Abacus VA N O U DERS VOOR O UDERS
APRIL 2018
Wat doet school met de punten uit de ouderkoffies?
Grip op depressieve gevoelens: tijdig ingrijpen kan erger voorkomen
Wiskundedocent John Jansen: “Vooral je studiementaliteit helpt je verder�
Euterpe laat van zich horen, ook in het Concertgebouw!
In deze Abacus 2 Bericht van de MR
COLOFON
3 Rectoris: Mirjam Stuiver over de Romereis
“Leerlingen zijn altijd verrast bij de eerste aanblik van Rome”
4 Welkom: wiskundedocent John Jansen
“Ik loop voortdurend rond in de klas”
5 De Grote Ken-je-Klassiekenquiz 6 Terugkoppeling ouderkoffies 2016 en 2017 8 Alumnus: Gerben Smit
“Het kritisch denken komt me nu van pas”
9 Verslag ouderkoffies 2018 10 Ouderalert: depressie bij jongeren
Tijdig ingrijpen kan erger voorkomen
Abacus is een uitgave van de oudervereniging van het Stedelijk Gymnasium Arnhem (SGA) en verschijnt 4x per schooljaar. Oplage: 1.050 exemplaren. Redactie: Katelijne van Barneveld, Marieke Fernhout, Peter Jacobs, Lonneke Kranendonk (eindredactie), Susan Wiendels. Vormgeving: Ilse Houtgast, Ontwerpbureau Neo. Druk: Damen Drukkers.
12 Alumnus: Jolijn Creutzberg
Dank aan allen die foto’s beschikbaar
stelden bij de artikelen.
“De school was in mijn tijd nogal vrijgevochten”
12 Update Ruimte in de bovenbouw 13 Waar wonen de SGA-leerlingen?
De Abacus is van ouders voor ouders van leerlingen op het SGA. Iedereen (leerlingen, ouders, mede-
14 Subvereniging AGB: Euterpe
werkers van het SGA) kan artikelen
inzenden. De redactie behoudt zich
De deur staat open voor nieuw muzikaal talent
15 Wat heb je eraan? Interview Reinildis van Ditzhuyzen
“Een klassieke opleiding leert je logisch denken”
16 Terugblik: Romereis 2018
het recht voor ingezonden stukken in te korten of aan te passen.
redactieabacus@gmail.com
Bericht van de MR DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR) DENKT MEE OVER HET BELEID VAN DE SCHOOL, ADVISEERT EN KAN ZELF OOK ONDERWERPEN INBRENGEN. FRANSJE VAN SLOOTEN, LID VAN DE OUDERGELEDING, VERTELT WAT ER TIJDENS DE LAATSTE VERGADERING ZOAL AAN DE ORDE KWAM.
“Elke MR-vergadering krijgen oudergeleding, leerlingenvertegenwoordiging, personeelsvertegenwoordiging en de rector gelegenheid voor mededelingen. Zo gaf Mirjam Stuiver in onze laatste vergadering aan dat de studiedag van 14 april wordt gebruikt om kritisch naar het toetsbeleid te gaan kijken. Verder moesten we helaas vaststellen dat er nog steeds een vacature is voor een ouder en een leerling in de gemeenschappelijke MR van Quadraam. Verder op de agenda: adviseren over de begroting en instemmen met jaarplan schoolleiding & projectgroepen en het jaarplan schoolondersteuning. Ook kwamen doorstroomgegevens en prognoses van leerlingenaantallen ter sprake – van belang voor de begroting en de besteding van de middelen. Aan het eind was er tijd ingepland om met de heer Van der Holst, docent aardrijkskunde en coördinator van de delta-
2
gesprekken, van gedachten te wisselen over de invoering van de deltagesprekken. We spraken over de verschillende manieren om de deltagesprekken te professionaliseren. De deltagesprekken – die echt niet alleen over cijfers hoeven te gaan! – kunnen zo nog veel meer opleveren. Dit schooljaar wil de MR ook zo’n bijeenkomst houden over Schola. Daarnaast zal er binnenkort verder gepraat worden over de functiemix: hoe verdeel je personeel en budget op de beste manier? Het gymnasium heeft een flink aantal hooggekwalificeerde docenten, daar hangt natuurlijk een prijskaartje aan, maar er moet ook voldoende ruimte zijn voor doorstroming van jongere docenten. Ik vind het leuk om in de MR te horen welke zaken er op het SGA spelen en daarover mee te denken. Als ouder heb je een ander perspectief dan de rector of het personeel en door die perspectieven te combineren ontstaat er een bredere blik. Bovendien geeft het mij een excuus om zo af en toe de school van mijn kind binnen te mogen wandelen...”
Fransje van Slooten, oudergeleding MR oudersmr.sga@gmail.com
MIRJAM STUIVER OVER DE ROMEREIS
‘Meer dan historie, kunst en cultuur’
R E C TO
RIS
“Dit jaar had ik besloten weer eens met klas 5 mee te gaan naar Rome. Het was al zeker 8 jaar geleden dat ik daar met school was geweest. Tijdens de voorbereiding deelden ervaren Romegangers hun kennis over bezienswaardigheden, musea en mooie looproutes met de aspirant-begeleiders. Samen met aantekeningen van de vorige keer, diverse boeken en virtuele rondgangen door musea, kon ik mijn kennis weer ophalen en uitbreiden. Als begeleider wil je de leerlingen natuurlijk zoveel mogelijk laten ervaren tijdens de reis, die door de meesten als het hoogtepunt van hun gymnasiumopleiding wordt gezien.” “Op 1 maart arriveerden we tegen middernacht in Rome. De volgende dag voerde de eerste wandeling ons naar het klassieke centrum: het Forum Romanum en het Capitool. Mooi om te zien hoe leerlingen verrast worden door de eerste aanblik op de meer dan vijftienhonderd jaar oude resten van de Romeinse beschaving. Het was inspirerend om samen met hen op ontdekkingstocht te gaan. Ook zij hadden zich voorbereid op deze reis en ze herkenden veel van wat ze geleerd hadden over architectuur, geschiedenis, mythologie en kunst. Gedurende de week probeerde ik met de leerlingen verbindingen te leggen tussen de verschillende periodes in de geschiedenis van Rome. Bijvoorbeeld tijdens wandelingen langs het Pantheon, Piazza Navona, door Ostia en tijdens bezoek aan kerken zoals de San Clemente en het Vaticaan. Na het diner konden de liefhebbers nog een avondwandeling maken met de heer Dorsman.” “Maar de Romereis is meer dan historie, kunst en cultuur. De leerlingen trekken gedurende een week intensief met elkaar op. In wisselende groepjes gaan ze met elkaar op pad en dat vraagt aanpassingsvermogen van iedereen. Ik vind het geweldig om te ervaren hoe soepel dat gaat. Leerlingen zorgen goed voor elkaar en vormen daardoor een hechte groep. Ook dit jaar kijken we weer terug op een heel geslaagde reis. Het was best vermoeiend en het weer kon beter, maar als je dan van één van de leerlingen te horen krijgt dat dit al zijn verwachtingen overtrof, dan kun je alleen maar concluderen dat het weer een onvergetelijke week is geweest. Dank aan alle leerlingen en begeleiders die hieraan hebben bijgedragen.”
Mirjam Stuiver, rector
Mirjam Stuiver, rector
De GMR zoekt enthousiaste ouders
Er is een vacature voor een ouder in de GMR, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van alle scholen die onder de paraplu van Quadraam vallen. In de GMR worden bovenschoolse zaken besproken die direct of indirect van belang zijn voor het SGA. Zoals de hoogte van de afdracht die iedere school aan Quadraam betaalt, de
besteding van deze gelden en de verdeling van andere gelden over de Quadraam-scholen. Meer weten over het werk van de GMR of u aanmelden? U bent meer dan welkom! Neem hiervoor contact op met de oudergeleding van de MR: oudersmr.sga@gmail.com
3
CUPIDO BRENGT LIMBURGSE DOCENT JOHN JANSEN NAAR HET SGA
‘Door wiskunde leer je abstract denken’
GEBAANDE WEGEN ZIJN NIET AAN JOHN JANSEN BESTEED: DE 49-JARIGE WISKUNDELERAAR BEWANDELT ZIJN EIGEN LEVENSPAD. HIJ STUDEERDE THEORETISCHE NATUURKUNDE – ZIJN ZWAKSTE VAK OP HET VWO – EN ONDERNEEMT TREKTOCHTEN NAAR DE MEEST ONGEREPTE NATUURGEBIEDEN. DE LIEFDE BRACHT HEM VORIG JAAR VAN LIMBURG NAAR GELDERLAND EN HET SGA.
John Jansen is een gelukkig man, hij straalt. Maar liefst twintig jaar gaf hij les op het Bernadinuscollege in Heerlen. Eerst in wiskunde, daarna tien jaar in natuurkunde en de laatste drie jaar weer in wiskunde. Net op het moment dat hij twijfelde of hij zo door wilde gaan tot zijn pensioen, sloeg cupido toe. Een relatie met zijn soulmate, een andere woonomgeving, een baan op een nieuwe school: alle puzzelstukjes vielen in elkaar.
4
DE WISKUNDESECTIE
“Een gemakkelijke keuze,” vertelt de docent met een Limburgse tongval over zijn verhuizing naar Nijmegen. “Mijn vriendin is arts spoedeisende hulp op het Radboud. Als wiskundedocent kun je overal terecht. Het enige dat ik mis aan Zuid-Limburg is het unieke heuvellandschap.” Bij het eerste sollicitatiegesprek op het SGA was het gelijk bingo. “Dat voelde meteen goed. Er is hier meer rust. De lesroosters zijn goed en er zijn minder vergaderingen buiten de lessen om, zodat je je als docent goed kunt concentreren op de lessen.” Ook steekt hij de loftrompet over de wiskundesectie, die uit acht docenten bestaat. Net als hij, bijna allemaal eerstegraads. “Ik kan goed opschieten met mijn directe collega’s. Er is ruimte voor opbouwende kritiek en we kunnen goede afspraken maken. Onder meer over wie welk proefwerk maakt.” Als het aan hem ligt, blijft hij zelfs tot zijn pensioen lesgeven op het SGA. Dat klinkt ver weg, maar dat is het niet. “Over negen jaar stop ik met werken. Dan emigreren
tekst: Susan Wiendels
we naar Zweden, ons droomland. Genieten van de natuur.” Voor de korte termijn hoopt hij op een vaste aanstelling. “Het bevalt goed, ik denk dat ik een goede kans maak. Maar je weet het nooit. Ook externe factoren waar je geen invloed op hebt, zoals leerlingenkrimp, kunnen een rol spelen. Ik ga van het positieve uit.” ZELFSTANDIG WERKEN
John Jansen houdt van zijn vak en leerlingen, die hij zoveel mogelijk zelfstandig laat werken. “Ik geef een korte instructie aan het begin van de les, de leerlingen gaan daarna aan de slag. Iemand die doorwerkt, heeft weinig huiswerk.
‘Niet alleen intelligentie, maar vooral je studiementaliteit helpt je verder’ Leerlingen kijken zelf het huiswerk na met uitwerkingenboekjes. Dat betekent niet dat ik achter het bureau blijf zitten afwachten en koffiedrinken. Ik loop voortdurend rond in de klas zodat leerlingen veel eerder geneigd zijn vragen te stellen. Dan help ik ze individueel. Of ik stel zelf vragen aan een leerling. Doordat je voortdurend in de schriften kijkt, krijg je een nog beter beeld van wat een leerling doet. Daarnaast
W E LKO
M
werk ik in de bovenbouw niet met huiswerk per les, maar met een weekplanning.” STUDIEMENTALITEIT
Over het nut van het vak wiskunde op het gymnasium is hij helder. “Door wiskunde leer je abstract denken, je leert dingen die je niet met het blote oog kunt zien. Door gegevens structureel te combineren, kom je ergens op uit wat vooraf niet altijd duidelijk is. Je ziet in de praktijk dat slimmere kinderen, met name jongens, moeite hebben om zich dat aan te leren. Die hebben zich vaak verveeld op de basisschool en zagen de uitkomst meteen al. Maar iedereen komt een keer op een niveau waarop dat niet meer lukt. En dan moet je toch proberen gedisciplineerd en stapsgewijs naar een uitkomst toe te werken. Hoe ouder je bent, hoe moeilijker het wordt die omschakeling te maken. Meestal komt het in de vierde klas, dan gaat het niet meer vanzelf en moet je ook echt studeren op oplosmethoden. Als je hier een diploma haalt, heb je de intelligentie om wetenschappelijk onderwijs te doen. Maar of dat lukt hangt er ook vanaf of je op school die studiementaliteit hebt kunnen ontwikkelen. Daar hoort zelfstandig werken bij.”
tekst: Peter Jacobs
Titanenstrijd bij Ken-je-Klassiekenquiz HET SGA-TEAM HEEFT DE BLOEDSTOLLENDE GELDERSE
gestemde deelnemers. De kracht van ons team is dat we
VOORRONDE VAN DE GROTE KEN-JE-KLASSIEKENQUIZ
elkaar goed aanvullen waardoor er een hele goede vibe
GLANSRIJK GEWONNEN. DAARMEE MOGEN DE ZESDE-
was. Mede door de tentamens hebben we niet kunnen oefenen, maar het thema filosofie sloot naadloos aan op
KLASSERS HET OP 20 APRIL OPNEMEN TEGEN ANDERE
ons eindexamenthema Latijn met de teksten van Cicero
LANDELIJKE FINALISTEN UIT NEDERLAND ÉN VLAANDEREN.
en Seneca.” Tycho: “We scoorden heel goed in de citatenronde, die we
Het SGA-team bestaat uit Felix ter Avest, Daniël van
foutloos hebben gemaakt.” Bij de onderdelen over bouw-
Brussel, Tycho Scholten en Julius de Waele. Julius was ziek
en schilderkunst kwamen afbeeldingen van renaissan-
tijdens de voorronde in Museum Het Valkhof in Nijmegen,
cistische schilderijen voorbij, zoals het Paris oordeel, het
maar dat weerhield de andere teamleden er niet van om
Gulden vlies en Achilles die Hector verslaat. Nieuw onder-
er met de winst vandoor te gaan. In de andere Gelderse
deel in de quiz is het herkennen van audiofragmenten uit
voorronde ging de winst naar het Stedelijk Gymnasium
films die spelen in de oudheid, waarmee kaskrakers als
Nijmegen. Een klassieke uitkomst, vertelt Tycho Scholten.
Gladiator, Spartacus en Troy voorbijkwamen.
De ‘aartsrivalen’ presteerden het de afgelopen jaren steeds
Voor de finale in het Rijksmuseum van Oudheden in
om door te stoten naar de landelijke finale.
Leiden is het team weer compleet en dat komt goed uit,
De scholenteams strijden in pubquiz-vorm om de bokaal.
want met Julius de Waele is het evenwicht tussen Latijn
Tycho: “De sfeer is echt heel leuk, het zijn allemaal gelijk-
en Grieks weer hersteld.
5
WAT DOET SCHOOL MET DE PUNTEN UIT DE OUDERKOFFIES?
Terugkoppeling ouderkoffies 2016 en 2017
ELK JAAR KRIJGT DE OUDERVERENIGING UITGEBREID FEEDBACK OP DE PUNTEN DIE TIJDENS DE OUDERKOFFIES NAAR VOREN KOMEN. DIRECTIE EN JAARLAAGCOÖRDINATOREN DOEN VEEL MET DE INFORMATIE, AL IS DAT
moment zien we een toename van het aantal modules die gericht zijn op praktisch leren, zoals dansles, koken, toneelimprovisatie, bootcamp, First Lego League, techniek, managementgame en creatieve vakken. Daarnaast is er ook behoefte aan het leren van extra talen zoals Hebreeuws, Italiaans, Japans en Arabisch.”
NIET IN ALLE GEVALLEN GOED ZICHTBAAR VOOR OUDERS. EEN REACTIE VAN RECTOR MIRJAM STUIVER OP DE BELANGRIJKSTE PUNTEN DIE TIJDENS DE OUDERKOFFIES VAN DE AFGELOPEN TWEE JAAR DOOR DE OUDERS WERDEN AANGEDRAGEN. SCHOLA
Wat zijn de ontwikkelingen? Nog noemenswaardige acties? “Na elke periode Schola vindt een evaluatie plaats en wordt het programma daar waar mogelijk aangepast. Op dit
6
QOMPAS
Teveel gelijksoortige vragen in Qompas met advies waar leerlingen zich niet in herkennen. En Qompas wordt door leerlingen als saai ervaren. Wordt de toegevoegde waarde van Qompas overwogen? Reactie was: overleg met decanen en evaluatie van dit programma. Wat is er sindsdien gebeurd? “De decanen geven aan dat een programma ter ondersteuning van de profiel- en studiekeuze wel degelijk meerwaarde heeft. Op dit moment vinden zij Qompas daarvoor de beste optie, net als veel andere zelfstandige gymnasia. In september heeft de decaan op de ouder-
OUDER KO F F I E S
avond klas 5 de voor- en nadelen van Qompas benoemd en ouders konden zich vinden in het gebruik van het programma. Wel vinden mentoren dat ze actiever gebruik kunnen maken van Qompas en om die reden hebben bovenbouwmentoren in maart een training gevolgd en in het najaar volgt er een training voor mentoren van klas 3.” LEREN-LEREN EN HUISWERK VANAF HET 4E JAAR
Verzoek van ouders: meer aandacht voor controle en begeleiding. Reactie was: aandachtspunt voor het mentorenteam. Is hier sindsdien nog iets mee gebeurd? “Sinds vorig jaar worden met leerlingen in klas 4 deltagesprekken gevoerd. Daar komen deze onderwerpen zo nodig aan bod. De deltagesprekken zijn nog volop in ontwikkeling. Zowel leerlingen als mentoren zoeken nog naar een ideale vorm. Insteek voor klas 4 is wel dat leerlingen langzamerhand moeten leren om meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leren, in de aanloop naar het vervolgonderwijs.” MAATSCHAPPELIJKE STAGE
Verzoek ouders was om deze te verplaatsen naar het derde leerjaar i.v.m. de hoge werkdruk die veel leerlingen in het 4e jaar ervaren. Reactie was: eerst onderzoek waardoor de werkdruk als hoog wordt ervaren. Is hier actie op ondernomen? “Uit gesprekken met leerlingen in de resonansgroep blijkt niet dat de werkdruk zodanig hoog is dat we zouden moeten schuiven met programmaonderdelen. Daarbij komt dat leeftijd een belangrijke factor is om in aanmerking te komen voor een stageplaats. Hoe jonger de leerlingen zijn, hoe kleiner de kans is dat zij een goede stageplaats vinden.”
OMGANGSVORMEN SOCIAL MEDIA
Ouders vragen of er aandacht aan kan worden besteed. Reactie was o.a. dat er nog een avond wordt georganiseerd voor leerlingen, ouders en docenten over het gebruik van telefoons onder schooltijd en het omgaan met social media. Wat is er sinds maart 2017 daadwerkelijk gebeurd en wat is voor dit jaar gepland? “In het programma van klas 1 en 2 wordt op verschillende manieren aandacht besteed aan sociale media, omdat we merken dat dit de meest ‘kwetsbare’ groep is. Op de genoemde avond wilden we met ouders in gesprek over het gebruik van telefoons op school. We hebben deze avond niet meer georganiseerd omdat we besloten hebben het gebruik van mobiele telefoons onder schooltijd te reguleren met de ‘telefoontas’. Dit werkt goed.” DELTAGESPREKKEN
Vorig jaar is geantwoord dat de gesprekken zouden worden geëvalueerd en de aanbevelingen worden meegenomen in de opzet voor volgend jaar. Zijn er noemenswaardige wijzigingen in de aanpak? Oftewel: wat is er veranderd? “De deltagesprekken zijn inderdaad geëvalueerd en op basis daarvan is de opzet van de voorbereiding door leerlingen gewijzigd. Ook is de planning van de gesprekken aangepast. Dit jaar voeren leerlingen in alle jaarlagen deltagesprekken, maar is per jaarlaag gekeken naar een geschikte periode in het jaar. De ervaringen met deze gesprekken zijn overwegend zeer positief en we zullen deze vorm van gesprekken voeren de komende jaren verder ontwikkelen.” DIGITALE LEERMIDDELEN
SNUFFELSTAGES
Vraag van ouders of hier meer aandacht aan besteed kan worden. Reactie was: deze suggestie is meegegeven aan de decanen die gaan onderzoeken welke behoefte er is en wat mogelijk is (evt. in samenwerking met de oudervereniging). Hier is vanuit school of decanen niets vernomen. “De decanen zijn zeker voorstander van snuffelstages, maar zien een tegengestelde trend: het Lions-project, dat diverse stages aanbood, is na 25 jaar gestopt wegens gebrek aan belangstelling van leerlingen van alle Arnhemse scholen. Op de voorlichtingsavond door oud-leerlingen krijgen we ondanks alle inspanningen veel te weinig leerlingen naar school. Dit jaar hebben we voor het eerst voorlichting laten verzorgen door verschillende opleidingen en oud-leerlingen op school, maar ook dan kost het erg veel moeite om leerlingen te interesseren. De decanen blijven in overleg met leerlingen zoeken naar activiteiten die zo goed mogelijk aansluiten bij de behoefte van leerlingen.”
Zijn er ontwikkelingen t.a.v. toenemend gebruik van digitale leermiddelen? “De middelen die op dit moment worden ingezet, zijn van toegevoegde waarde op het leerproces van leerlingen. Vanwege de hoge kosten van de digitale leermiddelen zijn we kritisch ten aanzien van de aanschaf: alleen als de middelen aantoonbaar worden gebruikt schaffen we ze aan.”
De oudervereniging maakt elk jaar van alle ouderkoffies samen één verslag dat vervolgens met de schoolleiding wordt besproken. Bovenstaande punten kwamen tijdens de ouderkoffies van 2016 en 2017 naar voren. Het verslag van de onlangs gehouden ouderkoffies (maart 2018) staat op pagina 9 van deze Abacus.
7
tekst: Katelijne van Barneveld ALUMNUS GERBEN SMIT VERTELT:
‘Ik heb kritisch leren denken, dat komt me nu van pas’ VLAK VOORDAT HIJ OFFSHORE DE NACHTDIENST IN GAAT, BELLEN WE MET GERBEN SMIT (31), OFFSHORE PROJECT ENGINEER BIJ MARITIEM DIENSTVERLENER SUBSEA 7 IN
A LU M N
US
GERBEN SMIT
NOORWEGEN. HIJ ZAT VAN 1999 TOT 2005 OP HET SGA.
Wat zie je als eerste voor je als je terugdenkt aan je SGA-tijd? “Het mooie schoolgebouw aan de Statenlaan waar ik bij aankomst vanuit Oosterbeek mijn brommer parkeerde in de brommerstalling.” Wat heeft het SGA je gebracht? “Het kritisch zijn en kritisch denken. De echt wetenschappelijke kant, het overal vraagtekens bij zetten. Die insteek komt me ook van pas in mijn werk bij Subsea 7. Het helpt me een betere ingenieur te zijn. Ik neem niks zomaar aan. Niets is zo omdat het gewoon zo is. Er is altijd een uitleg, een reden. De offshore-industrie verkeert momenteel in een crisis. De olie is te goedkoop, het werk te duur. Tot voor kort waren de marges goed, men wilde niet veranderen. Maar je moet juist kritisch zijn en je afvragen waaróm het eigenlijk altijd zo gedaan wordt. We rammelen aan de ‘het-is-altijd-zogeweest-mentaliteit’ en gaan op zoek naar hoe het beter of slimmer kan.” Nog tips voor verbetering van het onderwijs? “Gymnasiasten hebben soms wat minder kaas gegeten van business- en verdienmodellen. Wetenschappers willen alles altijd helemaal uitkauwen voordat ze ermee naar buiten durven – of mogen – komen. Als ondernemer moet je dingen soms gewoon doen en op je bek durven gaan. Ik vind zelf ook dat ik soms wat teveel onzekerheden wil afdekken. Dat blijft een worsteling. Het zou me geholpen hebben als
8
in het onderwijs de commerciële kant wat meer belicht zou zijn. Hoe kun je al die prachtige kennis en kunde die je op het SGA leert, omzetten naar geld verdienen?”
Wist je al wat je wilde worden toen je het SGA verliet? “Ik deed het N&T-profiel en ik had een redelijk goed beeld van waar ik mee bezig wilde zijn: energieopwekking, windmolens, grote projecten. Met een paar nuanceverschillen is dat is wel ongeveer zo uitgekomen. Ongeveer zes weken per jaar zit ik offshore, de rest van het jaar woon ik in Noorwegen. De arbeidsomstandigheden zijn hier beter dan in Nederland. Werkdagen duren nooit langer dan 7,5 uur en vaderschapsverlof is heel goed geregeld. Dat laatste komt goed uit, want mijn verloofde is zwanger en als alles goed gaat word ik in september vader! Tijdens de zes weken dat ik offshore zit, moet alles voor mijn werk schuiven. Maar als ik thuis ben, is mijn werk heel flexibel.” Bepaalt de studie- of beroepskeuze de rest van je loopbaan? “Nee, zeker niet. Niet altijd. Nadat je op de middelbare school voor een bepaalde richting hebt gekozen, is er nog genoeg kans – en tijd – om ‘bij te sturen’. In mijn geval is het wel zo uitgepakt dat mijn studie in Delft en mijn uiteindelijke beroepskeuze aardig op elkaar aansluiten. Als je op de middelbare school al goed weet wat je wilt, houdt niets je tegen om recht op je doel of te gaan. Maar als je het nog niet zo goed weet, is dat totaal geen ramp.”
Verslag ouderkoffies 2018
OUDER KO F F I E S
DE OUDERKOFFIE IS EEN ZEER WAARDEVOLLE BRON VAN INFORMATIE OVER HOE OUDERS DENKEN OVER HET SGA. WE KRIJGEN SCHERP WAT GOED GAAT ÉN WAT BETER KAN. ONDERSTAAND DE MEEST GENOEMDE ONDERWERPEN UIT DE OUDERKOFFIES VAN MAART 2018.
ALGEMENE SFEER
Ouders vinden het klimaat op school positief en aangenaam. In de open en transparante omgeving vinden leerlingen hun gelijken en worden ze gestimuleerd na te denken buiten de lesvakken om. DELTAGESPREKKEN & ADVIES
De deltagesprekken worden door ouders uit alle jaarlagen erg gewaardeerd. De uitkomsten zijn voor veel ouders bekend, enkelen halen specifieke punten naar boven. Leerlingen gaan soms te eenzijdig op zoek naar een ‘probleem’ en de timing van het deltagesprek is niet altijd optimaal (te vroeg of te laat). Nog niet in alle klassen zijn eind maart deltagesprekken gehouden. De profielkeuze en advisering in klas 3 roept bij leerlingen en ouders vragen op. SCHOLA
Het wordt heel positief bevonden dat buiten het curriculum creatieve vakken (zeer populair), kennisvakken en sportieve vakken kunnen worden gevolgd. Aandachtspunt blijft het systeem van inschrijving. ROOSTER/LESPROGRAMMA
Ouders worden graag beter geïnformeerd over (langdurige) lesuitval en de eventuele gevolgen daarvan. De planning van toetsen kan beter. Het onderwijsprogramma bestaat voor een groot deel uit vaklessen; (vakoverstijgende) project- en groepsopdrachten zouden dit verrijken. Ouders constateren dat het onderwijs- en begeleidingsprogramma door docenten en mentoren verschillend wordt ingevuld. COMMUNICATIE
In algemeen zijn ouders heel goed te spreken over frequentie en inhoud van communicatie naar ouders. Docenten en staf zijn goed bereikbaar voor ouders in geval van vragen of problemen. Magister zou meer gebruikt kunnen worden voor het delen van informatie of het plannen van gesprekken, bijvoorbeeld via de kalender. Specifiek wordt aandacht gevraagd voor tijdige notitie van huiswerk. EXCURSIES
Internationale reizen zijn een mooie aanvulling. De organisatie kan op sommige punten verbeteren. Betrokkenheid van school en leerlingen wordt gezien als groot en motiverend.
UITGEBREIDER VERSLAG
Van de ouderkoffies is ook een uitgebreider verslag gemaakt dat in mei met de schoolleiding wordt besproken. Soms kan dit aanleiding zijn voor veranderingen. In de volgende Abacus zal een reactie vanuit de school worden toegevoegd aan een uitgebreider verslag. Vragen? U kunt contact opnemen met de oudervereniging via bestuur.ovsga@gmail.com.
9
tekst: Susan Wiendels PUBERS EN DEPRESSIE: TIJDIG INGRIJPEN KAN ERGER VOOKOMEN
Grip op depressieve gevoelens
EÉN OP DE VIJF PUBERS IS WEL EENS SOMBER, ÉÉN OP DE TWINTIG ZELFS DEPRESSIEF. ALS OUDER IS HET RAADZAAM OM TIJDIG IN TE GRIJPEN. WIE ALS PUBER EENMAAL EEN DEPRESSIE HEEFT GEHAD, LOOPT LATER MEER KANS OM OPNIEUW ERNSTIGE PSYCHISCHE PROBLEMEN TE KRIJGEN.
Veel depressies ontstaan voor het eerst in de adolescentie. De oorzaak ligt meestal niet alleen aan hormonale veranderingen in de puberteit. Ook persoonlijkheidsfactoren, traumatische gebeurtenissen en biologische factoren spelen een rol. Enkele signalen: weinig emoties (apathisch zijn), eet-, slaapen leerproblemen, faalangst, desinteresse, besluiteloosheid, een negatief zelfbeeld en lichamelijke klachten.
10
Jongeren worstelen met allerlei gevoelens, die lang niet allemaal fijn zijn, en dat is heel normaal. Als je kind echter dagelijks met nare gevoelens worstelt en bovenstaande signalen vertoont, zoek dan hulp. HULP EN PREVENTIE
Veel pubers vinden het lastig om over psychische problemen te praten en de weg naar hulp te vinden. Liever lopen ze niet met hun problemen te koop. Zeker niet bij hun vader of moeder. Ze denken vaak dat zij de enige in hun omgeving zijn die structureel last heeft van sombere gevoelens. Neem daarom je kind bij de hand: • Stimuleer je puber om problemen op te lossen. • Spreek openlijk over gevoelens.
OUDER A LE RT
• Bespreek hoe je omgaat met schokkende gebeurtenissen. • Maak positieve opmerkingen over dingen die je puber doet. • Stimuleer je puber deel te nemen aan sociale activiteiten. • Moedig je puber aan om zelf te benoemen wat goed, positief gaat. • Kijk samen met je puber naar hulpmogelijkheden via internet, bijvoorbeeld op hebikwat.nl en gripopjedip.nl . Lokale geestelijke gezondheidszorginstellingen (GGZ) hebben vaak een preventief aanbod, zoals ‘Head Up’, een korte cursus voor sombere jongeren van 13 tot en met 16 jaar. PROBLEMEN OP SCHOOL
Als je vermoedt dat er problemen zijn op school, praat hier dan over met de mentor van je kind. Leraren merken niet altijd op wanneer een kind stil en teruggetrokken is, maar zien misschien wel een gedragsverandering. Bénédicte Bouwman en Erik van der Aa coördineren het programma ‘De Gezonde School’ op het SGA. In dit programma staat onder meer vermeld wat de rol van school is bij klachten van depressiviteit. In het kader van de Gezonde School wordt vooral in de onderbouw de nodige aandacht besteed aan het welbevinden van leerlingen. In de bovenbouw gaat het om casuïstiek
(de behandeling van individuele gevallen). De mentor of vakdocent constateert dat een leerling bepaalde zorgelijke signalen vertoont. Vervolgens schakelt hij of zij zorg of counseling in. In overleg met ouders wordt een serie gesprekken voorgesteld met de counselor. Dat laatste gebeurt niet als in de thuissituatie de huisarts reeds op de hoogte is en er mogelijk al verder wordt of is verwezen. PROFESSIONELE HULP
Als je kind zo depressief is dat je inspanningen niet helpen, is professionele hulp noodzakelijk. Ga naar de huisarts of psychiater. Een stap verder is een doorverwijzing naar de GGZ. Professionele therapeuten onderzoeken welke hulp het beste bij je kind past. Dat kan cognitieve gedragstherapie zijn of medicatie. Al worden antidepressiva bij kinderen onder de 18 jaar zelden gebruikt en alleen bij heel ernstige of terugkerende depressies overwogen. Als ouder kun je je kind vaak niet helpen, maar wel ondersteunen. Bijvoorbeeld door te zorgen voor orde en regelmaat thuis, goede nachtrust en te helpen met op tijd opstaan. Maar ook: zit je puber niet te veel op de huid, ga niet telkens de confrontatie aan. Blijf communiceren op een ongedwongen manier. ‘Op afstand dichtbij blijven’ werkt het beste.
GRIPOPJEDIP.NL
#TRUESELFIE
Voor veel jongeren is een face-to-face therapie een grote barrière. Ze schamen zich en willen liever niet dat anderen weten dat ze een probleem hebben. Daarom hebben de GGZinstellingen en het Trimbos-instituut de website www.gripopjedip.nl ontwikkeld. Daar kunnen kinderen anoniem hulp krijgen. Ze kunnen mailen met een ‘dipdeskundige’, een diptest doen en een online cursus volgen. Ze loggen dan één keer per week in met een nickname en krijgen samen met anderen stapsgewijs informatie en methoden aangeboden om hun depressie te lijf te gaan. Een dipdeskundige van een GGZ-instelling leidt de chatsessies.
Van 9 april tot en met 16 mei geven jongeren zich bloot in verschillende NPO 3-programma’s, op npo3.nl en via NPO 3FM tijdens de #TrueSelfie-weken. Zij willen depressie, zelfmoordgedachten en andere psychische problemen bespreekbaar maken. De uitzendingen worden omlijst met testimonials: korte zelfportretten van jongeren die openhartig hun ervaringen delen.
11
tekst: Marieke Fernhout ALUMNUS JOLIJN CREUTZBERG VERTELT:
‘We werden uitgedaagd om onafhankelijk te durven denken’ VAN 1975 TOT 1981 ZAT SOCIAAL ONDERNEMER JOLIJN CREUTZBERG (56) OP HET SGA. ZIJ KIJKT MET HEEL VEEL GOEDE HERINNERINGEN TERUG OP HAAR GYMNASIUMTIJD.
Jolijn, je had een fantastische gymnasiumtijd. Wat maakte het zo leuk? “De combinatie van kleinschaligheid en onafhankelijkheid. In mijn tijd was de school een stuk kleiner, je kende iedereen. Het was een overzichtelijke en veilige omgeving. Tegelijk daagde het gymnasiumonderwijs je uit om zelf te denken en verder te kijken. Dat merkte je ook aan de leraren, die werden uitgedaagd om die slimme kinderen te laten nadenken. Verder was de school in mijn tijd nogal vrijgevochten, de naweeën van de hippietijd waren nog voelbaar – er werd behoorlijk geblowd in de zesde…” Had je favoriete docenten? “Ik ben bijna Frans gaan studeren omdat ik de lessen van meneer Warners zo leuk vond. Hij was echt een originele docent, net als Janneke van Dijk die geschiedenis gaf. We mochten haar tutoyeren, ze was heel modern. Boulogne was zowel classicus als een klassieke leraar – rijtjes stampen en zo. Hij was echt een schoolicoon, iedereen had ontzag voor hem. Ik was overigens best vervelend als leerling. Ik kon goed leren, had veel te kletsen en haalde veel geintjes uit. Zo hadden we een soort scorebord: als je de gang op werd gestuurd kreeg je 1 punt, als je naar de conrector moest 2 punten en naar Taeymans, de rector, 3 punten!”
A LU M N
US
JOLIJN CREUTZBERG
Deed je nog andere dingen op school? “Ik speelde in het Arnhems Interscholair Orkest, heb geschreven voor de Iris Tacheia en ik zat in de vijfde in de AGB.” Wat was de SI-commissie ook alweer? “SI was de afkorting voor ‘semper integer’, altijd schoon. In die SI-commissie zat een aantal vijfdeklassers die in de examenperiodes voor de zesdeklassers moesten zorgen – koffie halen en dat soort dingen. Daar hadden we dan het SI-hok voor, maar of dat nu altijd schoon was…” Wat wil jij de gymnasiasten van nu meegeven? “Dat onafhankelijk durven denken vind ik, zeker als ik nu terugkijk, heel waardevol. Vaar je eigen koers, durf op je denkvermogen te vertrouwen en durf op te staan als je het ergens niet mee eens bent! Zelf ben ik echt bevestigd in wat ik kon tijdens mijn schooltijd; ik ben gaan durven – dat wens ik jullie allemaal toe!”
Ruimte in de bovenbouw SINDS FEBRUARI IS EEN PROJECTGROEP BEZIG MET HET CREËREN VAN RUIMTE IN DE BOVENBOUW; EEN VERVOLG OP DE STUDIEDAG VAN JANUARI EN DE EERDER GEVOERDE ENQUÊTES. TIJD VOOR EEN UPDATE.
Uit de resultaten van de enquête ‘Ruimte voor talent in de bovenbouw’ van eind 2017 en uit de studiedag van 8 januari, is gebleken dat ouders, docenten en leerlingen de wens hebben om het onderwijs in de bovenbouw te flexibiliseren. De komende tijd houdt een projectgroep zich bezig met het ontwikkelen van een werkbaar voorstel om die ruimte in de bovenbouw te creëren. Het is de bedoeling dat er komend schooljaar gestart kan worden.
12
De projectgroep bestaat uit vier docenten (Marijke Munnichs, Suzan Vloet, Meindert Koolstra en Irmgard van den Eijnden) en vijf leerlingen uit klas 3 tot en met 6. Er is wekelijks onderling overleg en met conrector bovenbouw Bob Wonnink. Mooi én waardevol dat ook leerlingen meedenken en deel uitmaken van de projectgroep. Momenteel is de groep bezig concrete doelen te formuleren voor deze ruimte in de bovenbouw, uitgaande van wat er nu al wordt gedaan in het onderwijs op het SGA. Ook is gekeken wat andere gymnasia in Nederland op dit vlak al doen. Als u vragen of suggesties heeft of mee wilt denken, meld u dan aan via bestuur.ovsga@gmail.com. De oudervereniging brengt u vervolgens in contact met de projectgroep.
Namens de projectgroep, Irmgard van den Eijnden
SGA OP DE KAART
Hier wonen de klasgenoten van je kind! HET SGA IS EEN REGIONALE SCHOOL. BIJNA DE HELFT VAN DE LEERLINGEN KOMT UIT DE STAD ARNHEM (48,7%), WAARVAN DE MEESTEN UIT DE POSTCODEGEBIEDEN 6814 (7,4%) EN 6813 (5,7%). RUIM 12% VAN DE LEERLINGEN KOMT UIT OOSTERBEEK EN CIRCA 10% KOMT UIT VELP.
SCHOOLJAAR 2017-2018
1.041 (48,7%) 507 (51,3%) 534
AANTAL LEERLINGEN
BINNEN ARNHEM
BUITEN ARNHEM
N.B.: Plaatsen waar minder dan 5 leerlingen wonen, zijn niet op de kaart aangegeven.
DIEREN
17 ELLECOM
7 DOESBURG
ROZENDAAL
31
WOLFHEZE
6
VELP OOSTERBEEK
DOORWERTH
19
132
HEVEADORP
14
105
ARNHEM
8
RHEDEN
GIESBEEK
5
507
7
WESTERVOORT
29
DRIEL
33
DUIVEN
17
DIDAM
7
HUISSEN
30
ZEVENAAR
20
Kaartgegevens 2018 © Google Nederland
13
tekst: Peter Jacobs IN IEDERE ABACUS BERICHTEN WE OVER EEN SUBVERENIGING VAN DE AGB
Euterpe laat van zich horen
EUTERPE, HET SCHOOLORKEST VAN HET SGA, TELT 25 ENTHOUSIASTE MUZIKANTEN DIE EEN VEELHEID AAN INSTRUMENTEN BESPELEN. ONLANGS SPEELDE HET ORKEST IN HET CONCERTGEBOUW IN AMSTERDAM EN TRAD HET OP MET HET DUITSE SCHOOLORKEST ESPRESSIVO.
Blazers, strijkers, pianisten, gitaristen, bij Euterpe is voor elk instrument een plek en dirigent Antoine Janssen schrijft voor iedereen een partij op niveau. Er wordt elke dinsdagmiddag gerepeteerd in lokaal A0 van het SGA en de deur staat open voor muzikale talenten, ongeacht welk instrument ze spelen. Euterpe houdt het niet bij repeteren alleen. Bij tijd en wijle gaan de muzikanten de bühne op voor een optreden. Daarnaast heeft Euterpe jaarlijks een uitwisseling met Espressivo, het schoolorkest van het Otto-Hahn-Gymnasium uit het Duitse Dinslaken. Het ene jaar treffen de gymnasiasten elkaar in Duitsland; het andere jaar in Nederland. SPELEN IN HET CONCERTGEBOUW
Euterpe trad 15 maart op in het Amsterdamse Concertgebouw tijdens het Orkestival; een muzikaal concours met tien Nederlandse gymnasia. De uitwisseling met Espressivo viel dit jaar samen met het Orkestival. Een fantastische ervaring vertelt contactouder van de oudervereniging, Mark Kreeftmeijer. Vorig jaar won Euterpe nog de aanmoedigingsprijs, een repetitie met het Gelders Orkest. Dit jaar geen
14
SUBVERENI GING AGB
prijzen, maar daar gaat het volgens Mark Kreeftmeijer niet om. “De ervaring om in de imposante grote zaal van het Concertgebouw te mogen spelen, is geweldig. En om dan ook nog deel uit te maken van een orkest van 300 man is een belevenis op zich.” In het ochtendprogramma van het Orkestival mogen de verschillende schoolorkesten hun eigen productie neerzetten. In het middagprogramma krijgen de leerlingen kort de tijd om een stuk in te studeren dat met alle orkesten samen ten gehore wordt gebracht. De keuze viel dit jaar op het Zwanenmeer van Tschaikovsky. Het eigen repertoire van Euterpe behelsde stukken uit Porgy & Bess van Gerschwin en filmmuziek van Nino Rota, zoals The Godfather. VEELZIJDIG REPERTOIRE
Terug in Arnhem heeft Euterpe zich met Espressivo op de opera Hänsel und Gretel van Engelbert Humperdinck gestort. Eerst repeteren, gevolgd door een concert voor familie, vrienden en andere belangstellenden. Naast Hänsel und Gretel speelden beide orkesten meer indrukwekkende stukken, waaronder filmmuziek uit Schindler’s List. Zoals eerder gemeld staat de deur bij Euterpe altijd open voor nieuw talent. Met name ‘lage’ instrumenten zijn welkom, om zo het orkest een vollere klank te geven. Meer informatie? Neem contact op met Euterpe via schoolorkest.euterpe@gmail.com .
tekst: Marieke Fernhout
W AT H E B JE ERA AN?
IN DEZE RUBRIEK GAAN WE OP ZOEK NAAR BEROEPEN
WAT IS HET NUT VAN KLASSIEKE TALEN?
EN VAKGEBIEDEN WAAR KENNIS VAN KLASSIEKEN EEN VOORDEEL IS. DEZE KEER VRAGEN WE HISTORICA REINILDIS VAN DITZHUYZEN WAT HET GYMNASIUM VOOR HAAR HEEFT BETEKEND.
HISTORICA REINILDIS VAN DITZHUYZEN:
‘Fundament voor mijn hele leven’ “Een klassieke opleiding leert je logisch denken. Door Latijn en Grieks raak je vertrouwd met zinnen met allemaal woorden achter elkaar, die je moet ontcijferen door te deconstrueren en te puzzelen. Latijn is daarbij strakker en logischer, Grieks heeft meer tierelantijnen. Ik heb in beide talen eindexamen gedaan en heb op meerdere momenten in mijn leven gemerkt dat de basis die ik heb meegekregen op het SGA een fundament is voor mijn hele leven. Zo deed ik een jaar of tien geleden mee aan een serie in de Haagse Courant waarin BN-ers nog eens eindexamen deden in verschillende vakken. Zelf moest ik Grieks doen. Toen ik van tevoren wat aan het oefenen was, voelde ik de taal als het ware weer omhoog borrelen. Ik kon het allemaal weer. En ik had een 8!”
‘Bekend als Oranjekenner en etiquettespecialist, maar mijn basis en belangstelling zijn breder’ “Min of meer toevallig ben ik bekend geworden als ‘Oranjekenner’ en ‘etiquettespecialist’, maar dat brengt ook beperkende beeldvorming met zich mee. Alsof ik niets meer ben dan dat, terwijl mijn basis en belangstelling toch echt veel breder zijn. Ik kom uit een zeer ‘talige’ familie, mijn moeder en mijn drie zusjes hebben allen een taal gestudeerd. Zelf ben ik geschiedenis gaan studeren door mijn geschiedenisleraar op het SGA, dr. Bonger, een geweldige docent. Maar als ik nu weer zou moeten kiezen, zou ik wellicht toch voor klassieke talen kiezen. Het SGA heeft mij enorm gestimuleerd en ik vind het belangrijk dat slimme kinderen de kans blijven krijgen gevormd te worden door een klassieke opleiding.”
Reinildis van Ditzhuyzen is auteur van onder meer: • Hoe hoort het eigenlijk? De Dikke Ditz (42ste druk verschijnt in 2018). Hét standaardwerk over etiquette na Amy Groskamp-ten Have. • Oranje-Nassau. Het biografisch woordenboek (4e druk in 2015). • Liebesbriefe aus Lemberg (2015). Liefdesbrieven uit de Eerste Wereldoorlog. • Das Haus Oranien-Nassau. Biografien und Bilder aus 600 Jahren (2016). Zie meer op: www.reinildis.nl
REINILDIS VAN DITZHUYZEN 1948 Geboren te Arnhem. 1960-1966 Stedelijk Gymnasium Arnhem. 1966-1973 Studie geschiedenis in Nijmegen, Wenen en Barcelona. 1973-1974 Postdoctoraal onderwijs aan het Europa College in Brugge. 1977-1978 Postdoctoraal onderwijs aan het Salzburg Global Seminar in Slot Leopoldskron.
15
Terugblik
Abacus ROMEREIS 2018
In de vijfde staat de achtdaagse Romereis op het programma, voor veel gymnasiasten een onvergetelijke ervaring. Op donderdag 1 maart was het zover en vlogen de vijfdeklassers naar de Eeuwige Stad. Overdag werd onder begeleiding van docenten de stad doorkruist, waarbij de leerlingen van alles tegenkwamen waarover zij in de afgelopen jaren hebben geleerd. Veel lopen, veel zien en na het avondeten nog een wandeling maken onder begeleiding van een docent of met een groepje naar de Spaanse Trappen of de Trevifontein. Hiernaast een kleine impressie van de reis, met dank aan vijfdeklassers Floor en Emma voor de foto’s.
16