Op pad met boeven

Het

gr ote

AVI E3

boek

Op pad met boeven

Door: Douglas, a zu Jo anon Sikkel, tte Jan Paul Schu n, M Rempt, Paul van Loon, Fiona ve Rick de Haas en le anderen!

Het

gr ote

AVI E3

boek

Op pad met boeven

Zwijsen, dé leesspecialist sinds 1846. Ruim 80% van de kinderen leert op school lezen met Zwijsen. Lezen is de basis voor leren: van rekenen tot schrijven, van geschiedenis tot aardrijkskunde.

Zwijsen, voor een leven lang leesplezier!

verhalen / moppen / versjes / informatief

1e druk 2020 ISBN 978.90.487.3808.3 NUR 287 © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, 2020 Diverse auteurs en illustratoren: zie bronvermelding op pagina 143 Omslagillustratie: ivan & ilia illustratie titelpagina: Heleen Brulot illustratie p. 7: Barbara Mulderink Foto’s: Shutterstock Voor België: Uitgeverij Zwijsen.be, Antwerpen D/2020/1919/060 Behoudens de uitzonderingen in de Auteurswet mag niets uit deze uitgave worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor licenties voor knipselkranten en -diensten of voor het overnemen voor onderwijsdoeleinden kunt u contact opnemen met de Stichting PRO: www.stichting-pro.nl. Voor meer informatie over auteursrecht in het onderwijs gaat u naar www.onderwijsenauteursrecht.nl.

De eer van Boris Ridder Boris heeft last van eer.

Wil je weten wat dat is, eer?

Dat is iets wat elke ridder heeft.

Maar nou weet je nog niks.

Kijk, het zit zo met eer.

Alle mensen moeten zeggen: Oh, wat ben je dapper, ridder Boris!

Oh, wat ben je leuk!

Wat ben je slim en knap!

Ook als hij dat niet echt is.

Anders slaat hij ze voor hun kop.

Alle mensen vinden ridder Boris stom.

Maar dat zeggen ze echt niet.

Ze zijn niet gek.

En diep van binnen ...

Heel, heel diep van binnen ...

Weet ridder Boris best dat hij stom is.

Maar dat zegt hij niet.

Anders moet hij op zijn eigen kop slaan.

En hij is wel stom, maar niet gek.

8

9

Een vreemd spoor Klats, klats, klats.

Kas slaat wild met zijn zwaard.

‘Ik hak je in plakjes!’ roept hij.

‘Leuk grapje!’ roept Mik. ‘Je vecht als een kip zonder kop.

Ik maak gehakt van je.’

Kas en Mik vechten op het plein.

De meester gaf vandaag een feest.

Ze mochten als ridders naar school.

Mik heeft een helm met een rode pluim.

Kas heeft een schild met een draak.

Sam is geen ridder.

Hij heeft geen zwaard en geen schild.

Hij zit alleen bij de zandbak.

‘Kom!’ roept Sam. ‘We gaan naar huis!’

Maar Mik en Kas horen hem niet.

Ze zijn flink aan het vechten.

Klats, klats, klats.

10

Sam zucht.

Hij kijkt in de zandbak.

Wat is dat?

Het lijkt wel een voetstap.

Een voetstap van een heel grote poot.

‘Kijk eens!’ roept Sam. ‘Dit is echt vet.’

11

Kas en Mik lopen naar Sam. ‘Wat is er?’ vraagt Mik. ‘We waren net zo fijn aan het vechten.’

‘Kijk,’ zegt Sam. Hij wijst op de voetstap.

‘Die is van een heel groot beest.’

Mik kijkt eens goed.

‘Het lijkt wel een vogel,’ zegt Sam. ‘Het is vast een reus van een kip.

Of een joekel van een mus.’

‘Nee, joh,’ zegt Mik. ‘Vogels zijn niet zo groot.

Dit is de poot van een monster.

Pas maar op!

Hij schrokt je in één hap op.’

Kas knikt.

‘Het is een woest en wild beest.

Groter dan een huis.

Met poten zo dik als een boomstam.

Kijk, daar.’

Kas wijst met zijn zwaard.

12

Op de weg ligt een kromme fiets.

‘Die heeft hij stuk gemaakt,’ zegt Kas. ‘Hij stampte hem plat met zijn poot.

Hij plette hem met zijn billen.

En toen beet hij zo het stuur eraf.’

13

14

‘We gaan het beest vangen,’ zegt Mik. ‘We trekken hem aan zijn haren.

We rukken hem aan zijn baard.

We knijpen hem in zijn neus.

We prikken hem in zijn buik.

We hakken hem in stukjes.

En we koken hem op een vuur.’

‘Ja, tof,’ zegt Sam. ‘Ik ga mee.’

Mik lacht.

‘Je hebt niet eens een zwaard,’ zegt Kas. ‘Je hebt alleen een blusser,’ zegt Mik. ‘Je bent geen ridder.

Je hoort bij de brandweer.

Je kunt niet mee.’

‘Wat zijn jullie dom,’ zegt Sam. ‘Ik kan het heus wel zonder zwaard.

Wacht maar af.

Ik ga wel alleen op jacht.

En dan vang ik hem als eerste!’

‘Je doet je best maar,’ zegt Kas. ‘Kom, Mik, we gaan!’

Een zak met lucht Er was eens een man met een plan.

Hij wilde vliegen.

Hij had een grote lap stof.

Ook had hij een dik touw.

En hij had een mand.

Die was zo groot dat de man er in kon.

De man bond het touw aan de mand vast.

Toen bond hij het touw vast aan de stof.

De hoeken van de doek zaten nu vast.

De doek werd een zak.

Maar deze zak hing leeg en slap.

De man maakte vuur onder de doek.

De lucht in de zak werd warm.

De doek kreeg de vorm van een bal.

De hitte tilde de mand de lucht in.

Met de man in de mand.

Hij vloog!

16

Er is geen stuur in de mand.

De ballon gaat waar de wind heen wil.

Lees zelf dit boek!

Leef mee met de boeven en ridder Jesse.

Maar ook met Floor die op reis gaat.

En wat is het geheim van Jip? Lees over een geit met een bril.

Wat doet die slang in de gang?

Rijm maar lekker mee.

Lees wat jij leuk vindt.

Grote AVI-boeken zijn dikke verhalenbundels voor kinderen die leren lezen. Met diverse soorten teksten, zoals strips, verhalen, versjes, samenlezen en moppen voor veel variatie.

NUR 287 ISBN 978-90-487-3808-3

zelf lezen verhalenbundel

9 789048 738083

zwijsen.nl Zwijsen, dĂŠ leesspecialist sinds 1846