Zwijsen
estafette
naam:
Hoe je van niets iets kunt maken w e
est_wb_os_m5_niets.indd 3
r
k
b
o
e
k
M 5
17-06-2009 17:20:28
Zo werkt het Kom je tekens tegen? Doe dan dit. kleur het goede antwoord, of teken kruis het goede antwoord aan omcirkel het goede antwoord zet een streep onder het goede antwoord schrijf je antwoord op verbind met lijnen
lees met de zandloper lees op toon lees goed lees vlot lees goed en vlot
ga verder in het leesboek stop met lezen
est_wb_M5_A_Hoejevanniets.indd 1
11-6-2009 12:57:06
Loopbaan
Kleur wat je hebt gedaan.
20
19
18
17
3
4
21 22 23 24
Start
1
2
Eind
est_wb_M5_A_Hoejevanniets.indd 2
11-6-2009 12:57:10
Hoe je van niets iets kunt maken
17
16
15
14
13 12 11 10
4
5
est_wb_M5_A_Hoejevanniets.indd 3
6
7
8
9
11-6-2009 12:57:13
1. Een nieuw meisje
1 Lees de tekst. Het is muisstil. Groep vijf is aan het rekenen. Tim heeft twee rijtjes af. Hij legt zijn pen neer en staart naar de cijfertjes. Hij hoort voetstappen in de gang. Iemand klopt op de deur. Juf fronst haar wenkbrauwen en kijkt op de klok. ‘Binnen!’ De deur zwaait open. Daar staat een nieuw meisje met haar moeder. ‘Welkom in de klas, Camila,’ zegt juf. Camila ploft neer voor de neus van Tim. Nieuwsgierig kijkt Tim naar haar achterkant. Om haar staart zit een roze elastiekje. Het is pauze. Bij de deur staat Camila, met een grote zak chips. Samen smikkelen ze de zak helemaal leeg.
2 Lees de rijtjes goed.
cijfer cijfertje cijfertjes
nieuw nieuws nieuwsgierig
elastiek elastieken elastiekje
smikkel smikkelt smikkelen
reken rekent rekenen
voet voetstap voetstappen
zijkant voorkant achterkant
wenk wenkbrauw wenkbrauwen
3 Zoek het laatste woord van elk rijtje in de tekst. Kleur de woorden in de tekst.
4 Lees de tekst en de rijtjes nog eens goed en vlot. 5 Kijk nog eens naar de tekst. Welk woord vind je moeilijk? Schrijf het op.
Waarom vind je het woord moeilijk? Het woord is moeilijk om te lezen. Ik ken het woord niet.
2
est_wb_M5_A_Hoejevanniets.indd 2
11-6-2009 12:57:14
6 Welk woord past bij het plaatje? Kruis het woord aan.
cement citroen cirkel cijfers
gips chips strips bips
wenskaarten werkbalken wenkbrauwen werkbroeken
prikkelen smikkelen wikkelen knikkeren
7 Waar past het woord in de zin? Trek er een lijn naartoe. lekkere Er steekt een reep uit de tas van Loes. andere Die deelt Loes met kinderen. groene Tim heeft een appel meegenomen. grote Daar staat Camila met een zak chips.
8 Lees bladzijde 9 en 10. 3
est_wb_M5_A_Hoejevanniets.indd 3
11-6-2009 12:57:14
Zwijsen
N A V I G A T O R
M5
est_wb_os_m5_niets.indd 2
17-06-2009 17:20:27