ZL8

Page 1

JAARGANG 10 | AUGUSTUS 2016

®

XT

08 CULTUUR AGENDA

1

08

2016

10e JAARGANG

zuiderlucht

BIJ DE RUHRTRIENNALE

zuiderlucht.eu

augustus 2016

Julian Rosefeldt, Manifesto, 2015, 13-kanaal filminstallatie, VG Bild-Kunst

DE VELE GEZICHTEN VAN CATE BLANCHETT

Uitneembare cultuuragenda

CHRISTO

ALS DE NIEUWE

MOZES

Marente de Moor KRIST GRUIJTHUIJSEN

VENLO HEEFT GROEN STADSKANTOOR

Belgisch design PIERRE PAULIN & RENÉ HOLTEN DANKO JONES

1

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Theater / Dans / Jazz / Klassiek / Familie Humor / Muziek / Expo / Lezing / Cursus / Film Met Nicole Beutler, Nina Haveman, Figurentheater FroeFroe, Guido Belcanto, Herman van Veen, De Roovers, Rosas / Anne Teresa De Keersmaeker, Ozark Henry, Nigel Williams, Michael van Peel, Nick Steur, Lisbeth Gruwez & Maarten van Cauwenberghe, Toneelhuis / Guy Cassiers, Theater De Spiegel, Adriaan Van den Hoof, Berlin, De Koe, Dirk Roofthooft, Kopergietery, Josse De Pauw & Dominque Pauwels, Lazarus, Jonathan Burrows & Matteo Fargion, Bart Peeters, Theater Antigone, Pieter De Buysser, Circus Katoen, Dani Klein & Sal La Rocca Quartet, Zap Mama, Lieve Blancquaert, Hooverphonic, Vein feat. Greg Osby, Stef Bos, Kel Assouf, Rotem Sivan Trio en vele anderen. Het klassiek abonnement telt 32 concerten met o.a. Trio Wanderer, Agartha & Pieter Wispelwey, Artis Quartett Wien & Markus Schirmer, Sofie Vanden Eynde en Romina Lischka, St. George Quintet, Ensor Strijkkwartet & Piet Kuijken, KuGoNi Trio, Jos van Immerseel & Thomas Bauer, Gryphon Trio, Ictus Ensemble, Jan Vermeulen & Veerle Peeters, Holland Baroque & Erik Bosgraaf, Utopia Ensemble en Quator Ebène. Info en tickets: www.ccmaasmechelen.be of vraag onze gratis seizoensbrochure aan via info@ccmaasmechelen.be.

Foto: Mats Bäcker

Schrijversdag 2016 met o.a. Walter van den Berg, Joke van Leeuwen, Francine Oomen, Marcel Ruijters en Joyce Spijker

HEERLEN 26 08 t/m 04 09 2016

11 september 2016 11.30-17.00 uur SCHUNCK* Heerlen

schrijf schrijver schrijfst www.hklimburg.nl/schrijversdag

INFO & TICKETS WWW.CULTURANOVA.NL 31(0)45 571 66 07

2

zuiderlucht.eu

augustus 2016

foto: Keke Keukelaar

INTERNATIONAAL THEATERFESTIVAL OP BUITENGEWONE LOCATIES IN ZUID-LIMBURG

THEATER CIRCUS MUZIEK DANS FILM BEELDENDE KUNST


herman de vries basic values

12 jun 4 sep 2016 t/m

Kapittelstraat 6, Sittard

www.dedomijnen.nl

kolderietjes Tekeningen en versjes van Toon Hermans

26 jun 4 sep 2016 t/m

Kapittelstraat 6, Sittard

www.dedomijnen.nl

FRONTIER Dansvoorstelling van Joost Vrouenraets

14+15 sep 2016 21.00 kasteelruĂŻne Born www.dedomijnen.nl

3

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Cover: 1,2 miljoen mensen bezochten The Floating Piers van Christo op Lago d’Iseo. foto Zebra Fotostudio’s/Peter de Ronde

INHOUD

08

als e-paper te lezen op zuiderlucht.eu/e-paper

8

AFFAIRS

7 BOOKS

8

EDITORIAL - Christo als de nieuwe Mozes

RUSSISCHE SHIT IN 500 WOORDEN Voor een herdruk van haar Petersburgse vertellingen ging Marente de Moor terug naar Rusland. “De geestdrift van toen heeft plaatsgemaakt voor de humorloze kitsch van het nationalisme.

CULTURE

12

NL MANAGERS IN BERLIJN Krist Gruijthuijsen (35) uit Weert is een van de vele Nederlandse cultuurmanagers in Berlijn. Terwijl ze kritisch zijn over de verzakelijkte atmosfeer in Nederland, worden ze geloofd om hun kwaliteiten.

15

BEELDSPRAAK - Wie wordt de nieuwe Richter? Het is zomer, het is mooi weer, de collega’s zijn op vakantie en u zou dat ook wel willen. Tijd om naar Kornelimünster te gaan.

DESIGN

16

GROEN STADSKANTOOR VENLO Het spectaculaire nieuwe stadskantoor van Venlo, pal aan de Maas, is gebouwd volgens de cradle-to-cradle formule. Het gebouw moet een verbinding gaan vormen tussen het stadscentrum en het wat suffe stadsdeel Venlo-Zuid.

4

zuiderlucht.eu

augustus 2016


16

EXTRA

JAARGANG 10 | AUGUSTUS 2016

®

XT

08 CULTUUR AGENDA

20

BIJ DE RUHRTRIENNALE

zuiderlucht.eu

augustus 2016

Julian Rosefeldt, Manifesto, 2015, 13-kanaal filminstallatie, VG Bild-Kunst

DE VELE GEZICHTEN VAN CATE BLANCHETT 1

UITNEEMBARE CULTUURAGENDA

20

DE OPMARS VAN BELGISCH DESIGN Veel Belgische ontwerpers blijven in Nederland buiten het blikveld van een breder publiek. Toch laten ze, in hun eigen bescheiden tempo, het tij langzaam keren.

EDITS

23 24 26

PLEASED TO MEET YOU - Een berg van een nummer Danko Jones is zo’n popartiest die is terug te brengen tot één nummer. Mountain heet het, en het staat op geen enkele plaat.

2 ZL Cultuuragenda 5 Vondst van de maand 8 SPREAD: Kroningsfeesten Tongeren

11 13 14 15

Ondertussen in… Podium en galeries Best Bewaard in Tilburg

WAT WAS IN JUNI | JULI - ‘Er zijn veel asociale oude

mensen. En je kunt ze er niet meer op wijzen. Het is een verloren zaak.’

VERWANTE ZIELEN De ontwerpers Pierre Paulin en René Holten leerden elkaar kennen bij Artifort. ‘Zijn eerste modellen waren bekleed met het stof van het badpak van zijn vrouw.’

26

Appelgebak in Essen

29

POST ZL - Wexit Onze polderlandse Boris Johnson trekt met een matrozenpet op door het land en haalt daar zestig procent van de stemmen mee .

30

KIDZONLINE - Wonen in een hotel

5

zuiderlucht.eu

augustus 2016

XT8


Bonnefantenmuseum 01.07.2016 – 04.09.2016

6

zuiderlucht.eu

augustus 2016


EDITORIAL

CHRISTO ALS DE NIEUWE MOZES

V

Via Belgica meubel geplaatst in Meerssen

oorhoedes – ik heb het nu niet over voetbal – trekken historisch gezien meer aandacht dan achterhoedes. Die houding is aan het veranderen, we leven, ik vertel niets nieuws, in defensieve tijden. Achterhoedes – ook in het voetbal, godbetert – worden belangrijker. Het nieuwe en het avontuurlijke ontmoeten dezer dagen vooral argwaan en afschuw. Ook in de kunsten gaven voorhoedes, daar heten ze avant gardes, dat klinkt sjieker, lange tijd de toon aan. Totdat overheden, om allerlei redenen, er hun handen vanaf trokken, met instemming van het publiek overigens. Zo worden avontuur en experiment verdrongen naar de marge. Veiligheid troef, ook hier. Afgelopen juni voltooide de Bulgaarse kunstenaar Christo na meer dan veertig jaar van voorbereiding zijn droom van The Floating Piers, een bijna vijf kilometer lange, in oranjegeel doek verpakte drijvende pier in Lago d’Iseo in NoordItalië. Ik vermoed dat de voorhoede der kunsten het als een curiositeit ziet: och, daar hebben we Christo weer met zijn trucje. Het publiek dacht daar anders over. In zestien dagen kwamen 1,2 miljoen mensen naar Lago d’Iseo om tussen het dorpje Suzano en de eilandjes Monte Isola en Isola di San Paolo over het water te lopen. Van enige afstand deed de mensenmassa op die oranje pier denken aan de vluchtelingenstromen van de laatste jaren, en aan de Exodus: Mozes slaat met zijn staf op het water en het ganse volk steekt over. Knijp de ogen dicht tot spleetjes en het lijkt een droom, een film, een hallucinatie. Vooral tegen de avond, wanneer het licht van de zakkende zon de reflecterende golfjes zilvergrijs maakt en het oranje lint laat fluoresceren. Het ware kunstwerk is het realiseren van het project, had de oude meester vooraf gezegd. Na een wandeling over zijn drijvende dam denk ik dat er meer aan de hand is. Het kunstwerk, dat zijn al die mensen samen. Goed gemutst, soms met devoot respect steken ze over. Er zijn geen kaartjes, geen openingen of recepties, je kunt niet reserveren, er staan lange rijen maar je hoort geen wanklank. Er ligt geen afval, er zijn geen graffiti, geen lange rijen met vreet- en zuiptentjes, je wordt niet gefouilleerd op eten en drinken omdat de organisatie daar zelf aan wil verdienen: kom er eens om op n’importe welk grootschalig evenement dan ook. Elke dag liet Christo zich met een boot, een soort drijvende pausmobiel, langs de pieren varen. Mensen die hem herkenden zwaaiden, juichten, en riepen bravo. Het was fokking heet, misschien wel 35 graden, ineens voelde ik geen zweetdruppels over mijn rug glijden, maar een koude rilling.

‘GEEN AFVAL, GEEN GRAFFITI, GEEN LANGE RIJEN MET VREET- EN ZUIPTENTJES, JE WORDT NIET GEFOUILLEERD OP ETEN EN DRINKEN OMDAT DE ORGANISATIE DAAR ZELF AAN WIL VERDIENEN.‘

WIDO SMEETS hoofdredacteur w.smeets@zuiderlucht.eu

7

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Marente de Moor in 1991 in een straat in Moskou.

MARENTE DE MOOR

– Voor een herdruk van haar

Petersburgse vertellingen bladert Marente de Moor terug in haar Russische columns. “Niemand had gedacht dat de lelijkerds, de domme bullebakken met hun zwarte trainingsbroeken en hun goudbrokate interieurs opeens uit onze moppen zouden stappen en het daadwerkelijk voor het zeggen zouden krijgen.” 8

zuiderlucht.eu

augustus 2016


BOOKS

RUSSISCHE SHIT IN 500 WOORDEN Vijfentwintig jaar geleden bezocht ik voor het eerst de Sovjet-Unie, en dat was ook meteen de laatste keer, want in dat jaar (1991) viel het rijk uit elkaar. Destijds, toen ik op televisie de beelden zag van de radeloze Gorbatsjov en zijn mollige opvolger op de tank, voelde ik spijt. Omdat ik het gedenkwaardige moment net had gemist, maar ook omdat ik deze krankzinnige wereld nog een keer had willen bezoeken.

Die zomer had ik deelgenomen aan het eerste uitwisselingsproject van de communistische jeugdorganisatie met het westen. De sovjets hadden het nog niet zo goed begrepen; we kregen niks te eten en moesten met stenen zeulen in de bloedhitte. De Russische jongeren die ons afwisselden in West-Europa mochten dan op Tienertoer denk ik, of druivenplukken in Frankrijk. Maar wat hebben we gelachen. En dat wilde ik weer, ik wilde weer op het matje geroepen worden bij de leiding van de Komsomol, in de rij staan voor een vijfjarenplanprak, zwerven door de reclameloze straten. Kortom, mijn spijt was van de meest decadente, egoïstisch-toeristische soort. Als er toen smartphones hadden bestaan, had ik vast selfies op Instagram gezet: kijk, ik, in een sovjetsoldatenkloffie op het Rode Plein. (Want dat was wel het dieptepunt, dat ik voor zestig roebel zo’n ensemble had gekocht en er nog in rondliep ook, op hoge hakken, voorbijgaand aan de vernedering op de gezichten van de dienstplichtigen in de stad.) Ik vergeef het mezelf, ik was pas negentien. En een jaar later, toen ik van Moskou naar de Kaukasus trok, zou ik al merken dat de Sovjet-Unie nog niet zonder slag of stoot was opgegeven. Dat al dat bitterzoete absurde aan het Russische leven blijft kleven, welk regime er ook over probeert te heersen. In de acht jaar die ik er woonde, kreeg ik er in elk geval genoeg van mee.

Ik begon het op te schrijven in 1998, voor De Groene Amsterdammer. De roeping was slechts die van geldnood. Eerder had ik voor een Russisch televisieprogramma gewerkt waarvan de sfeer het midden hield tussen die van Opsporing verzocht en slasher-films. Samen met de politie probeerden we zoveel mogelijk criminele zaken in tien minuten zendtijd te proppen, nogal een opgave in de gewelddadige jaren negentig. Die razende vaart van monteren moet ik hebben overgenomen in de columns. Nu ik ze weer teruglees (met een mengeling van vertedering en gene) valt me de amechtigheid ervan op, het

‘DIT LAND HEEFT ME EEN GOED HUWELIJK, LIEVE VRIENDEN EN EEN JOURNALISTIEK OPSTAPJE IN NEDERLAND OPGELEVERD.’ jachtige tempo waarmee ik al die verhalen opdiste in de ruimte die De Groene me gaf. Vijfhonderd woorden. Geen plaats voor nuance en begrip, niet voor de Russen en niet voor de verwarde Nederlandse lezer. Ik ramde ze eruit aan de Kolokolnaja-straat en daarna op de 7e Sovjetstraat, in flatjes die door hun centrale ligging veel bezoekers aantrokken. Sommigen hielpen me met het opdissen van sterke verhalen. De Groene, die ik kreeg thuisbezorgd (meestal met vier stuks tegelijk door de vertraging in de post) genoot nogal wat aanzien in de Petersburgse binnenstad, want van die honderd euro per week dronk de halve bohème mee. Later voegde de redactie van het blad zich bij hen, toen ze voor een Russische editie een voor een kwamen logeren, “op de Stalinistische pijnbank van Marente”, aldus Groene-redacteur

Antoine Verbij, verwijzend naar het tweedehands opklapbed van het model ‘knizjka’ (boekje) dat ik voor dit doel had aangeschaft. Stoere verhalen genoeg. Maar in 2001 was het lachen me vergaan. Dit land, dat me een goed huwelijk, lieve vrienden en een journalistiek opstapje in Nederland had opgeleverd, was me teveel onder de huid gekropen. De antiwesterse propagandamachine was zo’n twee jaar voor het aantreden van Poetin al in gang gezet. Op televisie was er het Journaal, en daarna het programma Odnako (Echter) waarin een man met de armen over de rugleuning van een stoel aan de kijker uitlegde hoe het dan wél zat. Scholen kregen nieuwe leerboeken: de generatie die nu in de twintig is, kreeg geen onvertogen woord meer te horen over de eigen geschiedenis, maar des te meer over die van ‘ons’. Of jullie, dus. Dat gebruik van voornaamwoorden in de koppen van de kranten (‘onze jongens in Tsjetsjenië’) was lang zo pijnlijk niet als in discussies met vrienden (“jullie hebben ook F-16’s naar Belgrado gestuurd”). Het ergste was dat de geestdrift van de rauwe jaren negentig plaatsmaakte voor de humorloze kitsch van het nationalisme. Dit laatste is natuurlijk een pleonasme, omdat zelfspot, de voorwaarde voor humor, zich niet verhoudt met nationalisme. Maar wat te denken van die kitsch? Als een vermoeide puber, die spontaniteit met kinderachtigheid verwart, verruilde het land zijn creativiteit voor de zucht naar ‘sjmotki’, spulletjes. Dergelijk materialisme is mij overigens helemaal niet vreemd. Ook ik geef de schaarste ervan de schuld, probeer nog wel eens de triomf te proeven van toen, als ik na lang zoeken iets unieks in de halflege schappen had gevonden. Maar niemand had gedacht dat de lelijkerds, de domme bullebakken met hun zwarte trainingsbroeken en hun goudbrokate interieurs, opeens uit onze moppen zouden stappen en het daadwerkelijk voor het zeggen zouden krijgen.

>>

9

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Zuiderlucht lezen als e-paper?

Dat kan! Ga naarzuiderlucht.eu/e-paper 10

zuiderlucht.eu

augustus 2016


BOOKS

Op de Nederlandse televisie zag ik verslaggevers nog steeds reportages maken over die malle Russen en het irriteerde me, omdat ze zich onthielden van het harde commentaar dat het regime van Poetin verdiende. In 2006 kwam ik er voor het laatst, en niet eens in St-Petersburg, maar in een veilig verlaten dorpje in de binnenlanden van de provincie Tver. Tot afgelopen winter. De aanleiding waren de ziekbedden van oude vrienden (ondanks alle prots en praal lukt het Poetin nog steeds niet om de gemiddelde levensverwachting van zijn mannelijke onderdanen op te schroeven) en, daar stak mijn sovjetmaterialisme de kop weer op: de opmerkelijk lage hotelprijzen. Er waren nog net geen tien jaar verstreken, nu moest het er maar eens van komen. “Je hebt het moment wel weer uitgezocht”, zei een vriend, ‘”kom je soms alleen als we inflatie hebben?” Touché. Misschien was ik inderdaad zo’n met ellende koketterende westerling geworden. Huiverend keek ik uit het raampje van de auto, die file reed over de mij zo vertrouwde Moskovski Prospekt. Ik voelde angst. Je bent niet bang voor het weerzien met een oude geliefde omdat je vreest elkaar niet meer te herkennen, maar omdat je bang bent vervreemd te zijn van de liefde zelf. Het is de angst voor het moment waarop je oude gevoelens je als een nar in je gezicht uitlachen. Het gezicht van deze stad was nu inderdaad flink geschminkt, met al die led-verlichting en granieten trottoirs. Eigenaardige tentjes van toen hadden het niet overleefd, de horeca was in handen gevallen van ketens, en drankwinkels gingen, zoals in elk beschaafd land, ’s avonds gewoon dicht. De Russen vonden hun eigen verleden nu ook wel mal en persifleerden het in talloze nostalgische etablissementen met rode sterren en sovjetgerechten die destijds zeker niet zo mals smaakten als nu. Eigenlijk had ik in geen tijden, en nergens in Europa, zo goed gegeten. De Georgische gastvrouw van mijn oude stamrestaurant viel me als een verloren dochter om de hals, maar zij was niet de enige die vriendelijk was. De service was plotseling ontspannen en beleefd, zelfs in de winkels en kantoren.

Was de

beschaving waar het land zo naar had verlangd, dan toch aangebroken? Of was het misschien bij ons zo achteruit gegaan? Ik lees nu deze passage terug in een column uit 1998, waarin ik klaag over de onbarmhartigheid van het bureaucratisch systeem als je buiten in de rij moet

11

De buurvrouw van Marente de Moor in Sint Petersburg met een van haar drie beren die ze had ondergebracht in een autobus voor haar huis.

staan. Mensen vragen zich altijd af waarom er in Rusland geen protesten worden aangetekend tegen allerlei wanbeleid, en waarom niemand in opstand komt. Wat kan ik nu doen: ik kan gaan brullen en tieren. Ik verlies dan het laatste beetje energie dat ik nog heb, en ik heb het al zo koud. Voelde ik bij mijn laatste verhuizing binnen Nederland niet dezelfde kilte, toen ik door alle instanties van het volledig geautomatiseerde kastje naar de virtuele muur werd gestuurd? Achttien jaar zijn verstreken sinds die anekdotes. Ik lees over kuilen in het wegdek, die nu zijn gladgestreken, over liegende schuinsmarcheerders die zich op de ’s nachts onoverbrugbare Neva beriepen, terwijl er nu al twaalf jaar een permanente tuilbrug hangt, en over het plan - alleen nog het plan, toen - van de FSB, de federale veilgheidsdienst, om het e-mail verkeer af te tappen. Ik verbaas me over mijn gebrek aan verbazing van toen. Droogjes schreef ik over de politicus Zjirinovski (nog steeds in het zadel als bliksemafleiding van het Kremlin) die een seksmanual had geschreven voor het Russische volk. Maar als ik het werkje nu probeer terug te vinden, blijkt het uit zijn

bibliografie te zijn geschrapt. Misschien dat zelfs ‘Zjirik’, de antisemitische, homofobe, racistische

zuiderlucht.eu

augustus 2016

volksmenner, de schaamte niet meer vreemd is… “Alsjeblieft zeg”, schamperde mijn vriend Oleg deze winter, toen we een soep opwarmden in zijn keuken. Niet helemaal de zijne, want hij woont in een relict van de Sovjet-Unie, in een gemeenschappelijk appartement dat vlak na de revolutie werd opgedeeld voor een man of vijfentwintig. Naast onze soep stond een zuurkoolschotel aan te branden. Maar toen ik het vuur wilde temperen, gaf Oleg me een tik op mijn vingers. Afblijven. Hoe ik dat nou kon vergeten. Binnen de imposante muren van een ‘kommoenalka’ blijft alles zoals het was, achttien, vijfentwintig, honderd jaar lang, van de losse elektriciteitsdraden tot het pannetje van je buurman, dat nooit jouw pakkie an zal zijn. Marente de Moor woont en werkt in Zuid-Limburg. Deze tekst is de inleiding bij de herdruk van Petersburgse vertellingen, Jaren in Rusland, een bundel columns uit 1998, die deze maand bij uitgeverij Querido verschijnt.


GEVRAAGD: NEDERLANDSE CULTUURMANAGERS Krist Gruijthuijsen: “Je kan publieksvriendelijk zijn zonder populistisch te hoeven worden”. foto Verena Eidel

12

zuiderlucht.eu

augustus 2016


CULTURE

BERLINER LUFT MERLIJN SCHOONENBOOM

– Krist Gruijthuisen uit Weert, net benoemd

als directeur van Kunst-Werke, is een van de vele Nederlandse cultuurmanagers in Berlijn. Terwijl ze negatief zijn over de verzakelijkte atmosfeer in hun vaderland, worden ze geloofd om hun kwaliteiten. “’Arm aber sexy’ past hier niet meer.”

“Hey, the president

is in town”, klinkt het ironisch vanaf een bankje op de binnenplaats. Een lange jongeman, in spijkerbroek en blazer, komt breed glimlachend op een groepje Amerikaanse kunstenaars af en groet hen amicaal. Hij heet Krist Gruijthuijsen, is 35, komt uit Weert en is vanaf 1 juli directeur van Kunst-Werke (KW), de belangrijkste instelling voor hedendaagse kunst in de Duitse hoofdstad. Het is de dag van de opening van de Biënnale van Berlijn, over een paar uur in KW, dus verzamelen zich hier kunstenaars en curatoren van overal ter wereld. De meesten kennen elkaar van exposities in andere landen, zegt Gruijthuijsen haast verontschuldigend, als hij na nog een reeks begroetingen is gaan zitten voor een gesprek. Gruijthuijsen zelf past er prima tussen. Als kunstenaar is hij opgeleid in Maastricht en Antwerpen, als curator in Stockholm en Istanbul. Hij heeft gewerkt in Amsterdam, en was tot 1 juli directeur van de Kunstverein in het Oostenrijkse Graz. Eigenlijk is zo’n internationale atmosfeer ook volkomen normaal, zeker omdat Berlijn vanaf de jaren negentig bekend staat als een magneet voor beeldend kunstenaars. Alleen: aan de top van de Berlijnse kunstinstituten is dat internationale een stuk minder gewoon. “Tot nu toe werkten hier alleen maar Duitsers”, zoals Gruijthuijsen zelf constateert.

Zijn benoeming is dan ook geen toeval, denkt hij zelf. “KW wílde ook een buitenlander », zegt hij. “Ik ben aangesteld om te laten zien dat hier iets nieuws gebeurt.” De politiek ondersteunt dit: hij krijgt meer subsidie mee, en zijn opdracht is duidelijk: het instituut moet bekender worden. “Ik ben de definiëring van de herstructurering”, ironiseert hij de ambtelijk formuleringen waarin dit soort veranderingen worden gegoten. Een vergelijkbaar verhaal klinkt ook elders in de stad; de komst van een jonge Nederlandse directeur in KW staat namelijk niet op zichzelf. Gruijthuijsen maakt deel uit van een opvallende reeks internationale benoemingen in de Berlijnse cultuurwereld. De meeste aandacht gaat naar de Schot Neil MacGregor, de voormalige directeur van het British Museum, die een museale invulling moet bedenken voor het Berlijnse Humboldt Forum, ook wel “het grootste culturele project in Europa” genoemd, in het Berliner Stadtschloss, het nieuw op te bouwen Pruisische paleis in het hart van de stad. Eveneens uit Londen komt de Vlaming Chris Dercon, nu nog directeur van de Tate Modern, voorheen van Boijmans Van Beuningen. Hij wordt vanaf 2017 intendant van het prestigieuze theater de Volksbühne. Uit Amsterdam komt Paul Spies, tot voor kort directeur van het Amsterdam Museum. Hij leidt nu de Berlijnse historische stadsmusea en is verantwoordelijk voor het concept van het Berlijnse

deel van het Humboldt Forum. De wereldberoemde Chinese kunstenaar Ai Weiwei is dit jaar begonnen als docent aan de Academie der Künsten - zijn komst stond overigens al bijna vijf jaar vast. Door die grote namen zou je bijna over het hoofd zien dat het aandeel Nederlandstaligen binnen de ze groep nieuwkomers het grootst is. “Het begint inderdaad op te vallen, al die Hollanders” grinnikt een PR-medewerkster in KW. Van de kant van de nieuwkomers is de motivatie duidelijk: allen jubelen dat “in Berlijn cultuur een hoofdzaak is, en geen bijzaak”, zoals Spies het formuleert - zo anders dan in het huidige Nederland. Maar waarom vraagt de stad hén? “Misschien heeft mijn voorbeeld wel tot hun komst bijgedragen”, lacht Annemie Vanackere, op het terras van haar eigen theater. De Vlaamse, artistiek leidster van de Rotterdamse Schouwburg, hoorde vijf jaar geleden dat de directeur van het Berlijnse theater Hebbel am Ufer vertrok en schreef een sollicitatiebrief. Ze werd prompt aangenomen. “Iemand uit het buitenland? Over die mogelijkheid hadden de toenmalige bestuurders niet nagedacht. Dat was toen een noviteit.” Inmiddels is Vanackere behoorlijk ingeburgerd in de stad. Haar programma wordt goed besproken, haar theater krijgt meer subsidie, haar contract is onlangs verlengd tot midden 2022. Vanackere plaatst de komst van de ‘Nederlanders’ in een gestage verandering van de Berlijnse

>>

13

zuiderlucht.eu

augustus 2016


‘DE NIEUWKOMER MOET WEL WETEN IN WAT VOOR STAD HIJ TERECHTKOMT.’

BERLINER LUFT Het nieuwe Stadtschloss in Berlijn.

cultuurwereld. Gedurende de jaren negentig, in het vacuüm na de val van de Muur, trok de stad vooral arme kunststudenten aan, ze kwamen voor de alternatieve sfeer die er heerste. Vanaf 2005 kwamen ook kapitaalkrachtiger ‘mid-career’kunstenaars in de stad wonen, zoals ontwerpster Hella Jongerius en kunstenaar Willem de Rooij. Maar hun zaken deden ze meestal buiten Berlijn. Inmiddels manifesteert zich een nieuw type Nederlander in de cultuurwereld, en ook die past in zekere zin bij de veranderingen van de Duitse hoofdstad. Berlijn is in korte tijd duurder geworden, de huizenprijzen stijgen enorm, en het aantal toeristische overnachtingen is verdriedubbeld naar dertig miljoen per jaar. Met andere woorden: na zijn alternatieve fase is Berlijn meer een ‘echte’ hoofdstad aan het worden. Cultuur speelde de laatste vijftien jaar al een grote rol als uithangbord van de stad, de laatste paar jaar is er een nieuwe dimensie bijgekomen. “Toerisme is enorm belangrijk geworden”, zegt Vanackere. “’Arm aber sexy’, de slogan van burgemeester Wowereit uit 2005, past niet meer bij Berlijn. Men wil meer kapitaalkrachtige glamour, ook in de cultuur.”

De omslag

wordt belichaamd door Tim Renner, sinds 2014 staatssecretaris van Cultuur in Berlijn. Renner kwam uit de popindustrie, en was met zijn vlotte kledingstijl en opvattingen over de gelijkwaardigheid van de hoge en lage kunsten een opvallende verschijning in de behoudende Berlijnse kunstpolitiek. Renner is verantwoordelijk voor de benoemingen in de grootste Berlijnse culturele overheidsinstanties. Vanackere kan zich voorstellen dat het culturele ondernemerschap, dat in Nederland zo cruciaal is geworden, past bij de culturele ambities van Renner. Dat heeft natuurlijk iets ironisch: terwijl Gruijthuijsen en anderen uiterst kritisch zijn op de verzakelijkte atmosfeer in de Nederlandse

14

cultuurpolitiek, worden de Nederlanders in Berlijn juist geloofd om hun managementkwaliteiten. De krant Der Berliner Morgenpost zag al overeenkomsten tussen Spies, Gruijthuijsen en Dercon: “Het is een type slimme cultuurmanager, internationaal georiënteerd, met een uitstekend netwerk, en die open, communicatief en daarbij ontspannen in de omgang is.” Inderdaad klinkt er ineens een opvallende nieuwe taal bij de verschillende presentaties, de taal van de verandering. De Amsterdammer Paul Spies heeft in interviews de stoffigheid van de stadsmusea en de stroperigheid van de Berlijnse bureaucratie bekritiseerd. “Wat hebben de officiële musea zitten slapen dat de commerciëlen de markt hebben kunnen pakken”, zei hij in de Volkskrant over commerciële initiatieven rond historische thema’s in Berlijn, die beduidend meer publiek trekken dan de stadsmusea die hij nu leidt. Ook Gruijthuijsen vindt dat de beeldende kunstwereld wel een nieuwe dynamiek kan gebruiken. “Ik zie Berlijn als een stad die zijn potentie op kunstgebied nooit echt helemaal heeft vervuld”, zegt hij. “Ik vond het natuurlijk allemaal erg interessant, die dynamiek na de val van de Muur. Maar ik werd er ook wel moe van. Alles was steeds in verandering zonder dat er sterke vaste structuren ontstonden.” Volgens hem is nu “aan alle kanten voelbaar dat de Berlijnse politiek druk bezig is de stad te etaleren als toekomstige cultuurhoofdstad van Duitsland.” Aan de ene kant roemt hij daarbij de voordelen voor de cultuur, maar hij waarschuwt wel dat cultuur door de politiek ‘geïnstrumentaliseerd’ kan worden. Conflicten tussen oud en nieuw zijn dan ook niet uit te sluiten. Zo hebben de plannen van Chris Dercon, die bij de Volksbühne meer internationale reizende producties wil programmeren, voor ronduit vijandige reacties gezorgd. Een “populist” uit Londen, zo was er onder andere te horen. Dat wethouder Renner op eigen houtje Dercon naar

zuiderlucht.eu

Berlijn heeft gehaald, heeft “het felste cultuurdebat sinds jaren” uitgelokt, zoals Der Tagesspiegel het formuleerde. In juni leidde de onvrede tot een open brief waarin bijna 200 Volksbühne-medewerkers de vrees uitspreken dat Dercons aanpak het eind van het Duitstalige teksttheater in hun huis zou betekenen. Zijn plannen zouden oppervlakkig en banaal zijn. Dercon-verdedigers verklaren de onvrede met een “verzet tegen verandering” en een “provinciale sfeer” in Berlijn. Vanackere vindt dat te snel geconcludeerd; terwijl de museumwereld inderdaad een fikse inhaalslag zou kunnen maken, bevindt de Berlijnse theaterwereld zich internationaal gezien al decennia op hoog niveau. Volgens haar is er ook een gevaar als je voor vijf jaar wordt ingevlogen: de nieuwkomer moet wel weten in wat voor stad hij terechtkomt, de historische en culturele gevoeligheden leren kennen, weten welke thema’s de makers en het publiek in Berlijn bezighouden, en daar dan vervolgens op reageren. Het is goed dat de stad zich meer voor de blik van buiten opent, zegt Vanackere, maar de cultuurpolitiek kan zich ook teveel laten meeslepen door “de gladde taal van verandering”. In KW is Gruijthuijsen niet bang voor een opstand. Zijn plannen zijn “heel positief opgepakt”, zegt hij. Hij wil van KW een tegenwicht maken tegen de oprukkende commercialisering van de beeldende kunst in de stad. Tegelijk wil hij dat het instituut een breder publiek uitnodigt tot een bezoek. “Je kan publieksvriendelijk zijn zonder populistisch te hoeven worden”, is de boodschap die hij naar Berlijn meebrengt. Het publiek in de stad heeft een honger naar dit soort plekken’, denkt hij. En, voegt hij er zelfverzekerd aan toe: “Wíj gaan hun verlangen vervullen.” 9. Berlin Biennale. Van 4 juni t/m 18 september in Kunst-Werke en vier andere locaties in de stad. bb9.berlinbiennale.de

augustus 2016


Beeldspraak

VROEG WERK

H

et is zomer, het is mooi weer, de collega’s zijn op vakantie en u zou dat ook wel willen. Dan is het tijd om naar Kornelimünster te gaan. Kornelimünster ligt ten zuidoosten van Aken, juist waar de rafelranden van de stad plaatsmaken voor heuvels, velden en bossen. Er is een pleintje met oude huizen, er is een klaterend beekje en er zijn terrassen. Maar bovenal is er een majesteitelijke abdij met wortels in de negende eeuw. Dankzij goede

contacten met Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote, bezat de abdij de lendendoek, de grafdoek en de zweetdoek van Christus. Helaas liet een van zijn opvolgers de grafdoek doormidden snijden om de helft ergens anders cadeau te doen. Ter compensatie kwamen er relikwieën van de heiligen Cornelius en Cyprianus. Cornelius gaf de abdij haar naam. De relikwieën maakten van Kornelimünster een belangrijk bedevaartsoord. De indrukwekkende gotische kloosterkerk is daarvan het tastbare overblijfsel. In de kloostergebouwen bevinden zich tegenwoordig de kunstaankopen van het land Nordrhein-Westfalen. Terwijl de musea in de Landeshauptstadt Düsseldorf zich richten op de grote, internationale namen, gaat het in Kornelimünster om jonge kunst uit eigen land. Sinds 1948 werden er zo’n vierduizend werken aangeschaft. Op de eerste verdieping van de abdij, onder plafonds met stuc en barokke schilderingen, is in wisselende samenstelling een keuze uit die collectie te zien. Van kunstenaars als Gerhard Richter en Sigmar Polke hangt er werk dat ze in het begin Sebastian Riemer, Athlete Gerould, 2016, Pigmentprint. © VG Bild-Kunst, Bonn 2016

van hun carrière – eind jaren zestig, begin jaren zeventig – maakten. Het is onmogelijk daar met een neutrale blik naar te kijken, want bij hen ken je het vervolg. Zij schitteren inmiddels zelf in de musea in Düsseldorf en de rest van de wereld. Wat er van Richter en Polke in Kornelimünster hangt, noemen we dan ook ‘vroeg werk’. Bij andere kunstenaars weet je niet

‘DE VRAAG IS NATUURLIJK WIE DE VOLGENDE RICHTER ZAL ZIJN.’

hoe het verder ging. Heel vreemd is het dat het woord ‘vroeg’ dan niet eens in je opkomt. Het is gewoon ‘werk’. Daar zitten trouwens wel prachtige dingen bij. Neem het morsige eettafeltje (mit Stuhl, zoals de titel uitdrukkelijk vermeldt) van Günter Weseler uit 1975. Uit twee bordjes en een aangesneden brood puilt grijsbruin dierenvel. Blijf even staan en je ziet dat het langzaam en puffend ademt. Als je zijn naam googelt, vind je dat Weseler zijn hele leven ‘Atemobjekte’ is blijven maken. Weseler is niet de enige ontdekking die je in Kornelimünster kunt doen. Het land Nordrhein-Westfalen koopt niet alleen, het deelt ook een stimuleringsprijs uit aan kunstenaars onder de 35. Zes prijswinnaars uit de jaren 2013-2015 tonen hun werk op de benedenverdieping van de abdij. Er zijn raadselachtige objecten van hout en gips van Kristina Berning, fotografische experimenten van Stephanie Gudra en abstract schilderwerk van Bettina Marx. Opvallend genoeg ontbreekt de golf aan, om het maar even kort samen te vatten, losjes gemaakte figuratieve schilderkunst die Nederland momenteel overspoelt. De vraag is natuurlijk wie de volgende Richter zal zijn. Ik waag een gokje op Sebastian Riemer met zijn soms haast onmerkbaar bewerkte foto’s van hordenlopers en danseressen. Pas in tweede instantie zie je dat je nét niet ziet wat je denkt dat je ziet. Of denk je dat nu ook maar weer? Het is hoogst intrigerend. DUNCAN LIEFFERINK Kunsthaus NRW in Aachen-Kornelimünster. Huidige collectie-opstelling t/m 18 september. That’s How the Light Gets In. Förderpreisträger des Landes NRW 2013-2015. Van 5 juni t/m 25 september. Geopend op donderdag t/m zondag. kunsthaus-nrw.de

15

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Het centrale trappenhuis maakt visueel contact tussen de verdiepingen mogelijk en dient voor de afvoer van lucht. foto’s Ton Desar/gemeente Venlo

16

zuiderlucht.eu

augustus 2016


WIM JACOBS

– Het spectaculaire nieuwe stadskantoor van Venlo is

gebouwd volgens het duurzaamheidsprincipe cradle-to-cradle. Het gebouw moet een verbinding vormen tussen het stadscentrum en het wat suffe stadsdeel Venlo-Zuid. “De planten zijn ook goed voor de omgeving.”

stadskantoor voor Venlo Niet te missen

voor wie tegenwoordig met auto of trein over de Maas het centrum van Venlo binnenrijdt: de kolossale, tweeduizend vierkante meter grote groene gevel van het nieuwe stadskantoor. Het tapijt van boven elkaar hangende bakken waaruit een rijke sortering planten groeit, plooit zelfs om de hoeken. Op de drie bovenste verdiepingen strekt zich over de volle breedte van het gebouw een glazen kas uit, als een kroon. “De kas is de long van het gebouw”, legt gemeentelijk projectleider Michel Weijers uit. Opgetogen laat hij zien welk een spectaculair uitzicht het vijftig meter stadskantoor biedt over stad en ommelanden. De constructie speelt een belangrijke rol in de klimaatbeheersing van het gebouw: de vers aangevoerde lucht wordt door de planten van extra zuurstof voorzien, mechanisch bevochtigd en dan de gangen en kantoren ingeblazen. Maastricht en Roermond hebben nieuwe stadskantoren, Heerlen heeft er een in voorbereiding, maar qua architectuur steekt Venlo met dit iconische gebouw de concurrentie de loef af. Daarnaast geeft de stad haar visitekaartje af op het gebied van duurzaamheid. Het gebouw is samengesteld volgens het cradle-to-cradle

principe, waarin de geestelijke vaders William McDonough en Michael Braungart het gangbare systeem van ‘downcyclen’ (waarbij grondstoffen na gebruik afval worden) vaarwel zeggen. Overtollige materialen krijgen, net als water en energie, een nieuw leven waar in het beste geval zelfs aan

‘Als je met een gezonder gebouw het ziekteverzuim omlaag kunt brengen, spaar je veel geld uit.’ kwaliteit wordt gewonnen. Met deze benadering van de nieuwbouw voegt Venlo de daad bij het woord. Uit het niets omarmde de stad tien jaar geleden deze van wieg-tot-wieg gedachte; niet eerder werd de filosofie op zo’n grote schaal toegepast als met het stadskantoor. Het meest zichtbaar is dit in het systeem van de luchtbehandeling. Een gezond binnenklimaat was voor de ontwerpers van het Rotterdamse bureau Kraaijvanger Architects een belangrijk uitgangspunt. Daaruit volgde de stap

om materialen te kiezen die geen schadelijke stoffen uitstoten. De afvoer van de lucht gebeurt via het ruime trappenhuis dat centraal in de toren is geplaatst en visuele verbindingen legt tussen de verdiepingen. Op het dak boven het trappenhuis staat een tweede glazen kas, die als een schoorsteen werkt en voor natuurlijke trek zorgt. De lucht wordt vervolgens het gebouw uit geleid via een groot aantal openingen in de spouw tussen de buitengevel en de groene wand van planten die zich in de v-vormige bakken laven aan de CO2-rijke lucht. Door deze constructie, zegt Weijers, daalt de uitstoot van CO2 (koolstofdioxide) met dertig procent. “De planten zijn ook goed voor de omgeving, want ze zuiveren de lucht van zwaveldioxide en stikstofoxiden die in uitlaatgassen van auto’s zitten, en halen fijnstof uit de lucht”, voegt Hans Goverde van Kraaijvanger Architects, die het gebouw ontwierp, toe. Volgens metingen van de TU Eindhoven gaat het om net zoveel fijnstof als auto’s produceren op 3000m2 wegoppervlak. Andere pluspunten van de gevel volgens Goverde: het groen tempert de warmte bij zogeheten hittestress, zorgt met zijn rustgevende uitstraling voor een aangenamere werkomgeving en verhoogt de biodiversiteit. Het nieuwe Venlose stadskantoor is ook

>>

17

zuiderlucht.eu

augustus 2016


De kas op het dak van het stadskantoor.

Architect Hans Goverde van Kraaijvanger Architects.

uitgerust met meer gebruikelijke systemen voor duurzame gebouwen, zoals 1500 vierkante meter aan zonnepanelen, die samen met een aantal net buiten de stad te bouwen windmolens de elektriciteitsbehoefte voor het gebouw gaan leveren. De verwarming komt uit de ondergrondse warmte- en koudeopslag. Daar wordt in de zomer het overschot aan zonnewarmte in de bodem opgeslagen, om ‘s winters via de vloeren het gebouw te verwarmen. Ook een nog te bouwen appartementencomplex naast het stadskantoor zal gebruik gaan maken van het systeem. Afvalwater, ten slotte, wordt na filtering hergebruikt voor toiletspoeling. Toch is de cradle-to-cradle filosofie nog steeds een verhaal van goede bedoelingen en nog in te lossen beloftes. Of een materiaal daadwerkelijk

18

wordt hergebruikt of alsnog op de vuilnisbelt belandt, is vaak niet te voorzien, erkent ook projectleider Weijers. Het is een proces van de lange adem, zegt hij. Voor veel van de in het gebouw toegepaste materialen is een paspoort ontwikkeld waarin de bestanddelen van het product zijn opgeslagen. “De meeste leveranciers hebben geen idee wat er in hun producten zit. Met dit paspoort hebben we ze aan het denken gezet. In het geval van de groene gevels heeft dat geleid tot de ontwikkeling van cradle-to-cradle gecertificeerde bakken. Met de leverancier van de stoelen hebben we afspraken gemaakt over de terugname, met een gegarandeerde restwaarde. Wat je heel duidelijk ziet is dat bij producten die sneller weer vervangen worden, zoals meubilair, er wel al goede afspraken over restwaarde te maken zijn.” Op zijn beurt schat architect Goverde dat zestig tot tachtig procent van de materialen van het gebouw is gecertificeerd. Voor de resterende leveranciers bleek terugname een brug te ver; toch denkt hij dat het systeem van terugnamegaranties de toekomst heeft. Ook stedenbouwkundig is het toevoegen van kwaliteit, zoals cradle-to-cradle propageert, nagestreefd. Van oudsher vormen de spoorlijn en de Eindhovenseweg de entree tot het stadscentrum en tegelijkertijd een barrière tussen de binnenstad en het wat suffe stadsdeel VenloZuid. De nieuwbouw van het ziekenhuis heeft aan dat gebrek aan dynamiek weinig verandering

zuiderlucht.eu

gebracht; het contrast tussen noord- en zuidzijde van het spoor is nog steeds groot. Goverde hoopt dat het nieuwe stadskantoor wél voor nieuwe dynamiek zal zorgen. Wie vanaf de hoofdingang aan de Eindhovenseweg het gebouw binnenkomt, loopt een ononderbroken publieke ruimte binnen die dankzij glas aan alle kanten zeer licht en toegankelijk oogt. Het ruimtelijke trappenhuis met zijn betimmering van accoya, snelgroeiend naaldhout uit duurzaam beheerde bossen, versterkt dat effect. Om de inwoners te verleiden de attractieve, maar weinig gebruikte Maasoever te gebruiken, heeft de architect aan de kop van de laagbouw publieke functies toegevoegd, zoals een theatertje, een café en een extra ingang. Daarmee hoopt hij mensen de nieuwe wijk in te trekken waar enkele jaren geleden de uit 1930 stammende Nedinsco-fabriek een make-over heeft ondergaan. In de toren van het complex zitten creatieve bedrijven, met in de top een hippe loungebar annex restaurant. Het stadskantoor, zo hoopt de gemeente, moet een schakel worden in de aansluiting tussen VenloZuid en de binnenstad.

De aanpak

van het gebied is trouwens niet zonder kritiek. Met de komst van het stadskantoor staan er nu aan de centrumzijde van de twee Maasbruggen (weg en spoor) een toren. Stedenbouwkundig gezien levert dat een harmonieus ensemble op. Die balans zal worden verstoord door een honderd meter hoge woontoren die de plannenmakers nog in gedachten hebben, pal voor het stadskantoor. Van het gebouw als blikvanger blijft dan niets meer over, net als van het uitzicht naar de Maas.

augustus 2016


De groene gevel aan de Eindhovenseweg. Rechts achter het stadskantoor het witte Nedinsco-complex met toren.

Het is opmerkelijk dat uitgerekend het traditionele VVD-bolwerk Venlo zich tot een geitenwollen-sokkenfilosofie als cradle-tocradle heeft bekend. Michel Weijers duikt in de historie: “Het begon met een uitzending van het VPRO-programma Tegenlicht in oktober 2006 over cradle-to-cradle. De Venlose Kamer van Koophandel pikte het idee op als een nieuw economisch principe waarmee de regio zich kon onderscheiden. Men zag er kansen voor de agribusiness, de logistieke sector en de maakindustrie, sectoren die in de stedelijke economie sterk vertegenwoordigd zijn. De Kamer is daarmee naar de gemeente gestapt waar GroenLinks het concept omarmde vanwege de milieuaspecten, en de VVD vanwege de economische perspectieven. Twee jaar later nam de stad de cradle-to-cradle filosofie over als uitgangspunt van gemeentelijk beleid.” De eerste gelegenheid waarbij Venlo zich aan het grote publiek van zijn groene kant liet zien, was de Floriade in 2012. Door de beleidswijziging, vertelt Weijers, werd de budgettering van het nieuwe stadskantoor anders benaderd. De gangbare praktijk om alleen naar de bouwkosten te kijken, werd ingeruild voor een berekening op basis van de hele levenscyclus van

19

zowel het gebouw als het gebruik ervan. “Negentig procent van de kosten zit in het personeel, negen procent in de hypotheek voor het gebouw en één procent in energie. Als je met een gezonder gebouw het ziekteverzuim ook maar iets omlaag kunt brengen, spaar je veel geld uit”. De ervaringen met het oude stadskantoor aan de

‘De meeste bouwleveranciers hebben geen idee wat er in hun producten zit.’ Peperstraat speelden ook een rol. Weijers: “Door verkeerde keuzes en bezuinigingen bij de bouw hebben we dertig jaar lang een slecht en ongezond kantoor gehad. Dat wilden we niet nog eens. Het leek me mooi om in het kader van cradle-to-cradle het beton van het oude gebouw te hergebruiken in het nieuwe gebouw, maar het bleek te zeer vervuild te zijn. Uiteindelijk is het als granulaat in de fundering van de snelweg A74 beland”.

zuiderlucht.eu

Met een bouwsom van 55 miljoen euro voor 13.500 vierkante meter kantooroppervlakte en 400 parkeerplaatsen in de ondergrondse parking bleef Venlo met het nieuw stadskantoor volgens Weijers onder de oorspronkelijke raming van zestig miljoen. De kosten van de vertraging, door het faillissement van een leverancier werd het gebouw twee jaar te laat opgeleverd, is daarin niet verdisconteerd. Hoewel niet honderd procent cradle-to-cradle trekt het nieuwe stadskantoor inmiddels veel aandacht. Naar eigen zeggen heeft Weijers drie tot vijf aanvragen per dag om het gebouw te mogen bezoeken. Net als architect Goverde geeft hij regelmatig lezingen, zoals onlangs bij de Europese Investeringsbank in Luxemburg, waar men de circulaire economie ook heeft ontdekt. In die zin is het ontwerp al vóór de feestelijke ingebruikname op 14 oktober geslaagd te noemen. Voor Weijers wacht inmiddels de volgende klus. Aan de overkant van de Maas, in het stadsdeel Blerick, moet op het voormalige kazerneterrein een leisure-centrum verrijzen, inclusief een kabelbaan over de Maas naar de Venlose binnenstad. Allemaal cradle-to-cradle, uiteraard.

augustus 2016


ADRIENNE PETERS

– Dutch Design kennen we, het is een internationaal

begrip. Maar hoe staat het met Belgisch design? Ontwerpen van gelijk kaliber blijven in Nederland buiten de schijnwerpers. Toch laten de Belgen het tij langzaam keren. “Installation S van Muller Van Severen had net zo goed een nazaat van Rietveld kunnen zijn.”

DE OPMARS VAN DE

BE GEN

De mode, ja, de mode. Met ontwerpers als Dries Van Noten, Ann Demeulemeester en Walter Van Beirendonck staat België bekend als modeland. Op het gebied van design daarentegen lijken Belgische ontwerpers maar moeilijk onder het gewicht van hun Nederlandse collega’s uit te raken. Natuurlijk kennen we de stoelen van Maarten Van Severen, en de sierlijke krullen van Victor Horta kunnen we ons ook nog voor de geest halen. Maar wie in Nederland kent Willy Van Der Meeren? Jos De Mey? Hun ontwerpen doen niet onder voor die van hun Nederlandse collega’s. En toch wil Made in Belgium maar geen merknaam worden. Het antwoord op de vraag hoe dat komt, is, zonder in clichés te vervallen, geen sinecure. Clichés als: Belgen maken het beste bier, Nederlanders weten het beter te verkopen. Een al lang achterhaalde kreet trouwens, nu AB InBev, een conglomeraat van brouwerijen

20

met merken met Jupiler en Duvel als toppers, Heineken qua omvang heeft ingehaald. Wie graag bier drinkt, weet hoe dat terecht dat is. Moeten we een verklaring zoeken in de geschiedenis? Met de overheersing van de Spanjaarden in de zestiende eeuw gingen de Belgen eeuwenlang gebukt onder het juk van een behoudend en bekrompen katholicisme. Vlamingen met creatieve, intellectuele en zakelijke ambities vluchtten naar de Noordelijke Nederlanden, waar handelsgeest, calvinisme en creativiteit goed samen bleken te gaan. Waar soberheid en zuinigheid werden gepredikt, maar ook ondernemerschap en gelijkwaardigheid. De immigranten van toen, ook uit andere katholieke landen, droegen in belangrijke mate bij aan de Gouden Eeuw die van Nederland een wereldmacht maakte. De tentoonstelling Design Derby in het Cuypershuis in Roermond, waar Nederlandse en Belgische designstukken van de afgelopen 200 jaar naast elkaar staan, geeft geen echte

zuiderlucht.eu

verklaring van de Nederlandse dominantie op designgebied. De kwestie wordt alleen maar intrigerender als je het prachtige dienblad van Gustave Serrurier-Bovy ziet. Waarom hebben we die naam nooit eerder gehoord? En dat koffieservies van Keramis, waarvan de vrolijke kleuren en subtiele twist in de vormgeving het strakke, steriel ogende ontwerp van Mosa doen verbleken. Design Derby, een ingedikte versie van een tentoonstelling die eerder te zien was in het Designmuseum in Gent en Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, start bij de korte eenheid die de beide landen tussen 1815 en 1830 vormden, en loopt door tot 2015. De titel van de expositie suggereert een beladen tweestrijd tussen de twee buurlanden, zoals we die kennen uit het voetbal, maar van rivaliteit is hier geen sprake. Waar Belgen nog wel spanning voelen in hun relatie tot Nederlanders, vinden deze laatsten dat bourgondische, chaotische landje aan hun zuidgrens vooral sympathiek. En op

augustus 2016


GUSTAVE SERRURIER-BOVY, WAAROM HEBBEN WE DIE NAAM NOOIT EERDER GEHOORD?

Boven: Servies Keramis. foto Designmuseum Gent Links: Stoel Nr. 2 van Maarten Van Severen

het gebied van design gaan beide landen al decennialang hun eigen gang. Toch kunnen de ‘Ollanders’ maar beter op hun tellen passen. Want net als met de export van bier of, zoals we sinds afgelopen EK weten, op voetbalgebied, is België ook als designland bezig met een inhaalslag. Zo werkt de tweede generatie Van Severen – zoon Hannes is in de voetsporen van zijn vader Maarten getreden - gestaag aan een oeuvre dat ook over de landsgrenzen wordt opgemerkt. De Interieurbiënnale van Kortrijk sluit meer en meer aan bij de Salone del Mobile in Milaan, de hoogmis van het internationale design, en de Dutch Design Week in Eindhoven, waar vooral jong talent de ruimte krijgt. Terug naar de verschillen. Het begin van de industrialisatie, begin negentiende eeuw, markeert de start van wat we inmiddels met recht designgeschiedenis kunnen noemen. Professionele ontwerpers zijn er nog niet. Inspiratie komt veelal uit ornamentboeken en men kopieert er lustig op los. Op dat gebied zijn

Modelappartement door Willy Van Der Meeren.

we anno nu met Ikea en VT Wonen terug bij af. In die industrialisering loopt België ver vooruit op Nederland, waar alleen Maastricht aanhaakt. De jonge, ambitieuze, meertalige staat met zijn grote culturele verschillen blijkt ideaal voor beïnvloeding door de buurlanden. België loopt voorop met de mechanisering van de kant-, glasen aardewerkproductie. Tot in de twintigste eeuw sukkelt Nederland er een beetje achteraan.

Dat België

rondom de woelige oorlogsjaren en midden in de maalstroom van de modernisering een grotere inspanning levert wordt nauwelijks opgemerkt. Terwijl onze zuiderburen creperen in de loopgraven van de Groote Oorlog (1914-18), kan het neutrale Nederland zich in die jaren naar omstandigheden

blijven ontwikkelen. De Stijl, met Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld als bekendste exponenten, doet zijn intrede onder de verbeten leiding van Theo van Doesburg, maar verder dan de avant garde reikt de stroming niet. Nederland, ver weg van oorlogsellende en industrialisatie, borduurt braaf voort op dat wat er al is. Echte vernieuwing blijft uit waardoor het modernisme de belofte van katalysator van het moderne leven niet waarmaakt. De Art Nouveau die opbloeit in België blijkt juist een antwoord op de industrialisatie en moderniteit, maar wordt in Nederland hautain afgedaan als inferieur. In tegenstelling tot het modernisme spreekt het sierlijke, decoratieve design van Victor Horta en Henry Van De Velde zowel de rijke elite als de arbeidersklasse aan. De stijl past in warenhuizen en in volkspaleizen.

>>

21

zuiderlucht.eu

augustus 2016


DE BELGISCHE ART NOUVEAU WERD IN NEDERLAND AFGEDAAN ALS INFERIEUR.

Installation S van Muller Van Severen. foto Designmuseum Gent

Dienblad van Gustave Serrurier -Bovy. foto Designmuseum Gent

Toch meent de Nederlandse architect Berlage als een missionaris naar Brussel te moeten afreizen om zijn collega’s in het middelpunt van de art nouveau terecht te wijzen. Om te voorkomen dat hun stijl de goede rationele werken van de Nederlandse vormgeving ‘ziekelijk zouden infecteren’. Vanaf de jaren vijftig beginnen de twee landen naar elkaar toe te groeien. De welvaartsexplosie en de toenemende vraag naar huishoudelijke artikelen brengt de vrouw in de samenleving in een belangrijke positie. Zij kiest de spullen om het leven in huis te veraangenamen – de mixer, de stofzuiger, de wasmachine – en is met haar natuurlijke gevoel voor stijl en sfeer de interieurstilist avant la lettre. Winkels als Inno(vation) en V&D doen goede zaken. In de jaren zeventig neemt de internationale handel toe en groeit Nederland op het gebied van design uit tot gidsland. Dutch Design vestigt

22

zijn internationale naam, ook omdat de (semi-) overheid zich een genereuze opdrachtgever betoont. Het zijn de hoogtijdagen voor grafisch ontwerpers die op tal van plekken in het publieke domein hun kunnen en creativiteit mogen uitleven: Nederlandse ontwerpen van postzegels, brievenbussen, bankbiljetten en bewegwijzering voor wegen, vliegvelden en treinstations lopen voorop en zijn spraakmakend. Concerns als KLM, Schiphol en de NS zetten met een onderscheidende huisstijl de trend voor andere bedrijven die niet zelden een grafische ontwerper aanstellen om permanent aan de huisstijl te schaven. In België komt dat proces met een vooroplopende overheid veel later op gang. Waar de Nederlandse overheid zich de laatste jaren terugtrekt, loopt in Vlaanderen de overheid voorop in het stimuleren van creativiteit. Of de kosten opwegen tegen de baten bij

zuiderlucht.eu

gesubsidieerde instanties als Design Flanders, Flanders in Shape en Flanders DC is een studie waard – maar ze zijn er wel. Het is eerder dankzij een meubelbedrijf als Vitra dat de ogen op de Belgen zijn gericht. Sinds stoel nr. 2 van Maarten Van Severen er in productie ging, is de toon gezet. Bij de expositie Design Derby in Roermond pronkt een minimalistisch ontwerp van zijn zoon Hannes en diens partner Fien Muller naast de sierlijke lamp van de Nederlandse Wieki Somers. Als je Installation S van Muller Van Severen bekijkt, had hij net zo goed een nazaat van Rietveld kunnen zijn. Design Derby: Nederland – Belgie (1815 – 2015). Het mooiste uit 200 jaar ontwerp. Van 24 april t/m 2 oktober in het Cuypershuis in Roermond. cuypershuisroermond.nl

augustus 2016


Pleased t0 Meet You

‘N BERG VAN EEN NUMMER

N

Danko Jones.

VEEL LANGER DAN DRIE MINUTEN HOEFT HET NIET TE DUREN

Niet zelden zijn ze het nummer al lang moe, maar dwingt hun publiek dat ze het blijven spelen. Voor hun fans zíjn ze dat nummer, volgens zichzelf zijn ze zoveel meer dan dat. Motörhead wás Ace of Spades, Armand was Ben ik te min. Dat is uiteindelijk niet tragisch, het is een groot compliment. Tragisch, dat is een oeuvre zónder zo’n nummer. De Canadese rocker Danko Jones heeft één nummer dat niet alleen zijn volledige oeuvre samenvat, maar zo ongeveer het volledige rockgenre. Het meest wonderlijke en tegelijk verstandige is dat hij het nooit heeft opgenomen. Het nummer heeft een energie die geen enkele producer in een studio zou kunnen vastleggen. Hij speelt het alleen live, tijdens vrijwel al zijn shows, bijna altijd als afsluiter. Het nummer heet Mountain. Het opent met een dijk van een riff, zoals veel van Danko Jones’ nummers. Danko is de koning van het simplisme: een goede riff, een goed refrein: dat is een rocknummer, en veel langer dan drie minuten hoeft het niet te duren. Mountain duurt langer, en gaat in tegenstelling tot veel van Jones’ nummers ook niet over seks, vrouwen of seks met vrouwen. Het valt na een ronkend begin stil, en dan begint een speech. Over alle artiesten dankzij wiens erfenis Danko Jones op dit podium staat. Het was een paar jaar geleden al een lange lijst, maar zeker de laatste twee jaar is die lijst nog veel langer worden. En dan komt een prachtzin, de mooiste die hij ooit schreef: ‘Everybody is sexy in heaven, baby.’ Het nummer zou al geweldig zijn als het hier was geëindigd. Maar het gaat door. Na de volgende riffs valt het nummer opnieuw stil, en volgt een nog langere speech. Die tweede is een klassieke motivational speech: Danko legt uit hoe het voelt als niemand je ziet staan, en vervolgens reikt hij een oplossing aan: een mantra dat je dient te herhalen, zoals hij dat zelf ook dagelijks doet. ‘This heart gets stronger This skin gets thicker This mouth gets louder’. En opnieuw, opnieuw en opnieuw. Motiveren is herhalen. Jarenlang hoorde daar een act bij. Na het hart sloeg hij met zijn vuist op zijn hart, na de huid op zijn arm, en na de mond sloeg hij zichzelf in zijn gezicht. Hard. Zo hard, dat ik hem ooit op Bospop met een bloedneus het podium zag aflopen. Volgens mij had hij het zelf niet eens door, zoveel adrenaline had Mountain door zijn lijf gejaagd. Toen Danko Jones last kreeg van duizelingen en verminderd zicht, ging hij naar zijn huisarts. Die vroeg hem of hij soms bokste. Nee. Merkwaardig, vond de dokter: hij had de symptomen van iemand die met grote regelmaat harde klappen op zijn hoofd kreeg. Sindsdien spreekt Danko Jones het mantra nog wel uit, maar dan zonder de klappen. En draagt hij buiten het podium een bril. LEON VERDONSCHOT

Danko Jones speelt op 4 augustus in Poppodium Volt, Sittard. poppodium-volt.nl

23

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Wat was in... ‘ER ZIJN VEEL ASOCIALE OUDE MENSEN. EN JE KUNT ZE ER NIET MEER OP WIJZEN, HET IS EEN VERLOREN ZAAK.’ ALI 6. Pas in retrospectief, ruim veertig jaar na THE THRILLA IN MANILA, zien sportredacteuren van weleer wat voor een krankzinnige – en puur moorddadige - activiteit boksen, per abuis ooit tot de sporten gerekend, eigenlijk is. Is Muhammad Ali toch niet voor niets gestorven.

ERETITEL 8. Hans van Manen (83) weigert Turkse eretitel als CHOREOGRAAF VAN DE EEUW. Eerder liet hij prijzen uit Portugal, Griekenland en Oostenrijk aan zich voorbij gaan. “Natuurlijk kun je kunst en politiek niet los van elkaar zien”, zegt Van Manen, “maar ik hoef daar geen persconferenties over te geven. Ik heb geen behoefte aan schouderklopjes.”

Martin van Waardenberg (60): …te oud…

BOETES I.S.

JUNI

11. De in financiële problemen verkerende IS verhoogt de verkeersboetes. Nu nog FLITSPALEN langs de weg en we kunnen spreken van een moderne Westerse staat.

IDENTITEIT 1. “Ik zou een roman kunnen vullen met alle mannen die ik ken, en ik zou meteen veroordeeld worden wegens belediging van de TURKSE IDENTITEIT.” De Turkse schrijver en Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk kent zijn pappenheimers.

GEKKE G. 3. De vuilspuiterij op social media tegen SYLVANA SIMONS na haar toetreden tot de politieke partij fractie Denk laat zien wat het racistische gedrein van Gekke Geert, samen met de laffe opstelling van zijn politieke tegenstanders, heeft opgeleverd.

KRULLETJES 4. “Staatssecretaris Dekker, die LUL MET KRULLETJES

REPRISE 13. De opvoering van Warum ich meine demente Mutter belüge in het Oostenrijkse Graz is zo’n succes dat Theater im Bahnhof heeft besloten tot drie reprises in september. Het stuk is gebaseerd op het boek Waarom ik moet liegen tegen mijn demente moeder van CYRILLE OFFERMANS.

DENK (NA) 15. De jongens en het meisje van de politieke groepering DENK zijn eruit. In een nieuwe campagne proberen ze duidelijk te maken dat, volgens de beproefde populistische methode, de media’s het heeft gedaan. Hup Recep Tayyip!

en die bril die zelf nooit tv kijkt, heeft bedacht dat televisie moet verjongen. Alsof jongeren nog tv kijken…” Martin van Waardenberg (60) is ontslagen bij Kanniewaarzijn omdat hij te oud is.

KRUIS

Z. PIET

DENK (2)

5. Ook toen we geschminkt als ZWARTE PIET werden

17. De politieke groepering Denk beschuldigt Joep Dohmen

aangehouden door oom agent, vroeg hij niet of de auto waarin ik reed wel echt de mijne was.

van NRC Handelsblad van VUIGE INSINUATIES en (halve) leugens. Wie niet…

24

zuiderlucht.eu

16. EERLIJK ZEGGEN: heeft ú vandaag nog in uw kruis gekrabd? Wij wel!

augustus 2016


COLOFON

EDITS

JUNI/JULI

Zuiderlucht is een onafhankelijk maandblad met een oplage van 14.000. Zuiderlucht is een uitgave van Bodosz, in opdracht van de Stichting Zuiderlucht. De gedrukte versie is gratis verkrijgbaar op meer dan 350 plekken in Zuid-Nederland en Vlaanderen. Digitaal: zuiderlucht.eu E-paper: zuiderlucht.eu/e-paper Inschrijven voor de ZL-nieuwsbrief kan via zuiderlucht.eu /nieuwsbrief

HOFLAND 20. Henk Hofland (1927-2016): “Ik ben als PESSIMIST

Begunstigers krijgen ZL voor 57 euro per jaar thuisbezorgd. Hun inbreng is onontbeerlijk voor het voortbestaan van het blad. Begunstiger worden kan via zuiderlucht.eu/begunstigers

geboren en dat bevalt me goed.”

BREXIT 24. In het Kremlin en bepaalde delen van het MiddenOosten lopen ze vandaag schaterlachend in POLONAISE.

JULI STRAATBENDE 7. “De politie is de grootste straatbende van Dallas.” De

Tennisballen zijn verboden bij de Republikeinse Conventie in Cleveland.

Afro-Amerikaanse activist Yafeuh Balogun vindt de moord op vijf politieagenten ZELFVERDEDIGING.

JALOERS 11. “Zijn vrienden kwamen hem halen, nog dezelfde als op de middelbare school. Ik was wel eens jaloers geweest op je hele leven lang dezelfde vrienden hebben, maar nu zag ik de STILSTAND.” Uit de column ‘Konijn’ van Marcel van Roosmalen in NRC Handelsblad.

‘IK WAS WEL EENS JALOERS GEWEEST OP JE HELE LEVEN LANG DEZELFDE VRIENDEN HEBBEN, MAAR NU ZAG IK DE STILSTAND.’

THOMAS 13. Het is hartje zomer, tijd voor een ZELFFELICITATIE! Directeur Thomas Widdershoven stapt na drie jaar op bij de Design Academy in Eindhoven. “Nu de academie er goed voor staat, heb ik besloten me weer op het ontwerpen te richten.”

ED 15. Ed Spanjaard wordt in 2017 CHEF-DIRIGENT van het Orkest van het Oosten. Hij volgt Jan-Willem de Vriend op. Spanjaard was van 2001 tot 2012 dirigent van het toenmalige Limburgs Symfonie Orkest.

ASOCIAAL 16. “Er zijn veel asociale oude mensen. En je kunt ze er niet meer op wijzen, het is een VERLOREN ZAAK. Ik doe er nu lacherig over, maar ik zit er wel mee.” Rapper Fresku in Volkskrant Zomer Magazine.

25

VERBODEN 20. Tennisballen, paraplu’s met metalen uiteinden en flessen zijn verboden op de Republikeinse conventie in Cleveland, VS. Ze kunnen als wapen worden gebruikt. Het dragen van VUURWAPENS is toegestaan.

GOED GEKAPT 23. Olivier Benhamou, de PRIVÉ-KAPPER van de Franse president Hollande, verdient 9.895 euro per maand, aldus Le Canard Enchainé. Dat is vijftig euro minder dan een minister in het kabinet van Hollande, die bij zijn aantreden in 2012 te kennen gaf een “normale” president te willen zijn. Benhamou kapt Hollande elke ochtend “en verder zo vaak als nodig is.”

zuiderlucht.eu

augustus 2016

Adres: Capucijnenstraat 21 C10 6211 RN Maastricht 0031 43 350 05 91 info@zuiderlucht.eu Uitgever: Bodosz / Christiane Gronenberg 0031 43 350 05 91 0031 6 10 661 205 c.gronenberg@zuiderlucht.eu Hoofdredacteur: Wido Smeets 0031 43 350 05 91 0031 6 53 338 905 w.smeets@zuiderlucht.eu Commercie: Danny Brassé 0031 6 49 321 617 d.brasse@zuiderlucht.eu Administratie: Marlies Mulleners administratie@zuiderlucht.eu ZuiderLeven: Christiane Gronenberg 0031 610 661 205 c.gronenberg@zuiderlucht.eu Medewerkers: Maria Barnas, A.H.J. Dautzenberg, Edo Dijksterhuis (Amsterdam), Fons Geraets, Said El Haji, Emile Hollman, Wim Jacobs (Brussel), Gerard Kessels, Koen Kleijn, Duncan Liefferink, Ad van Liempt, Alma Mathijsen, Harald Merckelbach, Marente de Moor, An Olaerts, Cyrille Offermans, Adrienne Peters, Patricia Pisters, Ronald Rovers, Merlijn Schoonenboom (Berlijn), Annemarie Staaks, Paul van der Steen, Leon Verdonschot, Patrick van IJzendoorn (Londen). Tekstcorrectie: Anna Peeters Vormgeving: Obidesign Druk: RBD Düsseldorf Bankrekening: IBAN NL55SNSB 093 67 79 675 Distributie: Ursem Koeriers Venlo ISSN: 1875-7146


WIDO SMEETS

– De befaamde kuipstoelen van Pierre Paulin, nu te

zien in Centre Pompidou in Parijs, worden gemaakt bij Artifort. De Maastrichtse ontwerper René Holten leerde Paulin daar in de jaren negentig kennen. “Als er weer eens ruzie was, sprong hij in zijn auto en reed spoorslags terug naar Parijs.”

VERWANTE

ZIELEN René Holten is

er nog net niet in geboren. Wel is hij van kleins af aan opgegroeid met de stoelen van Pierre Paulin. Een ervan, de Globe, stond in het ouderlijk huis in Roermond in de woonkamer. Niet zo vreemd, want vader Holten was adjunct-directeur van Stroucken, toen nog de grootste meubelzaak van de stad.

Pierre Paulin op een van zijn ontwerpen in de Artifort-kelders in Maastricht, ergens in de jaren zestig.

26

zuiderlucht.eu

“Als opgroeiende jongen wilde ik natuurlijk niets te maken hebben met het werk van mijn vader”, lacht Holten zijn herinneringen weg. “Die interesse kwam pas later, toen ik op de kunstacademie zat.” En wat bleek? Na zijn academietijd kwam hij in 1993 als hoofd productontwikkeling bij meubelfabrikant Artifort terecht. Waar Paulin een van de gezichtsbepalende ontwerpers was. “Artifort had alles in huis”, zegt Holten terugblikkend, “een collectie met ontwerpen van topdesigners, een ambachtelijke productie waar met veel verschillende materialen wordt gewerkt, en een internationaal opererende marketing. Het was een ontzettend leerzame tijd. Maar na een jaar of zes was ik te veel manager geworden. Ik wilde zelf gaan ontwerpen.”

augustus 2016


Monique Beaumont van Artifort, de Libel van René Holten, de Orange Slice van Pierre Paulin en ontwerper René Holten (vlnr). foto Zuiderlucht

Inmiddels is René Holten (Roermond, 1961) alweer achttien jaar zelfstandig ontwerper, maar de banden met het bedrijf werden nooit verbroken. Elk jaar gaan er duizenden van zijn ontwerpen als Artifort-stoel de wereld over. Wie de huidige Artifort-collectie goed bekijkt, ziet dat Paulin en Holten verwante zielen zijn. “Klopt”, zegt Holten in de Artifort-winkel annex kantine op een afgelegen industrieterrein bij het Belgische Lanaken. “Ik heb Paulin altijd beschouwd als beeldhouwer, zijn werk is erg sculpturaal. Dat heb ik ook, het zat er op de academie al in. Paulin heeft me gesterkt dat door te ontwikkelen.” In de jaren negentig hebben ze elkaar een keer of drie ontmoet, bij Artifort. “Hij was een ongelooflijk eigenwijze man, maar het klikte meteen. We spraken door elkaar Engels en Frans met elkaar, maar ontwerpers hebben eigenlijk geen taal nodig. We wisten van elkaar wat we wilden.” Hun pad ging niet alleen over rozen. Holten: “Gedurende het maakproces botst het wel eens tussen ontwerper en productie, daar worden dan enorme gevechten over gevoerd. Pierre wilde zijn ontwerpen beschermen, hij beschouwde ze als zijn kindjes. Het stoorde me wel eens dat Paulin als moeilijk werd betiteld,

terwijl zijn rijke gevoelsleven juist zijn kracht was. Vanuit dat gevoel maakte hij juist prachtige dingen. Je moest hem in zijn denken kunnen volgen. Als dat niet het geval was, had hij niet veel meer met iemand op. Ik kan wel zeggen dat ik in die discussie bijna steeds op zijn hand was. ” Hij kijkt naar Monique Beaumont, naast hem aan tafel. Ze knikt. “Soms”, vult ze aan, “wanneer er weer eens ruzie was, sprong Paulin in zijn auto en reed spoorslags terug naar Parijs. De volgende ochtend belde hij op om zijn excuses aan te bieden.” Beaumont is 46 jaar in dienst bij Artifort, de laatste jaren beheert ze het bedrijfsarchief en doet ze de verkoop. Ze begon ooit als directiesecretaresse, trouwde met en scheidde van de toenmalige directeur Harry Wagemans jr, ging met pensioen, maar is nog steeds met hart en ziel verbonden aan het bedrijf. Door de jaren heen raakten zij en haar toenmalige man bevriend met Paulin en zijn vrouw. “We bezochten hen regelmatig in zijn zelf ontworpen boerderij in de Cevennen. Ik heb nog steeds contact met Maïa, zijn weduwe, om zijn modellen in de markt te houden.” Het was de vader van haar man, Harry Wagemans sr, die Artifort in de jaren vijftig

moderniseerde en op zoek ging naar een eigentijdsere modellen. Hij haalde Geoffrey Harcourt binnen, en Kho Liang Ie, de ontwerper van de inrichting van het ‘oude’ Schiphol. Beaumont: “Om de twee weken landde Kho vanuit Amsterdam op vliegveld Beek en bleef dan een dag in Maastricht. We lunchten dan bij de Chinees aan de Emmalaan. Daar zijn heel wat Artifortontwerpen ontstaan, getekend op de servetten.”

In 1958 nodigde

Kho een aantal Franse ontwerpers die in hun vaderland niet aan de bak kwamen uit om in de Artifort-kelders in Maastricht hun producten te tonen. Een van hen was Pierre Paulin, de meester van de kuipstoeltjes. Hij liet er zijn Oyster-ontwerp zien. De productie ervan zat bij Thonet France, maar de stoel liep voor geen meter. Artifort lijfde hem in, en bracht vanaf 1960 zijn ontwerpen op de markt. Vooral de Tulip-stoelen waren succesvol. Beaumont: “Hij kwam hier binnen met enkele centimeter hoge schaalmodellen die hij had bekleed met elastisch stof dat hij uit het badpak van zijn vrouw had geknipt.” Holten: “Bij de bekleding van zijn dubbel gekromde modellen

>>

27

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Een aantal voor Artifort ontwikkelde schaalmodellen van Pierre Paulin en René Holten.

‘Voor zijn eerste modellen sneed Paulin elastisch stof uit het badpak van zijn vrouw.’

kunnen alleen stretchstoffen worden gebruikt.” Beaumont: “Die zoektocht heeft jaren geduurd. De stof die we nu gebruiken is negentig procent wol en tien procent kunstvezels.” Holten: “Zo’n stof moet niet alleen duurzaam zijn en slijtvast, maar ook makkelijk schoon te maken. Met alleen kunstvezel lukt dat niet.” Vanaf het moment dat hij in de jaren vijftig ging ontwerpen, golden de stoelen van Pierre Paulin (1927-2009) als revolutionair. Zijn fel gekleurde, sculpturale modellen trokken de aandacht van de makers van de James Bond Film Dr. No, waarin Sean Connery plaatsneemt in een Globe. De Franse presidenten Pompidou en Mitterand gebruikten zijn stoelen in hun privé-vertrekken, in 1971 mocht Paulin het Élysée-paleis inrichten. In de jaren dat Paulin begon te ontwerpen, stond de meubelindustrie op zijn kop. De wederopbouw was volop bezig, de vraag was groot. De introductie van nieuwe materialen, met name kunststof, en technieken vergrootten de mogelijkheden van ontwerper én fabrikant. In de jaren zestig kwam daar, door de flower power, het gevoel van vrijheid en experimenteerlust bij. Bij Artifort moedigde Kho Liang Ie die vernieuwingsdrift aan. De rol van de fabrikant is vaak een onderbelicht thema, zegt René Holten. “Ontwerpers kunnen alleen excelleren als hun de mogelijkheid wordt geboden. In de praktijk gaat het dan om de inspanning van een team van ontwerpers, productontwikkelaars en management. Op het vlak van goed opdrachtgeverschap was Artifort een voorloper. Het getuigde van moed om een kunstenaar als Paulin de vrije hand te geven, er was veel geld mee gemoeid. Die moed tref je in deze tijd nog amper aan bij opdrachtgevers.” Paulin wist de vrijheid en de nieuwe mogelijkheden optimaal te benutten. Holten: “Hij liet niet alleen zien dat meubels alle vormen kunnen hebben. Zijn vondst om met elastische stoffen te werken, waardoor je die ronde vormen zonder plooien kunt stofferen, en daarbij nieuwe, heldere kleuren toe te passen leverde een nieuwe vormentaal op die nog steeds inspireert.” Die

ARTIFORT In 1890 vestigde de in Luik opgeleide Jules Wagemans zich in Maastricht als tapissiergarnisseur: stoffeerder-behanger. Zijn zoon Henry haalde vaklieden uit Duitsland, zogenaamde Polstermeister, binnen om clubfauteuils en chesterfields te maken. Midden jaren twintig had hij zo’n veertig man in dienst. Met een zelf ontwikkelde fauteuil voerde hij in 1928 de merknaam Artifort in (van ‘ars’, goede vormgeving, en ‘fortis’, duurzaam). Net als de meeste andere meubelfabrieken beleefde Artifort na de oorlog pieken en dalen. In 1975 verhuisd de fabriek naar Lanaken, sinds 1990 is het niet langer een familiebedrijf. Ondanks de problemen in de sector heeft Artifort zijn naam als topmerk altijd overeind weten te houden. Van de 400 werknemers in 1955 zijn er nog zo’n 150 over, verspreid over de vestigingen in Schijndel, Lanaken en Bursa (Turkije). Vorig jaar werden er zo’n 45.000 duizend Artifort meubels afgezet in 55 landen.

28

zuiderlucht.eu

vernieuwing in materialen gaat onverminderd door. In de Lotus-stoelen die Holten voor Artifort ontwierp, wordt composiet gebruikt. “Je kunt het gieten in een matrijs, zo kun je dunwandige sterke producten maken met een grote vormvrijheid.” Ook qua zitcomfort en ergonomie is Paulin een inspiratiebron voor Holten. Met het Rietveldadagium, ‘zitten is een werkwoord’, heeft hij weinig op. “Een goed ontwerp moet een eigenheid hebben die mensen aantrekt. Vervolgens moet een stoel ook goed zitten. Net als Paulin maak ik eerst modellen op schaal. Vervolgens blaas ik ze met PUR-schuim op tot ware grootte. Dan ga ik schuren om tot de optimale vorm en ergonomie te komen.”

In de jaren zeventig verdwenen de meeste Paulin-modellen uit de Artifort-collectie, in de jaren negentig werden de banden weer aangehaald. Zeven jaar na zijn dood is Paulin met 28 stoelen nog steeds de hofleverancier van Artifort. De teller van Holten staat op tien. Voelt hij zich een erfgenaam? Holten lacht. “Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Ik ben er zelf niet mee bezig.” In elk geval voelt hij zich medeverantwoordelijk voor de signatuur van het merk. “Artifort is vanaf het begin een mooie opdrachtgever geweest. We komen goed overeen, en er is een link met de werkwijze en de vormentaal van Paulin. Bij sommige ontwerpen weet ik zó of ze hier in de collectie passen. Dat is heel intuïtief. Ik denk dat niet veel ontwerpers dat hebben. Dat kan ik wel zeggen, toch?” Hij kijkt opzij, naar Monique Beaumont. Ze knikt. Pierre Paulin. Tot en met 22 augustus in Centre Pompidou in Parijs. centrepompidou.fr

augustus 2016


Post ZL

WEXIT

M WANNEER IK UITLEG DAT ONZE POLDERLANDSE BORIS JOHNSON MET EEN MATROZENPET OP DOOR HET LAND TREKT EN DAAR ZESTIG PROCENT VAN DE STEMMEN MEE HAALT, BLIJFT HET STIL AAN DE ANDERE KANT VAN HET KANAAL

Meer dan een maand was ik weg. Het wereldnieuws nam ik, zittend op het schaduwrijke terras van Bar Centrale, tot me via mijn smartphone. Het is bepaald geen luxe om op zo’n kabouterschermpje te moeten lezen hoe de wereld zoals wij die kennen naar de knoppen gaat. Vroeger, niet zo heel lang geleden, kocht ik bij de kiosk aan de overkant van Bar Centrale nog de Volkskrant en de Herald Tribune. Kranten lezen was toen, zeker in juni, een aangenaam ritueel. Nieuws was er zelden. Als ik na een uurtje opstapte, was het gelezene alweer bijna verdampt. Heerlijke dagen. Tijden veranderen. De kiosk staat inmiddels te koop, de Herald Tribune is opgedoekt en ik kijk me scheel op zo’n kutschermpje. De kranten die ik daarop lees, heb ik vooraf moeten downloaden. Stefano, de barista, heeft namelijk geen wifi. “Het spijt me”, zegt hij. Hij geeft er geen uitleg bij. Die laat zich raden. Qua nieuws is, zelfs in het rampjaar 2016, de maand juni van de buitencategorie. Massale stakingen in België en Frankrijk, cijfers over een wereldwijde volksverhuizing, van het platteland naar de stad, een record aan overstromingen in Noordwest-Europa, honderden necrologieën over de erudite mensenrechtenactivist Muhammad Ali, bloedige aanslagen in Istanbul (2x), Orlando, Dhaka, Bagdad en zelfs Medina, de moord op het Britse Lagerhuislid Jo Cox , de dood van Henk Hofland en S. Montag, Brexit en het vervolgens ontsporende Verenigd Koninkrijk, een stijging van het aantal zelfmoorden, groeiende tegenstellingen tussen zwart en blank in de VS. En dan moest Nice nog komen. De wereld is in oorlog met zichzelf. Op de ochtend van de Brexit-uitslag krijg ik een vierregelige mail van een Britse vriend. Één van die vier regels kent een opvallend binnenrijm: Fuck! Fuck! Fuck! Fuck! Dat is bijzonder. Gedurende de vijftien jaar die ik hem ken, heeft hij het f-woord nimmer in de mond genomen, laat staan in een mail gezet. Een dag later raakt Google verstopt omdat miljoenen van zijn landgenoten willen weten wat die EU nu eigenlijk inhoudt. Nu het onwaarschijnlijke tóch is gebeurd, gaat het digitale lompenproletariaat (dixit Henk Hofland) effe wat informatie tanken. Schraler troost dan de mededeling dat in Nederland de Nexit-pleiters het vuurtje al aan het opstoken zijn, kan ik mijn vriend niet bieden. Ook probeer ik uit te leggen dat de polderlandse versie van Boris Johnson bij het schervengericht over Oekraïne met een matrozenpet op door het land trok en daar moeiteloos zestig procent van de stemmen mee haalde. Dan blijft het stil, aan de andere kant van het Kanaal. Terug van weggeweest blader ik door de stapels papieren kranten en lees hoe bij ons Gekke Geert volop garen spint bij de Brexit. Ook nu het Verenigd Koninkrijk ineenstort, blijft zijn partij in de polls de grootste. Mensen scheppen er genoegen in om te worden verneukt. Sindsdien vind ik mezelf steeds vaker terug in een hoekje. Niet met een boekje, maar voor me uit starend, zachtjes wenend. Wanneer u dit leest, zie ik mezelf opnieuw zitten op het terras van Bar Centrale, nadenkend over een stukje waarin ik uitleg dat ik een Wexit voorbereid. “Sorry mensen”, luidt de laatste regel van die column, “ik kom niet meer terug.” De argumenten moet ik nog effe googelen. WIDO SMEETS

29

zuiderlucht.eu

augustus 2016


top 3

vloggers 1. Meisje Djamila - vertelt over haar leven in Amerika

2. Enzo Knol post grappige challenges en gamevideo’s 3. Oli White -

KIDZONLINE.EU door Pandora Humphreys-Power (10)

WONEN IN EEN HOTEL

boekentip voor de vakantie: De bende van hotel de Korenwolf door Jacques Vriens

komt uit Engeland en heeft een hele rare humor…

NIEUWS

De boekenreeks De Bende van Hotel de Korenwolf gaat over de vier kinderen Pepijn, Joost, Eefie en Nina en hun ouders Jan en Els. Ze wonen in een hotel, samen met de oma van de kinderen. Jacques Vriens is de auteur van deze serie. Vriens heeft ook andere beroemde boeken geschreven, zoals Oorlogsgeheimen en Achtste-groepers huilen niet. Deze boeken vind ik niet zo leuk, maar de films heb ik desondanks gezien. Ik hoop dat hij ook een film van de Hotel de Korenwolf-reeks gaat maken. Het verhaal speelt zich af in het Hotel de Korenwolf en dat bevindt zich in Limburg, dus de regio waar wij ook wonen. Ik denk dat ook andere kinderen de boeken interessant zouden vinden want het is leuk om over kinderen te lezen die in een hotel wonen in dezelfde regio waar je zelf ook leeft. Misschien vinden andere kinderen ook de oma

#Brexit

De mensen in GrootBrittannië hebben op 23 juni erover gestemd of zij in de Europeese Unie (EU) willen blijven. De slogan hiervoor was Brexit, een mengeling van de Engelse woorden ‘Brittain’ (Groot-Brittannië) en ‘Exit’ (uitgang/vertrek). De meerderheid heeft ‘nee’ gestemd. De Brexit kreeg wereldwijd veel aandacht, omdat het voor de eerste keer is dat een land uit de EU wil stappen. Meepraten over de Brexit? Kijk op onze website voor interessante video’s en artikelen.

30

zuiderlucht.eu

leuk en grappig, omdat die altijd het geheimwoord “stroopwafel” zegt en zij de kinderen helpt wanneer zij hulp nodig hebben. Ik ben de boeken gaan lezen, omdat ik ze in het Centre Céramique te koop zag staan. Ik heb de achterkanten van de boekkaften gelezen en toen heeft mama ze voor mij gekocht. Ik vond ze zo leuk dat ik binnen een paar weken één boek uit had en ik heb inmiddels de hele reeks. Er zitten trouwens ook leuke plaatjes in de tekst die getekend zijn door Annet Schaap. Maar ik kan ook goed verstaan wat Jacques Vriens schrijft! Ik heb veel plezier bij het lezen van deze boeken gehad want ik ben dol op hotels. Het lijkt me gaaf om in een hotel te wonen want je hebt altijd mensen om je heen. Bovendien vind ik de kleine shampoo flesjes en zeepjes schattig die op de hotelkamers liggen.

augustus 2016


#T REND

MICKEY, KNORRETJE EN CO.

Sinds twee jaar veroveren tsum tsums tal van kinderkamers. Pandora Humphreys-Power (10) vertelt ons meer over deze zachte beesten. Wat zijn tsum tsums? Tsums tums zijn figuren van populaire tekenfilms van Disney. Je hebt ze in verschillende soorten en maten. Er zijn haarde tsum tsums en zachte en je kunt ze krijgen in mini (5,5cm), medium (18cm) of groot (30cm). Sommige nieuwe tsum tsums geven ook geluid en licht. Tsum tsums komen uit Japan. Het begon met een tekenfilm van drie minuten. Daarna vond men tsum tsums zo leuk dat Disney dacht: “Waarom maken we ze niet van plastic?”. Dat deden ze, en toen dacht men: “Waarom maken we er geen knuffels van?”. Toen waren de tsum tsum-knuffels geboren.

NOG NIET GENOEG TE DOEN IN DE ZOMER? CHECK DE ACTIVITEITEN IN JE OMGEVING OP KIDZONLINE.EU/AGENDA

r! eze zome d n e o d Om te

Wat kun je ermee? De buiken van de tsum tsums plush (een zachte variant) kun je gebruiken om je telefoonscherm schoon te maken. En je kunt ze vooral sparen en stapelen. Het woord tsum tsum komt van het Japanse woord “tsumu” en dat betekent “stapelen”. Mijn moeder wil niet dat ik een hele stapel tsum tsums in mijn kamer heb staan, ik mag er maar een paar hebben. Dat vind ik verstandig, maar ik zou er toch nog een paar meer willen...

Engelse zomerschool in Maastricht

Wat is er zo leuk aan? Om tsum tsums leuk te vinden moet je vooral van Disney-figuren en van knuffels houden. Verder moet je het leuk vinden om dingen te stapelen. Ik denk dat ik ze altijd leuk ga vinden, maakt niks uit hoe oud ik ben. In andere landen zijn sommige volwassenen helemaal gek op Hello Kitty en zij dragen zelfs Hello Kitty kleren naar hun werk.

In één week tijd een ‘boost’ aan jouw Engels geven? Dan is de zomerschool van Anglia Network Europe écht iets voor jou! Met een les- en activiteitenprogramma in kleine groepjes en op eigen niveau ga jij aan de slag met Engels. In de week van 29 augustus t/m 2 september word je helemaal ondergedompeld in de taal. De zomerschool vindt plaats in het Centre Céramique Maastricht en is voor kinderen van 7 t/m 18.

Nog meer tsum tsum … Ook heb ik een setje van schrijfspullen van tsum tsums. Maar je kunt ook oorbellen van tsum tsums kopen, en mokken, waterflesjes, rukzakken, bestek, spelletjes op je smartphone, en een grote tsum tsum tas om al je tsum tsums in te pakken. Alles en nog wat. “Start stacking”!!

Iedereen kan meedoen Ben jij goed in Engels? Dan word je tijdens de zomerweek extra uitgedaagd. Heb je moeite om de Engelse taal onder de knie te krijgen? Dan leer je in deze week met een duidelijke structuur en op een leuke manier beter Engels. Er zijn drie programma’s, waarin je aan de hand van je leeftijd wordt ingedeeld. Binnen deze programma’s wordt veel samengewerkt. Super leuk!
 Meld je voor 17 augustus aan op anglianetwork.eu/summer-schools Heb je vragen? Mail naar summer@anglianetwork.eu

Colofon Uitgever: Bodosz, in opdracht van de Stichting Zuiderlucht Capucijnenstraat 21 C10, 6211 RN Maastricht Eindredactie: Christiane Gronenberg / Email: c.gronenberg@zuiderlucht.eu / Telefoon: 06 10 66 12 05 Mede mogelijk gemaakt door: Provincie Limburg, Bic Multimedia en Anglia Network Europe

31

zuiderlucht.eu

augustus 2016


32

zuiderlucht.eu

augustus 2016


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.