9 minute read
Moslimeredienst speelbal van de politiek?
Sinds enige tijd is de Dienst voor Religieuze en Morele Bijstand (DRMB) georganiseerd als een ‘geïntegreerde’ structuur binnen DG H&WB. Door middel van een ‘Mission Statement’ en een deontologische code hebben de militaire aalmoezeniers van de verschillende erediensten hun samenwerking geformaliseerd ten behoeve van de militaire gemeenschap. Wij vernemen echter dat de moslimeredienst geen vertegenwoordigers meer heeft, waardoor een vacuüm ontstaat in de steun aan collega's van de islam.
In oktober jongstleden werd de DRMB/M op de proef gesteld omdat de enige moslimaalmoezenier, na jaren trouwe dienst, door brigadegeneraal Dhondt, directeur DG H&WB en lid van het ‘transitieteam’, te horen kreeg dat het Executief van de Moslims van België (EMB) hem niet langer erkende en dat DG H&WB daarom de CHOD verzocht een einde te maken aan zijn contract.
De moslimaalmoezenier had in 2003 zelf voorgesteld een aalmoezeniersdienst voor moslims op te richten. Hij werd in 2007 aangesteld als ‘waarnemend aalmoezenier’, met de steun van de politieke autoriteiten en de zegen van het toenmalige Executief van de Moslims van België. De reden die Defensie in oktober 2020 aanvoert om hem aan de kant te schuiven is dat het huidige Executief hem niet langer steunt. Bovendien zou hij nooit formele contacten hebben onderhouden met het EMB, het religieuze orgaan dat hij geacht werd te vertegenwoordigen. Het probleem is dat dit burgerorgaan zonder formele theologische vertegenwoordiging binnen de moslimgemeenschap het voorwerp is van hevige geschillen1 . Volgens zijn eigen statuten verloor het EMB zijn legitimiteit in april 2020, toen de ambtstermijn van zijn bestuurders afl iep. Daarnaast heeft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne op 4 december ernstige twijfels geuit over de integriteit van het Executief, op basis van rapporten van de Staatsveiligheid en andere offi ciële Belgische instanties. Deze raporten wijzen op de buitensporige inmenging van de Marokkaanse geheime diensten en overheid in de organisatie. Salah Echallaoui, de vicevoorzitter en ‘sterke man’ van het EMB, tevens ook de omstreden voorzitter van de Brusselse Grote Moskee, nam in december 2020 ontslag als gevolg van deze polemiek. Hij is zojuist ‘ad interim’ vervangen door Noureddine Smaïli, een kennis die hij al in 2014 tot voorzitter van het EMB had gebombardeerd, voordat hij hem in 2016 afzette en
Foto: DRMB
zijn plaats innam. Salah Echallaoui genoot tot voor kort brede politieke steun in ons land. Naast andere functies bekleedde hij ook de functie van inspecteur van de lessen islamitische godsdienst voor het onderwijs bij de Federatie Wallonië-Brussel.
De infiltratie van het EMB door Marokkaanse en Turkse agenten is een publiek geheim, waarvan de details gemakkelijk kunnen worden gevonden in de media evenals op Wikipedia2. De rechtstreekse controle van de Marokkaanse (Habous) en Turkse (Diyanet) ministeries van Religieuze Zaken over de werking van het EMB is bij de Belgische autoriteiten dus al lang bekend. Toch blijven ze het Executief erkennen en subsidiëren, bij gebrek aan een andere officieel erkende gesprekspartner. In november 2020 bracht de Staatsveiligheid echter een negatief advies uit over het EMB, wat aanleiding gaf tot de reactie van onze nieuwe minister van Justitie. Ten slotte heeft het Executief op 27 januari 2021 in een soort ‘mea culpa’ voor de media, gepubliceerd in ‘La Libre Belgique’ en ‘De Standaard’, zelf haar gebrek aan competentie en extremistische invloeden toegegeven!3
Kafkaiaans
De onverwachte verloochening van de islamitische militaire aalmoezenier door het EMB moet dan ook alarmbellen doen rinkelen, temeer daar deze voormalige beroepsofficier zelf meermaals had gewezen op buitenlandse inmenging en zelfs op de aanwezigheid van ISagenten binnen het EMB! Aangezien hij zijn pensioen naderde, had hij bovendien aanbevolen dat zijn opvolger autonoom door Defensie zou worden gekozen, zonder de opgelegde steun van het EMB. Ons een kandidaat laten opdringen riskeerde volgens hem de deuren van onze kazernes te openen voor een ‘mol’ die voor een vreemde mogendheid werkt, of erger nog... Het spreekt voor zich dat de aalmoezenier, na ernstige bedenkingen te hebben geuit over de directie van het EMB, niet meer op de steun van deze instelling kon rekenen. Na zovele jaren inzet voor Defensie woog zijn loyaliteit aan wat van het EMB was geworden niet zwaar ten aanzien van zijn plicht tegenover het leger en zijn militaire collega's. Hij had dus geen andere keuze dan zich te distantiëren van een Executief waarvan hij wist dat het geïnfiltreerd was. Evenwel zonder de bruggen volledig op te blazen, want hij had meermaals gevraagd om door het Executief te worden gehoord, met name om zijn opvolging binnen Defensie te bespreken, maar zonder ooit het minste antwoord te krijgen, zoals blijkt uit verschillende e-mails ‘onder couvert’ van DG H&WB. Om op verzoek van de leiding van het EMB te worden geschorst, zonder overleg of formele procedure, was dan ook op zijn zachtst gezegd onverwacht. De aalmoezenier en zijn adjunct zijn geschokt door deze beslissing, die zij als ‘kafkaiaans’ omschrijven. Zij begrijpen niet waarom generaal Dhondt het advies volgt van een instantie die
door de hoogste autoriteiten van de Staat in vraag wordt gesteld.
Radicalisering
Intussen creëert de situatie een vacuüm voor de ongeveer 4% moslims bij Defensie (een schatting, aangezien er geen officiële telling van de geloofsovertuigingen binnen de rangen van de Strijdkrachten bestaat). Het is zorgwekkend dat moslimcollega's tijdelijk verstoken zijn van religieuze steun. We weten hoe belangrijk religie kan zijn voor deze collega's. Sommigen vrezen een vertrouweling te verliezen, iemand die ze al lang kennen en in wie ze het volste vertrouwen hebben.
Overigens heeft de CHOD aangekondigd dat hij de aanwerving van jonge burgers met een migratieachtergrond wil intensifiëren om hen een degelijke baan te geven die tevens een ‘springplank’ is voor hun integratie in de Belgische samenleving. Velen van hen zijn moslims, zodat het meer dan ooit van belang is dat Defensie over een sterke Dienst voor Religieuze en Morele Bijstand beschikt. Niet alleen om jonge moslims te helpen de rangen van Defensie te vervoegen, maar ook om de militaire organisatie erop voor te bereiden om hen met respect voor hun overtuiging te ontvangen. Tijdens operationele inzet in moslimlanden kan de expertise van de DRMB/M ook van onschatbare waarde zijn, gezien de complexe relaties tussen verschillende religieuze gemeenschappen waarmee onze militairen in het veld te maken krijgen. De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) heeft de hulp van het DRMB/M dagelijks nodig voor de beoordeling van psychosociale risico's en de organisatie van bemiddeling in gevallen die verband houden met de moslimreligie, bijvoorbeeld in geval van pesterijen of radicalisering. Momenteel kan het personeel van de IDPBW zelfs geen beroep doen op de adjunct van de aalmoezenier, omdat de functieomschrijving van deze militair onlangs gewijzigd werd; alweer op verzoek van het Executief van de Moslims van België! Van nu af aan kan hij de aalmoezeniersdienst voor moslims niet langer ondersteunen en wordt hij beperkt tot louter administratieve taken. Zijn kennis, zijn inzet en zijn advies werden niettemin bijzonder op prijs gesteld, zowel door de verschillende diensten van de Defensiestaf als door de moslimmilitairen in de eenheden.
Goede huisvader
DG H&WB wijst erop dat de aalmoezeniersdienst voor moslims geen wettelijk statuut heeft binnen de strijdkrachten, zoals wordt uitgelegd door kapitein Tatiana Letovaltseva, DRMB-coördinator: ‘Het koninklijk besluit dat de aalmoezeniersdienst voor moslims officieel moet maken, is in publicatie. De aalmoezeniersdienst heeft al die jaren onder de ‘goede huisvader regel’ bestaan, maar zonder wettelijke basis. Zodra de juridische situatie opgehelderd is, zullen we de aalmoezenier vervangen. Wij hebben het EMB verzocht samen te zitten met de CHOD en een aalmoezenier aan te wijzen (bijvoorbeeld uit de gevangenis) om de overgangsperiode te overbruggen, maar wij hebben nog geen antwoord gekregen. In afwachting kunnen de moslims altijd contact opnemen met de aalmoezenier, of anders met mij’. Generaal Dhondt voegt daaraan toe: ‘We hebben niet echt een keuze. Het Executief is tot op vandaag de enige door de FOD Justitie erkende gesprekspartner voor aangelegenheden die betrekking hebben op de islam. Ook al is er binnen Defensie over de aalmoezenier niet de minste klacht gekomen, zonder de erkenning van het EMB ben ik verplicht de CHOD te verzoeken zijn contract op te schorten.’
Verkiezingen
Het lot van de moslimaalmoezenier ligt dus in handen van
Foto: DRMB
De aanwezigheid van de ‘padré’ of een vrijzinnige moreel consulent tijdens operaties is vaak een garantie voor stabiliteit en morele troost.
Admiraal Hofman, die zich binnenkort over de kwestie zal uitspreken. Een moeilijke beslissing gezien het gerommel binnen het EMB en het feit dat een nieuw team de fakkel van het Executief zal overnemen na de in maart geplande verkiezingen. Het is dus mogelijk dat deze nieuwe leiders hun vertrouwen in onze moslimaalmoezenier, en bij uitbreiding in zijn adjunct, zullen hernieuwen. Het voortbestaan en de rol van de DRMB/M hangen samen met de toekomstige herziening
DRMB: werking van het wettelijke statuut van de DRMB, die onder leiding van de VCHOD valt en die met het EMB zal moeten worden onderhandeld na de verkiezingen.
De militaire vakbond ACMP-CGPM kan in dit politiek-religieuze kluwen uiteraard geen standpunt innemen. Als apolitieke organisatie zonder religieuze of fi losofi sche invloed betreuren wij de absurditeit van de situatie, waarvan de eerste slachtoffers de moslimmilitairen zijn, die evengoed als anderen recht hebben op religieuze bijstand indien zij dat wensen. In ieder geval dringen wij er bij de autoriteiten op aan een oplossing op korte en lange termijn te vinden om de steun aan onze moslimcollega's en aan de diensten binnen Defensie die een beroep doen op de deskundigheid van de DRMB/M.
De Dienst voor Religieuze en Morele Bijstand is gebaseerd op vier aalmoezeniersdiensten en een niet-confessionele dienst. De katholieke eredienst is het meest vertegenwoordigd, aangezien ze een tiental aalmoezeniers telt. De protestantse, islamitische en joodse erediensten hebben elk een of twee aalmoezeniers. Een team van acht vrijzinnige moreel consulenten vullen de DRMB aan. De aalmoezeniers en moreel consulenten in het actieve kader zijn burgers die het uniform dragen. Zij zijn geen militairen en worden niet beschouwd als agenten van de Staat. Zij eerbiedigen echter de militaire autoriteiten en zijn onderworpen aan de militaire voorschriften die op hen van toepassing zijn, terwijl zij gebonden blijven aan het beroepsgeheim. De DRMB is de enige dienst die bevoegd is om religieuze, spirituele, morele en fi losofi sche kwesties bij Defensie te behandelen. Als zodanig verschaft deze specifi eke deskundigheid ten behoeve van het commando op alle niveaus. Zo kan een korpscommandant de DRMB vragen naar de voorkeuren van gelovige militairen in hun religieuze praktijk. Bijvoorbeeld, de te volgen procedures in geval van overlijden. De commandanten van de detachementen kunnen ook waardevolle adviezen krijgen over de wijze waarop zij tijdens missies in het buitenland hun betrekkingen met de plaatselijke bevolking kunnen verbeteren, met name in gebieden waar godsdienst een fundament van de samenleving of zelfs van de wet is. Aalmoezeniers komen ook rechtstreeks tussenbeide in het belang van het personeel. De aanwezigheid van de ‘padré’ of een vrijzinnige moreel consulent tijdens operaties is vaak een garantie voor stabiliteit en morele troost. Bij schrijnende gebeurtenissen, zoals een sterfgeval in de familie, het verlies van een collega of een traumatische situatie, wordt een interventie van DRMB vaak erg op prijs gesteld door militairen op zending. Aalmoezeniers en Morele consulenten werken ook samen met andere specialisten van Defensie: Psychosociale Adviseurs, Maatschappelijk Werkers, het Centrum voor Geestelijke Gezondheid, enz. Bij belangrijke plechtigheden of herdenkingen ten slotte steunt het DRMB Defensie bij de organisatie van religieuze diensten. Daartoe behoort het traditionele 'Te Deum' op Koningsdag of onze Nationale Feestdag.