Vakbond in Beweging 71 | 2011

Page 1

ViB

België - Belgique P.B. Antwerpen X 8/6342 AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X Toelatingsnummer P408993

VAKBOND IN BEWEGING

Verantw. uitgever : Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen

VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS • NR. 71 • 18e JAARGANG • OKT/NOV/DEC 2011


INHOUD

ViB VAKBOND IN BEWEGING

Nr. 71 - 18e jaargang OKT/NOV/DEC 2011 Prijs:  0,75 Jaarabonnement: 3

4

6

Driemaandelijks tijdschrift van Linx+ ABVV-regio Antwerpen In samenwerking met ABVV seniorenwerking Verantwoordelijke uitgever: Dirk Schoeters Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen Redactieadres: Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen (03)220 67 11 peter.dekort@abvv.be

14

10

Medewerkers aan dit nummer: Staf Van Gorp Paul Van Rymenant Luc Van Overberghe Charles Bresseleers Marcel Beerlandt Romain De Fleurquin Patrick Van Laer Vormgeving: Romain De Fleurquin Albert Balboa llustratie cover : AMSAB

INHOUD

REDACTIONEEL   3 Zus KINDEREN VAN SEMINI   4 Rik Senten INTERVIEW   6 Jimmy Schevernels GESCHIEDENIS 10 De Hippodroom

VAKBOND IN BEWEGING 71

18

16 ACTUEEL 12 De A-kaart van de Stad Antwerpen WETENSCHAP 13 De oorsprong van de mens ONGEWONE MENSEN 14 Staf van het Bondsgebouw

RODE OORTJES 16 Beverlo BOEKBESPREKING 18 Dag Vlaanderen FILMBESPREKING 20 Marilou Mermans Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.


REDACTIONEEL

ZUS In de socialistische familie is de mutualiteit een beetje de grote zus. Niet alleen omdat de ziekenfondsen en onderlinge hulpkassen in de 19de eeuw de eerste vorm van arbeidersorganisaties waren. Ook omdat ze vandaag nog altijd de socialistische organisatie is met veruit de grootste aanhang. Alleen al in de provincie Antwerpen telt De VoorZorg een half miljoen leden. Het ABVV, toch ook niet klein in onze regio, kan daar voorlopig nog niet aan tippen. Op het einde van het jaar komt er in de provincie Antwerpen een nieuwe secretaris aan het hoofd van De VoorZorg. Paul Callewaert wordt de nieuwe algemeen secretaris van de landsbond en Jimmy Schevernels volgt hem op als provinciaal secretaris. Namens het ABVV-regio Antwerpen wens ik hen allebei alvast veel succes in hun nieuwe functie. Voor Vakbond In Beweging was deze wisseling aan de top ook een uitgelezen gelegenheid om een babbel te hebben met de nieuwe provinciaal secretaris en om onze mutualiteit in de schijnwerpers te zetten. En dat mag wel eens. Want zoals in meer families, is ook in de onze grote zus geen tafelspringster die zichzelf voortdurend onder de aandacht brengt. Ze is eerder de bedachtzame kracht waarop al die leden, soms in moeilijke omstandigheden, voor meer dan 100 procent kunnen rekenen. Ook heel herkenbaar. Broer vakbond vraagt op een bepaald ogenblik in het interview wijze raad aan grote zus VoorZorg. Zonder de hele inhoud van het gesprek al te verklappen wil ik hier wel even op ingaan. Op kousenvoeten, zo kennen we ze, suggereert grote zus het ABVV om eens na te denken over het beeld dat de publieke opinie heeft van de vakbond in het algemeen. Ons de vraag stellen of dit beeld strookt met het imago dat het ABVV wil hebben. En indien dit niet het geval is – de vraag stellen is ze beantwoorden – raadt grote zus haar broer ABVV aan om regelmatig te laten blijken dat de publieke perceptie fout is. ‘Die zit’ zegt men dan. Een rake opmerking die iedereen die het ABVV een warm hart toedraagt aan het denken moet zetten. En niet alleen in onze regio Antwerpen. Het ABVV-regio Antwerpen is al langer bekommerd om zijn imago. In de regio willen we onszelf profileren als de degelijke en robuuste vakbond die vanuit een socialistische visie zijn leden zekerheid en houvast biedt in elke fase van hun loopbaan en voor alle aspecten met betrekking tot arbeid. Door op te komen voor zowel de individuele als voor de collectieve rechten van werkenden en uitkeringsgerechtigden, door onderbouwde standpunten bij overleg net zo goed als door syndicale acties en campagnes, door verantwoordelijkheid op te nemen maar ook door op verantwoordelijkheden te wijzen, door een professionele dienstverlening én een geëngageerd bewegingswerk. Afgaande op ons ledenaantal is dit een aanpak die door velen geapprecieerd wordt. Jammer genoeg wordt de publieke opinie zelden gevormd door de meerderheid van gewone mensen die elke dag op hun vakbond rekenen, maar door een beperkte groep opiniemakers die toegang hebben tot de media of over de tijd en de middelen beschikken om andere, nieuwe vormen van massacommunicatie in te zetten. Net dat verschil tussen ons publiek en de publieke opinie maakt de raad van grote zus zo pertinent. Gezien de grootte van onze achterban zouden we ons kunnen veroorloven om ons niets aan te trekken van de karikaturale manier waarop we soms in de publieke opinie neergezet worden. Maar dit leidt gegarandeerd naar een afbraak van het positief beeld waaraan we elke dag opnieuw hard werken. Met het risico dat die opiniemakers en beeldvormers uiteindelijk de mening van ons eigen (potentieel) publiek negatief gaan beïnvloeden en onze positie op het middenveld ondergraven. We kunnen als vakbond dus maar beter de wijze raad van grote zus ter harte nemen en eens stilstaan bij de wijze waarop we regelmatig in de publieke opinie geportretteerd worden. En vooral uitzoeken hoe we dat beeld zelf positief en naar de realiteit kunnen bijstellen. Door bijvoorbeeld, meer dan nu, consequent alle aspecten van onze werking en dienstverlening te belichten. Of door bijvoorbeeld de verworvenheden van onze sociale welvaartstaat opnieuw onder de aandacht te brengen en de illusie te bestrijden dat die zonder verdedigers probleemloos altijd zal blijven bestaan. Dirk Schoeters algemeen secretaris

VAKBOND IN BEWEGING 71


KINDEREN VAN SEMINI

RIK SENTEN Journalist en revueschrijver In een ander artikel, elders in dit blad, kan u lezen dat in het Hippodroomtheater meestal revues werden opgevoerd. De meesten hiervan werden geschreven door Rik Senten. De revue was een theatervorm die overgewaaid kwam uit Frankrijk maar ook in onze streken enorm populair in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Het was volks, populair en vooral herkenbaar. RIK SENTEN De man die bijna alle revues in de Hippodroom voor zijn rekening nam was Rik Senten. Hij werd geboren te Antwerpen op 30 oktober 1885. Zijn beroep was sportjournalist. In zijn tijd was hij zeer belangrijk. Hij richtte de Sportgazet op, die later opgenomen werd in de Volksgazet. Senten zelf was journalist bij deze krant. Naast zijn beroep als sportverslaggever, was hij ook actief bezig met revues, vooral dan in de Hippodroom. Meer dan 25 revues schreef hij, waarvan de meeste werden opgevoerd in de Hippodroom. Zijn eerste revue dateerde uit 1913, het was de Sportrevue en werd opgevoerd in El Bardo. De eerste revue in het Hippodroomtheater dateerde uit 1918 en droeg als titel Wat vraagt het volk?

HET GEZELSCHAP IN DE JAREN ‘30 Rik Senten voerde zelf de regie, meestal samen met Fé Pasmans, die reeds in 1922 als regisseur was aangenomen in de Hippodroom door de toenmalige bestuurders Frans Condés en Victor Neutgens. Voor de techniek en de lichteffecten zorgde Leon Goddijn. De decors, die steeds grote indruk maakten kwamen van het Huis Jef Denis. De balletten werden verzorgd door Henriette Janssens (1897-1941). Onder Sonia Korty maakt Janssens in de jaren deel uit van de eerste balletdansers van de Koninklijke Vlaamse Opera. Naast haar dansgroep, de Hippodrome girls, die een belangrijk deel van het spektakel verzorgden, naast de vedetten en andere attracties, traden nog een

REVUE-DANSERESSEN IN DE HIPPODROOM IN 1932

VAKBOND IN BEWEGING 71

schaar medewerkers mee op, zoals Nini De Boël, Mia De Wachter, Louise Lausanne, bij de dames en bij de heren Pol Polus, Frits Vaerewyck en zeker Louis Staal. LOWIEKE STAAL Louis Staal was misschien wel een van de beroemdste leden van het gezelschap. Louis Staal werd geboren te Hoboken op 14 mei 1903. Hij was een Vlaams revue-artiest, komiek en cabaretier. Hij leed aan achondroplasie en was bijgevolg slechts 1,27 meter groot, maar zeer geliefd bij het publiek. In 1924 debuteerde hij als revueartiest en trad onder meer op met Jaak De Vogt en ook nog met Kees Brug. Zijn eeuwige bolhoed en sigaar maakten deel uit van zijn podiumact. In 1968 trok hij zich terug uit de showbizz. Hij overleed op 31 augustus 1991. J.A.ZWIJSEN Uiteraard was er ook een showorkest. Dit orkest kende in de jaren diverse orkestleiders. J.A. Zwijsen speelde als pianist en componist in het Hippodroomorkest, onder leiding van Rik De Backer. Voor de ‘Lo-


KINDEREN VAN SEMINI terij-revue’ Zoudet Meugen schreef Zwijsen de muziek. Het was de 20e revue van Rik Senten en hij liep van 8 december tot 20 januari 1934. Na 55 opvoeringen in Antwerpen reisde het gezelschap met de revue naar Gent, Oostende, Kortrijk... en nog een reeks steden. In 1935 was er de Jubel-revue Hip! Hip! Hoerah! Bij deze 25e revue van Rik Senten nam Zwijsen de rol over van Rik De Backer als muziekbewerker en orkestleider. Vanaf toen had hij de muzikale leiding van komende revues van Senten.

LOWIEKE STAAL

DE TWEEDE WERELDOORLOG In januari 1941 stak Rik Senten de Rubensrevue in elkaar. Deze ging door in het Rubenspaleis, aan de Carnotstraat. Hier namen weer de gekende revue-sterren aan deel, zoals Jaak De Vogt, Louis Staal en Louise Lausanne, maar ook (reeds) Co Flower en Nand Buyl. Senten bleef tijdens de oorlogsjaren verder revues schrijven, die opgevoerd werden in het Rubenspaleis, en vooral in de Hippodroom. Uiteraard leverde de bevrijding inspiratie genoeg voor de zogenaam-

de ontsmettingrevue. Deze ging in première op 30 september 1944 onder de titel Wij zijn er van af! Maar toen vielen de eerste Duitse V-bommen op Antwerpen. De eerste bom viel op 13 oktober 1944 op de hoek van de Leopold de Waelplaats en de Schildersstraat en eiste 32 doden. In april 1945 zag Senten het nog niet zitten om opnieuw aan revues te beginnen. De Hippodroom was door oorlogsbeschadigingen nog niet veilig en bovendien was Senten druk bezig met het lanceren van zijn sportgazet. Na de definitieve capitulatie van Duitsland op 8 mei startte hij opnieuw met de revue. Echter zonder Zwijsen, want die was ondertussen met de voorbereiding en repetities bezig van de Komediantenrevue 1945 in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, en zou hij aan de muziek werken van de film Baas Gansendonck van Gaston Ariën. Rik Senten bleef voort revues schrijven. Hij overleed te Antwerpen op 20 september 1962. Staf VAN GORP

Bronnen : Wikipedia

Infomiddag ‘Armoede en senioren’ In 2011-2012 is ‘Armoede’ een centraal thema voor de ABVV senioren. Wat is armoede? Welke misverstanden bestaan er over? We lichten het thema toe tijdens een infonamiddag ‘Armoede en senioren’ op donderdag 17 november om 14u. Bijzondere aandacht zal gaan naar armoede bij senioren. Dit soort armoede wordt gedeeltelijk veroorzaakt door de lage pensioenen die niet aangepast zijn aan de welvaart. Senioren die arm worden omdat ze met pensioen gaan is een andere problematiek dan armen die senior worden. Er is ook een verschil tussen iemand die nog kan terugvallen op wat reserves en iemand die heel zijn leven al in armoede geleefd heeft. Er is een verschil tussen moeilijk rondkomen en helemaal niet rondkomen. De lezing wordt verzorgd door: • Stefaan Leyn | opgeleide ervaringsdeskundige in de kansarmoede en sociale uitsluiting | OCMW Gent • Caroline Cocquyt | educatief medewerker | seniorenwerking van het Vlaams ABVV. Toegang is gratis maar inschrijving vereist. Wanneer? Donderdag 17 november 2011 om 14u. Waar? Polyvalente zaal | gelijkvloers | Ommeganckstraat 53 | 2018 Antwerpen Zie ook: www.abvv-regio-antwerpen.be | www.vlaamsabvv.be Info en inschrijving? ABVV-regio Antwerpen | Adviespunt | Ommeganckstraat 35 | 2018 Antwerpen | tel. 03 220 66 13 | adviespunt.antwerpen@abvv.be

VAKBOND IN BEWEGING 71

5


INTERVIEW

“De Voorzorg is het enige ziekenfonds die een allesomvattende aanpak kan bieden”

EEN GESPREK MET JIMMY SCHEVERNELS Eind dit jaar is er in de provincie Antwerpen een wisseling aan de top van de socialistische mutualiteit. Paul Callewaert wordt de nieuwe algemeen secretaris van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. Jimmy Schevernels volgt hem op als provinciaal secretaris van De VoorZorg provincie Antwerpen. Als dat niet de ideale gelegenheid is om een babbel te hebben over de rol en de toekomst van een modern ziekenfonds. En over de relatie met het ABVV. Want zijn mutualiteit en vakbond niet een beetje als broer en zus? Vakbond in Beweging: Mensen zien een ziekenfonds dikwijls alleen als een uitbetalinginstelling. Je brengt een doktersbriefje binnen en dat wordt terugbetaald. Maar wat is en doet een moderne mutualiteit in 2011 eigenlijk? Jimmy Schevernels: De uitbetalingen vormen momenteel inderdaad nog een aanzienlijk deel van onze opdracht. Een bezoek aan één van onze kantoren komt er voor leden vaak op neer dat ze er centen gaan ontvangen. Al beperkt zich dit niet tot het terugbetalen van een doktersbriefje. De VoorZorg heeft immers ook een lange traditie van aanvullende ledenvoordelen. Die uitbetaling kan dus ook een tegemoetkoming voor rookstopbegeleiding zijn, een gedeeltelijke terugbePersonalia Naam: Jimmy Schevernels Geboortedatum: 3 januari 1971 Geboorteplaats: Kapellen Studies: Bachelor Marketing Loopbaan bij De VoorZorg: 1991 – 1996: Verantwoordelijke jeugddienst MJA 1996 – 2007: Directeur vakantiecentra 2007 – 2011: Directeur marketing Vanaf 15 december 2011: Provinciaal secretaris van De VoorZorg provincie Antwerpen Familie: gehuwd en vader van een dochter van 13 Vrije tijd: joggen, volleybal en golf

VAKBOND IN BEWEGING 71

taling voor aankoop van een bril of lenzen enzovoort. Maar dat is zeker niet het enige wat we doen. Contact aan het loket leidt vaak tot een combinatie van advies en concrete hulp. Bij aangifte van een ongeval bijvoorbeeld, zal onze loketmedewerker er in eerste instantie mee voor zorgen dat het nodige papierwerk gebeurt voor wat betreft de verplichte ziekteverzekering. Maar heeft het lid daarnaast nood aan krukken of andere hulpmiddelen, dan kunnen ook die zaken in onze kantoren geregeld worden. Deze gecombineerde dienstverlening wint meer en meer aan belang. Niet alleen aan onze loketten, maar evenzeer bij onze dienst voor maatschappelijk werk, bij de diverse zorgdiensten… In de nabije toekomst gaan we dit nog verder uitbouwen. ViB: Om even verder te gaan op dat aanvullend aanbod. In onze provincie heeft De VoorZorg een stevig aanbod ‘lichaam en geest’. Is het belangrijk dat een mutualiteit regionaal dit soort accenten kan leggen? Jimmy: Binnen de landsbond hebben we een grote gemeenschappelijke sokkel inzake voordelen en diensten, maar die regionale accenten zijn belangrijk. Die worden mee bepaald door het socio-economische profiel van de leden en de omgevingsfactoren. Neem nu de grootstedelijke problematiek. Die is in Antwerpen veel sterker aanwezig dan in sommige andere provincies. Dit maakt dat onze dienstverlening

op bepaalde vlakken toch iets anders georiënteerd is. Alle socialistische ziekenfondsen hebben een dienst maatschappelijk werk, maar de aard van de dossiers, de vragen van de leden, kunnen aardig verschillen. Als wij in de provincie Antwerpen de nadruk leggen op ‘lichaam en geest’ dan gaat dit eigenlijk over preventie. De VoorZorg heeft hierin een onmiskenbare pioniersrol gespeeld. Een evolutie die we nu ook stilaan zien bij de collega’s van andere provincies én van andere ziekenfondsen. Vanuit de overheid wordt al enkele jaren het belang van preventie onderstreept en bij De VoorZorg is het niet enkel bij goede intenties gebleven. Onder het Well2DAY-label hebben wij een laagdrempelig én erg kwalitatief aanbod voor een evenwichtig en gezond leven. ViB: is dit dan ook een element van concurrentie met de andere ziekenfondsen? Jimmy: Dat speelt mee. De concurrentie tussen de verschillende ziekenfondsen is merkelijk toegenomen. En binnen de provincie Antwerpen is ze het meest intensief. Dat dwingt ons om zo mogelijk nog kritischer onze dienstverlening te blijven evalueren. Beantwoordt ons aanbod nog aan de noden van het hedendaagse lid, hoe verhoudt ons aanbod zich tot wat de andere ziekenfondsen doen? De tijd is voorbij dat alle mensen zich automatisch aansloten bij het ziekenfonds van hun ouders. Vandaag zien we dat een aantal jongeren die via hun ouders bij ons als persoon ten laste waren ingeschreven, bij hun eerste eigen aansluiting kiezen voor een ander ziekenfonds. Gelukkig is het aantal in de omgekeerde richting groter en winnen we nog altijd terrein bij de starters. Dat neemt evenwel niet weg dat we het contact met die groep van startende jongeren nog willen versterken. Eens een keuze gemaakt blijft de


INTERVIEW

meerderheid echter wel trouw aan zijn mutualiteit. De vlottende massa die van het ene ziekenfonds naar het andere overstapt, is de laatste jaren wel groter geworden maar blijft nog steeds relatief klein.

“De VoorZorg wil een sociale organisatie zijn die steunt op de solidariteit van een grote groep mensen” ViB: Maken de predicaten socialistische, christelijke of andere in de naam nog iets uit bij de keuze voor een mutualiteit? Jimmy: Beduidend minder dan vroeger. Bij de nieuwe leden zijn er even goed mensen die overkomen van de CM, Liberale Mutualiteit als van het Onafhankelijk Ziekenfonds. Natuurlijk zijn er nog altijd sterk overtuigde leden die rood geboren zijn en dat blijven tot het einde van hun leven. Net zoals er wel katholieken zullen bestaan die om puur ideologische redenen nooit bij ons zullen aansluiten. Maar steeds meer

mensen hechten weinig belang aan die stempel. Het is een realiteit dat de klassieke combinatie van socialistische mutualiteit, partij en vakbond minder dan voorheen gemaakt wordt. ViB: Heeft het woordje socialistische in de naam van de landsbond dan nog zin? Jimmy: Het heeft zin omdat het onze visie uitdrukt. In een omgeving van verhoogde concurrentie is ook die visie één van de manieren om ons te positioneren. De VoorZorg wil een sociale organisatie zijn die steunt op de solidariteit van een grote groep mensen. We geven al onze leden de beste dienstverlening maar hebben ook bijzondere aandacht voor de zwakkeren in de samenleving. Uit analyses blijkt dat we leden met heel diverse socioeconomische profielen aanspreken. Dat is belangrijk want die diversiteit is nu eenmaal de basis van ons solidair systeem. Leden die het geluk hebben in goede gezondheid te verkeren, maken zo de ondersteuning mee mogelijk van leden wiens gezondheid het helaas wel voor kor-

te of langere tijd laat afweten. Net daarom vinden we het bij De VoorZorg zo belangrijk dat zowel de ‘gezonde’ als ‘zorgbehoevende’ leden voelen dat ze bij ons meetellen. Dit in tegenstelling tot sommige andere ziekenfondsen die zich heel specifiek richten op wat wij de lage risicogroepen noemen. Een evolutie waarin wij niet mee willen gaan. Wij redeneren niet in termen van ‘dure’ of ‘goedkope’ leden. Naar buiten toe is het etiket ‘socialistisch’ inderdaad minder aanwezig dan twintig jaar geleden. Omdat we er rekening mee houden dat niet al onze leden zichzelf als socialist beschouwen. Daar is ook geen bezwaar tegen. Want mensen sluiten zich bij ons aan omdat ze zich kunnen vinden in onze aanpak. En of die leden dit nu een socialistische of een sociale aanpak noemen, maakt eigenlijk niet uit. Over labels kun je uren discussiëren. ViB: Aanbod, profilering, concurrentie. Het zijn onderwerpen die nauw aansluiten bij je huidige functie van directeur marketing. Ga je als provinciaal secretaris verder op

VAKBOND IN BEWEGING 71


INTERVIEW deze lijn of zijn er nieuwe accenten die jij de komende jaren graag zou leggen? Jimmy: Ik heb het geluk dat we binnen De VoorZorg volop bezig zijn met een nieuw ondernemingsplan: ‘Horizon’. Een plan waarin wordt vastgelegd waar we als organisatie de komende 10 jaar naar toe willen. Vertrekkend vanuit onze eigen sterkte én rekening houdend met een aantal omgevingsfactoren. We weten bijvoorbeeld dat de algemene 3de betalersregeling voor de medische kosten eraan komt. Daardoor wordt de functie van uitbetalinginstelling, die nu nog zwaar doorweegt aan onze loketten, op termijn wellicht aanzienlijk minder. Je zou dit makkelijk als een bedreiging kunnen zien, maar wij zien dit net als een opportuniteit om nog een stap verder te zetten in onze dienstverlening.

“Op basis van die ene vraag willen we ons lid proactief informeren, begeleiden en ondersteunen” Zo kunnen we voor onze leden de meerwaarde van het huidige pakket diensten en voordelen nog verhogen door er een selectie op maat uit te filteren. In de toekomst moet één signaal volstaan om bij een lid, die geconfronteerd wordt met een bepaalde situatie, een gepersonaliseerde service te initiëren. Neem nu een lid dat zal worden gehospitaliseerd en in één van onze kantoren informeert naar zijn hospitalisatieverzekering. Op basis van die ene vraag willen we ons lid proactief informeren, begeleiden en ondersteunen. Natuurlijk gaan we nakijken hoe het zit met die hospitalisatieverzekering. Maar we kunnen het lid ook voorstellen om achteraf de hospitalisatiefactuur te controleren om zo zeker geen euro te veel te betalen. Misschien is het lid een alleenstaande moeder en moet er tijdens haar hospitalisatie opvang voorzien worden voor de kinderen. Na de ingreep moet de persoon misschien naar een herstelcentrum. Of is er thuis een ziekenbed nodig. Dat zijn allemaal diensten die we bij De VoorZorg in huis hebben en die we op basis van één signaal proactief willen aanbieden. ViB: Met ‘Horizon’ willen jullie op

VAKBOND IN BEWEGING 71

zoek gaan naar de vragen achter de vraag? Jimmy: Inderdaad ja. Het is een ‘full service’-visie. Heel klantgericht of beter, heel gericht op de reële noden van onze leden. Het Horizonplan is uitgewerkt in samenwerking met de andere socialistische ziekenfondsen en de landsbond. Paul Callewaert was daar zeer intensief bij betrokken en ik kan me heel goed vinden in de visie die hij er samen met de anderen in gelegd heeft. Ik kijk er dan ook naar uit om er als nieuwe provinciaal secretaris mee aan de slag te kunnen. Het wordt een fantastische uitdaging om deze visie toe te passen op onze volledige dienstverlening. Niet in het minst omdat De VoorZorg zich daar als organisatie ook geweldig toe leent. In alle bescheidenheid: wij zijn eigenlijk het enige ziekenfonds die deze allesomvattende aanpak kan bieden. Omdat we naast de enorme knowhow inzake ziekteverzekering bijvoorbeeld evenzeer over een eigen, heel sterke zorgpoot beschikken. Omdat we net die voorsprong hebben op het vlak van preventie en welzijn. Concurrerende ziekenfondsen moeten voor dergelijke diensten meestal beroep doen op externe organisaties. Wij kunnen en zullen effectief evolueren naar wat in de sector met een Engelse afkorting een ‘SPOC’ genoemd wordt. Dat staat voor ‘a single point of contact’. Eén deur met een zo laag mogelijke drempel, die onmiddellijk toegang geeft tot alle diensten die wij onder één dak hebben zitten. ViB: De mutualiteit mengt zich veel minder in het publieke debat dan de vakbond. Een kwestie van thema’s of een doelbewuste strategie? Jimmy: Daarin verschillen we inderdaad enigszins. De mutualiteit is minder prominent aanwezig op de publieke fora dan de vakbond. Misschien omdat het werkterrein anders is. De thema’s waarop de vakbond zich profileert zijn misschien eenduidiger dan de gezondheidsen welzijnssector. Anderzijds kan het er in discussies tussen de ziekenfondsen en de medische wereld even hevig aan toe gaan als tussen vakbonden en werkgevers. Maar bij ons worden die meningsverschillen meer binnen de bevoegde overlegorganen dan in een publiek debat uitgevochten.

“We moeten als mutualiteit in de toekomst opnieuw meer op het publieke voorplan treden” Dat je ons als ziekenfonds minder vaak op straat ziet verschijnen, betekent dus niet dat er momenteel onvoldoende nodige inspanningen zouden geleverd worden om onze standpunten en verzuchtingen op politiek niveau aan te kaarten. Niettemin moeten we als ziekenfonds in de toekomst opnieuw meer op het publieke voorplan treden. Zodat onze leden zien dat we niet enkel hun dienstverlener, maar ook hun belangenbehartiger zijn. In het publieke debat gaan we bepaalde thema’s meer naar ons toe moeten trekken. Opdat de andere actoren niet zouden vergeten dat ze met ons rekening moeten houden. Alleen al in de provincie Antwerpen vertegenwoordigen we nagenoeg 500.000 leden. We moeten dat gewicht in de schaal durven leggen. We zouden eens kunnen kijken hoe jullie dat als vakbond aanpakken. ViB: Eén van de veelgehoorde bezuinigingsvoorstellen is het loslaten van de 4,5 procent groeinorm in de gezondheidszorg. Wat is de mening van De Voorzorg hierover? Jimmy: De socialistische politici die mee aan de onderhandelingstafel zitten, kennen onze mening hierover. Natuurlijk zijn we heel bezorgd. Want hoewel men dat nu wel zo durft te laten uitschijnen, is die groeinorm er niet zomaar gekomen. Rekening houdend met onder meer de vergrijzing en de medische ontwikkelingen is die 4,5 procent nog altijd een verantwoorde groeinorm. In onze socialistische visie moeten die nieuwe, betere en helaas vaak ook duurdere medische technologieën, iedereen ten goede komen en niet alleen de happy few die het kan betalen. Langs de andere kant zitten we nu eenmaal in een situatie dat er flink bespaard zal moeten worden en we willen onze budgettaire verantwoordelijkheid ook niet ontlopen. We houden niet vast aan een dogma dat er aan ons budget sowieso niet mag geraakt worden. Alleen bepleiten wij maatregelen die de uitgaven verminderen zonder dat dit ten koste gaat van de patiënt. Twee van dergelijke maatregelen zijn bijvoorbeeld het terugdringen van de overconsumptie inzake geneesmiddelen en het stimuleren van het gebruik


INTERVIEW van goedkope geneesmiddelen. We willen dus onze verantwoordelijkheid opnemen in deze besparingsoefening, maar wel zonder afbreuk te doen aan de gerechtvaardigde redenen waarom we ooit tot die 4,5 procent zijn gekomen.

“We hebben geen nood aan grote intentieverklaringen over samenwerken die dode letter blijven” ViB: Vind je dat ziekenfonds en vakbond partners zijn die moeten samenwerken? Jimmy: Ik vind van wel. Maar het moet een heel gerichte samenwerking zijn. We hebben geen nood aan grote intentieverklaringen over samenwerken die vervolgens dode letter blijven. Daar heeft niemand iets aan. Een goed voorbeeld van zo een samenwerking tussen het ABVV en alle socialistische ziekenfondsen is de gemeenschappelijke campagne rond het Omnio-statuut. Sommige van jullie leden voldoen zonder het te weten aan de voorwaarden voor een verhoogde tegemoetkoming bij medische zorgen. Op basis van de gegevens in de werkloosheidsdossiers kent het ABVV zijn leden die er waarschijnlijk voor in aanmerking komen. Binnen deze campagne verwijst de vakbond hen nu door naar de mutualiteit voor een concrete check inzake de diverse Omnio-criteria. Deze vorm van win-winsituatie in het voordeel van de leden, valt zeker ook op andere terreinen te realiseren. Ik ben trouwens van mening dat vakbond, mutualiteit en ook de partij rond een aantal zaken meer samen stelling moeten durven nemen. ViB: Ha, als we het toch hierover hebben. Zie je een rol weggelegd voor een Socialistische Gemeenschappelijke Actie al dan niet in een fris nieuw kleedje ? Jimmy: Ook daar ligt een potentieel tot samenwerken. Maar niet vanuit een klassieke zuilbenadering. Net omdat de ledenbestanden van ABVV, sp.a en De VoorZorg niet meer 100% identiek zijn. Over een aantal zaken verschillen we van mening maar er is niettemin veel meer waarover we wel hetzelfde denken en dat ons bindt. We mogen niet de fout maken om alles of toch zoveel mogelijk samen te willen doen

en daardoor vast te lopen. Op basis van de actualiteit, van bedreigingen en kansen moeten we concrete thema’s kiezen waarrond we als SGA kunnen samenwerken. Ik denk dan aan de budgetoefening van de overheid of aan bepaalde Europese dossiers. Tijdens een 1-meitoespraak merkte Guy Peeters op dat we als socialistische familie een enorm groot aandeel hebben in het tot stand komen en bewaken van onze welvaartsof verzorgingsstaat, maar dat we de fout hebben gemaakt hierover steeds minder te praten met de mensen. Zo dreigt men de strijd te vergeten die hiervoor geleverd werd en creëert men de illusie dat die unieke sociale zekerheid probleemloos voor eeuwig en altijd verworven is. Vervolgens zijn wij dan verbaasd dat steeds minder mensen de noodzaak inzien van een sterke socialistische familie als bewaker van die sociale zekerheid. Dat is misschien een groot thema waar rond samen kan gewerkt worden. Niet met de bedoeling om van de daken te schreeuwen hoe goed wij wel zijn. Gewoon eenvoudig uitleggen hoe onze welvaartstaat in elkaar zit. Hoe dit ons dagelijks leven menselijker en betaalbaarder maakt, zeker wanneer het even minder gaat. Dat we dan misschien wel een hoge belastingsdruk hebben maar dat we daar heel veel voor terugkrijgen. In de vorm van een werkloosheidsuitkering of een tussenkomst in de ziekenhuisfactuur als we de pech hebben ons werk te verliezen of ziek te worden, van een lage schoolrekening voor de kinderen of van de straat die voor onze neus wordt heraangelegd. Als je mensen vraagt om bij te dragen tot een solidaire samenleving, moet je hen ook duidelijk maken wat ze daar in hun dagelijks leven voor in ruil krijgen. Net zoals je hen moet kunnen verzekeren dat hun belastingscenten op verantwoorde en eerlijke wijze zullen besteed worden. Ik heb sterk het gevoel dat het vandaag de dag geen kwaad kan om dit allemaal eens terug onder de aandacht te brengen. Want iemand die echt op de hoogte is van wat ons welvaartstaat zo uniek maakt, die heel goed weet wat de rechten en plichten zijn van hemzelf en van de anderen, die wordt automatisch zelf een pleitbezorger van onze sociale zekerheid. En daar hebben we allemaal baat bij.

“In de publieke opinie overheerst te veel het beeld van een organisatie die altijd meer vraagt” ViB: Vakbonden zijn in de 19de eeuw ontstaan uit mutualiteiten en hulpkassen. De VoorZorg is dan misschien niet de moeder van het ABVV maar toch minstens de grote zus. Als grote zus aan jongere broer één wijze raad zou geven. Welke zou dat dan zijn? Jimmy: Nu moet ik oppassen (lacht). Om op deze vraag te antwoorden zet ik even mijn pet van directeur marketing terug op. Mijn wijze raad zou zijn om eens na te denken over het beeld dat de publieke opinie heeft van ‘de vakbond’ in het algemeen. En of dit wel strookt met het imago dat het ABVV wil hebben, met de rol die de vakbond wil spelen binnen het sociale middenveld. In de publieke perceptie overheerst immers het beeld van een organisatie die altijd meer vraagt. Ook wanneer de beschikbare middelen dat niet toelaten. Die de rechten van haar leden volledig wenst uit te putten, maar nooit of te zelden het initiatief neemt om hen, wanneer nodig, te wijzen op de plichten die daar tegenover staan. Voor alle duidelijkheid: ik heb het over een ‘beeld’ dat leeft, ik beweer niet dat dit de zuivere realiteit is. Het is in elk geval wel een imago dat gesmaakt wordt door organisaties en groepen die de vakbondswerking niet goed gezind zijn. Het is belangrijk dat het ABVV zich hiervan bewust is en op tijd en stond laat blijken dat dit beeld niet klopt met wat de vakbond werkelijk is. Want als we onze plaats in de samenleving van morgen willen behouden, en dit geldt zowel voor vakbond als voor het ziekenfonds, dan denk ik dat de overheid, maar ook de samenleving in het algemeen, ons moet kunnen herkennen en erkennen als een betrouwbare en consequente partner. En onze tegenstanders hangen maar al te graag het beeld op dat we dat niet zijn. ViB: Bedankt Jimmy, die goede raad nemen we zeker mee. En veel succes in je nieuwe functie als provinciaal secretaris. LVO

Meer info? www.socmut.be.

VAKBOND IN BEWEGING 71


GESCHIEDENIS

DE HIPPODROOM het verhaal van een wijk In 1894 vond er in Antwerpen een wereldtentoonstelling plaats op de gronden waar ooit de gevreesde en gehate citadel stond. Na de wereldtentoonstelling ontstonden op de vrijgekomen gronden o.a. het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. De Leopold de Waelplaats werd aangelegd, en vlak over het museum verrees in 1902 de Hippodroomschouwburg. Deze schouwburg was enorm populair bij de Antwerpenaar. Het was de periode van de revues. Echter na de Tweede Wereldoorlog ging het bergaf met het theater. De tijd van de grote spektakels was voorbij. Er werden nog een paar revues gemonteerd, maar zonder succes. De fut was er uit. Jarenlang stond het gebouw leeg te verkommeren. Wat men uiteindelijk in 1973 sloopte was niet meer dan een sarcofaag. DE WIJK ZUID Op de plaats waar de Spaanse hertog Alva meer dan drie eeuwen voordien onder het schrikbewind, een citadel liet bouwen, werd vanaf 1874 als uit het niets een nieuwe stadswijk gecreëerd. De gronden voor deze wijk werden door een immobiliënvennootschap gekocht van de Belgische Staat. Deze vennootschap, de S.A. du Sud d’Anvers, bestond uit een Brusselse maatschappij en de Stad Antwerpen. Vanaf 1875 werd begonnen met de aanleg van de wijk “het Zuid”. Straten, voetpaden en riolering werden ineens gerealiseerd volgens een typisch 19e eeuws stratenplan. Investeringen van zowel de vennootschap als het Antwerps stadsbestuur zorgden ervoor dat de nieuwe wijk bedeeld werd met een nieuwe kaaimuur aan de Schelde, schippersdokken, een museum, een zwemdok en scholen. Er golden strenge regels wat het bouwen betrof. Maar er heerste eveneens een economische crisis. In 1885 was nog 80% van de wijk braakliggend terrein. Dit was dan ook de reden waarom men besloot om op deze gronden de wereldtentoonstelling te organiseren. Na de wereldexpo begon de wijk van het zuid stilaan volgebouwd te worden. DE OPRICHTING VAN HET HIPPODROOMTHEATER Op 18 maart 1901 werd een verkoopakte verleden, bij notaris Hermans, voor een terrein van 60 bij 83 meter, aan de Volksplaats, te-

10

VAKBOND IN BEWEGING 71

was een cirkelvormige piste, welke met een hydraulisch vijzelsysteem in de grond kon verzinken tot het niveau van de gelijkvloers gelegen stallingen, om van daaruit paarden en andere circusnummers op te tillen tot het niveau van de zaal.

genover het Museum. De Stad Antwerpen verkocht dit terrein aan de heren Verstappen, Van Boxelaer en Verstraeten. Allen woonachtig te Antwerpen. Op 13 februari 1902 werd de Société Anonyme Hippodroompaleis opgericht. Op het perceel, vlak tegenover het museum,, werd centraal een cirkelvormige schouwburg gebouwd, met daaromheen woningen. De gevel van dit gebouw was gebouwd in neo-classicistische stijl, zodat het een geheel vormde met de omgeving.

LIJDENSWEG Uit bewaarde documenten uit het Antwerps stadsarchief vond men een chronologie die een echte lijdensweg van de brandveiligheid betekende. Gedurende een periode van 50 jaar is de zaal drie maal in de vlammen opgegaan. Steeds werd de ruimte op zeer korte tijd heropgebouwd. Een grote bioscoopbrand in 1958 te Sclessin zorgde er voor dat de brandvoorschriften enorm steng werden. Dit, samen met een dalende interesse voor het spektakel in de Hippodroom, betekende het einde van het gebouw. Het verhaal van de Antwerpse Hippodroom verliep parallel aan dat van de wijk het Zuid. Het kon omschreven worden als graadmeter voor het leven in de buurt. Samen met dit gebouw, werd de wijk ook volgebouwd en bevolkt.

VOORUITSTREVEND VOOR ZIJN TIJD De zaal van de Hippodroom was zeer vooruitstrevend voor zijn tijd. In het midden van de enorme zaal

SUCCES VERZEKERD Op het briefpapier van de N.V. Hippodroompaleis prijkte naast een tekening van de voorgevel van het paleis, de titel ‘Volksschouwburg’.


GESCHIEDENIS overzijde hanteerde. Het ontwerp van Nafta kende ook geen genade bij buurtgroepen en bij de Commissie voor Monumenten en Landschappen. Wanneer in 1978 naar de nieuwe stedenbouwkundige visie een hoorzitting wilde organiseren beschikte men in de wijk ironisch genoeg niet over een ruimte, zoals de Hippodroom destijds.

Want dat was “den Ippodrom” in de eerste plaats. Niet zozeer met circusattracties maar vooral met de volkse revues lokte men volle zalen. De titels logen er niet om : Houdt ze warm, Hup met de beentjes, ‘t Zit er op, Amaai mijn klokken... enz. Ook de wijk was dan, vooral rond de schippersdokken, zeer bedrijvig. Het grootste deel van de bevolking van het Zuid was én bewoner én werkzaam in de wijk. Tijdens de topjaren van de schouwburg, tussen 1930 en 1940, was de exploitatie ervan in handen van een Antwerpse redersfamilie, Hermans. VERVAL EN OPSTANDING Na Expo ‘58 werd bij vele gezinnen het Hippodroomspektakel vervangen door de individuele televisie en een eigen auto. Maar er deed zich nog een ander fenomeen voor. De haven- en spoorwegactiviteiten verplaatsten zich naar het noorden. De wijk liep leeg. Maar ook de kwaliteit van de 19e eeuwse gebouwen begon zijn tol te eisen. Opvallend was dat de investeringen uit deze periode geen lang leven beschoren waren. In 1958 sloot de Hippodroom definitief haar deuren en stonden de ‘golden sixties’ voor de deur. Met de stedenbouwkundige aanleg van Antwerpen en het Zuid, brak een nieuwe periode aan. Het imposante Zuidstation moest wijken voor de aanleg van de verkeersring rond Antwerpen. De schippersdokken werden gedempt en omgetoverd tot een reuze parking, waar de Sinksenfoor haar nieuwe thuishaven kreeg. Maar dit enorme plein werd eveneens een

soort plaatsvervanger van de Hippodroom. Regelmatig doen de Zuiderdokken dienst als plaats voor circussen, kermissen, massaspektakels, politieke meetings, …enz. Het gebied tussen de Scheldekaaien en de Schippersdokken werd planologisch voorbestemd voor grootschalige openbare gebouwen. Slechts één werd gerealiseerd: het Hof van Beroep, op de plek van de sassen tussen dokken en Schelde. Tijdens deze ontwikkelingen dook rond 1967 een projectontwikkelaar op. De groep Polarex was bereid de Hippodroom te kopen en er een administratief centrum te maken. Maar er kwam niets van in huis. Omwille van de veiligheid op straat en het voetpad werd in 1972 een veiligheidsstelling rond het gebouw geplaatst. Op dat tijdstip kwam het gebouw in handen van een bekende bankinstelling. Deze laatste besliste samen met het stadsbestuur dat het beter was om het gebouw te slopen, om zo de grond aantrekkelijker te maken voor mogelijke kopers. Op 10 oktober 1972 werd met de afbraak van het Hippodroompaleis begonnen. In plaats van stellingen kwam er een schutting met reclamepanelen rond het braakliggend terrein van de gesloopte Hippodroom. In 1977 verdwenen deze reclamepanelen, terwijl aan de overzijde in het museum het Rubensjaar werd gevierd. Ondertussen was het terrein in handen gekomen van de Russische oliemaatschappij Nafta. De plannen die Nafta had met de gronden, kwamen echter niet overeen met de visie van het stadsbestuur, welke een symmetrie met het Museum, aan de

EN WAT NU? Het stadsbestuur worstelde met de vraag hoe een aftakelende buurt terug tot leven te brengen. Tientallen jaren voordien dacht men dat te kunnen doen met de wijk te voorzien van allerhande infrastructuurwerken, zoals het bouwen van een Hof van Beroep of het dempen van de Zuiderdokken. De wereld op zijn kop. Want honderd jaar terug had men dit alles gebouwd om een nieuwe wijk leefbaar te maken. In het architectuuronderwijs begon men eveneens interesse te betonen voor de wijk Zuid, met docenten zoals Bob Van Reet. Rond 1988 doken nieuwe voorstellen op voor de gronden van de Hippodroom. Een mega bioscoopcomplex. Het voorstel strandde op de eis van het stadsbestuur om in voldoende ondergrondse parkeergelegenheid te voorzien. Echter de interesse voor “het Zuid” bleef groeien. Twee oude pakhuizen werden omgetoverd tot musea – Fotografie en Hedendaagse Kunst. Andere Pakhuizen werden omgebouwd tot lofts. Ook de zone langs de Schelde werd geherwaardeerd. Wonen met zicht op het water kreeg plots meerwaarde. Ook nieuw was om administratieve zetels aan de rand van de stad te vestigen. Dit sloeg ook aan op het Zuid. DE FINALE Tientallen jaren hebben de gronden van de Hippodroom er braakliggend bijgelegen. Vadaag staat er een modern gebouwencomplex, met kantoren en beneden een supermarkt. De wijk is in trek. Vele jonge gezinnen komen er wonen. Wanneer ze met hun winkelkarretje langs de rekken met voedingswaren lopen, zullen zij niet kunnen vermoeden dat op deze plaats een van de grootste amusementstempels van de stad heeft gestaan. Staf VAN GORP

Geraadpleegde literatuur: Atlas van Antwerpen – G.Van Cauwenbergh – R.Binnenmans Antwerpen Hippodroom 1902-1972 – R.De Meyer

VAKBOND IN BEWEGING 71

11


ACTUEEL

DE A-KAART VAN DE STAD ANTWERPEN De A-kaart is de spaar- en voordeelkaart van de stad Antwerpen. Met de A-kaart kan u punten sparen door deel te nemen aan culturele en sportieve activiteiten of te genieten van het vrijetijdsaanbod in stedelijke bibliotheken, zwembaden, musea en cultuurcentra. De gespaarde punten kan u omruilen voor interessante voordelen.

kunst. Hij interesseerde zich vooral in de werken die in zijn tijd, de 19de eeuw, nog ondergewaardeerd waren en legde daarvan een enorme collectie aan. Deze kunt u vandaag bekijken in het Museum Mayer van den Bergh.

Wie houdt van wat de stad te bieden heeft aan cultuur, sport en vrije tijd, kan zijn persoonlijke A-kaart aanvragen. Deze spaar- en voordeelkaart is er niet alleen voor mensen die in de stad wonen, maar ook voor iedereen die er graag is en de vrijetijdsmogelijkheden van de stad optimaal wil benutten. Drie euro levert meer dan tien euro op aan startvoordelen. Wie de A-kaart koopt, krijgt meteen meer dan tien euro aan voordelen, bijvoorbeeld in de vorm van een gratis zwembeurt, een gratis filmvoorstelling in het cultuurcentrum of drie euro korting op een jaarabonnement in de bib. •  De A-kaart is voor drie euro te koop in de stedelijke musea, cultuurcentra, zwembaden en bibliotheken en in de stadswinkel. In totaal gaat het om 54 locaties. De kaart is ook op al die plaatsen te gebruiken. •  De A-kaart is gratis voor jongeren onder de 18 jaar. •  Mensen die een OMNIO-statuut hebben of recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming betalen maar twee euro. •  De A-kaart kan een aantal persoonlijke voordelen bundelen. Leraren, studenten, 65+-ers, mensen met een OMNIO-statuut… kunnen dat statuut koppelen aan de A-kaart en op vertoon van hun kaart automatisch de korting krijgen waarop ze recht hebben.

Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet Het Museum Plantin-Moretus is de enige drukkerij-uitgeverij ter wereld, die bewaard is gebleven uit de renaissance- en baroktijd. Het is de voortzetting van de Officina Plantiniana. Deze werd in 1555 gesticht door Christoffel Plantin, de eerste industriële drukker uit de geschiedenis.

Punten sparen is simpel Wanneer iemand een stedelijk museum, de bibliotheek of het zwembad bezoekt, kan hij één punt sparen. Ook door een voorstelling in het cultuurcentrum bij te wonen, is er een punt te verdienen. Inwoners van Antwerpen kunnen met hun A – Kaart gratis de musea bezoeken! Dit geld voor inwoners van alle districten. Punten omzetten in voordelen. tien

12

VAKBOND IN BEWEGING 71

punten geven recht op een voordeel zoals een gratis zwembeurt, een korting van twee euro bij aankoop van een toegangsticket voor het cultuurcentrum of een korting van twee euro op een aankoop vanaf tien euro in de stadswinkel of museumshop. Alle A-kaartplaatsen hebben een speciale zuil. Door de kaart even voor de aangeduide plaats op de zuil te houden, spaart u punten. Op een schermpje verschijnt het aantal gespaarde punten en uw puntentotaal. Het puntentotaal kan u ook raadplegen op uw persoonlijke pagina op www.antwerpen.be/akaart. De A-kaart koopt u één keer en blijft onbeperkt geldig. De gespaarde punten moet u wel voor 31 december opgebruiken. Punten die gespaard zijn tussen 1 september en 31 december vervallen niet en worden overgedragen naar het volgende jaar. Enkele voorbeelden van Musea die door bewoners van de districten van Antwerpen Gratis** te bezoeken zijn met de A-Kaart. MAS - Museum aan de Stroom Het MAS is een indrukwekkend gebouw met een museum. Onder meer. Want het is ook het kijkdepot, het museumplein met de mozaïek van Luc Tuymans, de wandelboulevard, het dakpanorama... Het MAS is een totaalbelevenis. Museum Mayer van den Bergh Fritz Mayer van den Bergh (18581901) had zijn eigen idee over

Museum Vleeshuis Het museum Vleeshuis brengt het verhaal over 600 jaar klank, muziek en dans in Antwerpen. Maak er kennis met de stadsmuziek in al zijn facetten. Ook de Antwerpse opera, muziek op kiosken en in concertzalen, huismuziek, instrumentenbouw en dans komen uitgebreid aan bod. Verwacht geen klassiek instrumentenmuseum, maar een levendige reis naar de wereld achter de muziek! Rubenshuis Het Rubenshuis is de plaats waar men het dichtst bij de leefwereld van de grootste barokkunstenaar ten noorden van de Alpen komt. In dit paleisachtige decor bracht Peter Paul Rubens 25 jaar van zijn leven met zijn gezin door. Voor meer musea raadpleeg www. Antwerpen.be. Marcel Beerlandt (info Website Antwerpen) **Permanente ling).

opstellingen

(tentoonstel-


WETENSCHAP

DE MENS EN ZIJN OORSPRONG Het Bijbelverhaal over het ontstaan van de aarde en de mens is gekend. God schiep de aarde in een paar dagen en zijn grootste stunt was dat hij uiteindelijk ook de man schiep om daarna met een rib van de man ook de vrouw te maken. Dit verhaaltje werd mij en miljoenen anderen voor waarheid vertelt op de katholieke schoolbanken. Intussen is daar de evolutieleer van Charles Darwin en weten wij dat de mensheid een lange evolutie heeft doorgemaakt om van voorhistorische mens te evolueren tot wat wij vandaag zijn.

CHARLES DARWIN Hoeven wij deze befaamde natuuronderzoeker, die zó zijn stempel op de negentiende eeuw heeft gedrukt, nog voor te stellen? Wellicht niet, want in 2009 hebben we nog maar net de tweehonderdste verjaardag van zijn geboorte en de honderdvijftigste verjaardag van de publicatie van zijn werk over de evolutie van soorten gevierd. Op enkele fundamentalisten na die de geloofsleer blijven aanhangen en nog steeds weigeren om hun standpunt over het ontstaan van leven op onze planeet en de evolutie van soorten door natuurlijk selectie bij te stellen, is het overgrote deel van de wetenschappers vandaag gewonnen voor de idee van een wereld in evolutie. Terwijl wetenschappers zich nog buigen over de processen achter deze evolutie, gaan er stemmen op die - zelfs in Europa - naar het obscurantisme (leer om de beschaving en verlichting tegen te gaan) neigen. Deze groep hangt een zogenaamd wetenschappelijke theorie aan die in de Verenigde Staten onder de naam ‘Intelligent Design’ ingang vond.

werden recentelijk ondernomen in Italië, Griekenland, Nederland, Rusland, Turkije, Servië, Polen, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Wetenschappers beschouwen evolutie echter als het meest coherente rationele kader om al onze kennis over het leven en de oorsprong ervan te verklaren. Evolutie in wetenschappelijke termen oppert dat de mens niets anders is dan een dier dat net als alle andere levende wezens dezelfde evolutiewetten moet ondergaan. Deze afbreuk aan de speciale status van de mens beschouwen sommige godsdiensten als een aanslag op de morele waarden waarvoor de mens als vertegenwoordiger van God op Aarde garant staat. Dit verklaart waarom de Darwinistische evolutietheorie tijdens de vorige eeuw is uitgegroeid tot het symbool van een wetenschappelijk materialisme dat moet worden

gefnuikt. Het klopt dat het in vraag stellen van menselijke zekerheden, het niet meer bang zijn voor de boom van kennis en wetenschap en het stellen van vragen over de oorsprong van dingen en van het leven, aan de macht en de suprematie van de Kerken raakt. Religieuze gezagsdragers willen een geloof opleggen. Zij wijzen elke levenshouding af die uitgaat van het vrije onderzoek en verzetten zich tegen de scheiding van kerk en staat. Leken hebben hun plaats op voorwaarde dat ze zwijgen en zich laten doen. Evolutie is van wezenlijk belang voor een globale visie op het leven, ze is een onontbeerlijke voorwaarde voor het humanisme. Ze houdt rekening met de natuur zonder die te verheerlijken en erkent dat wij vrij en zelf verantwoordelijk zijn om ons bestaan zin te geven. Het feit dat het leven en de evolutie niet door een doel zijn bepaald, betekent niet dat wij ons leven en dat van de mensheid geen zin hoeven te geven. Op zoek gaan naar het licht betekent willen zien. Niet zien betekent in de duisternis en de onwetendheid blijven. Om te zien, moet je kijken en om te kijken, moet je waakzaam zijn. Romain (Naar een artikel in Science Connection).

Sommige mensen hebben de indruk dat Europa gespaard blijft van creationistische acties en obscurantistische aanvallen tegen de evolutie-idee. Dit is echter een gevaarlijke illusie, gelet op de financiële middelen die de creationistische beweging inzet en de politieke standpunten die hierover de afgelopen tijd zijn geformuleerd. Pogingen om lessen over de evolutieleer te verbieden en de toelating om in de plaats hiervan over het creationisme te onderwijzen,

VAKBOND IN BEWEGING 71

13


ONGEWONE MENSEN

STAF VAN HET BONDSGEBOUW In onze beweging kom je dagelijks in contact met allerlei mensen. Gewone mensen die er nu en dan bovenuit steken. Figuren die in hun dagelijkse doen en laten iets betekenen voor ons. Nu en dan wil je deze personen wel eens leren kennen, hun inzet, gedrevenheid en achtergrond. Daarom deze gesprekken met (on)gewone mensen. Vandaag blikken wij terug op twee markante figuren. Marie-Thérèse en Staf de vroegere uitbaters van het Café Bondsgebouw. Twee hard werkende senioren die meer dan een kwart eeuw het komen en gaan in het Bondsgebouw beleefd hebben.

den Bell telefoon, enz waren present. Vanuit het ACOD de mensen uit het onderwijs, de mannen van de vuilniskar, die van den tram enz, enz.

VIB: Staf, je eerste kennismaking met het bondsgebouw, hoe verliep die?

Leo van Dijck (aanwezig bij dit gesprek): bij “Den Tuur” sloot het café om 00.30 u.. Bij de Staf kon dit uitlopen tot later dan vier uur in de nacht.

Staf: Ik had hier in de Ommeganckstraat een restaurant “ De Kroon” het was gelegen schuin over het bondsgebouw. Den Tuur, de vorige uitbater van het Café Bondsgebouw kwam dikwijls bij mij over de vloer en ik bij hem. Daardoor kende ik het reilen en zeilen van deze zaak ook zo wat. Bij zijn overlijden heeft men vanuit de PMB gevraagd of ik interesse had om het café en restaurant over te nemen. Met de gedachte dat je een winnend lot niet weggooit, ben ik dan ook gestart in dit gebouw.

VIB: Dit was dan je start van je loopbaan in het Bondsgebouw? Staf: Er was hier weinig of niets. De keuken bestond uit een oud gasvuur, een oude stoof en een verroeste dampkap. VIB: Dit was nog het oude Bondsgebouw? Staf: Neen, in het oude heb ik nooit gewerkt. Ik weet dat er in de ingang naar de zaal toe, nog kleinere gelegenheidzaaltjes waren. De tapkast van het café stond toen nog aan de zijkant waar nu de ingang is naar de burelen van het ACOD en de PMB. VIB : Hoe heb je dit café zien evolueren in dit complex? Staf: De vorming (interprofessionele vorming nvr) was toen nog de kaderschool van het ABVV. Het fenomenale hiervan was dat de militanten meer gevormd werden aan den toog dan in de klaslokalen. VIB: Aan de toog? Staf: Toen werd er vooral nog les gegeven door secretarissen uit de vakcentrales, politiekers en zelfs een advocaat. Na de les bleven de leerlingen en vormingsgevers gewoonlijk nog discussiëren aan de toog. Hier werden dan ervaringen en ideeën uitgewisseld. VIB: Buiten de vorming, wat gebeurde hier nog? Staf: Verder waren hier vergaderingen vanuit de fabrieken enz. De General (GM nvr) kwamen soms opdagen met meer dan honderd militanten en delegees. Alle grote en ook kleinere bedrijven zoals Ford,

14

VAKBOND IN BEWEGING 71

VIB: De leden van de vakbond, militanten kwamen dus massaal. Je was ook betrokken naar die mensen toe, samen met Marie- Thérèse, je vrouw die vooral voor lekker eten zorgde.

VIB: Staf, je probeerde van het café ook een bindmiddel te maken, een contactpunt tussen miltanten, delegees, secretarissen enz, hoor ik. Staf: Het samenbrengen van verschillende mensen uit alle middens, sectoren. bedienden, arbeiders. VIB: Wat was je rol hierin? Staf: In feite was ik hierin een smeerlapje. Die mannen kwamen hier binnen en ik wou die zo lang mogelijk binnen houden. Ze kwamen een pint pakken en nog ééntje, in die tijd kon dat nog. Dan begon het discussiëren en het contacten leggen. Als ze te vroeg wilden doorgaan zei ik dat er nog mosselen zouden bediend worden, gratis later in de nacht. Ze bleven dan gewoonlijk nog wat hangen (lacht). Dat was een middel om ze te laten plakken. VIB: Een bindmiddel, niet alleen naar de vakbond toe, ook naar de partij, mutualiteit. Ik herinner me dat het Bondsgebouw zelfs op zondag open was. Staf: De ziekenkas had hier een vorming voor monitors van de “Sinjoorkens” Dat was een opleiding voor jongeren die zich inzetten voor kinderen op vakantie. Ook de machinisten van ACOD- Spoor waren hier om te vergaderen. Zaterdag was het café bijna altijd open. Dit voor militantenvergaderingen, speciaal voor mensen die in de week niet vrij waren. Ook partij-


ONGEWONE MENSEN VIB:Grote momenten waren ook de acties, stakingen. Deze hadden zeker een invloed op het Bondsgebouw. Je beste herinneringen. Staf: Er waren ook grote manifestaties in dit gebouw waarbij mensen tot buiten in de Ommeganckstraat stonden. De benefiet voor “De Morgen” bijvoorbeeld, de zaal en de inkomhal stond vol tot op straat. Mijn 65ste verjaardag, in de zaal zaten driehonderd mensen. De beste herinnering is echter dat ik hier gewoon gewerkt heb. Weet je dat ik ‘s nachts, soms rond 3 of 4 uur ging slapen op de zetel die achter in de keuken stond, en de volgende morgen al om 7 uur onderweg was om groenten te kopen? Iedere grote staking was het hier een ware heksenketel. Gewoonlijk ging ik dan ook soep bezorgen aan bedrijven die in actie waren. Gratis. Gewoon omdat ik meevoelde en iets wou doen. Gedurende de bezetting van Shiprepair heb ik honderden liters soep bezorgd. ECHTGENOTE MARIE-THÉRÈSE

vergaderingen vonden hier plaats. Leo van Dijck wijst op het belang van het Gemeenschappelijk Front dat in het café gevormd werd. Aan de toog konden we de problemen van iedereen leren kennen. ACOD, Metaal, andere centrales, de partij enz. Staf: Ja, het café was de binding, het cement. VIB: Je hebt niet alleen een rol gespeeld als cafébaas, maar Marie- Thérèse 38 jaar,en jij Staf 28 jaar, vormden een stuk geschiedenis van dit gebouw. Een kwart deel van jullie leven. Wat zijn de grote gebeurtenissen in dit monument die je kan benoemen. Staf: De jongerenmars naar Brussel ter gelegenheid van 100 jaar Internationale, die met fanfares en honderdtal deelnemers te voet vanuit de Ommeganckstraat vertrok. De 1 mei samenkomsten van BSP Borgerhout, de ACOD, De turnkring enz die van hieruit in stoet naar de start van de optocht op de Frankrijklei trok. En natuurlijk alle vooravonden van 1 mei.

VIB: Een gebeurtenis die vooral jongeren zich niet herinneren is de bomaanslag op het Bondsgebouw donderdagnacht 22 augustus 1983. Weet je daar nog iets van? Staf: Zeker, het was de laatste dag van ons verlof. We hebben snel ingepakt en zijn dan naar hier gekomen. Er zou veel schade geweest zijn maar bij onze thuiskomst was al het glas al verwijderd en ramen en deuren van het café dicht getimmerd met planken. De daders hebben ze nooit gevonden. VIB: Marie-Thérèse, nu 75 jaar jong, wordt geprezen door alle klanten, voor haar lekkere kookkunst, een super kokkin. Staf: In 1983, tijdens een grote staking werd hier dag en nacht gewerkt. Wij sliepen amper 2 uurtjes per dag. De “piketten” ( stakingspiketten nvr) kwamen hier even uitblazen. Er stonden altijd koffiekoeken en de nodige drank klaar. Wat ik ook graag deed is dat ik achter de discobar kroop om nog eens gas te geven, zelfs om 2 uur in de nacht. VIB: Nu is het een andere tijd. Is het Bondsgebouw veranderd? Ook naar de mensen toe?

Staf: De leiding is anders, jongere mensen. Je moet weten, in het Bondsgebouw was iedere mens, een mens. Wie dat ook was, hoe groot die was, hoeveel of weinig geld hij had en als die iets te zeggen had, dan kon hij dat. Er zijn hier vele grote namen over de vloer gekomen. Ministers, burgemeesters, buitenlandse delegaties met allen heb ik gewoon kunnen spreken. Claes, Van Miert die een eenvoudige,maar een vriendelijk man was, Bob Cools, Leona Detiège,.. enz. VIB: Marie-Thérèse en jij, Staf, stonden bekend als heel sociaal. Ik herinner me dat zelfs dakloze mensen bij jullie terecht konden voor een maaltijd. Het Bondsgebouw is een monument, maar jullie hebben het gedragen. Het Bondsgebouw is echter van steen, jullie de mortel, het cement. Staf: ik heb geprobeerd, als men hulp vroeg, nooit neen te zeggen. VIB: bedankt bedankt Staf.

Marie-Thérèse,

Marcel Beerlandt Foto’s Leo van Dijck

HAIKU’s van F.J Robson op een lelieblad één dauwdruppel – rondbollig zijn lot – verdamping

baars – zoetwatervis gefileerd à la carte smaak likt de lippen

zeehondenjacht (op) hun gekerm doodgeknuppeld van goud hun pelsen

VAKBOND IN BEWEGING 71

15


MUZIEK VOOR RODE OORTJES

BEVERLO

(of waarom “opruimen” loont…) Je hebt zo van die mensen die op tijd en stond dingen wegsmijten, en voor wie de term oude rommel het zelfde betekent als de mode van de voorbije zomer. (Hebben we trouwens wel een zomer gehad dit jaar?) En dan heb je die andere groep mensen. Die groep die van alles en nog wat vergaart, verzamelt, bijhoudt en stockeert. Allemaal dingen die ooit nog wel eens van pas zullen komen. Als je nu nog eens wist wat je allemaal bijgehouden hebt. En wat je vroeger minzaam “mijn klassement” noemde, is ondertussen een hooggebergte met de naam Rommel geworden. Met rode wangen moet ik toegeven dat het ten huize Rode Oortjes net zo is. Maar toen ben ik beginnen opruimen! Zo’n opruimwoede begin altijd zeer hevig. Categoriek en zonder genade worden oude spullen en documenten verwezen naar het recyclagepark, alwaar hen een nieuw leven in een gereïncarneerde vorm wacht. “Tandengeknars zal u niet helpen mijn dierbaar Archief, want ik ben Opruimman en heb een hart van steen.” Maar die woede neemt snel af en maakt al gauw plaats voor nieuwsgierigheid. Welke schatten ga ik hier allemaal vinden? Ga ik bewijzen dat mijn verzamelwoede wel degelijk nut heeft? Dikwijls volgt er dan een zweem van teleurstelling als blijkt dat het ooit geroemde archief enkel bestaat uit oude rommel. Maar dan, net op het moment dat je de hoop dreigt op te geven, vind je hem, de parel wiens glans je vergeten was. Het voorwerp dat al dat verzamelen rechtvaardigt. Mijn “parel” bestond uit een samengebonden stapeltje A4 papieren, gehuld in een kaft van licht roze karton, met daarop in sierlijke, bijna dansende letters : STRIJD –en ANDERE LIEDEREN. En geloof me vrij mijn lieve lezers, ik dacht meteen aan u! Bij het bladeren blijkt al snel dat het hier om een “zingdocument” van het Vormingsinstituut van het ABVV van november 1982, hetgeen de pret in mijn ogen nog harder doet schitteren natuurlijk. En wat een schat aan teksten. Een opsomming zou ons te

16

VAKBOND IN BEWEGING 71

ver leiden. Meer over de inhoud van deze farde, zal u ongetwijfeld kunnen lezen in latere Rode Oortjes. Want nu viel mijn blik op Beverlo, een melodieuze aanklacht op het fenomeen oorlog, waarin de armen zich nog armer vechten en waarvan alleen de rijken beter worden. Dit Beverlo was slechts één van de liederen die massaal applaus oogsten tijdens de opvoeringen van Mistero Buffo door de Internationale Nieuwe Scène. Het stuk is van de hand van de Italiaanse satiricus Dario Fo en de muziek werd bewerkt door de betreurde Wannes Van De Velde. Maar waarom werd dit lied Beverlo genoemd? Het antwoord hierop vinden we terug in de prille geschiedenis van ons landje. Na de omwenteling van 1830 bleven de Nederlanders ons jonge onafhankelijke landje met begerige blikken beloeren. De Belgische regering zag zich dan ook verplicht om een betrekkelijk sterk leger onder de wapens te houden. In het Noordelijk grensgebied werden er tussen 1830 en 1835 voorlopige legerkampen opgericht (Bouwel, Schilde, Zonhoven en Diest). Deze legerkampen bestonden uit tenten

en houten of strooien barakken. De gronden waarop deze kampen gevestigd waren,werden gehuurd. Dit plus het onderhoud van de barakken, nam telkens een fameuze hap uit de jonge schatkist. In 1835, toen de Nederlands dreiging begon af te nemen, besloot de regering om de voorlopige kampen te vervangen door één enkel degelijke kazerne. Het mocht niet te ver afgelegen zijn van de bedreigde noordergrens en het moest tevens gemakkelijk te bereiken zijn vanuit het binnenland. Koning Leopold I, ging zelf op verkenningstocht door de Kempen in het jaar 1834 om een geschikte legerplaats te vinden. De heide van Beverlo,huidig een deelgemeente van Beringen, voldeed in alle opzichten: ruim en onbewoond. De eerste soldaten verschenen op de Grote Heide en trokken meteen de eerste leurders en handelaars aan. Ze vestigden zich op militaire terreinen, waarvoor ze toelating gekregen hadden, dicht bij het paleis, dat voor Leopold I opgetrokken was. De eerste hutten, dewelke de handelaars hadden opgebouwd, bestonden uit leem of planken en waren gedekt met stro, enkelen hadden


MUZIEK VOOR RODE OORTJES

Beverlo

WANNES VAN DE VELDE

een pannen dak. Spottend noemden de soldaten deze groep hutten wel eens: het strooien dorp. In 1844 telde de jonge kolonie reeds 75 gezinnen met 378 personen. Op 7 juli 1850 werd bij K.B. de zelfstandigheid van de gemeente bekrachtigd. Het dorp telde op dat ogenblik 708 inwoners en 163 huizen. Als belangrijke Belgische kazerne werd Beverlo natuurlijk ook een mikpunt voor de Pruisische troepen tijden de Eerste Grote Oorlog. En zoals dat altijd gaat met oorlogen, was vooral de kleine man weer het slachtoffer. Dat kunnen we duidelijk horen in de twee laatste strofen van Beverlo want het is over deze zwarte bladzijde in de geschiedenis van Beverlo, dat Wannes Van De Velde zijn soldaat laat zingen. Dat dit ook werkelijk zo was, kunnen we onder andere opmaken uit dit fragmentje, nagelaten door een ooggetuige, de toenmalige pastoor Scraeyen van Berverlo.

Er zijn soldaten uit Beverlo vertrokken. Ze zijn als beesten naar ’t front gedreven, naar ’t schaamteloos kerkhof van onze jeugd. *** 't Was in de winter, het ijs lag op de vlakte. Mijn beide voeten zijn er bevroren Mijn beide voeten zijn er bevroren Ik werd vervoerd naar een hospitaal *** Mijn beide voeten heeft men mij afgenomen Twee houten krukken heb ik gekregen Twee houten krukken heb ik gekregen En ‘k werd naar het ouderhuis gestuurd. *** Men heeft mij ook nog een staatspensioen gegeven Van een paar centen, te weinig om te leven Zo word ik nu naar de bedelstaf gedreven. Om niet te kreveren van hongersnood. *** Ik heb door tal van landen gezworven. En af en toe wat meelij verworven. Maar de patroons voor wier geld ik heb gevochten Gaven me geen cent toen ik er om vroeg Maar de patroons voor wier geld ik heb gevochten Gaven me geen cent toen ik er om vroeg

majoor opmerkzaam op de plunderingen van de soldaten. Hij kreeg als antwoord: Laat ze maar doen, men kan dat in oorlogstijd niet beletten.” (Bron Heemkundige Kring Beverlo) Toen op 11 november 1918 eindelijk de wapens zwegen, riep iedereen: Nooit meer oorlog! Misschien moeten de wereldleiders hun archieven ook eens opruimen. Dan worden zij ook herinnerd aan deze vurige wens. Jammer genoeg bewijzen de

televisiebeelden elke dag, dat dit slechts ijdele hoop was. Zullen we ooit uit de geschiedenis leren? Paul Van Rymenant Het Kamp van Beverlo groeide later uit tot de militaire basis van Leopoldsburg. Foto zonder copyright: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/ commons/2/28/Le_camp_de_Beverloo.jpg

“De 17 en 18 Oogst (1914) werd Beverlo geplunderd door een eskadron huzaren. Vele mensen waren gevlucht uit schrik. Zo vonden de Duitsers de winkels en herbergen ledig. De heer notaris Ooms, die de opperofficier herbergde, maakte de

VAKBOND IN BEWEGING 71

17


VOOR U GELEZEN

DAG VLAANDEREN!

Hoe Walen écht leven en denken Christophe Deborsu, de RTBFjournalist voor wie Yves Leterme ooit de Marseillaise zong in plaats van de Brabançonne, en welbekend van onder andere De Zevende Dag, beschrijft (in het Nederlands) hoe hij, opgegroeid in Namen en gestudeerd in Leuven, langzaam maar zeker Vlaanderen leerde kennen door Waalse ogen. Het boek is een aaneenschakeling van korte kleine stukjes, aangevuld met allerlei informatie, waarin prangende, maar vooral ludieke vragen rond de communautaire problematiek in België worden gesteld. Alles behalve een roman, en je leest het niet in een ruk door, integendeel. Van elk stukje moet je genieten, misschien wel even nadenken. Leg dit boek gerust naast je bed, en lees elke avond enkele stukjes. Een bloemlezing uit de vragen die de auteur zich stelt : - Hoe hebben de Walen de Vlamingen rijk gemaakt? - Waarom zijn de Walen het enige volk op aarde dat weigert meer autonomie te krijgen? - Hoe beletten de Vlamingen de Walen Nederlands te spreken? - Waarom moet u naar Wallonië verhuizen? - Komt er ooit een Belgische burgeroorlog? - In hoever verschilt “verleiden” en “verleid worden” in beide landsdelen. In een slotwoord wordt de auteur écht ernstig en schrijft hij : De toekomst staat nergens geschreven, zeker niet in de vooruitzichten van een journalist. Een ding weet ik zeker, en daarmee wil ik afronden: wat er ook gebeurt, ik heb veel aan Vlaanderen en België te danken. Als Napoleon niet had verloren in Waterloo, als België een deel van Frankrijk was gebleven, dan had ik in de anonimiteit van een regionaal kantoor van France 3 Sambre et Meuse carrière gemaakt. Dat de eerste minister La Marseillaise zong

18

VAKBOND IN BEWEGING 71

op de trappen van een Brusselse kathedraal zou dan niemand hebben verrast. Dank zij dit soezebollende land kreeg ik de kans om een andere leefwereld te leren kennen: die van het Noorden, die van de wind die kraakt en kracht geeft, die van de Vlamingen. Al meer dan twintig jaar heb ik een goed verhaal te vertellen, de Waals/ Vlaamse draad door mijn carrière, tussen stop en go, grondgebied en afgrond, in een land zonder evidenties dat dwingt tot nadenken. Tot hier enkele citaten van Christophe Deborsu uit een boek dat gees-

tig en ludiek overkomt en vooral de relativerende toon is enorm verademend. En wij, wij voelen ons Vlaming, thuis in België en verbonden met onze Waalse landgenoten waarmee wij meer gemeen hebben dan fanatieke Vlaamse nationalisten willen toegeven. Romain Het boek werd uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts en kost ongeveer 20 euro. (ik heb het cadeau gekregen) www.Borgerhoff-Lamberigts.be


ADVERTENTIE

CANZONISSIMA met Andrea Croonenberghs, Marc Dex en Jan Mües in DE ROMA Canzonissima is een begrip in de geschiedenis van de Vlaamse muziek. Deze wedstrijd werd voor het eerst in 1963 georganiseerd en deed dienst als songfestivalvoorronde. Vele deelnemers, al dan niet finalisten, zijn later vaste waarden geworden in de Belgische muziekscène: Johan Stolz, Louis Neefs, Lize Marke… De sfeer, de verhalen, de intriges en de liedjes van weleer komen terug tot leven in een selectie van de mooiste Canzonissima-momenten. Met beelden uit de tijd van toen en een hedendaagse terugblik van de deelnemers van toen. Wanneer? zondag 18 december 2011 om 15u00 Waar? DE ROMA | Turnhoutsebaan 286 | 2140 Borgerhout Zie ook? www.deroma.be Tickets, info en reservatie: Tickets aan voordeelprijs: €9 ipv €16 Adviespunt Ommeganckstraat 35 | 1e verdieping 2018 Antwerpen T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan bij het Adviespunt enkel met Bancontact of via overschrijving op het rekeningnummer BE20 132-5201931-56 met duidelijke vermelding van naam, aantal tickets en activiteit.

VAKBOND IN BEWEGING 71

19


FILMBESPREKING

MARILOU MERMANS won de Prijs van Verdienste van VVF Voor de tweede keer vond het filmfestival “7dagen sociale film Antwerpen” plaats en in dit kader werd er door het VVF (Vlaamse Vereniging voor Filmkritiek) reeds voor de tiende keer een prijs van verdienste uitgereikt. Klinkende namen zoals Robbe De Hert, Gene Bervoets, Chris Lomme en Roel Bambost mochten deze eer reeds opstrijken. Dit jaar was het de beurt aan Marilou Mermans, populaire film- en televisieactrice die recent schitterde in “Meisjes” als een vrouw van zeventig die in haar jeugd bij een muziekgroep heeft gezongen en vandaag weer op het podium wil staan. Ze vraagt aan haar zoon, de ruige R&B muzikant Sid of hij met haar een bandje wil oprichten. Sid springt nog liever in de Schelde dan met zijn moeder op een podium te staan. Maar uit geldgebrek accepteert hij uiteindelijk toch om muziek te maken met zijn moeder en haar geschifte vriendinnen. Sid heeft wel één voorwaarde: het moet zijn muziek worden… Een film die u niet mag missen. Als we Marilou’s hele repertoire moesten overlopen schreven we hierover bladzijden vol. We halen hier enkele hoogtepunten naar boven. Zij was de ‘Elf in de grot’ in de jeugdreeks van BRT ‘Johan en de Alverman’, naast twee beroemde hoofdrolspelers Jef Cassiers en Frank Aendeboom (deze laatste is ook te zien in Lily en Marleen). Even later wist Robbe De Hert haar te strikken voor een rol in zijn korte film “De Geboorte en De Dood van Dirk Vandersteen jr.” Deze kortfilm werd vertoond op de gala-avond van 6 oktober als voorprogramma voor de film ‘Meisjes’ van Geoffrey Enthoven. (Nu in de kijker als regisseur van ‘Hasta La Vista’). Zij vertolkte Wieske in twee afleveringen van ‘Wij Heren van Zichem’ in 1969 en kreeg meer bekendheid door haar rol van Isabeau De Crébillon in de jeugdreeks ‘Fabian Van Fallada’. Verder in de jaren zeventig bevestigde zij haar talent in verschillende televisiefilms en feuilletons zoals ‘De Vorstinnen van Brugge’ en ‘De Grenadier van zijne majesteit’. In de jaren tachtig speelde zij meer in bioscoopfilms zoals in ‘Zaman’ (een policier die zich afspeelt in het Antwerpse, zeg maar een verre voorlopers van de politiereeksen die

20

VAKBOND IN BEWEGING 71

wij nu kennen zoals Zone Stad) van Patrick Lebon en in ‘Paniekzaaiers’ naast Gaston Berghmans en Leo Martin en in ‘Alfa Papa Tango’.

In de jaren negentig stond zij nog steeds in de belangstelling en kreeg ze meer en meer aanbiedingen. Zij verscheen in ‘She Good Fighter’ van Marc Punt, ‘Ad Fundum’, het regiedebuut van Erik Van Looy, ‘Gaston’s War’ van Robbe De Hert en vooral niet te vergeten in een sterke moederrol in de film ‘Dief!’ ook van Marc Punt. Tijdens de eeuwwisseling kon het niet meer op, Marilou Mermans kreeg meerdere filmrollen aangeboden: ‘Lijmen/Het Been’ wederom van Robbe De Hert, ‘Confituur’ van Lieven De Brauwere (ook gekend van ‘Pauline en Paulette’), ‘Vleugels’ van Julie Declerq, en wederom een sterke moederrol in ‘Linkeroever’ van Pieter Van Hees naast Matthias Schoenaerts, ‘Los’ van Jan Verheyen in een biografisch verhaal van Tom Naegels en natuurlijk als lid van een vrouwenzanggroep ‘Over The Hillband’ in ‘Meisjes’ van Geoffrey Enthoven. Niet enkel is zij te zien op het grote en kleine scherm, ook op de planken maakt Marilou regelmatig een sterke verschijning: vijftien jaar KNS, een boel rollen van NTG tot Reizend volkstheater, van musicals bij het Koninklijk ballet van Vlaanderen tot haar indrukkwekkende monologen in Theater Paljas, laten we ook hierbij niet vergeten dat hij al reeds meerdere stukken heeft geregisseerd. Ook als onderwijzeres op de toneelschool heeft zij haar pluimen verdiend. Dat zij progressief was ingesteld bewijst een anekdote. In haar jonge carrière speelde zij mee in het toneelstuk ‘De Horens van de Haan’ van Fernand Crommelynck in een regie van Paul Anrieu. Hierin moest zij, geheel functioneel in het kader van het stuk, een borst ontbloten, één maar. Maar dit zorgde in die tijd voor veel ophef, zelfs haar ouders waren in paniek. Maar dat stelde wel dat zij werd geschorst als lesgeefster aan de academie van Mortsel zogezegd ‘om erger te voorkomen’. Als je denkt dat dit deze tijd niet meer kan gebeuren wijs ik graag op het ‘borst-


FILMBESPREKING

accidentje’ in Amerika waarin Justin Timberlake de borst ontblootte van Janet Jackson tijdens een televisieuitzending. De rel die toen ontstaan is kende zijn gelijke niet. Toen Janet Jackson haar excuses had aangebo-

den kon pas de storm gaan liggen. Op 6 oktober 2011 kreeg Marilou Mermans ‘De Gulden Mira’ uitgereikt voor haar carriere, een loopbaan die nog ver zal uitweiden want

zij voelt zich nog jong en zal nog menig steentje kunnen bijdrage aan het Vlaamse filmlandschap. Proficiat! Tekst en fotos Patrick Van Laer

DE GROTE GENERATIESHOW zondag 30 oktober 2011 van 14u00 tot 17u00

Waar? Atlas – Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen Reservatie verplicht. Beperkte plaatsen. Tickets: € 5 via www.ticketgang.be of bellen naar 03 338 71 30 De tentoonstelling Generatie Stad wordt feestelijk afgesloten met de Grote Generatie Show. Jonge en minder jonge coryfeeën gaan er met elkaar in gesprek over wat hen bindt en wat hen verdeelt. Over traditie versus vernieuwing, over waarden en normen en over de toekomst van onze stad. Er is tijd voor info en voor entertainment. Centraal op de gastenlijst staan: •  Bob Cools (oud-burgemeester van Antwerpen) •  Irène Vervliet (Benidorm Bastards) •  Vitalski (nachtburgemeester van Antwerpen) De muziek is van Jos Smos en Tourist en van Irène Vervliet en Vitalski. Pat Donnez van Radio 1 presenteert de Grote Generatie Show.

VAKBOND IN BEWEGING 71

21


ADVERTENTIE

27 oktober 2011

DAGUITSTAP NAAR GENT

Gent heeft als “rode” stad eigenlijk té veel te bieden. We hebben daarom een compact programma voor u uitgedokterd dat zoveel mogelijk informatie verschaft op een zo aangenaam mogelijke manier. In de voormiddag gaan we op de koffie bij de kameraden van het ABVV Oost-Vlaanderen. Aansluitend bezoeken we het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT). Dit museum bewaart de industriële cultuur van ons land en geeft op meer dan 1800 m² een historisch overzicht van de industriële samenleving. We duiken hier 250 jaar terug in de tijd. ’s Middags eten we Gentse waterzooi in het hartje van Gent en aansluitend is er een korte stadswandeling voorzien. Omstreeks 16.00 uur kan u op eigen houtje de stad verder verkennen. Praktisch: 7u30: vertrek aan de Van Straelenstraat | zijkant Atheneum | Antwerpen. 18u00: terugreis Prijs: €35 per persoon Wanneer? donderdag 27 oktober 2011 Zie ook? www.miat.gent.be Info en inschrijvingen: Adviespunt Ommeganckstraat 35 | 1e verdieping 2018 Antwerpen T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan bij het Adviespunt enkel met Bancontact of via overschrijving op het rekeningnummer BE20 132-5201931-56

VAKBOND IN BEWEGING 71



vrijdag 27 januari 2012

nieuwjaarsfeest

e i n n Co o g u en H

s f e e N s n o Sym

Onder begeleiding van The Rico Zoroh Band & Nicole Zaal Kielpark Kaarten: St. Bernardsesteenweg 113, 2020 Antwerpen 8 euro voor leden en voorverkoop (+ drankje) Deuren 13u30 v $DQYDQJ 14u00 10 euro niet-leden en aan de kassa (+ drankje) Kaarten verkrijgbaar vanaf 1 november 2011 op het ABVV-Adviespunt, Ommeganckstraat 35,

2018 Antwerpen (eerste verdieping) Tel 03 220 66 13, adviespunt.antwerpen@abvv.be Betaling kan bij het Adviespunt enkel met Bancontact of via overschrijving op rekeningnummer BE20 132-5201931-5 v.u. Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.