Tijdgenoten concert 16-12-2012

Page 1

zo

16

| dec

het concertgebouw

Tijdgenoten 21.00 uur – derde concert

Het Collectief: Wibert Aerts viool Benjamin Dieltjens klarinet Thomas Dieltjens piano Toon Fret fluit Martijn Vink cello Robin Engelen dirigent Jacqueline Janssen spreekstem Klaas Verpoest kinetische typografie

NL/B – deBuren Karel Goeyvaerts 1923-1993 Voor Harrie, Harry en René (1990) voor fluit, basklarinet en piano De schampere pianist (1975) voor spreekstem en piano Stuk voor drie (1960) voor fluit, viool en piano Bram Van Camp 1980 Music for Three Instruments (2010) voor klarinet, viool en piano Arnold Schönberg 1874-1951 Pierrot lunaire, op. 21 (1912) voor spreekstem, piano, fluit, klarinet, viool en cello Mondestrunken Columbine Der Dandy Eine blasse Wäscherin Valse de Chopin Madonna Der kranke Mond Nacht (Passacaglia) Gebet an Pierrot

Dit concert maakt deel uit van het AAA Festival Muziek en Kunst rond het thema Schandalig!. AAA is een samenwerkingsinitiatief van het Koninklijk Concertgebouworkest.

98

Het Collectief

Raub Rote Messe Galgenlied Enthauptung Die Kreuze Heimweh Gemeinheit! Parodie Der Mondfleck Serenade Heimfahrt (Barcarole) O alter Duft er is geen pauze einde van het concert ca. 22.00 uur U bent van harte welkom om na afloop met de musici na te praten. teksten gratis verkrijgbaar aan de zaal

toeli chti ng goeyvaerts ‘Bij het verlaten van Luik vindt de automobilist wel een wegwijzer naar Parijs maar niet naar Brussel. Dit staat symbool voor de exclusieve oriëntatie van de Waalse artistiek-intellectuele elite op de Franse hoofdstad’, aldus de Leuvense musicoloog Mark Delaere in Een muziekgeschiedenis der Nederlanden (2001). Niet alleen Waalse


file

37

kleine zaal

bio g r a f i e het collectief Het Collectief is een Brussels ensemble dat in 1998 in het leven werd geroepen. De kern van de formatie bestaat uit vijf musici, in de typerende bezetting van fluit, klarinet, viool, cello en piano. Wat betreft repertoirekeuze begint Het Collectief bij de wortels van de moderne muziek: de Tweede Weense School rondom Schönberg, Berg en Webern. Vanuit deze basis verkennen de musici de vele stromingen in de twintigste-eeuwse muziek, om uit te komen bij hedendaagse composities waarvan de inkt nog nat is. De groep zet deze contemporaine muziek in haar programma’s vaak naast ouder werk, om zo tot een verrassend geheel te komen. Naast de vele concerten in België brengt Het Collectief zijn producties steeds vaker over de grens: het ensemble was te beluisteren in onder meer Duitsland, Frankrijk, Polen, Brazilië en Maleisië. Het Collectief maakte inmiddels vijf cd’s. De laatste is getiteld A Musical Zodiac en combineert muziek uit de veertiende eeuw met de Tierkreis van Karlheinz Stockhausen. In Het Concertgebouw maakte Het Collectief zijn debuut in de serie Scherpdenkers in november 2010, toen het werken speelde van Louis Andriessen en Frederic Rzewski.

robin engelen, dirigent Robin Engelen werd geboren in Keulen en won in 1993 de eerste prijs van het ‘Jugend Komponiert’-concours in Nordrhein-Westfalen. Hij studeerde directie bij Wolf-Dieter Huaschild en Günter Wand. Robin Engelen was van 2004 tot 2006 assistent van Lothar Zagrosek bij de Staatsoper Stuttgart en leidde daar producties van onder meer Mozarts Die Zauberflöte, Busoni’s Doktor Faust en Wagners Die Meistersinger von Nürnberg. Sinds seizoen 2009/10 is Robin Engelen nauw verbonden aan het Theater Bonn en hij dirigeerde hier inmiddels onder andere Il trovatore van Verdi en Carmen van Bizet. Daarnaast werd hij geëngageerd door bijvoorbeeld de Düsseldorfer Symphoniker, het Konzerthausorchester Berlin, het Filharmonisch Orkest van Tokio en de Komische Oper Berlin. Robin Engelen was van 1993 tot 2003 muzikaal leider van het ensemble Klangwerk. Sinds 2002 werkt hij regelmatig samen met de Internationale Bachakademie Stuttgart. Robin Engelen is eerste gastdirigent van Het Collectief.

jacqueline janssen, spreekstem Jacqueline Janssen studeerde zang aan het Conservatorium Maastricht en volgde tevens lessen bij Gemma Visser, Isabella Ganz, Angelina Ruzzafante en Mary King. Gedurende haar tijd in de operaklas van het Conservatorium Maastricht zong ze in producties van onder meer Albert Herring van Britten en Hänsel und Gretel van Humperdinck. Na haar opleiding zong ze bij gezelschappen als Opera Zuid en het Onafhankelijk Toneel in Rotterdam, in repertoire als The Rake’s Progress van Stravinsky, De liefde voor de drie sinaasappelen van Prokofjev en L’elisir d’amore van Donizetti. Naast haar activiteiten op het operapodium werkte Jacqueline Janssen met formaties als het Ensemble Contraint, het Limburgs Symfonie Orkest en Het Gelders Orkest. Bij het laatstgenoemde gezelschap vertolkte ze Schönbergs Pierrot lunaire, een werk dat ze ook eerder al samen met Het Collectief uitvoerde. Bij Xynix Opera was Jacqueline Janssen te beluisteren als Roxane in de kinderopera Cyrano, de neus en het meisje. Vervolg biografie op pagina 101

componisten zoals Henri Pousseur wisten de weg naar Parijs feilloos te vinden, ook de Vlaming Karel Goeyvaerts raakte er verzeild, en wel nadat hij het in zijn Antwerpse compositieklas had gewaagd om een werk van Béla Bartók te spelen. De

P R E L U D I U M - december 2012

directeur stuurde hem daarop in hoogst eigen persoon het lokaal uit, met de woorden: ‘Bartók hoort niet thuis op een conservatorium!’ Goeyvaerts trok zijn conclusies en vroeg vervolgens asiel aan bij het conservatorium van Parijs, bij Olivier

>

99


zo

16

| dec

Portret van Karel Goeyvaerts; Frank Beeusaert, 2007/11

Messiaen, artistiek vader van onder meer Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, Iannis Xenakis en Ton de Leeuw. Deze stap van Goeyvaerts zou verstrekkende gevolgen hebben voor de naoorlogse gecomponeerde muziek. Goeyvaerts maakte schoon schip met alles wat verwees naar het vooroorlogse muziekleven. Twee figuren wezen hem daarbij de weg: Anton Webern, omdat hij de twaalftoonstechniek van Arnold Schönberg op de meest systematische wijze had doorgevoerd, en Messiaen, omdat hij in zijn analyses alle muzikale parameters in aparte categorieën onderbracht. Goeyvaerts bracht beide werkwijzen samen in zijn seriële compositietechniek, waarbij hij alle parameters (toonhoogte, toonduur, klankkleur en klanksterkte) als zelfstandige entiteiten liet fungeren. In 1951 presenteerde Goeyvaerts in het mekka van de nieuwe muziek, de Ferienkurse für Neue Musik te Darmstadt, zijn seriële compositie Nummer 1. Sonate voor twee piano’s. Onder de toehoorders bevond zich onder anderen Karlheinz Stockhausen. Er vloeide een lange intense

100

correspondentie tussen beide componisten uit voort, waarbij Stockhausen zich rijkelijk voedde met de ideeën en methoden die Goeyvaerts aan hem toevertrouwde. Stockhausen maakte er dankbaar gebruik van in zijn Kreuzspiel, waarmee hij een jaar later overvloedig veel aandacht op zijn persoon wist te vestigen. Goeyvaerts had het nakijken terwijl zijn jonge collega met verve het Evangelie van het serialisme rondbazuinde. In de jaren die volgden gleed Goeyvaerts weg in een crisis die hem het componeren volledig belemmerde. Hij nam een baantje bij de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena en trouwde de Italiaanse Yola Massara. Pas toen een vriend hem in 1960 vroeg om een stuk te schrijven voor fluit, viool en piano ging Goeyvaerts overstag: ‘Waarschijnlijk heb ik aan Yola willen tonen dat ik werkelijk componist was (...). Het was maar een stukje, geschreven om de pret van het schrijven, voor drie instrumentalisten die spelen om de pret van het spelen (...)’, zo schreef hij later in Karel Goeyvaerts, een zelfportret. Toch is het goed mogelijk dat dit onpretentieuze Stuk voor drie voor Goeyvaerts een keerpunt is geweest. Hij pakte zijn compositieloopbaan weer op, maar zette nu een heel andere koers in: die van de ‘communicatieve muziek’, waarvan zijn magnum opus, de opera Aquarius, uiteindelijk de kroon zou worden. Veelzeggend is een uitspraak die Goeyvaerts vlak voor zijn dood deed: ‘Mijn werkkamer in de Rotterdamstraat waar ik mijn Nummer 1 op papier heb gezet, was klein, donker, en keek uit op een hoge muur. Vergelijk dat eens met deze plaats waar ik aan mijn opera Aquarius werkte. Het weidse uitzicht dat ik vanuit mijn werkkamer over de Schelde heb, reflecteert mijn nieuwe muzikale taal.’ Die nieuwe taal klinkt ook in Voor Harrie, Harry en René dat Goeyvaerts schreef voor drie Nederlandse musici: fluitist Harrie Starreveld, basklarinettist Harry Sparnaay en pianist René Eckhardt. Het is een watervlug stuk: aanstekelijke muziek met onregelmatige maatsoorten, waardoor de musici steeds ‘op hun tellen moeten passen’. Een sleutelwerk op dit concertprogramma


file

37

kleine zaal

Vervolg biografie van pagina 99

bio g r a f i e klaas verpoest, kinetische typografie

Klaas Verpoest is ‘motion graphics designer’ en houdt zich bezig met animatiefilms, kinetische typografie en interactieve video-installaties. Binnen zijn werk zoekt hij raakvlakken tussen beeldende kunst, hedendaagse dans en experimentele muziek. Improvisatie is daarbij een belangrijk aspect. In de afgelopen jaren realiseerde Klaas Verpoest kinetische typografieën voor een scala aan projecten. Samen met Hans Op de Beeck en Bruno Hardt maakte hij de animatiefilm Happy End (2007), met muziek van Georges Aperghis. Hij animeerde woorden voor Woest (2008) en Sprakeloos (2011), twee literaire tournees van schrijver Tom Lanoye. Deze beelden werden tijdens diens optreden op doek geprojecteerd. Klaas Verpoest ontwikkelde in 2011 eveneens een kinetische typografie bij Arnold Schönbergs Pierrot lunaire. Hij animeerde in 2012 Feesten van angst en pijn van Paul van Ostaijen, onder begeleiding van muziek van Bram Van Camp. De twee laatstgenoemde films maakten deel uit van projecten van ensemble Het Collectief.

is Goeyvaerts’ De schampere pianist, op tekst van de Antwerpenaar Gust Gils (1924-2002), een dichter die zich graag begaf in de schemerzone tussen taal en muziek. Of Goeyvaerts het werk schreef voor een spreekstem en een pianist of voor een reciterende pianist is niet bekend. Veel wijst op dat laatste, omdat ritme en expressie elkaar op de voet volgen. De absurdistische teksten dienen daarbij in een soort Sprechgesang voor het voetlicht te worden gebracht.

schönberg De vroegste compositie waarin Sprechgesang als een nadrukkelijk expressiemiddel werd ingezet, is Pierrot lunaire uit 1912 van Arnold Schönberg. Schönberg baseerde zich hiervoor op de Duitse vertaling van Otto Erich Hartleben van de Belgische dichter Albert Giraud, die in 1884 een vijftigtal gedichten schreef rondom het thema van de maanzieke Pierrot. De symboolzwangere en soms zwartgallige teksten komen tot leven in Schönbergs hyperexpressieve muziek. Zoals het woord Sprechgesang al aangeeft, neigt de gestileerd gesproken tekst sterk naar het zingen. De luisteraar betreedt met de vocalist een schimmig gebied waar geen enkel melodisch houvast voor handen is.

ver vooruit. Of hetzelfde gezegd kan worden van de muziek van de jonge Antwerpse componist Bram Van Camp zal nog blijken. Van Camp, opgegroeid aan dezelfde Schelde waar Goeyvaerts zich door liet inspireren, studeerde in zijn geboortestad bij de Vlaming Wim Henderickx en later aan het Conservatorium van Amsterdam bij Theo Loevendie. Evenals veel van zijn andere composities getuigt ook zijn Music for Three Instruments van een groot respect voor de meesters van de twintigste eeuw. Al schrijvend voor de combinatie van klarinet, viool en piano kwam Van Camp op het spoor van Contrasten uit 1938 van Béla Bartók. Bartók? Ja, u hoort het goed. In België is inmiddels veel veranderd; op het gebied van de twintigste- en eenentwintigsteeeuwse muziek zijn er tal van spraakmakende initiatieven ontplooid. De musici van Het Collectief zijn daar een aanstekelijk voorbeeld van. Saskia Törnqvist Zie ook Orkestlid op pagina 24.

van camp

<

Schönberg was met Pierrot lunaire zijn tijd

P R E L U D I U M - december 2012

101


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.