Beeldende Kunst, Architectuur, Autonome kunst, Design, Educatie en Media in Maastricht. De opleidingen vallen allemaal onder de paraplu van Zuyd Hogeschool. Onder de titel Graduation Festival exposeren deze studenten, samen met alle andere afstudeerders, hun werk in het academiegebouw aan het Herdenkingsplein. De Kunsten Faculteit Maastricht zal in september van start gaan met een nieuw management aangezien wij afscheid nemen van onze huidige faculteitsdirecteur Leo Swinkels. Leo heeft ons de afgelopen jaren door alle vernieuwingen geholpen en wij danken hem voor al zijn ondersteuning en inzet daarin. Ook starten we dit najaar met onze vernieuwde Master of Arts in Fine Art and Design. Een masteropleiding waar jonge professionals de toekomst van autonome kunst, media, het sieraad en educatie verkennen, waarbij het accent ligt op innovatie, experiment en talentontwikkeling. De kunstenaars worden in deze master uitgedaagd om een uitgesproken positie in te nemen ten opzichte van kunst en samenleving. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat ze met hun werk wezenlijk bijdragen aan het maatschappelijk debat en de rol van de kunstenaar of ontwerper in het algemeen. Bij hun onderzoek en oriĂŤntatie richten de masterstudenten zich zowel op de stad Maastricht als de internationale omgeving. Het programma zal zich richten op stedelijke, sociaal-culturele en artistieke innovatie. Professionals die vernieuwen en concurreren, zullen zich meer dan ooit moeten verdiepen in onze complexe, technologische en hybride wereld. Het verkennen van de toekomst van zal daar een eminente rol bij spelen.
2
Josef Bischofs Marloes Brouns Chequita Nahar Jos Schreurs
COLOFON Deze publicatie werd mogelijk gemaakt door Maastricht Academy of Fine Arts and Design en de Stichting Brand Cultuurfonds Limburg en valt buiten de redactionele verantwoordelijkheid van Zuiderlucht. Concept en realisatie: Bodosz Uitgevers | Fotografie: Jasper Groen | Teksten: Emile Hollman en Paul van der Steen| Vormgeving: Annebeth Nies/Obidesign.
MORENA BAMBERGER /
ROERMOND, 1994 / MAASTRICHT ACADEMY OF FINE ARTS AND DESIGN
WEG VAN DE BUBBEL “Ik ben altijd een eenzame dromer geweest. Dan bestaat de neiging om tijdens de opleiding je te blijven opsluiten in de bubbel van de academie en in je atelier de kunstenaar uit te hangen. Dat heb ik bewust niet gedaan. Ik heb de openbare ruimte opgezocht en ben mensen aan gaan spreken, hoeveel moeite me dat aanvankelijk ook kostte. Ik wilde dagelijkse patronen doorbreken en mensen en dieren meenemen in mijn magische wereld. Het was verbazingwekkend hoe mensen zich openstelden en interesseerden voor mijn werk. Ze zijn er ook onderdeel van geworden. Ik heb ze gefilmd. Sommigen hebben mijn maskers op gehad. Tegelijkertijd kon ik kennismaken met hun werelden en hun verhalen. Ik heb op een zorgboerderij gewerkt met mensen met een geestelijke beperking. Daarbuiten kwam ik ook heel verschillende types tegen: een medium, een halfwolf, mensen die thuis uilen houden. Centraal in mijn afstudeerwerk staat een droom die ik ooit had. Ik lag als jonge wolvenwelp en keek omhoog. Er was sprake van noorderlicht en het sneeuwde heel zachtjes. De roedel wolven was ook vlakbij. En ik voelde de intense liefde die ik in mijn thuissituatie lang niet heb gehad. Die droom betekende alles voor mij. In mijn werk zoek ik nu ook de verbinding en liefde die ik toen ervoer. De mensen die ik ben tegengekomen, zijn allemaal uitgenodigd voor mijn eindpresentatie. Ik ben heel benieuwd hoe ze nu reageren. Een montage van mijn filmopnames vormt straks een combinatie met een installatie waar ik het allergrootste lokaal voor ter beschikking heb gekregen. Twaalf bij twintig meter. Dat is veel ruimte om te vullen. Zo’n groot werk heb ik nog nooit gemaakt. Paars en roze zullen domineren. Dat zijn spirituele kleuren. Dat hoort bij mij.”
3
MICHELLE VAN ASPEREN /
VEGHEL, 1994 / MAASTRICHT ACADEMY OF FIN ART AND DESIGN IN EDUCATION
KLASSEN ZONDER DIGIBORD
4
“Tijdens mijn opleiding ben ik drie maanden in Myanmar geweest. Ik had eigenlijk het plan om naar Afrika te gaan, maar dat vonden mijn ouders niet zo’n goed idee. Dus werd het Myanmar. De problemen met de Rohingya’s waren op dat moment nog niet of nauwelijks in het nieuws. Wat ik wilde, is lesgeven op een plek waar de technologie nog niet zo’n allesoverheersende rol speelt, in klassen zonder digibord, waar het gewoon veertig graden kan worden zonder dat er airco aangaat. Dat is gelukt. Ik ben er drie maanden geweest, heb lesgegeven op twee scholen, ook privé gedoceerd, een project geleid en heb nog ambachtelijk werkende werkplaatsen bezocht en daar soms meegeholpen. Daar kijken ze van op, omdat vrouwen er meestal niet in dat soort rollen opereren. In het lesgeven moest ik heel erg differentiëren. Ik had namelijk te maken met kinderen van drie tot achttien. Vooraf in Nederland heb ik niet te veel voorbereid. Ik wilde vooral kunnen inspelen op de situatie die ik daar aantrof. Het is ongelofelijk leerzame tijd geweest met veel onvergetelijke ervaringen. Mensen die zelf vechten voor hun bestaan en die hun eten met je willen delen. Voor een vrouw, die me leerde om tasjes te maken op een ouderwetse trapnaaimachine, kocht ik een bos bloemen. Ze pakte er één bloem uit en gaf de bos toen aan mij. Zo’n bijzonder gebaar. Na het behalen van mijn bachelor ga ik lesgeven. Waarschijnlijk op het vmbo waar ik zelf ook ooit zat, en later stage heb gelopen. Veel leerlingen daar hebben, zo lijkt het, niets op met kunstvakken. Ze vinden zichzelf ook helemaal niet creatief. Met dat soort jongens en meisjes aan de slag gaan en dan toch hun kunstzinnige kwaliteiten tevoorschijn halen, dat vind ik mooi.”
NATHAN KLEIN /
JAKARTA, 1994 / MAASTRICHT ACADEMY OF FINE ARTS AND DESIGN
TERUG NAAR VIVIENNE “Ik ben begonnen op ArtEZ in Arnhem, een prestigieuze opleiding waar ook Viktor & Rolf hebben gezeten. Maar de aanpak daar werkte voor mij niet. Er was te weinig ruimte om je eigen weg te zoeken. Die vond ik in Maastricht wel. Als eindwerkstuk maak ik een mannencollectie rondom het thema ‘Coming of Age’, die op 16 juni geshowd zal worden tijdens 10 jaar Fashionclash in Maastricht. Het gaat over jezelf ontdekken: emotioneel, intellectueel, seksueel. Om de gelaagdheid te benadrukken werk ik veel met laagjes over elkaar heen. Veel is ook oversized, om te laten zien dat er nog ruimte is voor groei. Door het gebruik van corsetten voeg ik een vrouwelijk element toe. Een bedrijf uit Almere zorgt voor steekwerend materiaal, waarmee ik een signaal afgeef dat de tolerantie daalt. Ook bij andere stukken werk ik graag met stoffen die een persoonlijke signatuur dragen. Niet zomaar iets wat ik in de winkel koop. Ik wil dat mijn handschrift als ontwerper zichtbaar is. Zeker in deze fase, je opleiding, kun je heel veel van jezelf laten zien. Daar gaat misschien veel werk in zitten, maar dat heb ik er graag voor over. Het is ook een autobiografische collectie. Ik ben een wereldkind. Na mijn adoptie heb ik in tal van landen in Azië, Afrika en Europa gewoond. Dat zie je terug. Na mijn afstuderen hoop ik aan het werk te kunnen bij Vivienne Westwood in Londen. Daar heb ik ook stage gelopen. Ik mocht er echt dingen doen, zaken die verder gingen 5 dan alleen patronen overtrekken. Later ben ik nog achter de schermen gaan helpen tijdens de Fashion Week in Parijs. Het contact is blijven bestaan. Ik hoop dat het nu tot iets moois leidt.”
FRANK BROUWERS /
BREDA, 1992 / MAASTRICHT ACADEMY OF ARCHITECTURE
LIEFDE OP HET EERSTE GEZICHT Mijn intelligentie zit niet per se in mijn hoofd, maar vooral in mijn handen. Een docent CKV op de middelbare school constateerde dat al. Vandaar dat ik daarna op St. Lucas in Boxtel terechtkwam. Op de Thomas Moore Hogeschool in het Belgische Mechelen heb ik me vervolgens een tijdlang gefocust op interieur. Van daaruit ben ik naar Maastricht gekomen. Inmiddels vind ik het toch wel boeiend om behalve met mijn handen ook met onderzoek bezig te zijn. Als je dat goed doet, is het eigenlijk het halve werk. Bij mijn afstudeerproject blijkt het trouwens noodzakelijk. Al is het alleen maar om duidelijk te krijgen hoe oud de watertoren die erin centraal staat nu precies is. Sommige bronnen hebben het over 1850. Ikzelf denk dat het gebouw, afgaande op de stijl en toegepaste materialen, eerder een jaar of tachtig later is neergezet. Maar zeker weet ik het nog steeds niet. De watertoren staat in het Belgische Huy aan de het riviertje de Hoyoux en hoorde bij 6 een inmiddels gesloopte papierfabriek. Twee à drie jaar geleden zag ik hem voor het eerst op internet. Het was liefde op het eerste gezicht: het sobere en tegelijk toch ook het monumentale van de 25 meter hoge constructie. Ik wist meteen: dit wordt mijn afstudeerobject. In de toren is nu een loft, er woont een Francaise die het gebouw als tweede huis gebruikt. In mijn afstudeerscriptie stel ik me voor dat de toren de functie van restaurant krijgt. Op het grondplan van de gebouwen van de eigenlijke paperfabriek zet ik nieuwe gebouwen, een stuk lager dan de oorspronkelijke, die plek moeten gaan bieden aan een papiermuseum. Maar het gaat ook over de hele omgeving. Eigenlijk ben ik een groot stuk dal opnieuw aan het inrichten. Veel werk, maar mooi werk.�
ANNE STIJNEN /
MAASTRICHT ACADEMY OF MEDIA DESIGN AND TECHNOLOGY
TYPOGRAFIE IS MIJN DING Anne Stijnen moest nog afstuderen toen ze samen met haar broer door Museum Land van Valkenburg werd gevraagd om te exposeren. Eigenlijk wilde ze in de voetsporen van haar vader Loek treden, die architect Loek is. Tot ze tijdens de algemene propedeuse het vak grafische vormgeving kreeg. “Architectuur zal een grote interesse blijven maar ik had het gevoel dat ik met grafische vormgeving meer uit mezelf kon halen. Zeker toen ik de typografie ontdekte. Letters intrigeren me enorm.” Al heeft ze inmiddels haar eigen grafisch bureau opgericht, het is de bedoeling dat ze ook als autonoom grafisch kunstenaar gaat werken. Ze ziet er niet veel uitdaging in om uitsluitend posters voor events te ontwerpen of een nieuwe huisstijl voor bedrijven. Liever spreekt ze van een eigen auteurschap. En typografie is dus haar ding. “De vorm van de traditionele en herkenbare letter wil ik behouden om de beschouwer houvast te geven, waardoor die in contact blijft met mijn werk. Daarbinnen kun je heel erg variëren en je eigen ding doen. Volledig abstract werken vind ik weer net iets te veel van het goede.” In Valkenburg toont ze een aantal series met een soms abstracte, soms heel herkenbare weergave van het alfabet. Nu eens heel abstract, dan weer heel herkenbaar. “Dat spanningsveld vind ik heel interessant. Ik zoek bij elk kunstwerk naar de juiste balans.” Voor haar afstuderen heeft ze een leesletter ontworpen waarin probeert emoties te verwerken. Bij bij wijze van alternatief voor emoticons, die haar mateloos irriteren. Ze heeft een typografische manier gevonden door de emotie in een stem de doorslag te geven. Hoe luider iemand spreekt, hoe ‘zwaarder’ de letter. En als iemand snel spreekt, geeft ze die emotie weer door de spatiëring van de letters aan te passen. “Heel herkenbaar voor de kijker.”
7
DAVID ROOSENBERG /
EEN DOCENT MOET R A D I C A AL ZIJN David Roosenberg is een ‘oudje’. In 2004 studeerde hij af, in 2004 studeerde hij af; dertien jaar later komt hij terug om opnieuw af te studeren. De eerste keer werd hij opgeleid als autonoom beeldend kunstenaar en vertrok hij na zijn afstuderen in een spontane bui naar Berlijn. Hij bleef er negen jaar plakken, maar de metropool bracht hem dichter bij de muziek, meer dan bij de beeldende kunst. Roosenberg is keramist maar, maakt tegenwoordig ook animaties. In Berlijn verdiende hij, als veel van zijn vakbroeders, zijn geld in de horeca. Toch zegt hij gevormd te zijn door de donkere kant van de stad, wat vooral doorklonk in de elektronische muziek die hij maakte. “In het laatste jaar van mijn verblijf wandelde ik een atelier binnen in de straat waar ik woonde. Dat was het keerpunt. Vanaf dat moment ben ik weer over kunst gaan nadenken.” Vanwege de liefde keerde hij terug naar Maastricht. “Jij bent een echte docent”, liet zijn lief zich ontvallen. “Daar moest ik eerst niks van weten, maar langzaam groeide ik toch naar het idee toe. Een kunstenaar is vaak op zichzelf gericht. Een docent gééft. Dat vind ik mooi.” Dus meldde hij zich opnieuw bij de academie, nu bij de docentenopleiding. “Behalve vakkennis kan ik de wereldwijsheid die 8 ik in Berlijn heb opgedaan overdragen op anderen. Ook moet je als docent radicaal zijn, tegen de stroom ingaan om tot vernieuwing te komen. Toevallig is radicaal ook het thema van de eindexpo van de docentenopleiding dit jaar.” Wat hij precies gaat doen weet hij nog niet. “Ik sta voor alles open, van middelbaar onderwijs tot educatie in een museum. Misschien doe ik nog een master om in het hoger onderwijs terecht te komen.”
WEERT, 1975 / MAASTRICHT ACADEMY OF FINE ART AND DESIGN IN EDUCATION
NELLEKE BROEZE
/
MARKELO, 1995 / MAASTRICHT ACADEMY OF MEDIA DESIGN AND TECHNOLOGY
ALLEEN MET ELKAAR Aan film had ze niet eens gedacht toen ze naar Maastricht kwam. Nelleke Broeze wilde zich bekwamen in grafische vormgeving. “Dankzij de brede propedeuse kwam ik in aanraking met andere media, zoals film. Ik was zo blij dat ik niet meteen hoefde te kiezen.” Aanvankelijk dacht ze dat ze de commerciële kant op zou gaan, maar ook dat perspectief kantelde. “Ik ontdekte dat ik verhalen wil vertellen en daarbij is het soort medium niet eens zo belangrijk.” Het werd dus film. Het thema in haar afstudeerproject is verbondenheid. “Het komt deels voort uit wat ik om mij heen zie. En ik lees boeken en kijk films. De boeken van Griet Op De Beeck hebben me geïnspireerd. Haar personages hebben allemaal wel een connectie met elkaar, maar ze leven langs elkaar heen.” Met al die informatie en indrukken ging ze aan de slag. “Eerst blijft het heel vaag, dan maak je je keuzes en schrijf je een scenario. Concreet worden vind ik lastig, maar als ik eenmaal een eerste versie heb, dan schijf ik makkelijk verder en weet ik ook snel hoe ik ga filmen.” Haar afstudeerfilm heet Alleen met elkaar, duurt een kleine twintig minuten en gaat over twee roodharige zussen die niet met elkaar zijn opgegroeid. Als hun moeder overlijdt, gaan ze bij elkaar wonen en proberen ze elkaar te steunen. Dat gaat stroef; ze zijn bang voor elkaars afwijzingen en ze durven zich niet kwetsbaar op te stellen. Broeze filmde in een Fries dijkhuisje in een leeg weids landschap. “Het gaat over twee mensen die wel bij elkaar willen zijn maar niet bij elkaar kunnen zijn. Dat is heel ongemakkelijk. Ze leven met elkaar maar kijken elkaar nauwelijks aan.” Na haar afstuderen wil ze de verhaallijnen uitschrijven om ermee verder mee te gaan.
9
ANNE VAN MUNSTER /
TILBURG, 1996 / MAASTRICHT ACADEMY OF ARCHITECTURE
NIEUW LEVEN IN DE FABRIEK
10
“Ik studeerde aanvankelijk ruimtelijk ontwerp aan de kunstacademie in Breda. Tijdens mijn minor kwam ik hier in Maastricht. De opleiding is net wat minder toegepast dan in Breda. Dat geeft meer vrijheid om dingen te bedenken en te doen. Dat paste goed bij me in deze fase van mij ontwikkeling. Na wat aandringen bleek het mogelijk om over te stappen naar bouwkunde, onder de voorwaarde dat ik zelf de vakken uit het eerste jaar inhaalde en bijspijkerde. Mijn afstudeerproject is het nieuw leven inblazen van de voormalige sigarenfabriek Karel I in Reusel. Ik ken dat pand, omdat ik uit het buurdorp Lage Mierde kom. Het heeft veel kwaliteit: grootsheid gecombineerd met een fijne detaillering. Vroeger had de fabriek een heel centrale rol; de sigarenindustrie is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van het dorp. Nu zou het gebouw onderdak kunnen bieden aan allerlei kleine bedrijven. De ruimte waar door de daken extra veel licht naar binnenvalt omdat ze er vroeger de kwaliteit van de sigaren controleerden, kan een binnentuin, een centrale ontmoetingsplek, worden. Ik neem ook de onderneming BuzziSpace, actief in akoestiek en geluiddemping, op in het ontwerp. Die heeft op een niet erg gelukkige manier gebouwd achter de sigarenfabriek. Daardoor is veel van de landschappelijkheid verloren gegaan. Ik bekijk hoe je dat kunt herstellen, bijvoorbeeld door BuzziSpace op poten te zetten, zodat oude zichtlijnen weer tevoorschijn komen. Ik wil nu een master interior & design in Milaan gaan doen, een beetje een mix van wat ik in Breda en Maastricht heb gedaan. Het mooie is dat de opdrachtgevers in Milaan met concrete problemen naar de opleidingen komen. In groepjes van drie of vier mensen werk je dan voor echte merken. Een stage voor een toonaangevend bedrijf hoort ook bij de master.�
YAËLL FORNASARI /
PARIJS, 1994 / MAASTRICHT ACADEMY OF MEDIA DESIGN AND TECHNOLOGY
POLAROIDS VAN MOOIE MOMENTEN Tekenen is zo’n beetje de reden van bestaan voor Yaëll Fornasari, die geboren werd in Parijs maar opgroeide in Eindhoven. “Ik tekende vroeger vooral Fantasy-dingen, heel veel draken. Ik dacht dat ik via productdesign verschillende creatieve disciplines kon koppelen aan tekenen, maar ik miste de vrijheid om te tekenen wat ik wilde.” Yaëll ontdekte nog iets anders: het verlangen om mensen blijer te maken en hun leven op te fleuren. Daar wordt ze zelf ook blij van. Maar hoe geef je zo’n missie vorm als illustrator? Ze dacht nog even aan het ontwerpen van games of comics, maar ze miste daar de gelaagdheid. Bovendien vond ze het niet helemaal bij haar passen. “Het klinkt misschien wat suf, maar ik denk met mooie bruiloftskaarten of verjaardagskaarten mensen blijer te maken dan met het ontwerpen van games.” Voor haar afstuderen interviewde ze een aantal mensen over de dingen die hen gelukkig maken. Op zoek naar zingeving en betekenis in de dingen die ze doen. Zo interviewde ze een restaurateur die gelukkig wordt omdat ze erfgoed kan behouden en nieuw leven inblaast. Of een bestuurskundige die blij wordt als hij problemen van mensen kan inventariseren en bij kan dragen aan een oplossing. Yaëll Fornasari illustreert hun verhalen met beelden en metaforen en citeert uit de interviews. Dat doet ze in een klein low budget feelgood-magazine dat ze wil verspreiden om anderen een beetje gelukkiger te maken. De illustraties maakt ze met kleurpotlood op kleine kaartjes die ze op een spread plakt. Ze noemt het “polaroids van mooie momenten”. Ze zou graag autonoom blijven werken, maar hoopt tegelijkertijd dat ze aan de slag kan bij haar stageadres, een communicatiebureau in Eindhoven/Arnhem. Voor de zekerheid.
11
JOOST CORVERS /
HELVOIRT, 1994 / MAASTRICHT ACADEMY OF ARCHITECTURE
EEN GEBOUW ALS EEN MACHINE “Oriënteren op de eerste jaren na deze opleiding vind ik lastig. Zo vaak mogelijk over je opties praten, hoor ik vaak, dan wordt het vanzelf duidelijk. Ik twijfel tussen een master in België en een master hier aan de academie. België betekent deels studeren, maar ook vier dagen per week werken bij een architectenbureau. In de praktijk betekent dat meestal lijnen van A naar B trekken, details uitwerken. Dat trekt me niet zo. Het voordeel is wel dat ik me na die master architect mag noemen. De master in Maastricht is meer gericht op interieurachitectuur. Het voordeel is wel dat ik hier veel meer ruimte heb voor onderzoek en het uitwerken van eigen plannen, voor mezelf ontwikkelen. Misschien ligt de toekomst ook wel veel meer in het herbestemmen dan in nieuwbouw. Kijk naar Strijp-S in Eindhoven. Of naar hoe interieurontwerper Axel Vervoordt een oude jeneverstokerij aan een kanaal op een kwartier rijden van Antwerpen heeft omgetoverd tot een enorme kunstgalerie, en daarmee de omgeving heeft veranderd van een no-go area tot een hippe plek. Voor mijn afstuderen werk ik aan een soortgelijke opgave. Het omvormen van de oven van een voormalige steenfabriek in Vuren, aan de Waal, tot een functionele ruimte. Eigenlijk is het meer een oude machine dan een gebouw. De baktunnels 12 probeer ik bruikbaar te maken door er cirkels in aan te brengen. Zo ontstaat ruimte voor tentoonstellingen over de streek, met vlakbij Fort Vuren en aan de overkant van de rivier slot Loevestein. Voor bovenop ontwerp ik een restaurant. In de vroegere situatie was er al een houten kap waaronder materialen lagen te drogen. Daar laat ik me door inspireren. Al wil ik niet per se historiserend werken. Het nieuw dak kan ook een heel andere vorm krijgen dan het oude.”
KALKIDAN HOEX /
ADDIS ABEBA, 1993 / MAASTRICHT ACADEMY OF FINE ARTS AND DESIGN
ANDERS DAN ANDEREN “De artistieke zoektocht van de laatste jaren heeft me ook als mens veranderd. Ik laat meer dan voorheen zien dat ik een vrouw van twee culturen ben. Ik ben vlak voor mijn tweede jaar geadopteerd uit Ethiopië en daarna opgegroeid in Limburg. Vroeger had ik vaak steil haar. In gesprekken met docenten ging het daar weleens over. Dan vroegen ze: ‘Maar je hebt toch eigenlijk kroeshaar?’ Nu draag ik het ook zo. Identify Yourself heet de sieradencollectie die ik voor mijn afstuderen heb gemaakt. Daarin probeer ik de westerse en de Afrikaanse wereld samen te brengen. Het is leuk als mijn werk ook oudere mensen aanspreekt, maar ik richt me in eerste instantie op een wat jonger publiek, de generatie tussen achttien en dertig jaar, daarin dragen velen verschillende achtergronden met zich mee. Die groep weet ik ook te vinden, onder meer via social media. Ik probeer verbindingen te maken. Puur ambachtelijk door verschillende materialen te combineren in mijn sieraden. Maar ook door bruggen te slaan tussen de technieken van hier en de meer ambachtelijke werkwijze van daar: slimme trucs als zilver rond een stokje wikkelen en dan het stokje13 verbranden, zodat je alleen het sieraad overhoudt. De gezichten van voorouders op schilden van Oost-Afrikaanse stammen combineer ik met de wereld van de emoticons die hier volop bij de onderlinge communicatie worden gebruikt. Het is duidelijk dat ik anders ben dan veel anderen. Ik vind andere dingen interessant, heb vaak een afwijkende muzieksmaak, kom tot andere kleurkeuzes. Tegelijkertijd ben ik vooral een kind van het westen, hier opgegroeid. Ik kan kijken naar de cultuur in Ethiopië en omringende landen, me erin verdiepen, maar ik blijf altijd een beetje buitenstaander. Ik heb geen mensen om me heen die de cultuur van ginder hebben doorleefd.”
ROBIN JACOBI /
MAASTRICHT, 1997 / MAASTRICHT ACADEMY OF FINE ARTS AND DESIGN IN EDUCATION
BLIJVEN ONTWIKKELEN
14
“In mijn eerste en tweede jaar had ik veel last van scoliose, een scheefgroei van mijn rug. Misschien had het te maken met stress. Ik was heel jong toen ik hier begon. Zestien. Vanwege die kwaal heb ik veel in bed moeten liggen. Ik heb toen veel gelezen, nog meer dan anders. Het meeste ga je het buiten zijn missen, het wandelen in de omgeving waar ik ben opgegroeid. Mijn afstudeerwerk combineert daarom het mentale en het fysieke. Met houtskool en verf heb ik op vier grote stukken papier de bomen afgebeeld die ik tegenkom tijdens wandelingen. Daarbij liggen boekjes met teksten van mijn hand. Bij het praten spring ik soms van de hak op de tak, bij schrijven heb ik dat een stuk minder. Dat helpt me bij doordenken en bij het ordenen van mijn gedachten. Mezelf blijven ontwikkelen vind ik fijn. Het is een opleiding hier op de academie geworden, maar het had ook iets heel anders kunnen zijn. In de brugklas wilde ik architect worden. Later heb ik nog gedacht over een toekomst als rechter of in de astronomie. Mijn ouders droegen altijd van alles aan, nog steeds eigenlijk: Dat boek moet je lezen! Dat is interessant! Als docent hoop ik hetzelfde te kunnen doen. Tegelijkertijd komen leerlingen ook met van alles naar mij. Dat maakt dat ook ik me kan blijven ontwikkelen. Voorwaarde is wel dat je contact maakt met degenen die voor je zitten, ook op emotioneel vlak. Als je weet wie je voor je hebt, kun je met leerlingen gaan filosoferen. En dan moet niet alles vooraf vastliggen. Niet: Picasso is kunst. Nee, waarom vinden ze een werk van Picasso kunst of waarom niet? Eerlijk gezegd ben ik ook niet van alles van hem onder de indruk.�
AMBER LALIEU /
MAASTRICHT, 1997 / MAASTRICHT ACADEMY OF FINE ARTS AND DESIGN
DE KRACHT VAN VERVELING “Vaak zien mensen mij als onverschillig en een beetje lui. Ik kan inderdaad een week keihard werken, maar daarna zomaar twee weken vrijwel nietsdoen. Mensen die zeggen dat ze altijd iets te doen hebben, wantrouw ik. En anders is het niet gezond. Wie steeds maar doorgaat, kan nooit afstand nemen. Ik geloof zo in de kracht van verveling dat ik er mijn theoretische reflectie over heb geschreven. Ik schilder en ik drum. Met een bassist heb ik ooit in de Gashouder hier in Maastricht gespeeld. Steeds herhaalden we hetzelfde patroon. Dan kom je op een gegeven moment in een roes, waarin je jezelf kunt verliezen. Dat streef ik ook na als ik in mijn atelier bezig ben. Dat het op een gegeven moment als vanzelf gaat. Meestal werk ik met spuitbussen. Eindeloos spullen op goedkope materialen als verpakkingsplastic voor meubels leggen, spuiten en ze weer weeghalen. Ik ben benieuwd naar wat er dan overblijft en zoek een bepaalde leegte. Een zekere vluchtigheid vind ik ook belangrijk. Vandaar die materialen. Ik werk nu ook met folie dat wordt gebruikt bij het maken van zeefdrukken. Dat breekt op een mooie manier. Tegelijkertijd hebben die keuzes iets lastigs, want als ik straks ook werk wil verkopen mag het niet zo vergankelijk zijn. Maar het eindresultaat spuiten op linnen bevalt me niet. Ik moet nog wat anders zien te vinden. Tot voor kort waren de muziek en de 15 kunst gescheiden werelden. Mijn drumstel stond wel in mijn atelier, maar meer voor momenten dat ik even wat anders wilde doen. Tot docenten op de academie zeiden: waarom combineer je de twee niet? Eigenlijk ligt dat best voor de hand. Schilderen is ook componeren. Muziek maken is ook componeren. Het een loopt in elkaar over. Bij beide ben ik op zoek naar eenzelfde soort flow.�
EYLEM POLAT /
AMP-LINTFORT (D.), 1993 / MAASTRICHT ACADEMY OF MEDIA DESIGN AND TECHNOLOGY
VRAGEN ZONDER ANTWOORD Veel kunstenaars met een Koerdische achtergrond doen daar iets mee in hun werk. En aanvankelijk, ze was nog maar net begonnen met film en fotografie in Maastricht, zat Eylem Polat op hetzelfde spoor. “Maar ik ben Koerdisch én Duits dus doe ik vooral mijn eigen ding.” Eylem Polat filmt, fotografeert en schildert. Op de academie studeert ze af op fotografie maar het is niet haar doel fotograaf te worden. De verhalen en de beelden in haar hoofd krijgen het medium waar ze om vragen. Voor haar afstudeerproject wil ze de vrouwelijke intimiteit visualiseren. “Als we intieme vragen hebben, hoeven we ons voor een antwoord maar tot Google te richten”, vertelt ze. En dat was vroeger wel anders. Ze speelt een spel met een aantal intieme vragen. Zoals: op wie wil ik lijken? Wat groeit er in mijn tuin? Ze mikt die in een zoekmachine en probeert vervolgens de suggestie te visualiseren. Ze laat een foto zien van een naakt bovenlichaam waar drie plantjes op zijn gelegd. Digitale intimiteit, noemt ze dat. Op een volgende foto kan ze verder zijn gegaan met een kleur uit deze foto of misschien een van de plantjes. Zo borduurt ze verder op de vraag zonder zich te bekommeren om een antwoord. Ze laat (nauwelijks) bewegend beeld van twee gekleurde zussen zien. Ze ademen in en uit, en doen dat sensueel. Het is een fascinerend proces. “Ik wilde altijd al creëren. Kunstenaars zoeken naar authenticiteit, dus dat doe ik hier.” De foto’s en beelden van Eylem Polat zijn op 16 juni te zien tijdens de jubileumweek van Tien jaar Fashion Clash in winkelcentrum Entre Deux in Maastricht.