AAA-programma
dinsdag 20 sept
17.00 - 18.00 uur
zaterdag 24 september
20.15 uur
Academisch-cultureel centrum SPUI25
Muziekgebouw aan ’t IJ
Een Europees momentum
Concert Ebony Band -
Lezing door Dr. Marleen Rensen
Verboden, vergeten muziek
Over de boekverbranding in nazi-
dirigent Werner Herbers
Duitsland op 10 mei 1933 en de
solisten Marleen Asberg en Anna de
reactie van de Oostenrijks-joodse
Vey Mestdagh viool, Roland Krämer
schrijver Stefan Zweig.
altviool, Daniël Esser cello,
Muziek Paul Hindemith
Gerard Bouwhuis piano
Duo voor altviool en cello
Eisler Die letzte Nacht
Michael Gieler altviool
Eisler Unterhaltungsmusik nr. 2
Johan van Iersel cello
Schulhoff 3 Tango’s
gratis toegankelijk - reserveren
(instrumentatie Geert van Keulen)
noodzakelijk via www.SPUI25.nl
Schulhoff Konzert für Streichquartet und Blasorchester
donderdag 22 september
Wolpe Suite from the 20s
Zie coverflap voor het programma
(instrumentatie Geert van Keulen) Weill Kleine Dreigroschenmusik
vrijdag 23 september
met presentatie van de nieuwe
Zie coverflap voor het programma
Ebony Band-cd Dancing the jazz fever Kaarten à € 26,- (€ 21,- reductie) zijn
COLOFON
20>25 sept 2011
uitgever Koninklijk Concertgebouworkest Jacob Obrechtstraat 51 / 1071 kj Amsterdam Postbus 78098 / 1070 lp Amsterdam www.concertgebouworkest.nl grafisch ontwerp Atelier René Knip en Rens Martens tekst/redactie Onno Schoonderwoerd, Hans Ferwerda, Mark van Dongen drukwerk Drukkerij Calff & Meischke papier binnenwerk Lessebo Design Smooth Natural, Igepa Nederland copyright Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam © c/o Pictoright Amsterdam 2011
verkrijgbaar aan de kassa van het Muziekgebouw of via www.muziekgebouw.nl zondag 25 september
11.00 uur
Bijlmer Parktheater Bijlmer Klassiek - Niks mis met Mendelssohn musici van het Koninklijk Concertgebouworkest Mendelssohn Concertstukken nr. 1 en 2 Schmidt Klarinetkwintet Kaarten à € 12,50 zijn verkrijgbaar aan de
beeld Collectie Stedelijk Museum Amsterdam
kassa van het Bijlmer Parktheater of via
Overname van artikelen alleen na toestemming van de uitgever
www.bijlmerparktheater.nl
De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Zij die menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden
Concertgebouwlijn 0900 671 83 45 (€ 1,- per gesprek) €2,25 administratiekosten per kaart www.concertgebouworkest.nl/AAA
actueel, avontuurlijk, aangrijpend
Zeitgeist 1933 22 en 23 september 2011
< Sara van der Heide schildert sinds het aantreden van de huidige regering elke dag een â&#x20AC;&#x2DC;Hollands Kabinetâ&#x20AC;&#x2122;. Dag 107, 27 januari 2011.
2
Hitler in Neurenberg, 1933
zeitgeist 1933
H
et begrip tijdgeest koppelen aan een specifiek jaar heeft iets geforceerds. Het kan eigenlijk niet, want de vage
aanduiding tijdgeest staat per definitie voor een niet scherp af te bakenen periode. Toch is gekozen voor het jaar 1933, omdat hiermee in één klap duidelijk wordt waarop de focus ligt: de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland. 1933 - na een lange aanloop wordt Adolf Hitler op 30 januari rijkskanselier in een land met 6,2 miljoen werklozen. De in 1932 nog verboden bruinhemden van de SA beginnen met hun willekeurige terreur, op verbijsterende wijze gesteund door de overheid. In zijn boek 1933 geeft Philip Metcalfe een onthutsend beeld van dit eerste jaar van het nieuwe regime. Hier valt te lezen hoe de dochter van de Amerikaanse ambassadeur de tijdgeest niet kan weerstaan en ‘zich één voelt met de tienduizenden jonge mensen in Duitsland die een nieuwe wereld voor zich zagen oprijzen en zich erover verheugden er deel van te mogen uitmaken.’ Vrijwillige werkkampen, het begin van de aanleg van de Autobahn, de mouwen opgestroopt met nieuw elan. Het bleek voor haar geen probleem om de terreur af te doen als ‘betreurenswaardige, maar te verwaarlozen wanklanken in de grote symfonie van de nationale wedergeboorte.’ Tijdgeest kan verblinden. Twee van de werken die het Concertgebouworkest deze week speelt, zijn direct met dit jaar verbonden: Bartóks Tweede pianoconcert ging precies een week voor Hitlers machtsover-
3
name in Frankfurt in première, Hindemith begon vijf maanden later aan zijn nieuwe opera Mathis der Maler. Beide passen in de nieuwe tijdgeest na de modernistische jaren twintig: ze representeren een terugkeer naar een wat toegankelijker idioom. Tegelijkertijd raken beide ‘modernistische’ componisten hoe langer hoe meer verstrikt in de draden van het nazi-web, met hun uiteindelijke vlucht tot gevolg. In 1931 had de wereldberoemde dirigent Toscanini als antifascist Italië moeten verlaten. Geschokt door dit onvoorstelbare feit, roept Bartók op een wereldorganisatie ter bescherming van de vrijheid van de kunsten op te richten. Als lid van het ‘Comité Internationale de Coopération Intellectuelle’ is hij in juli 1931 bij de bijeenkomst van de Volkerenbond in Genève. Hij discussieert er uitgebreid met 4
schrijver en Nobelprijswinnaar Thomas Mann. Later zal hij spreken van het ‘Räuber und Mördersystem’ en hoe hij zich schaamt te behoren tot de klasse van de ontwikkelde Hongaren ‘die fast ausschließlich dem Nazi-System ergeben sind’. Met de moed der wanhoop vertrekt hij in 1940 naar de VS. Hindemith is een geval apart: met het artikel ‘Der Fall Hindemith’ op de voorpagina van de Deutsche Allgemeine Zeitung in november 1934 nam de dirigent Wilhelm Furtwängler het voor de componist op. Het mocht niet baten, zoals u verderop in dit boekje kunt lezen. Goebbels veroordeelt Hindemith in een grote stadionrede. De partituur van Mathis der Maler ging in het Derde Rijk ondergronds, een symbool van innerlijke weerstand. Hindemith zelf vertrok. Wat houdt het begrip tijdgeest in en hoe wordt dat bepaald? Zijn er inderdaad verbanden te leggen tussen de huidige
opkomst van het populisme en het strijdbare optimisme van de jaren dertig, zoals Rob Riemen beweert in zijn boek De eeuwige terugkeer van het fascisme? Wat betekent tijdgeest voor de kunsten, toen en nu? Samen met het Stedelijk Museum organiseert het Concertgebouworkest het vrijdagmiddagprogramma Confrontaties. Hierin zal onder meer kunstenares Sara van der Heide aan het woord komen en haar werk tonen. Zij schildert sinds het kabinet Rutte op 14 oktober 2010 aantrad als daad van verzet dagelijks een Hollands kabinet. Ook te gast zijn Ann Demeester, directrice van het Kunstencentrum De Appel en componist Detlev Glanert. Zijn compositie Theatrum bestiarum is duister en woest en ‘onderzoekt gevaarlijke dromen en wensen, met een onaangename bijsmaak’. Het beest in de mens wordt u voorgeschoteld, in dit geval als aanklacht tegen een ander totalitair systeem, de sovjetdictatuur. Het programma Zeitgeist 1933 wordt geopend met een lezing in SPUI25 over Stefan Zweig, naar aanleiding van de gebeurtenissen op 10 mei 1933 voor het operagebouw in Berlijn. Er werden die nacht na een vurige redevoering door Goebbels ongeveer 20.000 boeken verbrand. ‘Nog nooit eerder hebben jonge mensen zozeer het recht gehad het puin van het verleden uit de weg te ruimen’, aldus Goebbels. Tot slot wijzen we u graag op het eenmalige concert van de Ebony Band in het Muziekgebouw aan ‘t IJ. Hier hoort u muziek die niet gehoord mocht worden: Eisler en Weill vluchtten in 1933, Wolpe in 1934, Schulhoff kwam in 1942 om in een concentratiekamp. Hans Ferwerda
5
zeitgeist 1933 stellingen 1
Das, was jetzt in Deutschland vorgeht, ist gleichbedeutend mit der Zerstöring des geistigen Lebens. Anton Webern, 14 maart 1933
2
De enige echte tegenkracht voor het fenomeen Auschwitz is persoonlijke autonomie, het vermogen tot reflectie, zelfbestemming, niet meedoen, niet je aanpassen, en in plaats van een karakterloos individu, een persoonlijkheid, een onafhankelijke geest zijn. Theodor W. Adorno (in Rob Riemen: De eeuwige terugkeer van het fascisme)
3 6
Om invloed uit te kunnen oefenen in het publieke debat is het belangrijk dat je aansluit bij de tijdgeest. Anders loop je het risico buitengesloten te worden en als ‘niet ter zake’ bij het vuilnis te worden gezet. Pieter Jan Biesheuvel
4
Wanneer commentaar en analyse verwordt tot lui heulen met de tijdgeest, maakt het de eigen tijd alleen maar onbegrijpelijker. Bas Heijne, mei 2010
5
Minister Leers voor Immigratie en Asiel vindt dat PVV-leider Wilders de tijdgeest goed heeft begrepen. Hij geeft volgens Leers invulling aan problemen in de samenleving. NOS nieuws 14 oktober 2010
6
Het lijkt tegenwoordig wel alsof je er niet helemaal meer bij hoort als je geen iPhone, iPad, iPod of blackberry met of zonder apps in bezit hebt. Libelle
7
Er zijn verschillende theorieën over het waarom van het fenomeen hoog-gevoeligheid en nieuwetijdskinderen. De belangrijkste daarvan is dat er een nieuw tijdperk aanbreekt: het Aquarius-tijdperk. www.ameles.nl
8
Tégen de overwaardering van instinctieve driften die de ziel vernietigen, en vóór de zielenadel! Hiermee geef ik de geschriften van Sigmund Freud aan de vlammen prijs. uitroep bij de boekverbranding op 10 mei 1933
9
Wat voor koude moet over de mensen gekomen zijn? Help hen toch! Anders overkomt jullie iets, wat jullie niet voor mogelijk houden! Bertold Brecht
10
The Zeitgeist Movement omschrijft zichzelf als een duurzaam heidsbeweging die opkomt voor sociale verandering. wikipedia
7
8
affiche van Lothar Heinemann, 1938
toelichting Banierdrager van het verval
‘D
e N.S.-Kulturgemeinde wijst de opvoering der werken van Hindemith in haar uitvoeringen principieel af en ziet
tevens af van overneming van uitvoeringen gegeven door andere concerteerende vereenigingen of instituten wanneer een stuk van Hindemith op het programma staat.’ Met afschuw citeert het dagblad Het Vaderland op 10 november 1934 het Duitse muziektijdschrift Die Musik, dat kort na Hitlers machtsovername is omgevormd tot ‘Amtliches Mitteilungsblatt der Reichsjugendführung’. Het beleidsvoornemen van de nationaal-socialistische Kulturgemeinde betekent een complete boycot van de componist. Dat dirigent Wilhelm Furtwängler het kort daarop openlijk voor Hindemith opnam heeft niet mogen baten. Niet alleen de radicale expressionistische eenakters Mörder, Hoffnung der Frauen en Sancta Susanna uit begin jaren twintig worden verboden, ook Hindemiths publieksvriendelijker ogende symfonie Mathis der Maler, die net haar première beleefd heeft, zal van de concertprogramma’s verdwijnen. ‘Wanneer Hindemith heden in zijn “Matthis der Maler” positiever verschijnt,’ schrijft Het Vaderland, ‘dan is daarmee nog niet bewezen dat hij – die in den geest der
9
wetgeving van het nationaal-socialistische Duitschland nietarisch vermaagschapt (“versippt”) is – zich innerlijk gewijzigd heeft.’ Immers: geeft Hindemith in het buitenland niet nog altijd concerten met zijn joodse vrienden Szymon Goldberg en Eduard Steuermann? En zijn geestverwantschap (“Gesinnungskameradschaft”) met Bertold Brecht? Die doet zijn zaak evenmin goed. Hindemith is voor de nieuwe autoriteiten vanaf nu ‘Kulturpolitisch nicht tragbar’, de ‘banierdrager van het verval’ – zo stelt Het Vaderland vast. In zijn Symfonie ‘Mathis der Maler’ herschikt Hindemith in 193334 materiaal uit zijn gelijknamige opera, waaraan hij op dat 10
moment nog volop werkt. Twee delen neemt hij rechtstreeks uit de opera over. Het derde en laatste deel is een bewerking van een van de scènes. In de opera – waarvoor Hindemith zelf het libretto schrijft – is de hoofdrol weggelegd voor Mathis Nithardt, ook bekend als Matthias Grünewald, de schilder van het Isenheimer altaar, een laatmiddeleeuws altaarstuk in het Noordoost-Franse Colmar. Hindemith, die in de Eerste Wereldoorlog in de Elzas gelegerd is geweest, stelt Nithardt voor als een kunstenaar die in de troebele tijden van de Duitse Boerenoorlog (1524-25) begint te twijfelen aan de zin van zijn kunstenaarschap en aan zijn plaats in de maatschappij. De parallel met zijn eigen situatie in nazi-Duitsland kan geen toeval zijn.
De mens als beest Ook Hindemiths landgenoot Detlev Glanert is ervan overtuigd dat muziek zich niet buiten de maatschappelijke context mag en kan plaatsen. Hij stelt zich daarmee in de lijn van zijn leermeester Hans Werner Henze en, via hem, Paul Hindemith. Muziek ‘moet verbonden zijn met het leven van mensen’, aldus Glanert. ‘Zij moet je iets vertellen over het leven, over wat je bent. (…) Doet zij dat niet, dan zal zij sterven.’ Als zijn muzikale voorbeelden noemt Glanert Maurice Ravel en Gustav Mahler. De een vanwege de glanzende, bewust kunstmatig aandoende buitenkant van diens werk, de ander wegens diens streven om de hele wereld in zijn symfonisch werk te betrekken. 11
In zijn kameropera Joseph Süß (1999) trekt Glanert een vergelijking tussen de executie van de joodse financiële adviseur van hertog Karel Alexander van Württemberg in 1738 – de gunsteling werd na de dood van de hertog van onder meer fraude en verraad beschuldigd en opgehangen – en de situatie in 1933-1945. Joseph Süß Oppenheimer was de inspiratiebron voor onder meer de antisemitische propagandafilm Jud Süß uit 1940. In zijn opera Caligula (2006) dient de waanzinnige Romeinse keizer uit het gelijknamige toneelstuk van Albert Camus als vehikel om de geestesgesteldheid van de latere dictators Stalin en Hitler te onderzoeken. ‘Oderint, dum metuant’, laat de Romeinse historicus Suetonius Caligula zeggen: ‘Ze mogen me haten, zolang ze maar vrezen’.
12
filmaffiche Jud S端ss, 1940
Theatrum bestiarum – met een belangrijke rol voor het orgel - is thematisch met Caligula verbonden. In muzikale zin – het complexe openingsakkoord is hetzelfde – en inhoudelijk. Het werk is als een ‘anatomische les’, waarin wordt getracht het innerlijk bloot te leggen van de mens in wie een monster huist: het geweld, de onverbiddelijkheid, de bijna onwerkelijke hang naar schoonheid. Binnen Glanerts expressieve idioom word je als luisteraar onwillekeurig aan de muzikale tongval van andere componisten herinnerd. Dat Theatrum bestiarum kort voor het slot uitvoerig refereert aan de doodsstrijd van de ‘uitverkorene’ in Stravinsky’s Sacre du printemps kan geen toeval zijn. Het meest verwijst de muziek echter naar de groteske, wrange humor van Dmitri Sjostakovitsj, aan wie Theatrum bestiarum is opgedragen. In de laatste minuten citeert Glanert letterlijk een flard uit diens intens-humane late strijkkwartetten, om te eindigen in ontmenselijkte kilte, met een klokkenspel als in Sjostakovitsj’ Vijftiende symfonie.
De overwinning op de demonen Elk deel van Paul Hindemiths Symfonie ‘Mathis der Maler’ is de muzikale weergave van een van de panelen van het Isenheimer Altaar van Matthias Grünewald in Colmar. De benaming ‘symfonie’ is echter zorgvuldig gekozen. Hindemith grijpt terug op de klassieke vormenwereld, en meer dan in zijn vroegere werken bestaat er een hoorbare balans tussen de verschillende toonsoorten.
13
14
Matthias Gr端newald, Versuchung des heiligen Antonius (Isenheimer Altaar, ca. 1506-1515)
In de introductie van het eerste deel (Engelkonzert, gebaseerd op het paneel van de geboorte van Christus, waarbij engelen muziek maken) citeert hij het oude Duitse volksliedje Es sungen drei Engel. Verderop in het deel keert de melodie meer dan eens terug, steeds verwerkt in het stemmenweefsel. Het korte maar zeer aangrijpende tweede deel (Grablegung) weerspiegelt de schildering op het voetstuk van het altaar, waar Jezus ten grave wordt gedragen door Johannes, Maria en Maria Magdalena. Aan het slot van de opera is het het boerenmeisje Regina dat in het atelier van Mathis sterft nadat haar vader, een boerenleider, is gesneuveld. Mathis lijkt de kunst dan vaarwel te zeggen. 15
Het begin van het derde en langste deel (Versuchung des heiligen Antonius) heeft een laat-mahleriaanse, zelfs diabolische sfeer en gaat terug op de voorlaatste scène uit de opera. Mathis raakt bij het afbeelden van de demonische verzoekingen van de heilige Antonius zozeer door zijn onderwerp gegrepen dat hij zelf ten prooi dreigt te vallen aan diens visioenen. De schilder weet de verleidingen echter te weerstaan. Uiteindelijk, als op een klein orgel, klinkt in de houtblazers de gregoriaanse hymne Lauda Sion salvatorem, die overgaat in een triomfantelijk ‘Alleluja’ van het koper, als een bevestiging van de onuitputtelijke macht van God en de Kunst.
Geloof in onze eigen kracht Wat was de positie van de Nederlandse muziek rond het jaar 1933? Willem Pijper was een van de invloedrijkste componisten en meest polemische schrijvers over muziek op dat moment. Van 1930 tot aan zijn dood in 1947 was hij directeur van het Rotterdams Conservatorium waar een hele nieuwe generatie componisten door hem werd grootgebracht. Hij verloor vrijwel alles bij het bombardement op Rotterdam en de oorlog betekende het einde van zijn carrière. In 1933 schreef hij in het mede door hem opgerichte tijdschrift De Muziek over de Duitse situatie: ‘Men zal zich in muziekkringen aan enige nieuwe termen moeten gewennen. "Cultuurbolsjewisme' bijvoorbeeld voor vooruitstrevend.’ 16
In 1930 scheef hij in Stemvork, opstellen over muziek: ‘De Nederlandsche mentaliteit is anders dan de Duitsche, anders dan de Fransche. In muzikale zaken zijn wij minder skeptisch dan de Franschen, minder hartstochtelijk dan de Duitschers. Wij nemen de kunst als een ernstig spel waar, doch niet als een religie. Ook wij stellen ons niet tevreden met een oppervlakkig onderzoek, ook wij vragen naar het waarom van een kunstwerk. Doch die onderzoekingsdrift is bij ons niet primair; op den duur boeit ons geen kunstwerk dat constructiefouten vertoont. Doch wij bezitten als collectiviteit, naast deze deugden, één zeer ernstig gebrek: het ontbreekt ons aan geloof in onze eigen kracht, aan eerlijke waardeering van onze eigen beteekenis.’ Voor het veertigjarig jubileum van het Concertgebouworkest heeft hij twee jaar eerder de Zes symfonische epigrammen
geschreven, een Nederlands antwoord op de extreem korte orkestwerken die Schönberg, Berg en Webern een decennium eerder componeerden. ‘Het zijn zes onderling samenhangende puntdichten (‘Sneldicht’ zou Constantijn Huygens zeggen),’ aldus de componist in zijn toelichting: ‘zeer eenvoudig van constructie en beknopt van afmeting. (…) De verwantschap tusschen de zes deeltjes is zeer nauw en men beschouwe de extreme kortheid der onderdeelen niet als schetsmatigheid: dit partituurtje van ruim twintig bladzijden is evenmin schetsmatig als een telegram.’ En in 1926, in het tijdschrift De Muziek, schrijft hij al: ‘Een telegram induceert met vier, vijf woorden geheele complexen die terzelfdertijd beginnen te functionneeren. Een pluritonale passage raakt op hetzelfde moment meerdere verdiepingen van ons bewustzijn aan. (...) Wij komen, met de pluritonaliteit, dus weer in de gebieden die de oude contrapuntisten zoo meesterlijk beheerschten.’ Het gebruik van de melodie O Nederland! let op uw saeck uit Valerius’ Gedenck-clanck in de deeltjes 1, 2 en 4 (en zijdelings in 3 en 6) dient een dubbel doel. Het verwijst naar de gelaagde muziek uit de Nederlandse laat-renaissance. En, zo vertelt alleen al de titel van de melodie: om te kunnen beoordelen of zij zich inderdaad kan vergelijken met de muziek ‘van buiten’, moet die Nederlandse muziek wél gespeeld worden.
Kunst laat zich niet muilkorven Hoewel Béla Bartók zijn Tweede pianoconcert al in 1931 heeft voltooid, vindt de première pas op 23 januari 1933 plaats, in Frankfurt. Een week later, na de ‘democratische’ benoeming
17
18
Roman Clemens, decorontwerp voor de opera Jonny spielt auf (Leipzig 1927) van Ernst Krenek. Deze zeer succesvolle opera drukte de culturele bevrijding in het Duistland van de jaren twintig uit, en werd na 1933 'entartet' verklaard.
van Hitler tot rijkskanselier, besluit Bartók nooit meer in Duitsland op te treden. ‘Ik zal alles ondernemen opdat mijn werken (de composities van een ‘cultuurbolsjewiek’) niet in hakenkruishanden vallen’, schrijft hij. Net als Hindemith heeft Bartók zijn stijl rond 1930 vereenvoudigd. Zijn Tweede pianoconcert maakt het de musici en luisteraars beduidend minder lastig dan zijn Eerste pianoconcert. Bartók zoekt het in een grotere afstandelijkheid, ambachtelijkheid zo men wil. Niet voor niets zwijgen de strijkers uit het orkest in het eerste deel. Het is een verwijzing naar Stravinsky’s neoklassieke Concert voor piano en blazers uit 1924. Tegelijkertijd is het hoofdthema van het deel – geïntroduceerd door de trompetten – een versnelde versie van het finalethema uit Stravinsky's Vuurvogel. Het langzame tweede deel, een duistere ‘Nachtmusik’ zoals alleen Bartók schrijven kon, is door de onstuitbare scherzo-episode halverwege onmiskenbaar met Stravinsky’s Sacre du printemps verbonden. Maar – vrij naar Magritte - ‘Ceci n’est pas Le sacre du printemps’. In plaats van door te werken naar een finale offerdans tot de dood erop volgt, zoals in Stravinsky’s ballet, laat Bartók de breekbare sfeer uit het begin van het deel terugkeren. In de finale borduurt hij voort op de thematiek van het eerste deel, en vormt daarmee een fraaie boogstructuur, die ook al in de tempi (snel/langzaam-snel-langzaam/snel) tot uitdrukking komt. Dit slotdeel bruist van levenslust. Het idee lijkt duidelijk: kunst laat zich niet muilkorven. Bartók neemt echter het zekere voor het onzekere, en vertrekt, net als Hindemith, in 1940 naar Amerika. Onno Schoonderwoerd
19
20
Meisjes op wandeltocht in KarinthiĂŤ, foto Lisette Orgel-KĂśhne 1939-42
biografieën
D
e Britse dirigent Stefan Asbury maakt voor de derde keer zijn opwachting bij het Koninklijk Concertgebouworkest.
In 2007 sprong hij op het laatste moment in voor een collega en dirigeerde hij in Keulen en Amsterdam werken van Benjamin Britten, Thomas Adès, Charles Ives en Leonard Bernstein. Hij werd teruggevraagd om in het afgelopen seizoen het Koninginnenachtconcert met de Canadese singer/ songwriter Patrick Watson te leiden. In Nederland was hij met name bekend van zijn concerten met gerenommeerde ensembles als Asko|Schönberg, musikFabrik en Klangforum Wien. Stefan Asbury deelt met het publiek graag zijn passie voor hedendaagse muziek. Sinds 1995 is hij als dirigent en docent verbonden aan het Tanglewood Music Center in de Verenigde Staten. Van 2001 tot 2005 had hij de leiding over het Remix Ensemble Casa da Música Porto. Met het Zwitserse Basel Sinfonietta en het Finse Tapiola Sinfonietta onderhoudt hij een vaste relatie. Als gast stond hij voor grote symfonieorkesten als de New York Philharmonic, het Los Angeles Philharmonic Orchestra, het London Symphony Orchestra, het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks en de Dresdner Philharmoniker. Met ingang van het huidige seizoen is hij chef-dirigent van het Noord Nederlands Orkest. Stefan Asbury staat bekend om zijn innovatieve programma’s.
21
Het Chinese pianofenomeen Lang Lang behoort tot de megasterren van de klassieke muziekwereld, zoals zijn optreden tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in 2008 in Peking bewees. Op zijn vijfde gaf hij zijn eerste recital. Toen hij negen was, werd hij toegelaten op het Centraal Conservatorium van Peking. In 1999 volgde zijn internationale doorbraak, toen hij op voorspraak van Isaac Stern insprong bij een uitvoering van het Eerste pianoconcert van Tsjaikovski met het Chicago Symphony Orchestra. Sindsdien soleerde hij bij alle grote orkesten uit Amerika en Europa onder leiding van dirigenten als Daniel Barenboim, Mariss Jansons, Zubin Mehta, Riccardo Muti en Simon Rattle. Lang Lang soleerde in 2009 bij de uitreiking van de Nobelprijs 22
voor de Vrede, ging op wereldtournee met jazzlegende Herbie Hancock en speelde op uitnodiging van onder anderen Barack Obama, Vladimir Poetin, Kofi Anan en prins Charles. Sinds 2004 is hij ambassadeur van Unicef. Met zijn Lang Lang Foundation wil hij klassieke muziek toegankelijk maken voor kinderen overal ter wereld. Lang Lang is de eerste pianist naar wie een Steinway is vernoemd. Hij speelde vier keer eerder met het Koninklijk Concertgebouworkest het laatst in 2009 het voor hem geschreven pianoconcert van Tan Dun, onder leiding van de componist. Dit programma is onderdeel van 'Focus op Lang Lang', waarbij de pianist in drie verschillende programma's in totaal vier werken met het orkest speelt (concerten 22, 23, 28, 29 en 30 september in Het Concertgebouw, tournee tot en met 5 oktober).
donderdag 20 oktober 20.15 uur
vrijdag 21 oktober 19.15 uur
(KCO-Serie D)
Concertgebouw, Koorzaal
Concertgebouw, Grote Zaal
Inleiding op het concert door
Koninklijk Concertgebouworkest
Elmer Schönberger en m.m.v. Sofia
dirigent Mariss Jansons
Goebaidoelina
solist Emanuel Ax piano
Alleen toegankelijk voor concertbezoekers.
Goebaidoelina Concert voor orkest
Kaarten zijn te bestellen via de Concert-
(wereldpremière)
gebouwlijn of gratis af te halen bij de kassa
Haydn Pianoconcert in D groot Varèse Amériques (oorspronkelijke versie)
vrijdag 21 oktober 20.15 uur
Kaarten vanaf € 22,50 inclusief
(KCO-Serie A)
programmaboekje zijn verkrijgbaar via
Concertgebouw, Grote Zaal
www.concertgebouworkest.nl, via de
Koninklijk Concertgebouworkest
Concertgebouwlijn of aan de kassa
dirigent Mariss Jansons solist Emanuel Ax piano
vrijdag 21 oktober 16.00-18.00 uur
Goebaidoelina Concert voor orkest
Concertgebouw, Spiegelzaal
(wereldpremière)
Confrontaties: beeldende kunst,
Stravinsky Capriccio (voor piano en orkest)
muziek en debat
Varèse Amériques (oorspronkelijke versie)
Een interdisciplinair programma in
Kaarten vanaf € 22,50 inclusief
samenwerking met het Stedelijk
programmaboekje zijn verkrijgbaar
Museum, waarin de actualiteit van
via www.concertgebouworkest.nl, via
het thema Expats wordt opgezocht.
de Concertgebouwlijn of aan de kassa
Kaarten à € 10,00 inclusief programmaboekje zijn verkrijgbaar
vrijdag 21 oktober 22.15-1.00 uur
via www.concertgebouworkest.nl, via
Concertgebouw Café
de Concertgebouwlijn of aan de kassa
Entrée Late Night Café Gratis toegankelijk
23
zondag 23 oktober 15.00 uur
Donderdag 27 oktober 20.15 uur
(serie Asko|Schönberg)
(serie Nieuw Ensemble)
Muziekgebouw aan 't IJ
Muziekgebouw aan 't IJ
Asko|Schönberg en Nederlands
Nieuw Ensemble
Kamerkoor
dirigent Ed Spanjaard
dirigent Reinbert de Leeuw
solist Harrie Starreveld fluit
solisten Albert van Ommen tenor
Varèse Density 21.5
Serguei Dovgaliouk spreekstem
Stravinsky Octet
Goebaidoelina Nu eeuwig sneeuw
Guo Wenjing Parade (met video)
Goebaidoelina Descensio
Varèse Octandre
Karajev De outsider (Nederlandse première)
Varèse Déserts (met video van Bill Viola)
Webern Entflieht auf leichten Kähnen
Kaarten vanaf € 21,00 zijn verkrijgbaar via
Firsova Odyssey
www.muziekgebouw.nl of aan de kassa
Kaarten vanaf € 25,50 zijn verkrijgbaar via
24
www.muziekgebouw.nl of aan de kassa maandag 24 oktober 21.00 uur (serie Tijdgenoten) Concertgebouw, Kleine Zaal Asko|Schönberg dirigent Reinbert de Leeuw solisten Marijje van Stralen sopraan Karel Ludvik bariton Goebaidoelina Silenzio Goebaidoelina Perception Kaarten vanaf € 31,50 zijn verkrijgbaar via www.concertgebouw.nl, via de Concertgebouwlijn of aan de kassa
Arcam Architectuurcentrum Amsterdam Bijlmer Parktheater | De Groene Amsterdammer | De IJ Salon Entrée | Filmmuseum/EYE filminstituut Nederland Het Concertgebouw | Holland Festival | Muziekgebouw aan ‘t IJ
DAGprogramma
PA R T N E R S A A A
ZEITGEIST 1933 avondprogramma 22 en 23 september
Spiegelzaal 22.15 uur
Koorzaal, 19.15 uur
Joel Ethan Fried, adjunct-directeur artistieke zaken van het KCO, in gesprek
Inleiding op het concertprogramma door Patrick van Deurzen, componist en docent aan het Koninklijk Conservatorium Grote Zaal, 20.15 uur
Concert Koninklijk Concertgebouworkest Stefan Asbury dirigent | Lang Lang piano
Detlev Glanert 1960 Theatrum bestiarum (2004-05, revisie 2006)
Spui25 Academisch-cultureel centrum | Stedelijk Museum
meet & greet 22 september
Lieder und Tänze für grosses Orchester Dem Andenken an Dmitri Dmitrijewitsch Schostakowitch
22 en 23 sept 2011
Paul Hindemith 1895-1963 Symfonie ‘Mathis der Maler’ (1934) Engelkonzert Grablegung Versuchung des heiligen Antonius pauze
Willem Pijper 1894-1947
met Stefan Asbury, Lang Lang, Detlev Glanert en enkele orkestmusici
confrontaties 23 september Spiegelzaal 16.00 - 18.00 uur
beeldende kunst, muziek en debat Het thema Zeitgeist 1933 van diverse kanten belicht gasten kunstenares Sara van der Heide, schrijver en tv-presentator Abdelkader Benali, componist Detlev Glanert en kunstcritica Ann Demeester gespreksleiding Josephine Bosma muziek Paul Hindemith Duo voor altviool en cello (1934) Michael Gieler altviool, Johan van Iersel cello Detlev Glanert Geheimer Raum (2002) Michael Gieler dirigent, Vincent Cortvrint fluit, Arno Piters klarinet, Nienke van Rijn viool, Vincent Peters altviool, Fred Edelen cello, Rob Dirksen contrabas, Ramon Lormans slagwerk, Ramon Dor piano
Zes symfonische epigrammen (1927-1928) Grave | Grazioso | Molto tranquillo | Allegro assai | Adagio molto | Pesante, maestoso
Béla Bartók 1881-1945 Pianoconcert nr. 2 (1926-1931) Allegro | Adagio – Presto – Adagio | Allegro molto uitzending op 2 oktober om 14.15 uur via Radio 4
Entrée Late Night Café 23 september Concertgebouw Café 22.20 - 1.00 uur Zeitgeist 1933 gaat de nacht in met dj, diverse live performances en een event in de catacomben van Het Concertgebouw
a a a - p ro g r a m m a 2 0 t/ m 2 5 S E PT
b i n n e n z i j d e ac h t e r f l a p