6 minute read

Openluchtspel "Weerlicht der eeuwen"

Next Article
Cantare Suëstra

Cantare Suëstra

Openluchtspel

Weerlicht der eeuwen

Advertisement

Door: Karel Fiddelers Beeld: archief Stichting Heiligsdomsvaart Susteren

Sinds 1937 vormt het openluchtspel Weerlicht der eeuwen, geschreven door priester-dichter Jacques Schreurs, een markant onderdeel van de Susterense Heiligdomsvaart.

Jacques Schreurs werd in 1936 benaderd door kapelaan J. Packbier en burgemeester J. Hermans voor het schrijven van een openluchtspel over de geschiedenis van Susteren. Schreurs trok zich terug in de oude kapelanie en in vijf maanden schreef hij het historische stuk Weerlicht der eeuwen. De titel werd in eerste instantie afgekeurd en gewijzigd in Spel der Heiligdomsvaart.

Op 11 juli 1937 ging het Spel der Heiligdomsvaart in première, geregisseerd door Jef Baarts, die in 1951, 1958 en 1973 opnieuw de regie voerde. De uitvoeringen in 1979, 1986 en 1993 waren onder regie van Evert Zits. In 2000 nam Karel Fiddelers de regie over en gaf het spel zijn oorspronkelijke titel terug: Weerlicht der eeuwen. Ook in 2007 en 2014 voerde Karel de regie. In 1965 was er geen uitvoering omdat men vanwege het Tweede Vaticaanse Concilie, dat de rituelen en geloofsleer van de katholieke kerk aanpaste aan de moderne tijd, de tekst van het Spel der Heiligdomsvaart niet langer goed vond passen.

Inmiddels ruim acht decennia verder wordt dit jaar, in een regie en een bewerking van Karel Fiddelers, door ruim 150 acteurs een hedendaagse versie uitgevoerd van dit toneelstuk over de geschiedenis van Susteren. Gedurende een fascinerend twee uur durend schouwspel wordt het publiek door hen meegenomen in de legendarische geschiedenis van Susteren. Dankzij moderne techniek is de oude geschiedenis voor iedere toeschouwer toegankelijk en boeiend. Live-muziek, paarden, roofvogels en dans, maar ook video- en filmprojecties en licht- en geluidseffecten vormen tegenwoordig de omlijsting van het stuk en zorgen voor een moderne en indrukwekkende interpretatie van Weerlicht der eeuwen.

Het spel begint wanneer de Spelleider op het toneel

Dankzij moderne techniek is de oude geschiedenis voor iedere toeschouwer toegankelijk en boeiend. “ “

verschijnt en het publiek welkom heet. Hij neemt het publiek mee naar vervlogen tijden, toen Susteren beroemd was om zijn heiligen en helden. Vervolgens vraagt hij de Geschiedenis te hulp, die hem aanraadt tevens de Legende erbij te roepen. Samen zullen zij de belangrijkste heiligen en helden uit de rijke historie van het oude Suëstra ten tonele voeren.

In het eerste deel gaan we terug naar het jaar 700, een tijd waarin onze voorouders in vele goden geloven. Op een klein landgoed woont een Christelijke, heilige vrouw, Vastrada, die zich het lot aantrekt van de armen en ongelukkigen. Zij ontfermt zich over een kind dat door krijger Drogo is gevonden in de omliggende moerassen. Vervolgens vertelt zij de kinderen een verhaal over hoe de mensen moeten leven om samen gelukkig te worden.

Daarna verschijnt Willibrord, de Ierse geloofsverkondiger, samen met zijn monniken op het toneel. Oog in oog met Wigibald, een van de beroemdste krijgers, tart hij de afgoden die Wigibald en zijn vrienden aanbidden. Wigibald daagt Willibord uit: het Christendom en het Heidendom staan tegenover elkaar als twee onverzettelijke machten. Een wijze oude vrouw begint te twijfelen aan de macht van de oude goden en Willibrord wint langzaam terrein. Ansbald en Blittrudis, de kinderen van Wigibald, kiezen als eerste voor de nieuwe leer. In blinde haat gaat Wigiblad de strijd aan met Willibrord en tart diens God. De heidenen wachten vol spanning en angst of de nieuwe God zich zal wreken. Dan verschijnt plots een slaaf, die meldt dat het huis en de landerijen van Wigibald worden verteerd door een brand. Maar nog geeft Wigibald zich niet gewonnen en nog krachtiger spreekt Willibrord hem toe. Tenslotte buigt de trotse eik.

Na een korte pauze volgt het preludium, voorafgaande aan het tweede deel. Het Christendom heeft wortel geschoten in de Maasgouw en Willibrord trekt verder. De bevolking leeft in vrede en geluk, wat op het toneel door dans wordt uitgebeeld. Deze vrede duurt voort tot het jaar 882, wanneer Suëstra wordt geplunderd en verwoest door de Noormannen. Abdijen en kerken branden als fakkels en monniken en bevolking vluchten voor alle verschrikkingen.

Wanneer de rook is opgetrokken van de verkoolde puinhopen, verschijnen er in Susteren een vrouw, een kunstenaar en een koning. Zij herbouwen de abdij en de kerk en vieren rond het jaar 900 de inwijding van het nieuwe heiligdom. Siginand, bouwmeester en monnik, verschijnt op het toneel vergezeld door de Ambachten. Ook verschijnt de abdis Amelberga met haar kloosterzusters. Vervolgens

De spelers en speelsters zingen deze gevoelens uit in het lied 't Belaofde Landj. “ “

nadert de koninklijke stoet met koning Zwentibold, koning van Lotharingen, zijn vrouw Oda en hun dochters Cecilia, Benedicta en Relindis. De koning wordt vergezeld door hertogen en bisschoppen. Tezamen treden zij de kerk binnen om de plechtige inwijding te vieren. Alleen de hertogen, die zich afzijdig houden, nemen niet deel aan deze plechtige viering. Bisschop Fulbertus vraagt hen de reden van hun kwade humeur. De hertogen Odo, Lotharius en Hildebert spreken hun bezorgdheid uit over de koning, die niet let op zijn vijanden, enkele opstandige edelen, die naderen vanuit het noorden. De hertogen zijn verbitterd door de roekeloosheid van de koning, die zijn rijk op het spel zet vanwege de inwijding van de kerk.

Nadat de koning is teruggekeerd uit de kerk, viert hij feest met het volk. Dan valt zijn oog op de hertogen, die afzijdig blijven en klaarstaan voor de strijd. Wanneer de koning naar de reden vraagt van hun neerslachtigheid, waarschuwen de hertogen hem voor het naderende onheil. De koning slaat hun waarschuwingen in de wind. De koning prijst Siginand en zijn bouwkunst, maar de hertogen prijzen liever de lof van het zwaard. Dan wordt alarm geslagen: de aanval is begonnen! De koning neemt afscheid van zijn vrouw en kinderen en trekt ten strijde.

Amelberga spreekt de dochters van de koning toe en voorspelt hun toekomst. Een grote droefheid overvalt haar en in een visioen ziet ze hoe Zwentibold sneuvelt op het slagveld; de eerste en laatste koning van Lotharingen is gestorven.

In de epiloog dankt de Spelleider de Geschiedenis en Legende; zij hebben hun werk gedaan. Hij trekt de lijn van het verleden door naar het heden en stelt vast dat de mensen in de loop van de eeuwen eigenlijk niet veel veranderd zijn. Boven al het menselijke leven rijst de Dood. Een stoet met de koningskinderen en het lichaam van hun vader nadert en de Dood houdt zijn lijkrede op de koning.

Toch gloort er hoop en leeft het vertrouwen! De spelers en speelsters zingen deze gevoelens uit in het lied ’t Belaofde Landj. =

Weerlicht der eeuwen

Door: Jacques Schreurs M.S.C. In een bewerking van Evert Zits en Karel Fiddelers

Regisseur: Karel Fiddelers Assistent-regisseur: Jan van Wegberg Regieassistente: José Peters-Dewaide

ROLVERDELING:

DEEL 1 Spelleider Andrea Seegers Geschiedenis Sylvia Denis Legende Nina Penners Vastrada Natascha Plum Dienstmaagd Femke Huizinga Dienstmaagd Isabel Smeets Blinde vrouw Elvira Takàcs Ansbald Wouter Hagen Blittrudis Sascha Pesgens Drogo Robin Pustjens Willibrord Jan van Wegberg Wigibald Frank van Neer Heriold Koen Peters Ogida Elina Cuypers Oude vrouw Maria Smeets Slaaf Mark Mols

DEEL 2 Siginand Will Gulikers Ambacht Bjorn Hoex Ambacht Martin Stelten Fulbertus Erik Weijzen Odo Har Peters Lotharius Bas van Neer Hildebert Mike Roebroek Hofnar Claudia Houps Haderic René Denis Heraut Stefan Hamers Zwentibold Robert Buckx Oda Chantal Hanssen Hofdame Tia Vonk Amelberga Joseline van Eijs Cecilia Anke Peters Benedicta Mandy Lendfers Bode Paul Peters De Dood Johan Pluijmakers

This article is from: