België - Belgique P.B. Antwerpen X 8/6342
ViB
AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X Toelatingsnummer P408993
VAKBOND IN BEWEGING
O
VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS • NR. 72 • 19e JAARGANG • JAN/FEB/MAR 2012
Verantw. uitgever : Dirk Schoeters, Ommeganckstraat 35, 2018 Antwerpen
vib nr 72.indd 1
22/01/2012 10:20:24
INHOUD
ViB VAKBOND IN BEWEGING
Nr. 72 - 19e jaargang JAN/FEB/MAR 2012 Prijs: 0,75 Jaarabonnement: 3 Driemaandelijks tijdschrift van Linx+ ABVV-regio Antwerpen In samenwerking met ABVV seniorenwerking
6
13
Verantwoordelijke uitgever: Dirk Schoeters Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen Redactieadres: Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen (03)220 67 11 peggy.devis@abvv.be Medewerkers aan dit nummer: Staf Van Gorp Luc Van Overberghe Marcel Beerlandt Peggy Devis Hervé Devos Linda Crivits
15
20
Vormgeving: Romain De Fleurquin Albert Balboa llustratie cover : ROMA
INHOUD REDACTIONEEL 3 Storm
KINDEREN VAN SEMINI 4 Georges Heylen GESCHIEDENIS 6 De Roma, van wijkcinema tot mythe INTERVIEW 8 Paul Schyvens
22
26 ARMOEDE 13 Hoe werk je armoede bij gepensioneerden weg ONGEWONE MENSEN 15 Jef De Paepe Jozef De Paepe op Petroleum Zuid RODE OORTJES 18 Joe Hill FILMVERTONING 20 Made in Dagenham
BOEKBESPEKING 22 Metamaus TONEEL 24 Groenten uit Balen FILM 26 Lena
Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 2
22/01/2012 10:20:29
REDACTIONEEL
STORM In december koos Time Magazine ‘de demonstrant’ als de persoon van 2011. Met ‘dé demonstrant’ bedoelde het Amerikaanse tijdschrift niet de doorsnee ABVV-militant die vorig jaar verschillende keren op straat kwam om te betogen. Neen, de demonstranten van Time zijn de actievoerders van de Arabische lente, de Indignados in Zuid-Europa, de protesterende jongeren die het Verenigd Koninkrijk letterlijk een hete zomer gaven, de Occupy Wall Street beweging in Amerika… In België hebben we ‘dé demonstrant’ van Time niet vaak gezien. Behalve misschien even op televisie toen een groep Indignados door ons land trok op weg naar de Europese instellingen. Maar daar is het bij gebleven. Dé demonstrant van 2011 was zeker geen landgenoot. Sociologen en journalisten zijn ondertussen wel al druk bezig om opgang van de demonstrant te onderzoeken en te verklaren. Die trendwatchers wijzen op het ongeorganiseerde karakter van de verschillende protestbewegingen; op de afwezigheid van woordvoerders en structuren; op de rol van de nieuwe sociale media zoals facebook, twitter of you tube; op de – afhankelijk van de bron – heel concrete of net heel vage eisen. En natuurlijk worden de eerste parallellen gelegd met mei ’68. In de berichtgeving over de genoemde protestacties valt echter vooral op dat hét gemeenschappelijke kenmerk van dé demonstranten het besef is dat ze niks meer te verliezen hebben. Omdat ze al decennia lang in een autoritair of dictatoriaal regime leven; omdat de financiële crisis hen volledig aan de grond gebracht heeft; omdat de banken met hun huis aan de haal gingen; omdat ze geen perspectief hebben op betaalbare studies, waardig werk, een redelijk inkomen en dus een zelfstandig leven. En omdat ze geen andere uitweg hebben dan ongeorganiseerd protesteren en in de ergste gevallen daarvoor repressie, foltering en kogels te riskeren. Als er in verband met ‘dé demonstrant’ al een referentie naar de jaren ’60 gemaakt moet worden, dan misschien best naar het vers ‘Freedom’s just another word for nothing left to lose’ uit het liedje ‘Me and Bobby Mcgee’. Dat dé demonstrant vooralsnog niet in België is opgedoken, hoeft ons dus niet te verbazen en zou zelfs iedereen moeten verheugen. Hoewel de regeringsvorming dan wel lang mag aangesleept hebben, leven we niet in een autoritair regime. Ons moeizaam opgebouwd sociaal systeem en, niet te vergeten, de index beschermen ons tegen de ergste gevolgen van een financiële en economische
crisis. En we hebben sterke middenveldorganisaties – waarvan de vakbonden niet de minste zijn – die dit sociaal systeem verdedigen en die hun leden de mogelijkheid bieden om op georganiseerde manier hun mening te uiten. Maar blijkbaar is niet iedereen zo blij met de vaststelling dat de persoon van 2011, de demonstrant, geen Belg is. Dat moeten we toch afleiden uit de manier waarop de vereende krachten van werkgevers, zelfstandigen, rechtse partijen, zogezegd onafhankelijke denktanken en niet in de laatste plaats de media, zich uitleven in aanvallen op ons sociaal model én zich inspannen om de verdedigers ervan uit te schakelen. In het hele debat over het sociaaleconomisch luik van het regeringsprogramma kwamen de mensen waarover het gaat, geen enkele keer aan bod. Wie afwijkt van het rechtse eenheidsdenken preekt in de woestijn. Een televisiedebat over het hervormen van ons sociaal systeem moet vandaag de dag blijkbaar alleen gevoerd worden tussen vertegenwoordigers van n-va, voka en itinera. Om op het einde vast te stellen dat iedereen het roerend eens is. De koffie die unizo schenkt op de ochtend van een vakbondsmanifestatie is bijna belangrijker dan de boodschap van 70.000 betogers. En pas als er spontane stakingen uitbreken verschuift de berichtgeving over het protest van diep in de binnenbladzijden naar de voorpagina. Om schande te spreken van zoveel onverantwoordelijkheid. Nog erger dan het doodzwijgen van onze standpunten en het onzichtbaar maken van de mensen waarvoor we opkomen, is het beeld dat continu en moedwillig van de vakbonden wordt opgehangen. Een soort van ‘kwade structuur’ die los staat van de bevolking in dit land en die de werknemers het leven zuur maakt. Op basis van dit beeld moet een buitenstaander zich toch afvragen waar de vakbonden in dit land toch hun miljoenen leden halen? Bij zoveel inspanningen om de georganiseerde vakverenigingen onderuit te halen kan men alleen besluiten dat sommigen wel heel graag zouden hebben dat ‘dé demonstrant’ van Time in alle ongeorganiseerdheid ook in ons land voet aan grond zet. Want men moet zich geen illusies maken. Met of zonder vakbonden gaat de kruik te water tot ze barst en gaan mensen reageren. Georganiseerd of niet. Wie vandaag meent wind te moeten zaaien moet er zich aan verwachten morgen storm te oogsten. Dirk Schoeters algemeen secretaris
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 3
22/01/2012 10:20:29
KINDEREN VAN SEMINI
GEORGES HEYLEN, FILMBARON De naam Georges Heylen zal ongetwijfeld verbonden blijven met de geschiedenis van de Antwerpse cinema. Op het einde van zijn imperium, begin jaren ’90, waren vijftig bioscoopzalen in zijn bezit. Heylen bepaalde welke films er in de zalen vertoond werden. Veertig jaar was Georges Heylen oppermachtig in onze cinemastad. DE MAN ACHTER GEORGES HEYLEN Niemand leek precies te weten wie Heylen eigenlijk was. Hij had altijd zijn troebel privé-leven weten verborgen te houden. Tijdens de oorlog was hij uit het niets te voorschijn gekomen, en was in 1993 na zijn faillissement in het niets verdwenen. Hij liet wel een reeks wilde, moeilijk te controleren verhalen en anekdotes na. Niemand wist precies wat hem dreef. In het buitenland had hij de bijnaam “the smiling Cobra”, lachend maar verraderlijk. Dichter bij huis was het “Alexander, alles voor mij, niks voor een ander.” Georges Heylen was afkomstig uit Herentals. Hij werd geboren in 1911. Volgens een gesprek dat hij in 1991 had met een lifestylemagazine verklaarde hij “Ik ben afkomstig uit Herentals, mijn familie is sinds mensenheugenis verbonden met Herentals en met de Kempen. Mijn voorvaderen waren grootgrondbezitters en behielden dankzij hard werken hun plaats in de maatschappij. Een van mijn voorvaderen was trouwens bekend in de Boerenkrijg en in Herentals hebben ze voor hem een standbeeld geplaatst. Mijn vader bezat een natie, en ik – zoals dat in die tijd de gewoonte was – moest zodra ik de kinderschoenen ontgroeid was, mijn vader helpen in de zaak. Ik heb dus het zakendoen met de paplepel binnengekregen.” Bij nader onderzoek waren die beweringen fel overdreven. De persoon uit de boerenkrijg was wel een naamgenoot, meer niet, en dat vader Heylen natiebaas was, was zacht uitgedrukt overdreven. Volgens betrouwbare bronnen waren de ouders van Georges Heylen binnenschippers. De studies die Heylen volgde waren eveneens een goed bewaard geheim. Een diploma hoger onderwijs behaalde hij niet. Hij was echter
vlot in talen. Hij sprak vloeiend vier talen : naast Nederlands beheerste hij Frans, Engels en Duits. Zijn eerste job was handelsreiziger. IN DE FILMWERELD Heylen kwam, naar eigen zeggen, per toeval in de bioscoopwereld terecht. Vrienden waren bij hem komen aankloppen voor financiële hulp in verband met de aankoop van een cinema. Hij verleende hen een lening, en... werd er directeur. De bioscoop in kwestie was cinema Rex aan de De Keyserlei. Ciné Rex ging van start op 29 augustus 1935, met een Weense operette. Maar ook deze feiten waren weer eens een verzinsel van Heylen. In werkelijkheid, volgens de dochter van Georges Heylen, stelde de familie Heylen in Herentals niet veel voor, maar wel de Van Reybroecks. Dit waren herenboeren uit het Waasland en grossisten in voedingswaren. Het waren zij die investeerden in de bouw van cinema Rex. Heylen kwam met de groothandel in contact, en na zijn huwelijk kreeg hij een pak Rex-aandelen in de schoot geworpen en werd hij opgenomen in het bestuur van de bioscoop. TIJDENS DE OORLOPGSJAREN Reeds tijdens de oorlog begon de carrière van Heylen. Hij verstevigde zijn macht binnen de Rex. Tijdens de bezetting was het zeer moeilijk aan films te geraken, zonder van collaboratie verdacht te worden. Het was een wonder, of een raadsel dat Heylen de zaal Rex kon openhouden. Was er toch iets aangebrand aan Heylen? De Duitsers controleerden de volledige distributie en wie niet mee marcheerde kon aan geen materiaal geraken. Vele biosoopzalen werden gewoon door de Duitsers opgeëist. De Roxy, aan de De Keyserlei, voor de officieren, zaal Astrid, aan de Carnotstraat, voor de soldaten. Andere zalen
sloten gewoon of werden theaters. De prenten die in de opengebleven zalen werden vertoond waren uitsluitend Duitse producten of Franse films gemaakt onder het Vichyregime. Amerikaanse of Britse prenten waren verboden. Cinema Rex zocht steeds naar de betere films maar zat dikwijls fout. In april 1941 draaide er “Der ewige Jude” een schaamteloze propagandafilm die aanzette tot jodenhaat. Op 16 december 1944 om 15u 20 vernietigde een V2-bom cinema Rex. De zaal zat afgelaten vol, dus was de balans een catastrofe : 567 doden! Als bij wonder ontsnapte Georges Heylen aan de ramp. GOUDEN JAREN NA DE OORLOG Tijdens de oorlogsjaren was het filmaanbod schaars maar dat hield de mensen niet uit de cinema. Voor de meeste Antwerpenaren waren de Duitse heimatfilms en musicals de enige vorm van ontspanning. Bij de bevrijding veerde de filmbranche spectaculair op. Vooral de Amerikaanse films kwamen nu in omloop. In 1945 kochten de Belgen een record van 147 miljoen tickets. Het werd iedereen duidelijk dat met cinema fortuinen konden geraapt worden. Twee jaar na de ramp in ciné Rex heropende de zaal haar deuren. Er diende een concurrentiestrijd gevoerd te worden, want de andere zalen draaiden reeds langer op volle toeren. Met zijn 1.600 luxueuze zetels was dit geen probleem. De kassa rinkelde meteen en bleef dat doen. VEROVERINGSTOCHT Tijdens de oorlogsjaren was ciné Rex reeds omgevormd tot Société Anonyme Rexciné. In de volgende twintig jaar wist Heylen, door allerlei strategieën zijn concurrenten in te palmen, en bij elke overname richtte hij een nieuwe firma op. Zo ontstonden er in die twintig jaar meer dan veertig afzonderlijke n.v.’s. Deze controleerden geleidelijk alle centrumzalen. In 1949 bezat Heylen slechts drie zalen ; Rex, Astrid en Odéon. Daarnaast had hij drie geduchte concur-
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 4
22/01/2012 10:20:29
KINDEREN VAN SEMINI tra, Rubens, Fiësta, Century, Victory en Roma. Vervolgens veroverde hij Capitole, Ambassades. De zalen Pathé, Anvers Palace en Eden, kocht Heylen van de tegenspartelende Tyck-Gommers-Mermans via stromannen. Hij herdoopte deze zalen in Sinjoor, Palace en Quellin. Met de overname van de zaal Metro in 1962, was Heylen alleenheerser in de binnenstad. Maar dit was nog niet genoeg hij deelde ook de lakens uit in Merksem, Deurne en Berchem, evenals in de buitenwijken, zoals Dixi in de Handelsstraat of Forum in de Brederodestraat.
renten : de groep De Paep-Spanoghe bezat de zalen Roxy, Empire, en Lux ; de groep Tyck-GommersMermans had de controle over de collaborerende Anvers Palace, Pathé en Eden, en n.v. Cobolciné bezat Capitole, Ambassade, Regina en Cameo; zalen van voor de oorlog. Stilaan begon Georges Heylen aan zijn veroveringstocht ; hij begon met niet gebonden zalen zoals Kursaal en ABC, die hij herdoopte in Savoy en Vendôme. Vervolgens ging zijn opmars langs Carnotstraat richting Borgerhout, met As-
THE SHOW IS OVER Uiterlijk was het een succesverhaal, maar vanaf begin de jaren negentig zat het Rex-concern diep in de rode cijfers. Heylen stapelde schulden op bij de sociale zekerheid, de stadskas aan wie hij de vier percent vermakelijkheidstaksen al vier jaar niet meer betaalde, de distributeurs die hem belangrijke films weigerden en vooral bij de banken, waaraan hij zijn leningen niet meer kon afbetalen. De buitenwereld en ook zijn personeel wist hier niets van. Het omgekeerde scenario deed zich voor. Vroeger kwam er de een na de andere zaal bij, nu sloot haast ie-
der jaar een bioscoop haar deuren. Op 25 augustus 1993 liet de stad Antwerpen beslag leggen op de cinema’s van de Rex-keten als onderpand voor achterstallige taksen. Op 1 september gingen alle zalen dicht en werden de boeken neergelegd. Het personeel was kort daarvoor nog in staking gegaan, maar toen was het reeds te laat. Alles werd openbaar verkocht. Bij dit alles kwamen allerlei vreemde zaken aan het licht. Zo bestond er eigenlijk geen Rex-concern, maar 42 afzonderlijke firma’s. Zo ontdekte men een geheime wijnkelder, drieduizend flessen van de allerbeste wijnen. In 1995 werd een koper gevonden voor de bioscoopzalen Rex, Metro, Ambassades en Odeon. De groep Gaumont bood hiervoor 335 miljoen Belgische Frank. De andere zalen kwamen in handen van banken of projectontwikkelaars. Georges Heylen maakte dit alles niet meer bewust mee. Hij leed aan Alzheimer en overleed in een home in Herentals op 2 november 1995. Staf VAN GORP Bron : Het Paleis om de hoek – Frank Heirman Waar is de tijd / Antwerpen – deel 22
Bezoek aan de kerncentrale van DOEL “Den Doel” is een van de twee kerncentrales in België, en is gelegen in de haven van Antwerpen, aan de Schelde, nabij het dorpje Doel. Belangrijkste eigenaar van de kerncentrale is het energiebedrijf Electrabel. De kerncentrale heeft meer dan 800 medewerkers. De oppervlakte van de centrale is 80 hectare. De nietnucleair gebonden delen van deze kerncentrale kunnen samen met ons bezocht worden… Wanneer? 17 april 2012 van 9u15 tot 12u45 Waar? Electrabel Kerncentrale Doel, Haven 1800, Scheldemolenstraat te 9130 Doel Deze activiteit is GRATIS. Inschrijving is vereist. Op voorschrift van de kerncentrale moeten wij bij inschrijving volgende gegevens van elke deelnemer vragen: Naam + voornaam, Geboortedatum + geboorteplaats en adres. Deze info wordt noch voor andere doeleinden gebruikt, noch doorgegeven aan derden. Andersvalide bezoekers zijn zeker welkom en kunnen zodoende de inleidende presentatie van de gids mee volgen en de tentoonstelling bezoeken. Om veiligheidsredenen kunnen zij echter niet deelnemen aan het bezoek in de installaties. De kerncentrale van Doel is NIET met het openbaar vervoer te bereiken. Eigen vervoer is vereist. Info en inschrijvingen: Adviespunt: Ommeganckstraat 35 (1e verdieping) 2018 Antwerpen - Tel. 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 5
5
22/01/2012 10:20:30
GESCHIEDENIS
DE ROMA van wijkcinema tot mythe Antwerpen is steeds een bruisende bioscoopstad geweest. De stationsbuurt was destijds het mekka van de cinema. Begin jaren negentig verdwenen een voor een de namen zoals Rex, Metro of Savoy uit het straatbeeld. Ook hadden de randgemeenten hun wijkcinema’s. Een van de mooiste en zeker de grootste buurtcinema was de Roma in Borgerhout. Ciné Roma sloot haar deuren op 4 juni 1982. De zaal bleef twintig jaar verkommerd leeg staan, tot in 2002 het mirakel gebeurde. Rataplan huurde de zaal en een enorme groep vrijwilligers toverde de Roma om naar de gloriezaal van weleer. HISTORIEK De Roma werd opgericht in 1928. De initiatiefnemer was Jean-Baptist Romeo, medestichter van de bouwmaatschappij “Vooruitzicht”, die verschillende projecten in Borgerhout verwezenlijkte. De zaal werd gebouwd als film- en feestzaal, die, in de beginperiode elke dinsdag ter beschikking stond van de gemeente. De zaal sloot perfect aan bij wat de bevolking van Borgerhout op dat moment verlangde: een ontmoetingsplaats waar men ontspanning kon vinden. Alhoewel de Roma beschouwd werd als een ‘chique’ bioscoop, kwam werkelijk iedereen er over de vloer; de gewone arbeider tot de elite van de gemeente. Van in het begin was de Roma een begrip. BORGERHOUT VOOR DE TWEEDE WERELDOORLOG In 1928, bij de opening van de Roma, was Borgerhout een bloeiende, maar vooral zeer katholieke gemeente. In 1930 telde de gemeente 56.570 inwoners, in 1950 was het aantal reeds gedaald tot 50.877. Deze trend bleef zich voortzetten, ook in de jaren zestig, met de komst van de allochtonen. De Roma was, van in het begin, een succesvolle wijkcinema, met als succesjaren de jaren 1930-1950. Net zoals overal, begon de terugval vanaf de zestiger jaren. De Roma werd ook vaak ingezet als theater en variétézaal. De shows ten voordele van De Mick, gingen jaren in de Roma door, en het enige concert van Cliff Richard in België ging in de Roma door.
WAAROM EEN MYTHE? Volgens Van Daele is een mythe een “verhalend en doorgaans vleiende, geheel of ten dele onjuiste, al dan niet met opzet in het leven geroepen overlevering met betrekking tot het verleden van een volk, groep of individu.” Het verhaal van de Roma sluit hier zeer goed bij aan. Wellicht klopt niet alles wat er over de Roma verteld of geschreven wordt, dit heeft ook geen belang. De mensen blijven zich verbonden voelen met de Roma, ze blijven hun herinneringen koesteren en blijven er over vertellen. Dat is belangrijk. Dat kwam vooral tot uiting de eerste maal dat men een kijkje mocht nemen op de puinhoop die de Roma toen was. Mensen die elkaar niet kenden, maar die spontaan met mekaar herinneringen ophaalden over de Roma. Hoe er vandaag over de Roma gesproken wordt, maakt deze plaats bijna magisch. Was de Roma destijds specialer dan andere plaatsen? Volgens de verhalen die de ronde doen wel. Wellicht was de Roma reeds magisch toen hij open ging. De herinneringen aan de Roma zorgen voor een gezamenlijke identiteit en een samenhorigheidsgevoel in Borgerhout. Nostalgie is hierbij een drijvende kracht. Nostalgie heeft te maken met gevoel en verlies. Herinneringen hangen vast aan de Roma en ze zijn zo bijzonder, omdat dat stukje Borgerhout verdwenen is. De Roma is te vergelijken met een aandenken.
Jean-Baptist Romeo, een steenkapper. Zijn voornaamste bezigheid was het afbreken van gebouwen. Omdat hij gebruik wilde maken van de stenen van de oude huizen voor het bouwen van nieuwe richtte hij de bouwfirma Vooruitzicht op. Hij besloot om een bioscoopzaal te bouwen. Aan het bouwen van een cinemazaal begin je niet alleen. In 1927 ontstond vanuit de firma Vooruitzicht de N.V. Belgische Kinemavereeniging. Vooruitzicht bouwde de Roma, de N.V. keek toe op het proces en vormde een beheerraad. De gevel werd opgetrokken in artdécostijl. In de zaal trok het zwevende balkon onmiddellijk de aandacht, evenals het podium. De zaal wekte tot op vandaag veel bewondering Maanden op voorhand werd de opening van de nieuwe zaal aangekondigd, en in november 1928 was het dan zo ver. Alhoewel er meerdere feest- en bioscoopzalen in Borgerhout waren, sloot de gemeente bij de start een contract af met de nieuwe zaal. ¨Vele verenigingen maakten gebruik van deze prachtige zaal. In de beginperiode was er wel wekelijks een evenement in de Roma. Er was sprake van galabals, spektakelshows en toneelvoorstellingen. Bijna alle gemeentescholen hadden hun prijsuitreikingen in de Roma. Iedere leerling kende dus al vrij vlug de Roma. TIJDENS DE OORLOGSJAREN Vanaf mei 1940 was ook Borgerhout een bezette gemeente. Er kon niets gebeuren zonder toelating van de Duitsers. Ook hier mochten geen
DE ROMA IN DE GROTE CINEMASTAD De bouwheer van ciné Roma was
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 6
22/01/2012 10:20:30
GESCHIEDENIS
Amerikaanse of Engelse films gedraaid worden. Opmerkelijk was wel dat tijdens de oorlogsjaren twee cinema’s de deuren niet moesten sluiten, waaronder de Roma. Ondanks de oorlogsgruwel waren Duitse filmvedetten zoals Marika Rökk, Zarah Leander, Hans Moser geliefd bij het publiek. Later zouden de filmdiva’s in eigen persoon in de Roma optreden. SOCIALE FUNCTIE Voor vele inwoners van Borgerhout had de Roma ook een sociale functie. Vele jongeren konden destijds nergens anders naartoe. Het was dé plaats om af te spreken. Vanaf het begin werd de zaal Roma niet alleen voor de film gebruikt. In de Roma werden nog steeds benefiet- en showavonden, voor het goede doel georganiseerd. En vaak werd de zaal daar ook mee geassocieerd. Maar de Roma zorgde in Borgerhout ook voor werk. Een beroep die de huidige jeugd wellicht niet kent is de “ouvreuse”, de juffrouw die de mensen met hun zaklamp naar hun plaats bracht, wanneer de film reeds liep. Maar ze deed meer ; ze verkocht programmaboekjes, en tijdens de pauze ging ze rond met ijs, frisco’s van Artic, en ook snoep. DE ROMA BIJ HET HEYLENIMPERIUM Wanneer en hoe Heylen in het bezit kwam van de Roma is onduidelijk, maar rond 1953-54 werd hij de nieuwe eigenaar. Dit was een goede zaak voor de Roma. Ciné Roma was zeer groot en leverde veel winst op, daarom kreeg de Roma steeds de beste films op haar programmatie. De vaste klanten moesten wel een paar weken wachten, want de
films moesten eerst lang genoeg in de centrumzalen gedraaid worden. Tijdens de gouden jaren van de cinema kenden de wijkcinema’s een enorm succes. Het was dichtbij, men ging bijna op zijn pantoffels naar de cinema, bovendien was het een stuk goedkoper dan “in ’t stad”, en men kreeg iedere week een andere film. Dit maakte dat sommige mensen wekelijks naar de Roma kwamen. EEN NIEUW HOOFDSTUK Aan elk succesverhaal komt een einde. Dit einde werd bij de Roma ingezet midden de jaren zestig. Steeds minder mensen bezochten de cinema. Een andere oorzaak was de veranderende samenstelling van de Borgerhoutse bevolking. De zaal werd letterlijk te groot, maar was ook niet geschikt om in kleinere zaaltjes op te delen. De verwarmingskosten voor zo’n grote zaal begon zwaar te wegen. Heylen koos bovendien voor het behoud van personeel, dus waren er onvoldoende middelen voor renovatiewerken. Heylen voelde de crisis in de gehele filmcultuur en trachtte met alle middelen zijn hoofd boven water te houden Dit deed hij door de zaal zoveel mogelijk te laten renderen. De zaal was dan misschien te groot geworden als bioscoop, ze was zeker geschikt voor concerten en feesten. Dit was bijgevolg de nieuwe bestemming van de Roma tijdens de jaren zestig en zeventig. Deze omwenteling maakte de zaal Roma opnieuw mega populair. De Roma werd opnieuw the place to be. Vele unieke optredens vonden er plaats, soms bijgewoond door meer dan duizend toeschouwers. Zo waren er optredens van The Kinks, The Pebbles, Cliff Richard met The
Shadows en de toen nog onbekende Olivia Newton John. Maar het meest besproken concert in de Roma was wellicht het optreden van Paul Mc Cartney op 22 augustus 1972. Dit concert was ingericht door Ludo De Bruyn. Daarna organiseerde hij nog meer concerten, met o.m.Lou Reed, The Everly Brothers, Lionel Richie... Het meest controversiële spektakel dat De Bruyn er organiseerde was de naaktmusical “Oh Calcutta”. In Oostende was de musical verboden, in het katholieke Borgerhout werd het opgevoerd. Wat ook nog bijgedragen heeft tot het prestige van de Roma waren een reeks optredens van het Ballet van Vlaanderen. DE NEERGANG Midden de jaren zeventig echter werd het dramatisch voor de Roma. De verliezen stapelden zich op. Er was maar één oplossing, sluiting. Hier is weinig over geweten. Op papier schijnt er niets van bewaard te zijn. Wel is geweten dat kort na de sluiting de zaal verkocht werd. Ze werd een tijd gebruikt door een technische school, daarna kwam de zaal in handen van een particulier. Deze verhuurde de appartementen boven de Roma, maar liet de zaal volledig verkommeren. Sterker nog, hij dumpte al het afval in de zaal. Dit was het uiteindelijke lot van de eens zo roemrijke zaal. Twintig jaar heeft de zaal er staan te verkrotten. HET MIRAKEL ‘Het mirakel van de Turnhoutsebaan’ schreef een journalist naar aanleiding van de heropening van ciné Roma, op 15 mei 2003. Paul Schyvens van cultuurhuis Rataplan uit Borgerhout huurde de zaal, en met een enorme schaar medewerkers bereikte men wat eerst onmogelijk leek ; de Roma terug herstellen in de oude glorie. En of het gelukt is bewijst de drukke agenda van de Roma. De Roma heeft opnieuw de functie van weleer. De Roma is opnieuw het paleis van Borgerhout, waar iedereen tegen een sociale prijs kan komen genieten. Staf VAN GORP
Bron :Erlin Theunynck – Masterscriptie departement geschiedenis Universiteit Antwerpen Het paleis om de hoek – Frank Heirman Waar is de tijd / Antwerpen deel 22
‘
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 7
22/01/2012 10:20:31
INTERVIEW
PAUL SCHYVENS…
of hoe De Roma voor een tweede keer geboren werd VIB praatte met Paul Schyvens. De vader van het Sfinks festival, de Rataplan en De Roma. De kantoren van De Roma bevinden zich in een vroeger bankkantoor aan de Turnhoutsebaan in Antwerpen. Er heerst een gezonde werkchaos. Paul leidt me binnen in een rommelige kamer die ook zijn bureau blijkt te zijn. Hij is deze morgen samen met een 60-tal vrijwilligers het nieuwe programmaboekje van De Roma in Antwerpen gaan rondbrengen…”We zijn de kapitein van het schip, maar het is zeer belangrijk dat we ons regelmatig identificeren bij de basis, in dit geval bij onze vrijwilligers…” VIB: Kan je jezelf even voorstellen? Wie ben je? Ik ben Paul Schyvens zonder puntjes…Ik wist al heel vroeg, vanaf mijn 14-15 jaar, dat ik iets wilde doen met “organiseren”. Ik kom uit de jeugdbeweging, meer bepaald uit de KSA of Katholieke Studenten Actie, waarvan men zich in mijn dorp destijds af vroeg of wij eigenlijk niet eerder de Kommunistische Studenten Actie waren. Ik ben een kind van de jaren zestig en ik sleep dit nog altijd met heel veel plezier mee. Ik heb ook eens geprobeerd politieke en sociale wetenschappen te studeren, omdat ik dacht dat dat een geschikte opleiding was om beroepsrevolutionair te worden. Maar dat is dan mislukt natuurlijk. Verder kan ik mezelf ook nog omschrijven als een gewoon kind uit een bourgeois gezin. Daarom zeggen ze ook altijd tegen mij dat ik een salonsocialist ben. VIB: Je bent zo’n beetje een autoriteit binnen de culturele wereld. Vertel eens iets over je beroepsverleden? Hoe ben je geworden wie je bent? Op mijn 22ste ben ik begonnen met de Sfinks in Boechout. Beter bekend vandaag als hét Sfinks Festival, het festival rond wereldmuziek.
Van 1975 tot 1982 heb ik daar gewerkt en de Sfinks was toen eigenlijk zo iets als wat De Roma nu is, maar dan kleinschaliger. We zaten daar in Boechout in dat klein kasteeltje waar ook een café was. We organiseerden daar cursussen, optredens, filmvoorstellingen…te veel om op te noemen. We hadden maar één sluitingsavond per jaar en dat was met kerstavond. We werden door nogal wat Boechoutenaren op handen gedragen en we werden ook door heel wat mensen omschreven als een links nest, waar jongeren samen hokten en “vieze dingen deden”. Ik ben in 1982 wegens grote onenigheid bij de Sfinks vertrokken. Onenigheid is een constante in mijn leven. Ik heb meestal een eigen uitgesproken mening over de dingen. De onenigheid bij de Sfinks had te maken met het spanningsveld tussen, ik zal het beleefd uitdrukken… tussen de vormingswerkers of sociaal assistenten en de medewerkers die in stonden voor het culturele en ontspannende luik. Het was in het begin van de jaren tachtig ook crisis en ondanks die crisis vond ik niet dat de boog altijd gespannen moest staan. Op de duur moest ik mij verantwoorden over elk feestje en werd alles in vraag gesteld … vooral of dit wel allemaal verantwoord was in deze barre tijden enzovoort. Ik vond dat je perfect aan politiek en van alles en nog wat kon doen zonder altijd serieus te zijn. Ik was dat allemaal beu en heb ook het gevecht verloren. Dan ben ik gevraagd om in Brussel te gaan werken voor “Schaamte”. Dat was een artiestenvereniging die later is uitgegroeid tot het huidige Kaaitheater. Zo werkte ik voor “Radeis” met oa Josse De Pauw, voor Anne Theresa De Keersmaeker die toen begon met “Fase” en voor Jan Decleir die toen stukken van Dario Fo speelde. Ik had ook te maken met het Epigonentheater (wat later de Need Company geworden is) en Parisiana, het maffe theaterproject van de onlangs overleden theatermaker Erik De Volder. Als organisator bij de Sfinks
had ik veel van die theatermannen leren kennen. Het zijn zij die mij dan gevraagd hebben om voor hun collectief te komen werken. Ik heb dit drie jaar gedaan. Het was niet helemaal naar mijn zin, want ik was ook niet gewoon om voor “nen patroon” te werken. Jan Decleir was van het ene theatercollectief (de Internationale Nieuwe Scene) in het andere gestapt, en ook niet content. We hielden het daar samen voor bekeken en in 1985 heb ik een eigen bureau opgericht. Ik werkte toen uitsluitend als agent voor Jan Decleir en dat doe ik trouwens nog altijd. Twee jaar later werd de Blauwe Maandag Compagnie opgericht en Luc Perceval vroeg of ik ook voor hen kon werken. En zo werkte ik op de duur ook voor De Tijd, De Koe en voor 12 verschillende acteurs. Ik heb van toen af het grootste deel van mijn beroepsleven voor theatergezelschappen en acteurs gewerkt en verkocht gemiddeld een duizendtal theatervoorstellingen per jaar in België en Nederland. En dit altijd in een vzw-statuut. Eerst had ik een kantoortje op het Zuid. De Blauwe Maandag had een kantoortje in Borgerhout maar Luc Perceval had zijn zinnen gezet op het ZuidStation. Luc had het in zijn hoofd gehaald dat dát het nieuwe hoofdkwartier zou worden van De Blauwe Maandag Compagnie. Maar helaas heeft hij dat niet gehaald, het gebouw is gekocht door de Bank Van Breda. De Blauwe Maandag heeft altijd problemen gehad om in Antwerpen te kunnen spelen. In de Singel mochten ze niet in, het CC van Berchem vond Luc te klein en van de Bourlaschouwburg konden we maar af en toe gebruik maken omdat de KNS andere prioriteiten had. In die tijd dacht men ook veel meer in concurrentie, terwijl er nu in de theaterwereld meer solidariteit heerst. Wij hebben toen bijvoorbeeld Theater Yvonne Lex en Het Mechels Miniatuurtheater uit veel schouwburgen uitgewerkt. Wij kwamen daar binnen met onze jonge groepen en we hadden een groot bakkes. Onze
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 8
22/01/2012 10:20:31
INTERVIEW
communicatie was veel agressiever. Nu bekijken we mekaar als collega’s en is er meer begrip. De tijden zijn veranderd en er is ook veel minder geld in de pot. We worden allemaal wat voorzichtiger. Enfin, voor wat De Roma betreft, wij moeten niet voorzichtig zijn, want we krijgen sowieso weinig geld. We hebben niet zo veel te verliezen (lacht)! Velen drijven volledig op hun subsidies, wij blijven in leven door hard te werken… VIB: Hoe is De Roma dan in zicht gekomen? Uiteindelijk is De Blauwe Maandag verhuisd naar Gent waar zij met open armen zijn ontvangen in De Vooruit. Hierdoor kwam hun kantoor in de Rodenbachstraat vrij in Borgerhout. Ik was stilaan uit mijn kantoor op het Zuid aan’t groeien en heb hun locatie overgenomen. Het was een goeie locatie met een repetitiezaaltje enzo. Dan, een twaalf jaar geleden, werkte ik voor Jan Fabre die toen kantoor hield aan de Italiëlei. Ik fietste toen binnendoor en kwam voorbij het parochiecentrum in de Wijnegemsestraat, hier in oud Borgerhout. “Gildenhuis Heilige Anna” stond er op de gevel geschreven en de rolluiken waren er altijd naar beneden. Ik was toen bezig met een paar jonge gezelschappen zoals De Kakkewieten en De Roovers en het was altijd een probleem voor die gasten om ergens te kunnen repeteren. Er was een hele generatie jonge theatermakers die niet aan den bak geraakte in Antwerpen. Er waren De Monty en de culturele centra, die destijds zeer moeizaam functioneerden vond ik. Enfin, ik heb de pastoor van dat gildenhuis opgebeld en gevraagd hoe het met het gebouw zat. Die wist te vertellen dat de Chiro er net verhuisd was en dat er verder maar sporadisch wat plaatselijke activi-
teiten doorgingen. Dus ik heb gevraagd of we dat gildehuis niet konden huren. De pastoor vroeg een belachelijk lage huurprijs, waar wij mee konden leven! Dan hebben we maar een aparte vzw opgericht en die jonge groepen begonnen daar dan te repeteren. En van het één kwam het andere. Er werd soms eens een toonmoment georganiseerd met publiek en dan ondervonden we dat veel mensen dit een gezellig en mooi zaaltje vonden. Ineens kreeg ik het gevoel van vroeger terug, ik dacht “hier zijn inderdaad wel mogelijkheden”. We zijn dan films gaan tonen en wat jeugdtheater enzo en voor dat je het weet ben je met een programmatie bezig en ben je een programmaboekje aan het maken en trokken we vrijwilligers aan om de boel mee te runnen. Net zoals in de Sfinks destijds. In feite ben ik daar terug van nul begonnen… Toen konden we gebruik maken van de SIF-gelden of de Sociaal Impuls Fonds-gelden. We kregen een beetje geld. Het was perfect te combineren met mijn werk als agent van acteurs, en verkoper/promotor van theatergezelschappen omdat ik nogal werklustig ben om het zo te zeggen. Uiteindelijk kregen we wat méér geld en konden we 4 mensen aanwerven waarvan 2 techniekers enzovoort… Op den duur draaiden wij daar 200 voorstellingen per jaar met betrekkelijk weinig subsidies en een stuk of 60 vrijwilligers. Op dat moment was de Rataplan geboren en is tot vandaag nog altijd succesvol. In de loop van de tijd hebben we ook wat extra geld gekregen om het gebouw te renoveren. Vandaag huurt de Rataplan nog steeds van de pastoor. Maar we zijn correcte huurders en we hebben zelf de huurprijs omhoog getrokken toen we meer geld ter beschikking hadden. Rond het jaar 2000 liep het heel goed met de Rataplan. Het was toen een gat in de markt. Je mag niet vergeten dat Borgerhout, toch één van de grote districten, geen cultureel centrum heeft. Men heeft hier nooit willen in investeren voor de een of andere reden. Wij hebben toen die functie van cultureel centrum voor een stuk op ons genomen. We zijn toen met schoolvoorstellingen begonnen omdat hier in de buurt veel scholen zijn. Weliswaar met veel anderstalige allochtone kinderen…dus wij hebben voor dit publiek een zeer kwalitatief toegankelijk en laag-
drempelig programma opgesteld. Dit in tegenstelling tot Het Paleis, waar de lat qua taal en kunst naar kinderen toe toch wel een pak hoger ligt. Onze programmatie was populairder en volkser zoals de programmatie van de De Roma nu. La Esterella, Duveltjes Kermis en Circus Ronaldo met zijn pizzavoorstellingen zijn daar voorbeelden van. Omdat alles in de Rataplan zo goed liep, sloeg de verveling ook een beetje toe en stelde ik voor om elk jaar ook iets “groters” te doen. Bijvoorbeeld een groot feest in het Hof ter Lo, het jaar daarna was dat een groot feest met alleen maar circustoestanden op het Krugerplein. Daar stonden dan circustenten, spiegeltenten…etc. De dag dat we aan het opbouwen waren voor dat groot circusfeest, dat trouwens een week zou duren, zijn die aanslagen op de Twin Towers gebeurd in New York. Waardoor een groot deel van de jongeren die daar woonden, jongeren van pakweg tussen de 7 en de 30 jaar, nogal euforisch reageerden op het feit dat de Amerikanen in het hart waren getroffen. Hier heb ik ook een eigen menig over … Als je zelf overal in de wereld ruzie zoekt, dan moet je niet verschieten dat men af en toe ook eens bij jou thuis binnenvliegt… waarmee ik dit absoluut niet goedkeur hoor! Die volledige week zijn wij op een zeer professionele manier door dat jong grut gepest. Wij waren de blanke honden, wat voor een stuk te begrijpen was, …maar wij waren daar wel dag en nacht aan het werken en dat was erg vervelend. Ik ben eigenlijk constant bedreigd geweest door die jongeren die het plein als hun territorium beschouwden en we hadden ook te maken met tenten die werden doorgesneden en mensen die werden bedreigd met messen etc. Ik ben toen ook totaal niet geholpen geweest door de stad en de Antwerpse politie. Heel veel mensen, ook die van buiten Borgerhout kwamen, zijn toen erg geschrokken. Zij kregen alleen maar de bevestiging van al hun vooroordelen over hoe moeilijk dat het samenleven hier wel was in de buurt. Maar we hebben het overleefd. Ik heb toen gezworen dat ik nooit nog iets in openlucht zou organiseren en ben ook 9 jaar niet meer op het Krugerplein geweest. Het was een verschrikkelijke hel geweest en het zat erg diep. Die week ben ik dag en nacht op dat plein gebleven om te vermij-
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 9
22/01/2012 10:20:32
INTERVIEW den dat alles zou vernield worden. Voor de rest is daar veel volk geweest en waren het mooie voorstellingen en was er ook veel positiefs. Het jaar daarop in mei 2002, kwam ik als bij toeval in De Roma omdat ik voor het theatergezelschap “Het Gevolg” werkte. Zij deden altijd locatieprojecten en hadden De Roma gekozen voor twee van hun voorstellingen. Het was een theatergezelschap met Herwig Illegems (Duts), Mark Verstraete (De Kotmadam) en Bart Meuleman die altijd zeer eigenaardige voorstellingen maakten. Voordien was ik nog nooit in De Roma geweest. Ook niet tijdens mijn Sfinks-tijd, in de jaren zeventig, toen daar nog grote fantastische concerten werden georganiseerd. Ik was destijds zo’n vakidioot dat ik alleen maar daar in Boechout bezig was! Toen ik op dat moment in De Roma kwam was het daar een ongelofelijke puinhoop. De Roma was gesloten in december 1982. Dat had te maken met het faillissement van het Rex Concern van Baron Heylen. Dan is het 10 jaar eigendom geweest van de vakschool Den Tip uit de Leopoldstraat. Die hebben daar een soort opleiding willen geven rond het herstellen van vliegtuigmotoren. Dit had als resultaat dat alle stoelen er waren uitgezwierd en dat de deur daar regelmatig bleef openstaan. Het gebouw is daardoor stelselmatig en vakkundig leeggeplunderd door jan en alleman…ook door de leerkrachten van Den Tip. Na verloop van tijd bleek dat die opleiding niet rendeerde en is heel het complex in handen van een makelaar uit Tessenderlo gekomen. Het complex omvat ook een reeks appartementsgebouwen boven de nooduitgangen en de hoofdingang die in dezelfde stijl zijn opgetrokken als de zaal. Die makelaar was eigenlijk alleen maar daar in geïnteresseerd. Maar gezien de zaal én de appartementen één lot waren, had hij de concertzaal er bij moeten nemen. De appartementen heeft hij gerenoveerd en verhuurd en al het puin van die renovaties werd gestort in de zaal samen met nog hopen andere rommel. Het concertgebouw was toen geen beschermd monument, dus die makelaar onderhield het gebouw ook verder niet. Het was totaal verwaarloosd, een onvoorstelbare puinhoop met lekkende daken..etc. Dus toen ik daar binnenkwam en de
10
mogelijkheden zag van die locatie, maakte ik direct de link met ons jaarlijks groot project van de Rataplan. Ik had al eens contact genomen met de eigenaar en mijn voorstel aan hem was om de zaal wat op te kuisen en er dan gedurende een half jaar projecten te organiseren. Dit om aan de overheid, of weet ik veel wie, het potentieel van die zaal te tonen. Die eigenaar was niet enthousiast want die vertelde dat Herman Schueremans, de Filharmonie en Studio 100 bij hem ook al met voorstellen waren gepasseerd, maar dat er eigenlijk nooit iets was uitgekomen… Waarop ik zei: “Ik ben Herman Schueremans niet hé!”(lacht). We hebben toen één geluk gehad dat in die periode minister van cultuur Van Grembergen een aantal oude cinema’s heeft laten klasseren als beschermd monument. De Roma was daar één van. Hierdoor zong de huisbaas van De Roma ineens een toontje lager. Die man had tegen mij gezegd: “Ik maak hier nen Aldi van, of een parkeergarage, of ik breek het hier gewoon af…”. Maar van zodra het gebouw beschermd was, was ik natuurlijk een potentiele partner voor hem. We kregen ineens de zaal voor niets, in ruil moesten we wel al het puin ruimen en mochten we ons ding doen. Ik had toen ook een achterban die ik daarover had ingelicht en die mij allemaal zot verklaarden. Puinruimen kost gigantisch veel geld en er werd mij aangeraden om de zaak aan te pakken over een langere termijn. Dus de afspraak met de eigenaar was, dat ik 9 jaar de tijd zou krijgen om de boel hier ordentelijk te krijgen. Zo dus, hebben we weer een aparte vzw opgericht. Rataplan was een gezonde organisatie zonder schulden en het Roma project hield toch wat risico’s in. We wilden dat vooral financieel gescheiden houden. We hebben wel werkkrachten van Rataplan gebruikt om De Roma in gang te krijgen. In december 2002 hebben we dan een opendeurdag gehouden in De Roma. Er is toen 1200 man op af gekomen waarvan heel veel Borgerhoutenaars. Velen onder hen waren erg geëmotioneerd. Je mag niet vergeten dat De Roma vroeger een zeer populaire cinema was. Dé ontmoetingsplek… het ontstaan van relaties gebeurde toen vooral in de cinema’s. Die zaal had een glorieus verleden. Borgerhout was toen blank, katholiek en vooral zeer Vlaams.
Ik had op dat moment het geluk dat ik Guy Dockx kende via De Blauwe Maandag Compagnie. Hij zat daar in de raad van beheer en ik had hem ook gevraagd om voorzitter te worden van De Roma. Guy Dockx had destijds een afbraakbedrijf en hij was van Borgerhout. Dus de voeling met De Roma was er en hij vond dat fantastisch. Hij had via zijn afbraakbedrijf ook contacten met firma’s die “opbouwden”. Samen met zijn knowhow en de 1200 mensen die op bezoek waren geweest probeerden we een nieuwe start te nemen voor De Roma. VIB: Was het van toen al duidelijk dat dit een succesverhaal zou worden? Die opendeurdag in december straalde een verschrikkelijke tristesse uit: het sneeuwde binnen, er lag ijs op de grond, we hadden het wat “gezellig” proberen maken met kaarsen omdat er geen elektriciteit was…etc. Die opendeurdag had bij veel mensen een grote indruk achtergelaten en de kranten hadden er ook over geschreven. We hebben toen zelfs het nieuws gehaald. Na die open”puin”dag hadden we 120 vrijwilligers kunnen werven. Zij wilden zich engageren om De Roma mee te helpen renoveren. Wij zijn er toen aan begonnen met geen enkel vooruitzicht over financiële steun. Maar ik was er heilig van overtuigd dat als je zo’n kankerplek kunt wegnemen in de stad ook de frustratie en ontevredenheid bij veel buurtbewoners zou verdwijnen. Je mag niet vergeten dat in die periode het Vlaams Belang hier toen wel 34% van de stemmen had. Vooral van Vlaamse kankeraars die nooit iets goed vonden. Wanneer je een plek in de stad hogerop kunt tillen en een positieve draai kan geven dan
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 10
22/01/2012 10:20:32
INTERVIEW scherpt dat de fierheid van de mensen in de buurt aan. Als je wijk alleen maar in het nieuws komt omdat er weer een overval is gepleegd etc. dan moet er wat tegengewicht gegeven worden. VIB: Ik kan me voorstellen dat zo’n project handen vol geld moet kosten. Hoe zijn jullie dan eigenlijk van start gegaan? Waar hebben jullie de middelen gevonden? Ik had daar toen zo wat ideeën over en wist wat ik er wilde van maken. We hadden geen geld. Ik had zélf wel wat geld, wat ik dan ook voor De Roma gebruikt heb. Het was geld dat ik gedurende de jaren vergaard had via de vzw constructies. Ik mocht mezelf dat geld niet uitkeren en had dat opzij gezet om voor “iets” te gebruiken. Ik lanceerde daar ook jonge theatergroepen mee. Ik heb altijd wel gedacht, toen we ermee waren begonnen, dat de stad Antwerpen wel zeer snel zou volgen om een probleem in een wijk op te lossen. De grootste desillusie in mijn leven is dat dát tot de dag van vandaag nog steeds niet gelukt is. Eric Anthonis, heeft in zijn afscheidsinterview als schepen van cultuur gezegd, dat hij één belangrijke fout had gemaakt in zijn politieke carrière. En dat is het verkeerd inschatten van het project van De Roma. Hij zei me dat hij er van overtuigd was dat ik binnen de kortste keren subsidies zou gebruiken om de vrijwilligers te betalen. Ik heb gezegd dat ik wel wist hoe de dingen in elkaar zitten en dat vrijwilligers nooit zouden betaald worden. Enfin, hij bleef voet bij stuk houden en we kregen geen geld. Hij ging ervan uit dat mijn project wel zou lukken zonder subsidies. Toen begon de lijdensweg. We werden wel door privémensen gesteund. Nu nog trouwens. Jaarlijks komt er ongeveer honderdduizend euro binnen via privémensen en firma’s. We werken hier zeer hard aan om dat geld binnen te krijgen. Die renovatie is ook gebeurd dankzij de relaties via Guy Dockx. Er zijn heel wat firma’s die van alles hebben geïnstalleerd voor weinig of geen geld. Dan zijn er drie jaar gekomen dat we in de winterperiode, van oktober tot april, aan de renovatie werkten. En wanneer het iets warmer werd deden we open voor het publiek. We moesten toen toch nog verwarmen met van die grote elektrische bla-
zers. Er stond toen ook een generator waarvoor we de benzine gratis kregen van een kennis die een mazoutbedrijf had… Dus al die jaren hebben we proberen overleven. Af en toe sijpelde er eens wat geld binnen. Zo kwam bijvoorbeeld, naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen, Yves Leterme op bezoek. In zijn kielzog had hij een horde cameramensen en dan haalde hij ineens een cheque van zestigduizend euro boven. Zo hebben we ook eens honderduizend euro gekregen van Patrick Janssens en idem dito van minister Van Grembergen, die het gebouw had laten klasseren. Met dat geld hebben we de vloerverwarming laten leggen. Dan hebben we ook de FoCI-gelden (Fonds Culturele Infrastructuur) ontdekt bij de Vlaamse overheid. Dat was onder minister van cultuur Bert Anciaux. Daar hebben we toen 360 000 euro van gekregen waar we heel de toneeltoren hebben kunnen van renoveren. De projectleider van De Roma, Robert Kaerts, kon nog al goed overweg met reglementen en paperassen. En hij heeft er toen voor gezorgd dat wij ook nog eens 460 000 euro konden krijgen van de Europese Ontwikkelingsfondsen. Hiervoor hebben we wat lobbywerk moeten leveren omdat De Roma net buiten de grens viel van het “probleemgebied Antwerpen Noord” en dus niet in aanmerking kwam. Ze hebben dan speciaal voor ons de grens met een bochtje verlegd. Met die gelden hebben we De Roma gebruiksklaar kunnen maken zodanig dat we heel het jaar door konden open blijven. Dus er werd verwarming gelegd, geïsoleerd…etc. Al dat werk werd gepresteerd door de vrijwilligers én vakscholen. In plaats van een muur te bezetten in de school om die daarna terug af te kappen, kwamen die leerlingen hier muren bezetten. Zo werkten we ook met een school die stoelen restaureerde. Door een advertentie te plaatsten had ik honderd originele Roma-stoelen kunnen terugkopen. Heel het balkon stond toen terug vol. Dan hebben we toch wat geld gekregen van de stad Antwerpen. Na het vertrek van Eric Anthonis kwam er meer geld omdat de nieuwe schepen van cultuur, Philippe Heylen, andere accenten legde. Hij heeft ons direct beter gesubsidieerd. Toch bleven we maar een habbekrats krijgen in vergelijking met anderen. Ik zou eerlijk gezegd ook niet zo
veel als die anderen willen krijgen, want té veel geld maakt lui. Maar te weinig geld is ook onrechtvaardig. Het was een zwaar project, maar we hebben het gehaald, ondanks het feit dat ik er zelf heel slecht aan toe ben geweest. Ik ben altijd komen werken maar heb antidepressiva moeten nemen. Op een bepaald moment wist ik het allemaal niet meer. De manier waarop we het gehaald hebben is eigenlijk niet des mensen. Er zijn vriendschappen op kapot gelopen. Het ging er hard aan toe, ook voor een deel om dat ik zelf hard ben. VIB: Wanneer het Roma-project zo wat op de rails stond, kregen jullie het dan niet wat makkelijker qua subsidies en financiering? De waardering begon toch te komen? Toen De Roma uiteindelijk heel de tijd open was, heeft dat natuurlijk ook het voordeel dat er altijd geld binnen komt. Ondanks het feit dat we alles zelf doen hebben we toch een schuldenlast opgebouwd gedurende die negen jaar van 240 000 euro. Ik vind dit geen schande als je zo weinig geld hebt gekregen van de overheid. Die schuldenlast geraak ik nu wel niet kwijt, maar dat is nog een ander verhaal. We draaiden De Roma met weinig subsidies per jaar, we hadden voor het district de Turnhoutsebaan opgewaardeerd, we hadden de culturele behoefte van de buurt ingevuld…etc. Er klopte iets niet, het was niet eerlijk verdeeld. We hebben toen gigantisch gebotst met Bert Anciaux op Terzake toen hij als minister van cultuur 60.000 euro gaf aan Kate Ryan voor de promotie van haar songfestivalliedje. We waren toen in de winter nog dicht en ik was samen met nog iemand balken aan het versleuren in De Roma toen de ploeg van Terzake binnen kwam om mij te interviewen. Ze maakten een stukje over de minister van cultuur en de invulling van de subsidiegelden. Ik heb toen mijn gedacht gezegd… die mensen hadden mij daar ook zien sleuren en werken. ’s Avonds heb ik wel een razende telefoon gekregen van Bert Anciaux. Hij vond dat ik hem een mes in de rug had gestoken. Hij die voor die FoCI-gelden had gezorgd. Ik bleef vinden dat het structureel allemaal te weinig was. We hebben het later wel bijgelegd, ondanks dat ik had gezegd dat hij zijn geld kon
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 11
11
22/01/2012 10:20:32
INTERVIEW steken waar hij het wilde, maar dat ik niet van plan was mijn mond te houden. Het bleef onrechtvaardig. We zijn altijd op dezelfde nagel blijven kloppen en in 2007 is er dan uiteindelijk een mini-convenant getekend tussen de stad Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap. Hierin staat dat De Roma een onderdeel werd van de culturele centra van Antwerpen, maar wel met een soort van privé-statuut. Eén van mijn voorwaarden was dat ik geen politiekers in het kader van het cultuurpact in mijn raad van beheer wou. Want dat zou willen zeggen dat ik met mensen van het Vlaams Belang rond de tafel zou zitten en dat wil ik in geen enkel geval! Het Toneelhuis doet dat bijvoorbeeld wel. Als het Vlaams Belang de Bourlaschouwburg wil afhuren voor een van zijn bijeenkomsten, dan hebben die niets te protocollen. Toch is dat convenant afgesloten onder onze voorwaarden. Dat was niet eenvoudig want als je sommige dingen onder je eigen voorwaarden wil en dan ook nog eens geld wil van de overheid…wel dat gaat gewoon niet goed samen! Men bood ons toen 600 000 euro per jaar aan. Ik had toen moeten zeggen dat het nog te weinig was. Ondertussen is De Roma nog meer geëxplodeerd.. In 2007 hadden we 80 000 toeschouwers en nu zitten we aan 140 000 toeschouwers per jaar. We organiseren 380 activiteiten per jaar, we hebben 360 vrijwilligers en 18 betaalde medewerkers. In de Vooruit werken er 82 betaalde medewerkers, in de AB in Brussel werken er 46, in de Warande in Turnhout werken er 92… en dan zeggen ze tegen mij “Ja maar Paul, gij werkt wel met 360 vrijwilligers!”. Luister, ik wil niet gestraft worden omdat het spel hier gedragen wordt door zoveel vrijwilligers! Ik wil er net voor beloond worden! We bereiken alle sociale klassen, een eigenaardige goed functionerende bende uit alle lagen van de bevolking… We werken met mensen die dikwijls eenzaam zijn, die uit de psychiatrie komen, mensen uit de vierde wereld die in contact komen met mensen die gestudeerd hebben. Wij geven die mensen de mogelijkheden om cultuur te beleven terwijl ze dit anders nooit zouden hebben kunnen meemaken. Het “gevecht” is nog steeds bezig met de stad. De hogere cultuur, en dit met alle respect voor De Singel en Het Toneelhuis, krijgt altijd meer
1
geld terwijl wij structureel stiefmoederlijk behandeld blijven. De reden is omdat wij een privé-initiatief zijn en omdat wij anders functioneren. Die 360 vrijwilligers beschouwen De Roma als hún schouwburg. Ik vind dat je dat moet belonen en vraag daarom wat meer rechtvaardigheid binnen de verdeling van de gelden. Als de centen niet komen dan gaan we over kop, maar zomaar stoppen gaat ook niet. Als we staken en de boel dicht doen, dan zijn alleen maar de gewone mensen en de 360 vrijwilligers het slachtoffer. We hebben eigenlijk zeer weinig actiemiddelen. Maar opgeven is niet mijn stijl. Als De Roma in de zomer een paar weken sluit wegens jaarlijks verlof, dan zijn er vrijwilligers bij die verontwaardigd zijn, want wat moeten ze doen gedurende 5 weken? Het klinkt nu af en toe wat negatief omdat het vooral over geld gaat. Maar voor alle duidelijkheid, al de rest, marcheert geweldig goed! VIB: In deze buurt is een grote allochtone gemeenschap. Bereiken jullie deze mensen? Op het vlak van de allochtone gemeenschap zouden we wel veel beter moeten kunnen… maar dat geldt ook voor veel andere plekken in de stad. Toch bereiken we wel wat allochtonen, gisteren was het bijvoorbeeld kinderrommelmarkt. Daar hebben we goed gescoord. Wij zijn vooral gefixeerd op de Marokkaanse gemeenschap, maar er komen hier ook zeer veel Portugezen, Spanjaarden, Italianen, mensen uit Afrika. Er komen té weinig Marokkanen, maar wel héél veel mensen uit de vierde wereld. Mijn medewerkers werken hier heel intensief op, we doen enorm ons best om zo veel mogelijk andere gemeenschappen te betrekken. Het resultaat is in verhouding jammer genoeg te mager. Maar daar heeft iedereen last van, dat is een moeilijke oefening…wie hier de oplossing voor heeft mag zich hier direct aanbieden. Zelfs op hoger niveau is en blijft dit moeilijk. Onze vorige minister van cultuur, Bert Anciaux, vond ik een zéér goeie minister ondanks dat ik wel wat opmerkingen over hem had. De huidige minister van cultuur is onzichtbaar… en dan druk ik me nog beleefd uit. Op dat vlak ben ik al beleefder geworden (lacht)! Bert Anciaux stónd voor iets en lokte de discussie uit. Soms zelfs té veel. Die was gespecialiseerd in het gooien van de knup-
pel in het gesubsidieerde hoenderhok… Zijn dwang over participatie was iets te dwingend. Wij zijn een organisatie die écht heel goed ons best doet om héél veel mensen te bereiken. Er is hier een heel groot aantal mensen waarvan hun prioriteit niet de culturele beleving is. Hun prioriteit is overleven, zorgen dat de kinderen eten hebben, zorgen dat ze niet mislopen, zorgen dat ze naar school gaan…etc. Dáár zijn heel veel mensen in deze stad mee bezig. Wij zijn eigenlijk met een luxe ding bezig. Er is geen enkele stad in de wereld waar er zo veel moeite wordt gedaan om zo veel mogelijk mensen te betrekken, om de stad op een hoger niveau te krijgen. Ik moet toegeven dat ik op dat vlak grote fan ben van Patrick Janssens. Hij heeft de afgelopen jaren wel wat gerealiseerd hieromtrent. Ik zeg niet dat het allemaal perfect is want soms is het te veel een centrum beleid. Maar langs de andere kant, doe het maar eens in zo’n grote stad als deze! Het is gemakkelijk om altijd een uiterst links standpunt te hebben…maar er is ook nog zo iets als de realiteit. Wij vinden van ons zelf dat wij een partner zijn in de stad om dit probleem een andere invulling te geven. Het is ook niet voor niets dat bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen het Vlaams Belang hier in Borgerhout écht achteruit is gegaan. Toen was er nog geen sprake van de N-VA. We durven te denken dat wij daar iets mee te maken hebben. Er komen hier heel veel jonge gezinnen wonen. Als er ergens een goede culturele invulling is, dan trekt dat mensen aan. Dat is hetzelfde als de hype die er geweest is in de jaren zeventig rond Boechout. Die is gecreëerd door de Sfinks. Het is ook wetenschappelijk bewezen dat in de steden waar er een goede culturele infrastructuur is, de maatschappij ook veel zachter is. VIB: Wat zijn je wensen voor de toekomst met De Roma? Een beetje meer geld. Geen lekkende daken en veel tijd en inspiratie om de échte volksschouwburg van het stad te worden. VIB: Bedankt voor dit boeiend gesprek en verder nog veel succes met alles wat jullie nog in petto hebben voor De Roma! Peggy Devis
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 12
22/01/2012 10:20:33
ARMOEDE
Hoe werk je armoede bij gepensioneerden weg? of mensen ook langer willen en kunnen werken.
Terwijl de media ons doorlopend overspoelen met berichten over pensioenen die niet meer betaalbaar zijn, is het niet slecht om er alvast nog eens aan te herinneren dat er ook steeds meer pensioenen zijn die niet meer leefbaar zijn. In Vlaanderen alleen al spreken we over niet minder dan – zegge en schrijve – 213.000 gepensioneerden die over een inkomen beschikken waarmee ze doorlopend balanceren op de grens van de armoede. Bijna een kwart miljoen mensen moet bij elke euro twee keer goed nadenken over de vraag of je die wel kan uitgeven. Een minister van pensioenen die zeer kwiek van start gaat zou de indruk kunnen wekken dat dit probleem in een handomdraai op te lossen is. Maar zo simpel is het niet. Zorgen dat iedereen – dus straks ook onze kleinkinderen – verzekerd zijn van een leefbaar pensioen, begint … op de schoolbanken. Wie de schoolbanken verlaat moet voldoende gewapend zijn om een passende job te vinden. Achterblijvers moeten dus extra aandacht krijgen, want iedereen die ‘kansloos’ aan zijn carrière moet beginnen zal niet alleen zelf zwakke pensioenrechten opbouwen maar zal tot zijn 65 jaar ook veel minder kunnen helpen bijdragen aan de pensioenen van wie al gepensioneerd is. Onze kwieke minister is ook een groot voorstander van het feit dat mensen langer ‘moeten’ werken. Het zou goed zijn mocht hij zich evenveel bekommeren om het feit
We kennen allemaal 65-plussers die voor geen geld van de wereld willen stoppen met waar ze mee bezig zijn: van Louis Tobback over Toots Tielemans tot Leonard en Jeanine Bisschops. Maar mensen die heel hun leven door weer en wind in de bouw actief waren of in drieploegenstelsels werkten zijn meestal wel ‘verzadigd’ van werk lang voor ze 65 worden. Ook mensen met verstarrend werk, zonder afwisseling, zijn er niet zo happig op om dat nog veel langer te blijven doen. Langer werken is maar mogelijk als we het hebben over werkbaar werk. Daarmee bedoelen we dan werk dat boeiend is, werk dat combineerbaar is met je privéleven, werk waar de hoeveelheid stress binnen de perken blijft. En vooral ook: werk dat rekening houdt met de fysiek van de mensen. Zo min als we ons kunnen inbeelden dat je van beroep voetballer bent tot je 65, zo min kunnen we ons dat ook inbeelden voor andere fysiek zware beroepen. Wat we vooral niet mogen vergeten: langer werken begint bij de werkgever die geen vijftigers afdankt. Ook hier zijn een paar kwieke maatregelen nodig. Wat denk je van het Nederlandse systeem, waar een werkgever zich voor de rechtbank moet verantwoorden als hij een oudere werknemer ontslaat? Als we langer werken mogelijk willen maken, dan zullen de bedrijven in elk geval iets creatiever moeten worden dan tot vandaag het geval is. Meestal komen ze niet veel verder dan wat sleutelen aan de arbeidsduur, maar er is meer nodig. Als je oudere mensen aan de slag wil houden dan moet je gebruik maken van hun capaciteiten: hun bagage aan kennis en ervaring, hun sociaal netwerk dat ze uitbouwden, … En je moet voorkomen dat ze vastroesten door hen doorlopend de kans te geven om zich bij te scholen. Een heel ander hoofdstuk om armoede bij gepensioneerden weg te werken bestaat erin om de uitgaven
van gepensioneerden naar omlaag te halen. Zo denken wij bijvoorbeeld aan een betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. Daarover alleen al kunnen we een VIB volledig vol schrijven, maar laten we ons beperken tot één héél duur iets: de hospitalisatieverzekering. Eigenlijk kunnen we het zo stellen: wat mensen voor hun pensioen jaarlijks opzij leggen voor hun derde pensioenpijler, dat moeten ze na hun pensionering opzij leggen voor hun hospitalisatieverzekering. Alleen is hun inkomen dan duidelijk kleiner. En al degene die voor hun pensioen niet in staat waren om geld opzij te leggen voor dat pensioensparen, die zullen na hun pensionering ook niet in de mogelijkheid zijn om een hospitalisatieverzekering te betalen. We pleiten er dan ook voor om het bedrag van die verzekering te “solidariseren”: dat betekent dan dat je op elke leeftijd even veel betaalt. Ook huisvesting is een zware uitgavenpost voor 1 op 4 gepensioneerden die niet in een eigen woning wonen. Hier kan sociale huisvesting een oplossing zijn: de prijzen liggen er gemiddeld 150 euro per maand lager dan op de privémarkt. Er zijn natuurlijk niet genoeg sociale woningen. Ook als we ze in sneltempo bouwen, dan zijn er enkele decennia nodig om er voldoende te hebben. Maar dat valt te overbruggen met een huursubsidie die groot genoeg is om het verschil tussen privé en sociale huisvesting te overbruggen. “En wie moet dat allemaal betalen?” zou de kwieke vraag van onze pensioenminister zijn, wanneer hij deze tekst leest. Met ons antwoord kunnen we eveneens een volledige VIB vol schrijven. Wie op de juiste plaatsen zoekt vindt meer dan geld genoeg om de onbetaalbare pensioenen toch betaalbaar te houden. Laten we ons beperken tot één elementje: Dirk Van Der Maelen berekende dat de fiscale fraude in België oploopt tot 30 miljard… daarmee kan je al redelijk wat armoede bij gepensioneerden wegwerken ! Hervé Devos
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 13
1
22/01/2012 10:20:33
PERSBERICHT
Brussel, 16 december 2011
Persbericht
ABVV Senioren voor het behoud van het gratis openbaar vervoer Het bestuur van De Lijn heeft een werkdocument klaar waarin voorgesteld wordt het gratis abonnement voor gepensioneerden af te schaffen als een van de middelen om haar tekorten weg te werken. De ABVV Senioren zijn niet te spreken over dit voorstel. Met dit voorstel gaat De Lijn nog een stap verder dan de N-VA, die eerder dit jaar al het voorstel lanceerde om het gratis vervoer voor 9 uur af te schaffen. ABVV Senioren betreuren dit voorstel ten zeerste om volgende redenen: 1. Het gratis busvervoer moet gezien worden vanuit het gegeven dat onze pensioenen tot de laagste in Europa behoren. Van daaruit is het belangrijk dat aanvullende regelingen ervoor zorgen dat mensen meer kunnen doen met een klein pensioen. Een regeling waarbij ouderen gratis met de bus kunnen rijden behoort daar bij: zonder dat het de overheid op kosten jaagt, kunnen de gepensioneerden meer doen met hun veel te lage pensioen. 2. Dergelijke regeling is tegengesteld aan het Vlaams regeerakkoord dat stelt “dat de tarieven voor De Lijn niet zullen stijgen buiten de jaarlijkse indexering”. Meer nog: deze maatregel sluit ook niet aan bij het Vlaamse zorgbeleid voor ouderen: enerzijds wil men de sociale bescherming verhogen door maatregelen te nemen via de zorgverzekering en de maximumfactuur in de thuiszorg, maar anderzijds wordt het snoeien in de mobiliteitskansen van diezelfde ouderen ingezet. 3. Door te starten met de opbouw van een financiële drempel creëert men ook ongewilde neveneffecten: Zo spelen bus en tram een belangrijke rol in het bieden van kansen op sociale integratie en het tegengaan van vereenzaming bij senioren. Een goed uitgebouwd openbaar vervoer kan het isolement waarin minder-mobiele senioren zich bevinden doorbreken. Bovendien maakt het openbaar vervoer ouderen minder afhankelijk van derden. De ABVV-Senioren dringen er dan ook op aan dat ‘De Lijn’ haar huiswerk opnieuw maakt, zodat de bestaande regelgeving voor senioren niet gewijzigd moet worden. Contactpersoon: Hervé Devos, 02/289 01 30 - 0496/97 57 89 - hdevos@vlaams.abvv.be
Bezoek achter de schermen van DE ROMA Een gids leidt u rond in de schouwburg, voor en achter de coulissen. Dit met de nodige verhalen rond de geschiedenis van het gebouw en de showbizzlegendes die er ooit te gast waren… Wanneer? maandag 5 maart 2012 om 10u00 Waar? Hoofdingang van De Roma, Turnhoutsebaan 286, 2140 Borgerhout. Prijs: € 2/pp - één drankje inbegrepen. Info en inschrijvingen: Adviespunt Ommeganckstraat 35 (1e verdieping), 2018 Antwerpen - T: 03 220.66.13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan enkel met Bancontact of via overschrijving op rekeningnummer BE20 132-5201931-56
1
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 14
22/01/2012 10:20:33
ONGEWONE MENSEN
JEF DE PAEPE In onze beweging kom je dagelijks in contact met allerlei mensen. Gewone mensen die er nu en dan bovenuit steken. Figuren die in hun dagelijkse doen en laten iets betekenen voor ons. Nu en dan wil je deze personen wel eens leren kennen, hun inzet, gedrevenheid en achtergrond. Daarom deze gesprekken met (on)gewone mensen. We ontmoeten Jef De Paepe, een schipperszoon en vandaag de dag actief lid van het ABVV seniorenbestuur en De Natuurvrienden. VIB: Er is een verhaal verschenen over jou in het boek “Antwerpen Innoveert”. Hier vertel je over je jeugd als kind van een binnenschipper en je verblijf op het Zuid. Bij ons ben je vooral bekend als een ijverige vakbondsmilitant, die zich vandaag vooral inzet bij de ABVV seniorenwerking in Antwerpen. Hoe ging het er in je jeugd aan toe? JEF: Thuis hadden we het voor de oorlog zeker niet zo slecht. Mijn vader verdiende als schipper niet zo slecht. Dit vertel ik ook in het boek. Tot mijn 10de heb ik steeds op de boot geleefd. We deden vele steden aan zoals Brussel, Gent enz. Eens aan wal was dit een plezier voor mij. Ik ging spelen met leeftijdgenootjes van alle standen, steden en nationaliteiten. Tijdens de oorlogsjaren is mijn vader zijn boot kwijt geraakt en moest toen gaan werken aan de wal. Toen ging het wat minder bij ons thuis. Ik herinner me wel dat we moesten smokkelen om een beetje aan eten te geraken. VIB: Hoe zat dat met de school? Jef: mijn ouders wilden me eerst naar een internaat sturen. Mijn vader zag me graag. Ik weet dat mijn ouders zeer sociaal ingesteld waren. Mijn moeder was socialist. We zijn aan de wal gaan wonen en ik werd dan naar een gemeenteschool gestuurd. Mijn vader vaarde toen in Nederland om sleepboten te bunkeren. Hij probeerde wel elk weekend thuis te zijn. VIB: Hoe is jou loopbaan begonnen? Jef: Ik ben als leerjongen begonnen in een schrijnwerkerij. In 1948 ben ik lid geworden van de AC, dat heet-
te toen nog de “Centrale van Hout, Bouw en gemengde vakken”. Later ben ik dan in de “petrol” verzeild. Daar werden wij door omstandigheden na drie jaar onrechtmatig afgedankt. Dankzij vakbonds-onderhandelingen werden we terug aangeworven en kregen we zelfs een soort werkzekerheid. Toen ben ik me erg gaan interesseren in vakbondswerk. Een organisatie die opkwam voor de werkmens, dat zag ik wel zitten... In 1969 ben ik dan overgeplaatst naar BP (Britisch Petrol). VIB: Ben je toen echt gestart met je vakbondswerk ? Jef: Ja. Eerst was ik plaatsvervanger, zowel in de Ondernemingsraad, als in het comité voor Veiligheid & Gezondheid. Ik wou vooral iets terug doen naar de vakbond toe. Ze hadden er tenslotte toch voor gezorgd dat we ons werk konden behouden na die golf van afdankingen. Maar ook uit sociale bewogenheid naar mijn mede arbeiders toe. Die mannen waren altijd heel solidair. Om mijn taak als werknemersafgevaardigde beter te kunnen doen, ben ik ook sociale vorming gaan volgen bij de Algemene Centrale van het ABVV in de Van Arteveldestraat. VIB: Dan ben je echt actief begonnen in de Vakbond. We maken even een sprong in de tijd. Je gaat dan in pensioen. Gedaan met het vakbondswerk ? Jef: Neen! in 1985 was de seniorenwerking van het ABVV Antwerpen van start gegaan. Toen ik in 1986 gepensioneerd werd heeft onze voormalige secretaris, Marcel Schoeters, me gevraagd om toe te treden tot deze vrijwilligerswerking.
VIB: Was dit voor jou een keerpunt in je leven ? Jef: In feite niet. Ik was nog actief in de propagandakring van de Socialistische Partij Linkeroever. Ook in de Arbeidersvoetbalbond op LO “Antwerp Forist”. Die waren gevestigd op de sportterreinen van de BTB waar ik actief was als materiaalmeester. VIB: Linkeroever, de andere kant van de Schelde van Antwerpen, was dit toen een hechte gemeenschap? Jef : Eigenlijk was dit, zoals voormalig burgemeester Bob Cools dit uitdrukte, een “slaapstad”. VIB: Toch gebeurden daar veel activiteiten en werden er initiatieven genomen… Jef: Ja, onder andere werden de “De Natuurvrienden” opgericht. Door de aanwezigheid van de voorzitter van deze vereniging in het bestuur van de SP Lo, ben ik dan ook lid geworden van “De Natuurvrienden”. Ik ben nu ook al 16 jaar penningmeester van deze vereniging. VIB: Na wat ik gelezen heb en jij me verteld hebt, heb je een sociaalsyndicaal leven achter de rug. Jef: Ja. Ik heb steeds geprobeerd de stille kracht te zijn. Ik ben altijd zeer actief geweest op de achtergrond waarmee ik niet wil zeggen dat ik geen respect kon afdwingen. VIB: Bedankt Jef en nog een lang en actief leven voor Marietje en jezelf. Marcel Beerlandt
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 15
15
22/01/2012 10:20:34
ONGEWONE MENSEN
Zomer 1939 - Zomer 2011
Jef De Paepe (80) op Petroleum Zuid, nu Blue Gate Antwerp Het boek ‘Antwerpen innoveert’ vertelt over het verleden, het heden en de toekomst van Petroleum Zuid. Een van de vertellers in het boek is Jozef De Paepe. Hij bracht er zijn jeugd door als zoon van een binnenschipper en werkte er later als arbeider. Zijn levensverhaal en vooral zijn jeugdjaren zijn nauw verweven met deze plek. Mijn moeder nam deze foto, zij fotografeerde graag. Ze had een toestel dat je kon sparen met bonnetjes die je bij een pakje sigaretten kreeg. Het was zo’n simpel kodakske met één lens. Ik heb dat toestel later nog aan het fotomuseum geschonken. Het meisje naast mij op de foto is de dochter van de kruidenier op de Gentplaats. Mijn moeder ging daar altijd proviand halen voor onze boot, want wij waren meestal toch acht of veertien dagen onderweg. Wanneer ze zwaar geladen was, bracht de kruidenier de inkopen op een fiets met een grote rieten mand. Tijdens de schoolvakanties nam hij zijn dochter al eens mee naar hier. Toen mijn verhaal op televisie kwam, hebben ze nog geprobeerd om dat meisje te vinden, maar dat is niet gelukt. Het meisje was een beetje ouder dan ik. Dat zie je ook op de foto. Al ben ik altijd al een klein manneke geweest. Mijn groei heb ik pas bij het leger gehad. (lacht) Het zadel van mijn fiets kwam helemaal tot tegen de buis en omdat ik anders niet aan de pedalen kon, hadden ze er houten blokjes aan vastgemaakt. Op deze foto ben ik een jaar of zeven, acht. Mijn hele jeugd heb ik hier doorgebracht. In de zomer zat het hier altijd vol kinderen uit de buurt, maar ook Duitse, Nederlandse en Franse kinderen. Wij speelden altijd hier, tussen de boten. Als kleine aap reed ik overal met dat fietsje rond. Iedereen kende elkaar hier en ik werd graag gezien. Ik kwam zelfs op de fabriek. Daar stond zo’n groot ijzeren vat met een bekertje aan een ketting. Daar deden ze in de zomer water in en een soort bruin poeder. Ik dronk dat echt heel graag. Daar-
1
om probeerde ik daar ook altijd binnen te geraken. Maar op den duur gooide de directeur mij buiten!” HET BOEK In het verleden was Petroleum Zuid de grootste petroleumhaven van Europa. Dat rijke verleden wordt geëvoceerd aan de hand van getuigenissen. Auteur (en ex-journaliste) Janine Meijer ging met tal van mensen die er ooit werkten en/of leefden praten. Ze dook in archieven en stelde zo een beeld samen van hoe het leven en werken was op Petroleum Zuid. Het resultaat is een scala van feiten, maar ook van verhalen, herinneringen en anekdotes. Zo gaat het over de harde werkomstandigheden op Petroleum Zuid of over de vriendschapsbanden tussen de werknemers, maar ook over vrijende koppeltjes in de Polder en over oorlogsspionnen. In een tweede deel wordt de toekomst beschreven. Blue Gate Antwerp is een symbooldossier voor een innoverende stad die alles inzet op een groene en duurzame toekomst. “Onze ambitie is niet in het peloton zitten, maar om bij de eerste te horen,” schrijft Robert Voorhamme, schepen onderwijs, werk, economie en middenstand van stad Antwerpen en ook voorzitter van Blue Gate Antwerp nv, in het voorwoord op het boek. Stad Antwerpen en Vlaanderen hebben samen hoge ambities met dit terrein. Het moet een voorbeelddossier worden van ‘Vlaanderen in Actie’: Blue Gate Antwerp zal ruimte bieden voor zowel een innoverende logistiek, ecogerelateerde productie-activiteiten en idem dito onderzoek & ontwik-
FOTO: DIRK LUYTEN
keling. In een interview duidt Kris Peeters, Vlaams minister-president, die ambitie. Eco-effectiviteit wordt de rode draad doorheen het project. Wat dat betekent, wordt uitgelegd in een interview met Michael Braungart, de grondlegger van cradle to cradle en een van de goeroes van het nieuwe ecologische denken. Het boek biedt boeiende lectuur – met zowel diepmenselijke portretten als inspirerende hoofdstukken over de toekomst van Antwerpen en Vlaanderen – maar het bevat ook tal van prachtige foto’s, waarvan heel wat uit de oude doos van Petroleum Zuid. Die foto’s zijn vaak unieke documenten. Tekst: Elien Verschueren | Fotografie: Dries Luyten ı Met Dank aan redactie vanDe Nieuwe Antwerpenaar, magazine van de stad Antwerpen. Boek: ‘Antwerpen innoveert. Out: Petroleum Zuid. In: Blue Gate Antwerp’, ISBN 978-94-6161-027-0, 103 p., Uitgeverij Snoeck, 24€ Samenstelling: Marcel
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 16
22/01/2012 10:20:34
AKTIVITEITEN
Op zaterdag 11 februari houden de AC-Antwerpen/Waasland en BBTK-Antwerpen hun Opendeurdag. Dé gelegenheid voor nieuwe kandidaten om kennis te maken met hun secretaris en de medewerkers op “den Bond”. Je kunt er informatie- en propagandamateriaal meenemen om het te verspreiden op je bedrijf. Een professionele fotostudio zorgt voor een fijne foto zodat je je propaganda kunt personaliseren. In het Syndicaal Café kan je (en je partner) bij een pintje en/of een kom soep praten met delegees die al meer ervaring hebben en die je kunnen vertellen hoe zij destijds hun eerste (syndicale) stapjes zetten. Je kroost wordt professioneel opgevangen zodat je je daarover geen zorgen hoeft te maken. Zo heb je alle tijd en word je niet afgeleid van die vragen die je al lang wilde stellen. Wip gerust eens binnen tussen 11u en 18u. Wij maken tijd voor jou! See you op 11 februari.
Wenskaarten van fos Een gelukkig nieuw jaar, een goede gezondheid? Wens het iedereen toe, met de solidaire wenskaarten van fos! Een pakje van 4 wenskaarten met omslagen kost 5 euro (exclusief verzendingskosten). Zo steun je onze partners in het Zuiden! Ook grote bestellingen zijn welkom. Bestel vandaag nog via 02 552 03 00 of mail naar info@fos-socsol.be fos - socialistische solidariteit is de Noord-Zuidorganisatie van de socialistische beweging in Vlaanderen. Onze partners in het Zuiden zijn organisaties van mensen die strijden voor hun rechten, voor waardig werk en hun recht op gezondheid. Daarin steunen we hen, samen met onze socialistische achterban in Vlaanderen.
Want de sociale strijd, die is wereldwijd!
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 17
1
22/01/2012 10:20:36
MUZIEK VOOR RODE OORTJES
JOE HILL: THERE’S POWER IN A UNION Eerst en vooral, de beste wensen voor 2012 vanwege uw aller Rode Oortjes! 2012. Alweer een nieuw jaar, alweer een nieuw begin. En 2012 belooft een belangrijk jaar te worden. En dan denk ik nog niet meteen aan wat de Maya’s en Hollywood ons voorspellen. We zien wel of dat einde van de Wereld er komt als het zo ver is. Maar er is wel zekerheid over het feit dat er dit jaar Sociale Verkiezingen zullen zijn in België. Als de Maya Goden ons genadig zijn natuurlijk… Sociale verkiezingen zijn een drukke tijd voor onze ABVV militanten. Nog meer als anders gaan ze hun collega’s er van overtuigen dat er kracht zit in een vakbond. Dat hebben we onlangs nog kunnen zien toen er op 2 december van vorig jaar, 80.000 militanten op straat kwamen om te pleiten voor sociale oplossingen voor de crisis die we allen hoe langer hoe meer voelen. En inderdaad, eigenlijk is dat de strijd die onze voorvaderen ook al voerden. En omdat het tijd wordt voor een liedje, stel ik voor om deze keer één van die voorvaderen in de spotlight te zetten. Onlangs luisterde ik op een feestje met rode oortjes naar een verhaal dat een Zweedse vriendin me vertelde over ene Joe Hill. “Wie mag dat wel zijn?”, hoor ik u denken. Wel Joe Hill was een van de markantste figuren in de Amerikaanse vakbondsbeweging, begin vorige eeuw. Sta mij toe u zijn verhaal te vertellen. Joe werd in Gävle, Zweden geboren op 8 oktober 1879 als Joel Emmanuel Hägglund. Zoals zo vele anderen, emigreerde hij in 1902, na de dood van zijn vader en moeder, samen met zijn broer Paul naar de Verenigde Staten, op zoek naar werk en een beter leven. Ondanks de verhalen die men hem had verteld over dit beloofde land, leek werk vinden ook in Amerika een moeilijke opdracht. Zo reisde hij als verstekeling op goederentreinen van New York via Cleveland, Ohio om uiteindelijk te arriveren aan de Westkust, in California. Deze reis die ruim 7 jaar duurde werd een aaneenschakeling van jobs en
1
ontslagen. Als migrant arbeider zocht hij zijn weg in allerhande schaars betaalde stielen. In 1910 werkte hij als dokwerker in de haven van San Pedro, California. Het was daar dat hij zich aansloot bij de Industrial Workers of the World (IWW) ook de Wobblies genoemd. Het IWW was in die tijd een sterk groeiende arbeidersbeweging die op haar hoogtepunt 100.000 leden en 300.000 sympathisanten telde. Een van de actiepunten van het IWW was een werknemersvertegen woordiging in elk bedrijf, verkozen op een democratische manier. Kijk, daar heb je die sociale verkiezingen weer. Later dat zelfde jaar schreef hij een lezersbrief naar de IWW Newspaper, het krantje van de organisatie. Hiermee werd zijn schrijverstalent ontdekt en al gauw werd hij een belangrijk lid van het IWW. Zo schreef hij voor hen een hele reeks toespraken en satirische gedichten. Maar ook politieke liederen waarin hij het onrecht dat de arbeiders werd aangedaan aanklaagde en alle werklieden opriep om zich te verenigen in een vakbond. Deze protestsongs bestonden dikwijls uit teksten die hij dichtte op melodietjes die in die tijd erg populair waren. Een greep uit zijn oeuvre: “The Preacher and the Slave”, “The Tramp”, “The Rebel Girl”, “Casey Jones—the Union Scab” en “There is Power in a Union”, het lied waarmee we ons verhaal begonnen. Eigenlijk was Joe Hill een van de eerste grote namen in het Amerikaanse Folk- en protestsongs wereldje. De enige reden waarom we hem niet in een adem noemen met roemruchte namen zoals Woody Guthrie, Pete Seeger en Bob Dylan, is waarschijnlijk het feit dat Joe Hill op veel te jonge leeftijd, op een dramatische manier om het leven kwam. In 1914 vond Joe Hill werk in de Silver King Mine in Park City, Utah, niet ver van Salt Lake City. In die stad werden op 10 januari John G. Morrison, een slager en zijn zoon Arling, vermoord door twee mannen vermomd met rode bandanas. De politie dacht eerst aan een wraakactie omdat er geen
geld werd gestolen. De slager was ook politieman geweest en had daardoor tal van vijanden gemaakt tijdens deze woelige tijden. Diezelfde avond bezocht Joe Hill een plaatselijke dokter met een schotwonde in zijn arm. Hij vertelde de dokter dat hij de schotwonde opliep tijdens een dispuut met een liefdesrivaal, maar wou hierover verder niets kwijt. De dokter besloot toch om de politie in te lichten over dit incident. Als bekend vakbondsmilitant, vond de politie dit zeer verdacht. Toen ze tijdens een huiszoeking ook nog een rode IWW bandana vonden in Joe’s kamer, bleek dit genoeg bewijs te zijn voor de aanhouding op verdenking van moord. Wat volgde was een controversieel proces dat in die tijd op heel wat media aandacht kon rekenen. Er werd geen verband gevonden tussen Morrison en Hill. Er was dus ook geen motief. Ook werden er diezelfde avond vier mensen behandeld voor schotwonden in Salt Lake City. Buiten die wonde en een rode bandana werden er geen bewijzen gevonden dat Joe Hill iets met de dubbele moord te maken had. De publieke opinie schaarde zich dan ook achter de vakbondsman die zijn onschuld bleef volhouden. De zaak werd een media event. President Woodrow Wilson, de schrijfster Helen Keller en het Zweedse volk pleitten voor zijn vrijlating. Ook vakbonden van over de hele wereld volgden de zaak op de voet en klaagden het proces aan als oneerlijk en politiek gekleurd. Het mocht echter allemaal niet baten. Joe Hill werd veroordeeld tot de doodstraf. Zijn executie werd op 19 november 1915 voltrokken door een vuurpeloton. De legende vertelt ons dat Joe’s laatste woord was: Vuur! Hill werd in vakbondskringen vanaf die dag aanzien als een martelaar. En desondanks het feit dat dit alles bijna 100 jaar geleden plaats vond, is zijn verhaal nu nog razend actueel. In 2011, vorig jaar dus, werden er immers brieven ontdekt van ene Hilda Erickson. Zij bleek de vrouw te zijn waarover Joe Hill een dispuut had. Zijn liefdesrivaal en
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 18
22/01/2012 10:20:37
MUZIEK VOOR RODE OORTJES
There Is Power in a Union (1913) by Joe Hill Would you have freedom from wage slavery, Then join in the grand Industrial band; Would you from mis’ry and hunger be free, Then come! Do your share, like a man. Chorus: There is pow’r, there is pow’r In a band of workingmen. When they stand hand in hand, That’s a pow’r, that’s a pow’r That must rule in every land -One Industrial Union Grand.
vriend Otto Appelquist werd in deze brief ontmaskerd als de man die Hill die noodlottige avond in de arm had geschoten. Het motief was jaloezie omdat Joe’s kansen om het hart van Hilda te veroveren gunstiger bleken dan die van Otto. Gedurende het ganse proces bleef Joe Hill zwijgen over de ware toedracht van zijn schotwonde. Hij geloofde blijkbaar niet in “maten naaien” en koos er voor om zijn kameraad Appelquist buiten enige verdenking te stellen door zijn stilzwijgen. Tot slot van dit verhaal wil ik toch alle ABVV-FGTB militanten heel veel succes wensen in hun campagne naar de Sociale Verkiezingen toe. Zoals onze voorvaderen het al zongen: There Is Power In A Union! Wil je nog meer weten over Joe Hill, zijn proces en zijn liederen? http://www.joehill.org/
Would you have mansions of gold in the sky, And live in a shack, way in the back? Would you have wings up in heaven to fly, And starve here with rags on your back? If you’ve had “nuff” of “the blood of the lamb,” Then join in the grand Industrial band; If, for a change, you would have eggs and ham. Then come! Do your share, like a man. If you like sluggers to beat off your head, Then don’t organize, all unions despise, If you want nothing before you are dead, Shake hands with your boss and look wise. Come, all ye workers, from every land, Come join in the grand Industrial band. Then we our share of this earth shall demand. Come on! Do your share, like a man.
Brugge voor klein en groot Van 7 tot 77 jaar, iedereen is welkom op donderdag 23 februari 2012 in Brugge. Wij nemen grootouders en kleinkinderen een dagje bij de hand tijdens de krokusvakantie. Op het programma: Bezoek aan een verborgen museum met onze teletijdmachine. Gevolgd door een (vrije) lunch. Daarna een wandeling met oorlogsverhaal, geschikt voor grote en kleine oren, om te eindigen bij ... Wat, waar, wanneer? donderdag 23 februari 2012 afspraak om 10u30 op het stationsplein Deelnameprijs: 5 € voor volwassenen en 3 € voor kinderen (inclusief 1 museumticket en 1 ticket ‘De Lijn’) Inschrijven en betaling vooraf: Via: info@linxplus.be Contact: landelijk secretariaat Linx+ | Dorine Deloof | 02 289 01 81
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 19
1
22/01/2012 10:20:37
Een Antwerps samenwerkingsinitiatief van onderstaande organisaties :
Filmvertoning “Made in Dagenham” met aansluitend receptie Inleiding: Inga Verhaert Wanneer? woensdag 7 maart 2012 om 19u30 Waar? Auditorium, Bibliotheek Permeke, De Coninckplein, 2060 Antwerpen Prijs? € 2/pp In aanloop naar de Straffe Madammen Brunch, de Equal Pay Day én de sociale verkiezingen is deze film een must. De film “Made in Dagenham” is een voorbeeld van de loonstrijd die vrouwen gevoerd hebben en nu nog moeten voeren. Deze film vertelt het ware verhaal van de vrouwenstaking in de Fordfabriek van Dagenham, anno 1968. De directie van Ford maakte er sowieso al een gewoonte van om vrouwen minder te betalen dan mannen in de fabriek. Wanneer het management de dames ook nog eens degradeert tot “ongeschoolde arbeidsters” om hun loon nog lager te kunnen houden, komt het tot een treffen met de vakbond. De vrouwen leggen het werk stil tot ze gelijk loon krijgen. Na een tijdje ontaardt de staking in een uitputtingsstrijd tussen Ford, dat dagelijks handenvol geld verliest omdat de productie is stilgevallen, en de arbeidsters, die tijdens de vakbondsactie geen inkomen hebben en bijgevolg al snel zwarte sneeuw zien. Het debat vormt een cruciaal gegeven in het belang van gender en gelijke kansen bij de sociale verkiezingen. Info en inschrijvingen: Adviespunt Ommeganckstraat 35 (1e verdieping) 2018 Antwerpen - Tel.: 03/220.66.13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan enkel met Bancontact of via overschrijving op rekeningnummer BE20 132-5201931-56
0
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 20
22/01/2012 10:20:40
Berlijn anders Bekeken van 16 tot 20 mei 2012 Een intensief 5-daags bezoek per autobus. Zigzaggend door Oost- en West-Berlijn, door zijn indrukwekkende geschiedenis, langs historische monumenten en moderne architectuur. Botsend met Bertolt Brecht, Käthe Kollwitz, Entartete Kunst, Sans-souci-tuinen in Potsdam en Trabantjes. Wat? Per autobus doorkruisen we Berlijn, begeleid door een historica die de Muur zag bouwen en afbreken. Een greep uit een eivol programma: • de Muur (een ‘kunstwerk’ vol graffiti), • het Holocaustmonument, • de Reichstag, • het Käthe-Kollwitzmuseum, • het ‘Denkmal’ voor de Russische soldaten, • de begraafplaats van Bertolt Brecht en beroemde tijdgenoten, • een moment van stilte op de plek waar Rosa Luxemburg in de rivier werd gedumpt, • Unter Den Linden en Brandenburger Tor, • Checkpoint Charlie (en hoe het verMacDonaldiseerd werd), • vrije tijd in het Museum Insel met onder andere het Pergamon (facultatief) en het Museum voor Hedendaagse Kunst met Beuys, Warhol en Kiefer (facultatief). • En als uitsmijter een bezoek aan het kasteel van Potsdam met de schitterende tuinen. Voor details programma zie www.linxplus.be Wanneer en deelnameprijs? woensdag 16 tot zondag 20 mei 2012 Prijs: €395 (kamer & ontbijt) Meer info: www.linxplus.be | info@linxplus.be landelijk secretariaat Linx+ | Dorine Deloof | 02 289 01 81
Brussel Anders Bekeken vrijdag 24 februari 2012 We starten aan het Centraal Station voor een stadswandeling langs onbekende hoeken en histories van Brussel, geschikt voor jong en oud. Dagindeling: Afspraak om 9.30u in het Centraal Station voor een mooie wandeling langs onbekende hoeken en histories van Brussel, geschikt voor jong en oud. Kuierend door geschiedenis en straten, zeilend over de gedempte Zenne, botsend op Breughel en andere schilderachtige vedetten. Met een (koffie)pauze tussendoor. De geleide wandeling eindigt rond 13u in de nabijheid van een sociaal restaurant waar het (h)eerlijk eten is. Lunchen is mogelijk aan een democratische prijs! In de namiddag heeft men de mogelijkheid een verrassend museum te bezoeken, gekoppeld aan een zoektocht met vragen & prijzen. We eindigen terug in de buurt van het Centraal Station. Waar & wanneer? vrijdag 24 februari 2012 (tijdens de schoolvakantie) Start: 9.30u centraal station Brussel Deelnameprijs Deelnameprijs is €5 (transport, drank en eten niet inbegrepen) Inschrijven en betaling vooraf: Via: info@linxplus.be Contact: landelijk secretariaat Linx+ | Dorine Deloof | 02 289 01 81
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 21
1
22/01/2012 10:20:41
BOEKBESPREKING
Art Spiegelman sluit af: METAMAUS In 1986 verscheen ‘Maus, mijn vader bloedt geschiedenis’. Daarin vertelt Art Spiegelman het verhaal van zijn vader, een Poolse jood, die de gruwelen van de Holocaust doorstaan heeft. En hoe de oorlogstrauma’s blijven nazinderen in hun moeilijke relatie. Vijf jaar later kwam het tweede deel: ‘En hier begon mijn ellende pas’. Spiegelman kreeg voor het tweedelig boek in ’92 een Pulitzer. Het was de enige keer dat de prestigieuze Amerikaanse prijs voor schrijvers en journalisten ging naar een stripauteur. Want dat is ‘Maus’: een strip, een ‘graphic novel’ nog voor die term in zwang geraakte. Een kwart eeuw na publicatie van het eerste deel, sluit Spiegelman af met ‘MetaMaus’. Geen strip deze keer, maar een collage van teksten, foto’s, afbeeldingen, tekeningen en geluidsfragmenten (op bijhorende DVD), die inzicht biedt in het tot stand komen van ‘Maus’ en antwoord geeft op de meest voorkomende vragen die het werk altijd maar weer oproept. In de Mausstrips gaat de tekenaar Art achter het onvertelde en onverwerkte oorlogsverhaal van zijn vader Vladek aan. Hij interviewt hem over de verschrikkingen van de jodenvervolging en probeert uit de moeizaam verkregen brokstukken een gestructureerde ‘vertelling van een overlevende’ te maken. In de strip lopen twee verhaallijnen door elkaar. Er is Vladeks aangrijpende geschiedenis van een onophoudelijke overlevingsstrijd. En er is het verhaal van de verstoorde relatie als gevolg van de oorlogstrauma’s en een generatiekloof tussen de zoon, een New Yorkse kunstenaar geboren in 1948, en de vaak onhebbelijke vader, overlever van de vernietigingskampen. Hoewel een heel persoonlijk en op feiten gebaseerd verhaal, maakt de vorm waarin Spiegelman het neerzette, dat er afstand genomen wordt van de realiteit zonder dat de oorlogsgruwel ook maar verdoezeld wordt. In de strip worden de Poolse joden voorgesteld als vermenselijkte muizen, de nazi’s als lugubere katten en de al dan niet collaborerende Polen als varkens. Het thema, de inhoud, de vorm, de taal maakten dat Maus vandaag alge-
meen beschouwd wordt als één van de hoogtepunten van de moderne Amerikaanse literatuur. Al blijven de kenners redetwisten of dit dan in de categorie fictie of non-fictie moet zijn. Voor een stripverhaal is dit een unieke status. Waarom dit literaire monument na 25 jaar met ‘MetaMaus’ een allesomvattende handleiding moest krijgen verklaarde Spiegelman al vooraf in een interview uit 2008 met www. nymag.com. Het gaf hem eindelijk de kans om eens die acht boekenplanken op te ruimen met daarop de archieven, bronnen en documentatie die hij bij het schrijven van zijn epos gebruikt had. In het getekende voorwoord van ‘MetaMaus’ klinkt het ernstiger. De impact van ‘Maus’ en de erkenning die hem als auteur te beurt viel en valt, is veel groter dan hij ooit verwacht en voorzien had. Waardoor het boek hem lijkt te overschaduwen, zoals ooit de figuur van zijn vader dat deed. Want na 25 jaar stellen journalisten en studenten hem nog steeds dezelfde drie vragen: waarom een strip? Waarom muizen? Waarom de Holocaust? Met ‘MetaMaus’ wil hij proberen om zo volledig mogelijk te antwoorden op deze vragen. Om dan, misschien, ooit in de toekomst verdere vragen te kunnen afwimpelen en wie weet zijn muizenmasker te kunnen afzetten.
geeft de lezers een tot in de kleinste details uitgewerkte toelichting bij ‘Maus’. Een toelichting en achtergrond waar anders verschillende professoren literatuur een hele carrière zouden aan kunnen hebben opgehangen. Maar wel omdat Spiegelman met ‘MetaMaus’ opnieuw de grenzen van een genre verlegt, zoals hij dat 25 jaar geleden al eens met het beeldverhaal deed. Waardoor wellicht nog meer dan vóór ‘MetaMaus, zijn naam voor altijd met ‘Maus’ verbonden zal blijven. De rode draad in ‘MetaMaus’ is een reeks diepgravende interviews met Spiegelman over de Holocaust, de strip en de keuze van muizen als verafbeelding van de vervolgde joden. Deze gesprekken zijn meeslepend omdat de auteur een heel persoonlijke en intimistische kijk geeft op zichzelf en zijn familie(geschiedenis). Deze interviews, afgenomen door Hillary Chute van de universiteit van Chicago, worden¨net zoals de rest van het boek rijkelijk geïllustreerd, en soms gestaafd, met oude en nieuwe teke-
Veel kans echter dat de goede bedoelingen van Art Spiegelman een maat voor niets zullen zijn. Niet dat ‘MetaMaus’ zijn belofte niet waarmaakt. Integendeel. Het boek
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 22
22/01/2012 10:20:41
BOEKBESPREKING kan doorklikken naar de voorafgaande schetsen en/of naar het betreffende geluidsfragment van Vladek kan luisteren. Wie leest er nu een ‘naslagwerk’ over een stripverhaal zullen sommige lezers van VIB misschien denken? En dan moet ik echt benadrukken dat ‘MetaMaus’ in niets lijkt op een syllabus van een faculteit letteren aan één of andere universiteit. ‘MetaMaus’ is vele dingen. In de eerste plaats is het natuurlijk een schatkist aan achtergronden, details, documentatie en voorbereidingen van een klassiek werk. De lezer kan met ‘MetaMaus’ de verschillende lagen die in ‘Maus’ zitten zelf ontrafelen. Aan de andere kant kan het gelezen worden als het verhaal van de Holocaust én de kroniek van een familie.
ningen, stripfragmenten, familie- en archieffoto’s, documenten, covers van tijdschriften... In die diversiteit zitten net zo goed historische foto’s van de kampen, voorbeelden van Nazipropaganda, als familiekiekjes van de auteur die met zijn gezin – baby in de koets – een bezoek brengt aan Auschwitz, de talrijke brieven van uitgeverijen die het ‘Maus’-manuscript beleefd afwijzen, als een krantenknipsel met foto van Polen die betogen tegen het feit dat ze in de strip worden voorgesteld als varkens. Niet alleen Spiegelman komt aan het woord. In een apart hoofdstuk worden ook interviews met de leden van zijn gezin gepubliceerd. Hilarisch is de anekdote van zijn dochter die op vijfjarige leeftijd in een Chinees restaurant trots gaat rondbazuinen dat haar vader pas de Pulitzerprijs gewonnen heeft en voor zoveel onbescheidenheid een onbegrepen berisping van pa krijgt. Sinds die dag geeft ze nooit meer vrijwillig informatie over hem. Met de verhalen over hoe ‘Maus’ en de familiegeschiedenis het leven beïnvloedt van Spiegelmans kinderen (en zijn vrouw) zet ‘MetaMaus’ eigenlijk de kroniek verder. Zijn zoon vertelt hoe hij al op jonge leeftijd ‘Maus’ wou lezen omdat het boek over het ‘spook’-deel van zijn familie gaat. Mensen die hij nooit gekend heeft. De wel bijzondere harde realiteit van die uitspraak wordt schrijnend duidelijk als meer dan
100 pagina’s verder de stamboom van de Spiegelmans in 2 versies staat. Een versie bij het begin van de 2de Wereldoorlog en een versie net erna, met lege vakjes voor de slachtoffers. Net als in ‘Maus’ worden in ‘MetaMaus’ de soms banale, soms grappige feiten uit het dagelijkse leven vervlochten met de wreedheid van de Holocaust en de trauma’s die nadien nog lang bleven doorwerken. In de laatste twee hoofdstukken komen de verhalen van de ouders van Spiegelman zelf terug aan bod. Zijn vader ditmaal rechtstreeks, doorheen de transcriptie van de bandopnames waarop de strip is gebaseerd. Zijn moeder Anja doorheen flarden notities van gesprekken met jeugdvriendinnen en vrouwen, die samen met haar in het uitroeiingkamp verbleven. Want de dagboeken van Anja werden na haar zelfmoord in 1968 door Vladek op een ‘slechte’ dag vernietigd. Iets waar Art op het einde van het eerste deel van ‘Maus’ op uitkomt en razend om is. Tot slot hoort alvast bij de Engelse uitgave van het boek ook een DVD, netjes ingewerkt in de binnenkant van de harde omslag. En die bevat wel heel erg veel relevante extra’s. Onder andere de opgenomen interviews met de ondertussen ook overleden Vladek en een aantal foto’s. Maar zeker even interessant is de digitale versie van de twee ‘Maus’boeken waarbij je op de tekeningen
En tenslotte is de stijl en de vorm van ‘MetaMaus’ zo vernieuwend als literaire non-fictie dat het ook alleen om die reden de moeite loont. Wie ooit de ‘Maus’-strip gelezen heeft zal natuurlijk sneller geneigd zijn om in de boekhandel naar ‘MetaMaus’ te grijpen. Voor wie de oorspronkelijke boeken niet las is het misschien een gelegenheid om er kennis mee te maken. De Nederlandse vertaling van Maus is trouwens al die jaren beschikbaar gebleven. Wat ook al opmerkelijk is voor een boek. Ter gelegenheid van ‘MetaMaus’ werden de twee ‘Maus’-boeken trouwens in één band heruitgegeven. En er is best nog wat tijd om ‘Maus’ te lezen of te herlezen. De uitgave van de Nederlandse vertaling van ‘MetaMaus’ loopt erg achterop. Die was eerst aangekondigd voor oktober, werd al eens uitgesteld naar eind november en begin december vertelde een vriendelijke verkoper in de Standaard boekhandel dat het werk waarschijnlijk pas eind februari 2012 in de rekken zou liggen. Wat gezien de omvang en de aard van het werk op mijn volle begrip kan rekenen. De vertaler van dienst heeft er zeker een forse kluif aan. LVO MetaMaus Nederlandse vertaling | aangekondigd voor het voorjaar 2012 | Art Spiegelman | hardcover | ± 300 pagina’s | De Bezige Bij | richtprijs € 29,90 | Extra’s? dvd met o.a. geannoteerde Maus en onuitgegeven interviews met Vladek
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 23
22/01/2012 10:20:41
TONEEL GH IOXLVWHUFRPSDJQLH LQ VDPHQZHUNLQJ PHW $%99 UHJLR $QWZHUSHQ SUHVHQWHHUW
GROENTEN UIT BALEN*URHQWHQXLW%DOHQ
:DOWHU YDQ GHQ %URHFN
YD Q
HET TONEELSTUK Heb je de film gezien en zin in meer? Of kom je alleen het huis uit voor ‘the real stuff‘? Van 23 februari tot 1 april 2012 brengt de Fluistercompagnie het toneelstuk ‘Groenten uit Balen‘ in het Theater aan de Stroom. Leden van het ABVV genieten 3 € korting. Groenten uit Balen’ van Walter van den Broeck is een begrip in Vlaanderen. Het stuk schetst de perikelen binnen een arbeidersfamilie tegen de achtergrond van de spontane staking bij Vieille Montagne in de Kempense gemeente Balen anno 1971. Het gezin Debruycker maakt zonder inkomen een moeilijke tijd door, temeer doordat de dochter des huizes zwanger geraakt is. Vader Jan, aanvankelijk verbijsterd door wat er op zijn werk gebeurt, zet zijn schouders mee onder de staking en zoekt telkens het hem te veel wordt heil in het schrijven van een brief naar de koning. Daarmee komt hij lijnrecht tegenover zijn inwonende vader te staan, die vanuit een jeugdtrauma de staking scherp veroordeelt. De sluimerende spanningen lopen hoog
op en Jans standvastigheid begint langzaam maar zeker barsten te vertonen wanneer hij zijn vertrouwde wereld gaandeweg ziet afbrokkelen. Na negen weken staken halen de arbeiders hun gelijk. De gezinsverhoudingen zijn echter onherroepelijk omgeploegd. Auteur Walter van den Broeck verweeft op een vernuftige manier het arbeidsconflict met de intriges in het werkmansgezin. Een volks-komisch stuk over bewustwording en solidariteit. Regie: Jean-Paul Van Steertegem Spel: Eric Kerremans, Annemarie Picard, Dirk Lavrysen, Leen Dendievel & Koen Boogaerts. Waar? Theater aan de Stroom | Blancefloerlaan 181B | 2050 Antwerpen-Linkeroever www.theateraandestroom.be/ Wanneer? 23, 24 (Première), 25, 26 februari 2012; 1, 2, 3, 4, 8, 9, 11, 18, 22, 23, 24, 25, 29, 30, 31 maart 2012; 1 april 2012
wo, do, vr, za om 20u15; zo om 15u00 donderdagmatinee op 15 maart 2012 om 13u30 Kaarten en korting Kaarten reserveer je: • telefonisch: 070 22 33 30 • via website: www.onti.be Leden van het ABVV betalen € 13 in de plaats van € 16 per kaart. Vergeet dus je lidmaatschap niet te vermelden als je reserveert.
Fotografiedag in Luik Met de camera in de aanslag starten we de fototrip op ‘La Batte‘, de multiculturele markt langs de oevers van de Maas. Op de middag vrije lunch en in de namiddag geleide ‘anders-bekeken’ wandeling, zigzaggend door sociale geschiedenis, architectuur en politiek van/in deze rebelse stad. La Batte is de grootste en oudste markt van België. Elke zondag kunt u er in een typische en hartelijke sfeer, fruit en groenten, kazen, kleren, boeken, planten enz. kopen. Wat, waar, wanneer? zondag 25 maart 2012 om 10 u aan Luik-Guillemins, de camera in de aanslag Vrije lunch en in de namiddag geleide ‘anders-bekeken’ wandeling, zigzaggend door sociale geschiedenis, architectuur en politiek van/in deze rebelse stad. Deelnameprijs: €5 (transport & lunch niet inbegrepen) Inschrijven en betaling vooraf: Via: info@linxplus.be Contact: landelijk secretariaat Linx+ | Dorine Deloof | 02 289 01 81
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 24
22/01/2012 10:20:42
AKTIVITEITEN
WHHUW
Bezoek aan de ANTWERPSE HAVEN
RHFN
Geleid bezoek aan de haven met de bus. U bezoekt een stukgoedterminal, een containerterminal, een fruitwerf, het opleidingscentrum voor de dokwerkers en het aanwervingslokaal of “het kot”…u voelt zich een dokwerker voor één dag. ’s Middags eten we een warme maaltijd in de kantine van het kot. Prijs: €17/pp dranken niet inbegrepen Wanneer? donderdag 26 april 2012 van 9u00 tot 16u00 Waar? Bus vertrekt aan de BTB, Paardenmarkt 66, 2000 Antwerpen INFO en INSCHRIJVINGEN: Adviespunt Ommeganckstraat 35 (1e verdiep) 2018 Antwerpen T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan enkel met Bancontact of via overschrijving op rekeningnummer BE20 132-5201931-56 Bij inschrijving moet de naam en identiteitskaartnummer van ELKE deelnemer meegedeeld worden. Dit op voorschrift van het Antwerps Havenbedrijf.
Luik anders bekeken zaterdag 24 maart 2012 Zin in een geleide wandeling in Luik? Een aparte kijk op architectuur, verhalen uit de sociale geschiedenis en politiek. Kortom een rode kennismaking met deze toch wel rebelse stad... Wat & wanneer? zaterdag 24 maart 2012 Start: om 10u aan Luik-Guillemins van de geleide wandeling - Einde: 13u. Vrije lunch en suggesties voor (vrije) namiddagactiviteiten. Deelnameprijs: €5 voor de begeleide wandeling Transport & lunch niet inbegrepen Inschrijven en betaling vooraf: Via: info@linxplus.be Contact: landelijk secretariaat Linx+ | Dorine Deloof | 02 289 01 81
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 25
5
22/01/2012 10:20:44
FILM
LENA In 2008 maakte de Gentenaar Christophe Van Rompaey internationaal furore met Aanrijding in Moskou. Zijn bescheiden, charmante debuutfilm, gesproken in het Gents, over een huisvrouw die haar hart verliest aan een trucker, viel in vele landen, festivals en categorieën in de prijzen waaronder niet in het minst op het prestigieuze Cannes Film Festival. Voor zijn tweede film Lena trekt hij naar Rotterdam. Dit op vraag van Mieke de Jong die sinds 1995 scenario’s schrijft voor film en televisie. Het tienerdrama ging op het Filmfestival van Gent in de Theaterzaal van de Vooruit in première. De wereldpremière vond eerder plaats op het Festival van Toronto. Ook op het Festival van Warschau werd de film warm onthaald. Emma Levie (indrukwekkende gedurfde vertolking) speelt Lena, 17 jaar, mollig, onaantrekkelijk, eenzaam en hunkerend naar liefde. Ze doet haar stage als kinderverzorgster in een kinderdagverblijf waar ze graag gezien wordt. Samen met haar gefrustreerde en voortdurend aan de telefoon hangende moeder van Poolse komaf woont ze in een kleurloos appartementje. Van liefde en geborgenheid is geen sprake. Van verwijten des te meer. (‘Het nijlpaard komt net binnen’). Lena zoekt dan maar genoegen in snelle, vreugdeloze neukpartijen. Geen enkele jongen wordt op haar verliefd. Maar het gelukkigst voelt ze zich als ze linedance doet. Wanneer ze echter de knappe Daan ontmoet, krijgt haar leven een totaal andere wending. Hij is de jongen waar veel meisjes van dromen. Ze voelt zich door hem uitverkoren. Hij schaamt zich niet voor haar. Een wereld van geluk komt op haar af. Ze beslist haar moeder te verlaten en in te trekken bij Daan en zijn vader, sinds jaren weduwnaar, en nog slechts een schim van zichzelf. Stilaan komt Lena er achter dat Daan vol leugens zit. Ze besluit alles in het werk te stellen om haar prille geluk te behouden. Met Lena levert Van Rompaey geen romantische komedie af. De film oogt grauw en straalt tristesse uit. Net als de gebroeders Dardenne en Ken Loach zet hij
de camera op het nekvel van de acteurs. Hij zadelt de kijker met dubbelzinnige gevoelens op. Zo zijn er momenten vol medelijden met het hoofdpersonage dat bij de minste aandacht, aanraking helemaal zichzelf verliest en geen enkel gevoel voor realiteit meer heeft. En anderzijds is er opluchting. Opluchting als Lena, eenmaal ze er alleen voorstaat, zich ontpopt als een zelfstandige, rebelse tiener die tot heel veel in staat is om haar geliefde te beschermen. Maar vooral is er de eindsequentie die bij de keel grijpt: Lena die zwijgzaam maar met een gelaatsuitdrukking van fuck the world in de camera staart! Hoewel Lena bevolkt is door een Nederlandse cast is het is een Belgische film. Co-producent is A Private View, het bedrijf van JeanClaude Van Rijckeghem en Dries Phlypo die Aanrijding in Moscou produceerde. Flarden muziek zijn er van Daan en Amatorski. De cast wordt aangevoerd door
Emma Levie (studente aan de Rietveld academie) die met haar lichaamstaal en expressie moeiteloos gestalte heeft aan haar veelzijdig personage. Niels Gomperts overtuigt als Daan. En Jeroen Willems (Komt een vrouw bij de dokter) is alweer uitmuntend in zijn (ondankbare) rol als de labiele vader van Daan. Agata Buzek, dochter van de voorzitter van het Europees parlement, neemt de moeder van het hoofdpersonage voor haar rekening. Lena is een film die nazindert! Technische fiche : regie : Christophe Van Rompaey, scenario : Mieke de Jong, camera : Menno Westendorp, kostuum : Ellen Lens, producent : Isabella Films, Els Vandevorst, met o.a. Emma Levie, Niels Gompert, Jeroen Willems, Agata Buzek, Lisa Smit, Rifka Lodeizen – NL-B : 2011 – duurtijd : 119’ – Verdeler : BFD Linda Crivits
VAKBOND IN BEWEGING 72
vib nr 72.indd 26
22/01/2012 10:20:46
vib nr 72.indd 27
22/01/2012 10:20:53
vib nr 72.indd 28
22/01/2012 10:20:57