AO S
september 2012
CH
OR
DE
EN
AAA-programma
Mariam Ghani, still uit A Brief History of Collapses, 2011-12 (courtesy of the artist)
Spiegelzaal Meet the artists
22.15 uur 13 september
Koorzaal Inleiding op het concert
19.15 uur 13 en 14 sept
Joel Ethan Fried, adjunct-directeur
Ralph van Raat vertelt over het
artistieke zaken van het orkest, in
programma en spreekt met Tristan Murail
gesprek met de dirigent, solist en een Foyergebied
orkestmusicus
Entrée Late Night Café Koorzaal Confrontaties
16.00 - 18.00 uur 14 september
22.20 - 1.00 uur 14 september
Orde en Chaos gaat de nacht in met dj, diverse live performances en een
beeldende kunst, muziek en debat
mininachtconcertje in de Koorzaal.
interdisciplinair programma i.s.m. het
Met o.a. VOCAALLAB: Satie Les Anges en
Stedelijk Museum waarin de actualiteit van
Vexations, Cage delen uit Song Books
het thema Orde en Chaos wordt opgezocht gasten schrijver Marcel Möring, beeldend
Videokunst in diverse foyers verzorgd door
kunstenaar Mariam Ghani, gespreksleiding
het Nederlands Instituut voor Mediakunst
Hendrik Folkerts en Hans Ferwerda film Mariam Ghani: A Brief History of Collapses 2011-2012 muziek Johann Sebastian Bach, John Cage Julia Tom cello Iannis Xenakis Eonta (1963) Peter Eötvös dirigent Tomoko Mukaiyama piano Gertjan Loot, Bert Langenkamp trompet Toon van Ulsen, Bart Claessens, Nico Schippers trombone na afloop buffet met soep en broodjes in de Beatrixfoyer
a a a - p ro g r a mm a 1 1 t/ m 1 6 S E PT z ie l a at s t e pag in a
ORDE EN CHAOS KONINKLIJK CONCERTGEBOUWORKEST vrijdag 13 en zaterdag 14 SEPTEMBER 2012 Concertprogramma | Grote Zaal, 20.15 uur Peter Eötvös dirigent Pierre-Laurent Aimard piano Witold Lutosławski 1913-1994
Jeux vénitiens (1960-61) in vier delen
Tristan Murail 1947
Le Désenchantement du monde (2012)
concerto symphonique pour piano et orchestre
geschreven in opdracht van de Bayerischer Rundfunk/Musica Viva, de New York
Philharmonic, het Koninklijk Concertgebouworkest en het Seoul Filharmonisch Orkest
Nederlandse première
pauze Charles Ives 1874-1954
Vierde symfonie (1909-16)
voor piano, koor en orkest
Prelude | Comedy | Fugue | Finale
eerste uitvoering in Nederland van de nieuwe Charles Ives Society Performance Edition,
gebaseerd op de Critical Edition door Thomas M. Brodhead, 2011
Ralph van Raat piano solo
Nederlands Concertkoor (instudering Boudewijn Jansen)
Bas Wiegers tweede dirigent
aanvang pauze ca. 21.10 uur | einde van het concert ca. 22.15 uur uitzending op 23 september om 14.15 uur via Radio 4
4
Mark Kuiper, spreeuwen (Š www.naturepicture.info)
orde en chaos
i
n 1909 begon de Amerikaanse componist Charles Ives
aan zijn Vierde symfonie. Het zou een universele spirituele
zoektocht worden, beginnend met een eenvoudig kerstlied: 'Watchman, tell us of the night, What its signs of promise are.' De eenvoud daarvan staat in schril contrast tot het chaotische vervolg. Hier klinkt de wereld zoals hij is: een verwarrende gelijktijdigheid. Nog vóór Ives klaar was brak de Eerste Wereldoorlog uit en stortte de oude Europese orde ineen. Kort daarvoor, in 1912, was de Titanic, icoon van menselijke kundigheid en beheersing, dankzij een toevallig aanwezige ijsberg ten onder gegaan. Orde en chaos. Volgens de overlevering werd – terwijl de mensen in de golven verdwenen – Nearer, My God, to Thee gespeeld, een ouderwetse kreet van hoop vanuit een chaotische wereld. De hymne heeft een centrale rol in Ives' symfonie. Het zijn jaren waarin de breuklijnen met de oude tijd steeds duidelijker worden. De eerste abstracte werken van Kandinsky ontstaan, Schönberg en Stravinsky zorgen voor schandalen in Wenen en Parijs en James Joyce werkt aan zijn roman Ulysses, die in 1922 zal verschijnen. Het modernisme was een feit. Terwijl de wetenschap zich in sneltreinvaart bleef ontwikkelen, veranderde de kunst van burgerlijk schoonheidsvermaak in een individuele zoektocht naar het wezenlijke en naar de uitersten van de menselijke verbeelding. De rol van de muze, die gedurende eeuwen met schoonheid en orde een (vaak religieus) antwoord
5
had gegeven in een chaotische, door goden bestuurde wereld, werd omgedraaid. In 1916, een jaar nadat Einstein zijn relativiteitstheorie publiceerde, vond de eerste dadaopvoering in ZĂźrich plaats: met vrolijke onzinnigheid werd de Zwitserse bourgeoisie op totale chaos getrakteerd. Na de Tweede Wereldoorlog werden de messen van het modernisme opnieuw geslepen. Bracht de wetenschap de orde in het ons omringende universum aan het licht, het was de taak van kunst om juist chaos in de orde te brengen, aldus de filosoof Theodor W. Adorno in 1950. De verwarring voor museum- en concertpubliek reikt tot in het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw. In de muziek zijn in de jaren vijftig en zestig de grenzen van orde en chaos tot in het uiterste afgetast. De vrijheid van 6
de verbeelding heeft in combinatie met wetenschappelijke inzichten tot ingenieus geconstrueerde composities geleid, die door velen niettemin als chaos werden ervaren. Anderzijds leidde de dwang van het systeemdenken juist tot een behoefte aan vrijheid. Zo mondde de chaotische gelaagdheid van Ives uit in de anarchistische speelsheid van John Cage, die deze week in het programma van VOCAALLAB geĂŤerd wordt. Aan de andere kant van het spectrum stonden juist de sterk op rationele organisatie gerichte componisten als Pierre Boulez en Iannis Xenakis. De laatste liet zich leiden door ingewikkelde wiskundige formules en noemde zijn muziek stochastisch, een term uit de kansberekening. Het frappante was dat extreem georganiseerde muziek soms nauwelijks van toevalsmuziek te onderscheiden bleek. U kunt vanavond de proef op de som nemen bij de vitale
Jeux vénitiens van de Poolse componist Witold Lutosławski, waarin musici op diverse plaatsen een grote mate van vrijheid krijgen toebedeeld. De titel van het nieuwe werk van Tristan Murail is veelzeggend: ‘De onttovering van de wereld’. Zo noemde de Duitse socioloog Max Weber in de beginjaren van het modernisme het proces van rationalisatie dat kenmerkend werd voor de twintigste eeuw. Murail groeide op tijdens de hoogtijdagen van de streng georganiseerde muziek. Juist dankzij geavanceerde computertechnologie en het wetenschappelijke onderzoek naar de essenties van klank weet hij tot een nieuwe vorm van magie te komen. Dit is muziek van onze tijd. De AAA-serie verbindt verschillende disciplines met elkaar. Deze editie opent met experimentele films uit de jaren twintig in het nieuwe EYE en sluit af met een theaterproductie in Frascati. Natuurkundige Sander Bais buigt zich in SPUI25 over de werking van kunst op het grensvlak van orde en chaos. In Confrontaties brengt Marcel Möring, de schrijver die zich onlangs kritisch uitliet over de huidige staat van de roman, zijn visie op het thema, en in samenwerking met het Stedelijk Museum is de New Yorkse kunstenares Mariam Ghani uitgenodigd. Van haar wordt de film A Brief History of Collapses 2011-2012 vertoond, die momenteel op de dOCUMENTA (13) in Kassel te zien is. Het is een tweeluik over de geschiedenis van twee paleizen: het Fridericianum in Kassel en het Dar ulAman bij Kabul. De stenen spreken voor zich. Over behoefte aan orde en ontaarding in chaos. Hans Ferwerda
7
8
Jean Dubuffet, La lunette farcie, 1962, kunstenaarsboek (collectie Stedelijk Museum Amsterdam)
’another fine mess‘ 1
Chaos en orde zijn als Laurel en Hardy – onafscheidelijk, een ko(s)misch duo.
2
De menselijke behoefte patronen te willen ontdekken en scheppen is onuitroeibaar.
3
Chaos is een kwestie van optiek, een ziekte van de blik. Met afstand of ervaring kan chaos ‘genezen’ tot orde.
4
Misschien is chaos wel een botsing van ordeningen, of: een orde van complexiteit die we (nog) niet hebben doorgrond of kunnen overzien.
5
‘Vertrouwen is een mechanisme tot reductie van sociale complexiteit’ (Niklas Luhmann). In die zin leidt wantrouwen dan tot de oorlog van allen tegen allen, tot een ‘sociale complexiteit’ synoniem met anarchie.
6
Arthur Rimbaud stelt dat er, om een ‘ziener’ te zijn, een ‘enorme, langdurige en beredeneerde ontregeling van de zintuigen’ noodzakelijk is.
7
In zijn Vierde symfonie maakt Charles Ives de chaotische meerstemmigheid, veellagigheid en gelijktijdigheid van de wereld hoorbaar in een ‘vraag naar het Wat en Waarom’ (zegt hij in een brief). Tussen symfonie en kakofonie is even geen verschil. Model en compromisloze demonstratie zijn één.
8
Ives’ Vierde maakt ons tot ‘hoorder’.
9
De ‘fine mess’ van de ‘chaosmos’ (Finnegans Wake, James Joyce) als een partituur overzien kan alleen een god (nog). J.Z. Herrenberg
9
10
strange attractor ‘poisson saturne’, visuele representatie door Nicolas Desprez
Wankel Jarenlang in strijd met de wanordelijke wetten rekent hij op de val van het getal. Hij hoort het waaien van de modder, hij ziet De wrede groei, De leegloop der rivieren. Hij wankelt en gaat liggen.
Armando, uit Gedichten 2009, Uitgeverij Augustus 2010
11
Gecontroleerd toeval
O
rde en chaos zijn begrippen die een centrale rol
hebben gespeeld in de ontwikkeling van de verschillende
compositiestijlen in de twintigste eeuw. Immers, met het wegvallen van de wetten der tonaliteit, waarin toonhoogten in een duidelijke hiërarchie tot elkaar stonden, zagen componisten zich genoodzaakt zelf nieuwe systemen te bedenken om orde te scheppen in het beschikbare reservoir van toonhoogten. Arnold Schönberg, die als eerste volledig met de traditionele tonaliteit brak, bedacht de dodecafonie: een systeem waarbij alle twaalf tonen binnen het octaaf in 12
een van tevoren bedachte vaste volgorde stonden, en waarin geen enkele toon opnieuw gebruikt mocht worden voordat alle andere elf geklonken hadden. Dit was van grote invloed op vele componisten, onder wie de Pool Witold Lutosławski. Hoewel hij zijn muziektaal in eerste instantie baseerde op het werk van Bartók en Stravinsky, raakte hij vanaf 1958 in de ban van de atonaliteit. Maar Schönbergs techniek vond hij te streng. Hij was op zoek naar een manier om een vorm te vinden die zowel verbanden bleef houden met de traditie als ruimte bood aan nieuwe sonoriteiten. Het antwoord vond Lutosławski toen hij een uitvoering van John Cages Pianoconcert hoorde, een werk dat volledig gebaseerd is op toevalstechnieken (‘aleatoriek’, van het Latijnse alea, dobbelsteen) en dat bij elke uitvoering anders klinkt.
De vrijheid die hij hierin hoorde sprak hem direct aan, maar ging hem wél te ver. Hij wilde controle blijven houden over het toonmateriaal. Daarom integreerde hij elementen van gecontroleerd toeval in zijn werk: de dirigent en de spelers kregen in de partituur de ruimte om, op specifieke plekken, zelf de precieze timing van de noten te bepalen.
Vitaliteit Zijn eerste experiment hiermee was een werk voor 29 musici, Jeux vénitiens, dat zijn titel ontleent aan het feit dat de eerste uitvoering in Venetië gepland was, en aan de vrijheid van spel en interpretatie in het stuk. In een groot aantal passages is het precieze ritme van de noten in de individuele partijen niet voorgeschreven, maar moeten de musici dit zelf invullen, binnen een door de dirigent aangegeven tijd. De passages zelf zijn geordend op basis van hun harmonische verbanden. Het fundament is een stapeling van alle twaalf noten binnen het octaaf – erfgoed van Schönbergs dodecafonie – waarbij Lutosławski instrumentgroepen met een specifieke kleur aan specifieke noten van de akkoorden koppelt. In de verschillende delen onderzoekt hij vervolgens het spel tussen de resulterende akkoord- en kleurcombinaties. De vrije ritmiek zorgt daarbij voor vitaliteit. Het eerste gedeelte fungeert als een soort expositie, in de traditionele sonatevorm de introductie van het thematisch materiaal; het tweede is een scherzo, het gebruikelijke luchtige deel van een sonate of symfonie.
13
Het derde gedeelte vormt een recitatief voor fluit met orkest, bij wijze van zangerig, langzaam deel, en in het laatste deel komen alle elementen samen tot een grote climax. Jeux vĂŠnitiens werd voor het eerst uitgevoerd door het orkest onder leiding van Bruno Maderna in 1967. Een opname 14
hiervan is uitgebracht in de cd-box Anthology of the Royal Concertgebouw Orchestra 1960 -1970. In 1979 dirigeerde de componist het werk zelf. De laatste uitvoering door het orkest was in 1990 onder leiding van Edo de Waart. Ralph van Raat
15
Mariam Ghani, still uit A Brief History of Collapses, 2011-12 (courtesy of the artist)
Tristan Murail Spectrale muziek
O
ok Tristan Murail voelde zich niet thuis in de strenge
dodecafonie van Arnold Schönberg en de vele andere
componisten uit het avant-gardetijdperk. Hij zocht naar een grotere vrijheid in het componeren, waarin consonantie weer onderdeel van het klankpalet kon worden en een onderliggend principe van ordening behouden bleef, zonder terug te keren naar de tonaliteit. Onder invloed van zowel zijn leraar Olivier Messiaen als van zijn ervaringen met elektronische 16
muziek vond hij de oplossing in het componeren met behulp van spectrumanalyse van klanken. Gebruik makend van de fundamentele natuurlijke boventoonreeksen, die van elke toon de klankkleur bepalen, bouwde hij een geheel eigen, flexibele harmonische taal. Die stond door haar oorsprong alle gradaties van consonantie en dissonantie toe, inclusief microtonaliteit (het gebruik van toonhoogten die zich als het ware ‘tussen’ de toetsen van de piano bevinden). Hij werd daarmee één van de grondleggers van de zogenaamde ‘spectrale muziek’. Le Désenchantement du monde, Murails ‘symfonisch concert voor piano en orkest’, is niet alleen een resultaat van zijn spectrale componeerstijl, maar vooral ook van de recente evolutie van
zijn toontaal. Door Murails toenemende kennis van complexe computerprogramma’s, strevend naar een meer procesmatige koppeling van toonhoogten aan de timing van muzikale gebeurtenissen, ontstond meer variatie in gestiek, ritmiek en dynamiek. Bovengenoemd werk is dan ook significant contrastrijker dan veel van zijn vroegere muziek, die voornamelijk langzaam en vloeiend was.
Tovertuin De titel van het nieuwe pianoconcert refereert aan een geschrift van de Duitse socioloog Max Weber, De onttovering van de mensheid. In dit werk gaat Weber in op de gevolgen van modernisering van de mensheid: de geheimzinnige tovertuin waarin de primitieve mens leefde, waarbij ‘het lot’ de verklaring werd voor onbegrepen (natuur)fenomenen, veranderde in een rationele wereld waar magie in intrinsieke zin verdween, met als gevolg een bedreiging van de menselijke vrijheid. Hoewel Murail met opzet de fantasie van zijn publiek wil prikkelen door weinig over de relatie tussen titel en werk los te laten, is het opvallend dat er een analogie is tussen het onderwerp van Webers tekst en Murails compositietechniek, die immers bestaat uit een combinatie van natuurfenomenen (boventoonreeksen) en rationele elementen (computerprocessen).
17
De ondertitel ‘symfonisch concert voor piano en orkest’ is ontleend aan Franz Liszt. Murail nam het Tweede pianoconcert en de Sonate in b klein van de Hongaarse componist als vormvoorbeelden: het zijn ééndelige werken waarbinnen een meerdeligheid verwerkt is. Ook Liszts idiomatische gebruik van de piano was een bron van inspiratie. Virtuoze figuraties en allerlei gradaties in toucher en articulatie die afstammen van Liszts pianotraditie worden door Murail ingezet om een grote resonerende ruimte te creëren, waarbij het orkest vaak als het rechterpedaal van de piano fungeert. Omdat de 18
piano veel toonhoogten die deel uitmaken van natuurlijke boventoonspectra niet kan produceren (aangezien ze zich tussen de toetsen in bevinden) neemt het orkest deze taak op zich, hetgeen resulteert in klankvelden van microtonen. Dit is het tweede werk van Murail dat door het Concertgebouworkest wordt uitgevoerd; bij de allereerste editie van de AAA-serie, Klank en Kleur, verzorgde het orkest de Nederlandse première van Terre d'ombre. De wereldpremière van Le Désenchantement du monde vond plaats op 4 mei 2012 in München door het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks onder leiding van George Benjamin met PierreLaurent Aimard als solist. Ralph van Raat
‘Ik werk niet met geluiden zelf, maar met geluidsbeelden, de structuren van geluiden.’ Tristan Murail
1947
1980
Geboren op 11 maart in Le Havre,
Deelname workshop computer
Frankrijk.
muziek aan het fameuze onderzoeksinstituut IRCAM
ca. 1960
in Parijs.
Murail studeert Klassiek Arabisch en Maghreb Arabisch aan de
1982-1983
Nationale School voor Levende
Désintégrations is Murails eerste
Oriëntaalse Talen, en economie en
werk waarin instrumentale en
politicologie aan het Instituut voor
elektronische geluiden gecombi-
Politieke Studies in Parijs.
neerd worden.
1967
1991-1997
Studeert bij Olivier Messiaen aan
Samenwerking met IRCAM. Murail
het Conservatorium van Parijs.
geeft er les en participeert in de ontwikkeling van het compositie-
1971
programma Patchwork.
Wint zowel eerste prijs in compositie (Parijs) als de Prix de
1997-2011
Rome (studieverblijf van twee jaar
Professor compositie aan de
aan de Villa Medici in Rome).
Columbia University (Verenigde Staten).
1973 Oprichting muziekcollectief
2012
L’Itinéraire in Parijs met Michaël
Professor compositie aan de
Lévinas en Roger Tessier: een ‘labo-
Universität Mozarteum in Salzburg,
ratorium voor zijn onderzoek bin-
Oostenrijk.
nen het domein van instrumentale compositie, het gebruik van elektronica en computercompositie’. De eerste kenmerkende composities zijn La Dérive des continents en Les Nuages de Magellan.
19
20
Bart van der Leck, Compositie 1918-20, olie op doek, 110,5 x 100,5 cm. (collectie Stedelijk Museum Amsterdam)
Charles Ives Zoektocht naar spiritualiteit
O
rde en chaos spelen een sleutelrol in een van Ives’
belangrijkste en meest complexe werken, de Vierde
symfonie. Deze vormt, samen met de monumentale Concord Sonata voor piano solo, de bekroning van Ives’ oeuvre. Enerzijds kunnen de concepten van orde en chaos betrokken worden op het niveau van de compositie zelf, waarin een groot aantal muziekstijlen en citaten van bekende melodieën uit het begin van de twintigste eeuw dwars door elkaar klinken, met name tijdens het tweede deel. Anderzijds lijkt de symfonie ook een poging te zijn geweest om orde in het geestelijke leven van de componist zelf te scheppen. Het overlijden van zijn vader George in 1894, die voor de jonge Charlie altijd een belangrijke stimulans en wegwijzer was geweest, werd een belangrijke motivatie voor een nieuwe zoektocht naar spiritualiteit. Geïnspireerd door het transcendentalistische gedachtengoed van Amerikaanse schrijvers als Ralph Waldo Emerson en Nathaniel Hawthorne, probeert de Vierde symfonie een antwoord te vinden op de ultieme levensvragen ‘wat?’ en ‘waarom?’. In feite worden deze vragen gesteld in de Prelude, waarna de overige drie delen een antwoord proberen te verklanken. Centraal in de symfonie staat de lyrische, geleende hymne Nearer, My God, to Thee, die in het eerste deel door een groepje strijkers met harp vanaf een balkon of van buiten de zaal gespeeld wordt. Gedurende de gehele symfonie komt deze
21
hymne regelmatig in fragmenten terug, herkenbaar of onherkenbaar in wisselende context en gedaanten, met als symbolisch hoogtepunt de terugkeer van de volledige melodie in de finale: haar glorieuze terugkeer verklankt Ives’ ideaal van een universele, door de gehele mensheid gedeelde spiritualiteit.
Duivelse rit In de zoektocht naar deze spiritualiteit wordt in het korte eerste deel, middels een eenvoudige hymne door het koor, onze (reis)gids geïntroduceerd: een pelgrim (‘Watchman, tell us of the night, …’) op zoek naar de ‘glory-beaming star’, de ster van de ziel. Het tweede deel, Comedy, is een duivels scherzo gemodelleerd naar het quasi-komische boek The 22
Celestial Railroad van Nathaniel Hawthorne. De ‘gemakkelijke’ loopbaan van een rijkaard wordt hierin vergeleken met de pogingen van een pelgrim om zijn doel met hard werken te bereiken: een bovenmatig luxe treinbedrijf verkoopt kaartjes voor een rit naar de hemelse stad, waarbij de reizigers onderweg arme pelgrims tegenkomen, op weg naar hetzelfde doel. Vanuit hun comfortabele stoel lachen de reizigers bij het zien van de armoedige taferelen. Terwijl de pelgrims hun doel bereiken komen de treinreizigers, ondanks (of juist vanwege) hun comfort, nooit op hun bestemming aan. Ives – behalve componist ook een succesvol verzekeringsagent – verklankt de duivelse rit met schijnbaar chaotische muziek van botsende militaire marsen, religieuze hymnen en populaire muziek uit zijn tijd. Om alle complexe uitingen van polymetriek (meerdere ritmes en maatsoorten tegelijkertijd) en
polytonaliteit (allerlei toonsoorten tegelijkertijd, in dit deel tot wel acht toonsoorten!) correct uit te voeren is een tweede dirigent noodzakelijk om de trein letterlijk en figuurlijk op de rails te houden.
Bestemming bereikt Het derde deel, Fugue, vormt in de symfonie een opvallend rustpunt door de herkenbare tonaliteit en consonantie. De fugatische schrijfwijze (waarbij stemmen elkaar volgens een vaste procedure opvolgen en imiteren), bij uitstek een symbool voor orde, vormt een schril contrast met de schijnbare chaos van het voorgaande deel. In dit spirituele deel wordt het pittoreske plaatsje Concord in Massachusetts verklankt, waar de belangrijke transcendentalistische Amerikaanse schrijvers woonden. In het laatste deel hoort men de eeuwige puls van de ziel en van het universum. Elementen uit de Prelude komen terug, met name het frequent herhaalde Nearer, My God, to Thee, hetgeen leidt tot een enorme uitbarsting. In het coda klinkt wederom de melodie van deze hymne, woordloos gezongen door het koor. De (spirituele) bestemming is hiermee bereikt. Met citaten uit Debussy’s Sirènes voor vrouwenkoor en orkest verdwijnen alle klanken naar de achtergrond, waarna slechts de eeuwige puls overblijft. Ives heeft zijn symfonie nooit mogen horen; pas tien jaar na zijn dood werd deze voor het eerst uitgevoerd. Door de grote hoeveelheid benodigde instrumenten en de complexiteit van het werk zijn uitvoeringen nog steeds relatief zeldzaam.
23
Het Koninklijk Concertgebouworkest voerde het slechts éénmaal uit, in 1997 onder leiding van Leonard Slatkin. Voor de huidige uitvoering wordt een geheel herziene versie gespeeld, die in augustus dit jaar in Luzern – eveneens met Peter Eötvös – in première ging. Er zijn diverse fouten uit de originele partituur gehaald, het notenbeeld is verhelderd en de vele instrumentatievraagstukken zijn overzichtelijk in kaart gebracht. De nieuwe uitgave bezit zelfs een ‘survival guide’ voor de dirigent en voor de musici die orde in de muziek moeten aanbrengen… als pelgrims, op zoek naar de spirituele boodschap van deze muziek. Ralph van Raat
Watchman, tell us of the Night, 1825 24
Hymne van John Bowring (1792-1872) Watchman, tell us of the night, What its signs of promise are. Traveler, o’er yon mountain’s height, See that glory beaming star. Watchman [, does its beauteous ray] Aught of joy or hope [foretell?] Traveler, yes – it brings the day, Promised day of Israel. Dost thou see its beauteous ray? Travel, see! De laatste twee regels zijn door Ives toegevoegd, de woorden tussen haken zette hij niet.
25
26
Federico Fellini, still uit Prova d'Orchestra, 1978
biografieën
H
et Koninklijk Concertgebouworkest wordt door de
internationale kritiek tot het zeer selecte gezelschap van
‘s werelds beste drie orkesten gerekend. Het onderscheidt zich door zijn unieke herkenbare klank en stilistische flexibiliteit. Het orkest werkt met de belangrijkste componisten en dirigenten, van gevestigde namen tot aanstormend talent. Sinds de oprichting in 1888 heeft eigentijdse muziek een vaste plaats in de programmering, zoals nu in de thematische samenwerkingsserie AAA. Gustav Mahler en Richard Strauss stonden meer dan eens voor het orkest en werden gevolgd door componisten als Debussy, Stravinsky, Schönberg, Berio, Henze en Adès. Het orkest telt 120 musici in vaste dienst, afkomstig uit meer dan twintig landen. Jaarlijks geeft het zo’n 90 concerten in Het Concertgebouw en 40 concerten op de belangrijkste podia over de gehele wereld. Daarmee bereikt het orkest ongeveer 250.000 concertbezoekers. Via de regelmatige radio- en tv-uitzendingen in samenwerking met de AVRO wordt dat bereik nog eens verveelvoudigd. De eerste vaste dirigent was Willem Kes. Aan het begin van de twintigste eeuw groeide het orkest onder leiding van Willem Mengelberg uit tot een wereldberoemd ensemble. Zijn opvolgers – Eduard van Beinum, Bernard Haitink en Riccardo Chailly – hebben ieder hun eigen bijdrage geleverd aan het repertoire en de reputatie van het orkest. In 2004 werd de Letse maestro Mariss Jansons chef-dirigent.
27
De Hongaar Peter Eötvös combineert de rollen van componist, dirigent en docent in een uiterst succesvolle carrière. Zijn composities staan op het programma van orkesten, ensembles en festivals over de hele wereld. Als dirigent werkt Peter Eötvos samen met gezelschappen als de Berliner Philharmoniker, de Wiener Philharmoniker, het Orchestre Philharmonique de Radio France, het Ensemble intercontemporain en het Ensemble Modern. Als een van de chef-dirigenten van het Radio Kamer Orkest zorgde hij ruim tien jaar voor spraakmakende concerten voor de Nederlandse omroepen. Eötvos werkte samen met de elektronische 28
muziekstudio van de Westdeutscher Rundfunk in Keulen en was tussen 1978 en 1991 artistiek directeur van Ensemble intercontemporain. Hij gaf les aan de conservatoria van Karlsruhe en Keulen en was in 1991 oprichter van het het naar hem vernoemde internationale instituut voor jonge dirigenten en componisten in Boedapest. Peter Eötvös won vele prijzen en onderscheidingen. Zo kreeg hij in Hongarije de Bartók-prijs toegekend, benoemde de Franse minister van Cultuur hem tot Officier en Commandeur in de l’Orde des Arts et des Lettres en werd hij in 2011 tijdens de Biennale in Venetië onderscheiden met een Gouden Leeuw.
De veelzijdigheid van de Franse pianist Pierre-Laurent Aimard valt af te lezen aan zijn repertoire, dat zich uitstrekt van Bach tot hedendaagse muziek. Hij won in 1973 de Messiaen Competitie, werd op negentienjarige leeftijd op uitnodiging van Pierre Boulez solopianist van Ensemble intercontemporain, nam het complete pianowerk van György Ligeti op en wordt gezien als belangrijk erfgenaam van Olivier Messiaen. Pierre-Laurent Aimard geeft recitals over heel de wereld en soleerde met bekende orkesten onder leiding van onder anderen Pierre Boulez, Gustavo Dudamel, Nikolaus Harnoncourt, Simon Rattle en Esa-Pekka Salonen. Hij was pianist ‘in residence’ in Frankfurt, Parijs, New York (Carnegie Hall) en Berlijn (Philharmonie) en bij het Lucerne Festival en het Cleveland Orchestra. Van achter het klavier dirigeert hij regelmatig het Chamber Orchestra of Europe. Aimard is artistiek directeur van het Aldeburgh Festival. Bij het Koninklijk Concertgebouworkest was hij al diverse malen te gast. Zo soleerde hij in 2010 in het allereerste AAAprogramma (Klank en Kleur) in het Pianoconcert voor de linkerhand van Ravel en speelde hij in april 2012 Ligeti’s Pianoconcert tijdens het AAA-programma Layers.
29
Ralph van Raat studeerde piano aan het Conservatorium van Amsterdam bij Ton Hartsuiker en Willem Brons, en muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Beide studies sloot hij cum laude af. Ook studeerde hij bij Claude Helffer (Parijs), Liisa Pohjola (Helsinki), Ursula Oppens (Chicago’s Northwestern University) en Pierre-Laurent Aimard (Musikhochschule Köln). Van Raat won een groot aantal prijzen bij zowel nationale als internationale concoursen. Hij treedt op als solist met orkesten in binnen- en buitenland en geeft solorecitals. Hij heeft een exclusief opnamecontract bij Naxos, en is in 2003 benoemd tot Steinway Artist. Ralph van Raat trad in juni 2012 op als een van de vijf solisten in Kraft tijdens het AAA-programma Out of the Box. In december zal hij 30
in de AAA-serie als solist te horen zijn in het Vierde pianoconcert van Frédéric Devreese. Het in Amsterdam gevestigde Nederlands Concertkoor bestaat uit bijna honderd amateurzangers. Het koor is opgericht om met professionele orkesten te werken. De afgelopen twintig jaar waren er optredens met onder meer het Residentie Orkest, Het Gelders Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van bijvoorbeeld Jaap van Zweden, Lawrence Renes, Valery Gergiev, Yakov Kreizberg, Roger Norrington, Hartmut Haenchen en Paul McCreesh.
Het repertoire van het Nederlands Concertkoor omvat de grote – zowel wereldlijke als religieuze – koorwerken uit de achttiende, negentiende en twintigste eeuw. In de loop der jaren werden bijvoorbeeld het Requiem van Verdi, de Negende symfonie van Beethoven en het War requiem van Britten uitgevoerd. De artistieke leiding is in handen van chefdirigent Boudewijn Jansen en pianist Thom Janssen. Bas Wiegers studeerde viool aan de conservatoria van Amsterdam en Freiburg. Hij was jaren lid van Asko|Schönberg. Daarnaast speelde hij bij het Ives Ensemble, het Remix Ensemble (Portugal) en De Nederlandse Bachvereniging. Met pianiste Nora Mulder en trombonist Koen Kaptijn vormt hij het trio 7090. Als dirigent heeft Wiegers dezelfde brede muzikale fascinatie die hem als violist kenmerkt. Hij is vaste dirigent en artistiek leider van het Nederlands Jeugd Strijkorkest en was te gast bij Holland Symfonia, het Residentie Orkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Orkest van het Oosten, Het Gelders Orkest, Amsterdam Sinfonietta, Asko|Schönberg, het Nieuw Ensemble en Slagwerk Den Haag. In oktober 2011 (AAA-programma Expats) en in augustus/september 2012 (tournee) assisteerde hij Mariss Janssons bij het Koninklijk Concertgebouworkest voor Amériques van Edgard Varèse. Tijdens de AAA-productie Out of the Box van juni 2012 assisteerde hij Susanna Mälkki.
31
VOORUITBLIK VERLOS ONS! Lebenstrieb und Todesmacht! Welch entsetzenvolles Ringen! Keiner trägt den Sieg davon, Und noch einmal wird es stille! Alexander von Ritter, uit het gedicht Tod und Verklärung (1889)
Wat kan ons verlossen? Liefde, kunst, geloof in een hiernamaals of kennis die voert tot een eeuwig leven? Schopenhauer kende liefde een bijzondere plaats toe in zijn verlossingsfilosofie: de drijvende kracht om voort te bestaan (voortplanting), de wil te leven. Maar het is een bedrieglijk 32
middel van de natuur, gericht op het behoud van de soort. Door ‘liefdes schijnbewegingen’ blijft men verstrikt in het aardse leven vol ellende. Alleen de kunst – muziek in het bijzonder – kan ons helpen tijdelijk te ontsnappen. Echte verlossing zag Schopenhauer in het verzaken van de wil, in meditatie of ascese. We kennen die gedachte van Wagners 'Liebestod' en vinden haar terug in het voortbestaan van de kunstenaar aan het slot van Strauss’ Tod und Verklärung. Jörg Widmann zegt over zijn Teufel Amor: ‘Meer dan al het andere is de liefde toch steeds beide: hemel en hel, lust en leed, paradijs en slangenkuil’. Hij werd geïnspireerd door een als fragment overgeleverd gedicht van Schiller: ‘Süßer Amor verweile / Im melodischen Flug’. Het lijkt op de illusie van aardse voldoening waarmee Faust werd verleid door Mephisto. Bij Tod und Verklärung ging het andersom, toen het symfonisch gedicht klaar was schreef Alexander von Ritter er de dichtregels bij.
woensdag 10 oktober 17.00 uur
vrijdag 12 oktober 19.15 uur
Academisch-cultureel centrum SPUI25
Het Concertgebouw, Spiegelzaal
Lezing met muziek
Inleiding op het concertprogramma
gratis toegankelijk - reserveren noodzakelijk
door Patrick van Deurzen, met
via www.SPUI25.nl
medewerking van Jörg Widmann alleen toegankelijk voor concertbezoekers
donderdag 11 oktober 20.15 uur
kaarten via de Concertgebouwlijn
Het Concertgebouw, Kleine Zaal
of gratis af te halen aan de kassa
Concert in de serie Scherpdenkers Asko|Schönberg
vrijdag 12 oktober 20.15 uur
Etienne Siebens dirigent
Het Concertgebouw, Grote Zaal
Dick Swaab spreker
Koninklijk Concertgebouworkest
Carina Vinke alt
Mariss Jansons dirigent
J.S. Bach Chaconne (uit Tweede partita in d,
Anja Harteros sopraan
BWV 1004)
Wagenaar Ouverture ‘De getemde feeks’
Boulez Le marteau sans maitre
Strauss liederen
www.scherpdenkers.nl
Widmann Teufel Amor (Nederlandse
kaarten vanaf € 28,80
première)
via www.concertgebouw.nl,
Strauss Tod und Verklärung
de Concertgebouwlijn of aan de kassa
kaarten vanaf € 22,50 incl. programmaboekje via www.concertgebouworkest.nl,
vrijdag 12 oktober 16.00 uur
de Concertgebouwlijn of aan de kassa
Het Concertgebouw, Spiegelzaal Confrontaties: AAA-lezing, beeldende
vrijdag 12 oktober 22.30 uur
kunst, muziek, debat
Concertgebouw Café
Interdisciplinair programma i.s.m.
Entrée Late Night Café
het Stedelijk Museum waarin
Onderga de verlossing met dj,
de actualiteit van het thema
diverse live performances en
Verlos ons! wordt opgezocht.
een mini nachtconcert.
Met o.a. schrijver Willem Jan Otten
gratis toegankelijk, ook voor
en beeldend kunstenaar Gijs Frieling
niet-concertbezoekers
en kamermuziek. kaarten à € 10,via www.concertgebouworkest.nl, de Concertgebouwlijn of aan de kassa
33
zaterdag 13 oktober 20.15 uur Het Concertgebouw, Pleinfoyer Inleiding op het concertprogramma Hans Ferwerda in gesprek met Jörg Widmann alleen toegankelijk voor concertbezoekers zaterdag 13 oktober 21.00 uur Het Concertgebouw, Kleine Zaal Concert in de serie Tijdgenoten Minguet Kwartet Jörg Widmann klarinet
34
Rihm Vier Male Widmann Tweede strijkkwartet 'Choralquartett' Rihm Studien zu einem Klarinettenquintett kaarten vanaf € 25,- verkrijgbaar via www.concertgebouw.nl, de Concertgebouwlijn of aan de kassa zondag 14 oktober 14.30 uur EYE Film Instituut Nederland EYE Zondagmiddagarrangement lezing door Sofie Verdoodt over Sokurov Film: Faust van Alexander Sokurov kaarten à € 12,50 aan de kassa of € 12,- via www.eyefilm.nl
AAA-programma
dinsdag 11 september
19.00 uur
zondag 16 september
20.30 uur
EYE Film Instituut Nederland
Frascati
Absolute film en Dada Cinema (1921-1928)
Beroemden
Met inleiding vooraf en nagesprek.
Discordia, Dood Paard, De Koe, STAN
kaarten à € 9,50 via www.eyefilm.nl
Zes personages cirkelen rond het publiek in uitzichtloze en tragisch-
woensdag 12 september
17.00 uur
absurde activiteiten, tot onverwacht de
Academisch-cultureel Centrum SPUI25
schrijnende realiteit binnensijpelt. Een
Lezing Prof. Sander Bais: De wetenschap
samenwerking van twee Nederlandse en
van wet en wanorde
twee Vlaamse theatergezelschappen.
Muziek Bach en Cage door Julia Tom cello
kaarten à € 17,- (€ 13,50 reductie, online € 2,-
gratis toegankelijk - reserveren
korting) via www.frascati.nl of aan de kassa
noodzakelijk via www.SPUI25.nl Concertgebouwlijn 0900 671 83 45 woensdag 12 september
20.15 uur
(€ 1,- per gesprek) €2,25
Muziekgebouw aan ‘t IJ
administratiekosten per kaart
Concert VOCAALLAB
www.concertgebouworkest.nl/AAA
Les Anges – Ode aan John Cage Cage 4'33" / delen uit Song Books
COLOFON
Xenakis À Hélène Satie Trois mélodies / werken voor piano solo Cage, Satie en Xenakis gingen een gezonde dosis wanorde, verwarring en oproer
11 > 16 sept 2012
niet uit de weg. Maar rust, helderheid en stilte waren voor hen even wezenlijk. kaarten à € 26,- (€ 21 reductie, € 10 tot 30 jaar) www.muziekgebouw.nl of aan de kassa
tekst Ralph van Raat, Hans Ferwerda, Martijn Voorvelt, J.Z. Herrenberg, Armando redactie Martijn Voorvelt, Mark van Dongen, Marloes Biermans grafisch ontwerp Atelier René Knip en Rens Martens
donderdag 13 en vrijdag 14 sept Koninklijk Concertgebouworkest zie pagina 2 en 3 voor het programma zaterdag 15 september
uitgever Koninklijk Concertgebouworkest Jacob Obrechtstraat 51 / 1071 kj Amsterdam Postbus 78098 / 1070 lp Amsterdam www.concertgebouworkest.nl
15.00 uur
Muziekgebouw aan ’t IJ De IJ-salon: Manisch progressief Musici van het Koninklijk Concertgebouworkest Peter Eötvös dirigent Tomoko Mukaiyama piano werken van Bach, Eötvös en Xenakis kaarten à € 24,- (€19,- reductie, € 10 tot 30 jaar) www.muziekgebouw.nl of aan de kassa
beeld collectie Stedelijk Museum drukwerk Drukkerij Calff & Meischke papier binnenwerk Lessebo Design Smooth Natural, Igepa Nederland copyright Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam © c/o Pictoright Amsterdam 2011 Overname van artikelen alleen na toestemming van de uitgever De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Zij die menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden
PA R T N E R S A A A
De Brakke Grond | deBuren | De Groene Amsterdammer De IJ-Salon | EntrĂŠe | Filmmuseum/EYE filminstituut Nederland Frascati | Het Concertgebouw | Holland Festival | N I M K Muziekgebouw aan ‘t IJ | Spui25 Academisch-cultureel centrum Stadsschouwburg | Stedelijk Museum 36 Stichting Ammodo is founding partner van de AAA-serie