4 minute read

Spider brengt capaciteit en flexibiliteit

Next Article
Productnieuws

Productnieuws

Het Spider platenmagazijn wordt uitgevoerd met minimaal drie gekoppelde ‘Logic’ torensystemen naast elkaar.

De Spider is de nieuwste telg in de inmiddels grote familie platenmagazijnen en langgoedstellingen van albers|farina. Het nieuwe magazijn bestaat uit drie gekoppelde systemen van 8 meter hoog en wordt momenteel uitvoerig getest en gebruikt in het plaatwerkbedrijf van de aalbers|group in Renswoude.

De opslagsystemen van aalbers|farina kenmerken zich door hun modulaire opbouw. Daar maakt de Spider ook gebruik van. Dit plaatmagazijn wordt uitgevoerd met minimaal drie gekoppelde ‘Logic’ torensystemen naast elkaar. Met slechts één liftsysteem, dat is gepositioneerd op een rail en zo in de langsrichting kan bewegen, kunnen alle torens worden bediend. Dankzij de modulaire opbouw kan de Spider op elk moment uitgebreid worden met extra nieuwe torens.

Snelheid

Volgens aalbers|farina is de Spider met vijf torens net zo snel als een enkel torenmagazijn. Dit wordt gerealiseerd door de lift die tijdens de zijdelingse beweging gelijktijdig naar de juiste hoogte beweegt. Kies je voor nog meer torens dan is het mogelijk om het magazijn ook nog met een tweede liftsysteem uit te breiden voor snellere beladingen. Dankzij de systeemhoogte van acht meter kan een enkele toren met tot wel 60 lades uitgerust worden. Zolang er vloeroppervlak beschikbaar is, is het magazijn onbeperkt uit te breiden met torens. Tevens is het mogelijk om het plaatmagazijn dubbel uit te voeren, waardoor de opslagcapaciteit per segment nog eens verdubbelt. “De Spider, maar ook onze andere plaatmagazijnen, zijn ontwikkeld om zoveel mogelijk materiaal op een beperkt aantal vierkante meters op te slaan. Om de opslagcapaciteit te vergroten ten opzichte van onze concurrenten, hebben we de manier van opslag onder de loep genomen. Zo zijn we op het idee gekomen om de lades zo te ontwikkelen, dat het

materiaal in de lades gelegd wordt in plaats van erop. Daardoor kun

Op softwaregebied heeft aalbers|farina vanaf het begin eigen gebruiksvriendelijke besturingen ontwikkeld. Met een touchscreen kan er snel en eenvoudig inzicht gegeven worden in het systeem.

je 60% meer lades en dus materiaal kwijt in de toren met als gevolg dat een klant minder vierkante meters kwijt is aan de opslag van plaatmateriaal”, vertelt Gijsbert Aalbers, project engineer bij aalbers|farina. Zoals gezegd heeft de Spider een grote opslagcapaciteit. Elke lade heeft een laadvermogen van maximaal 2.500 kg en is geschikt voor plaatmateriaal met een afmeting tot 3.000 mm x 1.500 mm of 4.000 mm x 2.000 mm.

Minder logistieke bewegingen

De Spider is evenals de opslagmagazijnen Compact, Logic en de Cross uitgerust met een laadperron waar een heftruck materiaal kan opslaan en uitnemen. Omdat het platenmagazijn met een laadperron en een of meerdere losperrons werkt, kan het aantal heftruckbewegingen in de productieomgeving fors worden gereduceerd. “Voordat we in ons eigen plaatwerkbedrijf gebruik maakten van dit plaatmagazijn, reden meerdere heftrucks af en aan om materiaal van A naar B te brengen. Tegenwoordig hebben we dankzij de efficiëntie van het magazijn nog maar één heftruck in gebruik”, vertelt Aalbers. “Om het aantal logistieke bewegingen verder te reduceren gebruiken veel van onze klanten een vacuümheffer met zwenkarmkraan. Direct koppelen aan lasersnijmachines behoort ook tot de mogelijkheden. Omdat we onze plaatmagazijnen modulair opbouwen, zijn ze eenvoudig aan te passen aan de wens van de klant. Sowieso gaan we heel flexibel om met klantspecifieke eisen. Veel klanten willen toch net iets anders, waardoor veel systemen die we uitleveren klantspecifiek zijn. We denken altijd mee met de klant en regelmatig komen daar ideeën uit die we later gebruiken om de magazijnen nog verder te verbeteren. Op dat vlak onderscheiden we ons echt als leverancier van langgoedmagazijnen en platenmagazijnen. Dat we daarmee op de goede weg zitten merken we aan het snel groeiende aantal Duitse klanten.”

Gebruiksvriendelijke besturing

Dankzij de ervaringen die ze opdoen in hun eigen plaatwerkbedrijf en door de nauwe samenwerking met klanten, zijn de magazijnen continu in ontwikkeling. Regelmatig komt er weer iets nieuws om de systemen sneller, degelijker en efficiënter te maken. Ook de software is inmiddels een belangrijke tak van sport. Op softwaregebied heeft aalbers|farina vanaf het begin eigen gebruiksvriendelijke besturingen ontwikkeld. Met een touchscreen kan er snel en eenvoudig inzicht gegeven worden in het systeem. De nieuwste ontwikkeling is dat de besturing webbased is geworden. Hierdoor ontstaan er meer mogelijkheden om het magazijn te benaderen. De besturing van de toren is eenvoudig te koppelen aan een willekeurig ERP-systeem wat ideaal is voor voorraadbeheer en reststukregistratie. Omdat de nieuwe besturing webbased is, is het mogelijk om de besturing op verschillende devices in te zien en te bedienen. Zo kan een heftruckchauffeur bijvoorbeeld met behulp van een tablet alle benodigde informatie direct tot zich nemen en het magazijn bedienen. “Op dit moment zijn veel metaalbedrijven nog niet heel erg bezig met die Industry 4.0 transitie. Toch verwachten wij dat de industrie in de toekomst deze kant op zal moeten bewegen”, zegt Hans Zandberg, marketing communicatie manager bij aalbers|farina. “Dat is ook de reden dat we nu dit soort ontwikkelingen op de markt brengen. En tevens is een actuele software cruciaal. Onze magazijnen kunnen gemakkelijk 30 jaar mee gaan,

Met slechts één liftsysteem, dat is gepositioneerd op een rail en zo in de langsrichting kan bewegen, kunnen alle torens worden bediend.

maar dan moet de software wel constant upto-date gehouden worden omdat de boel anders binnen tien jaar stil staat. Service op het gebied van software wordt in de toekomst een erg belangrijk onderdeel van onze dienstverlening.”

www.aalbersfarina.nl

Omdat het platenmagazijn met een laadperron en een of meerdere losperrons werkt, kan het aantal heftruckbewegingen in de productieomgeving fors worden gereduceerd.

This article is from: