vakbond in
beweging VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS | NR. 76 | 20e JAARGANG
MAR/APR/MEI 2013
woensdag 1 mei 2013
België - Belgique P.B. Antwerpen X 8/6342 AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X Toelatingsnummer P408993
Inhoud Nr. 76 - 20ste jaargang MAR/APR/MEI 2013 Prijs: € 1 Jaarabonnement: € 4 Driemaandelijks tijdschrift van Linx+ ABVV-regio Antwerpen In samenwerking met ABVV seniorenwerking Verantwoordelijke uitgever: Dirk Schoeters Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen Redactieadres: Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen 03 220 67 11 cedric.haes@abvv.be peggy.devis@abvv.be
3 REDACTIONEEL Daens op de baan 4 KINDEREN VAN SEMINI Vic Thijs, oud-secretaris ABVV-regio Antwerpen 6 GESCHIEDENIS Cultuur in Antwerpen door de eeuwen heen 10 INTERVIEW Roger Opdelocht, ITF-coördinator voor de Belgische Havens 13 ACTUEEL Sociale dumping... een pest 18 BOEKBESPREKING Daniel Termont ‘Mijn leven, mijn Gent en mijn visie op de toekomst’ 22 FILMBESPREKING Wat is het geheim van ‘Soylent Green’?
Medewerkers aan dit nummer: Dirk Schoeters Marina Van den Bulck Luc Van Overberghe Staf Van Gorp Frans Van Heddeghem Cédric Haes Peggy Devis Patrick Van Laer Vormgeving: Albert Balboa Illustratie cover: Jerry Mangelschots
Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.
2|
Vakbond in Beweging 76
REDACTIONEEL
Daens op de baan
‘Vroeger ja, dan waren vakbonden nodig. Om te strijden tegen kinderarbeid en andere mensonwaardige omstandigheden zoals we ze kennen uit de film Daens. Dan zou ik ook wel lid geweest zijn van de vakbond. Maar vandaag? Geef toe: wat zijn vakbonden vandaag, wat is hun nut nog? Conservatieve verenigingen die halsstarrig vastklampen aan oude verworvenheden en een moderne maatschappij in de weg staan.’ Dat dit soort van uitspraken regelmatig door onze tegenstanders gedaan wordt, stoort me niet. Hun agenda is zó doorzichtig, zelfs als ze die verstoppen achter een gespeelde empathie. Ook lid van de vakbond in de tijden van Daens? Laat ons niet lachen. Het waren hun (minstens geestelijke) overgrootvaders die de kinderen toen in de fabriek stopten. Maar dat dit soort van ideeën ook steeds vaker verkondigd wordt door mensen die het hart wél op de juiste plaats hebben, die links en progressief zijn, jongeren dikwijls, zelfs kameraden die onze ‘roots’ delen, dat doet me wel pijn. Ze kennen de vakbond niet meer, ze begrijpen ons niet, denk ik dan. En ik stel me dan ook de vraag waarom dit zo is? Wat doen wij misschien verkeerd waardoor zij, die onze natuurlijke bondgenoten zouden kunnen zijn, ons zelfs niet kennen? Zijn we wel altijd duidelijk in de manier waarop we ons grote socialistische verhaal vertalen naar de praktijk van vandaag? Het thema van dit nummer van ‘Vak-
bond in Beweging’ is ‘sociale dumping’. Maar het had evengoed Daens op de werf, Daens op de boot of Daens op de baan kunnen geweest zijn. Toestanden van uitbuiting die zich vandaag onder onze neus, in ons eigenste land afspelen, en die niet onderdoen voor de wantoestanden die bestonden eind 19de en begin 20ste eeuw. Toestanden in de scheepvaart, het wegvervoer en de bouwsector die georganiseerd worden door bedrijven waarvan de vertegenwoordigers uit patronale organisaties zich niet schamen om het citaat uit de inleiding in de mond te nemen. Toestanden die zich ook voordoen in andere Europese landen. Zelfs in de meest moderne en hippe sectoren. Neem nu de onlangs door journalisten onthulde praktijken die heersen in de Duitse logistieke centra van bekende internetwinkels als Zalando en Amazon. Wantoestanden waartegen ook in België de centrales van het ABVV elke dag weer vechten.
In deze VIB staan 3 voorbeelden van zo een dagelijks vakbondswerk die jammer genoeg zelden de aandacht krijgen die ze verdienen. Kent iemand de 3de wereld in onze havens? De inspecteurs van de Internationale Transportarbeidersbond komen dag in dag uit op voor de rechten van zeelui op schepen met goedkope vlag. Een internationale syndicale strijd tegen uitbuiting die al 65 jaar duurt.
3|
Vakbond in Beweging 76
Of het verhaal van Oost-Europese chauffeurs die tegen een hongerloon in vrachtwagens onze wegen afschuimen. Niet zelden in dienst van een Belgisch bedrijf met postbus in hun land van oorsprong. De Belgische Transportarbeidersbond staat in de frontlijn tegen dit soort van praktijken. Hetzelfde verhaal in de bouwsector. Goedkope Oost- of Zuid-Europese arbeiders die via ketens van onderaanneming, vaak in erbarmelijke omstandigheden, op Belgische werven gedumpt worden. Met alle gevolgen voor veiligheid, sociale zekerheid, fiscaliteit, werkgelegenheid. De Algemene Centrale strijdt al jaren tegen deze deloyale concurrentie door sociale dumping. Het zijn 3 verhalen die duidelijk aantonen dat de mistoestanden uit de tijden van Daens geen verleden tijd zijn. Het zijn verhalen die elke progressief, die misschien wat naïef meent dat vakbonden hun beste tijd gehad hebben, naar het dichtstbijzijnde ABVV-kantoor moeten doen lopen om zich aan te sluiten. Het zijn verhalen van solidariteit die ook aan de basis liggen van ons Feest van de Arbeid, onze strijddag van 1 mei die er over een paar dagen weer aankomt. Het zijn voorbeelden van onze syndicale praktijk die we meer in de schijnwerpers moeten zetten. Omdat ze de essentie van solidariteit tonen en scherp het verschil duidelijk maken met corporatisme, dat onze tegenstanders ons verwijten, en goedbedoelde maar soms emotionele liefdadigheid. Met die gedachte wens ik alle lezers van Vakbond In Beweging een strijdbare én feestelijke 1 mei. Dirk Schoeters algemeen secretaris ABVV-regio Antwerpen
KINDEREN VAN SEMINI
Vic Thijs was sinds juli 1961 algemeen secretaris van het ABVV regio Antwerpen. Voorheen, op 1 januari 1933, werd hij al hulpsecretaris van de Provinciale Metaalwerkersbond afdeling Antwerpen, om een jaar later secretaris van de PMB te worden. Sinds 1 januari 1947 schreef hij in de Volksgazet wekelijks een syndikale kroniek. Op 1 januari 1965 werd hij schepen van financiën in de gemeente Deurne.
DE ARBEIDERSZOON VIC THIJS
Vic Thijs werd op 13 november 1911 te Antwerpen geboren. Hij stamde uit een dokwerkersfamilie, die fel socialistisch was. Hij doorliep enkel de lagere school, en op veertien jarige leeftijd ging hij werken in een metaalbedrijf. Hij werkte ruim tien jaar in de privésector, onder heel wat bazen. Via avondschool vooral de Arbeidersvolkshogeschool, de voorloper van het Instituut Emile Vandervelde, gevestigd in de Quellinstraat, leerde hij talen. De andere kennis vergaarde hij door zelfstudie, vooral lectuur van politieke biografieën en klassieke literatuur. In 1931 was Vic Thijs een van de medestichters van de Syndikale Jeugd. In 1932 werd hij door de PMB naar de Arbeidershogeschool te Ukkel gezonden, waar hij het diploma van maatschappelijk assistent verwierf .
Vic Thijs, oud-secretaris ABVV-regio Antwerpen afgezet door de “Unie” en ging hij opnieuw aan de slag in de metaalindustrie, eerst bij Bell, daarna bij Ford, waar hij wegging toen enkele vroegere werkmakkers, die tot de “Nieuwe Orde” bekeerd waren, hem bij de Duitsers in moeilijkheden brachten. Hij werkte tenslotte in de werkhuizen van Boechout en Thurion. Thijs legde hier de basis van een eerste grote publicatie: een boek met oorlogshumor, dat bij Ontwikkeling verscheen onder de titel “Zuur en Zoet”. Na de oorlog nam hij opnieuw een functie in de vakbond op als dagelijks bestuurder van de Provinciale Bond. Op 1 november 1947 werd hij algemene secretaris van de Nationale Centrale der Metaalbewerkers in Brussel. In juli 1961 tenslotte keerde Vic Thijs terug naar Antwerpen, waar hij de leiding van het gewestelijk ABVV-secretariaat op zich nam.
VAKBONDSCARRIERE
De vakbondsloopbaan van Vic Thijs begon op 1 januari 1933 wanneer hij hulpsecretaris werd van de Provinciale Vakbond der Metaalbewerkers in Antwerpen. Een jaar later werd hij als secretaris aangesteld. Dit bleef hij tot 1940. Tijdens de oorlog werd hij
4|
Vakbond in Beweging 76
PUBLICIST Schrijven deed Vic Thijs de laatste 35 jaar haast iedere dag, vooral in verband met jeugdorganisaties, arbeidersopvoeding en de syndikale actie. Voor de oorlog verschenen artikels van Thijs in “Sociale Verhandelingen”, het maandblad van de Algemene Federatie van Vakbonden van Antwerpen, in het Bulletin van de “Syndikale Commissie” en in “De Metaalbewerker”. Van 1936 tot begin 1950 gaf hij les in de Arbeidershogeschool, met als thema Theorie en Praktijk van de vakbeweging. Na de oorlog leverde hij zijn meeste epistels aan de Volksgazet. Zijn wekelijkse “Syndikale Kroniek” werd in 1967 samengebundeld en uitgegeven onder de titel “20 jaar Syndikale Kroniek”.
KINDEREN VAN SEMINI
DE SYNDIKALE JEUGD Voor 1931 was Vic Thijs nooit lid geweest van een jeugdbeweging. Zijn ervaring met de arbeiders bracht hem tot de overtuiging dat de formule van de christelijke A.J.C. met haar strikte morele opvattingen, verbintenissen en levensstijl te hoge eisen stelde, en daarom slechts een elitaire beweging was. Daartegenover stelden de promotors van de Syndikale Jeugd de leuze : “Men moet de arbeidsjeugd nemen zoals zij is.” Daaruit groeide de Syndikale Jeugd. Voor de oorlog kende die een grote bloei. De Syndikale Jeugd bleef op post tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw, en verdween dan geruisloos van het toneel. Een eens zo machtige en propagandistisch gezien zo’n nuttige beweging. Op het bureel van Thijs hing een foto van Staf Laroche, de stichter van de Syndikale Jeugd. In zijn boek “20 jaar Syndikale Kroniek” stelde Vic Thijs dat er drie “stiefkinderen” in de vakbeweging waren: kadervorming, jongeren en vrouwenactie. Hij stelde dat deze nooit de plaats in de vakbeweging kregen waarop ze recht hadden. In zijn bijdrage van 14.6.1954 schreef Vic Thijs: Het jeugdprobleem is in al zijn aspecten bestudeerd geworden. De overeengekomen actie is daar de weerspiegeling van. De toekomstige activiteit situeert zich op een driedubbel plan. Het inrichten van nationale en gewestelijke “Jeugddiensten” die over complete inlichtings- en documentatiediensten beschikken ; grote propagandistische manifestaties, organisatie van vrije tijd en het verlof, een groter beroep op de moderne propagandamethoden als pers en radio en andere maatregelen zullen de aanwezigheid van het ABVV in de
jeugdwereld markeren. De tweede beslissing luidt: dat over gans het lande “Cadetten van het ABVV” hun verschijning zullen doen. Reeds enkele jaren terug werden in een paar gewestelijke afdelingen van het ABVV de propagandapijltjes gericht op de leerlingen van beroeps- en handelsscholen. Zij worden beschouwd als de troepen van morgen, die onze vakbondsrangen zullen aanvullen. Door ze reeds voor hun intrede in het eigenlijke beroepsleven vertrouwd te maken met de rol en de betekenis van de vakbeweging, stijgen de kansen om er later solide en overtuigde syndikalisten van te maken. Deze “kadetten” worden in een geëigende organisatie ingelijfd, waar een op hun ouderdom en geaardheid ingesteld programma inhoud geeft. Te Antwerpen alleen telt die “Kadettenbeweging” van het ABVV méér dan 2.000 aangeslotenen. De derde vorm van jeugdactie zal liggen op het terrein van de eigenlijke “Syndikale Jeugdbeweging”. Het betreft hier de jongeren die, met eigen financiële inspanningen, die aangemoedigd worden, met een eigen organisatorisch apparaat, met een eigen bestuurskader, met een specifiek jeugdeisenprogramma dat belichaamd is in het “Jeugdcharter
5|
Vakbond in Beweging 76
van het ABVV” de bestendige propaganda- en wervingsactie voeren…
BEREISD MAN Vic Thijs maakte grote reizen: in 1936 reeds bezocht hij de SovjetUnie, op uitnodiging van de Russische vakbonden, in 1950 trok hij naar de Verenigde Staten. Later bezocht hij nog Zuid-Slavië en Israël.
OOK IN DE POLITIEK
Vanaf 1959 zetelde Thijs in de gemeenteraad van Deurne. Hij zetelde jarenlang in het partijbestuur van de BSP. Van 1965 tot 1971 was hij schepen van financiën, vanaf 1971 kreeg hij Cultuur onder zijn bevoegdheid.
AFSCHEID
Vic Thijs overleed plots op 3 oktober 1977 in zijn woning te Deurne. Hij werd op de begraafplaats Ruggeveld ter aarde besteld. Op eigen verzoek werden er geen toespraken gehouden noch bloemen meegedragen. Staf VAN GORP
Bronnen : 20 jaar Syndikale kroniek – Vic Thijs Travaillisme? – Lode Hancké Volksgazet 4 oktober 1977
GESCHIEDENIS
Wie vandaag een avondje uit wil in Antwerpen heeft mogelijkheden genoeg. Men moet de krant maar openslagen, op internet te zoeken of de talrijke affiches in het straatbeeld te bekijken en men wordt overspoeld door mogelijkheden. Concerten, toneel, tentoonstellingen, musea, de bioscoop; dagelijks is er wel iets mee te pikken. De thuisblijvers kunnen een boek lezen, geleend bij de bibliotheek. Antwerpen is een echte cultuurstad geworden. Ooit was dit anders.
CULTUUR IN HANDEN VAN DE KERK
Cultuur was lang synoniem van geleerdheid. Kunnen lezen en schrijven bleef tot na 1300 het monopolie van de Kerk. Priesters en monniken lazen Latijn. De miniaturen die de geschriften vroeger illustreerden toonde aan welke waarde er aan boeken geschonken werd. De meeste grote kerken hadden hun eigen bibliotheek. Literatuur werd in die tijd geschreven door de kerk en enkel door de kerk gebruikt. Stilaan gebruikten meer schrijvers de volkstaal, het Middelnederlands, zoals de begijn Hadewich, met haar mystieke gedichten en verslagen van haar visioenen, of haar brieven naar geestesverwanten.
DE REDERIJKERS
De H. Besnijdenisprocessie evolueerde na 1300 tot een ommegang, waaraan de bevolking aan deel kon nemen. Deze feeststoet bestond uit gekostumeerde personages die episodes uit de godsdienstige geschiedenis uitbeelden. Na de instelling van een nieuwe processie, ter ere van Onze Lieve Vrouw, die uitging op de zondag na 15 augustus, groeiden de taferelen uit
Cultuur in Antwerpen door de eeuwen heen
tot ware voorstellingen. In 1398 bouwden men voor het oude stadhuis, op de Grote Markt, een reeks wijnvaten, waar men planken overheen legde. Op dit podium voerde men een “Legende van sente Barbaren” op. Drie jaar later speelde men een “Spel van Onzer Vrouwen”. De spelers die deze mysteriespelen opvoerden stichtten een genootschap welke uitgroeide tot de eerste rederijkerskamer en kreeg vanaf 1480 de naam De Violîeren. Daarna volgden er meer. Deze rederijkerskamers verenigden burgers die in hun vrije tijd de dichtkunst beoefenden en verspreidden. Zij werden door de stad onder de voogdij geplaatst van de Sint-Lucasgilde, die ook de schilders en beeldhouwers groepeerde. Iedere rederijkerskamer had een blazoen, dat in haar lokaal aan de muur hing en dat men bij optochten meedroeg. Latere beroemde rederijkerskamers waren De Olijftak en De Goudbloem. De rederijkerskamers bestonden uit kooplieden, kleine ondernemers en meesters uit de ambachten, met aan het hoofd een deken. Ze luisterden feesten op en organiseerden dicht- en theaterwedstrijden tussen collega’s uit andere steden.
DE WONDEREN DER LETTEREN
In 1481 opende Mahias van der Goes, afkomstig uit Zeeland de eerste drukkerij in Antwerpen. Onze stad werd het belangrijkste drukkerscentrum van de Lage Landen, zeker na de komst van Christoffel Plantin. In 1518 verscheen bij Willem Vorsterman ‘Die waerachtige ende…wonderlijcke historie van Mariken van Niemeghen’. Dit stuk bestond uit proza en dialoog en poneerde dat een zondaar dank zij de tussenkomst van Maria genade kon
6|
Vakbond in Beweging 76
krijgen. De dichteres Anna Bijns nam het in gedichten op tegen de aanhangers van de opkomende protestanten. Bijns geboortehuis stond (nog steeds) aan de Grote Markt, waar haar vader kousenmaker was. Na de dood van haar vader verhuisde Anna naar de Keizerstraat. Sommige van haar gedichten werden in het Latijn vertaald. Haar lezers waren vooral religieuzen en andere vrome lieden. Bijns nam echter geen blad voor de mond. Zij had het vaak over priesters en nonnen die zich bekeerd hadden tot Luther. Uit Italië waaide de Renaissance onze gewesten binnen, wat natuurlijk invloed had op de toen bestaande literatuur. Zo ontstond het humanisme. Een van de eerste Antwerpse humanisten was stadssecretaris Cornelis de Schrijver, die zijn naam vergriekste tot Cornelius Grapheus. Hij verzorgde, samen met griffier Pieter Gillis, de Latijnse briefwisseling van de stad met de kerkelijke en wereldlijke machthebbers. Vele humanisten, ook uit het buitenland, lieten hun werken in Antwerpen verschijnen. Zo verscheen in 1569 de ‘Origines Antwerpianae’ van de arts en taalkundige Joannes Goropius Becanus. Hij vergeleek woorden uit verschillende talen met elkaar. Daaruit concludeerde hij dat Nederlands of de Dietse taal (volgens hem van ‘Dout’ = d’outs = de oudste), de oudste taal ter wereld was. Hij ging nog een stap verder. Becanus meende dat het Aards Paradijs op de linker Scheldeoever, vlak tegenover Antwerpen had gelegen, en Adam en Eva Antwerps spraken. Zo zie je maar!
GESCHIEDENIS
THEATER De armenzorg in onze stad werd in het midden van de 17e eeuw georganiseerd door de aalmoezeniers. Zij werden door de stad aangesteld, en waren rijke burgers. Om aan de nodige fondsen te geraken, voor het organiseren van de armenzorg, deden de aalmoezeniers beroep op een deel van de inkomsten van theater- en muziekuitvoeringen. Vanaf 1661 beschikten ze over een zaal in het huis Spanje, aan de Grote Markt die ”’t Schouwburgh” of “Theatrum Musicale” werd genoemd. Reizende gezelschappen brachten er opera’s en vernieuwend theater. In 1709 kregen de aalmoezeniers het Tapissierspand om er een schouwburg van te maken. Dit gebouw was voorheen een verkoopshal voor de tapijthandelaars. Het stond op de plaats waar later de Bourla gebouwd werd. Uiteraard werden de voorstellingen door de adel en de burgerij bezocht, met uitzondering misschien van de staanplaatsen, en waren de uitvoeringen in het Frans. Dit werd nog versterkt doordat de Franse bezetter een bewuste en actieve verfransingpolitiek voerde. Na de nederlaag van Napoleon, en het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden kwam hieraan geleidelijk een einde. Maar het kwaad was geschied. Een zeer kleine minderheid van geleerden hadden belangstelling voor hun eigen taal. Er bestonden eveneens amateursgezelschappen met leden uit de kleine Nederlandstalige burgerij. Zij speelden in herbergen. Victor Driessens bracht leden van verschillende verenigingen bijeen in het Nationaal Toneel, dat in 1853 debuteerde in het Théâtre des Varièté, nabij het Mechels Plein. Het publiek bestond uit kleine zelfstan-
digen en ambachtslui. Het repertoire bestond uit Franse melodrama’s met dezelfde bestanddelen als de volksromans : gedwarsboomde liefdes, arme, ongelukkige kinderen, valse vaders, enz. Driessens, die de stukken vertaalde, wist wat zijn publiek wilde. Meermaals bracht hij enkele weken na de première in Parijs, al een Nederlandstalige versie. Het Nationael Toneel van Victor Driessens kreeg in 1874 een eigen schouwburg aan de Kipdorpbrug. Het gezelschap noemde voortaan Koninklijke Nederlandse Schouwburg. Het nieuwe theater opende in 1874 haar deuren. Meer dan een halve eeuw lang was het de thuishaven van de KNS. Nadien werd de schouwburg gebruikt door het Jeugdtheater. Maar net zoals de Hippodrome verdween het mooie gebouw uit het stadszicht. In Antwerpen speelde men in de jaren ’20 toneel zoals men het sinds 1853 gewoon was : druk, met veel bewegingen en in geschaafd Antwerps. Toen werd de Gentenaar Jan Oscar de Gruyter directeur van de KNS. De Gruyter was doctor in de Germaanse filologie en kreeg een toneelopleiding van een Nederlander. Hij wilde aansluiting bij het buitenlandse theater en een betere scholing voor de acteurs. Hier kwam weerstand tegen van zowel acteurs als publiek, maar hij zette door. En zoals alles evolueerde het theater met zijn tijd mee. Uit onvrede met het officiële theatergezelschap werden in kleine zaaltjes stukken opgevoerd van de schrijvers als Samuel Becket of Eugène Ionesco. Hieruit ontstonden de kamertheaters die het experimentele repertoire brachten. In het alternatieve vormingsthea-
7|
Vakbond in Beweging 76
ter van het Trojaanse Paard uit de zeventiger jaren werd de kapitalistische maatschappij aangeklaagd. Mistero Buffo van de Italiaanse auteur Dario Fo werd dankzij de opvoering door de Internationale Nieuwe Scène een van de grootste artistieke producties van die tijd.
VLAAMSE LITERATUUR
Jonge dichters schreven in het Frans, zoals Jan Alfred de Laet. Dankzij de invloed van de Parijse schrijver Roger de Beauvoir, die als toerist naar Antwerpen kwam, bekeerde de Laet zich tot het Nederlands. De Beauvoir stelde dat een Vlaming nooit zo goed Frans zou kunnen lezen en schrijven als zijn eigen moedertaal. De Laet deelde dit nieuwe inzicht met zijn vriend Hendrik Conscience, zoon van een Franse vader en een Antwerpse moeder. Twee andere schrijvers uit onze stad, Domien Sleeckx en Pieter-Frans van Kerckhoven redeneerde dat de mensen die geen Frans verstonden hun in Frans geschreven boeken toch niet zouden kopen, en dat het daarom beter was in eigen taal te schrijven. Conscience was de eerste die in zijn moedertaal ‘In ’t Wonderjaer’ schreef, gevolgd door ‘De Leeuw van Vlaanderen’. In de beginjaren was de verkoop niet schitterend. Soms zamelde een straat geld in om een exemplaar te kopen, waaruit dan werd voorgelezen. Boeken bleven een dure aangelegenheid, en vele mensen konden toch niet lezen. Antwerpen is altijd al een stad van scholen geweest, en dankzij het kosteloos lager onderwijs leerde de jeugd lezen. Dagbladen drukten romans af als feuilleton. Zo kon de gewone arbeider kennis maken met het populaire ‘Verbor-
GESCHIEDENIS
genheden der Volks”, van Eugène Sue.
VOLKSBOEKERIJ
In 1866 opende de eerste Stedelijke Volksboekerij in het stadhuis haar deuren. Het was een openbare bibliotheek waar iedereen gratis boeken kon lenen. In 1895 verhuisde de bibliotheek naar een eigen gebouw aan de Blindenstraat.
MUZIEK
De Franstalige bourgeoisie die van muziek hield, was lid van de ‘Socièté Royale d’Harmonie’. Op zondag traden in hun lokaal aan de Markgravelei militaire kapellen op met bewerkingen van populaire operamuziek. De muzikanten waren liefhebbers en speelden in een particuliere kring. De stad nam deze instelling over en zocht in 1866 naar een directeur. Het werd een
zekere Peter Benoit uit Harelbeke, die in Parijs als kapelmeester had gewerkt. Benoit liet er geen twijfel over bestaan om van deze Franstalige muziekschool een Vlaamse instelling te maken. Na jaren van strijd werd het zelfs een Vlaams conservatorium. Een leerling van Benoit stond mee aan de wieg van het Nederlands Lyrisch Toneel, waar men opera in het Vlaams wou brengen. Hieruit ontstond later de Koninklijke Vlaamse Opera.
ANTWERPEN IN DE LITERATUUR
Antwerpen speelt al lang een voorname rol in de literatuur. Vele schrijvers: Hubert Lampo en Marnix Gijsen lieten hun romans afspelen in onze stad. Maar ook nu nog, bij de hedendaagse schrijvers fungeert de Scheldestad als decor, den-
ken we maar aan Jef Geeraerts. Vele bekende dichters zijn stadsgenoten, zoals Herman de Coninck of Eddy Van Vliet.
CULTUURSTAD ANTWERPEN
Vanaf 1985 waaide door het theater een ‘postmoderne’ wind. Gezelschappen als de Blauwe Maandag Compagnie en De Tijd zagen het Licht. Kunstencentrum de Singel bouwde een programmatie uit van dans, klassieke muziek en zelfs architectuur. En als orgelpunt werd, onder impuls van voormalig burgemeester Bob Cools, Antwerpen in 1993 Culturele Hoofdstad van Europa. Staf VAN GORP
Bron : Waar is de tijd – Antwerpen deel 20
Lente BBQ met dansfeest
We vieren dit jaar de lente met een gezellige barbecue! DJ Danny Van Tichelen (Radio Minerva) zal de namiddag opluisteren met populaire dansmuziek. De maaltijd bestaat uit 3 stukken vlees, groenten, slaatjes/sauzen en een dessertje. De dranken zijn apart te betalen. Wees er snel bij want de plaatsten zijn beperkt! Wanneer? vrijdag 7 juni 2013 vanaf 12.00u Waar? Ontmoetingscentrum Top Hat, Dwarslaan 9, 2050 Antwerpen Prijs: 15 euro per persoon Bereikbaarheid: Tram 3 (halte Schep Vreugde) Bus 81, 82, 83, 84 en 85 (halte Schep Vreugde) Info en inschrijvingen: Adviespunt Ommeganckstraat 35 (1e verdieping) 2018 Antwerpen T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be
8|
Vakbond in Beweging 76
+
Daguitstap naar Kinderdijk en De Biesbosch donderdag 16 mei 2013
Op 16 mei zijn we halfweg de lente, het ideale moment om de prachtige natuur op te zoeken in 2 van de bekendste natuurgebieden van Zuid-Holland: de site van de Kinderdijkse Molens en het Nationaal Park De Biesbosch. Of de naam Kinderdijk nu afkomstig is van de kinderarbeid die werd ingezet bij de bouw van de dijk of van de boreling die in zijn wieg kwam aangedreven na de verwoestende storm van 1421, laten we in het midden. Kinderdijk is vooral gekend omwille van zijn typische molens. Er kan gewandeld worden langsheen het water, of er kan een kleine boottocht gedaan worden. De Biesbosch is de benaming voor een aantal riviereilanden gelegen tussen de rivieren Boven-Merwede en Amer en doorsneden door de kunstmatige rivier de Nieuwe Merwede. We verkennen dit beschermde natuurreservaat per boot, zodat we optimaal kunnen genieten van de natuur en van de vele vogels die De Biesbosch rijk is. Programma: • 8u00: Vertrek aan de Van Straelenstraat, Antwerpen. • 9u30: Aankomst in Kinderdijk: tienuurtje + vrije wandeling in de omgeving. Zij die willen kunnen een bezoek brengen aan het Molenmuseum of kleine boottocht naar de molens maken. (4,50 euro niet in de prijs inbegrepen) • 11u30: Vertrek naar het Nationaal Park De Biesbosch waar we aan boord gaan van de boot. De lunch vindt plaats aan boord, tijdens de rondvaart. • 14u30: ontscheping + vrije tijd in het pittoreske Drimmelen. • 16u30: terugreis naar Antwerpen. Prijs: 40 euro. INFO en INSCHRIJVINGEN: Adviespunt, Ommeganckstraat 35 (1e verdieping), 2018 Antwerpen T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan bij het Adviespunt enkel met Bancontact of via overschrijving op het rekeningnummer BE20 1325-2019-3156
+
Geleide natuurwandeling in het Zoerselbos Het Zoerselbos is een zeer “oud” bos en een uitgestrekt beschermd natuurgebied van 400 ha. Het behoort sinds kort ook tot het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het betreft een gevarieerd landschap, waarin naald- en loofbossen, graslanden, houtkanten, beken en grachten elkaar afwisselen. De eeuwenoude vloeibeemden hebben het landschap gemaakt tot wat het nu is. Het is een landbouwsysteem waarbij graslanden via spuien in de winter gecontroleerd onder water werden gezet om de hooilanden op een natuurlijke manier te bemesten. Louis Eyskens, onze erkende bos- en natuurgids van dienst, zal u met plezier het historisch en natuurwetenschappelijk belang van het bos uitleggen. Stevige wandelschoenen / laarzen zijn aangewezen. Waar? Afspraak om 9.45u in het bezoekerscentrum “Het Boshuis”, Boshuisweg 2, 2980 Zoersel Wanneer? vrijdag 31 mei 2013 van 10.00u tot 12.30u Prijs: Gratis – inschrijving vereist. Bereikbaarheid: Eigen vervoer. Bij inschrijving ontvangt u een wegomschrijving. Info en inschrijvingen: Adviespunt, Ommeganckstraat 35, (1e verd.) 2018 Antwerpen | T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be
9|
Vakbond in Beweging 76
INTERVIEW
Roger Opdelocht
ITF-coördinator voor de Belgische havens
Wij zijn te gast bij de Belgische Transportarbeidersbond, gelegen aan de Paardenmarkt 66, te Antwerpen. Velen weten dat deze Centrale het wegvervoer & logistiek, de havenarbeiders, de zeevisserij, de binnenvaart en de koopvaardij organiseren. Bij weinigen echter is het bekend dat hier ook een ITF – Coördinator en ITF – Inspecteur werkzaam zijn. Wij spreken met Roger Opdelocht , ITF – Coördinator voor de Belgische havens.
Roger, vertel ons wat is ITF ? ITF staat voor International Transport Workers’ Federation . Het is een organisatie, met hoofdkantoor te Londen, waarbij meer dan 400 grote vakbonden van over de gehele wereld zijn aangesloten (+ 100 landen) en vertegenwoordigt meer dan 5 miljoen arbeiders in alle takken van de transport industrie. ITF werkt als coördinatie centrum voor de activiteiten op nationaal vlak van alle aangesloten vakbonden. Maar in de sector van de scheepvaart vervullen ze een speciale rol, n.l. direct tussenkomen in de arbeidsmarkt ten behoeve van zeelieden tewerkgesteld aan boord van schepen die varen onder de zogenaamde goedkope vlaggen en die geen bescherming kunnen genieten van nationale vakbonden.
Hoe zijn die goedkope vlaggen tot stand gekomen ?
Na de oorlog, in 1945, kochten de Amerikaanse reders een groot aantal schepen aan zeer lage prijzen van de landen die erg hadden geleden en economisch aan de grond zaten. Ze brachten deze schepen onder de Panamese vlag om de in Amerika strenge (veiligheids) wetten en lonen te omzeilen. In 1948
telde het Panamese register al 3 miljoen ton en natuurlijk volgden vrij vlug andere goedkope vlaggen zoals Liberia, Honduras en Costa Rica.
Wanneer kwam ITF op het toneel ?
ITF startte de campagne tegen de goedkope vlaggen in 1948 ( in de zeevaart gekend als ITF Flags of Convenience Campaign) en werden vanaf het begin bijgestaan door de havenarbeiders. Het doel was deze vlaggen terug te dringen naar de nationale vlaggen en intussen te zorgen voor menswaardige loon – en arbeidsvoorwaarden, opgesteld door ITF.
Na een zo lang lopende campagne zal alles nu wel onder controle zijn ?
Spijtig genoeg is het tegendeel waar. Het aantal goedkope vlaggen kende alleen maar uitbreiding. 40 % van de wereldvloot gebruikt, of beter misbruikt, de goedkope vlaggen. Deze groei heeft als gevolg dat het aantal zeevarenden uit de traditionele maritieme naties drastisch verminderde en dat nu het grootste aantal afkomstig is uit de derdewereldlanden. Heden is het zo dat het
10 |
Vakbond in Beweging 76
geleverde werk door de ITF – Inspecteurs belangrijker is dan ooit tevoren.
Concreet, wat zijn de taken van de Inspecteurs ? Dagelijks bezoeken wij schepen, meestal deze onder goedkope vlag. Dit doen wij op verzoek van ITF in Londen, havenautoriteiten en uiteraard naar aanleiding van de rechtstreekse noodkreten van de zeelieden zelf. Gelukkig lenen de huidige communicatiemiddelen, zoals b.v. GSM, zich hiertoe uitstekend. Uiteraard brengen wij omstandig verslag uit aan ITF- Londen van onze scheepsbezoeken via een computersysteem toegankelijk voor alle inspecteurs. Handig wanneer men dit kan raadplegen voor we aan boord gaan. Dit leert ons de voorgeschiedenis van bemanning en schip. Met een aanloop van jaarlijks +/- 16000 schepen enkel in Antwerpen, voeg daar Zeebrugge en Gent aan toe, en het zal duidelijk zijn dat wij geen dag werkloos blijven.
Wat zijn de meest voorkomende klachten ?
Meestal is het een veelvoud van klachten. Een reder die zijn sche-
INTERVIEW
pen niet of nauwelijks onderhoud zal ook “besparingen” doen op de lonen. Wanneer de lonen onder de, door ITF vastgestelde, minimum lonen vallen vatten wij besprekingen aan met de reder om een ITF contract af te sluiten met inbegrip van een uitgebreide cao (collectieve arbeidsovereenkomst) en loonschalen. Veel voorkomend is ook dat de bemanning gedurende 4 à 5 maanden geen loon heeft ontvangen. Een schromelijk tekort aan voedsel, werk – en beschermingskledij komt nog altijd voor. Samengevat, alle persoonsgebonden materies
zijn onze bezorgdheid en controleren wij aan boord van de schepen. In geval van moedwil bij de reder, gaan wij over tot actie. De zeevarenden leggen het werk neer en weigeren de haven uit te varen. Wanneer dergelijke actie onmogelijk is, doen wij beroep op de havenarbeiders om laad – en los operaties stil te leggen. Meestal zijn onderhandelingen afdoende om tot een akkoord te komen. Indien het om klachten gaat m.b.t. de veiligheid verwittigen wij de desbetreffende havenautoriteiten. Bij ernstige tekortkomingen worden de schepen vastgehouden in de haven tot de
11 |
Vakbond in Beweging 76
nodige herstellingen worden uitgevoerd. Niet zelden ontmoeten wij zeelieden die reeds één à twee jaar aan boord zijn omdat de reder weigert voor aflossing te zorgen. Door onze bemiddeling worden ze dan naar hun (verre) thuisland gerepatrieerd en in hun vervanging voorzien. Al het voorgaande volgen wij strikt op door een goede communicatie met de zeelieden in kwestie tot het uiteindelijke doel is bereikt. Ook houden wij contact met onze collega’s in het buitenland, om bij twijfel omtrent de goede bedoelingen van de reder, een volgende controle te laten uitvoeren.
+
Bezoek aan de ANTWERPSE HAVEN Geleid bezoek aan de haven met de bus. U bezoekt een stukgoedterminal, een containerterminal, een fruitwerf, het opleidingscentrum voor de dokwerkers en het aanwervingslokaal of “het kot”…u voelt zich een dokwerker voor één dag. ’s Middags eten we een warme maaltijd in de kantine van het kot. Waar? Bus vertrekt aan de BTB, Paardenmarkt 66, 2000 Antwerpen Wanneer? donderdag 19 september 2013 van 9u00 tot 16u00 Prijs: €17/pp dranken niet inbegrepen Bereikbaarheid: Eigen vervoer. Bij inschrijving ontvangt u een wegomschrijving. Info en inschrijvingen: Adviespunt, Ommeganckstraat 35, (1e verd.) 2018 Antwerpen | T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan enkel met Bancontact of via overschrijving op rekeningnummer BE20 132-5201931-56 Bij inschrijving moet de naam en identiteitskaartnummer van ELKE deelnemer meegedeeld worden. Dit op voorschrift van het Antwerps Havenbedrijf.
Infomiddag “Alles wat je moet weten over de pensioenhervormingen” dinsdag 7 mei 2013 Eén van de eerste beslissingen van de regering Di Rupo I, had betrekking op de hervorming van de pensioenen. Intussen werden al heel wat zaken uitgevoerd, andere zijn nog niet definitief. Tijdens deze infomiddag geeft Greet van Gool een overzicht van enkele zaken die reeds uitgevoerd (en definitief) zijn, en van andere nieuwigheden die reeds aangekondigd maar nog niet uitgevoerd werden. Greet van Gool is, als voormalige adviseur van het kabinet van de minister van pensioenen, gebeten door de pensioenmaterie. Via haar persoonlijke website en haar nieuwsbrieven tracht ze op tijd en stond zoveel mogelijk haar kennis te verspreiden. De hervorming van de pensioenen onder leiding van Alexander De Croo vormde dan ook de ideale gelegenheid om Greet uit te nodigen. Deze info is een echte aanrader voor mensen die binnenkort met pensioen gaan, en voor gepensioneerden die graag op de hoogte blijven van de nieuwe ontwikkelingen. De lezing wordt verzorgd door: Greet van Gool Waar? Polyvalente zaal | gelijkvloers | Ommeganckstraat 53 | 2018 Antwerpen Wanneer? Dinsdag 7 mei 2013 om 14u. Toegang: is gratis maar inschrijving vereist. Zie ook: www.abvv-regio-antwerpen.be | www.vlaamsabvv.be Info en inschrijvingen: ABVV-regio Antwerpen | Adviespunt | Ommeganckstraat 35, (1e verd.) 2018 Antwerpen | T: 03 220 66 13 | adviespunt.antwerpen@abvv.be
12 |
Vakbond in Beweging 76
ACTUEEL
Sociale dumping... een pest
Europa zorgt voor open grenzen: een vrij verkeer van goederen en diensten. Maar Europa zorgt niet voor sociale en fiscale harmonisering. West-Europa wordt op die manier overspoelt door Oost-Europese bedrijven met goedkope werkkrachten. Sociale dumping noemt men dat. Deze OostEuropese werknemers worden op hun beurt ook zelf uitgebuit en werken vaak voor een derde of de helft van het loon van hun West-Europese collega’s. De gevolgen zijn navenant: faillissementen, jobverlies, … om maar te zwijgen over de sociale drama’s die ermee gepaard gaan. Hoog tijd om eens dieper in te gaan op sociale dumping. Een fenomeen van de laatste jaren dat zich voornamelijk situeert in de transportsector en de bouw. We hadden een interview met Frank Moreels (Federaal Secretaris bij de BTB en verantwoordelijk voor ‘Wegvervoer & Logistiek’) en we gingen op bezoek bij Gerd Callebaut (Gewestelijk Secretaris AC Antwerpen en bevoegd voor onder andere de bouwsector).
Sociale dumping in de transportsector… De Belgische Transportarbeidersbond (BTB) voerde enkele jaren geleden als eerste en als enige vakbond in de transportsector actie tegen de cabotage. Het is mee onder druk van BTB dat Belgische bedrij-
ven voor binnenlandse transporten niet langer onbeperkt gebruik kunnen maken van firma’s die vanuit het buitenland opereren. Maar ondanks deze cabotageregeling en een Europese verordening tegen
de postbusfirma’s blijven (ook Belgische) bedrijven goedkope chauffeurs inzetten op de West-Europese markt. Zolang de cabotagewetgeving gerespecteerd wordt kunnen Oost-Europese chauffeurs dag in, dag uit op onze wegen rondrijden, zolang ze na drie binnenlandse ritten maar even een transport doen net over de grens. De Belgische chauffeurs zien het met lede ogen gebeuren. BTB blijft echter niet bij de pakken zitten. Een interview met Frank Moreels, Federaal Secretaris BTB.
Europa maakt het niet makkelijk voor de Belgische chauffeurs?
13 |
Vakbond in Beweging 76
Frank Moreels: “De Europese verordening 2009/1071 die sinds december 2011 van kracht is legt strenge regels op aan bedrijven die wensen gebruik te maken van buitenlandse filialen. Eén van deze
ACTUEEL
regels is dat een onderneming er daadwerkelijk activiteiten ontplooit. Het gebruik van een postbusfirma is dus de facto verboden. Maar in veel gevallen zijn die ondernemingen niet meer dan een kantoor(tje), al dan niet met een volledige of gedeelde permanentie. In sommige gevallen gaat het zelfs om niet meer dan een brievenbus of een naamplaatje in een hal. In praktijk blijft deze verordening, wegens een gebrek aan controle door het “gastland”, dus dode letter. “Met de oprichting van een bedrijf in Oost-Europa kan een Belgische transporteur gemakkelijk Oost-Europese materialen en chauffeurs in België inzetten, meestal om hun internationaal transport te verzorgen maar de laatste tijd ook meer en meer voor de binnenlandse markt. Een planner met een beetje creativiteit kan er voor zorgen dat een chauffeur, ingeschreven bij de goedkope postbusfirma, hier in de praktijk constant aan het rijden is. En dit allemaal op een perfect “legale” manier. Deze manier van werken zorgt ervoor dat het werk van de Belgische chauffeur wordt overgenomen door een goedkope Oost-Europeaan en dat de transportprijzen en zeker de lonen van onze chauffeurs zwaar onder druk staan.”
En Europa wil nog verder gaan? Frank Moreels: “Vandaag ligt de herziening van de Europese cabotage richtlijn opnieuw ter tafel. De Europese commissie pleit voor het volledig liberaliseren van de markt, onbeperkte cabotage dus. Dat betekent dat de Belgische en bij uitbreiding de hele West-Europese markt nog verder overspoeld zal worden door goedkope chauffeurs uit OostEuropa. Indien deze verdere libera-
lisering wordt doorgevoerd betekend dit voor zowel de werkgevers als werknemers het einde van de transportsector in België en bij uitbreiding in heel West-Europa. Dan zullen de landen die de goedkoopste tarieven aanbieden definitief de marktprijs bepalen en is de verarming van Europa definitief een feit.”
Het gaat al niet best met de transportsector...
Frank Moreels: “De transportsector krijgt rake klappen door de crisis. Falingen, vereffeningen, herstructureringen, ... transport en logistiek heeft het moeilijk. Méér en méér transportfirma’s wijken uit noodzaak uit naar Oost-Europa. Sommige doen dat op legale wijze, anderen nemen er een loopje mee... Dit creëert in elk geval een “neerwaartse” spiraal. Wie niet mee uitvlagt kan de concurrentie niet langer aan door de lage prijzen die aangeboden kunnen worden door transportfirma’s die opereren in of uitvlaggen naar Oost Europa. Voor de vakbonden en hun leden is dit een grote bron van bezorgdheid. Uitvlaggen zorgt voor druk op de lonen en op de werkomstandigheden van de Belgische chauffeurs. Bovendien verliezen méér en méér chauffeurs hun werk ten voordele van Oost-Europese collega’s.
Europa staat voor open grenzen. Dan is het toch normaal dat chauffeurs uit andere lidstaten in België actief kunnen zijn. Vrij verkeer van goederen en diensten, zeg maar.... Frank Moreels: “De kern van het probleem is dat Europa de grenzen open stelde voor vrij verkeer van goederen en diensten zonder maatregelen te hebben genomen voor een sociale en fiscale harmo-
14 |
Vakbond in Beweging 76
nisatie. Het openen van de grenzen zonder die harmonisatie zorgde voor de creatie van een “grote” gemeenschappelijke transportmarkt waarbij de fiscale en sociale verschillen tussen de verschillende landen blijven bestaan. Deze verschillen zorgen voor een manifest “concurrentievoordeel” voor transportfirma’s die vanuit Oost-Europa opereren. Europese tendering en open prijscalculatie zorgen ervoor dat de goedkope transportfirma’s uit Oost-Europa de prijzen naar beneden duwen. Hierdoor maken ze het bijna onmogelijk voor Belgische firma’s om nog competitieve prijzen aan te bieden. Verladers en opdrachtgevers, maar ook semioverheidsbedrijven, laten de open concurrentie volop spelen, baseren hun prijs op de goedkoopste op de markt (meestal aangeboden door Oost-Europese bedrijven) en zorgen mee voor een neerwaartse spiraal. De Oost-Europese bedrijven (inclusief postbusfirma’s) bepalen zo de prijs en in plaats van sociaal economische vooruitgang voor de nieuwe lidstaten komt er volop achteruitgang in de oude lidstaten.
Maar ook de Belgische overheid en de sociale zekerheid zijn de klos?
Frank Moreels: “Het uitvlaggen en verdwijnen van Belgische transportfirma’s zorgt niet alleen voor een (laat ons hopen tijdelijk) verlies aan werk en dus ook een verlies aan inkomsten voor de Belgische overheid. RSZ inkomsten en belastingen verminderen. Wie uitvlagt betaalt immers belasting en sociale zekerheidsbijdrage in het land waar het uitgevlagde bedrijf gevestigd is, vaak in Oost-Europa. Sterker nog, bij een verlies aan werk kosten deze ondernemingen
de Belgische staat geld omwille van de betaling van (tijdelijke) werkloosheid. De balans tussen inkomsten en uitgaven voor de overheid helt meer en meer over naar de kant van de uitgaven.
En BTB ondergaat dit allemaal? Frank Moreels: “geenszins... we hebben al verschillende acties gevoerd. Als BTB alleen maar ook samen met andere vakbonden. Op
24 september vorig jaar organiseerden we samen met de collega’s van FNV bondgenoten vijf kolonnes richting Brussel. Méér dan vijfhonderd chauffeurs namen eraan deel. Bovendien zetten we de Europese Transport Federatie - onze Europese koepel - constant onder druk om wat méér uit hun schulp te komen. Dat is niet eenvoudig omdat lang niet alle aangesloten vakbonden even strijdbaar zijn ... Soms is
ETF wat te veel blabla en te weinig boemboem, om het plastisch te zeggen. Maar we geven niet op. We werken ook nauw samen met de staatssecretaris voor fraudebestrijding John Crombez. Die al heel wat gedaan heeft: hoofdelijke aansprakelijkheid, schijnzelfstandigheid, ... En onlangs kondigde hij méér controles aan. We waarderen in elk geval zijn inzet, en hopen dat hij door de voltallige regering gevolgd wordt.”
Sociale dumping in de bouwsector… In de bouwsector werken aannemers meer en meer met onderaannemers of onder-onderonderaannemers van allerhande origine. Dit leidt tot zwartwerk. Sociale fraude in de bouwnijverheid is een grote plaag. Via het syndicaal werk op de bouwwerven, talrijke klachten én weten-
schappelijk onderzoek stellen we duidelijk vast dat de toegenomen mobiliteit op Belgische bouwwerven, via bijvoorbeeld detacheringmechanismen, in heel veel gevallen zorgt voor misbruik en voor ongelijke behandeling van werknemers. In sommige gevallen leidt dit zelfs
15 |
Vakbond in Beweging 76
tot uitbuiting en mensenhandel. Het brengt goede loon- en arbeidsvoorwaarden in gevaar. Het kost de sociale zekerheid handen vol geld en het brengt de veiligheid in gevaar. ABVV-bouw hamert er al lang op dat er moet ingegrepen worden.
ACTUEEL
De fraude is zeer aanzienlijk. Het zwartwerk in de bouw wordt geschat op 50.000 jobs, terwijl de sector zowat 165.000 wettelijk aangegeven werknemers telt. Dat wil ruwweg zeggen dat bijna één job op drie niet beantwoordt aan de sociale regels.. Met onderaanneming wordt 25 tot 30% , of meer onder de normale prijs aanbesteed. Aannemers maken op die manier grote winsten. Alle grote Belgische bouwbedrijven werken met onderaanneming. Natuurlijk zijn hoofdaannemers minstens op de hoogte van wanpraktijken die op het terrein het gevolg zijn van prijsdumping. Zij willen omwille van winst, concurrentiepositie,… maar al te graag in zee met goedkope onderaanneming, maar dekken zich liefst zorgvuldig in en doen verder of er weinig of niets aan de hand is. Grote Belgische bouwwerven draaien vaak quasi uitsluitend op buitenlandse werkkrachten. We spreken over miljoenenwerven met honderden, tot in sommige gevallen zelfs meer dan duizend werknemers. Bij controles wordt in veel gevallen fraude vastgesteld betreffende sociale zekerheidsbijdragen en het betalen van belastingen. Buitenlanders richten legale bedrijfjes op, enkel en alleen met de bedoeling om een wettelijk contract en officiële facturen te kunnen bezorgen aan Belgische opdrachtgevers. In de praktijk gaat het om nepbedrijfjes die met niets in orde zijn. Btw, sociale zekerheid, etc wordt niet betaald . Als controle dreigt wordt het bedrijf opgedoekt en een nieuw bedrijf opgericht. Netwerken zijn goed georganiseerd en vaak nog beter geadviseerd door Belgische advocaten ….
Buitenlandse werkkrachten verdienen doorgaans slechts 5 tot 10 euro per uur. Hoofdaannemers in Belgie houden bij het maken van offertes boutweg rekening met die tarieven. Een Belgische werknemer zou verrekend moeten worden aan 32 tot 35 euro per uur. Wetende dat de bouwsector een arbeidsintensieve sector is hebben we algauw een beeld van hoe snel winsten gegenereerd worden. De eerste slachtoffers zijn de buitenlandse werknemers die door koppelbazen naar hier worden gehaald. Ze werken via onderaanneming of als schijnzelfstandigen, tegen veel te lage lonen maar ook zonder recht op sociale zekerheid. Zo kennen we het verhaal van A., die in zijn land van herkomst lange tijd in de bouw had gewerkt, maar op een bepaald moment zonder werk viel. Hij gebruikte al zijn spaargeld om naar Belgie te komen, waar reeds 2 neven van hem verbleven. Hij kwam hier via een bepaald ‘netwerk’ terecht en werd een tijd door hen begeleid om werk, verblijf, etc te vinden. A. werkte een aantal maanden gratis om zijn schulden daarvoor af te betalen. Uiteindelijk raakte hij via via aan een job in bouw. Hij renoveerde sociale woningen. De sociale inspectie en politie controleerden de werf en pakten 5 illegalen op, waaronder A., die naar het land van herkomst werd teruggestuurd. “De baas” bleef buiten schot. De echte naam van het bedrijf, laat staan van de stroman die fungeerde als werkgever, kende immers niemand. Na 2 maanden raakte A. opnieuw ons land binnen en vond er opnieuw werk in de bouw. Hij werkt opnieuw illegaal en ver-
16 |
Vakbond in Beweging 76
dient tussen de 1500 en 2000 € per maand. Hiervoor werkt hij van 6 uur ’s ochtends tot 9 u ’s avonds, vaak 6 of 7 dagen in de week.
Daarnaast is er het fenomeen van de Roemenen en Bulgaren op de werven. Voor hen is tot eind dit jaar het vrij verkeer van werknemers nog beperkt. Het zelfstandigenstatuut daarentegen werd niet beperkt. Dus wordt massaal beroep gedaan op zelfstandigenstatuut. Heel vaak komen die mensen in schijnzelfstandigheid terecht zonder dat ze het zelf beseffen. Er zijn heel wat verhalen van misbruik gekend. De meeste mensen worden een verblijfsvergunning beloofd. Zij denken dat zij legaal mogen werken. Ze ondertekenen een document waarbij ze een strikt minimum aan aandelen kopen en zogenaamd als actieve vennoot aan de slag gaan. In de praktijk hebben ze geen grip op hun loon, taken, werkuren en blijven ze vaak met een pak schulden aan achterstallige sociale zekerheidsbijdragen achter. De definitie van economische uitbuiting gaat verder dan, zoals hierboven geschetst, loondiefstal door het niet betalen van correcte lonen, overuren, transportkosten, vakantiegeld, etc. De definitie is breed en gaat over tewerkstelling in omstandigheden die vaak mens onwaardig zijn. Zo gaat het bij veel slachtoffers over hard en veel werken voor weinig of geen loon. Maar ook erbarmelijke huisvesting, zoals slapen op de werf, op een matras of in een bedrijfsauto, leven op ongezonde voeding, gebrek aan basishygiëne, etc. Maar ook de Belgische bouwvakkers zijn het slachtoffer van deze
toestand. Hun loonvoorwaarden staan onder druk. Zij verliezen hun werk, al dan niet tijdelijk, aan deze sociale dumping. De slinkende reguliere werkgelegenheid, het afkalvend statuut van de bouwvakker, moeilijke communicatie met buitenlandse collega’s, verhoogt bovendien ook de stress op het werk.
Fraude brengt ook de veiligheid op bouwwerven in gevaar. De mensen die koppelbazen aan het werk zetten kennen de veiligheidsvoorschriften niet, ze worden niet voorgelicht en er is ook geen enkel toezicht op, ze zitten immers in het illegale circuit. Geregeld horen we in de media over illegale arbeiders die na een ongeval bij de ingang van een ziekenhuis worden afgezet en aan hun lot worden overgelaten. In enkele Brusselse ziekenhuizen zou dat haast dagelijkse kost zijn. De delegees van ABVV Bouw voeren al lang strijd voor veiligheid, eerlijke lonen, sociale bescherming, loyale concurrentie. Op de bedrijven kaarten zij aanhoudend de dagelijkse problematiek aan. Met mondjesmaat worden zij gehoord en worden zaken aangepakt en opgelost. Maar het blijft dweilen met de kraan open.
Er moet op verschillende fronten iets gebeuren. De inspectiediensten moeten dringend versterkt worden. De Europese maatstaf zegt dat er 1 inspecteur voor 10.000 werknemers moet zijn, in ons land is dat vandaag 1 voor 20.000.
Daarnaast zijn er betere wetten nodig. De hoofdelijke aansprakelijkheid van bouwondernemers voor het doen en laten van onderaannemers moet een stuk verder gaan dan vandaag het geval is. Die aansprakelijkheid komt er op neer dat een aannemer moet instaan voor de betaling van lonen en sociale bijdragen die zijn onderaannemer niet nakomt. Daarnaast moet de strijd tegen schijnzelfstandigen opgedreven worden. En er moet een registratie komen van iedere persoon, zonder uitzondering, die op een bouwwerf aanwezig is.
Minister van Werk Monica De Coninck en Staatssecretaris voor fraudebestrijding John Crombez zijn nu klaar met nieuwe wetsontwerpen op die drie domeinen. Het wordt duidelijker en gemakkelijker om te bepalen wie als schijnzelfstandige actief is. De hoofdelijke aansprakelijkheid wordt verruimd. En er staat
17 |
Vakbond in Beweging 76
ook een wetsontwerp in de steigers om de aanwezigheidsregistratie op bouwwerven in te voeren.
Voor ABVV Bouw gaan de wetsontwerpen op bepaalde punten nog niet ver genoeg. De hoofdelijke aansprakelijkheid bijvoorbeeld mag een stuk strikter. De aanwezigheidsregistratie trouwens ook, want die zou alleen gelden voor grote bouwwerven, terwijl de fraude en de veiligheidsproblemen zeer omvangrijk zijn, ook op kleine werven. Werkgevers daarentegen geloven niet in het feit dat meer repressie op grote werven de oplossing brengt voor de problemen die het vrij verkeer van diensten en werknemers in Europa veroorzaakt. Zij zien het in de eerste plaats als taak van de overheid om ervoor te zorgen dat concurrentie binnen Europa transparant én eerlijk kan gebeuren ….. Zij roepen op voor een “standstill” in wetgeving en reflexie over het nut van een aantal maatregelen en hun meerwaarde in de strijd tegen de oneerlijke concurrentie. Een openlijk pleidooi om te durven denken over vormen van arbeid die niet perfect passen in ons sociaal model roept op te waakzaamheid.
BOEKBESPREKING
Daniel Termont: de loopbaan van een unieke en succesrijke Gentse socialist, opgetekend door journaliste Agnes Goyvaerts
Doe eens een boek(je) open
Frans Van Heddeghem is sinds enkele jaren met brugpensioen. Hij was BBTK-afgevaardigde in een uitgeverij en is nog actief in de ABVV syndicale seniorenwerking. Hij heeft nu ook tijd om veel te lezen, vooral nonfictie, over politiek, syndicalisme, Europa, sociale en economische onderwerpen. Hij brengt graag recent gelezen boeken die hem getroffen hebben onder de aandacht, met een persoonlijk commentaar.
In het najaar 2012, goed getimed met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen, lag het boek Daniël Termont mijn leven, mijn Gent en mijn visie op de toekomst in de boekhandel. Een turf van bijna 300 bladzijden, met harde kaft, de flap in lichtgroene hoofdkleur. Kersvers Gents gemeenteraadslid van Groen, Steven Vromman, ook bekend als “Low impact man” schrijft over dit boek dat het “gewichtig“ oogt, “dik papier, veel titelbladzijden een brede interlinie en een pak foto’s, … het had evengoed in een boek van 120 pagina’s gekund.” Een correcte, ietwat kritische, ecologische vaststelling, maar het boek is alleszins heel aangenaam om vast te nemen en te doorbladeren. Goed om op (Gentse) salontafels te leggen. De uitgave leest ook vlot. Het is opgevat als een lang interview, verdeeld in een aantal hoofdstukjes. De redactie is van journaliste Agnes Goyvaerts (De Morgen). Met een voorwoord van Elio Di Rupo die de Gentse burgemeester treffend typeert: “warm en goedlachs, rijk aan verhalen, met een bezorgdheid voor iedereen, een man van het volk die tegelijk zijn blik op de wereld richt.” Het is het verhaal van het leven van Termont, van zijn kijk en eigenheid, van zijn loopbaan in de Gentse so-
cialistische beweging en het stadsbestuur , maar tegelijk ook van een man die op een unieke manier en op basis van blijkbaar simpele recepten - en keihard werken - wel degelijk aantoont dat socialisten, zelfs in Vlaanderen, nog het verschil kunnen maken. Met Gent als voorbeeld, als “casus”. Termont vertelt over zijn jeugd, de eerste jaren opgroeiend in een woonwagen, als kind van een familie van scharenslijpers en oud ijzerhandelaars. Zijn grootvader van moederskant was een socialist, ABVV-afgevaardigde. Van zijn vader heeft hij zijn commerciële vaardigheden meegekregen (“ik kan alles verkopen”), van zijn moeder zijn “recht door zee”-instelling, zegt hijzelf.
18 |
Vakbond in Beweging 76
Als lid van de MJA (jongerenafdeling van het socialistisch ziekenfonds Bond Moyson) wordt hij socialist, hoewel hij een vriendinnetje bij de PVV-jongeren had en dus evengoed liberaal was kunnen worden. Maar de solidariteit en het verdedigen van de zwakken gaven de doorslag. Later werd hem in de kadervorming het marxisme uitgelegd, iets waaraan hij “veel gehad heeft”. Je zou dit van deze volkse, pragmatische en ondernemende socialist met commerciële en managerstalenten nog niet verwachten. Sportief en competitief was hij ook, als volleyballer en skiër (nu nog), in basket en voetbalsport. Hij wordt vrijgestelde van de MJA , in de zomer begeleidt hij gepensi-
BOEKBESPREKING
oneerden op vakantie aan zee, hij werd er als ‘jong manneke” populair. Populariteit was dus toen al belangrijk voor de jonge Termont. Enkele Gentse socialistische bestuurders ontdekten zijn talenten en zo ging hij op dertig jaar De Ceder besturen, een vakantiecentrum van het ziekenfonds, dat hij op zijn eigen dynamische wijze succesrijk uitbouwde. Een leerproces ook: managen van veel personeel met de bijhorende problemen, conferentieoord voor bedrijven, organisatie van kunstmanifestaties, cursussen bedrijfsbeheer, balansen lezen, …, zeven dagen werken op zeven. Het vervolg van zijn loopbaan leest als een trein: algemeen secretaris van het ziekenfonds in Oost-Vlaanderen, actief in de BSP en in 1977 verkozen als jongste Gents gemeenteraadslid (met Guy Verhofstadt) waar hij zich ontpopte als een “ambetanterikske”, ook voor de eigen partij waarmee hij “veel boel” had. Toen de kruisraketten ondanks de acties van de BSP toch geplaatst werden, met instemming van BSP in de regering, overwoog hij zelfs even om zijn partij te verlaten. Later, in 1995 onder burgemeester Frank Beke, wordt Termont schepen van Haven en Economische Ontwikkeling. Dit noemt hij de “boeiendste 12 jaar van zijn leven”. Hij maakt zakenreizen naar ZuidAmerika en studeert Spaans, leert mensen uit het bedrijfsleven kennen, “ook maar werknemers opgejaagd door aandeelhouders om rendementen te halen “ merkt hij op, maar het “was nog niet de periode van uitbuitingspraktijken en enorme bonussen”. Hij slaagde erin om een nijdige dokwerkerstaking met schade voor haven tijdig te ontmijnen met een compromis waarbij ook de dok-
werkers vooruitgingen en waarvoor hij de (blijvende) waardering van Gentse haventop kreeg. Mede door hem werd Gent de tweede grootste haven voor fruitsap in Europa. Ook voor Volvo stond hij succesrijk op de bres. Termont maakt in het boek duidelijk dat dit alles in de lijn ligt van zijn socialistisch engagement, voor hem telt de tewerkstelling en de kans om zo ook “mensen zonder diploma aan een baan helpen”. Hij begon zich ook in te zetten in de sector van de (publieke) nutsvoorzieningen. Tot vandaag speelt hij daar een belangrijke rol in via een aantal bestuursmandaten waarvan er een aantal vermeld worden achteraan in het boek. Van TMVW, in de volksmond ooit genoemd: ”Te Moe Voor Werken” merkt hij fijntjes op, maakte hij als voorzitter van dit het waterbedrijf een dynamisch overheidsbedrijf. Van Gilbert Temmerman, Gents BSP- burgemeester, erfde hij de interesse voor de (publieke) energiesector via mandaten in verschillende intercommunales. Hij zit in het bestuur van Publigas en Fluxys en is dé energiespecialist voor de SPa, zeker voor alles wat met gasbevoorrading heeft te maken. Dankzij hem bleef de gasterminal van Zeebrugge in Fluxys (dus bij de overheid). Anders was België in dat domein ook aan de Fransen overgeleverd, zoals nu het geval is voor de elektriciteit (Electrabel-Suez). Termont zegt zelf daaruit “intellectuele voldoening” te halen. Bepaald onthullend is zijn verhaal hoe zijn persoonlijk plan, uitgewerkt met specialisten, waardoor België via zijn gemeenten zijn energieproductie voor een groot deel in eigen handen zou gehouden hebben, geen enkele kans kreeg van
19 |
Vakbond in Beweging 76
minister-president Peeters. Deze nam de moeite niet het dossier te bestuderen omwille van politiekideologische redenen. Goed dat we dat in dit boek eens kunnen lezen. Dit toont ook dat men ook als manager, met dossierkennis en gedreven inzet, in deze technische maar belangrijke economische domeinen als overtuigd socialist kan optreden. Jammer dat er te weinig Termonts zijn, of dat ze te weinig gevolgd worden …, zucht je dan. Vanaf 2001 werd Termont ook nog schepen van feestelijkheden, iets wat in Gent met zijn Feesten, “zeer belangrijk was voor mijn populariteit en goede verkiezingsresultaten”, geeft hij eerlijk toe., In 2007 werd hij burgemeester, hoewel oorspronkelijk niet de kandidaat van voorganger Beke. Hij wordt dus hoofd van de politie en vertelt enkele interessante dingen over de Gentse “Flikken” en hun problemen, ook over het veiligheidsthema. Hij schetst het probleem om agenten van vreemde origine aan te werven, het nut van GAS-boetes, strijd tegen racisme, problemen met prostitutie, de studentexplosie in de universiteitsstad, het voetbalstadion van AA Gent, toerisme, het belang van de creatieve sector … Zo vernemen we wat meer over zijn visie op Gent waarop hij in het laatste hoofdstuk, zo’n 20 blz., wat dieper ingaat. Zijn persoonlijke betrokkenheid bij dit alles is enorm. Besluit na lezing van dit boek:
Daniel Termont kan vertellen, en met elkeen, zoveel is duidelijk. Hij kent de waarde van een “kwinkslag” om het ijs te breken. Deze hardwerkende, integere en gedre-
BOEKBESPREKING
ven no nonsense socialist heeft anderzijds niet altijd veel geduld, het moet vooruitgaan, hij is recht voor de raap, ook een controlefreak want de uitdagingen van de toekomst zijn enorm en vergissingen zijn te vermijden. Hij heeft een visie voor zijn stad, waarvoor hij de grootste PR-man is. Men mag Gent werkelijk zijn geliefd en enig kind noemen, want Termont en zijn echtgenote zelf zijn bewust kinderloos; omwille van een erfelijke ziekte in zijn familie dierf hij het niet aan kinderen te hebben. Kortom, geen ‘God”, maar evenmin een “Klein Pierke”. Het is geen toeval dat hij een tweede keer burgemeester is geworden, en zoveel voorkeurstemmen kreeg. Dit alles zal blijken bij lezing van dit boek. Een aanrader dus om eens naar de boekhandel of naar de plaatselijke bibliotheek te gaan, zeker voor Gentenaars, socialisten en sociaaldemocraten alsook voor geïnteresseerden in goed (openbaar) bestuur.
Gegevens: Agnes Goyvaerts, Daniël Termont: Mijn leven, mijn Gent en mijn visie op te toekomst, 2012, Borgerhoff & Lamberigts, 295 blz., 24,95 euro Persoonlijke kwotering: 8,5 op 10 Frans Van Heddeghem Februari 2013, email: frans.vanheddeghem@telenet.be
Enkele citaten van Daniel Termont Over benoemingen: “als je je kabinet volstopt met goede partijsoldaten omdat je ze aan werk wil helpen raak je niet ver. Op elke plaats moet je de besten hebben. Managers ook die zich laten omringen met capabele mensen, de enige goede manier.”
Over veiligheid: “Links heeft het veiligheidsthema gemist en er het Vlaams Blok/Belang mee groot gemaakt”
Over de aantrekkingskracht van zijn partij: “in vorming, meer coaching van de nieuwelingen, daar schieten we tekort en ik voel me daar zelf ook schuldig voor”
Over kinderen: “… spelende kinderen kunnen nooit overlast betekenen!”
20 |
Vakbond in Beweging 76
Op 23 oktober 2013 zal het exact 30 jaar geleden zijn dat de grootste Belgische betoging ooit door de straten van Brussel trok. De rakettenbetoging van 1983 was de enige massabetoging waarbij de demonstranten simultaan over drie verschillende trajecten liepen, vertrekkende vanuit een ander Brussels station zodat er in werkelijkheid drie massabetogingen plaatsvonden. Naar schatting 400.000 deelnemers waren er die dag in Brussel! Was jij erbij? Om dit jubileum te herdenken zijn we op zoek naar mensen die op 23 oktober 1983 in Brussel aanwezig waren op de demonstratie. Heb je een leuke anekdote over die dag? Of kwam je toen de man/vrouw van je dromen tegen? Aarzel dan niet om ons te contacteren, en wij zorgen ervoor dat je getuigenis, je foto, in de Vakbond in Beweging komt! Contacteer ons voor 2 september 2013 via linx+.antwerpen@abvv.be of per post via ‘Redactie ViB, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen’. Vergeet zeker niet je naam, adres en telefoonnummer te vermelden zodat we je kunnen bereiken.
Drie fototentoonstellingen van Charles Bresseleers
Van 1 tot 30 april 2013 in de foyer v/d feestzaal Cordulastraat Schoten
21 |
Vakbond in Beweging 76
FILMBESPREKING
Overbevolking en broeikaseffect In het jaar 2020 is het voorspelde dan toch werkelijkheid geworden. Er heerst een overbevolking in een milieu van totaal verval. Mensen slapen gewoon op de straat, op trappen, in kerken, overal in onhygiënische omstandigheden. Een paar rijkaards hebben het geluk om een eigen woonst te hebben, meubels, airco en uiteraard lekker eten. Dit in tegenstelling tot het volk op de straat. Want de monstervraag die zich hier stelt is hoe men die meute moet voeden. Gelukkig is er een firma die zich over dit probleem heeft ontfermt: “Soylent”, gespecialiseerd in massaproductie van gedroogd voedsel in al zijn vormen. Hun voedselpakketten bestaan uit verschillende kleuren en zij zijn intens bezig met hun gamma uit te breiden. Hun nieuwste product noemt “Soylent Green”, vervaardigd uit plankton. De massa is gek op deze uitvinding, zodanig dat men van dinsdag, Soylent Green-dag heeft gemaakt. Op deze dagen staat iedereen massaal aan te schuiven voor hun portie. Een kleine misrekening zorgt er voor dat er op een bepaalde dag te weinig voorraad is. Dit wordt niet getolereerd en er ontstaat opstand. De politie grijpt kordaat in door met opschepmachines deze opstand de kop in te drukken.
Wat is het geheim van “Soylent Green”?
elkaar zitten. Maar bij meerdere infosessies komt hij de pijnlijke waarheid te weten. Dit is de reden waarom hij verkiest te sterven (zeer origineel ingekaderd in de film) en fluistert nog op het laatste ogenblik bij detective Thorn in dat hij bewijsmateriaal moet vinden voor de waarheid. Na wat opzoekwerk volgt Thorn een bizar spoor…
Oude rotten
“Soylen t G re e n” is een sciencefiction film pur sang, die zijn tijd ver vooruit was. De film dateert uit 1973 en toen was er al sprake van de problemen waar wij nu mee te kampen hebben zoals het broeikast effect (in de film kan men de gevolgen zien), vegetarische dag (in de film is het dinsdag “Soylent Greendag”), voedselproblematiek (hoe kunnen wij de wereld van voedsel voorzien en zoveel mogelijk winst maken zonder ook maar rekenschap te houden met de samenstelling en ingrediënten?) en noem maar op. Regisseur van dienst is Richard Fleisher (The Jazz Singer, Conan The Destroyer, Red Sonja, Tora! Tora! Tora!) die zich heeft gebaseerd op het gelijknamige boek van Harry Harrisson. Volgens ken-
Ingrediënten
Dan gebeuren er enkele moorden, allemaal mensen die iets te maken hebben met de firma Soylent. Detective Thorn wordt op de zaak gezet samen met zijn assistent , Book. Deze man kan informatie inwinnen in een plaatselijke bibliotheek van hoe de interne managersconstructie en geldtrafieken van Soylent in
22 |
Vakbond in Beweging 76
ners is dit maal de film beter dan het boek omdat men nu de mistige sfeer kan zien waarin de mensheid leeft, de massa mensen die op straat leeft en de opstanden met de opschepmachines die niks aan de fantasie overlaten. In de hoofdrol herkennen we Charlton Heston (The Planet Of The Apes, The Ten Commandments, Ben Hur, e.a.) die als niets ontziende detective de waarheid aan het licht zal brengen. Voor de decors heeft men een bizarre keuze gemaakt. De stad is zoals gezegd vervallen, het interieur van de huizen ziet er al niet beter uit, enkel bij de rijken heerst er een seventies stijltje wat niet naar science fiction oogt maar zeer hot was tijdens het productiejaar van de film. Ook al is de film wat verouderd, het is toch zeker de moeite waard om vandaag te zien hoe men vroeger ons heden als verre toekomst interpreteerde. En geloof me vrij: als je tussen de regels leest zaten ze er niet ver naast! Regie: Richard Fleisher Met: Charlton Heston, Leigh TaylorYoung en Edward G. Robinson USA / 97 min / 1973 Patrick Van Laer
ABVV-MetAAl Antwerpen presents
tHIs Is JUst A stArt! tHIs Is JUst A stArt!
ABVV-MetAAl Antwerpen presents
30/04/2013
deuren: 20.00u deuren:
HAppY HOUr
VOOrAVOnD VOOrAVOnD 30/04/2013
20.00u
HAppY HOUr
20.00u
20.00u
spOOKs spOOKs
DJ BrAM DJ MIKeGYVer DJ MIKeGYVer DJ BrAM BONDSGEBOUW OMMEGANCKSTRAAT 47/49, ANTWERPEN
BONDSGEBOUW OMMEGANCKSTRAAT ANTWERPEN 03 203 43 49 (inclusief 1 KAArten47/49,
VVK: €5
VVK: €5
consumptie)
(inclusief 1 consumptie)
& InfO: KAArten
& InfO:
antwerpen@abvvmetaal.org 203uw43ABVV-afgevaardigde 49 of03via
antwerpen@abvvmetaal.org of via uw ABVV-afgevaardigde
V.U. Eddy Goovaerts, Ommeganckstraat 47/49 – 2018 Antwerpen
De n e abvv , a . sp n a v tie a s i n orga Een
Zor r o o v
10.30 uur: verzamelen op de Bolivarplaats 10.45 uur: toespraken van Yasmine Kherbache en Caroline Copers 1 1 .1 5 uur: vertrek optocht naar de Grote Markt. Na de optocht is er animatie voor jong en oud op de Grote Markt.
g
V.U.: Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen
t s e Fe
e d van
d i e b r A