Vakbond in Beweging 86 | november 2015

Page 1

vakbond in

beweging VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS | NR. 86 | 21e JAARGANG

PB- PP B- 8/6342 BELGIE(N) - BELGIQUE

AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X Toelatingsnummer P408993

SEPT-OKT-NOV 2015

450 jaar stadhuis van Antwerpen


Inhoud Nr. 86 - 21ste jaargang SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER 2015 Prijs: € 1 Jaarabonnement: € 4

3 REDACTIONEEL Wat is erger dan vijf jaar De Wever?

Driemaandelijks tijdschrift van Linx+ ABVV-regio Antwerpen In samenwerking met ABVV seniorenwerking

4 KINDEREN VAN SEMINI Abraham Ortelius Cartograaf

6 GESCHIEDENIS Het stadhuis van Antwerpen bestaat 450 jaar

Verantwoordelijke uitgever: Dirk Schoeters Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen

8 INTERVIEW Naume Pauleni Mafurende

Redactieadres: Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen 03 220 67 11 cedric.haes@abvv.be peggy.devis@abvv.be

Medewerkers aan dit nummer: Dirk Schoeters Marina Van den Bulck Luc Van Overberghe Staf Van Gorp Frank Van Dessel Wouter Hillaert FOS F.J. Robson Timothy Wyffels Cédric Haes Peggy Devis

“Nooit meer terug naar vroeger!”

12 GENDER

Tennis tegen gender- en rassendiscriminatie Arthur Ashe en Billie Jean King

16 INTERVIEW Miranda Ulens 20 TENTOONSTELLING Unieke Amerikaanse affiches uit WOI

in Letterenhuis te Antwerpen

22 HART BOVEN HARD Knagen aan cultuur 27 ACTUEEL Klimaatconferentie in Parijs 30 FILMBESPREKING La loi du marché

Vormgeving: Albert Balboa

+

Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.

2|

Vakbond in Beweging 86


REDACTIONEEL

In oktober was de regering Michel één jaar aan de macht. De Vlaamse regering is net een paar maanden ouder. Diezelfde maand was het ook 3 jaar geleden dat de nationalisten op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen, met veel vlagvertoon en fakkels, hun mars op het Antwerps stadhuis hielden. Wie in Antwerpen woont heeft nu al een jaar lang het bedenkelijke genoegen om op minstens 3 bestuursniveaus het politieke beleid van dezelfde coalitie te kunnen evalueren.

En die evaluatie is negatief. Dat besef groeit nu ook in bredere kringen. N-va, open VLD en cd&v hebben er op alle niveaus voor gekozen om de gewone mensen en gezinnen de rekening te presenteren. Op alle mogelijke manieren. De lijst met asociale maatregelen moet al heel erg samengevat worden om ze nog te kunnen opnemen in een edito als dit. Wij krijgen zowel hogere kosten, hogere facturen en meer belastingen, als minder inkomen en minder dienstverlening. Terwijl aan de andere kant de grote ondernemingen en fortuinen telkens opnieuw de cadeaus krijgen. Wie nog illusies had dat één en ander zou rechtgezet worden met een ‘taxshift’ kwam van een kale kermis thuis. De harde realiteit is dat de modale gezinnen 100 of meer euro per maand verliezen, niet dat ze er 100 bij krijgen zoals de regeringspartijen beweren. Dat jaar van hard regeringsbeleid is gelukkig niet zonder verzet gepasseerd. Integendeel, de lijst van acties is al even min te overzien als de lijst van asociale maatregelen. Maar neen, de grote betogingen en stakingen hebben de regeringen niet doen vallen. Hoe zou het, regeringscoalities die in Vlaanderen 70 tot 75% van de parlementszetels hebben? En neen, door de acties zijn de regeringen geen sociaal beleid gaan voeren. Maar had er iemand echt verwacht dat onder syndicale druk het fundamenteel rechtse DNA van de federale en Vlaamse regering zou omslaan naar links? Neen toch? Van in het begin was het duidelijk dat het verzet tegen de regeringen Michel en Bourgeois een marathon zou worden. En daarvan hebben we

Wat is erger dan vijf jaar De Wever? nu 1/5de afgelegd. We hebben het de regeringen in die eerste etappe verre van gemakkelijk gemaakt. Het verzet was veel breder en massaler dan de regeringspartijen gedroomd hadden. Het heeft de spanningen binnen de coalitie maximaal opgedreven. In die mate dat ze nog moeilijk zullen afgeraken van het etiket ‘kibbelcoalitie’. Ze gaan ver in hun asociale maatregelen. Maar reken maar dat ze veel verder zouden gaan, mochten ze vrij spel krijgen. Het volstaat om het ongezouten discours van een aantal kopstukken van de grootste regeringspartij te volgen om dit te beseffen. In hun evaluatie van 1 jaar regeringen zijn de mediacommentaren trouwens unaniem: een rechts beleid ja, maar verre van de grote maatschappelijke ‘verandering’ die de n-va en haar sponsors in het bedrijfsleven voor ogen heeft. Want ons sociaal model is sterker dan verwacht, onze sociale instellingen taaier en ons verzet harder en veel breder. En dat moet hen pijn doen. Ook op het Schoon Verdiep van het Antwerps stadhuis, waar de regeringsprogramma’s hun oorspong vonden en waar het beleid nog regelmatig bepaald wordt. Het is een opsteker voor al wie het afgelopen jaar tegen het regeerbeleid gestaakt, betoogd of andere acties gevoerd heeft: allen samen hebben we massaal een verdedigingswal opgeworpen en waarschijnlijk veel ergere plannen van deze regeringen voorkomen. Na een jaar ultrarechts beleid is de conclusie dat onze syndicale marathon niet vroegtijdig beëindigd is maar ook nog niet gelopen. Met de eerste etappe achter de rug moeten we onze blik richten op de eindmeet. We hadden al verschillende syndicale actieplannen maar hebben nu ook nood aan een syndicaal strategisch plan dat reikt tot aan de volgende federale en Vlaamse verkiezingen in 2019. Met voor Antwerpen een generale repetitie in 2018 met de gemeenteraadsverkiezingen. Wat zijn tegen dan onze doelen en hoe gaan we ze bereiken? De eerste vraag beantwoorden is gemakkelijker dan de tweede. De gewone mensen en gezinnen moeten dan komaf maken met een politiek die alle lasten op hun schouders legt.

3|

Vakbond in Beweging 86

Het rechts bestuur moet van alle niveaus verdreven worden. Onze rol als vakbond is om de komende 4 jaar, samen met de andere vakbonden en de burgerbeweging, hiervoor een groot draagvlak te creëren. Het afgelopen jaar hebben we met verschillende grote acties bij een deel van de publieke opinie terug krediet opgebouwd dat ons de jaren voordien systematisch is afgepakt. Dit krediet moeten we koesteren en verder uitbouwen. Door het consequent ontmaskeren van het onrechtvaardige beleid van de rechtse regeringen, door op een verstandige manier onze alternatieven breed en verder dan onze klassieke achterban te verspreiden, door met doelgerichte en doordachte acties een verdedigingswal rond ons sociaal systeem op te werpen die zelfs deze regeringen niet kunnen innemen. In de aanloop naar volgende verkiezingen kunnen we als vakbond een belangrijke gangmaker zijn die draagvlak creëert voor een sociaal en progressief beleid. Met duidelijke doelen en alternatieven. Maar uiteindelijk zal de marathon gewonnen of verloren worden in het stemhokje. In de eindsprint zal de linkse fakkel overgenomen moeten worden door de politiek. Ook daar moeten we als vakbond nu al rekening mee houden en dit actief voorbereiden.

Ik ben overtuigd dat we als ABVV actief mee de voorwaarden moeten scheppen om te komen tot een progressief front. Ook in Antwerpen, zeker in Antwerpen. Want de eerste afspraak is al over 3 jaar met de gemeenteraadsverkiezingen. In Antwerpen, waar de spelmaker van de federale en Vlaamse regering burgemeester is, worden die allesbepalend en richtinggevend voor de federale en Vlaamse verkiezingen in 2019. Het ABVV-regio Antwerpen zal daarom zijn rol maximaal moeten spelen. Want wat is voor onze sociale welvaartstaat erger dan vijf jaar De Wever? Dat is tien jaar De Wever. Dirk Schoeters algemeen secretaris ABVV-regio Antwerpen


KINDEREN VAN SEMINI

Deze zomer vond er in Antwerpen het International Congress of Historical Cartography plaats. Een bijeenkomst die 250 specialisten samenbracht op het vlak van historische cartografie. Het begrip cartografie ontstond in de periode 87-150 van onze jaartelling. In de aanloop van dit wetenschappelijke evenement vonden er in de Scheldestad talrijke tentoonstellingen plaats. Een van die tentoonstellingen ging door in het Rockoxhuis en was gewijd aan Abraham Ortelius, die samen met Mercator uit Rupelmonde, een van de beroemdste cartografen was.

BIOGRAFIE

De werkelijke achternaam van

Abraham Ortelius Cartograaf Ortelius, was Ortels. Maar zoals het destijds in de mode was, werd zijn naam verlatijnst. Hij werd in Antwerpen geboren op 4 of 14 april 1527. Zijn familie was afkomstig van Augsburg. Ortelius leerde, met de hulp van zijn oom Jacob Van Meteren en later door zelfstudie, Grieks, Latijn en wiskunde. Hij was hulpjongen en leerde zijn stiel gaandeweg. In 1547, op 20- jarige leeftijd, trad hij toe tot de Antwerpse Sint-Lucasgilde als inkleurder van landkaarten. Hij was tevens de geograaf van Filips II, de koning van Spanje. Ortelius bedacht de theorie van “het uiteendrijven van de continenten” die verklaarde waarom de kustlijnen van Afrika en Zuid-Amerika in elkaar passen. In 1554 startte hij een handeltje in boeken en handschriften. Als aardrijkskundige maakte hij verscheidene reizen door Europa. Zo bezocht hij jaarlijks de boeken- en prentenbeurs van Frankfurt. In het begin was het hoofddoel van deze reizen zijn handel. Later maakte Ortelius grotere reizen.

ZIJN VERDERE LEVEN EN WERK

In 1560 maakte hij, in gezelschap van Mercator, een trip naar Trier, Lotharingen en Poitiers. Hij liet zich door hem bewegen tot meer wetenschappelijke interesse. Zo deed Mercator de

4|

Vakbond in Beweging 86

suggestie om een wereldatlas samen te stellen. Het resultaat hiervan was de publicatie in 1564 van een achtbladige wereldkaart, die later in verkleind formaat ook in zijn wereldatlas werd opgenomen. Het enige overgebleven exemplaar van de afzonderlijke wereldkaart bevindt zich in de universiteitsbibliotheek van Bazel in Zwitserland. In 1565 ontwierp Ortelius nog een kaart van Egypte en in 1567 van Azië. Zijn reeks atlassen gaf hij uit onder de titel “Theater oft Tooneel des Aertbodems”. Abraham Ortelius was eveneens een penningkundige en beschreef in 1573 zijn rijke muntenverzameling in “Deorum Dearmque Capita”. In 1596 schreef hij Griekse teksten over het verdwenen continent Atlantis. Volgens hem was Atlantis niet gezonken, maar net als Amerika, van Europa losgescheurd door aardbevingen en andere natuurrampen.

THEATRUM ORBIS TERRARUM

Het invloedrijkste werk is allicht zijn “Theatrum Orbis Terrarum” dat Ortelius publiceerde op 20 juni 1570. Deze “Geheele Weerelt”, een wereldkaart, werd uitgegeven door Gilles Coppens van Diest. Deze atlas bevatte nagenoeg geen eigen kaarten, maar bundelde 53 kaarten van anderen met bronvermelding. Voorheen waren enkel bundelingen van ongelijksoortige kaarten uitgebracht, sommigen op maat en op bestelling. Ortelius liet alle kaarten voor deze atlas in dezelfde stijl en op dezelfde maat graveren op koperplaten. Dit allemaal logisch verzameld naar continent, streek en staat. Hij voorzag de kaarten bovendien van commentaar en doorverwijzingen op de achterzijde. Aldus werd voor het eerst alle WestEuropese kennis van de wereld samengebracht in één boek. De voornaamste verdienste van Ortelius


bestond uit het bijeenzoeken van de beste kaarten, ze te verfijnen tot één kaart of exact op te splitsen over meerdere, en bracht ze op dezelfde maat. Hij ging echter niet zover ook de naamgeving en plaats coördinaten gelijk te trekken.

ABRAHAM ORTELIUS LEEFT VOORT IN ANTWERPEN

Ortelius overleed te Antwerpen op 28 juni 1598, maar zijn naam leeft voort in onze stad. In een

reeks portretten, in opdracht van Balthasar Moretus, die in het atelier van Rubens geschilderd werden, komt er één voor van Ortelius. De werkplaats van Ortelius bevond zich in de Kloosterstraat 11-17. Het staat bekend als het Mercator-Ortelius huis. Het is een fraai gotisch gebouw, dat jammer genoeg niet altijd voor het grote publiek toegankelijk is. Het is nu het stedelijk centrum voor archeologie en monumentenzorg. Op 24 juli 1819 werd beslist de

kaai tussen de Koolkaai en de Sint Pietersvliet, naar Ortelius te noemen. Staf VAN GORP

Bronnen: Wikipeda Infoblad HVV/OVM Deurne Tijdschrift St. Andrieskwartier Herleeft Geschiedenis van de Antwerpse Straatnamen – R. Vande Weghe

Afscheid van kameraad Staf Van Gorp °13/01/1946 - †18/11/2015

Totaal onverwacht moeten we afscheid nemen van Staf. Staf was niet alleen onze gedreven voorzitter van het Gewestelijk Bestuur Linx+ regio Antwerpen, hij was ook één van de drijvend/schrijvende krachten achter de ‘Vakbond in Beweging’. Ondanks de moeilijke fysieke situatie het afgelopen jaar, stond hij er toch op om te blijven schrijven. Zijn passie voor de Antwerpse geschiedenis en ‘de kinderen van Semini’ hield hem recht. In deze editie staan zijn twee laatste artikels over het Antwerps Stadhuis en de Antwerpse cartograaf Ortelius. Staf laat niet alleen een groot onbeschreven wit blad achter in ‘Vakbond in Beweging’, we zullen hem vooral missen als de dappere en levenslustige vrijwilliger die hij was. We zijn droevig, een kameraad als hem, zo geëngageerd, te moeten missen. Het ga je goed Staf! Het ABVV-regio Antwerpen en de kameraden van het gewestelijk bestuur van Linx+ wensen de echtgenote en familie van Staf veel sterkte bij dit afscheid.

5|

Vakbond in Beweging 86


GESCHIEDENIS

1560 staat er vermeld bovenaan de gevel van het stadhuis van Antwerpen. Maar eigenlijk werd het pas in 1564 voltooid en begin 1565 ingehuldigd. Dit betekent dat dit gebouw haar 450e verjaardag viert. Dit belangrijkste renaissance gebouw in de ‘Nederlanden’ siert al eeuwen het Forum, de Grote Markt van onze stad. Het ontwerp werd uitgevoerd door Cornelis Floris II de Vriendt. Het gebouw is een typisch Vlaamse variant op het Florentijnse paleizengebouw. Dit raadhuis stond model voor vele andere overheidsgebouwen in Noord en Centraal Europa. Voor het stadhuis plaatse Jef Lambeaux in 1887 zijn Brabobeeld met fontein.

VOORGESCHIEDENIS

Vanaf 1221, toen Antwerpen ‘onafhankelijk’ werd, werd de stad

Het stadhuis van Antwerpen bestaat 450 jaar

bestuurd door een college van 12 schepenen. Deze bestuurders droegen dezelfde naam als de huidige leden van het huidige stadsbestuur, maar hun benoemingsprocedure verliep helemaal anders als vandaag. Er bestond geen democratie zoals wij die nu kennen. Er bestonden nog geen verkiezingen, de uittredende schepenen mochten lijsten samenstellen met aanvaardbare kandidaten waaruit de hertog dan een keuze maakte. De gewone burger speelde geen rol in dit proces. Uiteraard kwamen vrouwen niet in aanmerking voor het schepenambt. Ze konden wel poorter worden. Was er een typisch profiel van de mannelijke schepenen? Officieel bestonden er bijna geen beperkingen voor het schepenambt. Iedere Antwerpse stedeling ouder dan

6|

Vakbond in Beweging 86

25 jaar, die in Brabant geboren was, kwam in aanmerking. Maar niettemin kwamen ze allemaal uit de gegoede kringen. De bevoegdheden van het Schepencollege (van een burgemeester was nog geen sprake) omvatten naast rechtspraak, ook de verantwoordelijkheid voor het dagelijkse bestuur van de stad.

VAN SCHEPENHUIS NAAR STADHUIS

Tijdens de Middeleeuwen werd de stad bestuurd door twaalf schepenen. Deze vergaderden in het broodhuis aan de Grote Markt. In 1406 werd dit gebouw vervangen door een sierlijk gotisch schepenhuis op de plaats waar nu het beeld ‘De buildrager’ van Constant Meunier staat. In de 16e eeuw nam de bevolking van de stad Antwerpen sterk toe, net als het werk van de burgemeester


en de schepenen. De behoefte ontstond om het schepenhuis te vervangen. In 1542 kreeg Domien de Waghemaeker de opdracht plannen te tekenen voor een nieuw stadhuis op de plaats van een afgebrande huizenblok aan de zuidzijde van de Grote Markt. Maar een ander duur project kreeg voorrang. De stad werd bedreigd door het leger van Maarten van Rossum, en een nieuwe stadsomwalling was noodzakelijk.

De plannen voor een nieuw stadhuis bleven voorlopig liggen. In 1560 kwam er een nieuw ontwerp tot stand, waarbij o.a. architect Cornelis Floris de Vriendt, beeldhouwer Willem van de Broeck en de schilder Jan Metseys en Lambert van Noort betrokken waren. Het was de bedoeling een stadhuis te ontwerpen in de op dat moment nieuwe renaissancestijl. Op 27 februari 1561 werd de eerste steen gelegd door burgemeester Nicolaas Rockox. Twee jaar later was twee derde van het gebouw voltooid, maar was ook het geld op. De stad moest nog eens geld lenen. Uiteindelijk werd het dak voltooid in de zomer van 1564 en de inhuldiging volgde op 27 februari van het daarop volgende jaar.

DE GEVEL VAN HET NIEUWE STADHUIS

Volgens wijlen George Van Cauwenbergh vertelt de gevel de geschiedenis van onze stad. Op de spits staan vijf Duitse adelaars.

Een herinnering dat Antwerpen een grensbeveiliging was van het heilige Roomse Keizerrijk van de Duitse natie. De vogels staan met hun kop naar Aken gericht. Op de voorgevel staan de letters ‘SPQA’ wat betekent Senatus Populusque Antverpia. Daarnaast staan drie wapenschilden. Eén van Brabant, want Antwerpen was geen Vlaamse stad. In het midden het schild van Spanje, omdat het stadhuis gebouwd werd tijdens de regering van Filips II.

En tenslotte het wapenschild van de stad zelf. Verder sieren drie vrouwenbeelden het stadhuis. Eén er van is een madonna. Oorspronkelijk stond daar een Brabobeeld. Echter na de Beeldenstorm onder het Protestantse bewind, wekte dit de woede van de jezuïeten, die het opnieuw voor het zeggen hadden na de val van Antwerpen in 1585. Ze vervingen Brabo door een Madonnabeeld. De twee andere dames symboliseren de gerechtigheid: vrouwe Justitia en vrouwe Prudentia.

gelegenheden om het bezoeken. Men kan dan volgende ruimtes bezoeken: de Leyszaal, een erezaal waar gasten worden ontvangen en waar boven de deuren portretten van de hertogen van Brabant hangen geschilderd door Hendrik Leys. De kleine Leyszaal, met ook schilderingen van Leys. De indrukwekkende Trouwzaal. De Wandelzaal met in een kijkkast een replica van het gewaad van koningin Astrid dat ze droeg bij haar intrede in 1935. De Militiezaal, de Raadzaal, waar de gemeenteraad vergadert en het kabinet van de burgemeester.

VERANDERINGEN SINDS DE BOUW

Beroemde burgemeesters hebben er geregeerd: zoals Antoon van Stralen, Nicolaas Rockox, Leopold de Wael, Jan Van Rijswijck, Camille Huysmans, Lode Craeybeckx.

Tijdens de Spaanse Furie op 4 november 1576 brandde het stadhuis volledig af. In 1579 werd het gebouw hersteld, maar het duurde nog jaren vooraleer de binneninrichting volledig in orde was. Oorspronkelijk bezat het stadhuis een open binnenplaats. Deze werd overkoepeld en van een statietrap voorzien, die leidde naar het Schoon Verdiep. De voornaamste decorateur was Baron Henri Leys. Het stadhuis zoals wij het nu kennen kreeg zijn definitieve vorm rond de eeuwwisseling.

BEZOEK HET STADHUIS

Aangezien het stadhuis nog steeds in functie is, is het niet steeds open voor het publiek. Ter gelegenheid van het 450-jarig bestaan zijn er allerlei

7|

Vakbond in Beweging 86

Staf VAN GORP

Bronnen: Wikipedia Waar is de Tijd -Antwerpen deel 6 Stadhuis van Antwerpen – beknopte gids Architectuur in Antwerpen Eigen krantenarchief


Naume Pauleni Mafurende INTERVIEW

‘Nooit meer terug naar vroeger!’

Met fiere blik poseert Naume Pauleni Mafurende voor de camera in haar T-shirt van União Provincial dos Camponeses de Manica, een organisatie die kleinschalige boeren in de provincie Manica in Mozambique verenigt. We ontmoeten haar in een dorpje in het westen van het land. Ze nam er deel aan één van de gezondheidstrainingen van die haar leven hebben veranderd. Naume is een 57-jarige moeder en grootmoeder. Ze trouwde al op haar zestiende omdat haar ouders het moeilijk hadden om hun tien kinderen te onderhouden. Nu is ze een boerin in het landelijke dorpje Nyatsungo, bij Chimoio.

Ze verhuisde na de dood van haar man om er dichter bij haar kinderen te zijn.

Ze woont er al zeven jaar bij haar jongste zoon. Niet lang na haar verhuis, sloot Naume zich aan bij de boerenassociatie van het dorp.

Via hen kreeg ze training van de gezondheidsactivisten van vakbond União Provincial dos Camponeses de Manica (UCAMA), een partner van FOS. De trainingen

8|

Vakbond in Beweging 86

focussen vooral op preventie en gezondheidspromotie. De activisten geven uitleg over voeding en basishygiëne. Met een grote glimlach staat ze ons te woord.

Een groot deel van de training gaat over voeding. Hebben de vorige sessies al vruchten afgeworpen? “Ja hoor! Dankzij UCAMA hebben


we onze gewoontes al heel wat gewijzigd. Onze maaltijden bevatten traditioneel te veel koolhydraten en te weinig proteïnes en vitamines. Sadza, een dikke tarwepap, was het hoofdingrediënt bij elke maaltijd. Daarbij aten we wat gedroogde vis en bladgroenten die we blijkbaar plat kookten. Dankzij UCAMA leerden we gebalanceerde en gezonde maaltijden bereiden, met de oogst uit onze tuin. Vroeger verkochten we al onze groenten en kochten we met de opbrengst zetmeelrijke en vette voeding. Nu houden we een deel van de groenten om zelf te gebruiken.”

We hebben een eenvoudig toilet en een vuilnisput gemaakt. Het gecomposteerde materiaal kunnen we hergebruiken als mest voor onze velden en tuinen.” Valt het eigenlijk mee om alles proper te houden als je voortdurend met je dieren bezig bent?

“Vaak moest ik na een dag hard werken op het veld opnieuw de afwas doen omdat de dieren het propere servies bevuilden. Na de training over basishygiëne, maakte ik een rekje waarop mijn afwas kan drogen. Het lijkt op een soort tafel, gemaakt van houten palen. Het is zo gemaakt dat het water goed van de potten en pannen kan druppen zonder dat de honden en geiten eraan kunnen.”

Vroeger verkochten we al onze groenten, nu houden we een deel van de groenten om zelf te gebruiken

Andere workshops gaan bijvoorbeeld over hygiëne. Kan je al een verschil merken ten opzichte van vroeger? “Er is al heel wat veranderd. We gebruikten de omringende

bossen en velden om naar het toilet te gaan, maar dat gaf ons niet veel privacy en was bovendien onhygiënisch. De velden waren bevuild met uitwerpselen omdat er geen afgebakend terrein was waarop we ons ontlastten. We hadden ook geen vaste plek om vuilnis te verzamelen.

We gooiden papier, plastiek en ander vuilnis eender waar. Ik weet nog goed dat mijn kleinkinderen vaak diarree hadden door de onhygiënische omstandigheden in ons dorp. Nu hebben we betere voorzieningen.

9|

Vakbond in Beweging 86


Leren jullie ook over man-vrouwverhoudingen? “Tijdens de training praatten we over de taakverdeling in het huishouden. Sindsdien ben ik ervan overtuigd dat ook mannen hier een rol in spelen. Ik leerde mijn twintigjarige zoon huishoudklusjes te doen. Nu kookt hij bijvoorbeeld regelmatig voor ons en helpt hij mee met de afwas.” Tot slot: hoe evalueer je de trainingen?

“Mijn leven is echt veel verbeterd. Ik sta sterker in mijn schoenen. Mijn opgedane kennis deel ik met de vrouwen van mijn kerk en mijn schoondochters. Ik wil nooit meer terug naar hoe het vroeger was.”

Mijn leven is echt veel verbeterd, ik sta sterker in mijn schoenen

Tweet mee over dit artikel @FOSngo of ga naar facebook.com/Fosngo en FOS.ngo voor meer info. Interview en foto’s: FOS

Onze partners in het Zuiden die strijden voor sociale bescherming voor iedereen, kunnen niet rekenen op overheidssteun. Onze solidariteit is voor hen van levensbelang. Stort daarom vandaag nog je bijdrage op: FOS-socialistische solidariteit BE16 0000 0000 7474 IBAN: BPOTBEB1 Mededeling: STEUN VOOR SOCIALE BESCHERMING

10 |

Vakbond in Beweging 86


11 |

Vakbond in Beweging 86


Tennis tegen gender- en rassendiscriminatie GENDER

Arthur Ashe en Billie Jean King

Arthur Ashe en Billie Jean King waren top tennissterren in de jaren 1960 en ‘70. Beide geboren in hetzelfde jaar en beide Amerikaanse burgers. Wat velen onder ons niet weten is, dat zij veel meer waren dan een atleet. Hun inzet voor sociale rechtvaardigheid, gezondheid en humanitaire kwesties maakten een even grote en onuitwisbare indruk op de wereld als hun tennisspel op het veld. Zij waren ook vrienden voor het leven.

Arthur Ashe °10/07/1943 - † 06/02/1993 Hoe het begon

Arthur Ashe groeide op in het gesegregeerde zuiden, en was de eerste Afro-Amerikaanse mannelijke tennisser die een Grand Slamtoernooi won. Zijn vader was conciërge en parkwachter van een park in Brookfield Virginia, dat enkel toegankelijk was voor “zwarten” en waar ook tennisvelden ter beschikking waren. Als kleine jongen bleek snel dat hij aanleg had om te tennissen. Zijn moeder had hem reeds op zijn vierde leren lezen en later bleek hij ook een goed student. Arthur Ronald Charity, zelf destijds één van de beste zwarte tennissers in de USA, heeft hem onder zijn hoede genomen en hem de beginselen van het tennis geleerd. Later, in 1953, bleek dat Arthur Ashe wegens zijn talent, een nog betere coach verdiende. Hij werd toen geïntroduceerd door A.R. Charity bij Dr. Robert Walter Johnson, die zijn levenslange mentor en coach zou blijven. Dr. Johnson was de toenmalige coach van het enige AfroAmerikaanse junioren tennisteam in de USA. Als tiener mocht Arthur tijdens de schoolvakanties meedoen aan wedstrijden over heel het land. Hij liep school in Richmond maar daar waren de wedstrijden tijdens het schooljaar gelimiteerd. Hij mocht daar enkel tegen zwarte

tegenstanders spelen en ook alleen maar op buitenbanen. Indoortennis was enkel toegelaten voor blanken. Toen Arthur Ashe aan zijn universitaire studies begon, had hij al verschillende junioren toernooien op zijn naam staan en werd hij ook gevraagd om het Davis

12 |

Vakbond in Beweging 86

Cup team te vervoegen. Wederom als eerste Afro-Amerikaan ooit. In 1968 won hij de US Open tegen de Nederlander Tom Okker. Omdat Arthur toen nog als amateur werd beschouwd heeft hij het prijzengeld niet mogen aanvaarden en is het geld naar Tom Okker gegaan, ondanks zijn


verlies. Arthur Ashe is tot de dag van vandaag de enige Afro-Amerikaan die de US Open heeft gewonnen.

Van amateur naar pro en weldoener

In 1969 was hij de medestichter van de National Junior Tennis league. Het is nog steeds een stichting waar kinderen kunnen kennismaken met tennis maar bovenal waar kansarme kinderen en kinderen uit minderheidsgroepen via het tennis een positieve levenshouding aangeleerd krijgen. De National Junior Tennis league was de eerste van de vele stichtingen die Arthur Ashe oprichtte. Ook in 1969 toen hij de nummer één was in het Amerikaanse mannentennis, vroeg hij voor het eerst een visum aan om deel te nemen aan een toernooi in Zuid-Afrika. Dit visum werd hem herhaaldelijk geweigerd door het Apartheidsregime. Een zwarte man kon niet deelnemen aan een tennistoernooi waar blanken aan deelnamen. Arthur Ashe klaagde de rassendiscriminatie aan via de tennisfederatie en ijverde er voor dat Zuid-Afrika geschrapt zou worden van de lijst van de Internationale tennisfederatie. Dit was het begin van zijn activisme tegen de Apartheid. De volgende twee decennia zou hij zijn bekendheid gebruiken om zich ten volle in te zetten tegen het Apartheidsregime. Pas in 1973 zou hij voor het eerst een visum krijgen voor Zuid-Afrika. Hij won toen samen met Tom Okker, het toernooi voor het dubbelspel bij de mannen In de vroege jaren ’70 stapelden de overwinningen zich op en Arthur Ashe werd stilaan een echte bekendheid. Hij won de Australian Open en op het toernooi van Wimbledon versloeg

hij in 1975 Jimmy Connors. Bij deze werd hij ’s werelds nummer één en had hij meteen ook voor het eerst zijn moeilijkste tegenstander verslagen.

In 1972 was hij medestichter van het ATP (Association of Tennis Professionals). Deze vereniging moest er op toezien dat de professionele mannelijke tennissers konden leven van hun beroep en dat hun belangen werden behartigd. De ATP was toen eigenlijk een soort “tennisvakbond”, maar dan alleen voor mannen. In die tijd hadden tennissers niets te zeggen over hun inkomsten en ook niet over de toernooischema’s. Om nog maar te zwijgen over de vrouwelijke tennissters. Zij verdienden sowieso een pak minder dan de mannen. In 1975 werd A. Ashe verkozen tot president van de ATP.

Het einde

In 1980 kwam er een einde aan zijn tenniscarrière nadat bleek dat hij

13 |

een zware hartpatiënt was. Na enkele hartoperaties bleef hij niet bij de pakken zitten: hij begon te schrijven voor Time Magazine, The Washington Post en Tennis Magazine. Hij werd sportcommentator bij ABC Sports en bleef een hevig activist tegen het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime. Hij werd ook aangesteld als kapitein van het US Davis Cup Team, waar hij o.a. John McEnroe onder de vleugels had. In 1983 onderging hij een bypass operatie en kreeg hij een bloedtransfusie. Het was deze bloedtransfusie die hem op termijn fataal zou worden omdat hij HIV besmet bloed toegediend had kregen. Nog dat zelfde jaar richtte hij samen met Harry Belafonte, “Artists and Athletes Against Apartheid” op. Zij pleitten voor politieke embargo’s tegen het regime van Zuid-Afrika en werkte een bewustmakingscampagne uit. Zijn toewijding en inzet maakten indruk over heel de wereld. Ook bij Nelson Mandela die hem na zijn vrijlating absoluut wilde ontmoeten. De buitenwereld was niet op de hoogte van zijn ziekte tot hij op 8 april 1992 een persconferentie gaf en de wereld vertelde dat hij een aidspatiënt was. Tegelijkertijd startte hij hiermee een anti-aidscampagne waarbij hij de ziekte bespreekbaar probeerde te maken. Naar eigen zeggen, wilde hij niet de verpersoonlijking zijn van een levensbedreigende ziekte zonder er iets aan te doen. Tijdens zijn laatste levensjaar richtte hij ook “The Arthur Ashe Foundation for the Defeat of AIDS” op en sprak hij de VN toe tijdens de Wereld AIDS-dag. Hij stierf op 6 februari 1993 in New York, op 49-jarige leeftijd, ten gevolge van een aids gerelateerde longontsteking.

Vakbond in Beweging 86


Billie Jean King °22/11/1943

Hoe het begon

Billie Jean Moffitt werd geboren op 22 november 1943, in Long Beach, Californië. De Moffitts waren een atletische familie. Vader Bill, was een NBA basketbalspeler voordat hij brandweerman werd. Moeder Betty, was huisvrouw en een competitiezwemster. Hun tweede kind, Randy, werd een Major League Baseball pitcher. Op haar tiende speelde Billie Jean softball (dat is een zachtere vorm van baseball). Het waren haar ouders die haar hebben aangezet om te kiezen voor een meer “ladylike” sport. Op haar elfde begon ze met tennis.

In stijgende lijn naar de top

Op haar vijftiende won Billie Jean in haar leeftijdscategorie het toernooi van Southern California. Een jaar later werd ze gecoacht door Alice Marble, één van de vrouwelijke tennislegendes in de USA van die tijd. Na een reeks van verliezen tegen top-geplaatste speelsters tijdens verscheidene wedstrijden in de USA, gooide Billie Jean in 1961 hoge ogen tijdens het sportnieuws. Zij, samen met Karen Hantze Susman, was het jongste duo ooit dat het vrouwen dubbelspel van Wimbledon won. Tijdens haar studies bleef BJ King aan toernooien deelnemen. Om de

eindjes aan elkaar te knopen, werkte ze ook als tennisinstructeur. In deze periode huwde ze de rechtsstudent, Larry King. Haar grote sportieve inzet werd uiteindelijk beloond in 1966 toen ze voor het eerst de vrouwen singles won op Wimbledon. De twee daarop volgende jaren heeft ze deze titel ook succesvol verdedigd. In 1967 won ze de US Open en de Australian Open. In 1969 stond ze nummer één op de wereldranglijst van de vrouwen en werd ze professioneel tennisspeelster. Bekend om haar snelheid, netspel en feilloze backhand, blonk BJ King regelmatig uit als winnares in het enkelspel en het dubbelspel. In 1972 won ze de US Open, Roland Garros en Wimbledon. Drie Grand Slam-titels in één jaar.

Activist en innovator

Nooit verlegen haar mening te zeggen, schokte BJ King de goegemeente van het tennis door te zeggen dat het wel eens tijd werd om het prijzengeld van de toernooien voor mannen en vrouwen gelijk te trekken. In 1970 sloot ze zich aan bij de gloednieuwe Virginia Slims Tour, een toernooi alleen voor vrouwen. In 1971 werd ze de eerste vrouwelijke atleet die in één jaar tijd boven de 100.000 US dollars aan prijzengeld

14 |

Vakbond in Beweging 86

had verdiend. Tegelijkertijd bleef ze de vinger aan de pols houden en ijveren om de loonongelijkheid tussen vrouwen en mannen ongedaan te maken. In 1973 kwam er een keerpunt. Via de Women’s Tennis Association en haar positie als gevierde en bekende speelster dreigde ze met een boycot van de US Open indien het prijzengeld niet gelijk zou zijn. Haar eisen werden ingewilligd en het US Open toernooi van 1973 was het eerste toernooi ooit waar mannen en vrouwen hetzelfde verdienden.

Battle of Sexes

De “Battle of sexes” is een titel gegeven aan drie opmerkelijke tenniswedstrijden tussen een mannelijke en een vrouwelijke speler. De eerste wedstrijd was tussen Bobby Riggs en Margaret Court. De tweede was een ontzettend druk bekeken nationale televisiematch tussen Riggs en Billie Jean King. En de laatste wedstrijd was tussen Jimmy Connors en Martina Navratilova. Bobby Riggs was een voormalig Wimbledon winnaar die na zijn eerste “Battle of sexes” er niet alleen een hoog machogedrag aan over hield, maar ook een hevige “mannelijke” fanclub. Haar drang voor gelijkheid tussen mannen en


vrouwen in het tennis, maakte dat BJ King het volgende doelwit werd van Bobby Riggs tijdens de tweede ”Battle of sexes”. Hij was van mening dat het vrouwentennis inferieur was aan het mannentennis en wilde dit ook bewijzen. Voor BJ King was die wedstrijd meer dan alleen het verslaan van Bobby Riggs. Ze was een vrouwenactiviste en geloofde in gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het ging over respect. Ze zei: “Ik dacht dat het ons 50 jaar terug zou katapulteren in de tijd indien ik die wedstrijd niet zou winnen”. Ze wist dat al het harde werk dat er reeds gedaan was zou worden weggeveegd. “Indien ik zou verliezen dan zou ik de Women’s Tour compleet belachelijk maken en de eigenwaarde van de andere tennisvrouwen met de grond gelijk maken”. Zuiver op tactiek en dankzij haar techniek versloeg ze Bobby Riggs in drie sets voor een geschat TV publiek van 50 miljoen kijkers.

kwam heeft BJ King zich als eerste prominente atlete geout als lesbische vrouw. Ze verloor hierdoor heel wat bijval bij het publiek, maar werd tegelijkertijd een fakkeldrager bij de LGTB-gemeenschap (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender Community). Ze scheidde van haar man in 1987 en vestigde zich in een lange-termijn relatie met oud-tennisspeelster Ilana Kloss. BJ King bleef nauw verbonden met de sport gedurende de jaren ‘90. Ze werd gevraagd als sportcommentator en ze diende als aanvoerder van het Amerikaanse tennisteam op de Olympische Zomerspelen van 1996 en 2000. En in 2006, werd de plek waar

de US Open doorgaat ter hare eer omgedoopt tot de USTA Billie Jean King National Tennis Center. Ze is ook lid van de raad van bestuur van de Women’s Sports Foundation. Tot de dag van vandaag blijft ze zich inzetten voor de gendergelijkheid en is ze geëerd door een hele rits gerenommeerde organisaties. Ze heeft onder meer de Presidential Medal of Freedom in 2009 ontvangen. Ter nagedachtenis van haar goeie vriend Arthur Ashe, is ze ook directeur van de Elton John AIDS Foundation en het National AIDS Fund. PD

De post-tennis periode

Na een turbulente periode in haar privéleven, hield BJ King haar tenniscarrière voor bekeken in 1990. Voordien was ze in een rechtszaak verwikkeld met haar personal trainer die een vrouw was en tevens haar geliefde. Toen dit in de pers

Naar de opera met LINX+ OTELLO in de Opera van Antwerpen dinsdag 23 februari 2016

De opera “Otello” van Guiseppe Verdi is ongetwijfeld het hoogtepunt van het Italiaanse muziekdrama aan het einde van de 19de eeuw. Verdi slaagde erin het Shakespeare verhaal te verwerken tot een opera die de innerlijke ondergang van een held in muziek weet te verklanken. “Otello” is niet alleen het verhaal over een jaloerse geliefde die tot wanhoop wordt gedreven, maar vooral het drama van een existentieel ontredderd persoon. Het gaat over een held die zich in een vijandige omgeving heeft opgewerkt tot de hoogste posities, maar nu door diezelfde omgeving wordt genekt. Regie: Michael Thalheimer Taal: Italiaans met Nederlandse boventiteling Wanneer? dinsdag 23 februari 2016 van 20.00u tot 23.00u inclusief pauze Waar? Frankrijklei 3, 2000 Antwerpen. Prijs: 24 euro per persoon Info en inschrijvingen: Adviespunt | Ommeganckstraat 35 (1e verdieping) | 2018 Antwerpen | T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan enkel met Bancontact of via overschrijving op het rekeningnummer BE20 1325-2019-3156

15 |

Vakbond in Beweging 86


INTERVIEW

Miranda Ulens

Waarom Miranda Ulens syndicalist is ‘Pakkend is dat. Duizenden mensen met maar één bekommernis: heb ik morgen nog een job’ Een interview

Vorig jaar vervoegden drie personen het federaal secretariaat van het federaal ABVV. In het vorig nummer van Vakbond in Beweging spraken we met Estelle Ceulemans. In het volgende nummer komt Marc Goblet aan het woord. En vandaag maken we kennis met Miranda Ulens VIB: Stel: je stapt een overvol Bondsgebouw in Antwerpen binnen. Wat is de ‘eerste indruk’ die de aanwezigen van je zouden hebben? En klopt die ook met wie jij bent? Miranda Ulens: Het is eerst en vooral moeilijk om te oordelen welk de ‘eerste indruk’ is die iemand anders van je heeft (lacht)

Ik veronderstel dat men een rustige, stevige vrouw ziet, luisterbereid, positief en open naar de mensen toe. Ik sta inderdaad met mijn 2 voeten stevig op de grond. Ik hecht er belang aan om te weten wat er leeft bij de anderen. En ik probeer om het glas altijd halfvol te zien. Echter, soms, kan ik redelijk hevig uit de hoek komen, vooral als mijn geduld op is.

16 |

Vakbond in Beweging 86

Hoe ziet een gemiddelde werkdag van een federaal secretaris eruit? De gemiddelde werkdag is een combinatie van intern overleg in onze vakbond, voorbereiden en bestuderen van dossiers en externe contacten en onderhandelingen. Meestal zit de agenda bomvol, maar die moet wel heel flexibel zijn in functie van de actualiteit.


Je hebt er reeds een lange carrière opzitten. Je was vakbondssecretaris in de sector financiën toen in 2008 de financiële crisis toesloeg en diverse banken aan het wankelen bracht. Wat was toen de belangrijkste opdracht voor jou, wat wou je toen vooral realiseren? Mijn belangrijkste opdracht toen was om ervoor te zorgen dat onze leden in die bedrijven en het personeel op het terrein zo goed mogelijk verdedigd werden. Zowel wat hun job betrof als hun arbeids- en loonsvoorwaarden. Ik hield ervan om leden- of personeelsvergaderingen te organiseren. Eentje die ik niet zal vergeten, was die van de toenmalige Fortis Bank: wij organiseerde 2 Nederlandstalige en 2 Franstalige sessies. Er kwamen duizenden personeelsleden naar toe. Allen hadden als enige kommernis: ‘heb ik morgen nog een job?’ De pers kon het grote auditorium niet binnen, zo bomvol was het. Dat zijn zo van die momenten dat je weet waarom je als syndicalist actief bent en opkomt voor tewerkstelling en sociale bescherming. Heel pakkend was dat toen. We hebben indertijd tientallen dossiers gehad: sluiting, herstructurering, onderhandelingen over de herziening van de arbeids- en loonsvoorwaarden. Gelukkig waren we met meerdere vakbondssecretarissen en kon ik rekenen op een hechte ploeg in Brussel en op goeie collega’s in onze vakbond om dit op te volgen.

jammer genoeg stellen van niet. In de contacten met de Belgische vertegenwoordigers merken we wel het bewustzijn op dat het anders kan en moet, maar er zijn quasi geen Belgische banken meer. De tijd dat de openbare kredietinstellingen als opdracht kregen om te werken voor de Belgische burger en dit organiseerden ‘zoals een goede huismoeder’, is voorbij. De financiële wereld is een harde business en internationaal georganiseerd. Ik vrees dat we waakzaam moeten blijven en het regelgevende kader, zowel op Belgisch als op Europees niveau, moet duidelijk uitgewerkt worden. Welke ‘competenties’ neem je uit die periode mee in je huidige syndicale werk?

Een syndicale strategie ontwikkelen op basis van onze principes, van de echo’s van het terrein en van de context. De kunst om compromissen te sluiten. Duidelijke afspraken maken en respecteren. Je houden aan je woord. Jezelf weer oprapen bij een tegenslag en de dag nadien er opnieuw met volle moed tegenaan gaan.

Elk verstandig mens weet dat hij of zij steunpilaren nodig heeft om te kunnen groeien. Wie was/waren jouw mentor(en)? Aha (lacht) ! Dat zijn er meerdere! Ik ga ze echter niet bij naam noemen, want misschien vinden ze dat niet zo leuk. Discretie in mijn functie is

Tot vandaag nog worden onze leden in de financiële sector geconfronteerd met de financiële crisis, niet alleen als werknemers, maar ook als burgers en belastingbetalers. De onderhandelingen die ik in die periode heb gevoerd en de lessen die ik hieruit heb getrokken, komen me nu héél goed van pas, in mijn nieuwe functie. Heeft de bankensector voldoende lessen getrokken uit die crisis? Zolang de financiële sector gedreven wordt door winstbejag en rendementsdoelstelling van 2 cijfers ( meer dan 10% ), moet ik

17 |

Vakbond in Beweging 86

ook een goede deugd. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om naar mensen met ervaring te luisteren, om wijze woorden mee te nemen èn nogmaals, om te luisteren naar wat er leeft op het terrein. Die combinatie is goud waard. En mijn moeder die me altijd herhaalde dat een vrouw autonoom moet zijn, dat ze hierdoor pas aan een echte toekomst kan bouwen. Ik heb haar wijze woorden niet in de wind geslagen.

Waar ben je als federaal secretaris verantwoordelijk voor, zowel binnen als buiten de organisatie? Mijn hoofdopdracht is de sociale dialoog in de Nationale Arbeidsraad. Hierin worden concrete adviezen gegeven over sociale vraagstukken (bijvoorbeeld over discriminatie op de werkvloer), collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten (bijvoorbeeld over telewerk ), enzovoort. Dat is echt de basis van concreet syndicaal werk en dat vind ik heel leuk. Dit omvat zowel extern overleg met patronale organisaties, met de regering of het parlement, als intern overleg met de verschillende beroepscentrales, steunend op het uitstekende studiewerk van onze studiediensten.

Daarenboven krijg ik de kans om ook de interprofessionele werking van ABVV Limburg mee op te volgen, waarbij het hele luik rond de dienstverlening van de werkloosheid centraal staat.


Verder geef ik een speciale aandacht aan de genderproblematiek, als rode leidraad doorheen de dagdagelijkse taken en de zogenaamde “toekomst”dossiers: zoals de kwaliteitsvolle jongerentewerkstelling en de sociale verkiezingen van 2016. Je vertegenwoordigt het ABVV in de Nationale Arbeidsraad en in allerhande commissies. Wat is je visie op het sociaal overleg van vandaag? Hoe realiseer jij de standpunten van het ABVV op de plaatsen waar de knopen worden doorgehakt? Het sociaal overleg vandaag loopt wat stroever, maar werkt toch nog. Immers, in de NAR zijn de dossiers zeer gericht op het dagdagelijkse arbeidsleven en slagen we erin

om op regelmatige basis tot een unaniem advies van vakbonden en werkgeversfederaties te komen. Ter informatie, op een 10-tal maanden tijd werden een 8-tal cao’s afgesloten. Ons werk in de NAR staat minder in het oog van de mediastorm en dat helpt. Toch lopen de discussies met de werkgeversvertegenwoordigers wat stroever en moeten we daarenboven vaststellen dat onze moeilijk bereikte akkoorden soms niet gerespecteerd worden door de huidige regering. Dit leidt tot veel wrevel, zowel aan werknemers- als aan werkgeverskant. Het is dom van de regeringsleden om een goed werkend sociaal overleg, dat toch een basis is voor stabiliteit en economische en sociale groei in dit land, aan de kant te schuiven.

Het ABVV staat ondanks alles nog steeds bekend als een mannenbastion. Waarin ben je als vrouw een andere federaal secretaris dan je mannelijke collega’s? Anders door minder haantje-devoorste te zijn – lacht: toch wel een frappante uitdrukking dat ‘haantje’. Anders: door me meer in te leven in wat de andere zegt of wilt. Anders: door een andere aanpak van de dossiers.

Maar gelijk in de syndicale analyse. Gelijk: in de overtuigingskracht. Gelijk: in het karakter om nooit op te geven. Vrouwen en mannen, samen in onze vakbond, dat is de beste weg om ons doel te bereiken.

Je sprak je al herhaaldelijk uit over vrouwenrechten. Waarom vind je dit belangrijk? Waar liggen hier de grootste uitdagingen voor het ABVV als vakbond én als werkgever? We zitten nog teveel in een rollenpatroon waarbij van de vrouw verwacht wordt om specifieke taken op zich te nemen. Ook nog in België en ook nog in het jaar 2015. Terwijl vrouw en man gewoon gelijk zijn en zo zouden moeten behandeld worden. Immers, door die dagelijkse verschillen bouwen vrouwen minder sociale rechten op, hebben ze minder loon of hebben ze op het einde van de rit minder pensioen. Waardoor ze niet de kans hebben om volledig autonoom te zijn en eigen keuzes te kunnen maken. En dat is niet eerlijk en niet juist.

Je bent federaal verantwoordelijke voor de sociale verkiezingen. Een heel belangrijke opdracht, die dit werkjaar alle aandacht moet krijgen. Wat wil je realiseren? Waar moet er volgens jou verandering in komen?

18 |

Een vakbond als de onze is meer dan ooit nodig, daarom moeten we ons steeds weer versterken. Daarenboven, als je representatief wil zijn, is het belangrijk dat de delegaties een weerspiegeling zijn van de werkvloer: vrouwen en Vakbond in Beweging 86


mannen, jong en oud, arbeiders, bedienden en kaderleden, Belg en niet-Belg. Dit is een pure win-win situatie. De werknemers weten dat hun rechten door een sterke vakbond worden verdedigd; een vakbond die ook in maatschappelijke kwesties voor solidariteit, democratie, gelijkheid en rechtvaardigheid streeft. En wij, van onze kant, kunnen rekenen op een stem van het terrein waardoor we weten wat er op de vloer leeft. Daarenboven zijn er de uitdagingen naar de toekomst: jongeren aan een job helpen, de ouderen een waardige eindeloopbaan geven en iedereen werkbaar werk. Dat gecombineerd met de technologische vooruitgang, de diversiteit op het terrein, de internationalisering…. 3 grote dossiers waarvoor ik de handen uit de mouwen wil steken om de sociale bescherming zo optimaal mee uit te bouwen.

Je bent verkozen voor een mandaat van vier jaar. Wat wil jij bereiken tegen het volgende congres. Wat zijn je targets en je ambities ? Op welke terreinen wil jij verandering realiseren?

zondagochtendwandeling in het Zoniënwoud, naar een lekker etentje met diegenen die ik graag zie of een zaterdaguitstapje back to the roots in Zuid-Limburg tot een leuk rock- of soul-optreden.

Verjonging. Vernieuwing. Diversiteit in alle aspecten. Een goed georganiseerde vakbond die niet alleen de punctuele problemen behandelt, maar ook de dossiers op lange termijn aanpakt. Aan een vakbond meewerken die enthousiasme opwekt bij de achterban om zo de onrechtvaardigheden in onze maatschappij recht te trekken.

En als je tijd hebt om te lezen: wat zijn je favoriete boeken? Je favoriete muziek?

Als afsluiter: een mens is ook meer dan met haar werk bezig. Dat hopen we althans voor jou. Je job is bezwaarlijk rustig te noemen. Wat doe je om stoom af te laten?

Voor de ontspanning: een spannende film van Alfred Hitchcock of een serie zoals Borgen bekijken, een bloedstollend boek van Stephen King of de Val der Titanen van Ken Follett lezen of een cd beluisteren van Massive Attack, Sade of Bonnie Raitt. Zoveel te doen, zo weinig tijd …. Of gewoon een leuke babbel met de mensen die ik graag zie, meer moet dat niet zijn.

Dat varieert van 5 km lopen op de loopband, over een leuke

Korte levensloop Geboren op 25 januari 1969 Loopbaan: • • • • • • • •

Sinds 24 oktober 2014: federaal secretaris ABVV Sinds 2013: verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de bediendencentrale in Brussel Halle Vilvoorde en politiek woordvoerster voor BBTK Halle Vilvoorde in ABVV Vlaams Brabant 2012: vakbondssecretaris verantwoordelijk voor de sector diensten (ai) te Brussel Halle Vilvoorde 2006: vakbondssecretaris verantwoordelijk voor de sector financiën te Brussel 1/1/2003: start als adjunct secretaris voor de sector financiën te Brussel 1997 - 31/12/2002: medewerkster op de vormingsdienst Gemeentekrediet en nadien in kaderstage bij Dexia 1993 - 1997: commercieel loketbediende bij Gemeentekrediet 1992-1993: stagiaire als administratieve bediende bij de afdeling internationale betalingen bij Gemeentekrediet

Mandaten sinds 2013: • Lid van het Federaal Uitvoerend Comité van BBTK • Lid bestuursinstanties ABVV-Brussel en ABVV-Vlaams Brabant Diploma’s: • • • • •

1998-2001 licentiaat bestuurswetenschappen VUB te Brussel 1996-1998: kandidaat sociologie VUB te Brussel 1989-1992: graduaat financiën P.H.H.I. te Hasselt 1987-1989: 1e en 2e kan rechten KUL Leuven (niet afgerond) 1981-1987: Latijn Grieks H. Grafinstituut te Sint-Truiden.

19 |

Vakbond in Beweging 86


Unieke Amerikaanse affiches uit WOI in Letterenhuis te Antwerpen

In een unieke tentoonstelling ‘On the Job for Victory’, stelt het Letterenhuis affiches tentoon waarmee de Amerikanen tijdens de Groote Oorlog door hun overheid tot spaarzaamheid en vaderlandsliefde werden aangemaand. De Verenigde Staten van Amerika verklaarden op 6 april 1917 de oorlog aan Duitsland. Met prachtige propaganda-affiches werden de Amerikanen gestimuleerd om de oorlogsinspanningen mee te financieren, meer nog, om dienst te nemen in het leger, of werden ze opgeroepen om te werken voor de oorlogsindustrie. Weer andere affiches vragen om spaarzaam om te gaan met voedsel en kostbare grondstoffen of om geld in te zamelen.

Het archief van het Letterenhuis bezit een collectie van meer dan 50 000 unieke affiches waaronder meer dan honderd Amerikaanse oorlogsaffiches uit de Eerste Wereldoorlog die de kunstenaars en verzamelaars Gerard Portielje (1856-1929) en Jules Baetes (18611931) in 1919 aan de stad Antwerpen schonken. Uit deze collectie werd de tentoonstelling ‘On the Job for Victory’ samengesteld met realisaties van ondermeer affichekunstenaars als James Montgomery Flagg, Joseph Pennell, Herbert Paus, Joseph Christian Leyendecker en Howard Chandler Christy. De tentoonstelling werd onderverdeeld over zeven thema’s: mobilisatie, scheepsbouw, energie, financiering, het Rode Kruis, voeding en thuiskomst. Van de Vlaming Jozef Paul Verrees (Turnhout 1889 – Westmalle 1942) is de affiche ‘Can vegetables, fruit and the Kaizer too’ in de tentoonstelling opgenomen. De affiche moedigt niet alleen aan tot conserveren van groenten en fruit maar spot gelijktijdig met Keizer Wilhelm en verwijst naar geruchten van kannibalisme bij de Duitsers. P. J. Verrees, die aan de Academie en het Nationaal

20 |

Vakbond in Beweging 86

Hoger Instituut te Antwerpen studeerde, kwam na een verwonding in het begin van de oorlog via Schotland in 1915 in de Verenigde Staten terecht en werd er bekend als tijdschriftillustrator. Later zal hij zich in Westmalle vestigen en wordt in 1929 directeur benoemd aan de Academie van Turnhout. ‘On the Job for Victory’, unieke Amerikaanse affiches tijdens de Groote Oorlog nog tot en met 30 januari 2016 in het Letterenhuis, Minderbroederstraat 22 te Antwerpen. Te bezoeken van dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 16.30 uur uitgezonderd op maandag, vrijdag en zondag. Frank Van Dessel


21 |

Vakbond in Beweging 86


HART BOVEN HARD

Knagen aan cultuur

Het was een sterk beeld, deze zomer: tientallen artiesten en cultuurliefhebbers die met het water aan de lippen in zee gingen staan. Was het aanstellerij van gesubsidieerde luieriken? Wel integendeel: ook in de cultuursector knagen besparingen aan de kwaliteit en de leefbaarheid van ieders werk. Nog onheilspellender is wat onder water verborgen blijft: de minder zichtbare effecten van het huidige beleid. Hoe zich daartegen wapenen?

22 |

Vakbond in Beweging 86


De actie van 8 augustus, op het strand van Oostende tijdens Theater Aan Zee, kwam er na een stille beslissing van Sven Gatz in het (vergeet)putje van de zomer. ‘Omdat het geld op is’, besliste de cultuurminister om slechts 2 op 5 positief beoordeelde artistieke projecten en individuele kunstenaars ook daadwerkelijk financieel te steunen. De minister heeft dat recht, maar het is nog nooit eerder zo rigoureus gebruikt. Je zou zijn keuze kunnen vergelijken met voetbalploegen die een match winnen, maar geen drie punten krijgen. Of met verkiezingen waarbij slechts 2 op 5 politici met genoeg stemmen ook echt naar de gemeenteraad mogen. Zo zette Gatz met één pennentrek 80 kunstenaars en projecten in de kou, samen goed voor 1,8 miljoen aan niet toegekende middelen. Tegelijk gaf hij wel subsidies aan 7 projecten met een negatief advies. Is dat de nieuwe interpretatie van een efficiënte Vlaamse overheid? Op het terrein konden de gedupeerden weer naar hartenlust gaan snijden in eigen vel.

Verschillende geplande projecten werden afgevoerd. Wie toch besliste om door te gaan, schrapte dan maar zijn eigen loon, of zijn decor, of een stuk van zijn repetitieperiode met acteurs of muzikanten. Dat is het probleem met ministeriële beslissingen. De minister heeft er zelf doorgaans weinig last van. De gedwongen zelfverminking gebeurt elders.

Niet toevallig waren weer de kleinere kunstenorganisaties en de individuele kunstenaars de pineut. Ze kunnen niet terugvallen op een jaarsubsidie zoals het Toneelhuis of het Vlaams Symfonieorkest, maar krijgen enkel geld per project, of een bescheiden beurs als kunstenaar.

Zij zijn het ‘klein grut’ van het kunstenveld, maar zorgen mee voor de vernieuwing, voor een frisser kunstenveld in de toekomst. Herkent u de rode draad? Net als in vele andere domeinen zijn het vooral de laagste sporten van de ladder waarin gezaagd wordt. Het zijn de meest kwetsbaren die de rekening van de bankencrisis en het Europese soberheidsbeleid betalen.

23 |

Vakbond in Beweging 86

Schaverij-politiek Officieel heet het natuurlijk anders. Officieel wil Sven Gatz net extra inzetten op een goede verloning voor kunstenaars. Zo vroeg hij de kunstenorganisaties met een vaste subsidie om meer middelen vrij te maken voor hun vergoeding en ondersteuning van kunstenaars. Op 20 oktober liet hij in De Morgen optekenen dat hij minder wil inzetten op Vlaamse ‘topstukken’ (belangrijk erfgoed zoals schilderijen), en dat miljoen per jaar liever extra wil investeren in kunstenaars, bijvoorbeeld via de aankoop van nieuw werk door musea. Maar of en hoe dat zal gebeuren, is veel minder duidelijk dan de beslissingen die bij kunstenaars in de portemonnee gaan zitten. Daar vallen onze bewindsvoerders wel vaker op te betrappen: de besparingen komen met onmiddellijke ingang, de beloftes op beterschap zijn voor de (verre) toekomst. Zo verkocht Gatz ook zijn besparing van 7,5% op alle kunstenorganisaties, een van zijn eerste beleidsbeslissingen in het


najaar van 2014. ‘Vanaf 2017 zal de economie weer aanzwengelen en wordt het beter.’ Een jaar later liet hij weten dat er voor de nieuwe grote subsidieronde voor ruim 250 theatergezelschappen, muziekensembles, beeldende kunstorganisaties, kunst-educatieve en sociaal-artistieke werkingen slechts 91 miljoen beschikbaar is (tegenover 98 miljoen onder Joke Schauvliege). Dat bedrag geldt van 2017 tot en met 2021. Later wordt het beter? Integendeel, de herhaalde kaasschaaf wordt structureel bestendigd. In de kunstensector houdt iedereen zijn hart vast voor de uitkomst van deze ronde in juni 2016. De kans is groot dat er meerdere organisaties zullen verdwijnen.

De kunstenkloof

Tegelijk wordt de kloof tussen groot en klein groter. Bovenaan de piramide staan de grote instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, zoals deSingel, de AB of de musea M HKA en KMSKA. Zij kregen slechts 2,5% besparing op het bord. Gatz en de Vlaamse Gemeenschap maken er immers geen geheim van dat

ze van deze vuurtorens de grote uithangborden willen maken van de Vlaamse kunsten, en dat die andere dynamieken onder dak nemen. In het brede ‘middenveld’ daarentegen – zoals middelgrote theatergezelschappen – zal er gewied worden, zegt Gatz. In Nederland hebben we na de besparing van 200 miljoen in 2011 al gezien tot wat dat heeft geleid: productiehuizen die stuk voor stuk geen subsidies meer krijgen, zodat jong talent nu veel minder plek heeft om met voldoende begeleiding aan hun oeuvre te beginnen werken. Deze talentontwikkeling is nu toegewezen aan de grote huizen, terwijl zij daar amper voor toegerust zijn. In Vlaanderen dreigt zo’n politiek juist weg te snijden wat onze kunsten zo aantrekkelijk maakt in het buitenland: hun spontane diversiteit, hun veelzijdige relaties tussen groot en klein, hun spontane wisselwerking tussen experiment en groot publiek. Die vruchtbare mozaïek dreigt nu te verschralen. De kunst zelf zal onverrichterzake volgen. Onderaan de piramide staan de (freelance) kunstenaars. Onderzoek

24 |

Vakbond in Beweging 86

na onderzoek over hun inkomen bevestigt dat het merendeel in heel precaire situaties leeft en werkt. Zo toonde een recente rondvraag van cultuurtijdschrift rekto:verso aan dat de helft van de professionele beeldende kunstenaars met hun artistieke praktijk niet meer verdient dan 10.000 euro per jaar, terwijl het minimumloon in België is vastgelegd op 17.200 euro. Slechts 20% van de kunstenaars omschrijft hun situatie als comfortabel. Voor 48% is de situatie de jongste jaren verslechterd, 33% is omwille van financiële redenen met goedkopere materialen gaan werken, en 20% stopte met de huur van werkruimte. Hoe dat komt? Niet alleen door de financiële crisis, maar omdat beeldend kunstenaars bijna nooit betaald worden voor de presentatie van hun werk in tentoonstellingen in musea. ‘Wij zijn de enige beroepsgroep die bijbanen heeft om zijn werk te financieren’, aldus één respondent van het onderzoek van rekto:verso.

Van het vlees naar het bot

Dat is het perverse effect van de besparingen: ze worden altijd doorgerekend naar een lager


niveau. Van Europa naar België, van België naar Vlaanderen, van Vlaanderen naar de gemeenten. Zo werkt het ook in de kunstensector. Als een kunstenhuis 7,5% moet besparen, knipt het makkelijker in zijn flexibele artistieke budget (met o.a. vergoedingen voor freelance kunstenaars) dan in zijn eigen personeelsstructuur.

Toch staat nu ook die structuur sinds de jongste besparingen onder druk, zo leert informatie van Overleg Kunstenorganisaties (oKo). Er wordt niet langer alleen in het eigen vlees gesneden, maar ook in het eigen bot. Meerdere kunstenorganisaties plooien terug op hun kerntaken en zijn zelfs tot ontslagen gedwongen. ‘Jobs, jobs, jobs’ geldt alvast niet voor de kunstensector. De belofte van de regering om niet te raken aan de loonkosten van organisaties bleek ronduit naïef, dan wel kwaadwillig. Niet alleen de kunsten, ook het sociocultureel werk heeft zijn middelen de jongste vijf jaar stelselmatig ingeperkt zien worden. Zo berekende belangenbehartiger FOV dat er sinds 2011 een goede 14 miljoen is bespaard op het decreet Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk, of 12% tot 40% per organisatie. Het verleidde FOV in een van zijn communiqués tot het welbekende

beeld van de kokende kikker. Gooi je een kikker in kokend water, dan springt hij er prompt weer uit. Maar voer je de temperatuur van zijn bad langzaam op, dan blijft hij zitten en sterft hij. Dat scenario stopt trouwens niet bij de grenzen van cultuur.

Toen FOV bij zijn leden vroeg naar het effect van de tanende koopkracht van zijn gestaag beknibbelde organisaties, luidde de slotsom: ‘68 % van onze organisaties deed de inkomsten van grafici, drukkers ,… verminderen. Bijna een derde deed minder een beroep op externe consultancy. De helft zette een knip op de beugel voor de aankoop van kantoormateriaal. Ook voor zaalverhuur en horeca hadden de besparingen effecten: een kleine helft van de organisaties bespaarde hier bewust op.’ Dat is nu eenmaal de ziekte van besparingen: ze zijn besmettelijk. Ze halen ook zuurstof weg bij kmo’s, bij bedrijven, in de economie.

Kleiner Vlaanderen

Nochtans is die financiële schaaf maar het zichtbare topje van de ijsberg. Onder water voltrekken zich meer ideologische bewegingen die knagen aan de culturele wortels

25 |

Vakbond in Beweging 86

van Vlaanderen. Neem de beslissing van de Vlaamse regering om zeven decreten lokaal beleid te schrappen. Via het decreet lokaalbeleid paste de Vlaamse overheid altijd het laatste stukje bij van de cultuurfactuur van gemeenten, tegen bepaalde kwaliteitsvoorwaarden voor de lokale bibliotheek, het cultuurcentrum, de cultuurbeleidscoördinator, enzovoort. Die Vlaamse regelgeving is nu afgeschaft, het geld wordt overgeheveld naar het Gemeentefonds. Voortaan kunnen lokale besturen het geld gebruiken naar eigen goeddunken. Willen ze er hun schulden mee afbetalen, in plaats van hun bibliotheek goed te blijven bemannen? Ze doen maar. Willen ze er de winkelstraat mee renoveren, in plaats van jeugdtheater te blijven voorzien in het cultuurcentrum? Het kan voortaan allemaal. Natuurlijk gaan gemeenten niet meteen hun culturele kraan dichtdraaien, maar ze hebben er de afgelopen jaren wel allemaal de knip opgezet, voor minstens 10%. Eén gevolg is dat gesubsidieerde theatergezelschappen steeds minder aan de bak komen in cultuurcentra. Sommige hebben hun speellijsten over het land zelfs zien halveren: alweer minder inkomsten, alweer minder mensen die van theater kunnen genieten.

Want ook in de gemeente geldt: de financiële rekening komt vóór het belang van kunst en ontspanning, vóór het belang van publieke voorzieningen. Zo berekende Belfius dat er de jongste twee jaar onder gemeentelijke ambtenaren 6000 fulltime banen zijn afgevoerd. In vele bibliotheken en cultuurcentra geldt niet-vervanging als prioritair personeelsbeleid. Van zo’n klimaat van korter, kleiner en sneller is de


trage kwaliteit van cultuur zelden beter geworden. Daarbij komt de afschaffing van de provincies voor cultuur. De ondersteuning van provinciale prijzen, koorwedstrijden, amateurgroepen, bibliotheken, grote culturele instellingen als De Warande: wie zal ze in de toekomst verzorgen, als de provincies dat niet meer mogen doen?

Minister Gatz maakt zich sterk dat alle bestaande middelen en verantwoordelijkheden netjes overgeheveld zullen worden naar gemeenten of de Vlaamse Gemeenschap, maar op het terrein zal je weinig betrokkenen vinden die er echt gerust in zijn. Verschillende provincies hebben hun investeringen in cultuur al stiekem afgebouwd, om die middelen elders te kunnen overhouden. Bovendien zal tussen het Vlaamse en het lokale niveau zo’n bestuurlijke kloof gaan gapen dat men er na 2017 gegarandeerd weer een nieuw niveau voor zal invoeren, dat verdacht veel op de provincies zal lijken. Efficiënt bestuur?

Nieuwe allianties

Valt tegen die gestage afbouw en verschraling iets te doen? Klaagzangen zullen weinig zoden aan de dijk brengen. Die dijk versterken zal moeten gebeuren met nieuwe allianties. Neem de samenwerking tussen vakbonden en de cultuursector: behalve rond de arbeidsrechten van cultureel personeel lijken het nog altijd twee gescheiden werelden, met aan weerszijden hardnekkige clichés. Nochtans liggen er vele mogelijkheden tot inhoudelijke versterking open. De verbeelding van kunstenaars zou de sociale strijd creatiever

kunnen maken, zou de negatieve publieke perceptie van de syndicale strijd kunnen helpen keren. De stevige basis van de vakbonden zou een verschil kunnen maken voor de precaire situatie van vele freelance kunstenaars, die er nooit zelf zullen in slagen om zich goed te organiseren.

Bovendien zit bij vakbonden veel maatschappelijke kennis verzameld waar een jongere generatie kunstenaars op zoek naar is. Een toneelvoorstelling over arbeid, een tentoonstelling over sociale strijd anno 2015: zowel kunstenorganisaties als vakbonden zouden elkaar daar kunnen versterken. Dat hoeft geen fantasie te blijven.

In het zomernummer van rekto:verso deed Rudy De Leeuw in gesprek met Rachida Aziz en Pieter De Buysser de oproep ‘dat kunst en vakbond samen dingen kunnen doen.’ In Nederland nam de Vakbond van Schoonmakers (FNV Bondgenoten) kunstenaar Matthijs de Bruijne in dienst om samen met zijn leden een Afvalmuseum vorm te geven, waarmee ze een nieuwe syndicale identiteit ontwikkelden voor de buitenwereld.

Zo’n samenwerking zal niet meteen de besparingen keren, maar wel de banden helpen aanhalen die vandaag broodnodig zijn om politiek front te vormen.

introvert

telkens ik jou aankijk en dan zie hoe ik mij verweven weet met jouw blik en die als het magma van mijn ziel even zwijgzaam is als bedampt weet ik dat we zijn zoals we altijd waren - ondeelbaar of, als van een lier: het boeiend samenspel van de snaren gelijk lopend, gelijk trillend, maar als bij wonder: toch gestemd - als jij en ik

lier - oud snaarinstrument

f.j. robson

Als het neoliberalisme erop uit is om mensen uiteen te spelen, is samenwerking het eerste verzet.

Wouter Hillaert is freelance cultuurjournalist, coördinator van cultuurtijdschrift rekto:verso en woordvoerder van Hart boven Hard.

Volg ons op Facebook Aankondigingen, foto’s, video’s, persberichten van ABVV-regio Antwerpen. Je vindt ze op: www.facebook.com/ABVV.regio.Antwerpen

Volg ons op Twitter wees onmiddellijk op de hoogte van de activiteiten, acties, standpunten en dienstverlening van het ABVV in de regio Antwerpen. l Volg ons op www.twitter.com en je bent als eerste mee: @abvvantwerpen l Volg ook de tweets van Dirk Schoeters, algemeen secretaris van het ABVV-regio Antwerpen: @Dirkabvvantw

26 |

Vakbond in Beweging 86


ACTUEEL

Klimaatconferentie in Parijs

Zijn we klimaatbestendig? Het klimaat: het wordt pompen of verzuipen, kameraden! De klok tikt ongenadig verder. Het gaat verre van goed met ons klimaat. We moeten, nu meer dan ooit, samenwerken. Alleen zo kunnen we enige verandering bewerkstelligen. De vraag is: is het nog niet te laat?

Eind september namen de dagbladen De Morgen en haar Nederlandse tegenhanger de Volkskrant ons mee naar het jaar 2045. In dat jaar maakt autoconcern Volkswagen niet langer dieselauto’s. Het overleefde de klap van het milieuschandaal ‘dieselgate’ in 2015 niet. Volkswagen verloor heel wat terrein en werd opgeslorpt door elektrogigant Siemens. Hoewel opgeslokt, boette het niet in aan creativiteit en maakt het in 2045 elektrische minitreintjes die passagiers afleveren op individuele bestemmingen. Uber meets De Lijn. Zoiets. Deze nieuwe vorm van collectief vervoer heeft de ontwikkeling van (te dure?) elektrische auto’s overbodig gemaakt. Maatschappelijke onrust; maar verandering? Dat te hoge uitstoot veel beroering veroorzaakt, dat verwondert. Er is iets veranderd. Twintig jaar terug zou de milieufraude van Volkswagen niet zo veel mensen beroerd hebben. En zeker niet wanneer het over koning auto ging. Er is vandaag een kentering gaande. Het is nu wel niet zo dat deze vervuilende schoorsteen op wielen en masse door bevolking buitengegooid wordt. Wat wel zo

verrassend is, is dat onze beurzen en overheden zich beginnen te roeren na deze “dieselgate”. Oh oh, de economie en politiek heeft er genoeg van.

De beurzen bijvoorbeeld zien in dat milieuverloedering ronduit slecht is voor een bedrijf. Wil een ondernemer of bedrijfsleider zijn of haar bedrjf een toekomst geven, dan moet hij of zij hier wat aan doen. Overheden laten ook van hun horen. Zij veroordelen ernstige milieufraude omdat ze merken dat meer en meer mensen een duurzame

27 |

Vakbond in Beweging 86

toekomst eisen voor hun kinderen, kleinkinderen en, kortom, voor hun dierbare groene planeet. Dat valt dus alleen maar aan te moedigen. Een samenleving hoeft niet voor de schade en kosten (gezondheid en milieu) van bedrijven opdraaien en tegelijkertijd gunstige belastingregimes slikken. Dat is gewoon oneerlijk. Het doet je wel de vraag stellen hoe kwetsbaar onze bedrijven zijn voor deze tendens en hoe ze hiermee zullen omgaan want Volkswagen is niet de enige ‘dieselgate’ en niet het enige bedrog.

Een warmere wereld: New Orleans na Katrina “Maar, wacht eens even, was dit geen artikel over klimaat?”, horen we jou de vraag al stellen. Want wat hebben de economie en bedrijfsvoering in hemelsnaam te maken met klimaat? Als je leest over de klimaatopwarming, dan lees je meestal over de volgende dingen: veel te hoge en veel te lage temperaturen, overstromingen, stijgende zeespiegels, mislukte oogsten, klimaatvluchtelingen,


en kibbelende politici op klimaatconferenties.

En ja, daarover zouden we het kunnen hebben. Maar er is meer waar over we het zouden moeten hebben, want in welke mate roosteren de bedrijfsactiviteiten de wereld? Of nog meer, hoe jagen overstromingen gezinnen en verzekeraars de kast op? Heel hoog, zo blijkt. Hoe hoog liggen de kosten wel om ons te beschermen voor de oprukkende zee (door het bouwen van dijken en baggeren van land)? Of denk eens aan het volgende:hoe hard is de prijs van onze dagelijkse kost afhankelijk na mislukte oogsten? Heel afhankelijk.

Ga even mee met ons terug naar een niet zo ver verleden. Tien jaar geleden, op 29 augustus om precies te zijn, ontwrichtte de orkaan Katrina de Amerikaanse stad New Orleans. Gevolg: 3576 doden en 135 miljard dollar schade. Kijk je vandaag naar hoe onze toekomst er deels kan uitzien, wandel vandaag dan eens rond in New orleans. Daar onderga je de klimaatverandering door de verwaarloosde infrastructuur, sociale ongelijkheid, politieke verwaarlozing en jarenlang bezuiningsbeleid aan den lijve. Jaren na de orkaan Katrina is de binnenstad wel heropgebouwd en werden de oude villa’s hersteld. Maar, kijken we naar de cijfers dan zien die er minder rooskleurig uit. Het aantal inwoners in New Orleans is met een kwart gedaald, nog steeds 53 000 adressen blijven verlaten en van de 274 openbare scholen functioneren nog om en bij de 80 scholen (cijfers 2012). Een ecologische ramp loskoppelen van sociale en economische gevolgen is ondoenbaar. Energierevolutie: er zijn alternatieven Maar laat ons met De Morgen en De Volkskrant eens terug een blik werpen op het jaar 2045. Duitsland en Denemarken zijn klaar met hun groene revolutie. Kern- en kolencentrales zijn dicht. Daken zonder zonnepanelen een zeldzaamheid en windmolens onmisbaar. Verlichting en apparaten verbruiken nauwelijks stroom en de warmte in je huis wordt geoogst uit de ondergrond. Industriële

onderneming overal in de wereld gingen geruisloos fossielvrij in 2030 precies zoals tijdens de klimaattop in 2015 werd afgesproken.

Waarom komen beide kranten plotseling met dat bericht over het jaar 2045? Het komt alleszins niet uit de lucht vallen. De journalisten lieten zich inspireren door een rapport van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS – Den Haag), Time to Wake up.

Energiedeskundigen, veiligheidsexperts en politicologen bogen zich over de ‘wat als vraag’: Wat als we de komende 35 jaar alle fossiele brandstoffen de deur uitgooien en gaan voor alternatieven die de wereld niet langer opwarmen? Op zich een vraag die we allemaal zouden moeten stellen. Leuke lectuur maar de HCSS blijft niet even positief in hun uitje naar de toekomst. Maar laten we ons hier de luxe permitteren om aan de positieve kant te blijven steken. En dat is dat alternatieven voorhanden zijn. Sterft, gij oude vormen en gedachten! Overstappen op een economisch model dat de wereld niet langer opwarmt, is mogelijk. Het enige wat nodig is, is een beleid, een politiek, die dit voorstaat. Politici moeten er in geloven en er iets aan doen. Als je het wagenpark wil vergroenen, zal je dus ook de leasingwagens moeten aanpakken. Morrelen aan de werkloosheidsuitkering doet mensen niet zonder hindernis werk vinden. Ze stappen dus eerder de winkelketen Primark binnen, een bedrijf dat de race naar de bodem een nieuwe dimensie geeft.

En dat is net wat we zouden moeten vermijden willen we de omslag maken naar een duurzame economie. We moeten afstappen van een beleid dat onverantwoorde keuzes sociaal als ecologisch vlak blijft bevoordelen. Volgens het Europees Milieuagentschap blijft België op het domein van klimaat één van de meest hardleerse leerlingen in Europa. Onze ministers bakken het dus bruin op dat vlak. Het draagvlak voor verandering moet groter. Vakbonden en werknemers zullen met andere woorden mee instaan

28 |

Vakbond in Beweging 86

om de nodige verandering aan te jagen. Daar zullen we dus zowel in de bedrijven, als op het sociaal overleg op blijven hameren. Waar is de werknemer in 2045? Waar is de werknemer, burger, vakbond in het 2045 van De Morgen en de Volkskrant? Daar zwijgt men over. Wel, laat ons dat dan zelf even doen.

Op 29 november 2015 vindt dus in Parijs de 21ste klimaatconferentie plaats die voor een ware omslag moet zorgen. Na die klimaattop zetten middenveld en sociale bewegingen druk op de pensioenfondsen om investeringen in fossiele industrie te dumpen. Hierdoor stromen miljarden euro’s druppelsgewijs naar een nieuwe duurzame economie, waardoor deze zich globaal sneller zal ontwikkelen. Burgercoöperatieven vonden geld om een wereldwijde energierevolutie te realiseren. De aarde koelt af. De winsten van deze coöperatieven werden niet meer gebruikt om te lobbyen tegen een vooruitziend klimaatbeleid maar werden geïnvesteerd in lokale samenleving, onderzoek, innovatie en verbeteren van arbeidsomstandigheden. Want het gaat om onze toekomst. De klimaattop in Parijs is dus een afspraak om niet te missen. Het is een rendez vous met onze toekomst. Hoe die eruit zal zien is nog steeds koffiedik kijken. Maar anders dan vroeger kunnen wij ze wel mee vorm geven. En daar gaat het juist om. De vakbond is betrokken bij belangrijke aspecten van ons klimaatbeleid en moet daarover meepraten.

Sarah Burrow, Algemeen Secretaris van het Internationaal Vakverbond zet de uitdaging op scherp: “We need not only zero carbon, but also zero poverty for the generations to come.” De grote verandering die er komt mag niet de werknemers, jongeren en kwetsbare groepen ringeloren. Voor wie er geen toekomst is, boezemt elke verandering angst in. We moeten er voor zorgen dat dit niet gebeurt in de aanpak van de klimaatverandering.


Wat is de klimaatconferentie? De klimaatconferenties worden georganiseerd door het UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change). In 2015 vindt reeds de 21e jaarlijkse vergadering van de Conference of the Parties (COP 21) plaats. Deze klimaatconferenties steunen op de conclusies van het wetenschappelijk comité van de Verenigde Naties. De conferentie wordt afwisselend gehouden in verschillende regio’s van de wereld. Dit jaar vindt ze plaats in Le Bourget nabij Parijs van 30 november tot 11 december 2015.

Waarom is er de klimaatconferentie? De bedoeling van deze conferentie is om een wettelijk bindende overeenkomst te sluiten voor het klimaat, en dit voor alle landen ter wereld. Doel is de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren op een niveau waarop een gevaarlijk menselijk verstoren van het klimaatsysteem wordt voorkomen. De afspraken moeten de temperatuurstijging beperken tot 2 graden celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau. De partijen of landen bepalen zelf hun reductiedoelstellingen op basis van nationale omstandigheden en prioriteiten. De vraag blijft of dergelijk compromis mogelijk is.

Prioriteiten van de vakbonden voor COP21 1. Verhoog het ambitieniveau en realiseer het job-potentieel van het klimaatbeleid. 2. Zorg voor klimaatfinanciering en ondersteun de meest kwetsbare landen. 3. Zorg voor een rechtvaardige transitie voor de werknemers en hun gemeenschappen.

In Memoriam Frans Van Rompaey °3/12/1914 - †17/10/2015

Met Frans verliest onze organisatie een syndicalist in de volste betekenis van het woord. Gedurende zijn leven was hij in de weer om zijn gevoel voor rechtvaardigheid, zijn strijdbaarheid en zijn socialistische idealen om te zetten in daden. Frans begon zijn syndicale loopbaan als propagandist bij de syndicale jeugd in 1930 en was tijdens de oorlogsjaren lid van de Anti-Oorlogsliga. Na de tweede wereldoorlog zette hij zich in om de socialistische vakbond nieuw leven in te blazen: eerst als propagandistregiosecretaris, later als secretaris bij de Algemene Centrale waar hij verantwoordelijk was voor de petroleumsector en de bouw. Hij begeesterde en inspireerde, waardoor hij door velen met respect voor zijn daden en warmte door zijn persoonlijkheid zal herinnerd worden. Frans was als syndicalist, als socialist en als mens een voorbeeld voor velen. Veel sterkte aan de echtgenote, familie en vele vrienden van Frans vanwege het ABVV-regio Antwerpen en de vriendenkring van de oprustgestelde secretarissen van ABVV-regio Antwerpen.

29 |

Vakbond in Beweging 86


FILMBESPREKING

La loi du marché

liefhebbende ouders, ook al kost het speciale schoolprogramma handenvol geld. Thierry en zijn vrouw stellen alles in het werk om het hoofd boven water te houden, hun vakantiehuisje verkopen bijvoorbeeld.Het enige verzet dat hun leven wat lichter maakt zijn de danslessen die ze samen nemen. Het gaat hier om eerlijke, nederige mensen die het niet verdienen om zo zwaar door het leven gestraft te worden. Plots, zonder sentimentele scriptwendingen, krijgt Thierry toch een nieuwe job als bewakingsagent aangeboden in een groot warenhuis.

Fr 2015 | 93 min regie : Stéphane Brizé Wie houdt van de filmstijl van de broers Dardenne, zal ongetwijfeld ook deze film smaken: traag, ontnuchterend en daardoor zeer realistisch. De regisseur, Stéphane Brizé, koos voor lange sequenties in één take opgenomen en voor een documentaire stijl. In acteur Vincent Lindon, een acteur met een karakterkop, heeft Brizé ook een gedroomde hoofdrolspeler gevonden. Lindon speelt krachtig maar integer naast de verdere cast van niet-professionele acteurs. Op geen enkel moment probeert hij hen te overtroeven. Zijn vertolking is een verstilde krachttoer die heel terecht werd onderscheiden met de prijs voor Beste Acteur op het jongste festival van Cannes.

Zijn bazen eisen dat Thierry niet alleen winkeldieven in het oog houdt, hij moet ook zijn collega’s bespioneren. En dat stelt hem, na een traumatisch incident met een caissière, voor een zwaar moreel dilemma.

Het verhaal

‘La loi du marché’ begint met een pijnlijk gesprek in het bureau van een loopbaanbegeleider. Thierry is een werkloze 50-plusser die duidelijk al wat heeft meegemaakt in het leven en die zich druk maakt over de herscholingscursus die hij van de overheid verplicht moest volgen. Hij is al lange tijd werk aan het zoeken en nu wordt hem verteld dat die cursus hem niet verder gaat helpen: hij zal wellicht nog een hele tijd veroordeeld blijven tot

werkloosheid. We zien een harde realiteit.

Kwaad, maar nooit onbeleefd, vraagt de man zich luidop af hoe hij in hemelsnaam zijn rekeningen kan blijven betalen wanneer zijn uitkering binnenkort terugvalt op €500 per maand. Door het verhaal heen leren we Thierry bijzonder goed kennen. Hij heeft een gehandicapte zoon die wil gaan studeren en daartoe wordt aangemoedigd door zijn

30 |

Vakbond in Beweging 86

De film wijst er op hoe destructief de mechanismen van deze crisistijd uitpakken en toont verontrustend sociaal realisme op zijn best.


GOEDKOPER ÉN DUURZAMER (VER)BOUWEN? Samen sta je Sterker

1 GELD

Gezinnen bespaarden met groepsaankopen gas en electriciteit gemiddeld 216 euro/jaar.

2

TIJD

SamenSterker verzorgt de administratie, de premie- en subsidieaanvragen en de correcte afhandeling van de werken.

3 MILIEU

SamenSterker zonnepanelen besparen jaarlijks 234.677 kg Co2, het equivalent van 8.000 bomen of 35 ha bos

Samen zijn we slimmer dan alleen. Samen doen we de dingen beter en goedkoper. Dat is onze visie en onze kracht. SamenSterker organiseert sinds 2011 groepsaankopen, die het verschil maken. Groene stroom, dak- en spouwmuurisolatie, hoogrendementsglas of condensatieketels, elektrische fietsen, zonnepanelen, zonneboilers, waterverzachters of brandhout: onze groepsaankopen besparen u geld, tijd en energie.

Uw woning zorgeloos duurzamer maken? Heel eenvoudig: www.samensterker.be



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.