ViB
België - Belgique P.B. Antwerpen X 8/6342 AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X
Toelatingsnummer P408993
Verantw. uitgever : Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen
VAKBOND IN BEWEGING
HET KONINKLIJK ATHENEUM IN DE BRANDING VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS • NR. 63 • 16e JAARGANG • AUG/SEPT/OKT 2009
INHOUD
ViB VAKBOND IN BEWEGING
Nr. 63 - 16e jaargang OKT-NOV-DEC 2009 Prijs: 0,75 Jaarabonnement: 3
7
4
Driemaandelijks tijdschrift van Linx+ ABVV-Regio Antwerpen In samenwerking met De Brug, Brug- en gepensioneerdenwerking ABVV-Regio Antwerpen Verantwoordelijke uitgever: Dirk Schoeters Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen Redactieadres: Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen (03)220 67 11 peter.dekort@abvv.be
9
21
Medewerkers aan dit nummer: Marcel Beerlandt Marina Van den Bulck Staf Van Gorp Romain De Fleurquin Koen De Clercq Vormgeving: Romain De Fleurquin Albert Balboa llustratie cover : ABVV, gewest Antwerpen
23
17
INHOUD REDACTIONEEL 3 gezocht
THEMA 8 Euthanasie
ANTWERPEN IN BEELD 4 Den Bell
ACTUALITEIT 9 Het Koninklijk Athe neum van Antwerpen
KINDEREN VAN SIMINI (10) 7 Ferrre Grignard
13 Crisis in de Beschutte Werkplaatsen
WELZIJN 15 Ouderen in het verkeer: een klasse apart
FILM 25 A workingsman’s death
25 JAAR SENIOREN 17 Viering 25 jaar senio ren
COLUMN 26 Boer
CULTUUR 21 Mercedes Sosa 23 Frans Masereel
2
VAKBOND IN BEWEGING 63
Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.
REDACTIONEEL
Gezocht Onze Vakbond in Beweging steekt in een nieuw kleedje. Zo om de 10 jaar mag dat wel eens. We waren er dan ook klaar voor. Romain presenteerde enkele voorstellen, Albert deed ook zijn duit in het zakje. Met de redactieploeg discussiëren we er op los over bolletjes en lettertypes, kleuren, rubrieken of geen rubrieken, witruimten en bladuitlijning. En soms voelden we ons onbekwaam om een knoop door te hakken, lay-outen is tenslotte een ‘vak’. En we zagen de inhoud natuurlijk niet over het hoofd. Waarover willen we schrijven? Wat is interessant voor onze lezers? En hoe geef je alle lezers – in hun diversiteit van senioren tot culturele en andere militanten - hun goesting. De goesting om elk kwartaal weer het blad open te slaan dat in de bus valt. En verder te lezen… En zo ligt er dus weer een nummer voor jullie klaar. Heel divers en naar onze bescheiden mening voor ieder onder jullie artikels die de moeite waard zijn om te lezen. Zoals de terugblik op Frans Masereel, Ferre Grignard en Mercedes Sosa,… en natuurlijk de viering van 25 jaar seniorenwerking, met ook vooruitblik naar de toekomst. Een stevig interview met Karin Heremans, deze zomer niet uit de pers weg te denken inzake het ingevoerde hoofddoekenverbod in het Atheneum van Antwerpen. Karin krijgt hier het woord vanuit een andere en bredere invalshoek, namelijk de boeiende geschiedenis van het gemeenschapsonderwijs en het onderwijsmodel dat zij voorstaan. Den Bell in de kijker, met haar meer dan 100 jaar oude Antwerpse geschiedenis en het nieuwe leven als administratief centrum van de stad, de crisis in de beschuttende werkplaatsen, veilig verkeer voor senioren en informatie over onze euthanasie-namiddag. Onze vrijwillige schrijvers van dienst hebben opnieuw hun best gedaan om interessante teksten af te leveren, vanuit hun persoonlijke interesses of invalshoeken. We zijn er van overtuigd dat er binnen het ABVV heel wat mensen hetzelfde kunnen doen. Dus: GEZOCHT: ABVV’ers met een goede pen en klare kijk op mens en samenleving, die vanuit een rode bril iets willen schrijven voor andere ABVV-leden. Na een eenvoudige opgave van je naam, je interessegebieden en je contactgegevens bij één van de redactieleden, organiseren we een verkennend gesprek waarin we alle mogelijkheden bekijken. Doen ! Marina Van den Bulck VAKBOND IN BEWEGING 63
3
ANTWERPEN IN BEELD
DEN BELL Van Bell Telephone Mfg tot stadsdiensten Eind oktober 2008 verhuisde een groot deel van het stadspersoneel naar het vroegere gebouw van Den Bell. Het Alcatel-gebouw werd omgevormd tot zenuwcentrum van de stedelijke en OCMW-administratie. In totaal zullen hier meer dan 2000 medewerkers hun nieuwe werkplek gekregen hebben. Ooit was het gewoon “Den Bell”, een fabriek waar in het prille begin telefoontoestellen werden vervaardigd. Iedere Antwerpenaar had in zijn familie of vriendenkring wel iemand die “op den Bell” werkte.
VROEGE HISTORIEK In 1882 stichtten een aantal Antwerpse notabelen samen met een jonge Amerikaanse ingenieur, Francis Welles, op het Zuid, het eerste fabriekje van Bell Telephone Manufacturing Company. Er verdienden 35 werknemers hun brood met het in elkaar zetten van telefoontoestellen. Het bedrijf groeide uit tot één van de belangrijkste Antwerpse ondernemingen. De snelle expansie had als gevolg dat de vroegere gebouwen op het Zuid werden uitgebreid tot een enorm driehoekig gebouwencomplex en er kwamen nieuwe bedrijfsgebouwen bij in Hoboken. De eerste internationale telefoonverbinding was één van de vele primeurs die Bell realiseerde. Hoewel oorspronkelijk beperkt tot telecommunicatie, werd Bell later ook actief op het gebied van radio en televisie. Deze nijverheid vereiste een zeer hoge scholing van het personeel. NIET ZONDER RISICO De oprichting van deze onderneming op 26 april 1882 was een ambitieuze onderneming. In heel België waren er nog geen 2000 telefoonabonnees en in de omringende landen was het niet veel beter. Toch stelden de oprichters zich tot doel de productie, de verkoop, de aankoop en het verhuren van apparaten voor telefonie en telegrafie en alles wat rechtstreeks met elektriciteit te maken had. De stichters waren: Francis Welles, een 27-jarige afgevaardigde van de Western Electric Company, Louis De Groof, een 42-jarige gevolmachtigde van de International Bell Telephone
4
VAKBOND IN BEWEGING 63
Company en een aantal notabelen van Antwerpen, zoals Arthur Van den Nest, Alexis Mols, Ernst en Maximilien Grisar en Jacques Osterrieth. De maatschappelijke zetel was in de Dambruggestraat gevestigd. Voorzitter van de Raad van Bestuur was Arthur Van den Nest en Francis Welles werd afgevaardigd bestuurder. Van de 4000 aandelen die een beginkapitaal van 1 miljoen Belgische Frank vertegenwoordigden, waren er respectievelijk 2160 en 800 in handen van de Western Electric Company en de International Bell Telephone Company. Tweehonderd aandelen waren in handen van Gardiner Hubbard, de schoonvader van Graham Bell, de uitvinder van de telefoon. De International Bell Telephone Company werd in 1879 te New York gesticht door Hubbard met het oog op de introductie van de telefoon in Europa. In 1880 opende deze maatschappij haar Europees kantoor aan de Lijnwaadmarkt, waar de lokale telefooncentrale werd geïnstalleerd. VAN START De eerste werkplaatsen van de jonge onderneming waren ondergebracht in een atelier van de International Bell Telephone Company boven een houtzagerij aan de Oude Steenweg. Na een brand werden de werkplaatsen voorlopig ondergebracht aan de Ankerrui. In augustus 1882 werd dan beslist om eigen gronden aan te kopen aan de Boudewijnstraat. In november van dat jaar werd reeds begonnen met de bouw van de eerste
eigen fabriek. Deze eerste eigen werkplaatsen bestonden uit een gebouw met slechts één verdieping waar de kantoren zich bevonden. Op het gelijkvloers bevond zich het magazijn, de assemblageafdeling, de inpak, de machinekamer en de portiersloge. Een stoommachine leverde de nodige drijfkracht. Na enkele maanden werden er gronden aangekocht voor verdere uitbreiding. In 1887 kocht men nog meer gronden aan de overzijde van de Boudewijnstraat. In 1888 werden er drie verdiepingen gebouwd op het oorspronkelijke gebouw. In 1896 werden er nog eens gronden aangekocht aan de Solvijnstraat. Een gebouw met vier verdiepingen werd opgetrokken aan de hoek met de Boudewijnstraat en de Diercxensstraat. Op technisch, organisatorisch en commercieel vlak werd alles gedaan om de snelle evolutie van de branche te blijven volgen. STEEDS NIEUWERE PRODUCTEN EN UITBREIDING De concessies die de International Bell Telephone Company in de vele Europese landen had verkregen gaven Bell Telephone Mfg in Antwerpen van bij de start een beloftevolle exportmarkt. De eerste telefoontoestellen die ze maakten waren muurtoestellen, maar men bracht ook schakelborden op de markt. Onder impuls van Francis Welles werden er agenten in de verschillende landen aangesteld. Daardoor vonden de Bell-producten een afzet over zowat heel de wereld. Voor de Belgische regering kreeg Bell meer en meer opdrachten om scha-
ANTWERPEN IN BEELD Toen in mei 1940 België in de oorlog betrokken werd, besloot men de vuren van de stoomketels te doven wegens ontploffingsgevaar in geval van bombardement. Bij de bezetting van Antwerpen werden de bedrijven voor korte tijd gesloten. Vele werknemers waren immers op de vlucht.
kelborden te installeren. Door de steeds nieuwere opdrachten en de evolutie van de nieuwe technieken werd er steeds maar verder uitgebreid. Om de eigen productieafdeling te kunnen uitbreiden werden in 1908 de houtmagazijnen van de hoofdfabriek overgebracht naar terreinen op het Kiel. De twee gebouwen van de hoofdfabriek in de Boudewijnstraat werden een jaar later via een overdekte brug met elkaar verbonden. EERSTE WERELDOORLOG Tijdens de Eerste Wereldoorlog moest de fabriek haar poorten sluiten. Nog voor de bezetting was men er in geslaagd de meeste plannen, gereedschappen en machines veilig via Nederland naar aanverwante bedrijven in Engeland en Amerika onder te brengen. Van wat achter gebleven was had men een gedetailleerde inventaris gemaakt. Tevens werden belangrijke documenten, samen met een hoeveelheid edele metalen in zinken kisten verpakt en begraven onder de vloer van het oude gebouw. Tijdens de laatste maanden van de oorlog werd de fabriek door de Duitsers tot een “Nachrichtenwerkstatt” omgevormd en werden de kantoren als slaapkamers voor soldaten en officieren gebruikt. Erger was dat
de fabriek zowat leeggeplunderd en de inboedel zo goed als vernield werd. Bij de terugkeer in 1918 vonden de werknemers een ware chaos. Het duurde tot 1920 vooraleer de fabriek opnieuw optimaal kon functioneren. De schade was groot en weinig kon hersteld worden. STEEDS NIEUWERE TECHNIEKEN Na de oorlog ontstonden er meer nieuwe technieken, vooral dan op het gebied van het telefoonverkeer. De eerste automatische telefooncentrale werd in gebruik genomen. Kort na de oorlog vond de telefonie een uitgebreide toepassing in het spoorwegverkeer waar de telegrafie werd verdrongen. In ons land alleen al voorzag Bell van oktober 1921 tot september 1922 ruim 500 km spoorlijnen van “traindispatching equipment”. Intussen had Bell zich eveneens toegespitst op een nieuw medium…de radio. Voor Bell betekende de omschakeling van handbediende naar automatische telefooncentrales een ver doorgedreven herziening van de productiemethodes en een noodzakelijke modernisering van het machinepark. In 1925 barstte de onderneming zowat uit haar gebouwen. Werkruimte diende op
verschillende plaatsen van de stad gehuurd te worden. Een nieuw ruimer hoofdgebouw was noodzakelijk. Aan de Boudewijnstraat kwam een nieuw hoofdgebouw en in Hoboken kwam er een nieuwe fabriek. De viering van het 50-jarig bestaan van de onderneming in 1932, gebeurde zeer bescheiden omwille van de economische crisis. Het dieptepunt van de crisis was in 1934 toen het aantal werknemers terugliep tot 2700. TWEEDE WERELDOORLOG In 1939 werden opnieuw maatregelen getroffen en werden er weer machines en gereedschappen overgebracht naar het buitenland.
DE HEROPLEVING NA DE OORLOG Na de oorlog kon dan eindelijk de heropleving beginnen. Vanaf de jaren 1946-47 stroomden de bestellingen binnen. Op 26 april 1954 werd de eerste steen gelegd voor het Bell-torengebouw. Twee jaar later werd het 58-meter hoge hoofdkantoor officieel ingehuldigd. De opendeurdagen die dan werden gehouden brachten meer dan 35 000 bezoekers naar de fabriek. Van dan af ging het steeds maar bergop. De opkomst van de televisie en de rekenmachine betekende voor Bell weer nieuwe initiatieven. Op 16 januari 1948 vergaderde het volgens de ministeriele besluiten van 17 en 21 december 1946 opgerichte Comité voor Veiligheid en Gezondheid van de Bell-onderneming voor het eerst. De ondernemersraad liet op zich wachten. Pas in op 7 april 1950 kwam die voor het eerst bijeen. Met de reorganisatie van de jaren 1962-63 werd
Foto: Marc Van Gansberghe - EEN FUTURISTISCH ZICHT OP DE TRAPPEN
VAKBOND IN BEWEGING 63
5
ANTWERPEN IN BEELD
ook een periode van decentralisatie en modernisering ingevoerd. De werkplaatsen te Hoboken, Antwerpen werden uitgebreid en gemoderniseerd. Een nieuw bedrijf werd oa in Geel opgericht, maar ook elders in het land. Het aantal werknemers liep in 1972 op tot 14 946. In dat jaar werd tevens begonnen aan de bouw van een acht verdiepingen hoog gebouw op de hoek van de Boudewijnstraat en de Solvijnstraat. Het nieuwe gebouw huisvestte de administratieve, medische, studie- en technische diensten. In 1967 komt het bedrijf in de handen van het Amerikaanse ITT om dan uiteindelijk in 1986 nog eens overgenomen te worden door het Franse Alcatel. Voortaan heet het bedrijf Alcatel-Bell. NAAR DE STAD In 2002 besloot het bedrijf Alcatel-Bell definitief te verhuizen naar de Kievitbuurt achter het Centraal
6
VAKBOND IN BEWEGING 63
Station. Een van de bekendste Antwerpse kantoorruimten kwam leeg te staan. De stad Antwerpen had in 2000 reeds beslist om de stedelijke administratie samen te brengen in één gebouw. Zij greep dan ook de kans om dit project in dit gebouw te realiseren. Het wordt een vernieuwend project voor haar eigen diensten. De kantoorgebouwen van den Bell tellen vandaag vijf verdiepingen en de toren telt er twaalf. De totale lengte van de gevels aan de straatkant bedraagt meer dan 400 meter. De verhuis van de stedelijke backoffice naar dit historisch kantoorgebouw is geen doel op zich, maar past wel in de beleidsvisie van het stadsbestuur. Met dit Bell-project wil de stad efficiënter gaan werken. Verbeterde werkomstandigheden en een kleinere spreiding van de stadsadministratie moeten de dienstverlening ten goede komen.
EEN PROJECT IN BEWEGING Aanvankelijk had de stad samen met de N.V. Vooruitzicht het plan om de Alcatel-site een gemengde invulling te geven. Met ruimte voor woningen, kantoren en commerciële activiteiten. Onderzoek wees uit dat de gevraagde kantoor- en vergaderruimte onvoldoende was voor de verhuizende stadsdiensten. In 2007 werd ook beslist dat, in functie van de nauwere samenwerking met de stadsdiensten, ook het OCMW haar administratie gedeeltelijk zou verhuizen. Een volledige ingebruikname van het driehoekgebouw én toren werd hierdoor noodzakelijk. In de toren zullen de stad en het OCMW een vergadercentrum uitbouwen met een auditorium en tal van grote en kleine ruimtes voor selecties, opleidingen en vergaderingen. Tijdens de kantooruren zullen deze hoofdzakelijk gebruikt worden door het personeel van de stad en het OCMW. De mogelijkheid wordt onderzocht om deze ruimtes tijdens de avond of weekends door derden te laten gebruiken. Het binnenplein krijgt een publiek karakter. Foto: Marc Van Gansberghe
Het zal voor iedereen toegankelijk en vrij te gebruiken zijn. Het binnenplein maakt een doorsteek van de Boudewijnstraat naar de Sint Laureisstraat mogelijk. Het plein wordt zo ingericht dat het de nodige faciliteiten krijgt om er (buurt)feesten te organiseren. Tegen 2010 moet heel de stadsadministratie daar haar plaats hebben gevonden. Iemand van Digipolis verklaarde dat, het huidige telefonienetwerk verouderd is. Men gaat van 26 telefooncentrales naar 2 centrales, die fungeren als elkaars backup: Als de ene centrale uitvalt, dan neemt de andere meteen over. En als de nieuwe telefooncentrales door Alcatel-Bell geleverd worden, is de cirkel rond. Staf Van Gorp Bronnen: Waar is de tijd? – Antwerpen deel 17 Bell Telephone Manufacturing Company 1882-1952 – uitgegeven door Bell Telephone Mfg Co Nieuwsbrief DEN BELL – maart 2008 en september 2008 – uitg. Stad Antwerpen internet Antwerpen.be
KINDEREN VAN SIMINI (10)
FERRE GRIGNARD
Tijdens de wilde jaren ’60 was Ferre Grignard een begrip in Antwerpen en ver daarbuiten. De zestigers van vandaag zullen zich levendig zijn songs als “Ring Ring” en “My Crucified Jesus” herinneren. Hij zong als een witte neger omdat hij de blues had, ook al sprak hij geen woord Engels. DE MENS FERRE GRIGNARD Fernand Grignard werd in Antwerpen geboren op 13 maart 1939 in een burgerlijk milieu waar hij later weinig of niets mee te maken wilde hebben. Over zijn jeugd is weinig bekend. Eind jaren ’50 ging hij kunstonderwijs volgen en kreeg hij bekendheid in de Antwerpse artiestenwereld. Niet omdat zijn schilderijen zo goed verkochten, integendeel, maar omdat hij zichzelf gitaar had leren spelen en goed kon zingen. Na zijn dienstplicht maakte hij omzwervingen
in Amerika. Hij werd er vriendelijk verzocht zijn anti-oorlogpropaganda elders te gaan voeren en belandde terug in Antwerpen in café De Muze. Daar komt de samenwerking met zijn drie begeleiders tot stand. Grignard verzamelt medailles en ridderorden en decoreert iedereen die hem sympathiek voorkomt. DE ARTIEST FERRE GRIGNARD In 1964 werd hij ontdekt door platenbaas Hans Kusters en brak toen snel door met de hit ”Ring Ring I’ve got to sing”. Met zijn hippie imago, zijn lange haar en nonchalante uiterlijk, werd hij de Boudewijn de Groot van Vlaanderen. Op 10 maart 1966 schreef Johan Anthierens in zijn sarcastische stijl in De Standaard: “De Antwerpse blueszanger Ferre Grignard heeft nu een echt plaatje. Enkele maanden geleden had de kunstkroeg De
Muze al een opname laten persen, die op een paar groeven na op een plaatje leek. Luistervinken van Philips kregen Grignard zo gek dat hij zijn protestsongs “Ring, ring, i’ve got to sing” en “We want war” op hun label lieten drukken. En zowel de verpakking als de uitvoering verdient aanbeveling. De hoes bestaat uit bruin inpakpapier met in schoonschrift de titels van de liedjes, de naam van de auteur en nog wat referenties. Dan een stemmige foto van Ferre en in de linker bovenhoek een vignet van café “De Muze”. Op de keerzijde de Engelse tekst van de songs, plus een Nederlandse en Franse vertaling. En de namen van de drie kleurrijke jongens die Grignards rauwe protestklanken muzikaal invetten: Mil Fingertips (wasbord), Toet Smits (gitaar en mondharmonica) en Johan Koopmans (bas). Maar de schilderachtigste van de Skiffle Group blijft de 26-jarige Ferre zelf.” Humo zag hem zo: “Onder een grote zwarte hoed wordt de rest van het hoofd bezet door ontzettend veel baard, een antieke fietsbril en een knol van een sigaar. Onder dit gewas hangt de Belgische driekleur in de vorm van een voddig stropdasje en het geheel is volmaakt door het nietkleurig overhemd en de vettige leren vest…” Grignard had het imago, en het voorkomen van een rasechte artiest. Zijn stembanden waren als klokkentouwen en hij putte er dan ook het nodige gebeier uit. Het hoogtepunt van zijn carrière was een optreden in Olympia in Parijs. Kort daarop klaagde hij de Franse vedette Johnny Halliday aan, die een bewerking had gemaakt van zijn tweede hit “My crucified Jesus”. Het plagiaat zelf kon hem niet
zoveel schelen, wel het feit dat Halliday er een tekst op had gemaakt, die beledigend was tegenover de hippies in het algemeen en Grignard in het bijzonder. Grignard leefde overeenkomstig zijn imago: wild en nonchalant. Dat deed zijn carrière geen goed, maar ook zijn gezondheid niet. Zijn fans hadden hem vlug vergeten en Grignard werd opnieuw café-zanger. Kort voor zijn dood trachtte Ferre Grignard een comeback te maken, met beklemmend werk, indringend als een lange doodskreet. Adriaan Raemdonck van Galerie De Zwarte Panter gaf hem enkele maanden voor zijn overlijden de galerie ter beschikking en organiseerde een indrukwekkende tentoonstelling met werk van Ferre. Zijn vriend Fred Bervoets wou dat Ferre Grignard nog voor zijn dood de kans kreeg aan het Antwerpse publiek te tonen dat hij talent had als schilder. En dat was ook zo. In 2005 eindigde hij op nr 185 in de Vlaamse versie van de Grootste Belg. Op 8 augustus 1982 overleed Ferre Grignard aan keelkanker. Sex, drugs en Rock & Roll eisten hun tol. Staf Van Gorp Bronnen: Internet- Wikipedia Ooggetuige: Johan Anthierens
VAKBOND IN BEWEGING 63
7
THEMA
EUTHANASIE
S
Stel je volgende situatie voor: je krijgt verscheidene bestralingssessies na enkele operaties waarvan de een al zwaarder dan de andere was. Daarnaast twee chemotherapiereeksen, één van vier en één van twee beurten. De pijn blijft ondraaglijk en je hart klopt in een razend tempo, vlugger dan de groei van de tumor.
Je houdt je sterk, je wilt niet opgeven, je vermagert, de kilo’s vliegen er af. Met al wat je in je hebt, wil je vooral verder leven, want je hebt een sterke wil, maar de uitzaaiïngen blijken sterker! En dan die blikken van mensen, vol medeleven…je wil iedereen geruststellen door te zeggen dat het wel goed komt, want je bent sterk en je wil leven. Toch word je echt graatmager, de hoop op beterschap zweeft weg. Uiteindelijk voel je dat het genoeg is en je wenst een wilsverklaring af te leggen nu het nog kan. Uiteindelijk wil je graag zorgen voor een waardig levenseinde na al de pijn die je geleden hebt.
Op 1 december 2009 om 14u00 in de Polyvalente Zaal van de Ommeganckstraat 53, 2018 Antwerpen organiseren de ABVV senioren regio Antwerpen een gratis infonamiddag in samenwerking met het “Centrum voor Morele Dienstverlening” over “Euthanasie”. Informatie kan u krijgen bij Peter Dekort Tel. 03 220 67 11 of mailen naar seniorenwerking.antwerpen@abvv.be
8
VAKBOND IN BEWEGING 63
PALLIATIEVE ZORG Palliatieve zorg vormt een essentiële schakel voor de humanisering van het levenseinde. Oorspronkelijk gebruikten professionelen palliatieve zorg als terminale zorg voor ernstige levensbedreigende aandoeningen bij mensen in de laatste fase van het leven. Professor Wim Distelmans, verbonden aan de leerstoel “Palliatieve Geneeskunde” van de Vrije Universiteit Brussel en ook gewezen voorzitter van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, reageert op de aantijgingen van de katholieke zuil die vindt dat het ofwel palliatieve zorg moet zijn of euthanasie. Het is echter geen of-of verhaal maar wel een en-en verhaal. Iedere patiënt moet de kansen krijgen die hij of zij verdient. Drie wetten uit 2002 versoepelen de humanisering van het levenseinde: de wet betreffende de euthanasie, de wet betreffende de palliatieve zorg en de wet betreffende de patiëntenrechten. Zo kreeg ieder van ons de mogelijkheid om onze wensen af te dwingen. DE EUTHANASIEWET VAN 28.05.02 De drie wetten vormen reeds een goede basis maar we kennen nog enkele pijnpunten. Er wordt nog steeds geijverd om deze wetten een uitbreiding te geven betreffende een vijftal punten die voornamelijk gaan over: minderjarigen, dementerenden, de geldigheid van de wilsverklaring, de doorverwijzing naar een andere dokter wanneer een dokter morele bezwaren heeft en tenslotte wil men trachten bij wet te regelen om de patiënt z’n dokter niet te belasten met het schuldig verzuim. Het zijn vooral mensen zoals Jacinta De Roeck (SPA),de senatoren Jannine Leduc, Paul Wille en Patrick Vankrunkelsven (VLD) die al enkele voorstellen naar voor gebracht hebben om
de wet van 2002 te verbeteren met de hierboven aangehaalde punten. INFONAMIDDAG EUTHANASIEPALLIATIEVE ZORG Zowel euthanasie als palliatieve zorg zijn zeker geen eenvoudige zaken. Weinig mensen weten wat dit alles juist inhoudt. Wat moet men als modale burger doen om hierover juist ingelicht te geraken? Tot wie moet men zich richten? Om op al deze vragen en misschien nog vele andere een antwoord te krijgen bieden de ABVV senioren van Antwerpen een themamiddag aan waar iemand van het Centrum Morele Dienstverlening een uiteenzetting komt geven over deze problematiek. Het zijn gespecialiseerde mensen die iedere dag met hun twee voeten in de werkelijkheid staan en die met kennis van zaken zowel theoretisch als praktisch ons kunnen informeren op een juiste manier die zeker verhelderend zal zijn voor iedereen. Het Centrum voor Morele Dienstverlening is gehuisvest aan de Jan Van Rijswijcklaan 96 te Antwerpen. Zij houden zich bezig met Morele Bijstand in elke zin van het woord. Zij kunnen u ten alle tijden bijstaan en helpen door een luisterend oor te bieden en u eventueel door te verwijzen naar gespecialiseerde personen. Euthanasie, adoptie, holebi’s, abortus, welzijnswerk en vrijwilligerswerk zijn thema’s waarvoor u bij hen terecht kan. Speel je met de gedachte om een plechtigheid te organiseren voor geboorte van je kind, een huwelijk of het verlies van een dierbaar persoon,het Centrum voor Morele Dienstverlening staat GRATIS voor u klaar. Ghersin André
ACTUALITEIT
HET KONINKLIJK ATHENEUM VAN ANTWERPEN
Vrijzinnig humanisme in een veranderende school en samenleving Op 13 oktober had Vakbond in Beweging een gesprek met Karin Heremans, directeur van het Koninklijk Atheneum Antwerpen. Het gesprek was uitermate boeiend en uitgebreid. Het vrijzinnig humanisme, de verzuiling, de islam en natuurlijk ook de hoofddoek kwamen aan bod. Een verhaal over de toekomst van een monument van een school en van onze samenleving. HÈT ATHENEUM Van Franse École Secondaire naar Wereldschool met 45 nationaliteiten De Franse revolutie van 1789 en de bezetting van ons land in 1792 heeft in zekere zin geleid tot de oprichting van het Antwerps Atheneum. Gedurende die eerste periode van de Franse bezetting, een tijd van onrust, van bloedige bestuurswisselingen in Frankrijk met hun weerslag op het beleid in ons land, is van geregeld onderwijs in Antwerpen geen sprake. Door een wet van 25 oktober 1795 werd het onderwijs in drie graden ingedeeld. Het onderwijs werd democratisch en los van de kerk. In de scholen nam de “Rechten van de Mens” de plaats in van de catechismus. In ieder departement werd er een “Ecole Centrale”, later gevolgd door een “Ecole Secondaire” (1799) opgericht om de principes van de Franse revolutie toe te passen. Deze scholen kenden weinig bijval bij de katholieke bevolking. De Ecole Secondaire, gewoonlijk het College genoemd, zou bestaan van 1 oktober 1807 tot 30 maart 1818, en vormt dus
het eerste stadium in het bestaan van het Antwerps Atheneum als instelling. Het heeft nooit opgehouden te bestaan, noch onder Koning Willem der Verenigde Nederlanden (1815-1830) noch tijdens de Belgische Omwenteling van 1830. Toen het College in 1818 tot Atheneum verheven werd, bleef het personeel in functie. Rond dit tijdstip vinden wij het Atheneum aan de Prekerstraat in de voormalige gebouwen van de Dominikanen. Zowel onder Koning Willem der Verenigde Nederlanden als na de Belgische onafhankelijkheid van 1830 bleven de lessen er ééntalig Frans. In 1850 werd het Atheneum een rijksinstelling en verwierf terug de titel van Koninklijk. Op 2 februari 1880 besloot de Antwerpse Gemeenteraad het Atheneum een nieuw gebouw te schenken en wel op een stadsgrond gelegen aan de voorheen genoemde Gemeenteplaats, thans Franklin Rooseveltplaats. Omwille van zijn inspanningen voor de democratisering van het onderwijs kreeg het standbeeld van Burgemeester
DIRECTEUR KARIN HEREMANS
Leopold de Wael een ereplaats voor het Atheneum. Sedert de stevige organisatie van het rijksmiddelbaar onderwijs door de organieke wetten van 1850, 1881 en 1884 en sedert de vernederlandsing van het onderwijs in 1883 zijn er nog weinig markante veranderingen geweest in de organisatie en realisatie van het Atheneumonderricht. De vormingsperiode was voorbij, de bloeiperiode van het Antwerps Atheneum kon aanvangen. Over die vernederlandsing moet men zich niet te veel voorstellen. Het gold slechts voor enkele vakken. Pas in 1932 werd een volledig onderwijs in het Nederlands voorzien.
Voor de doorbraak van de vrijzinnigheid moeten wij eigenlijk wachten tot in 1948 een Ministerieel Besluit uitgevaardigd wordt dat aan de ouders van de leerlingen de keuze laat tussen godsdienst of zedenleer. Voorheen diende men schriftelijk te bevestigen dat men geen godsdienst wenste te volgen. Einde van de jaren zestig kwamen er meer en meer vrouwelijke leraars aan het Atheneum en meer en meer meisjes vonden de weg naar de school. In de geschiedenis van het Atheneum neemt de Vlaamse Beweging, oorspronkelijk democratisch en vrijzinnig, een grote VAKBOND IN BEWEGING 63
9
ACTUALITEIT plaats in. Beperken wij ons tot het citeren van enkele namen die zowel in de politiek in het algemeen als in de Vlaamse Beweging een vooraanstaande rol hebben gespeeld : Godin, Kronacker, Lalmand, Lilar, H. Vos, Paul Van Ostaeyen, Joris Minne, Verspreeuwen, Jan van Beers, Pol de Mont, A. Borms, O. Wattez. Slechts één citaat, van Leo Michielsen : Zonder verplicht onderwijs kan Vlaanderen nooit ontvoogd worden. Het Koninklijk Atheneum heeft reeds een lang, bewogen bestaan achter de rug. Het was eertijds een zinnebeeld van onderwijs en opvoeding in de Antwerpse metropool en het hele Vlaamse land. Het kende zijn groeiperiode en zijn climax, overleefde uitbreiding van het scholennet, de emigratie van de bevolking naar de voorstad, de schoolstrijd en de wisselvalligheden en de vernieuwingen van het onderwijs. (H. Schoeters). Intussen staat het Koninklijk Atheneum Antwerpen opnieuw midden in de branding van een multiculturele samenleving met haar pijnpunten en conflicten. Mevrouw Heremans, de huidige directrice van het Atheneum, noemt zichzelf een wereldburger. Je zou voor minder als je weet dat in het Koninklijk Atheneum momenteel 45 nationaliteiten les volgen. *** Maar dat is een boeiend verhaal, waarvoor wij graag mevrouw Heremans aan het woord laten. VIB : Kan je het onderwijsproject van het Koninklijk Atheneum even voorstellen ? Karin Heremans : Het Koninklijk Atheneum maakt deel uit van het Gemeenschapsonderwijs. De
10
VAKBOND IN BEWEGING 63
grondslag van het Gemeenschapsonderwijs is pluralistisch en beantwoordt aan de Universele Rechten van de Mens, in het bijzonder die van het kind. Het Gemeenschapsonderwijs engageert zich optimaal voor de totale ontwikkeling van élke leerling, zowel op vlak van kennis, persoonlijkheid, sociale vaardigheden als attitudes. Het Koninklijk Atheneum Antwerpen wil een stap verder gaan en actief pluralistisch zijn. We willen de verschillen tussen mensen niet zien als een beperking, maar als een verrijking. Door het bijbrengen van kennis en respect voor de eigen cultuur en de cultuur van anderen en door het aanmoedigen van de open dialoog, ontstaat op onze school een sfeer van wederzijds respect die verrijkend en stimulerend werkt. We voeren daarbij een pleidooi voor een nieuw verlicht humanisme als middenlijn in de actieve pluralistische school, dit alles met als motto: Geloof in de mens. VIB : Actief pluralisme wat moeten we daar in de praktijk onder verstaan ? Karin : Actief pluralisme is niet vrijblijvend, we definiëren een aantal waarden die voor ons onwrikbaar zijn. De universele rechten van de mens, de vrijheid van godsdienst, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, de vrije meningsuiting, de scheiding van kerk en staat en het vrij wetenschappelijk onderzoek. Ik blijf altijd zeggen dat de mens centraal staat. Wij hanteren het principe van de wederkerigheid zeer sterk. We kiezen hier resoluut voor in de plaats van het begrip ‘verdraagzaamheid’. Wederkerigheid betekent dat er wederzijds respect, verplichtingen als ook een praktisch kader
nodig zijn van de twee kanten. VIB : Wat betekent dat voor het onderwijs dat het Atheneum biedt ? Karin : Sinds het Schoolpact is er vrijheid van onderwijs en dienen alle scholen twee uren levensbeschouwelijke vakken in te richten. Na de aanslag van AlQaeda op 11 september 2001 zijn de leerkrachten levensbeschouwelijke vakken, onder leiding van de leerkracht zedenleer en katholieke godsdienst nauwer gaan samenwerken en lesgeven. De school had toen 45 nationaliteiten. 46% van de leerlingen waren moslim, de andere 54% waren o.a. niet conventionele zedenleer, joodse godsdienst, protestantse, katholiek, orthodox… Toen is de visie ontstaan om niet alleen les te geven binnen het eigen levensbeschouwelijke hokje, maar om samen te werken om van onze leerlingen wereldburgers te maken met een open kijk. We willen in dialoog gaan, met respect voor de levensbeschouwing van de leerlingen. Maar met het doel om te humaniseren en de leerling centraal te stellen. In die zin wilden we trouw blijven aan het pluralistisch gedachtengoed van het Atheneum.
We werken hiervoor rond vier thema’s : tijd, keuze, ruimte en mens. We willen het bewustzijn bij de leerlingen creëren dat dit een samenleving is waarin we vooruitziend denken. Ze moeten dingen leren plannen, je moet dingen op tijd afgeven, etc. We voeden jongeren op als mondige kritische burgers die persoonlijke keuzes kunnen maken, en niet slaafs keuzes volgen die in een heilig boek staan. We hebben bijvoorbeeld een modeshow georganiseerd. Toen bleek zeer duidelijk dat de meisjes zelf niet goed wisten of ze een hoofddoek moesten dragen of niet. Ook rond de andere keuzes: spreek ik Nederlands, kom ik naar school, studeer ik verder… werd gewerkt. Bij het laatste thema, de mens als universele vrije wereldburger die eigen persoonlijke keuzes kan maken, heeft het wel even geclashed naar aanleiding van het scheppingsverhaal. Binnen het pedagogisch project staat in de eindtermen het wetenschappelijk onderzoek als een paal boven water. Dat was blijkbaar niet voor iedereen evident. VIB : Wat heeft dan geleid tot de escalatie met het hoofddoekenverbod als gevolg ?
ACTUALITEIT Karin : In 2006 was het aantal moslims in de school opgelopen tot 60% en in 2009 was dit reeds 80%. Mede doordat de meeste scholen in de binnenstad de hoofddoeken verboden. Alleen aan de rand waren er scholen waar de hoofddoek nog was toegelaten. Wij waren de enige ASO school (= Algemeen Secundair Onderwijs) waar de hoofddoek was toegelaten in de binnenstad. De laatste drie schooljaren kwamen leerkrachten signaleren dat hun visie, hun pedagogisch project, botste op een stuk fundamentalisme. Elke vorm van fundamentalisme is in strijd met een actief pluralisme. We gaan uit van een sokkel van onwrikbare waarden. Godsdienstvrijheid is daar één van, maar hierdoor mogen de andere waarden niet in het gedrang komen. Hoe uitte zich dat concreet; door jongens die niet naast meisjes in de klas wilden zitten, door steeds meer leerlingen met hoofddoeken. Meisjes die geen hoofddoek droegen, verlieten de school. Leerkrachten zagen in het weekend meisjes die buiten de school geen hoofddoek droegen, maar dit binnen de school wel deden. Meisjes die een hoofddoek droegen, waren geloviger en dus beter dan zij die dit niet deden. Het gelijkwaardigheidprincipe werd aangetast. In 2006 kwamen een vijftiental leerlingen met lange schoudergewaden en handschoenen. Nu begon de discussie van hoe lang de hoofddoek moest zijn, tot hoe ver die kwam. Een tussenstap was om de lange schoudergewaden te verbieden. Maar de discussie bleef. Het ging zover dat de directeur van de Middenschool een pop gebruikte om te laten zien hoe de hoofddoek geknoopt moest worden.
Zo was er ook een probleem met een tweedaagse uitstap naar Parijs. Een leerling mocht niet mee. Anderen volgden. Impliciet is dit groepsdruk, de ene ouder die de andere onder druk zet om zijn kind niet mee te laten gaan. Op een bepaald moment begon zelfs de leerkracht Islam dreigbrieven te krijgen, omdat hij de verkeerde versie van de koran onderwees. Ouders wilden toen een andere leraar NA DE BRAND IN HET ATHENEUM islam. Steeds bleven we in dialoog beslissing heeft gedreven. gaan. Want het passieve pluralisme zou het allemaal VIB : Totdat er een voltoelaten. Ik noem dit heel ledig verbod op het drabewust het actieve pluragen van een hoofddoek lisme omdat wij grenzen kwam… trekken… en in deze school moet je sneller grenzen Karin : De toenemende trekken dan op een andere druk van sommige fundaschool. De vrijheid van de mentalistische leerlingen ene stopt waar ze de vrijen ouders maakte dat we heid van de ander beperkt. overgingen tot een hoofddoekverbod, ter bescherAan de inspecteur islam ming van het pedagogische heb ik het historische kader project, ter bescherming uitgelegd. Nadat een genevan andere belangrijke ratie het kruis heeft afgedemocratische waarden legd, is het niet mogelijk en vrijheden die kaderen dat we toelaten dat er een in de geschiedenis en de nieuwe zuil ontstaat. Door visie van het Atheneum. de geschiedenis uit te legEr kwam een ander prakgen was deze man heletisch kader omdat het maal mee, zo had hij het vorige praktische kader niet nog nooit bekeken. haalbaar meer bleek. Het is juist om trouw te blijven VIB : Is dit een beslisaan de geschiedenis van sing tegen de moslims ? het atheneum dat ik dit beleid heb uitgetekend. Karin : Nee, de beslissing die we genomen hebben, Ik krijg soms het verwijt is geen beslissing tégen de dat ik van gedacht ben moslims. Het is gewoon een veranderd. Dat is niet zo, beslissing om verder samen ik verdedig dezelfde visie, te kunnen leven. Op dat humaniseren door dialoog, moment zat dat niet goed! maar er moest een ander De hoofddoek diende een praktisch kader geschapen stuk ter afscherming in de worden. Ik herhaal elke communicatie. Als het ware vrouw heeft het recht een om te kunnen zeggen, ik hoofddoek te dragen, maar hoor er niet bij, ik ben gelodie vrouw daarnaast heeft viger dan jij dus ook beter ook het recht in vrijheid te dan jij. Het gelijkwaardigbeslissen dit niet te doen heidsprincipe werd aangeen haar al dan niet gelovig tast. Hier op school kregen zijn anders te beleven. we een andere groep die zich niet meer goed begon Ik zeg altijd, het is net dat te voelen. De school is een “actieve” van dat actief stukje van de samenleving. pluralisme dat ons naar die
Dus, als zoiets gebeurt, krijg je een ontwrichte samenleving. Door het hoofddoekverbod is de gelijkwaardigheid terug. Dit maakt dat iedereen zich goed voelt. Als je nu kijkt op de speelplaats is er écht wel gelijkwaardigheid. De druk is weg. Leerkrachten zeggen dat ook. In de les is er plots een andere communicatie doordat iedereen gelijkwaardig is. Het heeft ook te maken met gelijke onderwijskansen. Wat we hier ook merkten is dat leerlingen de school kozen omwille van de hoofddoek. In andere grootsteden heeft men hetzelfde probleem. Leerlingen die een school en studierichting kiezen omwille van de hoofddoek en niet omwille van motivatie en mogelijkheden. Zo blijven er kinderen drie keer zitten, of wordt de doorverwijzing naar een andere school niet gevolgd, omdat ze in die school geen hoofddoek mogen dragen. Ik probeer de leerlingen duidelijk te maken dat ook de Koran zegt dat men zich in bepaalde omstandigheden moet aanpassen. VIB : Zijn alle moslims even fundamentalistisch? Karin : Het gaat om een relatief kleine groep die in bepaalde gebieden van grootsteden toch wel sterk
VAKBOND IN BEWEGING 63
11
ACTUALITEIT islamitische scholen, naar het voorbeeld van de katholieke, de joodse, maar ook de Turkse scholen. Is een meer verzuild schoolsysteem geen probleem voor het vrijzinnig humanisme?
domineert. Het is vaak een sociologisch fenomeen gekoppeld aan kansarmoede. En dan moet je op dat moment de meerderheid beschermen tegen die kleine groep. Er zijn meisjes, die nooit een hoofddoek gedragen hebben op school, die mij aanspreken op de speelplaats en zeggen dat ze mij dankbaar zijn omdat ik ben opgetreden in verband met de hoofddoek. Dan vraag ik, dragen jullie dan wel een hoofddoek buiten de school? Ja, antwoorden ze dan, want anders durven ze niet buiten te komen. Ze kunnen niet op straat komen zonder hoofddoek zonder uitgemaakt te worden. Dit gaat echt puur over groepsdruk. Dan moet je denk ik écht ingrijpen. Het mag dan over een kleine groep gaan, maar het is wel een groep die intimideert. Ik stel dan de vraag hoe zij dat zo ver hebben kunnen laten komen. We hadden vorig schooljaar 580 leerlingen en we hebben er nu 482. Maar we zijn op 1 september gestart met 420 leerlingen. Dus er zijn er eigenlijk sinds 1 september al 54 bijgekomen. Ze komen zo druppelsgewijs binnen. De afgelopen week zijn er ook ineens weer 4 bijgekomen. En ze dragen geen hoofddoek. Moeders met hoofddoek zijn hier in mijn bureau komen zeggen dat ze vinden dat ik gelijk heb. Gezien hun kinderen later gaan werken, moeten ze bij de
12
VAKBOND IN BEWEGING 63
meeste jobs ook hun hoofddoek afleggen. Er waren ook heel emotionele momenten bij. Er waren leerlingen die speciaal voor de eerste schooldag zo’n doorschijnende hoofddoek gekocht hadden. Die werd met trillende handen en al wenend voor de ogen van iedereen afgelegd. Dat zijn nu de leerlingen die ondertussen met speldjes en strikjes in hun haren op school zitten. Dit is mooi. We hebben één meisje gehad die van haar vader moest terugkomen. Het meisje is zelf zeer fundamentalistisch en kwam naar school in een lang zwart gewaad met hoofddoek. Zij is teruggekomen en heeft al huilend haar gewaad uitgetrokken en is naar de klas gegaan. Iedereen in de klas heeft daar heel sereen op gereageerd. Dat meisje heeft wel een halve dag zitten huilen. Dat is nu gedaan. Er is hier helemaal geen pestgedrag. Dit schoolgebouw biedt ook de mogelijkheid om er rustig mee om te gaan. De deur van de school gaat dicht en dicht is dicht. Hier zijn geen pottenkijkers. We hebben geen kleedkamer voorzien maar wel een spiegel aan de ingang van de school. Er is trouwens al gevraagd naar een tweede spiegel. Het is mooi om zien hoe de meisjes, en ook jongens, eigenlijk heel de dag voor die spiegel staan. VIB : Er is al “gedreigd” met de oprichting van
Karin : Ik vind van wel. Ik ben al verscheidene jaren pleitbezorger voor één onderwijsnet. Dat is al wel ver gedacht. Uiteindelijk vind ik dat het onderwijs een taak is van de overheid. Onderwijs dat vertrekt vanuit één bepaalde levensbeschouwing, zoals de katholieke, joodse en moslimscholen, is vandaag de dag niet meer realistisch. Levensbeschouwingen zijn weliswaar belangrijk voor het ontwikkelingsproces van jongeren. Het Atheneum is met zijn veelheid aan nationaliteiten en culturen het excellente laboratorium om een vernieuwend project uit te werken. Binnen onze school zitten de leerkrachten van verschillende levensbeschouwingen regelmatig bijeen en geven samen les. Dit is schitterend en zij komen goed overeen. Scholen die niet geconfronteerd worden met verscheidene godsdiensten zouden toch ook op de één of andere manier het vak “wereldgodsdiensten” moeten kunnen aanbieden. Weliswaar stapsgewijs. Bijvoorbeeld door te beginnen met 1 uur levensbeschouwing naar keuze. Dan heeft het vrije net, de katholieke en de joodse scholen, nog geen probleem. In het kader van de eindtermen kan je burgerzin, sociale vaardigheden, open geest… koppelen aan 1 uur “wereldgodsdiensten”. In de tweede fase zou men dan stilaan naar een nieuw vak van 2 uur kunnen overgaan. Het zou beter zijn overal 2 uur wereldgodsdienst of levensbeschouwende vakken te onderwijzen. En in de volgende fase zou men dan kunnen overgaan naar één
onderwijsnet. Dat zou ook een grote besparing zijn. In 2003 heb ik dit even gesuggereerd en iedereen ging toen op zijn achterste poten staan. Het pleidooi voor de actief pluralistische school, als school van de overheid, is vandaag de dag echter héél realistisch. Maar dit vergt politieke moed én de juiste politieke evenwichten om de grondwet én het schoolpact te herzien. En die zijn er op dit moment niet in Vlaanderen. VIB : Hoe moet het vrijzinnige humanisme in de toekomst omgaan met de heropleving van religies, waaronder de islam, die we de laatste jaren vaststellen ? Karin : We zijn maar verder en verder gegaan in de ontwikkeling van onze seculiere samenleving. Ik denk dat er niet is stilgestaan bij het feit dat de dingen die voor ons evident waren, niet perse evident zijn voor andere bevolkingsgroepen. Daarom moeten we duidelijke grenzen trekken. Er moeten beslissingen komen in wederzijds overleg. Er kan een compromis gesloten worden. Misschien moeten we naar een nieuwe invulling van de scheiding van kerk en staat op Europees niveau en een praktisch kader voor universele waarden en vrijheden. Maar alvorens we daar aan toe zijn… VIB : Een Europees humanistisch compromis tussen vrijzinnigen, katholieken, joden en moslims, dat zou mooi zijn. Een hele uitdaging voor het vrijzinnig humanisme. Bedankt Karin. Koen De Clercq en Romain De Fleurquin
ACTUALITEIT
CRISIS IN DE BESCHUTTE WERKPLAATSEN Werk herverdelen en productielijnen op halve kracht In woelige economische tijden is werk zeer kostbaar. Werkplaatsen redden en ontslagen vermijden is de boodschap. Daar werken we als syndicalisten met z’n allen aan, op verschillende terreinen. In alle sectoren is de crisis voelbaar. Toch kozen we voor een niet zo vanzelfsprekend verhaal uit een niet zo vanzelfsprekende sector: de beschutte werkplaatsen.
De beschutte werkplaatsen voelen de crisis in hun orderboekje. Ook het enclavesysteem, waarbij mensen onder begeleiding in een bedrijf aan de slag gaan, staat onder druk. “Vooral werkplaatsen actief in de automobielsector, de machinebouw en de textiel worden getroffen.”
De economie draait vierkant. Ook de 67 beschutte werkplaatsen in Vlaanderen voelen de gevolgen. Meer dan de andere takken van de sociale economie hebben de beschutte werkplaatsen de afgelopen jaren een plaats verworven in het reguliere arbeidscircuit. Ruim 80% van de opdrachten komt uit de privésector. De beschutte werkplaats is een volwaardige businesspartner op de reguliere markt. Er is ook een keerzijde aan dat succesverhaal. Beschut-
UIT DE FLOW Dat de productielijnen op halve kracht draaien, heeft gevolgen. Ludo Van Eeckhoven, directeur van de BW Nevelland: “Normaal is ons werkschema goed gevuld. Dan halen we ook een bepaalde productiegraad en rendabiliteit, die we dagelijks proberen te verbeteren. Maar bij gebrek aan opdrachten valt het werkproces stil, waardoor de mensen uit de flow raken en de rendabiliteit en productiviteit een duik nemen.” Die dode momenten leiden ook tot sociale spanningen. “Hoe minder werk, hoe meer tijd om je aan anderen te storen.” Het dalende aantal opdrachten zorgt voor tijdelijke werkloosheid. Van Eeckhoven: “We laten medewerkers meedraaien bij andere afdelingen en herverdelen het werk, maar op een bepaald moment zijn je mogelijkheden uitgeput. De aanpak verschilt naargelang de grootte van de werkplaats. Vanaf het ogenblik dat er in Nevelland 10 medewerkers geen werk meer hebben, doen we voor hen een beroep op het systeem van economische werkloosheid.” C r i s VLAB berekende dat eind april bijna 20% van de normale werkuren van de beschutte werkplaatsen niet
FOTO JAN LOCUS
te werkplaatsen lijden meer onder de crisis dan bijvoorbeeld de sociale werkplaatsen. Christel Vanroelen, directeur van de Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen (VLAB): “Wij vormen de laatste schakel in het outsourcingproces van de bedrijven. Bijgevolg vallen we als eerste af. Activiteiten die vroeger bij ons terechtkwamen, worden nu niet langer uitbesteed, omdat de ondernemingen hun eigen personeel aan het werk moeten houden.”
meer kon worden ingevuld. Vaak betekent economische werkloosheid voor werknemers met een handicap niet alleen inkomensverlies, maar ook het wegvallen van een dagstructuur. AAN HET WERK “Onze bekommernis is zoveel mogelijk mensen uit de werkloosheid te houden”, zegt Christel Vanroelen. “Voor onze doelgroepmedewerkers bestaat er vaak geen alternatief in het gewone bedrijfsleven. Als zij bij ons hun job verliezen, komen ze bijna zeker in de werkloosheid terecht. Maar ook ons omkaderingspersoneel willen we koste wat het kost houden. Zij hebben een specifieke expertise opgebouwd.” Intussen dalen de inkomsten en moeten de vaste kosten worden betaald. Bij de beschutte werkplaatsen was het de laatste maanden alle hens aan dek om niemand te verliezen en nieuwe opdrachten binnen te halen. Van Eeckhoven: “We versterkten onze commerciële afdeling en we deden assertiever aan marketing,op zoek naar nieuwe opdrachten en onbetreden markten. We voeren ook een strenger energiebeleid en houden onze uitgaven nog meer in het oog. Bovendien namen we maatregelen om het professionalisme op de werkplaats te verhogen. En we hebben nieuwe samenwerkingsverbanden met andere beschutte werkplaatsen en partnerondernemingen. Voorts houden we de markt nauwlettend in het oog.” Ook de overheid en de
VAKBOND IN BEWEGING 63
13
ACTUALITEIT sociale partners zetten de zeilen bij. Ze maakten budgetten vrij om het inkomensverlies van de economische werklozen te compenseren. Verder kreeg de sector een extra deel van de loonkost van het omkaderingspersoneel gesubsidieerd. Met de steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) kwam er een groots opleidingsproject voor werknemers zonder werk, en een ander initiatief richtte zich op nieuwe samenwerkingsvormen met overheden. Vanroelen: “De beschutte werkplaatsen zijn vooral in conjunctuurgevoelige sectoren actief. Om te vermijden dat we in de toekomst opnieuw zo zwaar worden getroffen, moeten we nieuwe markten exploreren. De overheid vormt daarbij een van onze prospects. Momenteel werken we alleen met de groendiensten samen. Maar we zien mogelijkheden bij mailings, drukwerk en diensten zoals was en strijk.” DIKKER ORDERBOEKJE? Voorlopig zijn de crisismaatregelen budgetneutraal. Maar de middelen zijn niet eindeloos. Van Eeckhoven: “We doen een beroep op overschotten uit het verleden, maar als we in het najaar geen dikker orderboekje krijgen, wordt het voor een aantal werkplaatsen moeilijk. Ik zie wel lichtpuntjes, maar het valt af te wachten of die sterk genoeg zijn om in de tweede helft van het jaar een kentering te veroorzaken.” BESCHUTTE WERKPLAATSEN IN CIJFERS In Vlaanderen zijn er 67 beschutte werkplaatsen. De werknemerspopulatie in die beschutte werkplaatsen bedraagt 19.237 personen, waarvan 16.267 doelgroepmedewerkers (cijfers 2007). Marcel Beerlandt
14
VAKBOND IN BEWEGING 63
Bron: Goele Geeraert Weliswaar Gesprek met Walter Schelstraete en Leo van Dijck
Praktijkervaringen met de Beschutte werkplaatsen Leo van Dijck (ex-directeur van de stadsschool aan de Markgravelei): Indertijd voerden de scholen in Antwerpen en de dienst voor gebouwen hun herstellingen en werken zelf uit. Ze maakten zo weinig mogelijk gebruik van privé ondernemers. Voor het houtwerk deden we vooral beroep op de beschutte werkplaats van Antwerpen om deze werken uit te voeren. Zo liet ik een keuken in de school van de Markgravelei plaatsen, op het eerste zicht een onmogelijke opdracht daar de muren schots en scheef liepen. De mensen van de beschutte werkplaats hebben deze vervaardigd en komen plaatsen en dat was tot op de millimeter juist. De begeleider heeft nauwelijks moeten ingrijpen en corrigeren. Ook de kleuterleidsters die allerlei knutselvoorwerpen verzamelden, zoals potten en wc rolletjes, hadden op zeker ogenblik behoefde aan een ruimte om dit materiaal te kunnen opslaan. De mensen van de beschutte werkplaats kwamen in eerste instantie om de maten te nemen om nadien met de schabben af te komen en te plaatsen in de toegewezen ruimte. Nu moet je niet denken dat er één millimeter verschil was tussen de plannen en de uitgevoerde werken. Weer was dit precisiewerk, letterlijk van de bovenste plank. Die mensen zijn zo geconcentreerd op hun werk terwijl anderen - een handenarbeider, een goede stielman - al eens creatief durft te zijn en claimen dat ‘een millimeter verschil niet uitmaakt en het zo ook wel zal gaan’. Mijn ervaring is dat mensen uit een beschutte werkplaats een opdracht krijgen en het nauwgezet uitvoeren. Nog een voorbeeld is dat wij in onze school nog van die oude reftertafels hadden, zo stevig dat ze eventueel beschutting konden geven bij een bombardement. Maar die werkbladen waren van dat oud bureau materiaal van vroeger en zagen er echt niet smakelijk uit. De stad had niet direct geld om deze te vervangen en dus had ik voorgesteld aan de dienst werken om de tafels te renoveren. Wegens goedkoper werd dit toegestaan. Weer heb ik dit aan de beschutte werkplaats toevertrouwd. Die tafels zijn dan terug gekomen en het onderstel stond mooi in de witte lak en er lagen nieuwe, frisse werkbladen op. Ik ben er dan ook bijna zeker van dat deze nog steeds in gebruik zijn. Ik wil er nog bij vertellen dat de arbeiders van deze werkplaatsen de ruimte waarin gewerkt was zelf opgekuist hebben. Mijn kuispersoneel is dan ook komen vertellen dat ze dit niet dikwijls beleefd hadden. Dit was wel een verschil met privé bedrijven die werken uitvoerden en hun rommel en vuil gewoon lieten liggen. Ik ben er zeker van dat er collega’s en directies van scholen zijn die dezelfde ervaring hebben dan ik. Walter Schelstraete, diversiteitsconsulent ABVV Antwerpen: Ik ervaar hetzelfde met sommige delegees van de beschutte werkplaatsen. Willy Wante van de BS AROP is daar een sprekend voorbeeld van: de afspraken die je met hem maakt, worden ook nagekomen en je krijgt geregeld informatie terug. Wanneer er bijvoorbeeld vragen op de ondernemingsraad of het comité moeten gesteld worden, dan blijft hij die stellen tot er een duidelijk antwoord is. En dat legt de syndicale werking zeker geen windeieren. Marcel Beerlandt
WELZIJN
OUDEREN IN HET VERKEER: EEN KLASSE APART De mobiliteit van senioren is een belangrijk maatschappelijk thema. Dit artikel handelt over senioren in het verkeer. Een haalbare mobiliteit voor ouderen is belangrijk om mensen uit het isolement te houden. Openbaar vervoer is nog altiid veruit de veiligste vervoersmogelijkheid voor ouderen. Gratis openbaar vervoer maakt het ook voor de talrijke senioren met een laag inkomen mogelijk om zich te blijven verplaatsen en hun sociale contacten te behouden. Zo vinden ook de ABVV-senioren. Op het congres van ABVV-regio Antwerpen in juni 2009 is hierover dan ook een actualiteitsresolutie voorgesteld en aanvaard (zie kader).
Op het jaarlijks Vlaams congres voor verkeersveiligheid was dit jaar veel aandacht voor senioren en verkeer. Uit alle cijfers blijkt dat ouderen een zeer kwetsbare groep vormen en gezien de toenemende vergrijzing in combinatie met hun stijgende mobiliteit is het zeer belangrijk aandacht aan deze doelgroep te besteden. 8% van de verkeersslachtoffers zijn 65-plussers. Europa stelt dat indien er niets gedaan wordt aan deze problematiek, dit percentage in de nabije toekomst zou kunnen oplopen tot 25%. Het steunpunt Verkeersveiligheid en het Instituut voor Mobiliteit van de universiteit Hasselt stelden op het congres hun onderzoek voor. SITUATIESCHETS De belangrijkste piek van verkeersslachtoffers vinden we terug tussen 16 en 24 jaar. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt het aantal doden en zwaargewonden af. Maar vanaf 65 jaar zien we opnieuw een verhoging. Ongeveer 1 op 5 verkeersdoden zijn 65-plussers. Bij 15% van alle geregistreer-
Enkele nuttige tips voor een veilig verkeer 1) Gezien worden is de boodschap voor zwakke weggebruikers. Zorg dat je fietslichten werken in schemer en duisternis en draag fluorescerende strips. Zorg dat je uit de dode hoek blijft van een vrachtwagen (de chauffeur ziet in het rode gedeelte echt niets!) en maak oogcontact met automobilisten als je wil oversteken. 2) Bescherm jezelf. Draag steeds je gordel in de auto, ook tegen lage snelheid en bij korte afstanden. Draag een fietshelm zodat je schedel beschermd is. Zorg voor aangepaste kledij (loszittende broek/rok kan tussen de ketting komen) en toebehoren (bagagetassen achteraan ipv het zakje met boodschappen aan het stuur). 3) Blijf up to date en volg af en toe een cursus om je verkeerskennis op te frissen. Maar niet enkel de theorie is belangrijk, ook de praktijk. Verschillende organisaties geven dergelijke praktijkcursussen. 4) Vereenvoudig het complexe rijproces in de auto. Indien je een nieuwe aanschaft neem een automatische versnellingsbak. De eerste weken is het even wennen, maar doordat dit het aantal handelingen vermindert bij het autorijden, komt er meer ruimte vrij voor andere zaken in het rijproces, zoals het inschatten van de wegsituatie.
de verkeersongevallen is minstens één bestuurder of voetganger van 65 jaar of ouder betrokken. Het merendeel van de slachtoffers van ongevallen met ouderen, zijn de ouderen zelf. De botten zijn brozer en de druk uitgeoefend door een veiligheidsgordel is vaak te hoog (maar nog steeds veiliger dan geen gordel!). Dit maakt dat ouderen sneller gekwetst raken bij een ongeval dan jongere verkeersdeelnemers. Bovendien genezen de letsels trager, met een langer verblijf in het ziekenhuis tot gevolg. Deze hoge kwetsbaarheid wordt in vele onderzoeken gezien als het voornaamste verkeersveiligheidsprobleem.
ONGEVALLENPATRONEN Om een probleem op te lossen moet je eerst inzicht krijgen in de oorzaken ervan. Ouderen zijn relatief meer betrokken bij kruispuntongevallen en ongevallen binnen de bebouwde kom. De ongevallen gebeuren vooral overdag en buiten de klassieke spitsuren. Binnen de bebouwde kom zijn 72% van de oudere verkeersdoden fietsers of voetgangers, buiten de bebouwde kom is dat 43%. Onderstaande figuren geven zeer goed weer hoe kwetsbaar zwakke weggebruikers onder de senioren zijn. Deze cijfers zijn het aantal doden binnen 30 dagen na een verkeersongeval. VAKBOND IN BEWEGING 63
15
WELZIJN Senioren zijn vaker betrokken als zachte weggebruiker en zijn veel minder betrokken bij eenzijdige ongevallen, behalve als fietser of voetganger. De meeste ongevaltypes met de wagen hebben op een of andere manier te maken met voorrangsregels. De voornaamste fout die aangegeven wordt bij ongevallen waarbij oudere bestuurders betrokken zijn, is het niet verlenen van voorrang (60%). Dit is een gevolg van een verkeerde inschatting van vrije ruimte in combinatie met de snelheid van een naderend voertuig. Reflexen worden immers trager naarmate de jaren vorderen. Ouderen zijn daarentegen veel minder betrokken bij ongevallen waar controleverlies wordt aangeduid. EEN VERKLARING Ouderen krijgen het moeilijker om de complexe omgeving die het verkeer is waar te nemen en te verwerken. Het reactievermogen vermindert en de beweeglijkheid van de gewrichten neemt af. Positief is dat het risicogedrag afneemt en de rijervaring die in de loop der jaren werd opgebouwd in hun voordeel speelt. De meeste beperkingen komen gradueel. Door trager te gaan rijden geven ouderen zichzelf iets meer tijd om de verkeerssituaties op te nemen en te verwerken. Op basis van de opgebouwde ervaring proberen ze maximaal te anticiperen op mogelijke gevaarlijke situaties. Niet enkel het rijgedrag wordt aangepast, ook het reisgedrag. Ouderen proberen situaties waarbij ze zich oncomfortabel voelen te vermijden. Complexe kruispunten, autosnelwegen, druk verkeer, donker en slecht weer worden hierbij vaak vermeld. Dit leidt tot een eigen verplaatsingpatroon: kortere verplaatsingen, buiten spitsuren en overdag. Ze verplaatsen zich vaker met de fiets en
16
VAKBOND IN BEWEGING 63
als voetganger. Deze factoren leiden tot een specifiek ongevallenpatroon. Verminderde vaardigheden door de leeftijd is slechts één factor. Studies wijzen uit dat het verhoogde risico vooral wordt vastgesteld bij ouderen die zich weinig verplaatsen. Ook de omgeving waarin men zich verplaatst heeft invloed en uiteraard de manier waarop. De zachte weggebruiker (fiets of te voet) heeft ook een hoger risico. Een ander deel van de verklaring ligt bij de verhoogde kwetsbaarheid van ouderen. Zij raken gemiddeld ernstiger gewond, waardoor ze ook meer kans hebben om opgenomen te worden in de ongevallenstatistieken. TOEKOMST Tegen 2030 zal een vierde van onze bevolking 65 jaar of ouder zijn. Zij zullen niet enkel langer leven, maar ook actiever en gezonder zijn. Het aandeel van ouderen bij ongevallen zal dus m.a.w. ook toenemen. Meer en meer ouderen hebben ook een rijbewijs waardoor zij in de toekomst ook meer verplaatsingen met de wagen zullen maken. Mogelijks zal de toekomstige senior in zijn verplaatsingsgedrag meer op de jongere generatie dan op de huidige oudere generatie lijken. Maar de invloed van deze verschillende evoluties moet nog verder onderzocht worden.
Actualiteitsresolutie Voor het behoud van gratis openbaar vervoer voor senioren
19de statutair congres ABVV-regio Antwerpen 19 juni 2009 Vele senioren maken zich zorgen over hun mobiliteit. Ze vrezen dat, door een aantal uitspraken van liberale politici, het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers bij De Lijn, in vraag gesteld wordt. Het openbaar vervoer is voor veel senioren de enige mogelijkheid om zich te verplaatsen en zo hun sociale leven op een kwalitatieve manier verder in te vullen. Een voldoende uitgebreid aanbod en de betaalbaarheid zijn cruciale elementen om aan deze belangrijke behoefte tegemoet te komen. Gratis of goedkoop openbaar vervoer zorgt onder andere voor een verbetering van de levenskwaliteit, de sociale integratie en de zelfstandigheid van mobiliteitsarme burgers; is milieuvriendelijk vervoer en creëert bijkomende, maatschappelijk verantwoorde, tewerkstelling bij openbare vervoersmaatschappijen. Het afschaffen of zelfs nog maar beperken van het gratis openbaar vervoer voor senioren zou een uiting zijn van een rechts beleid en zou een regelrechte schande zijn.
Toch kunnen we gezien de kwetsbaarheid van ouderen stellen dat een verdere verbetering van de passieve veiligheid van voertuigen een mogelijke oplossing biedt. Vooral bescherming bij flankaanrijding en beveiligingsmiddelen voor fietsers en voetgan-
gers kunnen bijdragen tot een lagere verkeerstol bij ouderen. Pascale Wils
Beleidsmedewerker mobiliteit en openbare werken Afdeling mobiliteit en verkeersveiligheid
25 JAAR SENIOREN
VIERING 25 JAAR SENIOREN We schrijven 19 september 2009, negen uur ’s morgens. Vanuit gans Vlaanderen arriveren bussen op de Paardenmarkt in Antwerpen en tientallen ABVV-senioren zakken af naar nummer 66. Daar bevindt zich de legendarische zaal van de BTB waar deze voormiddag de viering van 25 jaar senioren gepland staat. Al snel bruist het als een bijennest en heerst er een gezellige drukte in de zaal van de BTB. ABVV-senioren van Maasmechelen tot Oostende vinden elkaar en halen herinneringen op aan een ver en minder ver verleden bij het verorberen van een smakelijke koffiekoek. Tegen de klok van tienen is het tijd om plaats te nemen in de zaal voor een feestelijk programma. De mandolinegroep De Krikskes geven al het beste van zichzelf. Met hun herkenbare deuntjes swingt in geen tijd de ganse zaal mee. De hele voormiddag swingde ook voorbij. De inhoudelijke speeches van vooraanstaande ABVV-figuren wisselden af met muziek of improvisatietheater. Onze sprekers bogen zich over verschillende seniorenthema’s. Dirk Schoeters (secretaris ABVV-regio Antwerpen) onderstreepte het belang van een sterke seniorenwerking in elke regio. Rudy De Leeuw (federaal voorzitter ABVV) sprak zich uit over de plaats van de senioren binnen de ABVV-structuur. Caroline Copers (algemeen secretaris Vlaams ABVV) op haar beurt prikkelde de aanwezige senioren door een aantal uitdagingen naar de toekomst te formuleren. Zowel de speech van Rudy als Caroline kan u in dit blad vinden. Een diareportage over de geschiedenis van ABVV senioren – gemaakt door 4 Antwerpse ABVV-senioren – werd ook fel gesmaakt met herkenningskreten en instemmend knikkende hoofden. Na de obligatoire receptie met de nodige verbroederingstaferelen ging een tachtigtal senioren een stadswandeling afleggen olv de gids Leo Van Dijck. Van de Paardenmarkt ging het via het Schipperskwartier (hilariteit alom) richting Grote Markt en ’t Steen. Overal gespijsd door achtergrondinfo en anekdotes. Het prachtige weer zorgde wel voor uitdrogingsverschijnselen. Geen nood, de plaatselijke horeca kan perfect aan onze drang voldoen en zag ons graag komen. Een quasi perfecte dag die sterk motiverend werkte voor de aanwezige ABVV-senioren om de handen blijvend uit de mouwen te steken. VAKBOND IN BEWEGING 63
17
25 JAAR SENIOREN
TOESPRAAK RUDY DE LEEUW De plaats van de senioren in het ABVV Aan wie de leeftijd van 65 jaar nadert, hoef je doorgaans niet uit te leggen dat ouderen belangrijk zijn. Wie de leeftijd van 65 jaar nadert kent de capaciteiten van ouderen, en weet dat het niet verstandig is om er géén gebruik van te maken. Ook aan het ABVV moet je niet uitleggen dat ouderen belangrijk zijn. Sinds geruime tijd leeft zelfs de overtuiging dat het tot de belangrijkste interne uitdagingen behoort om ervoor te zorgen dat de stem van de ouderen doorklinkt in de structuur. Een belangrijke reden hiervoor vertrekt bij de vaststelling dat de wereld steeds ingewikkelder wordt. Een vakbond die hier passend wil op inspelen weet dat je best gebruik maakt van alle creatieve talenten van àlle militanten die beschikken over gegevens en inzichten die relevant zijn om problemen juist te benaderen. En een onmisbaar onderdeel van die inzichten en die gegevens is precies te vinden bij de oudere militant: alleen hij beschikt over de doorleefde kennis van dezen die weten waar bepaalde sociale voorzieningen vandaan komen. Alleen hij of zij ervaarde persoonlijk welke strijd ervoor gestreden moest worden. Naast kennis over de historiek beschikken ze ook over inzichten en ervaring die ze in de loop van de jaren opbouwden. Daardoor kunnen ze voor een inbreng zorgen die het kwaliteits-
18
VAKBOND IN BEWEGING 63
niveau van de beslissingen positief beïnvloedt. Meer zelfs: als je echt vernieuwing wil, dan kan je de ouderen niet over het hoofd zien. Echte vernieuwing vergt ideeën die langzaam gerijpt zijn. En dat vergt tijd. Veel tijd. Het is dan ook een foute redenering om bij de term vernieuwing alleen maar aan verjonging te denken. Wie de zestigers aan de kant zet omdat de vijftigers het beter weten, zal daarna misschien willen verjongen door de veertigers naar voor te schuiven, die op hun beurt door de dertigers verdrongen worden. In het voetbal moet je verjongen door dertigers op een bepaald moment te vervangen door twintigers. Maar vakbondswerk is niet zoals voetbal. Het uitschakelen van ouderen staat er gelijk met het amputeren van gerijpte kennis en inzicht. Het uitschakelen van ouderen staat er gelijk met het elimineren van langzaam gegroeide vaardigheden, die toelaten de weg te bewandelen die leidt naar het realiseren van ons gedachtengoed. Daarom is het belangrijk dat zoveel mogelijk militanten – wanneer ze met pensioen gaan – een onderscheid maken voor wat betreft hun verhouding met het ABVV: hun engagement mag niet met pensioen gaan. Zij moeten hun rol blijven opeisen binnen de vakbond. Zij moeten er een plaats veroveren van waaruit ze het beleid kunnen beïnvloeden.
Dit is des te belangrijker omdat ook de grootste externe uitdagingen van het ABVV nauw aanleunen bij de belangen van de ouderen. Vandaag moeten we immers een passend antwoord formuleren op de gevolgen van de vergrijzing. We moeten antwoorden formuleren die de vrijwaring van ons sociaal model garanderen. En we moeten de strijd leveren die leidt tot welvaartsvaste sociale uitkeringen. De weg om een passende plaats in de structuur te veroveren is lang, en niet zonder hindernissen. Maar wij kunnen ons alleen maar verheugen bij de vaststelling dat de invloed van de ouderen in onze structuur geleidelijk groeit. Als we ons alleen al beperken tot de voorbije paar weken, dan stellen wij bijvoorbeeld vast dat de voedingscentrale – onder impuls van haar geëngageerde oudere militanten – een congresresolutie in realiteit omzette door te starten met een eigen commissie (brug)gepensioneerden. Eveneens de voorbije twee weken kwam de seniorencommissie van de metaalcentrale gedurende twee dagen bijeen, om er de tweede pensioenpijler onder de loupe te nemen, om er de hoogte van de rusthuisfactuur te bespreken, en om in een rechtstreekse confrontatie hun verzuchtingen duidelijk te maken aan Caroline Gennez. Ondertussen zien we dat de gezamenlijke inspanningen van de actieven in het ABVV en de oudere militanten hun vruchten beginnen af te werpen.
25 JAAR SENIOREN Steeds meer mensen zien het belang ervan in om na hun pensionering lid te blijven van onze vakbond. Meer mensen beseffen dat hun steun belangrijk is, willen we passend weerwerk bieden aan de rechtse aanvallen op rechtmatige eisen. Vandaag spreken we over niet minder dan 70.000 gepensioneerden in Vlaanderen, die lid blijven van het ABVV. Welnu, het is belangrijk dat we een nauwere band ontwikkelen met die 70.000 mensen. Het mag niet zijn dat hun link met het ABVV beperkt blijft tot het betalen van een lidmaatschapsbijdrage en tot het supporteren aan de zijlijn. Die 70.000 leden moeten bereikbaar worden, zodat ze bevraagd kunnen worden over wat er bij hen leeft. Eigenlijk komt het hierop neer: de actieve leden kunnen we bereiken via de werkvloer. Maar deze valt weg bij de pensionering. Dit moeten we opvangen. Het toverwoord om ook de gepensioneerde leden te bereiken is “de socio-culturele werkvloer”. En daar is een tweede belangrijke taak weggelegd voor gepensioneerde ABVV’ers. Het betekent dat we eigenlijk nood hebben aan twee soorten militanten: enerzijds deze die willen meedenken, die willen mee hun stempel drukken op de te nemen beleidsopties, die via vertegenwoordigingswerk ons gedachtengoed ingang doen vinden in externe instanties. Maar anderzijds ook militanten die activiteiten ontplooien waardoor we onze leden bereiken. We denken hierbij onder meer aan activiteiten die een ‘gemeenschapsvormend’ karakter hebben. Op de socio-culturele werkvloer ontmoet je de kameraden van vroeger op een wijze die het besef van verbondenheid en de spirit om verder strijdbaar te blijven in stand houdt. We denken hierbij ook aan vormende activiteiten, waardoor leden meer greep krijgen op hun situatie als gepensioneerde en bijblijven met de evoluties in hun omgeving. Maar we denken ook aan activiteiten die mensen inzichten bijbrengen, waardoor ze mondig en weerbaar worden. Inzichten waardoor ze niet werkloos aan de kant willen blijven toezien, maar in beweging willen komen. Kortom: activiteiten waardoor ze niet alleen bereikbaar maar ook mobiliseerbaar worden. Pas wanneer ook deze socio-culturele werkvloer tot volle ontwikkeling komt, zullen we onze ambitie kunnen waarmaken: een massabeweging van gepensioneerde vakbondsmensen. De gepensioneerde militanten van het eerste uur hebben er in aanzienlijke mate toe bijgedragen dat vandaag de kaarten goed liggen: de aanzetten zijn gegeven om een sterke, een gedreven en een breed gedragen seniorenwerking uit te bouwen. Wat zij tot stand gebracht hebben is binnen onze vakbond niet meer weg te denken. Zij rekenen op de wijsheid en de werkkracht van de gepensioneerde militanten van vandaag om op de fundamenten die ze gelegd hebben een stevige en invloedrijke seniorenwerking verder uit te bouwen. Het goede nieuws is dat niemand binnen het ABVV er aan twijfelt, dat dit in de komende jaren ook gerealiseerd zal worden.
VAKBOND IN BEWEGING 63
19
25 JAAR SENIOREN
TOESPRAAK CAROLINE COPERS Onze uitdagingen voor de toekomst Waarde Kameraden, We hebben deze ochtend een Toespraak Caroline mooi overzicht gekregen van de Copers: verwezenlijkingen van de laatste 25 Onze uitdagingen jaar. We hebben inzicht gekregen in voor de toekomst het Manifest van de ABVV-senioren. Hieruit blijkt dat we niet stil zitten , integendeel. Er is de laatste 25 jaar veel werk verzet.
Waarde Kameraden, We hebben deze ochtend een We zien dat de fundamenten van ons mooi overzicht huis gelegd zijn. Nu komt het er op gekregen van de aan verder te bouwen. En daartoe verwezenlijkingen staan we voor enkele uitdagingen van de laatste 25 voor de toekomst. jaar. We hebben inzicht gekregen In dehet eersteManifest plaats moeten we in van de onze ABVV-senioren. bestaande kracht verder Hieruit blijkt dat ontginnen. Zowat alle gepensioneerde we niet beschikken stil zitten syndicalisten over , integendeel. Er isvoor de capaciteiten die bruikbaar zijn laatste veel het uitbouwen25 van jaar een werking. werk verzet.leden van Dagelijks vertrekken het ABVV op pensioen. Zij hebben We zien dat de en mogelijkheden en ervaringen fundamenten van moetenhuis aangesproken worden om ons gelegd actief lid Nu te blijven en samen met ons zijn. komt het een veelzijdige uit te bouwen. er op aanwerking verder te bouwen. En daartoe Vlaanderenwe telt meer dan een miljoen staan voor enkele uitdagingen voor vrijwilligers. Het kan niet andersde of toekomst. er bevinden zich heel wat van deze vrijwilligers bij onze achterban, dit In de eerste zijn allemaal mensen die we kunnen plaats we warm makenmoeten voor een verdere onze bestaande betrokkenheid bij wat we als vakbond kracht verder doen. ontginnen. Zowat alle gepensioneerde Ten tweede moeten we onze syndicalisten achterban nog meer weerbaar beschikken over en mondig maken. Het is onze taak om capaciteiten de senioren te informeren over wat die bruikbaar zijn voor het er gebeurt in de maatschappij, het uitbouwen van een is onze taak om duiding te geven werking. Dagelijks en inzichten te verstrekken , en vertrekken vervolgens is het de leden taak van de van het ABVV ABVV-senioren om samenop met ons pensioen. Zij hebben onze visies en inzichten te verspreiden mogelijkheden en uit te dragen. Misschien klink ik en ervaringen nu alsmoeten een predikant maar feit is : en we hebben een syndicale solidaire aangesproken boodschap . Deze boodschap verdient worden om actief om gehoord te worden. en Het is niet lid te blijven altijd een gemakkelijke boodschap. samen met ons een En dus moeten we zoeken naar manieren veelzijdige werking uit te bouwen. om begrepen te worden . En naar manieren om onze boodschap op een Vlaanderen telt meer duidelijke en stevige manier onder de dan een miljoen aandacht te brengen.
20
VAKBOND IN BEWEGING 63
Tenslotte is het belangrijk dat senioren signalen kunnen geven , dat zij de voelsprieten zijn van het ABVV over wat er leeft onder senioren . Dat is een ambitieuze doelstelling. Niet alleen binnen het ABVV is het belangrijk om de stem van de senioren te laten horen. Het is minstens even belangrijk om ook gehoord te worden. De senioren zijn als het ware de antennes van een achterban die steeds aan belang wint. De ABVV-senioren zijn dus goed geplaatst om te weten wat er leeft. Maar ook buiten het ABVV is het belangrijk om als ABVV onze seniorenstem te laten horen. Vandaag zijn er steeds meer instanties die actief zijn inzake seniorenproblematiek. Dat is op zich een goede evolutie. We moeten op een slimme manier nagaan op welke wijze wij als ABVV in deze diverse instanties en organen onze vertegenwoordiging kunnen organiseren. Op zich is dat een grote uitdaging. De niveaus zijn zeer divers, van gemeentelijke seniorenraden tot op het Europese niveau. Dit betekent niet alleen dat we zoveel mogelijk mensen moeten kunnen afvaardigen naar deze instanties , maar ook dat we coรถrdineren wat er in deze instanties gebeurt. Dat we onze
gemandateerden ondersteunen in hun vertegenwoordigende taak. Dat we er zorg voor dragen dat wat besproken werd ook terugstroomt naar het ABVV en dat we daar verder kunnen rond werken. We willen in al deze instanties niet alleen zomaar onze stem laten horen en daarmee duidelijk maken dat we er zijn. We willen veel meer dan dat : we willen via onze stem in deze instanties mee het beleid aansturen , het stuur vasthouden. Want ABVV-senioren hebben oog en oor voor de echte maatschappelijke problemen waar we voorstaan. ABVVsenioren kijken ook niet alleen naar zichzelf als groep maar nemen de intergenerationele solidariteit ernstig. Die solidariteit wordt meer en meer cruciaal in een wereld die steeds meer onder druk komt te staan en waar de ongelijkheden steeds groter worden. Kortom , de ABVV-senioren hebben nog een groot huis te bouwen op de fundamenten die vandaag en de laatste 25 jaar gelegd werden. Als ABVV-ers houden we van uitdagingen. We pakken ze aan vanaf maandag. Vandaag nog even niet, vandaag is het feest. Ik wens jullie dan ook allemaal van harte een gelukkige verjaardag.
CULTUUR
MERCEDES SOSA De Argentijnse zangeres Mercedes Sosa was een nationaal symbool dat het volk hoop bracht. Ze overleed op 4 oktober 2009. „Dank aan het leven dat me zoveel heeft gegeven”, zong de Argentijnse zangeres Mercedes Sosa gedurende haar hele leven. „Het heeft mij vreugde gegeven, het gaf me verdriet.” Nu zij dood is klampen duizenden Argentijnen zich vast aan Sosa’s grootste hit Gracias a la vida. Het is de laatste groet van een nationaal symbool dat de mensen hoop bracht, vooral ten tijde van de Argentijnse junta (1976-1983).
M
et groot vertoon is afscheid genomen van de zangeres die op 4 oktober 2009 op 74-jarige leeftijd in Buenos Aires stierf. Haar lichaam werd opgebaard in het parlementsgebouw. Mercedes Sosa had problemen aan haar lever, hart en nieren, ze lag al geruime tijd in het ziekenhuis. Naar aanleiding van het overlijden van Sosa kondigde de Argentijnse president Cristina Fernández drie
(1935-2009)
dagen van rouw af voor haar land. Sosa stond met haar strijdvaardige liederen dichtbij het volk. De Argentijnse zangeres greep in haar muziek terug naar het verleden, maar vermeed gemakzuchtig traditionalisme. Haar stem riep op tot lachen en huilen. Leef, was de boodschap. Volgens de Argentijnen wist Sosa wat het ‘echte lijden’ was. Nummers als Honrar La Vida, Cancion con todos en Alfonsina y el mar, waren doordrenkt van nostalgie. Ze gaf de nummers een hart en een bestemming. ‘La Negra’, haar bijnaam vanwege haar Frans/Indiaanse komaf, werd geboren in 1935 te San Miguel De Tucumán, in het noordwesten van Argentinië. Ze groeide op in een arm gezin en kreeg als tiener kansen toen ze een talentenjacht bij de radio won. De zangeres werd een fervent voorvechter van mensenrechten en democratie. Dat verkondigde ze ondermeer op het sociaal bewogen album Hasta La Victoria (’72). Met artiesten als de Chileense zanger Victor Jara en zangeres Violetta Parra en de Argentijnse Victor Heredia gaf ze de zogeheten ‘nueva cancion’-beweging in LatijnsAmerika een gezicht. Met gebalde vuist werden
in concerten revolutionaire, linkse liederen ten gehore, gebracht. Sosa gaf er de ‘stille meerderheid’ een stem mee. In 1979 in La Plata werd ze, met een groot deel van het publiek, tijdens een concert gearresteerd door de militaire junta. Het regime legde Sosa een zangverbod op. Onder druk van doodsbedreigingen verliet ze haar land, en leefde jaren in ballingschap in Spanje en Frankrijk. Pas in 1982, toen het militaire regime na de Falkland-oorlog instortte, keerde ze terug. Bij haar terugkeer groeide ze uit tot de grootste zangeres van het populaire lied in LatijnsAmerika. Ze staat vooral bekend om haar vertolking van Gracias a la vida, een lied geschreven door Violeta Parra, Chileense muzikante en kunstenares (1917 – 1967). Zij legde de basis voor La Nueva Canción Chilena (Het nieuwe Chileense lied), dat zijn basis kent in de Chileense volksmuziek. La Nueva Canción Chilena werd in de jaren ‘60 en vroege jaren ‘70 de muzikale stem van de sociaal-politieke beweging in Chili, die zijn invloed kreeg tot ver buiten Chili. In 1994 nam ze haar laatste album op, Las Últimas Composiciones, met daarop het lied Gracias a la Vida). VAKBOND IN BEWEGING 63
21
CULTUUR
Gracias a la vida gracias a la vida que me ha dado tanto me dio dos luceros que cuando los abro perfecto distinguo lo negro del blanco y en el alto cielo su fondo estrellado y en las multitudes el hombre que yo amo gracias a la vida que me ha dado tanto me ha dado el oido que en todo su ancho graba noche y dias grillos y canarios martillos, turbinas ladritos, lluvascos y labos tan tierna de mi bien amado gracias a la vida que me ha dado tanto
me ha dado el sonido y el abecedario con el las palabras que pienso y declaro madre, amigo, hermano y luz alumbrando la ruta del alma del que estoy amando gracias a la vida que me ha dado tanto me ha dado la marcha de mis pies cansados con ellos anduve ciudades y charcos playas y desiertos montanas y llanos y la casa tuya, tu calle y tu patio
cuando miro el fruto del cerebro humano cuando miro el bueno tan lejos del malo cuando miro el fondo de tus ojos claros gracias a la vida que me ha dado tanto me ha dado la risa y me ha dado el llanto asi yo distinguo dicha de quebranto los dos materiales que forman mi canto y el canto de ustedes que es el mismo canto Y el canto de todos que es mi propio cantio
gracias a la vida que me ha dado tanto me dio el corazon que agita su marco
gracias a la vida
het gaf mij een stem en het alfabet daarmee vorm ik de woorden die ik denk en waarmee ik zeg moeder, vriend, broer zij vormen het licht dat de weg naar de ziel van mijn geliefde verheldert
wanneer ik de vruchten aanschouw van het menselijk verstand wanneer ik het goede zo ver van het kwade zie wanneer ik de bodem zie van jouw heldere ogen
Dank aan het leven dank aan het leven dat mij zoveel gaf het gaf mij twee ogen en wanneer ik ze open kan ik perfect onderscheid maken tussen wit en zwart en zie ik in de hoge hemel haar met sterren bedekte dak en in de menigte de mens van wie ik houd dank aan het leven dat mij zoveel gaf het gaf mij het gehoor dewelke in heel zijn breedte dag en nacht opneemt, krekels en kanaries, hamers en turbines, geblaf en regendruppels, en het zachte gefluister van mijn beminde dank aan het leven dat mij zoveel gaf
22
VAKBOND IN BEWEGING 63
dank aan het leven dat me zoveel gaf het gaf mij de mars van mijn vermoeide voeten waarmee ik door steden en plassen stapte, door stranden en woestijnen, over bergen en door vlakten, naar jouw huis, jouw straat, jouw tuin dank aan het leven dat me zoveel gaf het gaf mij een hart dat sneller gaat slaan
dank aan het leven dat me zoveel gaf het gaf mij de lach en de traan zo onderscheid ik het geluk van het verdriet, de twee onderdelen die samen mijn lied vormen en jullie lied dat hetzelfde lied is en het lied van iedereen dat mijn eigen lied is dank aan het leven
CULTUUR
FRANS MASEREEL Frans Masereel, de bekende illustrator en xylograaf hebben wij in de jaren ‘50 van de vorige eeuw ontdekt. Zelf werkzaam in een grafisch bedrijf waar houtsnede en lino-werk nooit ver weg was, waren wij direkt gewonnen voor zijn werk, temeer omdat het een sociale visie uitstraalde die ons wel lag. Later konden wij ook kennis maken met zijn schilderijen. Eddy Braeckmans bezorgde ons een tekst voor een hernieuwde kennismaking met deze begenadigde kunstenaar.
F
ZELFPORTRET
Frans Masereel werd op 30 juli 1889 in Blankenberge geboren uit twee Gentse ouders. In 1894 keren ze terug naar Gent waar zijn vader enkele maanden later overlijdt. Drie jaar later hertrouwt zijn moeder met een Frans sprekende flamingant, Dr. Louis Lava. Zijn radicale vrijheids-en solidariteitsgedachte, zullen Frans Masereels visie op de ideale maatschappij een leven lang bepalen. Na de Ecole Moyenne volgt hij les aan het Atheneum. Hij was er niet graag, want hij wilde tekenles volgen. In de Technische School van het Boek voltooide hij een driejarige opleiding waar hij o.a tekenles kreeg van Jean Devlin en Jules De Bruycker als graficus. Jan De Bruycker zag er jonger uit dan hij was en Frans Masereel ouder dan hij was. Beiden werden dus dikke vrienden, beiden met een sterk sociaal gevoel. Frans wordt “vrijgeloot” van militaire dienstplicht en daarna automatisch ingedeeld bij de Gentse Burgrwacht, de “Garde Civique”. Op zijn 20 jaar vertrekt Frans naar Parijs .Tekeningen en schetsen tonen de zelfkant van de Parijse maatschappij. In Parijs leert hij een 12 jaar oudere vrouw met een kind van 10 jaar kennen. Zij, Pauline Imhoff wordt
BESCHAVING
zijn eerste vrouw. Samen reizen ze naar Tunesië, (waar ze een jaar verblijven) en waar hij een “orië ntalistische”periode kent. Vanaf 1911 woont hij met zijn gezin terug in Parijs, waar hij in 1912 deelneemt aan het Salon des Indépendants met drie tekeningen zonder al te veel succes. Zijn tweede deelname een jaar later vindt wel weerklank en hij maakt een aantal tekeningen voor het weekblad “Les Hommes du Jour”. Hij bekwaamt er zich ook in de houtsnijkunst. Zijn penseeltekeningen op hout zijn de voorbode van de krachtige zwart-wit composities enkele jaren later. Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog vlucht hij naar Zwitserland, waar hij onbezoldigd werkt voor het Internationaal Comité van het Rode Kruis. Hij
maakt ook elke dag prenten voor het dagblad “La Feuille”. Hij ontmoet er George Grosz. Grosz is samen met Picasso, één van de weinige beeldende kunstenaars die een goede vriend wordt. Hij had namelijk veel meer literaturisten als vriend, o.a Stefan Zweig die later een Nobelprijs zou winnen. Hij leerde er ook Henry Van De velde kennen die een hevige promotor van zijn werk werd en er voor zorgt dat Frans een opdracht krijgt om een groot bas-reliëf te maken voor de pakketboot “Le Prince Albert”. Na de oorlog wordt Frans beschuldigd van desertie en mede door zijn felle linkse sympathieën wordt hij pas in de jaren dertig geschrapt van de Belgische lijst van “persona non grata“. Inmiddels verwierf hij grote faam als xylograaf, aquarelVAKBOND IN BEWEGING 63
23
CULTUUR list en schilder. Hij wint de Grote Internationale Prijs voor Grafiek op de Biënnale van Venetië en krijgt ook de Joost Van De Vondelprijs en wordt ook ereburger van Blankenberge. Na Zwitserland verblijft hij achtereenvolgens in Parijs, Avignon en Eqihen (een klein vissersdorpje dat ongeveer 300 inwoners telde, ten zuiden van Boulogne-sur-Mer). Het is in Avignon dat hij de Franse kunstenares Laure Malclès ontmoet. Zij is 22 jaar jonger, maar hij trouwt pas met haar in 1969, wanneer zijn eerste vrouw overlijdt. De laatste 25 jaar van zijn leven woonde Frans (met Laure) in Nice. Frans Masereel sterft op 3 januari 1972. Hij wordt bijgezet op het Campo Santo in Sint Amandsberg. Zelden kreeg een kunstenaar zulk een indrukwekkender begrafenisplechtigheid. Eddy Braeckmans HOMMAGE AAN RUBENS
24
VAKBOND IN BEWEGING 63
TOEKOMSTIG LANDSCHAP
MASEREEL SCHILDERT ANTWERPEN IN KLEUR
FILM
A WORKINGSMAN’S DEATH “is harde handenarbeid aan het verdwijnen of is het onzichtbaar geworden?” In 1935 werd de mijnwerker Alexei Stakhanov de held van de werkmannen. 102 ton steenkool werd er opgehaald in één enkele shift, wat een ongelofelijk record inhield. Hij werd een ster, een held en politieker en ook een legende. Een stad en een beweging – het Stakhanovisme - werden naar hem genoemd en kreeg hiervoor een standbeeld, waaronder tot op heden nog regelmatig een bruiloft wordt gevierd. ‘A Workingsman’s Death’ is een documentaire opgesplitst in zes aparte hoofdstukken over hedendaagse onwaardige handenarbeid gesitueerd over evenveel continenten. Wat doen mensen tegen beter weten in of uit noodzaak om aan de kost te komen. Dikwijls worden zij gedwongen door omstandigheden om dit werk te verrichten. In ‘Heroes’ wordt de draad opgenomen alwaar Stakhanov zijn werkrecord brak. We bevinden ons op diezelfde plaats die er nu desolaat en verlaten bij ligt. De mijn is immers gesloten door verzadiging. Maar diverse arme arbeiders gaan op risico van eigen leven de mijnschacht in, als de gang instort is er niemand die hen kan komen redden, om voor henzelf een hoeveelheid steenkool boven te halen. De rest wordt verkocht aan de andere dorpbewoners aan een schappelijke prijs. Het is hun enigste kans om hun huis warm te krijgen in het koude Ukraïne. In Indonesië, Oost–Java vanaf de top van de Kawah Ljenberg zeulen mannen zwavel naar beneden in
twee kleine mandjes bevestigd aan een houten stok rustend op hun schouder. Het totale gewicht schommelt tussen de 70 en 100 kilo. Zij lopen tussen de toeristen naar beneden. De bezoekers zien er geen kwaad in om hen tegen te houden en foto’s te nemen. Sommigen zien er een handeltje in en verkopen stukjes zwavel aan de toeristen als souvenir. Dit hoofdstuk noemt ‘Ghosts’ omdat de zwaveldragers naar beneden komen uit de zwaveldampen als geesten uit een ver verleden. ‘Lions’, het bloedigste hoofdstuk uit de reeks laat de praktijken zien van een slachterij in Nigeria. Vergeet even de regels die gelden in slachthuizen die wij kennen en ga een paar eeuwen terug in de tijd waar gewoonweg beesten werden geslacht op openbare plaatsen. Bunmi Onokaye en zijn medewerkers slachten per dag ongeveer 350 geiten en evenveel runderen op een wijze die wij ons amper kunnen indenken. Opmerkelijk detail: er wordt niet geslacht of gesneden alvorens er wordt betaald. In Pakistan gaan werk-
loze boeren werken bij een scheepswerf. Zonder ook maar enige vorm van veiligheidsprocedures worden hier schepen ontmanteld. Duizend kilo staal bonst gewoonweg in het water vanuit de hoogte. Deze episode is ‘Brothers’ genoemd door de grote samenhorigheid van de arbeiders. In het hoofdstuk ‘Future’ hebben enkele Chinese werkers het plan opgevat te werken aan hun eigen toekomst. Ondanks het ideeëngoed van grote leiders als Mao niet meer aan de orde zijn, blijven zij geloven in hard werken voor een beter leven. Zij blijven intense handenarbeid verrichten in staalfabrieken om hun toekomst en de hoop op een beter leven te vrijwaren. Epiloog. In Duitsland bouwen werkers constructies waar iedereen gebruik van kan maken voor henzelf en hun kinderen. Deze werkers bouwen oude werksites om naar nieuwe gebruiksmogelijkheden. Zo wordt een oude metaalfabriek omgebouwd naar een pretpark. Zelfde locatie, zelfde decor maar andere invalshoeken. Documentaires worden de
laatste tijd populairder. Naar alle waarschijnlijkheid te danken aan Michael Moore die met zijn films ‘Bowling For Columbine’ en winnaar van de Gouden Palm ‘Fahrenheit 9/11” hoge toppen scheerde. Zo verschijnen er regelmatig documentaires op diverse festivals, zelfs in de bioscoop en in de videotheken. Deze ‘Workingsman’s Death’ van Michael Glawogger was zeer populair op diverse festivals maar heeft het grote circuit nooit gehaald. Jammer want het uitgangspunt van de filmmakers is zeer origineel en dwingt het nodige respect af van hoe ze de opnames hebben verricht. Zij hebben immers de arbeiders op de voet gevolgd, met alle risico’s vandien. Meegaan in mijnschachten of de slachting van het vee volgen is niet zo’n evidente zaak. ‘A Workingsman’s Death’ wordt vertoond tijdens Perspectief, Films met een Sociale Kijk, in filmhuis Klappei op donderdag 19 november 2009 om 20.15. Reserveren is noodzakelijk op nummer 03/272.51.10 of filmhuis@pandora.be. Info op: www.klappei.be Er bestaat ook een mogelijkheid om met je vereniging of in klasverband deze film of andere films in het kader van Perspectief te boeken. Ontdek ook onze programmatie in Metropolis van 23 tot 27 november 2009 met een volledig vertoningschema met een reeks cinefiele films. Dit jaar wordt de prijs van de Sociale film uitgereikt op 13 november 2009 aan ‘Entre Les Murs’ van Laurent Cantet in Metropolis Patrick Van Laer
VAKBOND IN BEWEGING 63
25
COLUMN
BOER De wereld draait door. We zien op het journaal boze boeren liters melk vergieten op braakliggende velden en gratis groenten uitdelen. (Misschien kan de politie de melk opkopen zodat we op betogingen een lekkere witte vloeistof op ons krijgen ipv koud water, hehe). De westerse wereld blijft de Afrikaanse landen intussen bestoken met een tsunami van melkpoeder. Zo kunnen Afrikaanse boeren hun gewonnen melk nauwelijks aan de straatstenen kwijt. De parallel is snel getrokken! En of er nog vicieuze cirkels bestaan. Een collega vertelde me net dat er ook alternatieven zijn. Blijkbaar bestaat in zijn buurt sinds kort een initiatief dat rechtsreeks bij boeren producten van bij ons opkoopt en aanbiedt aan de consumenten. Zonder tussenstoppen en voor een eerlijke prijs. Oxfam in Vlaanderen zeg maar. Dus een eerlijke prijs en producten van bij ons zijn de basisbeweegredenen. In mijn nogal kwieke fantasie durf ik dan een stapje verder te denken. Wat houdt de boeren tegen om zelf hun producten aan te bieden, terug coöperatieven te starten en samen een eerlijke prijs te vragen voor hun zelfgekweekte producten. Mijns inziens ligt er dan ook meer trots en fierheid in het aanbieden van eigen kwekerij. Meer dan hun gepasteuriseerde en bewerkte melk in kartonnen, flacons, plastic
26
VAKBOND IN BEWEGING 63
of als artificiële frambozendrank terug te vinden in de hypermarkets (want ons Nederlands mag niet meer gebruikt worden wegens niet sexy genoeg). Uiteindelijk dwingt het kapitalisme ons meer en meer om terug naar de basis (of is het back to basics?) te gaan. Wie weet wat staat ons nog te wachten. Immers, de banken en investeerders hebben geen hol geleerd van wat er gebeurd is en vervallen terug in oude ge(mis)bruiken. In feite is dat ongehoord en enorm hautain. Slapen we binnenkort terug op ons kapitaal onder het hoofdkussen om het toch maar safe te houden? Wie weet wat staat ons nog te wachten. Meer en meer biologisch geteelde vinden hun eigen weg via kleine netwerkjes naar de bezorgde en ethische consument. Kleinere initiatieven als bovenvernoemde duiken terug op. In feite buurtwinkels die korter bij de consument staan en duidelijke koopwaar aanbieden. Staan we binnenkort terug in onze tuin om eigen sla, bonen en tomaatjes te cultiveren? Daarnaast een stal met een eigen varken, konijn, koe en kippen? Wie zal het zeggen? Misschien is dit wel de te bewandelen weg om ons minder afhankelijk te maken van de bio-industrie. Visionair durf ik hier dan ook te stellen: iedereen een geit!! Peter Dekort
Roos vreemd en mysterieus een eenzame roos op een berg vol geplant met hoge bomen een verstikkende mist die een angstige sfeer creëert daartussen enkele stralende madeliefjes die hun sprankelende blaadjes uitstrooien en al hun krachten samenbundelen om die ene roos wat vriendschap en liefde te geven Barbara Van Aert
Tanka Langewapperbrug Of – veel stof tot nadenken Stof? – nooit van gehoord! Een politiek getouwtrek Wie betaalt het gela(ch)? – wij! F.J. Robson
Tanka – oorsprong Japan Gedichtje met 5/7/5/7/7 lettergrepen
DONDERDAG 17 DECEMBER 2009 OM 20u00
COMEDY AVOND T H O M A S
D E N I S
S M I T Thomas Smith will set you free H
N O W É
in samenwerking met Arenbergschouwburg
Locatie: CD Rix - De Gryspeerstraat 86 - 2100 Deurne Kaarten: 12 euro Info en reservatie: Adviespunt 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be
Ommeganckstraat 35 (1ste verdiep) 2018 Antwerpen
donderdag 14 januari 2010
nieuwjaarsfeest Jacques Raymond & Ingriani
Paul Van Hoeydonck & Wim Quirynen Ricco Zoroh en Nicole onder begeleiding van
Feestzaal Kielpark, St. Bernardsesteenweg 113, 2020 Antwerpen Aanvang 13u45 - Deuren 13u00 Voorverkoop â‚Ź8 - Kassa en niet-leden â‚Ź10 Kaarten verkrijgbaar vanaf 1 december 2009 op het ABVV-Adviespunt, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen (eerste verdieping) Tel 03 220 66 13 Tombola met schitterende prijzen - 1 drankje inbegrepen v.u. Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen